Bachelorstage Sociologie

Transcriptie

1 CURSUSHANDLEIDING Bachelorstage Sociologie Cursus coördinator Drs. Joram Pach Afdeling Sociologie Sjoerd Groenmangebouw, kamer C2.02 Padualaan 14, 3584 CH, Utrecht tel: Niveau: Bachelor 3 Periode: 1 / 2 / 3 / 4 (De stage kan op elk moment beginnen) Time slot: n.v.t. Studiepunten: 7,5

2 INHOUDSOPGAVE CURSUSBESCHRIJVING... 3 Terminologie... 3 Wat is een stage en wat heb je eraan?... 3 Plaats in het curriculum... 3 Leerdoelen... 4 Inhoud... 5 DE BACHELORSTAGE CHRONOLOGISCH... 7 Het vinden van een stageplaats... 7 Begeleiding... 7 Stageplan en Stageovereenkomst... 7 Stageverslag... 8 Reflectie... 8 Toetsing en verslag... 8 BIJLAGE 1: MODEL STAGEPLAN BIJLAGE 2: MODEL STAGEOVEREENKOMST... 13

3 CURSUSBESCHRIJVING Terminologie de stagiair: jij, als student, die voor een bepaalde periode onbezoldigd stageloopt binnen een organisatie of bedrijf in kader van je studie. de stagecoördinator: de eindverantwoordelijke van het opleidingsonderdeel stage binnen de opleiding. Als docent volgt hij/zij de stage van de stagiair op, staat in voor informatie en bespreking (bij eventuele problemen), de goedkeuring van de stageplaats en opdracht, dossierbewaking en de eindquotering. de stage-organisatie: het bedrijf, instituut of organisatie waarin de stagair zijn of haar (onderzoeks)taken vervult. de stagebegeleider (m/v): de werknemer die jouw stage in het bedrijf of de organisatie van dichtbij volgt en je begeleid bij je werkzaamheden. Deze persoon zal uiteindelijk de stage beoordelen met een cijfer. Wat is een stage en wat heb je eraan? Een stage is een vorm van praktijkleren waarbij je leert de reeds opgedane kennis, vaardigheden en inzichten uit je opleiding toe te passen in een echte situatie. Voor een bepaalde periode ga je aan de slag bij een bedrijf of organisatie en verricht je er werkzaamheden die inhoudelijk aansluiten bij deze opgedane kennis, vaardigheden en inzichten. Je leert, met andere woorden, de theorieën, inzichten en concepten uit je opleiding te combineren met, en toe te passen op een concreet (beleids)vraagstuk. Hierdoor vindt niet alleen een verdieping van je kennis plaats, maar krijg je ook een beter beeld hoe je die kennis kan toepassen in een werkveld. Bovendien lever je met je werkzaamheden een bijdrage aan de stage biedende organisatie zodat een win-win situatie ontstaat. Tijdens de stageperiode kan het zijn dat je merkt dat je misschien op bepaalde vlakken nog tekortschiet. De stage is het ideale moment om te reflecteren op vragen over wat je al wel en niet kan, wat je ambities zijn voor de toekomst en hoe je functioneert als persoon en als (beginnend) professional. Ze geeft de mogelijkheid om na te gaan in welke sector je later wil werken (of juist niet) en wat er nog voor nodig is om daarvoor de beste startkwalificaties te verkrijgen. Plaats in het curriculum Het is het beste om een stage te beginnen als de rest van het bachelorprogramma grotendeels is voltooid. Aan de volgende ingangseisen moet zijn voldaan (er dienen tenminste 9 van de 10 MV cursussen te zijn afgerond): Of aan de cursussen: MV: Inleiding Sociologie ( ), MV: Models of social interaction ( ), MV: Practicum data-analyse ( ), MV: M&T-1: Onderzoeksmethoden ( ), MV/PM: LO Sociale Stratificatie ( ), MV/PM: Sociale sturing van Nederland 3

