Betreft Definitieve tariefvaststelling OZB - Stein 2005

Transcriptie

1 Stein 18 januari 2005 Gemeenteblad Afdeling A 2005, no. 14 Agendapunt 5 Bijlagen div. Aan De Raad Betreft Definitieve tariefvaststelling OZB - Stein 2005 Inleiding In de raadsvergadering van 23 december 2004 heeft uw raad de Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen Stein 2005 vastgesteld. Bij deze vaststelling is destijds een voorlopige beslissing over de tarieven voor het jaar 2005 genomen in verband met het nog lopende hertaxatieproject in het kader van de wet WOZ. Gemakshalve wordt verwezen naar het betreffende raadsvoorstel dat is bijgevoegd. Definitieve tariefvaststelling OZB Thans bevindt de hertaxatie zich in de afrondende fase, zodat de OZB-tarieven kunnen worden gebaseerd op de meest actuele stijgingspercentages. Zoals bekend wordt bij de aanslagoplegging van de onroerende-zaakbelastingen een onderscheid gemaakt tussen de categorieën woningen en niet-woningen. Op het tijdstip van samenstelling van dit voorstel zien de gewogen gemiddelde stijgingspercentages van de WOZ-objecten van deze categorieën er als volgt uit: categorie woningen : 31% categorie niet-woningen : 11%. Doordat de waarde van de woningen sterker stijgt dan die van de niet-woningen, zouden de woningen zwaarder worden belast dan de niet-woningen. Om dit tegen te gaan is de zogenaamde tariefdifferentiatie in het leven geroepen. Dit is het hanteren van verschillende tarieven voor woningen en voor niet-woningen. Hiervoor worden de waardestijgingen van de woningen en de niet-woningen uitgedrukt in een zogenaamd tijdvakpercentage. Bij de tariefstelling in de voorgaande twee WOZ-tijdvakken heeft uw raad steeds uitgesproken door middel van tariefdifferentiatie de ontwikkeling van de lastendruk tussen woningen en nietwoningen maximaal te spreiden. Dit wil zeggen dat er maximaal gebruik wordt gemaakt van de wettelijke toegestane differentiatie (tijdvakpercentage plus 10%). Van ondernemerszijde zijn er bezwaren geuit tegen het toepassen van de (maximale) tariefdifferentiatie omdat dit als ondernemersonvriendelijk wordt ervaren. Daarom zijn in het voorliggend tariefsvoorstel met betrekking tot de onroerendezaakbelastingen een drietal opties aangegeven. Te weten: Optie 1: Optie 2: Optie 3: Toepassen van een percentage tariefdifferentiatie van 188,655. Dit is gebaseerd op het nieuwe tijdvakpercentage. Idem van 198,655. Dit is de maximaal toegestane. Deze is gebaseerd op het nieuwe tijdvakpercentage plus 10%. Idem van 159,853. Dit is gebaseerd op het tijdvakpercentage dat gold voor Het percentage van bijvoorbeeld 188,655 geeft aan dat het tarief van een niet-woning 188,655% bedraagt van het tarief van een woning.

2 Opgemerkt moet worden dat de ondernemers de OZB als bedrijfslast ten laste van de winst kunnen brengen en dit dus leidt tot minder belastingbetaling. Bij de vaststelling van de begroting 2005 in de raadsvergadering van 10 november j.l. is als uitgangspunt gehanteerd dat het opbrengstvolume van de onroerende-zaakbelastingen met 5% stijgt. Met inachtneming hiervan zijn de genoemde drie opties doorgerekend. De spreadsheet van de VNG met de feitelijke berekeningen van de tarieven alsmede de tariefdifferentiatie is bijgevoegd. Samenhang nieuwe OZB-waarden/algemene uitkering gemeentefonds Zoals bekend vindt er op de algemene uitkering uit het gemeentefonds een korting plaats die is gebaseerd op de belastingcapaciteit van de gemeente, de zogenaamde inkomstenmaatstaf. Let wel, deze korting is gebaseerd op de waarde van het onroerend goed. Het OZB-tarief dat een gemeente hanteert heeft hier geen invloed op. Wij zullen u hierover nader informeren zodra de definitieve gegevens van de waardestijging van het onroerend goed van de gemeente en de waardestijging op landelijk niveau bekend zijn. Opties tariefstelling De doorberekeningen leiden tot de volgende tarieven: Omschrijving Tarief Tarief Tarief Tarief Tarief Optie 1 Optie 2 Optie 3 (fictief) Onroerende-zaakbelastingen: Woningen Gebruiker 2,06 2,04 2,13 2,59 2,56 Eigenaar 2,57 2,55 2,66 3,23 3,20 Niet-woningen Gebruiker 3,88 4,05 3,40 4,14 4,09 Eigenaar 4,84 5,06 4,25 5,16 5,11 In de bijlagen is per optie berekend wat dit betekent aan lastendruk voor een woning en een bedrijf. Voorstel Aanpassing tarieven onroerende zaakbelasting met ingang van 2005 op basis van een van de drie opties. De voorkeur van het college gaat uit naar optie 1. Het te nemen besluit gebaseerd op de keuze voor optie 1 is bijgevoegd. 2

