BIJLAGE Fysiotherapie 2017

Transcriptie

1 BIJLAGE Fysiotherapie Algemeen 1.1 Verwijzing 1. Een verwijzing kent geen maximale geldigheidsduur. De behandeling dient te allen tijde aan te sluiten bij de in de verwijzing genoemde diagnose. 2. De verwijzing bevat minimaal de volgende gegevens: a. (digitale) handtekening en datum van afgifte van de verwijzing; b. de naam, de geboortedatum en het burgerservicenummer (BSN) van de Verzekerde; c. medische indicatie gesteld en ingevuld door de arts. 3. Periodiek overleg gedurende het behandeltraject wordt uitgevoerd conform de richtlijn verslaglegging van de beroepsgroep. 1.2 Erkende kwaliteitsregisters De fysiotherapeut die werkzaam is in een praktijk van de Zorgaanbieder moet voldoen aan de eisen voor inschrijving in een door Zorg en Zekerheid voor de betreffende beroepsgroep goedgekeurd kwaliteitsregister. Deze door Zorg en Zekerheid goedgekeurde registers zijn het Centraal Kwaliteitsregister (CKR) en het Keurmerk Fysiotherapie. Verbijzonderingen moeten zijn vastgelegd in Vektis en het Centraal Kwaliteitsregister (CKR) of het Keurmerk Fysiotherapie. Zorg en Zekerheid behoudt zich het recht voor om gedurende het jaar registers toe te voegen of af te stoten. Het afstoten van een register vindt enkel plaats als een register eenzijdig wijzigingen doorvoert in de criteria waaraan een ingeschreven zorgaanbieder moet voldoen. Als Zorg en Zekerheid een register afstoot, krijgt de zorgverlener twee (2) maanden de tijd om zich bij een door Zorg en Zekerheid goedgekeurd register aan te melden met behoud van de overeenkomst. 1.3 Toepasselijk recht 1. In afwijking van artikel 21 van de Algemene Voorwaarden Zorginkoop Zorg en Zekerheid kunnen de in dat artikel bedoelde geschillen bij voorkeur worden voorgelegd aan een mediator van de Onafhankelijke Geschilleninstantie Zorgcontractering welke is ondergebracht bij het Nederlands Arbitrage Instituut (hierna: Geschilleninstantie). In geval mediation niet kan of niet succesvol is, kan het geschil worden voorgelegd aan een bindend adviseur of aan een arbiter van de Geschilleninstantie. 2. In afwijking van het voorgaande staat het de eisende partij vrij het geschil voor te leggen aan de Burgerlijke Rechter te Den Haag. Bijlage Fysiotherapie

2 2. Selectieve inkoop van fysiotherapie 2.1 Ziekte van Parkinson en Parkinsonismen De behandeling van de ziekte van Parkinson en Parkinsonismen wordt alleen vergoed bij gecontracteerde paramedici die aangesloten zijn bij Parkinsonnet en als zodanig bij Zorg en Zekerheid bekend zijn. 2.2 Claudicatio intermittens De behandeling van claudicatio intermittens wordt alleen vergoed bij gecontracteerde paramedici die aangesloten zijn bij ClaudicatioNet en als zodanig bij Zorg en Zekerheid bekend zijn. Bijlage Fysiotherapie