4 ( ), MV/PM: Leeronderzoek oriëntatiefase ( ), MV/S: Sociale problemen ( ), MV: M&T-2: Statistiek en SPSS ( ), MV: Beleid en evaluatieonderzoek ( ) Of aan de cursussen: MV: Inleiding Sociologie ( ), MV: Models of social interaction ( ), MV: Practicum data-analyse ( ), MV/PM: LO Sociale Stratificatie ( ), MV/PM: Sociale sturing van Nederland ( ), MV/PM: Leeronderzoek oriëntatiefase ( ), MV/S: Sociale problemen ( ), MV: Beleid en evaluatieonderzoek ( ), MV: Methoden, technieken en statistiek 1 ( ), MV: Methoden, technieken en statistiek 2 ( ) Nb. Veronderstelde voorkennis: je bent in staat een probleem te analyseren, de hierbij behorende theorie op te zoeken en te ordenen, de benodigde data te verzamelen en te analyseren, en beleidsaanbevelingen te formuleren voor dit probleem. Leerdoelen Voorafgaand aan de stage dient het eerste contact plaats te vinden met de stagecoördinator om te bepalen waar je interesses liggen en hoe je tot een stageplaats kunt komen. Zoals in de inleiding werd aangegeven geeft een stage inzicht in een werkveld waarin je mogelijk terechtkomt na afronding van de opleiding sociologie en stelt deze je in staat te reflecteren op je vaardigheden en ambities voor de toekomst. Om de stage succesvol af te ronden het meeste uit de stage te halen zijn een aantal algemene leerdoelen opgesteld. Hoewel het belangrijk is deze algemene leerdoelen in het oog te houden, vragen we je nadrukkelijk om ook zelf leerdoelen op te stellen die direct van toepassing zijn op wat jij wilt leren. Uiteraard hoef je dat niet helemaal zelf te doen, de leerdoelen formuleer je naar aanleiding van gesprekken met je stagebegeleider, de stagecoördinator en idealiter ook met je nabije omgeving (ouders/verzorgers, vrienden, medestudenten). Alle leerdoelen noteer je voorzien van toelichting in je stageplan. Algemene leerdoelen De leerdoelen die onder het algemene deel staan vermeld zijn leerdoelen die voor elke stage van toepassing zijn. Het is goed om deze leerdoelen voor te leggen aan de stagebegeleid(st)er en hem/haar te vragen gedurende het stageproces te monitoren of hier een ontwikkeling plaatsvindt. Het gaat om de volgende leerdoelen: 1. Het toepassen van verworven sociologische kennis in de praktijk. 2. Het verwerven en verbeteren van mondelinge en schriftelijke vaardigheden. 3. Het werken onder tijdsdruk, in een hiërarchisch verband, samen met anderen met als doel dat niet alleen jij maar ook de organisatie hier beter van wordt. 4. Het kritisch beoordelen van het functioneren van jezelf, van je tijdelijke collega's en van de stageverlenende instelling in de praktijk. 4