3 Burgemeester en Wethouders, de Secretaris, de Burgemeester, drs. S.G.F. Heijing drs. A.C. Barske Dict. JV 3

4 Stein 8 december 2004 Gemeenteblad Afdeling A 2004, no. Agendapunt Bijlagen div. Concept-raadsvoorstel Aan De Raad Betreft Vaststelling verordening onroerende-zaakbelastingen Stein 2005 I. Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Inleiding Algemeen Binnen de huidige systematiek van de Wet WOZ stellen de gemeenten eens per vier jaar de WOZ-waarde van woningen en niet-woningen vast, met als waardepeildatum steeds 1 januari van twee jaren daarvoor. Het eerstvolgende tijdvak begint op 1 januari 2005, met als waardepeildatum 1 januari Deze waarde geldt volgens de huidige wetgeving in principe voor de jaren 2005 tot en met Verbetervoorstellen Wet WOZ Een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Rijk en de Unie van Waterschappen heeft in een rapport voorstellen gedaan om tot verbetering van de doelmatigheid van de Wet WOZ te komen. Het wetsvoorstel inzake de verbetervoorstellen Wet WOZ is op 9 november 2004 door de Tweede Kamer aangenomen. De belangrijkste wetswijzigingen betreffen: Verkorting WOZ-tijdvak De verbetervoorstellen met betrekking tot de Wet WOZ voorzien in de mogelijkheid dat gefaseerd wordt toegewerkt naar een verkorting van het WOZ-tijdvak. Uiteindelijk moet sprake zijn van een tijdvak van één jaar en zal er dus jaarlijks een herwaardering plaatsvinden, met waardepeildatum één jaar eerder. Het Rijk, de VNG en de Unie van Waterschappen hebben afgesproken dat de verkorting van het WOZ-tijdvak wordt ingevoerd indien het technisch uitvoerbaar is en de kosten daarvan maatschappelijk aanvaardbaar zijn. In verband hiermee is bij een aantal gemeenten een pilot gestart. In afwachting van de conclusies van de pilot gaat de wetswijziging om wetstechnische redenen al uit van verkorting van het tijdvak tot twee jaar per 1 januari 2005 (tijdvak ). De hierbij behorende waardepeildatum is Met ingang van 1 januari 2008 wordt het tijdvak bekort tot één jaar, waarbij de waardepeildatum één jaar eerder ligt. Voor het belastingjaar 2007 wordt dan de waardepeildatum 2005 gebruikt. Mocht uit de pilot blijken dat verkorting van het tijdvak niet doelmatig is, dan zal bij Koninklijk Besluit (in 2007 of 2008) niet worden overgegaan tot verkorting van het waarderingstijdvak tot één jaar en zal het tijdvak dat op 1 januari 2005 aanvangt met één of twee jaar worden verlengd.

