Uit de buurt. Een onderzoek naar uitval bij de Buurtserviceteams. Diana van Dijk & Frans Moors

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uit de buurt. Een onderzoek naar uitval bij de Buurtserviceteams. Diana van Dijk & Frans Moors"

Transcriptie

1 Uit de buurt Een onderzoek naar uitval bij de Buurtserviceteams Diana van Dijk & Frans Moors

2 Uit de buurt Een onderzoek naar uitval bij de Buurtserviceteams november 2009 Diana van Dijk Frans Moors

3 2009 Sociale Zaken en Werkgelegenheid [SoZaWe], Sociaal-wetenschappelijke Afdeling, Rotterdam Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever

4 Inhoudsopgave 0 Managementsamenvatting 5 1 Inleiding Doelstelling en probleemstelling 12 2 Uitval in de Buurtserviceteams: een bestandsanalyse Methode Uitval bij medewerkers in een Participatieplaats De voor een participatieplaats aangemelde klanten Uitval in de toeleidingsfase Uitval in de arbeidsfase Uitval bij medewerkers in het kader van Roteb De voor Roteb200 aangemelde klanten Uitval in de toeleidingsfase Uitval in het arbeidsproces Uitval bij de medewerkers in het kader van WerkDirect De voor WerkDirect aangemelde klanten Uitval in de toeleidingsfase Uitval uit het arbeidsproces Bestandsanalyse: samenvatting en conclusies 38 3 Uitval in de Buurtserviceteams: een kwalitatieve verdieping Inleiding Methoden Achtergrond van de klanten Obstakels gerelateerd aan de organisatie en dienstverlening Uitval tijdens de toeleiding Uitval tijdens het arbeidsproces Uitval in toeleidings- en arbeidsfase: concluderende opmerkingen Persoonlijke belemmeringen Persoonlijke belemmeringen: concluderende opmerkingen Het kwalitatieve onderzoek: samenvatting en conclusies Wat zijn de redenen van uitval volgens de professionals en klanten? Hoe kan de uitval worden verminderd? 62 Literatuur 67 Bijlage 1. Itemlijst interviews klanten 69 Bijlage 2. Itemlijsten groepsgesprekken professionals 71

5

6 0 Managementsamenvatting In dit onderzoek is getracht een antwoord te geven op de vraag wat de oorzaak is van de hoge uitval onder door SoZaWe naar de Buurt Service Teams (BST) toegeleide klanten. De BST s van het Rotterdamse reinigingsbedrijf ROTEB zijn ontstaan vanuit een werkgelegenheidsdoelstelling en leveren een bijdrage aan het schoon houden van de stad. Naast de vaste krachten bestaat iedere BST uit vier personen die door SoZaWe bij Roteb zijn aangemeld. Afgesproken is dat SoZaWe structureel 476 fte s levert ten behoeve van de niet-reguliere werkplekken. Deze afspraak tussen Roteb en SoZaWe loopt tot eind De klanten van SoZaWe worden ofwel via het project WerkDirect in een BST geplaatst, of via een zogenaamde Participatieplaats. In wezen zijn dit verschillende doelgroepen: klanten in WerkDirect hebben onvoldoende medewerking aan hun re-integratie verleend, of er is sprake van (vermoede) fraude. Zij worden voor drie maanden aangesteld middels een loonkostensubsidie (LKS) van SoZaWe. Werknemers in een Participatieplaats zijn langdurig werklozen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, die aanvankelijk voor drie maanden in een BST worden aangesteld met behoud van uitkering. Iedere drie maanden wordt bekeken of de klant voldoende productief is (geworden) om een arbeidscontract bij Roteb te kunnen ondertekenen. Is dat het geval, dan wordt deze aangesteld middels een LKS. Klanten die nog te veel belemmeringen kennen blijven met behoud van uitkering werken. Daarnaast was er in de onderzoeksperiode nog sprake van een groep medewerkers die instroomde via het project ROTEB200, dat liep van eind 2006 tot begin Het ging hier om gesubsidieerde plaatsen met een looptijd van zes maanden, waarbij eventuele verlenging mogelijk was. Voor alle drie groepen geldt dat er sprake is van een verplichting. Indien men niet op het aanbod ingaat, volgt een korting op de uitkering die kan oplopen tot honderd procent. De afdeling Werk & Scholing (inmiddels Productontwikkeling) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is verantwoordelijk voor de selectie en toeleiding van SoZaWe-klanten naar de Buurtserviceteams. Roteb is vervolgens verantwoordelijk voor de voorlichting, plaatsing en begeleiding van de klanten in de BST s. De afdeling Werk & Scholing van SoZaWe stelde in 2008 vast dat de uitval onder de door haar toegeleide klanten hoog was, en gaf de Sociaalwetenschappelijke Afdeling de opdracht de oorzaken van deze uitval te onderzoeken. Het onderzoek bestaat uit twee delen: een analyse van de registratiebestanden van SoZaWe en Roteb om vast te kunnen stellen hoe hoog in een jaar tijd (oktober 2007-oktober 2008) de uitval onder de onderscheiden doelgroepen daadwerkelijk was, en welke kenmerken deze uitvallers hadden. Op basis van de uitkomsten van deze bestandsanalyse zijn vervolgens gesprekken gevoerd met professionals en klanten om de oorzaken van de uitval verder te onderzoeken. In deze managementsamenvatting komen de resultaten van het onderzoek puntsgewijs aan de orde. 5