5 5. Het opbouwen van een professioneel netwerk, zowel binnen als buiten de stageinstelling, dat bij verder onderzoek of in de verdere loopbaan na het afstuderen behulpzaam kan zijn. Specifieke leerdoelen Er zullen leerdoelen zijn die specifiek van toepassing zijn voor jou als persoon en als professional-in-opleiding. Tip1: Zorg ervoor dat de specifieke leerdoelen concreet zijn zodat alle partijen weten wanneer de leerdoelen behaald zijn, en dat alle partijen duidelijk weten hoe deze specifieke leerdoelen behaald kunnen worden (condities voor succes). Tip 2: Bij het ontwikkelen van de specifieke leerdoelen kunnen de volgende twee typen vaardigheden inspiratie bieden (let op: sommige punten liggen dicht bij de algemene leerdoelen): 1. Cognitieve vaardigheden (verzamelen van kennis, inzicht krijgen, toepassing van kennis, analyseren, evalueren, creëren van kennis); 2. Interactieve vaardigheden (verbale communicatie als schrijven, presenteren, leidinggeven, andere sociale vaardigheden als overleggen en taken verdelen) Inhoud In de bacheloropleiding Sociologie is de stage een major gebonden keuzevak. Belangstellende studenten dienen zelf het initiatief te nemen voor het leggen van contacten en het maken van afspraken met stageverlenende instellingen (de opleidingen zelf geven geen garantie voor beschikbaarheid van stageplekken). De stage heeft tot doel op academisch niveau inzicht te verwerven in en ervaring op te doen met de praktijk van sociologische werkzaamheden en versterkt de professionele vaardigheden van een socioloog. Tijdens de stage verricht je werkzaamheden die relevant zijn voor je studie, op academisch niveau. Je voert deze werkzaamheden zelfstandig uit en je draagt voor bepaalde taken de verantwoordelijkheid. Hierdoor krijg je de mogelijkheid vaardigheden te verwerven, en bovendien krijg je de gelegenheid je eigen functioneren verder te ontwikkelen. Het is de bedoeling dat je stage aansluit bij de verdere loopbaan die je zelf voor ogen hebt. In de stage werk je als student in opdracht van derden, meestal buiten de universiteit, soms tegen een stagevergoeding. Een stage biedt een goede mogelijkheid om je op de arbeidsmarkt te oriënteren en relevante contacten op te doen. Ook kan een stage helpen bij het bepalen van de keuze van een Masteropleiding. Het is het beste om een stage te beginnen als de rest van het bachelorprogramma grotendeels is voltooid. Circa twee maanden voorafgaand aan de stage dient het eerste gesprek plaats te vinden met de stagecoördinator om te bepalen waar je interesses liggen en hoe je tot een stageplaats kunt komen. In principe kun je via je persoonlijke netwerk, via de opleiding, of via open sollicitaties aan een stageplaats komen. Een stage kan ook in het buitenland gevolgd worden, hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als voor een binnenlandse stage. 5

6 De stage kan in blok 1, 2, 3 of 4 worden gedaan en duurt in principe 10 weken (20 uur per week). Daarnaast volg je dus een ander vak. Individueel kan hiervan worden afgeweken indien de stageverlenende instelling een langere looptijd of meer dan 20 uur per week als voorwaarde stelt en dit past binnen de individuele studievoortgangsplanning. Voor de stage zal ook in dat geval 7,5 ECTS toegekend worden. Een stage kan ook in het buitenland gevolgd worden, hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als voor een binnenlandse stage. Daarnaast kenmerkt een goede praktijkstage zich door: Relevantie: een stage moet je in de gelegenheid stellen om werkzaamheden te verrichten die relevant zijn voor je studie en die je in de gelegenheid stellen op academisch niveau inzichten te verwerven en ervaringen op te doen in de praktijk. Veel bedrijven, stichtingen en overheidsorganisaties lenen zich hiervoor, evenals een veelheid aan werkzaamheden. De stage moet wel in het verlengde liggen van de opleiding sociologie en de door jou gekozen keuzevakken. De stage moet aansluiten bij de onderwerpen die je interesse hebben en de vakken die je gekozen hebt. De stage moet zich concentreren op het methodisch toepassen van kennis, vaardigheden en inzicht in de praktijk, gebruikmakend van theoretische kaders en modellen. Wat heb je tot nu toe geleerd in je opleiding? In hoeverre kun je het geleerde in praktijk brengen op je mogelijke stageadres? Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid: Bij een stage moet je een aantal werkzaamheden zelfstandig uit kunnen oefenen en draag je de verantwoordelijkheid voor bepaalde taken. Je werkt in principe in opdracht en je opdrachtgever stelt andere eisen dan een docent op de universiteit. Mogelijkheid om vaardigheden te verwerven: Een goede stage biedt je hiervoor de mogelijkheid. Sommige vaardigheden zullen in je studie minder aan bod komen. Je moet zelf bepalen welke vaardigheden je aan zou willen leren, en welke stageplaats daarbij het beste past. Reflectie: Een goede stage biedt je de gelegenheid om je eigen functioneren, dat van collega's en de stageorganisatie te bestuderen en hierop te reflecteren. Om de bachelorstage helemaal af te ronden dien je ervoor te zorgen dat de volgende vier documenten zijn overhandigd aan-, en als voldoende zijn afgetekend door de stagecoördinator (zie hoofdstuk de bachelorstage chronologisch voor detailinformatie): 1. Stageplan; 2. Stageovereenkomst; 3. Stageverslag; 4. Reflectie. 6