5 Combinatie WOZ-beschikking en OZB-aanslag en jaarlijkse bezwaarmogelijkheid Dit onderdeel van de wetswijziging houdt in dat gemeenten de waarde van onroerende zaken in het kader van de Wet WOZ voortaan gelijktijdig met de aanslagen in de gemeentelijke onroerende-zaakbelastingen formeel vaststellen en bekendmaken. De WOZ-waarde wordt jaarlijks in de vorm van een aparte aanslagregel op het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen aan de burger bekend gemaakt. Burgers kunnen hierdoor jaarlijks bezwaar maken, waarbij geldt dat bezwaar tegen de aanslag OZB tevens bezwaar tegen de WOZ-beschikking is en andersom, tenzij uit het bezwaarschrift het tegendeel blijkt. Het is van belang op te merken dat het bezwaar dat is ingediend tegen de aanslag 2006 alleen dan terugwerkt naar 2005 als de waarde-vermindering meer bedraagt dan 20% van de oorspronkelijk in 2005 vastgestelde waarde. In alle andere gevallen geldt het bezwaar over een bepaald jaar alleen voor dat betreffende jaar. Andere belangrijke wijzigingen Wet WOZ - voor kerken, rioolwaterzuiveringsinrichtingen en waterbeheersingswerken hoeft geen waarde meer te worden vastgesteld; - invoering bezwaardrempel: dit betreft een ingevoerde marge waardoor een bij beschikking vastgestelde waarde geacht wordt juist te zijn, indien deze waarde slechts beperkt afwijkt van de vastgestelde WOZ-waarde bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken. De wettelijke marge bedraagt maximaal 5% en minimaal 2% (gestaffelde marge). Tariefstelling Algemeen Ondanks dat de nieuwe taxatiewaarden in het kader van een algehele herwaardering nog niet allemaal bekend zijn, dient de belastingverordening OZB 2005 vóór 1 januari 2005 te worden vastgesteld. Het tijdvakpercentage (zie blz. 3) in verband met de tariefdifferentiatie woningen en niet-woningen (zie blz. 3) dient op dat moment eveneens te worden berekend. Voor de WOZ-waarden 2005 wordt hierbij uitgegaan van de ramingen zoals die ten tijde van het vaststellen van de belastingverordening bekend zijn, ook als er op dat moment nog geen reële raming van de WOZ-waarden voor 2005 gemaakt kan worden. Indien de gemeente in de loop van 2005 wel over een reële raming van de waarde per 2005 beschikt, heeft zij de bevoegdheid om te besluiten de (voorlopige) tarieven zoals die zijn opgenomen in de OZBverordening 2005, met terugwerkende kracht te verlagen door middel van een wijziging van de OZB-verordening In verband met de algemene beginselen van behoorlijke wetgeving is het niet toegestaan belastingtarieven met terugwerkende kracht te verhogen. Indien begin 2005 de tarieven zoals die zijn opgenomen in de OZB-verordening 2005 neerwaarts worden bijgesteld ten gevolge van het beschikbaar komen van de herwaarderingsuitkomsten, dient ook het tijdvakpercentage herrekend te worden. Dit kan betekenen dat de herrekening van het tijdvakpercentage leidt tot een hoger percentage dan het reeds bij OZB-verordening 2005 vastgestelde tijdvakpercentage. 2

6 Herwaardering Momenteel vindt er een algehele herwaardering plaats binnen de gemeente Stein. Begin december 2004 hebben we van taxatiebureau Tog Nederland gegevens ontvangen van de waarde van de woningen en niet-woningen als gevolg van deze herwaardering. Deze gegevens dienen als uitgangspunt voor de bepaling van de tarieven OZB Omdat de ontvangen waarde-gegevens door de gemeente nog nader geanalyseerd en gecontroleerd moeten worden, kan thans nog geen reële raming van de WOZ-waarden voor 2005 gemaakt worden. Wel is gebleken dat de waarden van de woningen harder zijn gestegen dan de waarden van de niet-woningen. Tariefdifferentiatie onroerende-zaakbelastingen Als gevolg van de uiteenlopende waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen in het kader van de herwaardering naar de waardepeildatum 1 januari 1995 is met ingang van 1997 voor het eerste WOZ-tijdvak de mogelijkheid gecreëerd om verschillende tarieven te hanteren voor woningen en niet-woningen. Ingevolge artikel 220f, tweede lid, van de Gemeentewet mag landelijk het hoogste OZB-tarief echter niet meer bedragen dan 120% van het laagste OZBtarief. Ingaande 2001 is aan de gemeenten de mogelijkheid geboden om de gevolgen van de uiteenlopende waarde-ontwikkelingen (tussen de categorieën woningen en niet-woningen) te verzachten door het landelijk maximumpercentage tariefdifferentiatie van 120% (artikel 220f, tweede lid, Gemeentewet) te vervangen door een (tijdvak)percentage dat afhangt van de plaatselijke waardeontwikkelingen bij de tweede WOZ-ronde. Omdat in de afgelopen twee WOZ-tijdvakken de waarden van woningen harder zijn gestegen dan de waarden van niet-woningen heeft de gemeente Stein met ingang van 1997 van de geboden ruimere mogelijkheden van tariefdifferentiatie gebruik gemaakt. Zouden er namelijk geen verschillen zijn in de tarieven van woningen en niet-woningen, dan betekent dit een lastenverzwaring van de eigenaren/gebruikers van woningen omdat deze dan een grotere bijdrage leveren in de OZB-opbrengst ten opzichte van de eigenaren/gebruikers van nietwoningen Berekening voorlopige tariefdifferentiatie onroerende-zaakbelastingen 2005 Wettelijk is bepaald dat met ingang van 1 januari 2005 een nieuw tijdvakpercentage dient te worden berekend, hetwelk dan geldt voor het tijdvak Uitgangspunten (voorlopig) Tarief woningen (eigenaren en gebruikers) ,76 (E: 3,20 G: 2,56) Tarief niet-woningen (eigenaren en gebruikers) ,20 (E: 5,11 G: 4,09) WOZ-waarde woningen 2004 (Stuf-CAP gegevens) ,-- WOZ-waarde woningen 2005 (voorlopig idem 2004) * ,-- WOZ-waarde niet-woningen 2004 (Stuf-CAP gegevens) ,-- WOZ-waarde niet-woningen 2005 (voorlopig idem 2004) * ,-- Opbrengst 2005 (volgens begroting) ,-- 3

