Welzijn, Educatie en Zorg. telefoon (0184)

Transcriptie

1 Boeteverordening Wet Inburgering nieuwkomers Sliedrecht Verantwoordelijke afdeling Welzijn, Educatie en Zorg. telefoon (0184) De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met de afdeling BZ/ID, telefoon (0184) of gemeente@sliedrecht.nl. De raad der gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 2005; b e s l u i t.: gelet op artikel 18, zevende lid, Wet inburgering nieuwkomers, Overwegende dat op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) het systeem van bestuurlijke boeten van de Wet inburgering nieuwkomers (WIN), nader uitgewerkt in het Boetebesluit inburgering nieuwkomers, komt te vervallen en artikel 18, zevende lid WIN de opdracht bevat aan de gemeente om een boetebeleid in een verordening vast te leggen, vast te stellen: Boeteverordening Wet Inburgering nieuwkomers Sliedrecht Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepaling 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: de Wet inburgering nieuwkomers (WIN); b. WWB: de Wet werk en bijstand; c. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sliedrecht; d. bijstandsnorm: de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, onderdeel c van de WWB; e. boete: de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18 lid 1 van de wet; f. maatregel: de verlaging van de bijstand of de langdurigheidstoeslag op grond van artikel 18 lid 2 WWB; g. nieuwkomer: de persoon als genoemd in artikel 1 van de Wet inburgering nieuwkomers. 2. De begripsbepalingen van de wet zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken. Hoofdstuk 2 Het opleggen van een boete Artikel 2 Opdracht college Het college neemt bij toepassing van artikel 18, eerste lid, van de wet de bepalingen van dit besluit in acht, onverminderd artikel 18, tweede en vierde lid van de wet.

2 - 2 - Artikel 3 Afstemming en dringende redenen 1. De boete wordt opgelegd als de nieuwkomer naar het oordeel van het college zich gedraagt in strijd met artikel 2, 4, vierde lid, 8, eerste volzin, 9 eerste lid, 10 derde lid of 12, eerste lid van de wet. 2. Bij het ontbreken van verwijtbaarheid, wordt geen boete opgelegd. Artikel 4 Hoogte van de boete 1. De boete bedraagt 20% van de bijstandsnorm die voor de nieuwkomer geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn. 2. Het percentage van de bestuurlijke boete wordt verdubbeld, indien de nieuwkomer zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een bestuurlijke boete is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging. Artikel 5 Samenloop van maatregel en bestuurlijke boete Indien de nieuwkomer bijstand ontvangt, blijft een bestuurlijke boete achterwege als voor dezelfde gedraging een maatregel, in de vorm van een verlaging van de bijstand, is opgelegd. Artikel 6 Slotbepalingen 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Boeteverordening Wet Inburgering nieuwkomers Sliedrecht. 2. De verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 september Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 30 mei De griffier, De voorzitter, A. Koenen M.C. Boevée - 2 -

3 - 3 - TOELICHTING BOETEVERORDENING WET INBURGERING NIEUWKOMERS SLIEDRECHT 1. Algemene toelichting Op 1 januari 2004 zijn de Wet werk en bijstand (WWB) en de Invoeringswet Werk werk en bijstand (Invoeringswet WWB) in werking getreden. Met de invoering van de WWB wordt ook de WIN gewijzigd. In het verlengde van de verordeningen welke de gemeente op grond van de WWB moet vaststellen, moet het college in een verordening tevens nadere regels stellen met betrekking tot het opleggen van een administratieve boete in het kader van de WIN. Op grond van artikel 18 lid 1 van de WIN moet het college een boete opleggen als een nieuwkomer in strijd handelt met een uit de WIN voortvloeiende verplichting. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om het niet of onvoldoende nakomen van de verplichting een inburgeringsprogramma te volgen. De hoogte van de boete is, tot het moment dat de Reïntegratieverordening WWB en de Afstemmingsverordening WWB in werking treden, landelijk geregeld in het Boetebesluit inburgering nieuwkomers. De boete bedraagt 20% van de voor de nieuwkomer geldende bijstandsnorm (per maand), die voor hem geldt of zou gelden als hij bijstandsgerechtigd zou zijn geweest. Ingeval van recidive binnen 12 maanden nadat eerder een boete is opgelegd, wordt de boete verdubbeld. Zodra de genoemde WWB-verordeningen in werking treden vervalt, op grond van de Invoeringswet WWB en artikel 2 van de Invoeringsregeling WWB, het Boetebesluit WIN en treedt artikel 47 van de Invoeringswet WWB feitelijk in werking. Op grond van het aldus gewijzigde artikel 18 lid 7 van de WIN moeten vanaf dat moment bij gemeentelijke verordening nadere regels zijn gesteld over de hoogte van de boete. Deze verordening beoogt geen inhoudelijke wijziging ten opzichte van het Boetebesluit WIN, alleen vormt vanaf de datum van inwerkingtreding de verordening de formele grondslag voor de bepaling van de hoogte van de boete. Dit betekent ook dat geen overgangsregelingen getroffen hoeven te worden, omdat nieuwkomers als gevolg van deze verordening niet in een nadeliger positie komen te verkeren. Voor zover het gaat om uitkeringsgerechtigde nieuwkomers, blijft een boete achterwege als voor dezelfde gedraging een maatregel conform de afstemmingsverordening is opgelegd. Daarbij is van belang dat het volgen van een inburgeringsprogramma als verplichting aan de bijstand kan worden verbonden. Het verwijtbaar niet-nakomen van die verplichting leidt, net als onder de ABW tot een verlaging van de bijstand met eveneens 20% per maand. 2. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Deze begrippen hebben dezelfde betekenis als in de WIN. Het begrip bijstandsnorm is ontleend aan de WWB. Het is het normbedrag waarop op grond van de WWB en conform de Verordening Toeslagen en Verlagingen aanspraak gemaakt kan worden als men niet over voldoende middelen beschikt om te kunnen voorzien in de algemeen noodzakelijke kosten van bestaan. Ook het begrip maatregel is ontleend aan de WWB. Een maatregel wordt toegepast als een bijstandsgerechtigde de aan de bijstand verbonden verplichtingen niet of onvoldoende nakomt. Een maatregel bestaat uit een tijdelijke verlaging van de bijstand. Het gemeentelijke maatregelenbeleid is opgenomen in de afstemmingsverordening. Met het begrip bestuurlijke boete wordt de bestuurlijke boete van artikel 18, eerste lid, van de Wet inburgering nieuwkomers bedoeld. Het begrip zelf is aldaar niet gedefinieerd. Wel in het Voorontwerp - 3 -

