vastgesteld door schoolleiding en MR december 2014

Transcriptie

1 overgangsnormen vastgesteld door schoolleiding en MR december 2014

2 I. CIJFERGEVING a. Het schooljaar kent drie periodes. Aan het einde van iedere periode wordt er een rapport uitgereikt. Naast de behaalde resultaten voor proefwerken, overhoringen en praktische opdrachten wordt er voor ieder vak een oordeel gegeven over: Gedrag: - omgang met leerlingen; - omgang met de docent; - laat zich corrigeren - is aanspreekbaar op zijn/ haar gedrag; Werkhouding: - houdt agenda ; - heeft huiswerk gedaan; - heeft de spullen die nodig zijn voor de les in orde; - werkt geconcentreerd tijdens de les; - werkt conform de planning; - werkt zelfstandig; - stelt relevante vragen tijdens de les; - doet mee met (groeps-) opdrachten; - heeft een actieve rol tijdens de lessen; - neemt initiatief om gemiste toetsen in te halen. Het oordeel voor deze onderdelen zal worden aangegeven middels de volgende aanduiding; O (onvoldoende), V (voldoende) en G (goed). Onderdeel Rapport 1 Rapport 2 Rapport 3 Resultaten cijfer* cijfer* cijfer** Gedrag O / V / G O / V / G O / V / G Werkhouding O / V / G O / V / G O / V / G Datum uitreiken week 49 week Voortschrijdend gemiddelde * gewogen gemiddelde van de afgenomen toetsen tot het eind van de betreffende rapportperiode ** gewogen gemiddelde van de toetsen van het gehele jaar zijn afgerond op een heel cijfer. b. Niet ingeleverd werk kan de docent alleen met het cijfer één beoordelen als de leerling niet heeft gereageerd op een schriftelijke waarschuwing (de zogenaamde laatste kans brief c. Indien een leerling een of meer van de te beoordelen werken niet heeft gemaakt kan de docent besluiten om geen rapportcijfer toe te kennen indien er vóór de vergadering overleg is geweest met de afdelingsleider/directie. Deze maatregel kan eventueel leiden tot niet bevorderen. Gemiste toetsen moeten in de betreffende rapportperiode zijn ingehaald zodat er een reëel beeld ontstaat van de leerling bij de rapportbespreking. d. Bij de vaststelling van het rapportcijfer kennen we verschillende categorieën werk, te weten overhoringen, proefwerken en praktische opdrachten. De weging van de afzonderlijke toetsen wordt vooraf door de vakgroep vastgesteld. De docent maakt voorafgaand aan de afname van de toets melding van de wegingsfactor. 2

3 In de regel wordt het volgende onderscheid gemaakt: toetsvorm Schriftelijke overhoringen Proefwerken afhankelijk van de zwaarte van het proefwerk Praktische opdrachten waaronder: leesverslag, practicumverslag, werkstukken etc. wegingsfactor 1/2 2 / 3 / 4/ 5 1 / 2 / 3 volgens studiewijzer Schoolexamens volgens studiewijzer e. Het overgangsrapport (rapport 3) bevat een jaarcijfer voor elk vak. In het jaarcijfer zijn de resultaten van het hele schooljaar verwerkt en op grond daarvan wordt over de bevordering beslist. Het uitgangspunt voor de berekening van het jaarcijfer is het voortschrijdende gemiddelde. De vakgroep stelt, voorafgaand aan het eerste rapport, per leerjaar en afdeling de gehanteerde berekeningswijze vast. Op het overgangsovergangsrapport worden alleen hele cijfers gegeven. Indien het berekende gemiddelde voor het overgangsrapport niet een geheel getal is, dan wordt dat getal afgerond. Met dien verstande dat indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden wordt afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is naar boven wordt afgerond. Let op: als er in de overgangsnormen wordt gesproken over het (rekenkundig) gemiddelde op het overgangsrapport wordt bedoeld het rekenkundig gemiddelde van de niet afgeronde cijfers. f. Bij het toekennen van een rapportcijfer gelden de volgende beperkingen: klas 1: een rapportcijfer lager dan een 4,0 mag niet worden gegeven klas 2 en hoger: een rapportcijfer lager dan 3,0 mag niet worden gegeven. g. Wij onderscheiden de volgende niveaus: - BB = Basis Beroepsgerichte leerweg - KB = Kader Beroepsgerichte leerweg - M = MAVO - MH = MAVO/HAVO (alleen opstroomklassen) - HV = HAVO / VWO - H = HAVO - V = VWO 3