7 Bestandsanalyse Door middel van koppeling van registratiebestanden van de afdeling Werk en Scholing van SoZaWe, Roteb en SoZaWe is getracht inzicht te bieden in de uitval van medewerkers van de buurtserviceteams in de verschillende fasen van het werkproces. Door de opbouw van de bestanden en de soms niet eenduidige registratie is helaas gebleken dat dit niet zo gedetailleerd mogelijk was als vooraf gehoopt. De omvang en aard van de uitval was slechts betrouwbaar in kaart te brengen voor de totale toeleidingsfase en de totale arbeidsfase. In de analyse is becijferd hoe hoog de uitval was in deze beide fasen voor de drie onderscheiden doelgroepen. Bij de uitval in de arbeidsfase is onderscheid gemaakt tussen positieve uitval (in verband met regulier werk, overplaatsing binnen het werkbedrijf, verlenging of aanpassing van het dienstverband en het aflopen van de arbeidsovereenkomst) en negatieve uitval (vanwege onvoldoende medewerking, geen passende arbeid, ontslag op staande voet of het aflopen van de proeftijd zonder vervolg). Uitval bij werknemers in een Participatieplaats In de toeleidingsfase naar een Participatieplaats in de BST valt meer dan de helft (52%) van de klanten uit. In de arbeidsfase valt nog eens 43% van de klanten met een arbeidscontract uit; bij 25% betreft het negatieve uitval. Bij de uitval in de toeleidingsfase zien we een oververtegenwoordiging van vrouwen, alleenstaande moeders en klanten tot 35 jaar. Bij de negatieve uitval in de arbeidsfase zien we een (lichte) oververtegenwoordiging van medewerkers die deel uitmaken van een samengesteld huishouden en medewerkers met een Marokkaanse, Kaapverdische of Somalische achtergrond. Uitval van werknemers in het kader van Roteb200 De toeleiding naar de buurtserviceteams via de Roteb200 kent slechts één uitvaller. In de arbeidsfase is er alleen sprake van positieve uitval van 57% Uitval van werknemers in het kader van WerkDirect De toeleidingsfase naar een WerkDirect-plaats in de BST s kent een uitval van 42%. In de arbeidsfase valt nog eens 44% van de medewerkers die een contract ondertekenden voortijdig uit. In 31% van de gevallen gaat het om negatieve uitval. In de uitval in de toeleidingsfase zijn vrouwen en alleenstaande moeders oververtegenwoordigd. Daarnaast zien we relatief veel Marokkanen, Surinamers en Kaapverdiërs onder de uitvallers in deze fase. Ook bij de negatieve uitval zien we een oververtegenwoordiging van vrouwen en alleenstaande moeders. Daarnaast vallen medewerkers in de leeftijd van 35 tot 45 jaar vaker voortijdig uit. Allochtonen vallen vaker voortijdig uit; met name onder medewerkers die zijn geboren in Suriname, Kaapverdië, Somalië en het voormalige Joegoslavië is er een hoger dan gemiddelde negatieve uitval. Gesprekken met professionals en klanten Aan de hand van de uitkomsten van de bestandsanalyse zijn gesprekken gevoerd met verschillende medewerkers van SoZaWe en Roteb, evenals zeven uitgevallen klanten, om de achterliggende factoren die uitval beïnvloeden, te onderzoeken. In deze gesprekken kwamen de volgende knelpunten in de toeleidingsfase aan de orde: 6

8 de grofmazige manier waarop klanten worden geselecteerd. Door het lijstwerk is er geen persoonlijke aandacht voor klanten en vindt er geen enkele vorm van diagnose plaats om de geschiktheid van klanten te beoordelen. het negatieve beeld van het werk in de BST bij klanten. De meeste klanten hebben met name voordat zij gaan werken een negatief beeld van de BST, en willen vaak ook niet in een oranje pak de straat op. Hoewel het beeld van de BST tijdens het arbeidsproces door veel klanten positief wordt bijgesteld, hebben de geïnterviewde klanten die werkervaring hadden in de BST (of in soortgelijk traject) geen heel positief beeld van de werkzaamheden en opbrengst van het traject. De onduidelijke positie van de BST s als re-integratie-instrument. Het geringe aantal aanmeldingen in de periode dat de klantmanagers verantwoordelijk waren voor doorverwijzing wijst erop dat veel klantmanagers de BST s, om welke reden dan ook, geen goede optie vonden voor hun klanten. Een negatief beeld van de BST s bij de klantmanagers kan hierbij een rol hebben gespeeld. Gezondheidsklachten of gezondheidsbeleving. Dit zijn niet altijd objectiveerbare klachten, maar kunnen voor de klant reden zijn om het werk niet te aanvaarden. Perceptie van en mogelijkheden tot kinderopvang. Alleenstaande ouders met (jonge) kinderen worden geacht op zeer korte termijn kinderopvang te regelen. Hoewel duidelijk niet alle ouders (in dit geval moeders) hun kinderen willen uitbesteden en percepties rondom moederschap en opvoeding mogelijk een rol spelen, is het zeer onrealistisch te verwachten dat klanten binnen een week vijf volle dagen kinderopvang kunnen regelen. De belangrijkste knelpunten in de arbeidsfase zijn: Mismatch. Door de grofmazige selectie van klanten zijn deze niet altijd geschikt. Ze hebben bijvoorbeeld veel persoonlijke belemmeringen of zouden beter een ander traject aangeboden kunnen krijgen. Het werken in een BST sluit vaak niet aan bij de begeleidingsbehoeften van klanten. Zo zouden sommige klanten meer gebaat zijn bij een sollicitatiecursus of een intensievere begeleiding bij het zoeken naar (geschikte) vacatures. Andere klanten zouden graag vrijwilligerswerk willen doen. Werknemers met meervoudige, soms meervoudige, complexe persoonlijke problematiek. De werkbegeleiders van Roteb beschikken meestal over onvoldoende deskundigheid om met klanten om te gaan die een dergelijke ingewikkelde problematiek hebben. Door een betere selectie zou de geschiktheid van de klanten beter ingeschat kunnen worden. 7

9 Niet eenduidige registratie in het bestand van Werk&Scholing (nu Productontwikkeling), gebrek aan een koppeling tussen de bestanden van SoZaWe en Roteb en onvoldoende communicatie tussen beide diensten. Dit zorgt er voor dat: o Klanten soms onterecht geen uitkering meer ontvangen als zij werken met behoud van uitkering of geen salaris ontvangen; o Klanten in de meeste gevallen geen maatregel krijgen als zij deze, wegens onvoldoende medewerking, wel moeten krijgen; o Klanten die wegens niet functioneren door Roteb zijn ontslagen, door SoZaWe niet als zodanig worden herkend en opnieuw worden doorverwezen naar de Roteb voor een plaats in een BST (de zogenaamde draaideurklanten ); o Klanten worden, ook na goed functioneren, soms voor een tweede maal op hetzelfde traject gezet. Geen hoge verwachtingen van doorstroomkansen. Uit dit en eerder onderzoek blijkt dat klanten geen hoge verwachtingen hebben van de doorstroomkansen naar een reguliere werkgever. Dit kan dan ook de reden zijn dat veel klanten bij de Roteb willen blijven werken. De lange duur van het traject en de eenzijdigheid van de werkzaamheden hebben ook een negatieve invloed op de uitval. De grote kloof tussen het werken in een BST en reguliere arbeid. Slechts een zeer klein aantal klanten stroomt uiteindelijk door naar een reguliere werkgever. Daarvan valt ook nog een groot deel uiteindelijk uit. De stap van de BST s naar regulier werk lijkt dan ook te groot. Aanbevelingen Een belangrijke vraag in het onderzoek was: hoe zou de uitval van de door SoZaWe toegeleide medewerkers in de BST s kunnen worden verminderd? Hieronder staan puntsgewijs de belangrijkste aanbevelingen. Verduidelijk de doelstelling van het werken in de BST s Is de BST een opstap naar regulier werk of een traject om in een werkritme te komen en een dagbesteding te hebben? Deze duale doelstelling hangt samen met het feit dat twee verschillende doelgroepen door de BST s worden bediend : de klanten die via WerkDirect worden verwezen (vooral gericht op het opdoen van werkritme) en klanten die instromen in een Participatieplaats (meer gericht op de voorbereiding op regulier werk). Het formulieren van een eenduidige doelstelling is onder andere noodzakelijk om geschikte klanten te kunnen selecteren Verbeter de methode van selectie De selectie heeft meerdere doelen. Ten eerste moet gekeken worden of een klant wel geschikt is voor het werk in de BST en, met name als het gaat om Participatieplaatsen, of de BST aansluit bij zijn of haar behoeften en wensen. Wat zijn haar of zijn mogelijkheden en/of beperkingen? Bij het Leer Werk Centrum in Den Haag vindt bijvoorbeeld eerst een diepgaande diagnose plaats door een multidisciplinair team alvorens een praktijktraining te beginnen. In de diagnose worden vooral mogelijkheden en voorkeuren vastgesteld naast belemmeringen en afstand tot de arbeidsmarkt. 8