7 DE BACHELORSTAGE CHRONOLOGISCH Het vinden van een stageplaats In principe moet je zelf op zoek gaan naar een stageplek. Een stageplaats kun je op drie manieren vinden: via je persoonlijk netwerk, middels een gerichte sollicitatie op een aangeboden stage, of via open sollicitaties. 1. Je persoonlijke netwerk: denk aan organisaties waar ouders, buren en andere kennissen en familie werken. Ook medestudenten die ergens stage hebben gelopen kunnen een ingang zijn voor een interessante stageplaats. 2. Schrijven op aangeboden stageplaats: soms wordt de stagecoördinator benaderd door organisaties die op zoek zijn naar een stagiair. Dergelijke plaatsen worden bekend gemaakt op Blackboard. Er zijn ook diverse stagebanken online waar je kunt zoeken naar aangeboden stageplaatsen, bijvoorbeeld Open sollicitaties: Je kunt zelf sollicitatiebrieven schrijven naar organisaties waar je graag stage zou willen lopen. Soms hebben organisaties op hun website een contactpersoon staan voor het aannemen van stagiairs. Houd er rekening mee dat deze weg veel voorbereiding vraagt. Je moet goed uitzoeken om wat voor soort organisatie het gaat (gebruik hiervoor jaarverslagen, internet). Wees helder over het type werkzaamheden dat je zou willen uitvoeren. Begeleiding Het zwaartepunt van de begeleiding ligt op het stageadres. De coördinator van de opleiding aan de Universiteit Utrecht is verantwoordelijk voor de stage als onderdeel van het studieprogramma. In de praktijk betekent dit dat er drie keer contact is tussen coördinator van de opleiding en student: 1. Voor aanvang van de stage om te overleggen over de leerdoelen en de invulling van de stage. 2. Halverwege om de voortgang te bespreken (kan eventueel telefonisch). 3. Aan het einde voor het bespreken van het stageverslag. De overige begeleiding vindt plaats op het stageadres door de daar aanwezige stagebegeleider. Stageplan en stageovereenkomst Heb je een stageplaats gevonden, dan maak je een stageplan (bijlage 1) en zorg je ervoor dat de stageovereenkomst wordt getekend (bijlage 2). Het stageplan wordt voorafgaand aan de stage in overleg met zowel de stagebegeleider als de stagecoördinator opgesteld door de student. In het stageplan geef je een korte omschrijving van 7