7 Bepaling vastgestelde waarde 2004 Een van de gegevens die nodig is om het tijdvakpercentage te bepalen, is de vastgestelde waarde per 1 januari Bij het bepalen van deze vastgestelde waarde voor het kalenderjaar 2004 dient te worden uitgegaan van de voor de OZB bij WOZ-beschikking vastgestelde waarden, zoals die bekend zijn ten tijde van het vaststellen van de verordening voor het kalenderjaar Voor het verkrijgen van actuele gegevens is uitgegaan van het Stuf-CAP bestand 2004 (bestand met CBS-gegevens t.b.v. de algemene uitkering uit het gemeentefonds). Dit levert voor de berekening twee gegevens op: Waarde woningen 2004 (Stuf-CAP gegevens) ,-- Waarde niet-woningen 2004 (Stuf-CAP gegevens) ,-- Bepaling geraamde waarde 2005 * Aangezien op het moment waarop de tarieven voor de OZB in 2005 dienen te worden vastgesteld de WOZ-beschikkingen waarop de OZB-aanslagen voor 2005 worden gebaseerd nog niet vastgesteld zijn en het totale herwaarderingstraject mogelijk nog niet afgerond zal zijn, heeft de wetgever bepaald dat gerekend moet worden met de op dat moment bekende waarden. Omdat er op dit moment nog geen reële raming van de WOZ-waarden voor 2005 gemaakt kan worden, is bij de geraamde waarde woningen en niet-woningen voor 2005 veiligheidshalve uitgegaan van de bedragen voor Hiervoor is bewust gekozen om te kunnen komen tot neerwaartse bijstelling bij de vaststelling van de definitieve tarieven (zie hierna). Bepaling voorlopig tijdvakpercentage en voorlopige tarieven Het tijdvakpercentage wordt bepaald door de waardestijging van woningen (van 2004 naar 2005) te delen door de waardestijging van niet-woningen (van 2004 naar 2005) en deze uitkomst te vermenigvuldigen met de tariefdifferentiatie die de gemeente in 2004 hanteert. Voor 2004 was het tijdvakpercentage 159,853%. Aan de hand van een spreadsheet (ter inzage) van de VNG is het tijdvakpercentage voor het WOZ-tijdvak voorlopig eveneens bepaald op 159,853. Wij stellen voor de tarieven van de woningen en niet-woningen voor 2005 per volle 2.268,-- van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde) voorlopig als volgt vast te stellen: - eigenarentarief woningen 3,23 - gebruikerstarief woningen 2,59 - eigenarentarief niet-woningen 5,16 - gebruikerstarief niet-woningen 4,14 Hierbij wordt nogmaals uitdrukkelijk vermeld dat het gaat om voorlopige tarieven en dat begin 2005 de definitieve vaststelling van de tarieven aan de orde komt. Het is namelijk niet toegestaan om ná 1 januari a.s. de tarieven te verhogen. Wel bestaat de mogelijkheid om de tarieven neerwaarts bij te stellen. Vandaar dat bij deze voorlopige tarieven bewust hogere bedragen zijn opgenomen om bijstelling naar boven te voorkomen. 4