10 Het driegesprek wat eerst deel maakte van de instroom zou ook voor dit doel weer kunnen worden ingevoerd. Verduidelijk de functie van het BST als re-integratie-instrument aan klantmanagers Het zou voor klantmanagers duidelijker moeten zijn welke plaats de BST s innemen in de gereedschapskist van re-integratie-instrumenten. Het feit dat, toen klantmanagers verantwoordelijk waren voor de doorverwijzing van klanten, de instroom erg laag was, kan wijzen op twee dingen: te beperkte kennis over de BST s als instrument voor re-integratie, of de opvatting dat een BST voor zijn of haar klant geen geschikt instrument is. Er zou sprake kunnen zijn van een (met de klanten gedeeld) negatief imago van de BST s bij klantmanagers. Probeer uitstroom naar een reguliere arbeidsplaats stapsgewijs te bereiken Als een van de doelen van de BST is om klanten naar een reguliere werkgever te laten doorstromen, zou de kloof tussen de BST en een reguliere werkplek moeten worden verkleind. Voor dit doel zouden de taken en verantwoordelijkheden trapsgewijs kunnen worden uitgebreid. Er zouden tussenstapjes of doelen geformuleerd kunnen worden, die leiden naar het uiteindelijke doel voor die specifieke klant (werk bij een reguliere werkgever). Deze tussenstapjes kunnen een stimulans of beloning zijn, omdat een deel van de klanten als doel heeft een baan te vinden bij een reguliere werkgever. Onderzoek mogelijkheden om de kinderopvang voor klanten te verbeteren Aan de wachtlijsten van de KOV of BSO kan niet snel iets veranderd worden. Een mogelijkheid zou zijn dat SoZaWe een aantal plaatsen reserveert voor klanten met kinderen die een traject starten. De klanten zouden zich dan ook direct op de wachtlijst kunnen laten plaatsen. Bij de KOV en BSO zijn voor bepaalde dagen de wachtlijsten minder lang (bijvoorbeeld de woensdag en vrijdag). Deze zogenaamde daldagen zouden mogelijk voor dit doeleinde gereserveerd kunnen worden. De vraag is echter wel of van (alleenstaande) ouders verwacht mag worden dat zij hun (jonge) kinderen direct fulltime op de KOV moeten plaatsen. Een overgangsfase is misschien wenselijk voor ouders met een bepaald zorgideaal om te wennen aan de nieuwe situatie. Besteed aandacht aan de gezondheidsproblematiek van (re-integrerende) langdurig werklozen Gezondheidsproblemen en beleving zijn veel voorkomende belemmeringen bij klanten die langdurig afhankelijk zijn van een uitkering. Om het gedrag van deze klanten te beïnvloeden en fysieke aanpassingsproblemen te verminderen kunnen gezondheidsprogramma s worden ingezet. Voorbeelden hiervan zijn programma s waarbij sport of een intensieve begeleiding van een lifecoach centraal staan die de klant ondersteunt bij het krijgen van een gezondere en actievere levensstijl. 9

11 Zet Jobcoaches gericht in tegen uitval In de groepsgesprekken werd de inzet van jobcoaches genoemd als mogelijke aanpak tegen de uitval. Uit eerder onderzoek naar jobcoaches blijkt dat de inzet van jobcoaches een gunstig effect kan hebben bij de aanpak van niet-werk gerelateerde problemen. Belangrijke voorwaarden zijn dat de jobcoach op korte afstand van de klant en de werkgever werkt, dat hij/zij toegang heeft tot de SoZaWe-systemen, en over voldoende kennis en vaardigheden beschikt om deelnemers en werkgevers te begeleiden. Communicatie & koppeling bestanden Om maatregelen te kunnen uitvoeren en draaideurklanten te voorkomen is een volledige overdracht van klanten noodzakelijk. Hiervoor is een betere registratie en koppeling van de SoZaWe en Roteb bestanden essentieel. Om administratieve fouten die de uitval beïnvloeden snel te kunnen verhelpen, is ook een betere communicatie tussen Roteb en SoZaWe noodzakelijk. Verbeter het imago van het werken in de BST bij klanten en klantmanagers Tot slot de factor van het negatieve beeld van de werkzaamheden in de BST. Tijdens een groepsgesprek werd gesteld dat men de zaken niet te positief moet gaan voorstellen omdat het werk nu eenmaal uit vegen en prikken bestaat. Als echter blijkt dat de doorstoomkansen van klanten verbetert door middel van de BST zal dit beeld vanzelf verbeteren. Daarnaast kan de nuttige functie die de BST s vervullen in het schoonhouden van de stad meer worden benadrukt. 10

12 1 Inleiding Het Rotterdamse reinigingsbedrijf Roteb (reiniging, ontsmetting, transport en brandweer) kent al enkele jaren zogenoemde Buurt Service Teams, kortweg BST s. Deze zijn ontstaan vanuit een werkgelegenheidsdoelstelling en leveren een bijdrage aan het schoon houden van de stad. Er zijn 119 BST s actief die bij een volledige bezetting bestaan uit negen personen. Iedere BST kent een vaste bezetting van vijf personen. Dit zijn reguliere banen en zogenoemde ID-blijvers. Naast de vaste krachten bestaat iedere BST uit vier personen die door SoZaWe bij Roteb zijn aangemeld. Afgesproken is dat SoZaWe structureel 476 fte s levert ten behoeve van de niet-reguliere werkplekken. Deze afspraak tussen Roteb en SoZaWe loopt tot eind De door SoZaWe geselecteerde klanten zijn in te delen in een drietal categorieën. De eerste groep bestaat uit klanten die aan de slag gaan in het kader van het project WerkDirect. Dit project loopt sinds mei 2005 en is bedoeld voor klanten die onvoldoende medewerking verlenen aan hun re-integratie. Daarnaast gaat het om klanten bij wie fraude wordt vermoed of waarbij fraude is geconstateerd. Dergelijke BST-ers krijgen een aanstelling bij Roteb voor drie maanden. Een bijstandsuitkering wordt hierdoor overbodig. SoZaWe betaalt over deze periode een loonkostensubsidie. Het aantal WerkDirecters omvat circa 90 BST-plaatsen op permanente basis. De tweede groep SoZaWe-klanten in de BST s bestaat uit personen op een zogenoemde participatieplaats. Participatieplaatsen zijn bedoeld voor personen die al langer dan drie jaar een bijstandsuitkering hebben en die, gelet op hun grote afstand tot de arbeidsmarkt, niet in staat worden geacht om regulier werk te vinden. Participatieplaatsen zijn operationeel sinds juni Het doel is het opdoen van werkritme en werknemersvaardigheden om zodoende de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. In beginsel kan men maximaal een jaar in een participatieplaats werken. 1 Deelnemers in een participatieplaats kunnen verschillende inkomensposities hebben. Een deel van de klanten gaat (aanvankelijk) drie maanden met behoud van uitkering aan de slag. Om de drie maanden wordt bekeken of een klant voldoende productief is (geworden) om een arbeidscontract bij Roteb te ondertekenen. Als dat zo is stromen zij uit uit de uitkering en gaan met een loonkostensubsidie voor Roteb aan de slag. Klanten die nog te veel belemmeringen kennen, blijven met behoud van uitkering werken totdat zij eventueel in aanmerking komen voor een contract. De derde groep die vanuit SoZaWe aan de slag is bij een BST bestaat uit klanten die zijn ingestroomd op een re-integratieplaats in het kader van het project Roteb200, dat eind 2006 gestart is. Daarbij gaat het om gesubsidieerde arbeidsplekken die uitgaan van een looptijd van zes maanden, met een verlengingsmogelijkheid. Voor dit project vindt geen nieuwe instroom plaats in 2008, maar voor een beperkt aantal klanten waarvan verwacht wordt dat zij daardoor meer kans op 1 Een participatieplaats kan met een jaar verlengd worden tot twee jaar, maar dat kan niet bij dezelfde werkgever. 11