8 de stage-organisatie, je werkzaamheden bij de organisatie, de relevantie van de stage voor je studie, je leerdoelen, en een tijdsplanning. Dit stageplan moet geaccordeerd worden door je stagebegeleider en je stagecoördinator van de universiteit. Een stageovereenkomst vormt de formele basis van de stage. Door de stageovereenkomst te ondertekenen geven de betrokken partijen te kennen dat zij op de hoogte zijn- en akkoord gaan met de stagevereisten, en dat zij zich committeren aan een succesvol verloop en voltooiing van de stage. De stageovereenkomst moet voorafgaand aan de eerste werkdag worden ondertekend door de student, stagebegeleid(st)er en eventueel de stagecoördinator. In bijlage 2 is een standaardmodel voor een stageovereenkomst bijgevoerd. Vaak hebben stage-organisaties zelf een model voor stageovereenkomsten, maar mocht dat niet het geval zijn dan is de versie in de bijlage te gebruiken. Stageverslag Bij afronding van de stage moet het stageverslag worden geschreven. Een stageverslag vormt een inhoudelijk en zo compleet mogelijk verslag van de door jou uitgevoerde werkzaamheden. In het stageverslag moet worden aangegeven bij welke organisatie stage is gelopen, wat de functie binnen deze organisatie was, welke werkzaamheden er tijdens de stage zijn uitgevoerd en wat de relatie tussen deze werkzaamheden en de opleiding is. Een stageverslag heeft bij voorkeur de vorm van een onderzoeksrapport waarin je tracht een concreet advies uit te brengen aan de stage-organisatie. Het stageverslag heeft in principe een omvang van tenminste 1000 en ten hoogste 5000 woorden (exclusief eventuele bijlagen). Reflectie Tot slot schrijf je een korte reflectie (max. 3 A-4) waarin je terugblikt op de stageperiode, de opgedane ervaringen en de vraag in hoeverre je de in het stageplan geformuleerde leerdoelen heeft behaald. Het verschil met het stageverslag, is dat de reflectie de nadruk legt op een evaluatie van de persoonlijke ontwikkeling die tijdens de stage plaatsvond. De reflectie vormt tezamen met het stageverslag de basis voor zowel de eindbeoordeling door de stagebegeleider, als het eindgesprek met de stagecoördinator. Toetsing en beoordeling Om in aanmerking te komen voor een beoordeling moet je ervoor zorgen dat alle vier de gevraagde documenten zijn ingeleverd bij de stagecoördinator (in ieder geval digitaal). Het stageverslag en de reflectie dienen binnen 2 werkweken na afloop van de stage bij de stagebegeleider en bij de stagecoördinator te worden ingeleverd. 8

9 Het stageverslag en de reflectie vormen een onderdeel van de eindbeoordeling. De eindbeoordeling wordt gegeven door de stagebegeleider en is gebaseerd op A) de door de stagiaire uitgevoerde werkzaamheden en B) de mate waarin de door de student opgestelde leerdoelen zijn bereikt. Het stageverslag en de reflectie vormen daarbij essentiële handvatten. Uiteindelijk legt de stagebegeleider een cijfer voor aan de stagecoördinator van de universiteit. Als de stagecoördinator het hiermee eens is wordt dit het eindcijfer voor de stage. De stagecoördinator zal het eindcijfer invoeren in Osiris, maar zal dat pas doen wanneer alle vier de vereiste documenten gearchiveerd zijn. 9

10 BIJLAGE 1: MODEL STAGEPLAN STAGEPLAN Student Studentnummer: Naam: Adres: Telefoon: Postcode & Woonplaats: Stage-organisatie Naam: Adres: Telefoon: Postcode & woonplaats: Stagebegeleider (Stage-organisatie) Naam: Functie: Telefoon: Stagecoördinator (Universiteit Utrecht) Naam: Capaciteitsgroep: Telefoon: Stageperiode Van: tot:.. Uren per week :.. 10

11 Inhoudelijk Omschrijving van de stageorganisatie Omschrijving van de werkzaamheden van de stagiair Omschrijving van de relevantie van de stage voor je studie Leerdoelen (uit de studiegids, aan te vullen met persoonlijke leerdoelen) Inhoud en fasering van de te verrichten werkzaamheden Periode Activiteit Product 11

12 Afspraken over begeleiding met stagebegeleider: Afspraken over begeleiding met stagecoördinator staan vermeld in de curushandleiding onder de kop begeleiding. Aldus overeengekomen en opgemaakt te..... op en ondertekend door.. Stagecoördinator Stagebegeleider Stagiair/student onderzoeker 12