4 II. ALGEMENE REGELS 1. De vergadering 1.1 De rapportvergadering beslist aan het einde van het schooljaar over de toelating van de leerling tot het volgende leerjaar. 1.2 De beslissing luidt: a. Bevorderd b. Doubleren 1.3 Indien de rapportvergadering een beslissing neemt als bedoeld in het tweede lid onder b. heeft de leerling het recht het leerjaar dat hij doorlopen heeft, te herhalen, behoudens het bepaalde in artikel Bij de beslissing over de overgang worden alle cijfers op het overgangsrapport meegerekend. 1.5 Het aantal onvoldoendes op het overgangsrapport vormt de grondslag voor de beslissing over de overgang. Voor de zwaarte van de onvoldoendes wordt de volgende berekening gehanteerd: 1. een vijf geldt als één tekortpunt 2. een vier geldt als twee tekortpunten 3. een drie geldt als drie tekortpunten 1.6 Indien in de hierna beschreven afdelingsspecifieke overgangsregels sprake is van een bespreking c.q. bespreekgeval onder verwijzing naar dit artikel geldt: De uitkomst van de bespreking kan zijn doubleren, bevorderen of bevorderen op één niveau lager. De definitieve beslissing hierover wordt bij een meerderheid van stemmen genomen door de docentenvergadering (= aanwezigen bij de rapportvergadering). 2. Bijzondere regels Het is op het Vellesan College niet toegestaan meer dan 3 jaren te doen over twee opeenvolgende leerjaren, ongeacht schooltype, leerweg of afdeling. 3. Uitzonderingen 3.1 De rapportvergadering kan van het bepaalde in artikel 2 afwijken, indien daarvoor naar haar oordeel zeer gewichtige reden bestaat. Een dergelijk besluit vereist stemming. 3.2 In afwijking van het bepaalde in artikel 2 heeft de leerling die afgewezen is bij zijn examen het recht het examenjaar te herhalen. 4. Stemmen Bij een stemming, als bedoeld in de artikelen 1.6 en 3.1 valt de beslissing bij een meerderheid van stemmen. In dergelijke situaties telt het niveauadvies volgens de in het betreffende schooljaar afgenomen Cito-VAS voor twee stemmen in de vergadering. De mentor brengt dit stemadvies in. Wanneer meer dan 30% van de beoordelingen bij gedrag en werkhouding onvoldoende ( O ) zijn telt dat als één stem voor doubleren bij het besluit over bevorderen of doubleren. De afdelingsleider brengt dit stemadvies in. Bij het staken van de stemmen beslist de voorzitter (=afdelingsleider). 5. Beroep door directie De directie kan beroep tegen de beslissing van de rapportvergadering aantekenen na overleg met de mentor en de afdelingsleider waardoor een revisievergadering noodzakelijk is. De meerderheid van de door de eigen leraren van de leerling uitgebrachte schriftelijke stemmen levert dan een definitieve beslissing op. Een revisievergadering kan alleen plaatsvinden indien er procedurefouten gemaakt zijn of indien er aantoonbaar is afgeweken van bestaande regelgeving of jurisprudentie. 4

5 6. Niveauwijzigingen onderbouw Het Vellesan College kent een tweejarige onderbouw. De school streeft ernaar een eventuele niveauverandering in een zo vroeg mogelijk stadium door te voeren. Om de niveauverandering te effectueren is overplaatsing in een andere klas veelal noodzakelijk. 6.1 Criteria niveauverhoging Voordat een leerling in de gelegenheid wordt gesteld aan te tonen dat hij voor niveauverhoging in aanmerking komt, dient hij aan de volgende criteria te voldoen: a. Het gemiddelde van alle rapportcijfers is 7,6 of hoger. b. Er zijn geen tekortpunten voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. c. De docentenvergadering een positief advies geeft. Een leerling die gedurende één rapportperiode heeft aangetoond dat hij voor niveauverhoging in aanmerking komt kan definitief tot een hoger niveau worden toegelaten indien: a. Hij voor alle vakken op het naast hogere niveau alle proefwerken/overhoringen heeft gemaakt conform de studieplanning van het hogere niveau. b. Het gemiddelde cijfer van deze proefwerken/overhoringen dient voor alle afzonderlijke vakken voldoende te zijn. c. De resultaten op het startniveau mogen niet verwaarloosd worden. Dit houdt in dat het gemiddelde rapportcijfer op het startniveau 7,0 of hoger is en werkhouding en gedrag met tenminste voldoende (V) worden beoordeeld. Het advies voor een niveauverhoging wordt op initiatief van de docentenvergadering (aanwezigen bij de rapportvergadering) voorgelegd aan de ouders/verzorgers. Pas na bespreking met ouders/verzorgers kan de niveauverhoging worden geëffectueerd. Momenten waarop niveauverhoging geëffectueerd kan worden zijn: I. Eind leerjaar 1 nadat de leerling op basis van de resultaten op het tweede rapport heeft voldaan aan bovenstaande criteria. II. Na het eerste rapport van leerjaar 2 nadat de leerling op basis van het overgangsrapport leerjaar 1 heeft voldaan aan bovenstaande criteria. III. Na het tweede rapport in leerjaar 2 nadat de leerling op basis van het eerste rapport van leerjaar 2 heeft voldaan aan bovenstaande criteria. 6.2 Begeleiding na effectuering niveauverhoging Om de leerling zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen na de effecturering van de niveuaverhoging gelden de volgende afspraken over de studiebegeleiding: a. de leerling dient tenminste twee dagen in de week gedurende een halfjaar aanvullende studiebegeleiding te volgen in de huiswerkklas. b. De leerling dient in overleg met de mentor en afdelingsleider de ondersteuningsbehoefte aan te geven 6.3 Niveauverlaging Als blijkt uit de schoolresultaten en de resultaten van de Cito-VAS dat een leerling het niveau in een klas niet aan kan, behoort overplaatsing naar een andere klas tot de mogelijkheden. 5