4 - 4 - Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht. Er wordt onder verstaan: de bestuurlijke sanctie, inhoudende een onvoorwaardelijke verplichting tot betaling van een geldsom, die is gericht op bestraffing van de overtreder. Het is een punitieve sanctie waarbij het leedtoevoegend karakter voorop staat. Dit is een belangrijk verschil met de maatregel. De maatregel is een reparatoire sanctie gericht op het (weer) in overeenstemming brengen van de hoogte van de bijstand met de mate waarin de bijstandsgerechtigde de aan de uitkering verbonden verplichtingen nakomt. De omschrijving van het begrip nieuwkomer in de wet is zeer complex en uitgebreid. In hoofdlijnen kan een nieuwkomer worden omschreven als: A. een vreemdeling: - met een geldige verblijfsvergunning; - ouder dan 16 jaar; - en die zich voor het eerst en permanent in Nederland vestigt. Hierbij gaat het onder meer om Turken, Marokkanen, Surinamers, asielgerechtigden en gezinsvormers en -herenigers uit Europese landen van het voormalig Oostblok, zoals Roemenië en Bulgarije. B. een Nederlander: - ouder dan 16 jaar; - niet in Nederland geboren; - en die zich voor het eerst en permanent in Nederland vestigt. Hierbij gaat het om Antillianen en Arubanen en om Nederlanders die niet in Nederland geboren zijn. Personen uit een van de EU- of EER-landen vallen niet onder het begrip nieuwkomer en zijn derhalve niet verplicht om in te burgeren op grond van de WIN. Artikel 2 In dit artikel wordt verwezen naar het artikel in de WIN dat voorschrijft dat het college van burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete oplegt wanneer de nieuwkomer niet meewerkt aan het inburgeringsonderzoek, het educatief programma, maatschappelijke begeleiding en doorgeleiding naar een instantie die zorgdraagt voor verdere scholing of voor toegang tot de arbeidsmarkt, voor zover de nieuwkomer daarvoor in aanmerking komt. Overigens wordt in artikel 17 van de WIN bepaald dat het college controleert of de nieuwkomer zich houdt aan de verplichtingen. Indien blijkt dat dit niet het geval is, zonder dat een grond voor ontheffing of vrijstelling aanwezig is of indien berichtgeving van een andere instantie hierover ontvangen is, stelt de gemeente een onderzoek in. Zij heeft een gesprek met de nieuwkomer en tracht hem te bewegen de verplichtingen na te komen en legt de nieuwkomer een termijn van orde op. Indien de nieuwkomer de verplichtingen dan nog niet nakomt, wordt de nieuwkomer gehoord en wordt door het college een maatregel/boete overwogen op grond van artikel 18 van de WIN. In dit artikel wordt overigens tevens bepaald dat de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden van de nieuwkomer en de mate van verwijtbaarheid. Artikel 3 Er wordt een boete opgelegd als de nieuwkomer zich gedraagt in strijd met de in de WIN opgenomen verplichtingen. De betreffende artikelen genoemd in het eerste lid geven de verplichtingen aan. In het tweede lid wordt aangegeven dat er van een bestuurlijke boete kan worden afgezien als het strijdige gedrag niet verwijtbaar is. Artikel 4 Deze verordening brengt, zoals reeds eerder vastgesteld, geen wijziging in het materiële recht. In deze bepaling is dan ook vastgelegd dat de hoogte van de boete 20% van de bijstandsnorm blijft. In het tweede lid is geregeld dat bij recidive de boete 40% van de bijstandsnorm bedraagt. Ook het begrip recidive is ten opzichte van het, in het Boetebesluit WIN gehanteerde begrip, niet gewijzigd - 4 -

5 - 5 - Artikel 5 Dit artikel voorkomt dat de nieuwkomer die voor zijn gedrag reeds is gestraft door afstemming van de uitkering op grond van de afstemmingsverordening nog eens opnieuw wordt gestraft voor dezelfde gedraging. Artikel 6 Omdat deze verordening, in vergelijking tot het Boetebesluit WIN, materieel geen wijzigingen tot gevolg heeft, behoeven ook in deze verordening geen bijzondere overgangsregelingen getroffen te worden, nu nieuwkomers door deze verordening niet in een nadeliger positie komen te verkeren