13 BIJLAGE 2: MODEL STAGEOVEREENKOMST Persoonlijke informatie student Naam Studentnummer Opleiding Adres Postcode en plaats adres Telefoonnummer Informatie Nederlandse onderwijsinstelling Naam onderwijsinstelling Faculteit Adres Postcode en plaats Naam onderwijsbegeleider Telefoon Informatie stagebiedende organisatie Naam organisatie Stageadres voor de studentstagiair Telefoon Naam stagebegeleider Telefoon 13

14 Stageovereenkomst Artikel 1: Leerdoelen en taken tijdens stage Het doel van deze stage is om de student ervaring te laten opdoen met de praktische toepassing van theoretische kennis die hij of zij reeds heeft verworven en het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden. De stagebiedende organisatie en de onderwijsinstelling zorgen ervoor dat de studentstagiair taken en verantwoordelijkheden krijgt opgedragen overeenkomstig het competentieniveau van de student en de onderwijsdoelstellingen voor de stageperiode. Deze overeenkomst is derhalve geen arbeidsovereenkomst. Onderwijsdoelstellingen: vaardigheden en kennis om te verwerven, gedefinieerd door de onderwijsbegeleider. Taken van de studentstagiair: verantwoordelijkheden om deze doelstellingen te bereiken, gedefinieerd door de stagebegeleider in overleg met de onderwijsbegeleider. Artikel 2: Begeleiding en evaluatie De onderwijsinstelling (of de onderwijseenheid c.q. Faculteit) zal een onderwijsbegeleider aanwijzen die verantwoordelijk is voor de stage en de stagebiedende organisatie zal een stagebegeleider benoemen. Indien er problemen ontstaan zal de stagebegeleider contact opnemen met de onderwijsbegeleider. Aan het eind van de stage heeft de onderwijsinstelling een rapportage nodig van de studentstagiair, waarvan de vereisten beschikbaar zijn voor de student voordat de stage begint. De stagebiedende organisatie zal een exemplaar van deze rapportage aangeboden krijgen. De stagebiedende organisatie zal de studentstagiair een evaluatie van zijn of haar stage aanbieden, evenals een schriftelijke bevestiging dat het werkprogramma is uitgevoerd en afgerond. Artikel 3: Stageafspraken Het aantal voorziene ECTS-studiepunten voor de stage bedraagt: De stage zal plaatsvinden met uitzondering van de dag(del)en dat de staf van de stagebiedende organisatie niet werkt: van tot Het dagelijks werkschema van de stagebiedende organisatie is van toepassing op de student. Het minimale aantal uren per week van de stage zal zijn: De studentstagiair zal niet aanwezig zijn bij de stagebiedende organisatie op: De studentstagiair neemt alle regelingen van de stagebiedende organisatie in acht. De onkostenvergoeding voor de studentstagiair bedraagt per maand 14