3 3. Tariefdifferentiatie fysiotherapie Zorg en Zekerheid hanteert in 2017 een gedifferentieerd zorginkoopbeleid. Zorgaanbieders moeten ten minste voldoen aan enkele minimumeisen. Vervolgens worden Zorgaanbieders op basis van aanvullende criteria ingeschaald in één van de vier tariefgroepen. 3.1 Minimumeisen De Zorgaanbieder voldoet ten minste aan de volgende minimumeisen. Deze eisen gelden voor alle fysiotherapeuten die zorg leveren aan onze verzekerden, zowel de praktijkhouders als de fysiotherapeuten in loondienst: - alle fysiotherapeuten zijn BIG-geregistreerd; - alle fysiotherapeuten zijn en blijven als kwaliteitsgeregistreerd ingeschreven in het Centraal Kwaliteitsregister Fysiotherapie (CKR), het Keurmerk Fysiotherapie of een ander door Zorg en Zekerheid aangewezen kwaliteitsregister; - de praktijk werkt met een (elektronisch) patiëntendossier; - de praktijk voldoet aan de inrichtingseisen die door de beroepsvereniging zijn opgesteld; - de praktijk beschikt over een Vecozo-certificaat ten behoeve van digitaal contracteren; - de praktijk heeft een eigen website met daarop ten minste de namen van de zorgaanbieders die bij de praktijk werken, het praktijkadres, het telefoonnummer, de openingstijden, de verbijzonderingen en de klachtenregeling. 3.2 Criteria tariefgroepen 1. Aantal uniek behandelde patiënten van ZenZ KwaliteitZorg Basis KwaliteitZorg 1* KwaliteitZorg 2* KwaliteitZorg 3* Behandelindex 120, nieuwe praktijken, praktijken zonder spiegelinformatie 3. Verbijzondering Geen eisen Minimaal 1 fysiotherapeut heeft een verbijzondering. 4. Mastergeschoolde fysiotherapeut 5. Groepsbehandelingen 6. Bereikbaarheid en openingstijden Minimaal 30% van de fysiotherapeuten heeft een verbijzondering. Minimaal 30% van de fysiotherapeuten heeft een verbijzondering. Geen eisen Geen eisen Geen eisen Minimaal één mastergeschoolde fysiotherapeut in praktijk. Geen eisen Geen eisen Ja Ja Geen eisen Geen eisen Tijdens openingstijden tel. bereikbaar. Ma t/m vr open + 1 dagdeel in avond en/of weekend. Tijdens openingstijden tel. bereikbaar. Ma t/m vr open + 1 dagdeel in avond en/of weekend. 7. Cliënttevreden- Geen eisen Geen eisen Ja Ja. Minimale score 8. heidsonderzoek 8. HKZ/NEN-EN Geen eisen Geen eisen Geen eisen Ja certificering 9. Servicelevel Geen eisen Geen eisen Patiënt kan binnen 48 uur terecht. Patiënt kan binnen 48 uur terecht. 10. Geen eisen Geen eisen Ja Ja Multidisciplinaire samenwerking 11. Eerdere overeenkomst met Zorg en Zekerheid Variabel, zie toelichting Ja. Minimaal één jaar. Ja. Minimaal één jaar. Ja. Minimaal één jaar. Bijlage Fysiotherapie

4 Toelichting op criteria: 1. Om betrouwbare spiegelinformatie te kunnen berekenen is een minimum van 20 verzekerden noodzakelijk. 2. De behandelindex is een maat voor het cijfermatig doelmatig handelen van de praktijk. Deze behandelindex is te vinden in de spiegelinformatie van de praktijk. Deze spiegelinformatie is alleen beschikbaar voor praktijken die minimaal één jaar een overeenkomst met Zorg en Zekerheid hebben en minimaal 20 bij Zorg en Zekerheid verzekerde patiënten behandelen per jaar. De behandelindex wordt bepaald door het werkelijke behandelgemiddelde per behandelreeks af te zetten tegen het verwachte behandelgemiddelde per behandelreeks van de betreffende praktijk. Het verwachte behandelgemiddelde wordt berekend op basis van de leeftijdsopbouw en het geslacht van verzekerden van Zorg en Zekerheid die gebruik hebben gemaakt van fysiotherapie bij praktijken met een overeenkomst. 3. Dit betreft een door de beroepsvereniging erkende verbijzondering, die zichtbaar is in Vektis en op de website van de fysiotherapeut, of een ander, volgens de prestatiebeschrijving geldend en Zorg en Zekerheid goedgekeurd, register. De zorg wordt gedeclareerd via de praktijk. Zorg en Zekerheid erkent de volgende specialisaties: - manueel therapeut; - kinderfysiotherapeut; - oedeemfysiotherapeut; - bekkenfysiotherapeut; - geriatriefysiotherapeut; - psychosomatische fysiotherapeut; - sportfysiotherapeut; - arbeidsfysiotherapeut; - orofaciaal fysiotherapeut. 4. Minimaal één fysiotherapeut in de praktijk heeft met goed gevolg een zorggerelateerde masteropleiding (MSc of drs.) afgerond. 5. De praktijk biedt groepsbehandeling(en) voor minimaal één doelgroep aan. Deze groepsbehandeling voldoet aan de voorwaarden die aan groepszittingen worden gesteld in deze bijlage bij de overeenkomst. Preventieve cursussen of KNGFbeweegprogramma s vallen hier niet onder. 6. De praktijk is tijdens openingstijden telefonisch bereikbaar. Als de telefoon niet beantwoord kan worden, wordt deze doorgeschakeld naar een antwoordapparaat waarop de verzekerde een terugbelverzoek kan achterlaten. De praktijk heeft minimaal één avond- of weekendopenstelling. Een avondopenstelling wil zeggen: minimaal drie aaneengesloten uren na uur. Een weekendopenstelling betekent minimaal drie aaneengesloten uren op zaterdag of zondag. 7. Een cliënttevredenheidsonderzoek (CTO) maakt deel uit van de praktijkvoering. De praktijk peilt systematisch de tevredenheid van patiënten over de mate waarin de praktijk aan hun behoeften en verwachtingen heeft voldaan. Het CTO wordt anoniem uitgevoerd en er is ook aandacht voor het aspect bejegening. De praktijk gebruikt de resultaten van het CTO om de kwaliteit van de zorg en dienstverlening te verhogen. Zorg en Zekerheid behoudt zich het recht voor het kwaliteitsverslag met de resultaten van het CTO op te vragen. KwaliteitZorg 3*-praktijken moeten minimaal een 8 scoren in het CTO (geldt per ). Bijlage Fysiotherapie