8 II. Lokale lastenverlichting Afschaffing lokale lastenvermindering (Zalmsnip) Op 25 november 2004 is het wetsvoorstel inzake wijziging van de Gemeentewet in verband met de afschaffing van de lokale lastenverlichting van 45,38 aangenomen door de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel geeft uitvoering aan het Strategisch Akkoord van het kabinet Balkenende I en het gestelde in de Miljoenennota Dit wetsvoorstel treedt met ingang van 1 januari 2005 in werking. Door afschaffing van deze korting op de aanslag gemeentelijke belastingen én omdat de afschaffing van het gebruikersgedeelte OZB en de maximering van de tarieven beide zijn uitgesteld tot minstens 2006, betekent dit voor ieder huishouden een extra lastenverzwaring van 45,38. Eenmalige tegemoetkoming 2005 Om de stijging van de lokale tarieven voor 2005 enigszins te compenseren, heeft uw Raad in de begrotingsvergadering van 10 november j.l. besloten om voor 2005 éénmalig aan alle huishoudens van de gemeente Stein een tegemoetkoming te verlenen van 22,69 (de helft van de Zalmsnip). Toepassing vindt plaats overeenkomstig de regelgeving van de voormalige Zalmsnip. De tegemoetkoming geschiedt in de vorm van een heffingskorting op de aanslag gemeentelijke belastingen Het voorgaande is opgenomen onder artikel 6A van de concept-verordening OZB De in lid 4 van dit artikel bedoelde beleidsregels liggen voor u ter inzage. Voorstel Wij stellen uw raad voor overeenkomstig het bovenstaande te besluiten en over te gaan tot vaststelling van de verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen. Het te nemen besluit gaat in concept hierbij. Burgemeester en Wethouders, de Secretaris, de Burgemeester, Dict.: JV 5

9 TARIEFDIFFERENTIATIE ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN TIJDVAK Gemeente: De berekening van het tijdvakpercentage voor het tijdvak is gebaseerd op de wetgeving zoals momenteel is vastgesteld per 1 januari 2005; hierbij zijn wijzigingen als gevolg van de verbetervoorstellen Wet WOZ dus nog niet meegenomen. STAP 1 Berekening tijdvakpercentage Gegevens 2004 tijdvakpercentage (zoals berekend in december 2000; bijv. 124 en dus niet: 1,24!!) gegevens in 159,853 paarse blokken invullen Totale WOZ-waarde woningen 2004* Totale WOZ-waarde niet-woningen 2004* Gegevens 2005 groene blokken Totale WOZ-waarde woningen 2005* zijn resultaat- Totale WOZ-waarde niet-woningen 2005* velden * rekening houdend met OZB-vrijstellingen (dus niet invullen) Tijdvakpercentage : 188,655 STAP 2 Berekening OZB-tarieven Bepaal de OZB-waarden voor woningen en niet woningen waar- over u belasting gaat heffen. Dit is dus de bij stap 1 opgenomen WOZ-waarde minus kwijtscheldingen, leegstand, etc. Houdt u ook rekening met blokverlies als gevolg van afrondingsverschillen bij de omrekening van OZB-waarde naar waarde-eenheden (van 2268,-). Zie ook het stappenplan in de bijlage bij ledenbrief 00/117 van 21 augustus gegevens in Totale OZB-waarde woningen paarse blokken Totale OZB-waarde niet-woningen invullen Gewenste opbrengst VUL IN: door gemeente gewenste percentage tariefdifferentiatie** 188,655 ** nooit meer dan het maximum + 10; nooit minder dan de differentiatie die u in 2000 had) Tarieven 2005 (bij waardeklassen van 2268) LET OP: door relatieve limieten kunnen verschillen in optelling bestaan. groene blokken tarief woningen (eigenaar + gebruiker) 4,633 zijn resultaatvelden tarief woningen gebruikers: 2,06 (dus niet tarief woningen eigenaren: 2,57 invullen) tarief niet-woningen gebruikers: 3,88 tarief niet-woningen eigenaren: 4,84 (versie 2.3)

12 Opties bij de tariefbepaling OZB Optie 1 Tariefdifferentiatie 188,655 Woning Waarde Waarde (+ 31%) Aanslag ozb /2.268 * 5,76 380,16 Aanslag ozb /2.268 * 4,63 398,18 18,02 (+ 4,74%) Niet-woning Waarde Waarde (+ 11%) Aanslag ozb /2.268 * 9, ,20 Aanslag ozb /2.268 * 8, ,32 371,12 (+ 5,23%) Optie 2 Tariefdifferentiatie 198,655 Woning Waarde Waarde (+ 31%) Aanslag ozb /2.268 * 5,76 380,16 Aanslag ozb /2.268 * 4,59 394,74 14,58 (+ 3,84%) Niet-woning Waarde Waarde (+ 11%) Aanslag ozb /2.268 * 9, ,20 Aanslag ozb /2.268 * 9, ,16 704,96 (+ 9,94%) Optie 3 Tariefdifferentiatie 159,853 Woning Waarde Waarde (+ 31%) Aanslag ozb /2.268 * 5,76 380,16 Aanslag ozb /2.268 * 4,79 411,94 31,78 (+ 8,36%) Niet-woning Waarde Waarde (+ 11%) Aanslag ozb /2.268 * 9, ,20 Aanslag ozb /2.268 * 7, ,40 544,80- (- 7,68%)