15 De reiskostenvergoeding voor de studentstagiair bedraagt: De studentstagiair ontvangt naast de vergoeding voor de gemaakte kosten een/ geen 1[*] stagevergoeding. Deze stagevergoeding voor de studentstagiair bedraagt: per dag/ maand/ week*. NB De stagebiedende organisatie moet in dat geval loonheffingen inhouden; voor de studentstagiair is de stagevergoeding fiscaal belast inkomen. De stagebiedende organisatie verschaft de studentstagiair de noodzakelijke faciliteiten om zijn/haar taken uit te voeren en doelstellingen te bereiken. De studentstagiair is verplicht geheimhouding te betrachten ten aanzien van zijn of haar activiteiten tijdens de stage bij de stagebiedende organisatie indien deze daarom verzoekt. De auteursrechten met betrekking tot de bereikte resultaten berusten bij de studentstagiair, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald. De octrooirechten met betrekking tot de bereikte resultaten berusten conform art. 12 lid 2 van de Rijksoctrooiwet bij de stagebiedende organisatie, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald. Zowel de studentstagiair als de Nederlandse onderwijsinstelling mogen de resultaten gebruiken voor interne doeleinden zonder raadpleging van de stagebiedende organisatie. De schriftelijke rapportage zal aan de stagebegeleider worden aangeboden voordat deze wordt overhandigd aan de onderwijsbegeleider. Artikel 4: Sociale bescherming / Verzekering De stagebiedende organisatie zal de studentstagiair beschermen tegen elke vorm van intimidatie of discriminatie op de werkplek. Het beginsel van gelijke rechten zal altijd voorrang hebben. Conform Nederlands recht (art. 7:658 lid 4 Burgerlijk Wetboek) is de stagebiedende organisatie aansprakelijk voor letsel of schade, welke de studentstagiair mocht lijden tijdens de stage. De wettelijke aansprakelijkheid van de studentstagiair jegens de stagebiedende organisatie is meeverzekerd onder de aansprakelijkheidsverzekering van de Universiteit Utrecht tot een bedrag van maximaal 1 miljoen euro per gebeurtenis. Student-stagiairs zijn niet meeverzekerd in Canada en de Verenigde Staten van Amerika. Stage activiteiten op het gebied van co-assistentie, studie geneeskunde en in ziekenhuizen zijn ook niet meeverzekerd. Artikel 5: Geschillen De studentstagiair zal de stagebegeleider van de stagebiedende organisatie als eerste benaderen ingeval van een geschil. Indien het geschil niet minnelijk kan worden opgelost tussen de stagebegeleider en de studentstagiair zal het worden voorgelegd aan de onderwijsbegeleider teneinde te trachten een voor alle partijen aanvaardbare oplossing te vinden. 1[*] Doorhalen wat niet van toepassing is 15

16 Artikel 6: Einde en beëindiging van de stage 1. De stage eindigt: a Na de periode als bedoeld in artikel 3. b Wanneer de studentstagiair zijn studie aan de Nederlandse onderwijsinstelling beëindigt. c Wanneer alle partijen instemmen met beëindiging van de stage. d Wanneer de studentstagiair overlijdt. e Bij faillissement, surseance of ontbinding van de stagebiedende organisatie. 2. De stagebiedende organisatie kan deze overeenkomst beëindigen, gehoord de studentstagiair en de onderwijsbegeleider: a Wanneer de stagebegeleider vaststelt dat de studentstagiair de regelingen van de stagebiedende organisatie of de aanwijzingen van de stagebegeleider niet opvolgt. b Wanneer de studentstagiair de afspraken met betrekking tot geheimhouding als bedoeld in artikel 3, niet naleeft. c Wanneer de studentstagiair zich zodanig gedraagt dat van de stagebiedende organisatie redelijkerwijs niet kan worden gevraagd dit te accepteren. De stagebegeleider stelt de onderwijsbegeleider op de hoogte van elke beëindiging van de stage. 3. De onderwijsinstelling kan deze overeenkomst beëindigen, gehoord de onderwijsbegeleider, de studentstagiair en de stagebegeleider, wanneer de onderwijsinstelling vaststelt dat de stage niet voldoet aan de onderwijsdoelstellingen en/of de taken neergelegd in deze overeenkomst, dan wel van de studentstagiair redelijkerwijs niet kan worden gevraagd de stage voort te zetten. De onderwijsbegeleider stelt de stagebegeleider op de hoogte van elke beëindiging van de stage. Artikel 7: Algemene bepalingen 1. Afwijking van de artikelen van deze overeenkomst is slechts mogelijk bij nadere schriftelijke overeenkomst tussen de onderwijsbegeleider, de studentstagiair en de stagebegeleider. 2. Deze overeenkomst wordt beheerst door Nederlands recht. Ondertekening De ondergetekenden bevestigen de juistheid van alle bepalingen in deze overeenkomst en gaan akkoord met alle uitgangspunten en artikelen er in. Naam onderwijsinstelling en naam vertegenwoordiger: Datum en handtekening: Naam stagebiedende organisatie en naam vertegenwoordiger: Datum en handtekening: Naam studentstagiair: Datum en handtekening: 16