6 7. Specifieke regels rekentoets In de klassen 1en 2 vmbo en mavo en in de klassen 1, 2 en 3 havo en vwo staat rekenen als apart vak op het programma. Op de rapporten komt voor dit vak het voortschrijdend gemiddelde van de gemaakte toetsen te staan. Het vak telt, net als de andere vakken, mee bij het bepalen van bevorderen of doubleren. In de voorexamenklassen van alle afdelingen zal de cijferbepaling op het eindrapport van het vak rekenen bestaan uit: het voortschrijdend gemiddelde van de afgenomen toetsen exclusief het resultaat van de rekentoets. Het behaalde resultaat van de rekentoets zal als memo op het eindrapport worden weergegeven. De resultaten van de rekentoets worden, gelet op de huidige regelgeving, buiten beschouwing gelaten bij de bepaling van het gewogen gemiddelde van het schoolexamen. Bij de bepalingen omtrent rekenen is bij de vaststelling van de overgangsnormen uitgegaan van de regelgeving zoals die in oktober 2014 bekend was. Wijzigingen in de regelgeving gedurende het schooljaar kunnen leiden tot een aanpassing van de overgangsnormen. 8. Herkansingsregeling In een aantal afdelingen en jaarlagen bestaat een herkansingsregeling. Wanneer in de regelgeving gesproken wordt over herkansen geldt de hieronder staande regeling 8.1. De leerling kan in maximaal één vak een herkansing doen De overgnagvergadering betrekt uitdrukkelijk de resultaten voor werkhouding en gedrag bij het besluit tot herkansen Een herkansing kent een studielast van tenminste 40 en maximaal 60 uur De inhoud van een herkansing wordt voor iedere leerling afzonderlijk bepaald Voor de aanvang van de schoolvakantie ontvangt de leerling een duidelijk overzicht van de te bestuderen lesstof alsmede de bijbehorende lesboeken. De school kan bepalen dat de leerling de opgegeven leerstof op school moet bestuderen en verwerken. In dat geval wordt in de eerste twee weken van de zomervakantie studiebegeleiding aangeboden. In alle andere gevallen moet de leerling de opgegeven leerstof volledig zelfstandig bestuderen en verwerken Voorafgaand aan de eerste lesdag maakt de leerling de herkansingstoets Het resultaat van de herkansingstoets wordt vóór aanvang van de eerste lesdag kenbaar gemaakt aan de leerling Het rapportcijfer en/of het cijfer van het betreffende schoolexamen wordt vervangen door het behaalde cijfer voor de herkansingstoets. Op basis van de gewijzigde cijfers wordt conform de overgangsregels van de betreffende jaarlaag beoordeeld of de leerling voor bevordering in aanmerking komt. NB Om gebruik te kunnen maken van de herkansingsregeling moet door de ouder/verzorger van de leerlingen de herkansingsverklaring worden ondertekend. Door de ondertekening van de herkansingsverklaring verzoekt de ouder/verzorger om pas na het afleggen van de herkansingstoets(en) een uitspraak te doen over bevorderen of doubleren; er is derhalve sprake van een uitgestelde beoordeling van het overgangsrapport. Tot het moment waarop de beoordeling van het overgangsrapport heeft plaats gevonden is de leerling niet bevorderd tot het examenjaar. In de herkansingsverklaring zijn tevens alle afspraken m.b.t. de herkansing opgenomen. 9. Beroep door ouders/leerlingen a. Beroep tegen de beslissingen van de rapportvergadering is alleen mogelijk middels een schriftelijke reactie, binnen een periode van één week na het verschijnen van het rapport, gericht aan de directie van het Vellesan College ( Vellesan College, t.a.v. de rector, Briniostraat 16, 1971 HM IJmuiden). Binnen een periode van twee weken zal de rector schriftelijk uitspraak doen. b. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de directie, eventueel na overleg met de voor dat leerjaar verantwoordelijke afdelingsleider. 6