13 uitstroom maken, is de trajectduur verlengd tot 1 mei Het streven is waar mogelijk een doorstroom naar subsidiebanen te bewerkstelligen. Voor alle drie de groepen geldt dat er sprake is van een verplichting. Indien men niet op het aanbod in gaat, volgt een korting op de uitkering die kan oplopen tot 100 procent. Inmiddels is gebleken dat de uitval onder BST-ers hoog is. Een globale schatting van de projectleiding levert een uitvalpercentage op van 50 tot 60 procent. Hoge uitvalpercentages worden reeds bereikt in de fase van aanmelding en intake, dus nog voor bijstandsontvangers actief worden in een BST. Maar ook later, in de proefperiode en daarna, stoppen werknemers van een BST. Ongeveer de helft tot tweederde dient de volledige contractperiode uit. 2 De hoge uitval was voor de afdeling Werk en Scholing (W&S) van SoZaWe aanleiding om aan de Sociaal-wetenschappelijke Afdeling (SWA) te vragen om een onderzoek uit te voeren. In het navolgende wordt uiteengezet hoe het onderzoek is opgezet. 1.1 Doelstelling en probleemstelling De doelstelling van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de omvang en aard van de uitval uit de BST s én tijdens de toeleiding naar die BST s, teneinde maatregelen te kunnen treffen om de uitval te beperken. Het gaat met andere woorden om het verkrijgen van kennis die kan bijdragen aan de bevordering van de effectiviteit van de toeleiding naar en plaatsing in de BST s. Uitval kan zich op elk moment in het werkproces voordoen. Om adequate maatregelen ter voorkoming van uitval te kunnen treffen, is in het onderzoek in ieder geval ook rekening gehouden met op welke momenten uitval zich voordoet. Oók omdat de verantwoordelijkheid voor het verloop voor het werkproces door twee organisaties wordt gedragen. SoZaWe is met name verantwoordelijk voor de toeleiding naar de BST s. Roteb voor de intake en plaatsing (en verdere begeleiding) in de BST s. Het werkproces van de drie regelingen die hier aan de orde zijn, nogmaals WerkDirect, Participatieplaatsen en Roteb200, laat zich schematisch als volgt verbeelden: 2 12 Roteb (2008), Inzet tijdelijke krachten vanuit diverse regelingen. Maandrapportage realisatie juli 2007 t/m juni 2008.

14 Selectie Aanmelding [Voorlichting] Intake Instroomlocatie ( proefperiode ) Plaatsing in BST ( contractperiode ) Bij dit schema moet nog worden opgemerkt dat de contractperiode (incl. de proeftijd) voor alle drie de doelgroepen verschillend is. WerkDirecters gaan voor drie maanden aan de slag, degenen met een Participatieplaats voor maximaal een jaar en klanten die via Roteb200 zijn aangemeld, gaan in beginsel voor zes maanden aan het werk. Naast deze procesmatige onderscheidingen is het onderzoek ook thematisch afgebakend. Immers, niet elke uitval uit (de toeleiding naar) de BST s is bijvoorbaat problematisch. Deelnemers kunnen stoppen met hun werk bij de BST s om redenen die niet-problematisch zijn in die zin dat ze niet strijdig zijn met de doelen en uitgangspunten van het (re-integratie-) beleid. Als mensen bijvoorbeeld stoppen omdat ze elders werk hebben gevonden of omdat ze doorstromen naar een andere re-intregratietraject, dan is dat vanuit het beleid geredeneerd niet ongewenst of problematisch. Dergelijke uitval wordt doorgaans ook als doorstroom of uitstroom gelabeld. In andere gevallen gaat het om uitval die wel ongewenste effecten heeft: iemand stroomt weer in in de bijstand of de uitval wordt niet gevolgd door een ander re-integratietraject. Het onderzoek zal zich richten op de nader te operationaliseren categorie van negatieve uitval, die in de analyse zal worden onderscheiden van de niet-negatieve uitval. Tenslotte is binnen de regeling Participatieplaatsen het onderscheid tussen deelnemers met behoud van uitkering en deelnemers met een zgn. subsidiebaan van belang. Uitgaande van de doelstelling van het onderzoek en rekening houdend met de hiervoor beschreven afbakeningen, kan de centrale probleemstelling als volgt worden geformuleerd: 13