7 III. OVERGANGSNORMEN 1. voor klas 1 naar klas Bevordering vindt plaats als op het overgangsrapport ten hoogste twee tekortpunten voorkomen. 1.2 Als het aantal tekortpunten drie of vier bedraagt vindt er een bespreking plaats (zie art. II.1.6). 1.3 Als het aantal tekortpunten meer dan vier bedraagt: doubleren. 1.4 Voor de bevordering van sportklas 1 naar sportklas 2 gelden de volgende aanvullende regels: - de leerling heeft voldaan aan alle verplichte vaardigheden (P t/m Z) - de leerling heeft voldaan aan 12 van de 15 motorische vaardigheden (A t/m O) Zie de reader van de sportklas. 1.5 Onder een profielklas wordt verstaan de sportklas en de dansklas. Voor de bevordering van een leerling uit een niet-profielklas naar profielklas 2 gelden de volgende aanvullende regels: - de leerling heeft bij een test voor de profielklas een positief advies gekregen; - of de leerling krijgt een positief advies van de dans- of sportklascoördinator. Dit oordeel kan tot stand komen na een additionele test 1A. Leerlingen geplaatst op kader-/mavo-niveau 1A-1 Voor deze leerlingen wordt in eerste instantie alleen een mavo-rapportcijfer toegekend. 1A-2 Bij rapport 1 en/of rapport 2 kan de rapportvergadering besluiten tot een rapport op twee niveaus. Dit betekent dat de leerling ook op twee niveaus getoetst wordt. Dit besluit wordt genomen als een leerling vier of meer tekortpunten heeft. 1 A-3 Bij doubleren in de opstroomklas kader-/mavo is dit alleen mogelijk op kaderniveau. 1B. Leerlingen geplaatst op mavo-/havo-niveau 1B-1 Voor deze leerlingen wordt een combinatierapportcijfer mavo-havo toegekend. Geheel in lijn met de lesstofopbouw van de opstroomklas zal ook het accent van het rapportcijfer geleidelijk verschuiven van een mavo-havo cijfer naar een volledig havo cijfer. 1B-2 De leerling wordt bevorderd naar 2-havo indien: a. hij niet meer dan twee tekortpunten heeft, b. het gemiddelde cijfer van de vier vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen tenminste 6,5 bedraagt, c. het rekenkundig gemiddelde van alle vakken tenminste 7,0 bedraagt. 1B-3 De leerling komt voor bespreking in aanmerking voor bevordering naar 2-havo indien: a. hij niet meer dan twee tekortpunten heeft, b. er geen tekortpunten zijn voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen, c. het rekenkundig gemiddelde tenminste 6,5 bedraagt, c. de beoordeling voor werkhouding en gedrag tenminste voldoende is. 1B-4 De leerling wordt bevorderd naar 2-mavo indien hij niet meer dan drie tekortpunten heeft. 1B-5 Als het aantal tekortpunten vier of vijf bedraagt vindt er een bespreking plaats (zie art. II..1.6) voor een bevordering naar 2-mavo of doubleren op mavo. 7

8 1B-6 Bij doubleren in de opstroomklas mavo/havo is dit alleen mogelijk op mavo-niveau. 2. voor klas 2 vmbo BB naar klas 3 vmbo BB 2.1 Bevordering vindt plaats als op het overgangsrapport ten hoogste drie tekortpunten voorkomen. Met dien verstande dat er in het vakkenpakket van leerjaar 3 ten hoogste twee tekortpunten voorkomen. 2.2 Als het aantal tekortpunten vier bedraagt: bespreking (zie art. II.1.6). 2.3 Als het aantal tekortpunten vier bedraagt, waarbij er drie tekortpunten voorkomen in het vakkenpakket van leerjaar 3: doubleren. 3. voor klas 2 vmbo KB naar klas 3 vmbo KB 3.1 Bevordering vindt plaats als op het overgangsrapport ten hoogste drie tekortpunten voorkomen. Met dien verstande dat er in het vakkenpakket van leerjaar 3 ten hoogste één tekortpunt voorkomt. 3.2 Als het aantal tekortpunten twee of drie bedraagt, waarbij ten hoogste twee tekortpunten in het gekozen vakkenpakket van leerjaar 3, vindt bespreking plaats. 3.3 Als het aantal tekortpunten vier bedraagt waarbij ten hoogste één tekortpunt in het vakkenpakket van leerjaar 3: bespreking (zie art. II.1.6). 3.4 Als het aantal tekortpunten vier bedraagt, waarbij er twee tekortpunten in het vakkenpakket van leerjaar 3: doubleren. 4. voor klas 2 mavo naar klas 3 mavo 4.1 Bevordering vindt plaats als op het overgangsrapport ten hoogste twee tekortpunten voorkomen. Met dien verstande dat er in het vakkenpakket van leerjaar 3 ten hoogste één tekortpunt voorkomt 4.2 Als het aantal tekortpunten drie bedraagt waarbij ten hoogste twee tekortpunten in het vakkenpakket van leerjaar 3: bespreking (zie art. II.1.6). 4.3 Als het aantal tekortpunten vier bedraagt, waarbij er twee tekortpunten voorkomen in het vakkenpakket van leerjaar 3: doubleren. 8

9 5. voor klas 2 H/V naar klas 3 havo 5.1 Bevordering vindt plaats als op het overgangsrapport ten hoogste drie tekortpunten voorkomen. Met dien verstande dat er ten hoogste één tekortpunt in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde (de aangewezen vakken) voorkomt. 5.2 Als het aantal tekortpunten in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde twee bedraagt: doubleren of bespreking niveau verlaging. 5.3 Als het aantal tekortpunten vier bedraagt: bespreking (zie art II..1.6). 5.4 Als het aantal tekortpunten vier bedraagt, waarbij er twee tekortpunten voorkomen in de aangewezen vakken: doubleren. 5.5 Bij een gemiddelde lager dan 7 en ten hoogste één tekortpunt in de aangewezen vakken, vindt bevordering plaats naar 3 havo. 6. voor klas 2 H/V naar klas 3 vwo 6.1 Bevordering vindt plaats als op het overgangsrapport ten hoogste drie tekortpunten voorkomen. Voor bevordering naar 3 vwo moet het gemiddelde van de cijfers 7,5 of hoger zijn. Met dien verstande dat er ten hoogste één tekortpunt in de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en ten hoogste één tekortpunt voor Duits of Frans voorkomen (de aangewezen vakken). 6.2 Bij een gemiddelde van 7,5 en hoger vindt bevordering naar 3 vwo plaats. Bij een gemiddelde tussen 7,0 en 7,5 vindt bespreking plaats (zie art II.1.6). 6.3 Als het aantal tekortpunten in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde twee bedraagt: doubleren of bespreking niveau verlaging. 6.4 Als het aantal tekortpunten vier bedraagt: bespreking (zie art II.1.6). 6.5 Als het aantal tekortpunten vier bedraagt, waarbij er drie tekortpunten voorkomen in de aangewezen vakken: doubleren. 9

10 7. voor klas 3 vmbo BB naar 4 vmbo BB 7.1 De overgangsnormen zijn gebaseerd op de zak/slaagregeling voor het eindexamen. 7.2 Bevordering vindt plaats als: 1. Op het eindrapport ten hoogste één tekortpunt voorkomt in het examenpakket (het afdelingsprogramma telt mee voor twee vakken). Indien dit tekortpunt het vak Rekenen betreft mag daarnaast nog ten hoogste één tekortpunt in het gekozen pakket voorkomen niet zijnde het vak Nederlands. 2. Alle schoolexamens, praktische opdrachten en handelingsopdrachten van het derde leerjaar zijn afgesloten, rekening houdend met onderstaande criteria: (zie ook Programma van Toetsing en Afsluiting) a. CKV is afgesloten met tenminste de beoordeling Voldoende b. Maatschappijleer 1 is afgesloten met tenminste 5,5 c. Van de vakken wordt het gewogen gemiddelde van alle schoolexamens uit de derde klas berekend. De som van deze gemiddelden dient ten minste 35 punten te bedragen bij 6 examenvakken. Bij bovenstaande regeling wordt het resultaat van de rekentoets buiten beschouwing gelaten. 7.3 De leerling die maximaal twee tekortpunten heeft kan op voordracht van de docentenvergadering in aanmerking komen voor een herkansing indien: a. het gemiddelde van de vakken tenminste 5,5 bedraagt b. er niet meer dan één tekortpunt voorkomt bij de vakken Nederlands en Engels c. alle handelingsdelen zijn afgesloten met een voldoende d. de vakken LO en CKV tenminste beoordeeld zijn met een voldoende Als de docentenvergadering besluit tot een herkansing geldt de herkansingsregeling zoals opgenomen bij II In alle andere gevallen is de leerling niet bevorderd. Doubleren in leerjaar 3 vmbo 1. Een leerling die moet doubleren in het derde leerjaar vmbo dient het volledige programma opnieuw af te leggen. Behaalde resultaten komen dus te vervallen. 2. Als uitzondering op lid 1 geldt dat een leerling, die dezelfde leerweg doubleert, voor de grote praktische opdrachten, CKV en/of maatschappijleer 1 de keuze heeft uit de volgende mogelijkheden: - het cijfer maatschappijleer 1uit de vorige cursus laten staan indien dit tenminste een 6,5 bedraagt. - de praktische opdracht en/of CKV overdoen, met dien verstande de het reeds behaalde beoordeling komt te vervallen. - de tijd, niet aan CKV en/of maatschappijleer 1 besteed, wordt gebruikt voor extra werk voor de vakken die op het overgangsrapport onvoldoende waren. Hiertoe dient voor de leerling een studiebegeleidingsprogramma te worden opgesteld in overleg met de afdelingsleider. 3. Voor leerlingen van het derde leerjaar vmbo wordt door de docentenvergadering een advies afgegeven voor een te volgen leerweg/sector. Dit advies zal in een persoonlijk gesprek met de mentor worden besproken. 10

11 De overgang van 4 vmbo BB naar 4 vmbo KB Voor leerlingen die de overstap willen maken naar vmbo 4 KB na het behalen van een basisdiploma gelden de volgende regels: a. de leerling haalt voor de zomervakantie alle SE toetsen van de AVO-vakken van de derde klas in op kader niveau. De som van de gewogen gemiddelden voor deze toetsen bedraagt minimaal 30 punten. b. een leerling met 0 of 1 tekortpunt op het Centraal Examen én een cijfergemiddelde van 7,0 of hoger kan worden toegelaten tot de 4e klas kader met hetzelfde beroepsvak met inachtneming van de voorwaarde onder a. c. een leerling met 0 of 1 tekortpunt op het Centraal Examen én een cijfergemiddelde tussen 6,0 en 7,0 kan, na een besluit van de vergadering van docenten die lesgeven aan de leerling, worden toegelaten tot de 4e klas kader met hetzelfde beroepsvak met inachtneming van de voorwaarde onder a. 11