15 Wat is de omvang, aard en achtergrond van de problematische uitval uit de BST s en de toeleiding naar de BST s, onderscheiden naar de regeling (WerkDirect, Participatieplaatsen, Roteb200) die van toepassing is? Op welke wijze kan de uitval worden verminderd? De algemene probleemstelling kan in een aantal nadere onderzoeksvragen worden uitgewerkt. Hierbij is het belangrijk om in het oog te houden dat klanten die actief zijn via WerkDirect en Roteb- 200 een salaris ontvangen en geen beroep doen op de bijstand, terwijl dat voor degenen op een participatieplaats (deels) wel het geval is. De onderzoeksvragen luiden als volgt: 1. Welke redenen van uitval zijn te onderscheiden en in welke situaties kan gesproken worden van problematische en niet-problematische uitval? 2. Wat is de omvang van de problematische uitval in de verschillende fasen van het werkproces van de drie onderscheiden regelingen? 3. Zijn er verschillen in persoons- en uitkeringskenmerken (o.a. geslacht, leeftijd, opleiding, gezinssamenstelling en uitkeringsduur bij intake voor een BST) tussen uitvallers en nietuitvallers? 4. Wat zijn volgens de uitvallers van de drie categorieën BST-ers de belangrijkste redenen voor de uitval? 5. Wat zijn volgens de werkbegeleiders van SoZaWe en de BST-coördinatoren de belangrijkste redenen voor de uitval, uitgesplitst naar de drie categorieën BST-ers en welke maatregelen zijn er te treffen om de uitval te verminderen? 6. Wat gebeurt er nadat men is uitgevallen? Voor personen op een participatieplaats luidt de vraag of zij een beroep blijven doen op de bijstand. Indien dit het geval is, wordt nagegaan of er na uitval dan een maatregel wordt opgelegd en zo ja van welke aard en voor welke periode. Indien dit niet het geval is, wordt bezien wat de reden van uitstroom uit de bijstand is. In de onderzoeksopzet is gekozen voor de uitvoering van het onderzoek in twee stappen: Stap 1. Een cijfermatig overzicht van de uitval gedurende het werkproces Stap 2. Nadere analyse van de aard en omstandigheden van de uitval. In de eerste stap is getracht om zoveel mogelijk, afhankelijk van wat de bestanden toelaten, een beeld te krijgen van de uitval gedurende de verschillende fasen van het werkproces. Deze analyse levert de volgende kennis op: Een eerste nadere kwalificatie van de uitval volgens het onderscheid problematisch en nietproblematisch ; Het volume van de problematische uitval per fase in het werkproces per regeling; Een profilering van de problematische uitvallers in vergelijking met de niet-uitvallers. In de tweede stap worden de achtergronden en motieven van uitval nader onderzocht. Op basis van de uitkomsten van stap 1 kan eventueel worden ingezoomd op specifieke momenten van uitval 14

16 in het werkproces of op specifieke categorieën, als problematisch veronderstelde, uitvallers. Deze analyse biedt meer inzicht in de achtergronden en motieven van uitval áchter de formele (geregistreerde) redenen. Bovendien biedt deze stap de mogelijkheid om de relatie tussen de organisatie en dienstverlening enerzijds en de uitval anderzijds nader onder de loep te nemen. In dit rapport zijn de resultaten van beide deelonderzoeken samengebracht. In hoofdstuk 1 worden de resultaten van de bestandsanalyse besproken. In het tweede hoofdstuk komen de uitkomsten van het kwalitatieve onderzoek aan de orde. In het derde hoofdstuk worden de bevindingen van beide onderzoeken samengevat, worden conclusies getrokken en aanbevelingen geformuleerd. 15

17

18 2 Uitval in de Buurtserviceteams: een bestandsanalyse Om in kwantitatieve zin inzicht te krijgen in de achtergronden van de uitval en kenmerken van de uitvallers zijn analyses van bestanden van de betrokken organisaties verricht. Doelstelling was om de uitval in de onderzoeksperiode in de verschillende fasen van het werkproces zoveel mogelijk te reconstrueren. In de onderzoeksopzet werd aangegeven dat pas tijdens de bestandsanalyse zou kunnen worden vastgesteld in hoeverre de verschillende fasen in het werkproces zouden kunnen worden onderscheiden. We zullen later zien dat dit inderdaad één van de belangrijkste problemen in de bestandsanalyse is gebleken. 2.1 Methode Allereerst is bij de afdeling W&S een bestand opgevraagd van alle klanten die in de periode oktober 2007-oktober 2008 vanuit de WWB zijn aangemeld bij de Roteb voor een plaats in een BST via één van de drie onderscheiden regelingen. De verwachting was dat dit bestand inzicht zou bieden in de datum van selectie en de datum van aanmelding bij de Roteb. Hoewel de datums wel in het bestand waren te vinden, bleken zijn niet betrouwbaar: soms viel de uitnodigingsdatum vóór de aanmeldingdatum, en soms juist andersom. Hierdoor is het niet mogelijk gebleken om een onderscheid te maken tussen de uitval na selectie en de uitval na uitnodiging. Vervolgens is bij Roteb een bestand aangevraagd van alle klanten werkzaam bij de Roteb in één van de WWB-regelingen in dezelfde periode. Deze bestanden zijn op basis van het burgerservicenummer (bsn) aan elkaar gekoppeld. Bij dit bestand was de verwachting dat via de data van de intake en de ondertekening van het contract de uitval tussen intake, proefperiode en ondertekening van het contract zouden kunnen worden gereconstrueerd. Ook dit bleek niet mogelijk: in het bestand was uitsluitend een datum van de aanvang van de formele arbeidsovereenkomst te vinden. Deze informatie was ook niet uit het registratiesysteem van Roteb te halen. Eén en ander betekent dat via de koppeling van de bestanden van W&S en Roteb alleen de uitval in twee grote categorieën kan worden vastgesteld: de uitval in de toeleiding van W&S naar Roteb (tussen aanmelding en de ondertekening van de arbeidsovereenkomst) en de uitval in het arbeidsproces (na ondertekening van de arbeidsovereenkomst). In de navolgende paragrafen zal deze uitval voor de drie onderzochte groepen (participatieplaatsen, Roteb200 en WerkDirect) worden beschreven. 17

19 2.2 Uitval bij medewerkers in een Participatieplaats De voor een participatieplaats aangemelde klanten In de periode oktober 2007-oktober 2008 werden 503 WWB-gerechtigden aangemeld voor een participatieplaats in één van de buurtserviceteams. 3 Door koppeling met het SoZaWe-bestand hebben we de kenmerken van de meeste leden van deze groep. In de navolgende tabellen staat een overzicht over de kenmerken geslacht, leeftijd, gezinsvorm en geboorteland. 4 Tegelijkertijd wordt een vergelijking gemaakt met de opbouw van het hele SoZaWe-bestand op 31 december Daardoor wordt duidelijk waar de groep voor een participatieplaats aangemelde klanten zich onderscheidt van alle andere SoZaWe-klanten. Tabel 2.1 Aangemelde klanten voor een participatieplaats naar geslacht Aangemeld SoZaWe Aantal % Aantal % Man , ,7 Vrouw , ,3 Onbekend 19 3,8 Totaal , ,0 Nagenoeg 60% van de klanten die werden aangemeld voor een participatieplaats, is man. Ruim een derde is vrouw. Mannen zijn bij de aanmeldingen, in vergelijking met het hele SoZaWe-bestand, duidelijk oververtegenwoordigd. Tabel 2.2 Aangemelde klanten voor een participatieplaats naar gezinssamenstelling Aangemeld SoZaWe Aantal % Aantal % Alleenstaand , ,0 Eenoudergezin , ,4 P z kinderen 52 10, ,9 P m kinderen 89 17, ,5 Onbekend 22 4,4 64,2 Totaal , ,0 Ruim 40% van de aangemelde klanten is alleenstaand. Rond een kwart is alleenstaand ouder. Paren met of zonder kinderen vormen het resterende kwart. In vergelijking met het hele SoZaWe-bestand zijn alleenstaanden, met en zonder kinderen, ondergerepresenteerd. Daarentegen vinden we in verhouding meer klanten terug die onderdeel uitmaken van een samengesteld huishouden, met of zonder kinderen. 3 4 Het kiezen van een consistente tijdseenheid is moeilijk. Om de koppeling van bestanden binnen één tijdseenheid te houden is ervoor gekozen om alleen de records te gebruiken van de mensen die in de periode oktober 2007-oktober 2008 bij Werk&Scholing zijn aangemeld, volgens de eerste aanmeldingsdatum in het bestand van W&S. Deze keuze levert problemen op, omdat de verhouding tussen aanmeldingsdatum en uitnodigingsdatum niet constant is. Soms vallen beide data tegelijk, soms valt de aanmeldingsdatum vóór de uitnodigingsdatum, en soms erna. Bij de variabele geboorteland moet worden benadrukt dat het hier niet om de etniciteit van deelnemers gaat: onder de in Nederland geboren deelnemers komen dus ook personen met een buitenlandse achtergrond vanaf de tweede generatie voor. 18

20 Tabel 2.3 Aangemelde klanten voor een participatieplaats naar leeftijdsklasse Aangemeld SoZaWe Aantal % Aantal % , , , , , ,0 55 en ouder 32 6, ,8 Onbekend 19 3,8 Totaal , ,0 Rond een kwart van de aangemelde klanten is tussen de 21 en 35 jaar oud. Rond de 40% is tussen de 35 en 45 jaar oud. Rond de 30% is 45 jaar of ouder. In vergelijking met alle SoZaWe-klanten zien we een sterke oververtegenwoordiging van klanten in de leeftijd van 35 tot 45 jaar. Klanten vanaf 55 jaar worden nauwelijks aangemeld, terwijl ze wel ruim een kwart van het SoZaWe-bestand uitmaken. Tabel 2.4 Aangemelde klanten voor een participatieplaats naar geboorteland Aangemeld SoZaWe Aantal % Aantal % Nederland , ,9 Marokko 79 15, ,0 Turkije 56 11, ,3 Aruba/Antillen 45 8, ,3 Suriname 45 8, ,1 Kaapv. Eilanden 15 3, ,9 Somalië 12 2, ,0 vm. Joegoslavië 7 1, ,0 Overig 92 18, ,5 Onbekend 21 4,2 18,1 Totaal , ,0 Van de aangemelde klanten is ruim een kwart in Nederland geboren. Daarna is het aandeel in Marokko geboren klanten met 16% het hoogst. Antillianen, Surinamers, en Turken maken elk rond de 10% van de groep uit. De groep overig bestaat uit klanten afkomstig uit een heel diverse groep niet-westerse landen. In vergelijking met het hele SoZaWe-bestand zijn klanten van buitenlandse herkomst duidelijk oververtegenwoordigd. Dit wordt voor het belangrijkste deel veroorzaakt door het grote aandeel Marokkanen en Turken in de groep aangemelde klanten. Maar ook het aandeel Somaliërs en Kaapverdiërs is relatief groot. Terwijl de groep in Nederland, de Antillen of Suriname geboren aangemelde klanten voor het merendeel uit alleenstaanden bestaat, bestaat de uit Turkije en Marokko afkomstige groep vooral uit leden van een paar met of zonder kinderen. Hiermee hangt samen dat de oververtegenwoordiging van mannen in de laatstgenoemde groepen ook veel groter is dan onder de eerstgenoemde groepen. Van de Nederlanders is 43% vrouw, tegen de groepen van buitenlandse herkomst maximaal 36% bij de Turken. Alleen bij de groep overig is het aandeel vrouwen gelijk aan dat van de Nederlanders. 19

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

10. Banen met subsidie

10. Banen met subsidie 10. Banen met subsidie Eind 2002 namen er 178 duizend personen deel aan een van de regelingen voor gesubsidieerd werk. Meer dan eenzesde van deze splaatsen werd door niet-westerse allochtonen bezet. Ze

Nadere informatie

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Staven Centrum voor Beleidsstatistiek i.o. Postbus 4000 2270 JM Voorburg Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Nadere informatie

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer Inleiding Op 1 februari 2007 is de gemeente Boxmeer, in samenwerking met IBN Arbeidsintegratie gestart met het zogenaamde Groenproject. Dit project, waarbij

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20% Participatiewet Sinds 1 januari 215 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning

Nadere informatie

4. Kans op echtscheiding

4. Kans op echtscheiding 4. Kans op echtscheiding Niet-westerse allochtonen hebben een grotere kans op echtscheiding dan autochtonen. Tussen de verschillende groepen niet-westerse allochtonen bestaan in dit opzicht echter grote

Nadere informatie

Een loonkostensubsidie kan worden ingezet ten behoeve van de re-integratie van:

Een loonkostensubsidie kan worden ingezet ten behoeve van de re-integratie van: Richtlijn Loonkostensubsidie Gemeente Doetinchem Inleiding Het bieden van ondersteuning bij arbeidsinschakeling is voor bepaalde doelgroepen als taak voor het college vastgelegd in de Wet Werk en Bijstand.

Nadere informatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie Wajongers aan het werk met loondispensatie UWV, Directie Strategie, Beleid en Kenniscentrum Dit memo gaat in op de inzet van loondispensatie bij Wajongers en op werkbehoud en loonontwikkeling. De belangrijkste

Nadere informatie

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie

Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie Henk Kool Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag De voorzitter van de Commissie Samenleving Uw brief van Uw kenmerk Ons

Nadere informatie

Verhuizers onder in- en uitstroom WWB

Verhuizers onder in- en uitstroom WWB Verhuizers onder in- en uitstroom WWB Februari 2013 Afdeling Onderzoek en Statistiek i.o.v. afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling 1 omvang onbekend Conclusie: rol van verhuizingen in ontwikkeling WWB-bestand

Nadere informatie

Achterblijvers in de bijstand

Achterblijvers in de bijstand Achterblijvers in de Paula van der Brug, Mathilda Copinga en Maartje Rienstra Van de mensen die in 2001 in de kwamen, was 37 procent eind 2003 nog steeds afhankelijk van een suitkering. De helft van deze

Nadere informatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Ton Ferber Ruim 1 miljoen personen van 15 tot 65 jaar ontvingen eind 29 een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Gehuwden zonder

Nadere informatie

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Martijn Souren Ongeveer 7 procent van de werknemers met een verleent zelf mantelzorg. Ze maken daar slechts in beperkte mate gebruik van aanvullende

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 3.2 WORK FIRST (SPORENMODEL)

Afdeling Samenleving Richtlijn 3.2 WORK FIRST (SPORENMODEL) Afdeling Samenleving Richtlijn 3.2 WORK FIRST (SPORENMODEL) Algemeen Met ingang van 1 januari 2004 is de Wet Werk en Bijstand (WWB) in werking getreden. In de WWB staat de eigen verantwoordelijkheid van

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Wet stimulering arbeidsparticipatie