12 8. voor klas 3 vmbo KB naar klas 4 vmbo KB 8.1 De overgangsnormen zijn gebaseerd op de zak/slaagregeling voor het eindexamen. 8.2 Bevordering vindt plaats als: 1. Op het eindrapport ten hoogste één tekortpunt voorkomt in het examenpakket (het afdelingsprogramma telt mee voor twee vakken). Indien dit tekortpunt het vak Rekenen betreft mag daarnaast nog ten hoogste één tekortpunt in het gekozen pakket voorkomen niet zijnde het vak Nederlands. 2. Alle schoolexamens, praktische opdrachten en handelingsopdrachten van het derde leerjaar zijn afgesloten, rekening houdend met onderstaande criteria. (zie ook Programma van Toetsing en Afsluiting) a. CKV is afgesloten met tenminste de beoordeling Voldoende b. Maatschappijleer 1 is afgesloten met tenminste 5,5 c. Van de vakken wordt het gewogen gemiddelde van alle schoolexamens uit de derde klas berekend. De som van deze gemiddelden dient ten minste 35 punten te bedragen bij 6 examenvakken. Bij bovenstaande regeling wordt het resultaat van de rekentoets buiten beschouwing gelaten. 8.3 De leerling die maximaal twee tekortpunten heeft kan op voordracht van de docentenvergadering in aanmerking komen voor een herkansing indien: a. het gemiddelde van de vakken tenminste 5,5 bedraagt b. er niet meer dan een tekortpunt voorkomt bij de vakken Nederlands en Engels c. alle handelingsdelen zijn afgesloten met een voldoende d. de vakken LO en CKV tenminste beoordeeld zijn met een voldoende Als de docentenvergadering besluit tot een herkansing geldt de herkansingsregeling zoals opgenomen bij II In alle andere gevallen is de leerling niet bevorderd. Doubleren in leerjaar 3 vmbo 1. Een leerling die moet doubleren in het derde leerjaar vmbo dient het volledige programma opnieuw af te leggen. Behaalde resultaten komen dus te vervallen. 2. Als uitzondering op lid 1 geldt dat een leerling, die dezelfde leerweg doubleert, voor de grote praktische opdrachten, CKV en/of maatschappijleer 1 de keuze heeft uit de volgende mogelijkheden: - het cijfer maatschappijleer 1uit de vorige cursus laten staan indien dit tenminste een 6,5 bedraagt. - de praktische opdracht en/of CKV overdoen, met dien verstande de het reeds behaalde beoordeling komt te vervallen. - de tijd, niet aan CKV en/of maatschappijleer 1 besteed, wordt gebruikt voor extra werk voor de vakken die op het overgangsrapport onvoldoende waren. Hiertoe dient voor de leerling een studiebegeleidingsprogramma te worden opgesteld in overleg met de afdelingsleider. 3. Voor leerlingen van het derde leerjaar vmbo wordt door de docentenvergadering een advies afgegeven voor een te volgen leerweg/sector. Dit advies zal in een persoonlijk gesprek met de mentor worden besproken. 12

13 Vellesan 9. voor klas 3 mavo naar klas 4 mavo 9.1 De overgangsnormen zijn gebaseerd op de zak/slaagregeling voor het eindexamen. 9.2 Bevordering vindt plaats als: 1. Op het eindrapport ten hoogste één tekortpunt voorkomt in het gekozen examenpakket. Indien dit tekortpunt het vak Rekenen betreft mag daarnaast nog ten hoogste één tekortpunt in het gekozen pakket voorkomen niet zijnde het vak Nederlands. 2. Alle afsluitende toetsen, praktische opdrachten en handelingsopdrachten van het derde leerjaar zijn afgesloten, rekening houdend met onderstaande criteria. (zie ook Programma van Toetsing en Afsluiting) a. CKV is afgesloten met tenminste de beoordeling Voldoende. b. Maatschappijleer 1 is afgesloten met tenminste 5,5 c. Van de gekozen vakken wordt het gewogen gemiddeld van alle PTA toetsen uit de derde klas berekend. De som van deze gemiddelden dient ten minste 43,5 punten te bedragen bij 8 examenvakken (inclusief het vak Rekenen). 3. Voldaan is aan de handelingsopdracht van de maatschappelijke stage. 9.3 Voor het niet gekozen vak geldt dat op het overgangsrapport een cijfer vier of lager automatisch leidt tot bespreking. 9.4 De leerling die maximaal twee tekortpunten in het gekozen pakket heeft kan op voordracht van de docentenvergadering in aanmerking komen voor een herkansing indien: a. het gemiddelde van alle vakken tenminste 5,5 bedraagt, b. er niet meer dan een tekortpunt voorkomt bij de vakken Nederlands en Engels, c. alle handelingsdelen afgesloten zijn met een voldoende, d. aan de verplichting van de maatschappelijke stage is voldaan, e. de vakken LO en CKV tenminste zijn beoordeeld met een voldoende. Als de docentenvergadering besluit tot een herkansing geldt de herkansingsregeling zoals opgenomen bij II.8 Doubleren in leerjaar 3 mavo 1. Een leerling die moet doubleren in het derde leerjaar mavo dient het volledige programma opnieuw af te leggen. Behaalde resultaten komen dus te vervallen. 2. Als uitzondering op lid 1 geldt dat een leerling, die dezelfde leerweg doubleert, voor de grote praktische opdrachten, CKV en/of maatschappijleer 1 de keuze heeft uit de volgende mogelijkheden: - het cijfer maatschappijleer 1uit de vorige cursus laten staan indien dit tenminste een 6,5 bedraagt. - de praktische opdracht en/of CKV overdoen, met dien verstande de het reeds behaalde beoordeling komt te vervallen. - de tijd, niet aan CKV en/of maatschappijleer 1 besteed, wordt gebruikt voor extra werk voor de vakken die op het overgangsrapport onvoldoende waren. Hiertoe dient voor de leerling een studiebegeleidingsprogramma te worden opgesteld in overleg met de afdelingsleider. 3. Voor leerlingen van het derde leerjaar mavo wordt door de docentenvergadering een advies afgegeven voor een te volgen leerweg/sector. Dit advies zal in een persoonlijk gesprek met de mentor worden besproken. 13