Wet stimulering arbeidsparticipatie Wet stimulering arbeidsparticipatie Op 1 januari 2009 is de Wet stimulering arbeidsparticipatie (STAP) in werking getreden (Stb. 2008, 590 en 591). In deze wet wordt een aantal wijzigingen met betrekking

Nadere informatie

Bijlage als bedoeld in artikel 2 van de Uitvoeringsregels re-integratie Voorziening Omvang en duur Verstrekkingswijze Voorwaarden Aanvraagprocedure

Bijlage als bedoeld in artikel 2 van de Uitvoeringsregels re-integratie Voorziening Omvang en duur Verstrekkingswijze Voorwaarden Aanvraagprocedure Bijlage als bedoeld in artikel 2 van de Uitvoeringsregels re-integratie Voorziening Omvang en duur Verstrekkingswijze Voorwaarden Aanvraagprocedure Loonkostensubsidie Volgens maxima Europese verordeningen:

Nadere informatie

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Gepubliceerd in: Maandblad Reïntegratie nr. 9, 2007, p. 6-10 KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Drs. Maikel Groenewoud 2007 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek MONITOR GEDETINEERDEN MET BIJSTAND, JANUARI - DECEMBER 2001. H.M. Ammerlaan. Divisie SRS Sector SAV

Centraal Bureau voor de Statistiek MONITOR GEDETINEERDEN MET BIJSTAND, JANUARI - DECEMBER 2001. H.M. Ammerlaan. Divisie SRS Sector SAV Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie SRS Sector SAV MONITOR GEDETINEERDEN MET BIJSTAND, JANUARI - DECEMBER 2001 H.M. Ammerlaan Samenvatting: Sommige gedetineerden kunnen het laatste deel van hun

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 2: aanspraken naar herkomst, sociaaleconomische categorie en type Deel 2: huishouden Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije van de Grift De pensioenopbouw

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van de afdeling Beleid, dienst Sociale Zaken en Werk, gemeente Groningen

Uitgevoerd in opdracht van de afdeling Beleid, dienst Sociale Zaken en Werk, gemeente Groningen Meer of Minder Heden Verschillen tussen, en trends in, de verhouding allochtone en autochtone klanten van de dienst SOZAWE Alfons Klein Rouweler Ard Jan Leeferink Louis Polstra Uitgevoerd in opdracht van

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

2. De niet-westerse derde generatie

2. De niet-westerse derde generatie 2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde

Nadere informatie

11. Stijgende inkomens

11. Stijgende inkomens 11. Stijgende inkomens Tussen 1998 en 2000 is het gemiddelde inkomen van niet-westers allochtone huishoudens sterker toegenomen dan dat van autochtone huishoudens. De niet-westerse huishoudens hadden in

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Herintreders op de arbeidsmarkt

Herintreders op de arbeidsmarkt Herintreders op de arbeidsmarkt Sabine Lucassen Voor veel herintreders is het lang dat ze voor het laatst gewerkt hebben. Herintreders zijn vaak vrouwen in de leeftijd van 35 44 jaar en laag of middelbaar

Nadere informatie

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 10-09-2013 Onderwerp: Verlenging tijdelijke dienstverbanden SW NoordWestGroep Conceptbesluit: Samenvatting: NoordWestGroep toestemming

Nadere informatie

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

Weer aan het werk als uitzendkracht: vaker wisseling van baan en sector na werkloosheid Jeroen van den Berg en Hester Houwing (UWV)

Weer aan het werk als uitzendkracht: vaker wisseling van baan en sector na werkloosheid Jeroen van den Berg en Hester Houwing (UWV) Weer aan het werk als uitzendkracht: vaker wisseling van baan en sector na werkloosheid Jeroen van den Berg en Hester Houwing (UWV) Paper voor workshop op NvA/TvA congres 2012 concept, niet citeren zonder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen mei 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2005

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2005 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2005 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen april 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.

Nadere informatie

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Overwerken in Nederland Ingrid Beckers en Clemens Siermann In 4 werkte 37 procent de werknemers in Nederland regelmatig over. Bijna een derde het overwerk is onbetaald. Overwerk komt het meeste voor onder

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB).

Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB). Raadsmemo Datum: 16 juni 2015 Aan: Gemeenteraad van Kopie aan: Van: Voor informatie: Onderwerp: P. van Zwanenburg Hans Tadema, Ontwikkeling Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB). 1. Aanleiding

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Jaarrapportage WWB 2009 Gemeente Ten Boer

Jaarrapportage WWB 2009 Gemeente Ten Boer Jaarrapportage WWB Gemeente Ten Boer Ontwikkeling klantenbestand 5 5 5 5 15 5 1-jan 5 7 7 7 7 1-feb 1-mrt 1-apr 1-mei 1-jun 1-jul 1-aug 1-sep 1-okt 1-nov 1-dec 1-jan Op 1 januari bedraagt het aantal bijstandsdossiers

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Januari 2015 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 1.1 Opzet... 5 1.2 Leeswijzer... 6 2. Inventarisatie medewerkers arbeidsbeperking...

Nadere informatie

Artikelsgewijze. toelichting. Reïntegratieverordening. werk en bijstand

Artikelsgewijze. toelichting. Reïntegratieverordening. werk en bijstand Artikelsgewijze toelichting Reïntegratieverordening werk en bijstand 1 Aanhef en artikel 1 In de aanhef is expliciet gewezen op de EU-verordening betreffende staatssteun, die voorschrijft dat wanneer sprake

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Toelichting. Artikelgewijs. Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Artikel 2 Vrijwilligerswerk. Artikel 3 Proefplaatsingen. Artikel 4 Leerwerkstage

Toelichting. Artikelgewijs. Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Artikel 2 Vrijwilligerswerk. Artikel 3 Proefplaatsingen. Artikel 4 Leerwerkstage Toelichting Artikelgewijs Artikel 1 Begripsomschrijvingen Geen nadere toelichting Artikel 2 Vrijwilligerswerk Het doel van vrijwilligerswerk is de belanghebbende met behoud van uitkering te laten wennen

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Verhuizingen en uitstroom onder WWB-klanten in de deelgemeenten Charlois en Feijenoord. Fred Reelick

Verhuizingen en uitstroom onder WWB-klanten in de deelgemeenten Charlois en Feijenoord. Fred Reelick Verhuizingen en uitstroom onder WWB-klanten in de deelgemeenten Charlois en Feijenoord Fred Reelick Verhuizingen en uitstroom onder WWB-klanten in de deelgemeenten Charlois en Feijenoord Januari 2011 Fred

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten BIJLAGEN Wel of niet aan het werk Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten Patricia van Echtelt Stella Hof Bijlage A Multivariate analyses... 2

Nadere informatie

Evaluatie Premie beleid

Evaluatie Premie beleid RIS127253_29-APR-2005 Evaluatie Premie beleid Maart 2005 Ybeltje Nieuwenhout Inhoud Samenvatting...3 1 Inleiding...5 2 De klant aan het woord...6 2.1 De communicatie...6 2.1.1 Bekendheid...7 2.1.2 De bekendheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 10. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 10. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht circa zeven op de tien