14 De overgang van 4 mavo naar 4 havo Een gediplomeerde leerling die de overstap wil maken van 4 mavo naar 4 havo moet aan de onderstaande regels voldoen: 1. Het gemiddelde van de eindcijfers op de cijferlijst moet een 6,8 of hoger zijn om toegelaten te kunnen worden; 2. De kernvakken Nederlandse, Engels en wiskunde zijn afgesloten op de eindlijst met een 6,0 of hoger; 3. Er is een positief advies van de mentor; 4. De leerling is gemotiveerd en beschikt over de juiste studiehouding. Dit blijkt uit een intakegesprek; 5. De leerling heeft een aansluitingsprogramma gevolgd in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. 14

15 10. de overgang van klas 3 havo naar klas 4 havo 9.5 In alle andere gevallen is de leerling niet bevorderd De cijfers, waarover in het onderstaande gesproken wordt zijn de eindcijfers voor alle vakken die deel uitmaken van het bestaande vakkenpakket Algemene uitgangspunten: a. Een leerling welke op basis van het tweede rapport bevorderbaar was en op het derde rapport wordt afgewezen leidt automatisch tot een bespreking. b. Een leerling van 3 havo die gemiddeld 7,0 of hoger staat komt voor bespreking voor vwo in aanmerking. Bij een gemiddelde van 8,0 of hoger en de onderdelen werkhouding en gedrag tenminste de beoordeling voldoende hebben volgt (indien gewenst) plaatsing in 4 vwo. c. Een leerling van 3 havo kan alleen naar 4 mavo worden bevorderd op advies van de docentenvergadering De leerling wordt bevorderd naar 4 havo indien: a. hij niet meer dan twee tekortpunten heeft in het gekozen pakket, met dien verstande dat er maximaal één tekortpunt is voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde, b. bij drie tekortpunten het rekenkundig gemiddelde van alle vakken 6,0 bedraagt, met dien verstande dat er ten hoogste twee tekortpunten in het gekozen vakkenpakket voorkomen waarvan maximaal een tekortpunt is voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde Als het aantal tekortpunten vier bedraagt vindt bespreking plaats (zie art II.1.6)., met dien verstande dat er ten hoogste twee tekortpunten in het gekozen vakkenpakket waarvan maximaal een tekortpunt voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde voorkomen, en het gemiddelde van alle cijfers tenminste 6,0 bedraagt In alle andere gevallen wordt de leerling niet bevorderd. 11. De overgang van klas 3 vwo naar klas 4 vwo 11.1 De cijfers, waarover in het onderstaande gesproken wordt zijn de eindcijfers voor alle vakken die deel uitmaken van het bestaande vakkenpakket Algemene uitgangspunten: a. Een leerling welke op basis van het tweede rapport bevorderbaar was en op het derde rapport wordt afgewezen leidt automatisch tot een bespreking. b. Een leerling van 3 vwo kan alleen naar 4 havo worden bevorderd op advies van de docentenvergadering. De onderdelen werkhouding en gedrag dienen tenminste de beoordeling voldoende te hebben De leerling wordt bevorderd naar 4 vwo indien: a. hij niet meer dan twee tekortpunten heeft in het gekozen pakket, met dien verstande dat er maximaal een tekortpunt is voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde, b. bij drie tekortpunten het rekenkundig gemiddelde van alle vakken 6,0 bedraagt, met dien verstande dat er ten hoogste twee tekortpunten in het gekozen vakkenpakket voorkomen waarvan maximaal een tekortpunt is voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde Als het aantal tekortpunten vier bedraagt vindt bespreking plaats (zie art II.1.6)., met dien verstande dat er ten hoogste twee tekortpunten in het gekozen vakkenpakket waarvan maximaal een tekortpunt voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde voorkomen, en het gemiddelde van alle cijfers tenminste 6,0 bedraagt In alle andere gevallen is de leerling niet bevorderd. 15