Nadere informatie

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Aan het werk met re-integratieondersteuning Aan het werk met re-integratieondersteuning Vijfmeting, fase 3 29-11-2013 gepubliceerd op cbs.nl Inhoud Inleiding 5 1. Beschrijving van het onderzoek 6 1.1 Populatie 6 1.2 Onderzoeksmethode 7 1.3 Bronnen

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Analyse Wajong en werk

Analyse Wajong en werk Opdrachtgever RWI Analyse Wajong en werk Conclusie Onderzoek Analyse Wajong en werk Einddatum 1 april 2008 Categorie Kenmerken van klanten In opdracht van de RWI heeft het onderzoeksbureau SEO voor Economisch

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december

ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet 2015 Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Alle begrippen

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2006

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2006 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2006 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen juli 2007 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

BUS-E Vervolg Monitor Alleenstaande Ouders

BUS-E Vervolg Monitor Alleenstaande Ouders Rapport BUS-E Vervolg Monitor Alleenstaande Ouders w Lisanne van Koperen Petra Molenaar-Cox Marina Pool 31 augustus 2017 samenvatting In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen 2015. Gemeente Wijdemeren. College van burgemeester en wethouders

Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen 2015. Gemeente Wijdemeren. College van burgemeester en wethouders Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Evaluatie Pilot Sprintbemiddeling Gemeente Houten Alexander Calder UW Reïntegratie

Evaluatie Pilot Sprintbemiddeling Gemeente Houten Alexander Calder UW Reïntegratie Evaluatie Pilot Sprintbemiddeling Gemeente Houten Alexander Calder UW Reïntegratie Looptijd van het contract: 19 april 2004-31 december 2005. Inleiding In dit evaluatierapport beschrijven wij de wijze

Nadere informatie

Maatschappelijk betrokken ondernemen

Maatschappelijk betrokken ondernemen Maatschappelijk betrokken ondernemen Wanneer u een eigen bedrijf heeft, is het steeds een uitdaging om te zorgen dat u competente medewerk(st)ers in dienst neemt. Ook het financiële plaatje is daarbij

Nadere informatie

WERKFIT-TRAJECTEN. SBCM Congres De professional centraal 15 november 2017

WERKFIT-TRAJECTEN. SBCM Congres De professional centraal 15 november 2017 WERKFIT-TRAJECTEN EEN EERSTE INVENTARISATIE SBCM Congres De professional centraal 15 november 2017 AANLEIDING Participatiewet: meer nadruk op doorstroom SER verkenning 2016: Belang van werkfit maken Praktijk

Nadere informatie

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan Aan de gemeenteraad 26 juni 2007 Onderwerp: Ontheffingen arbeidsverplichting WWB 1. Voorstel 1. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan alleenstaande ouders met

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 1. Aanleiding en afbakening Het ministerie van SZW heeft CBS gevraagd door het combineren van verschillende databestanden meer inzicht te geven in de omvang en kenmerken

Nadere informatie

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo)

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo) Analyse: mannelijke studenten op de pabo Mannelijke studenten zijn ondervertegenwoordigd op de pabo s. Bovendien vallen relatief meer mannen uit dan vrouwen. In 2009 was ongeveer 13 procent van de gediplomeerde

Nadere informatie

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over doorstroming bij gesubsidieerde arbeid.

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over doorstroming bij gesubsidieerde arbeid. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Publicatiedatum CBS-website: 16 juli 2007 Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Centraal Bureau voor de Statistiek Samenvatting Op 1 januari 2006 is de nieuwe Zorgverzekeringswet inwerking getreden,

Nadere informatie

EFFECTEN REÏNTEGRATIE VOOR DE BIJSTAND

EFFECTEN REÏNTEGRATIE VOOR DE BIJSTAND RIS154459C EFFECTEN REÏNTEGRATIE VOOR DE BIJSTAND OPDRACHT VOOR DE GEMEENTE DEN HAAG Opdrachtgever Gemeente Den Haag Marcel Spijkerman Datum Juli 2007 Contactpersoon Marcel Spijkerman Adres SEOR, Erasmus

Nadere informatie

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom 08 Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom 08 Henk van Maanen, Mathilda Copinga-Roest en Marleen Geerdinck Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen 2009 Verklaring van tekens.

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2007

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2007 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2007 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen april 2008 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De

Nadere informatie

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand NO: De raad van de gemeente Hoogeveen, gelezen het voorstel van het college van... ; gelet op de Wet werk en bijstand; gezien het advies van de raadscommissie Samenleving; overwegende dat op grond van

Nadere informatie

Eindrapport Sluitende aanpak 2006 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden

Eindrapport Sluitende aanpak 2006 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden Eindrapport Sluitende aanpak 2006 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden Antoinette van Poeijer en Caroline Bloemendal Centraal Bureau

Nadere informatie

Factsheet Wajong: Informatie over Wajonginstroom in 2010

Factsheet Wajong: Informatie over Wajonginstroom in 2010 Regelingen en voorzieningen CODE 1.3.3.23 Factsheet Wajong: Informatie over Wajonginstroom in 2010 bronnen www.uwv.nl/zakelijk/gemeenten, d.d. oktober 2011 In 2013 gaat waarschijnlijk de Wet werken naar

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek Cedris 2013

Individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek Cedris 2013 Rapport WEDEO Inleiding In de rapportage die nu voor u ligt is worden de resultaten getoond van de gegevens die u, samen met de andere deelnemers aan de benchmark, heeft aangeleverd. De gegevens zijn omgezet

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Er is een nieuwe groep van jonge, zeer actieve veelplegers die steeds vaker met de politie in aanraking komt / foto: Pallieter de Boer. Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Jongere veelplegers roeren zich

Nadere informatie

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Gemeente Enschede 2002-2006 Centrum voor Beleidsstatistiek Frank van der Linden, Daniëlle ter Haar Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Beleidsregels Re-integratie Gemeente Borsele 2012

Beleidsregels Re-integratie Gemeente Borsele 2012 Beleidsregels Re-integratie Gemeente Borsele 2012 1 1 Wettelijke grondslag... 3 2 Algemene bepalingen... 3 2.1 Begripsbepalingen... 3 2.2 Prioritering... 3 2.3 Intake / poortwachter... 3 2.4 Diagnosestelling

Nadere informatie

REGIONALE VERSCHILLEN IN HET CARRIÈREVERLOOP VAN SCHOOLVERLATERS

REGIONALE VERSCHILLEN IN HET CARRIÈREVERLOOP VAN SCHOOLVERLATERS REGIONALE VERSCHILLEN IN HET CARRIÈREVERLOOP VAN SCHOOLVERLATERS Notitie Anet Weterings (PBL), Marten Middeldorp (RUG) en Martijn van den Berge (PBL) 15 oktober 2018 Regionale verschillen in het carrièreverloop

Nadere informatie