16 12. De overgang van klas 4 havo naar klas 5 havo 12.1 De cijfers, waarover in het onderstaande gesproken wordt zijn de eindcijfers voor alle vakken die deel uitmaken van het vakkenpakket De leerling wordt bevorderd naar 5 havo indien: 1. Hij niet meer dan één tekortpunt heeft in het gekozen examenpakket waarbij: a. het gemiddelde van alle vakken tenminste 6,0 bedraagt, b. alle handelingsdelen afgesloten zijn met een voldoende, c. aan de verplichting van de maatschappelijke stage is voldaan, d. de vakken LO en CKV moet tenminste zijn beoordeeld met een voldoende. 2. Hij niet meer dan twee tekortpunten heeft in het gekozen examenpakket waarbij: a. het gemiddelde van alle vakken tenminste 6,0 bedraagt, b. er niet meer dan één tekortpunt voorkomt bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde, c. alle handelingsdelen afgesloten zijn met een voldoende, d. aan de verplichting van de maatschappelijke stage is voldaan, e. de vakken LO en CKV tenminste zijn beoordeeld met een voldoende De leerling die maximaal drie tekortpunten in het gekozen pakket heeft kan op voordracht van de docentenvergadering in aanmerking komen voor een herkansing indien: a. het gemiddelde van alle vakken tenminste 5,5 bedraagt, b. er niet meer dan twee tekortpunten voorkomen bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde, c. alle handelingsdelen afgesloten zijn met een voldoende, d. aan de verplichting van de maatschappelijke stage is voldaan, e. de vakken LO en CKV tenminste zijn beoordeeld met een voldoende. Als de docentenvergadering besluit tot een herkansing geldt de herkansingsregeling zoals opgenomen bij II.8 16

17 13. De overgang van klas 4 vwo naar klas 5 vwo 12.4 In alle andere gevallen is de leerling niet bevorderd De cijfers, waarover in het onderstaande gesproken wordt zijn de eindcijfers voor alle vakken die deel uitmaken van het vakkenpakket De leerling wordt bevorderd naar 5 vwo indien: 1. Hij niet meer dan één tekortpunt heeft in het gekozen examenpakket waarbij: a. het gemiddelde van alle vakken tenminste 6,0 bedraagt, b. alle handelingsdelen afgesloten zijn met een voldoende, c. aan de verplichting van de maatschappelijke stage is voldaan, d. de vakken LO en CKV tenminste zijn beoordeeld met een voldoende. 2. Hij niet meer dan twee tekortpunten heeft in het gekozen examenpakket waarbij: a. het gemiddelde van alle vakken tenminste 6,0 bedraagt, b. er niet meer dan één tekortpunt voorkomt bij de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde, c. alle handelingsdelen afgesloten zijn met een voldoende, d. aan de verplichting van de maatschappelijke stage is voldaan, e. de vakken LO en CKV tenminste zijn beoordeeld met een voldoende Hij niet meer dan drie tekortpunten heeft in het gekozen examenpakket waarbij: a. het gemiddelde van alle vakken tenminste 6,0 bedraagt, b. er niet meer dan één tekortpunt voorkomt bij de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde, c. alle handelingsdelen afgesloten zijn met een voldoende, d. aan de verplichting van de maatschappelijke stage is voldaan, e. de vakken LO en CKV tenminste zijn beoordeeld met een voldoende. Vindt bespreking plaats (zie art. II.1.6) In alle andere gevallen is de leerling niet bevorderd. 17

18 14. De overgang van klas 5 vwo naar klas 6 vwo 14.1 De cijfers, waarover in het onderstaande gesproken wordt zijn de eindcijfers voor alle vakken die deel uitmaken van het vakkenpakket. Daarnaast geldt dat de eindcijfers van vakken die in 4 vwo zijn afgesloten voor het schoolexamen meetellen als rapportcijfer De leerling wordt bevorderd naar 6 vwo indien: 1. Hij niet meer dan één tekortpunt heeft in het gekozen examenpakket waarbij: a. het gemiddelde van alle vakken tenminste 6,0 bedraagt, b. alle handelingsdelen afgesloten zijn met een voldoende, c. aan de verplichting van de maatschappelijke stage is voldaan, d. de vakken LO en CKV tenminste zijn beoordeeld met een voldoende. 2. Hij niet meer dan twee tekortpunten heeft in het gekozen examenpakket waarbij: a. het gemiddelde van alle vakken tenminste 6,0 bedraagt, b. er niet meer dan één tekortpunt voorkomt bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde, c. alle handelingsdelen afgesloten zijn met een voldoende, d. aan de verplichting van de maatschappelijke stage is voldaan, e. de vakken LO en CKV tenminste zijn beoordeeld met een voldoende. 3. De leerling die maximaal drie tekortpunten in het gekozen pakket heeft kan op voordracht van de docentenvergadering in aanmerking komen voor een herkansing indien: a. het gemiddelde van alle vakken tenminste 5,5 bedraagt, b. er niet meer dan twee tekortpunten voorkomen bij de vakken Nederlands, Engels, en wiskunde, c. alle handelingsdelen afgesloten zijn met een voldoende, d. aan de verplichting van de maatschappelijke stage is voldaan, e. de vakken LO en CKV tenminste zijn beoordeeld met een voldoende. Als de docentenvergadering besluit tot een herkansing geldt de herkansingsregeling zoals opgenomen bij II In alle andere gevallen is de leerling niet bevorderd. 18