5 8. De praktijk heeft een geldig kwaliteitsmanagementsysteem met een HKZ- of NEN-EN certificaat. Hiermee wordt geen audit van een andere zorgverzekeraar bedoeld. Het certificaat is afgegeven vóór en ten minste geldig tot en met a. Dit betreft een HKZ-certificaat voor Extramurale Fysiotherapiepraktijken of Kleine Organisaties afgegeven door de Stichting Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector. b. NEN-EN is ook wel bekend als ISO 9001 voor de zorg. 9. De verzekerde kan binnen 48 uur terecht voor een afspraak. 10. De praktijk heeft structurele samenwerkingsafspraken met andere zorgaanbieders in de eerste en tweede lijn. Hierbij kunt u denken aan aansluiting bij een multidisciplinair netwerk (zoals ParkinsonNet), aansluiting bij een zorggroep, betrokkenheid bij Geïntegreerd Eerstelijns Samenwerkingsverband (GES) of multidisciplinair samenwerken op een andere aantoonbare manier. De samenwerking met een zorggroep of GES is bij voorkeur zichtbaar in Vektis en ook de aansluiting bij een netwerk moet inzichtelijk zijn. Als de multidisciplinaire samenwerking op een andere manier is vormgegeven, moeten de geformaliseerde samenwerkingsafspraken met andere disciplines ook inzichtelijk gemaakt worden. Een IOF- of ander monodisciplinair samenwerkingsverband valt hier niet onder. 11. Nieuwe praktijken (< 1 jaar een overeenkomst met Zorg en Zekerheid) en praktijken zonder spiegelinformatie (nieuw en/of <20 unieke verzekerden van Zorg en Zekerheid) komen alleen in aanmerking voor een KwaliteitZorg Basis overeenkomst. Na 1 jaar kunnen praktijken een aanvraag doen voor een andere tariefgroep. 3.3 Inschaling in een tariefgroep - Praktijken die op 1 januari 2017 minimaal één jaar een overeenkomst met Zorg en Zekerheid hadden worden in een tariefgroep ingedeeld op basis van het aantal behandelde verzekerden en de behandelindex van de periode van 1 april 2015 t/m 31 maart 2016 (referentieperiode, spiegelinformatie 1 e kwartaal 2016). - Voor praktijken die in 2016 in het buitengebied van Zorg en Zekerheid vielen (praktijken met een Z- of ZHKZ-overeenkomst in 2016) is tariefdifferentiatie en spiegelinformatie nieuw. Daarom geldt voor deze praktijken een overgangsperiode indien zij in de referentieperiode een behandelindex hoger dan 120 hadden. Hiermee bieden wij hen de ruimte aan onze eisen te gaan voldoen. Voor inschaling van deze praktijken geldt: 1. Behandelindex in referentieperiode (1 e kwartaal 2016): de praktijk wordt in eerste instantie tijdelijk ingeschaald op basis alle criteria van de tariefgroepen behalve de behandelindex. 2. Behandelindex hoger dan 150 in referentieperiode (1 e kwartaal 2016): de praktijk wordt tijdelijk ingeschaald in tariefgroep KwaliteitZorg basis. Voor beide groepen geldt dat zij op basis van de spiegelinformatie van het 1 e kwartaal van 2017 definitief worden ingeschaald in een passende tariefgroep, of dat de overeenkomst kan worden ontbonden. Dit doen wij volgens de volgende procedure: 1. Indien de behandelindex van het 1 e kwartaal van 2017 voldoet aan het criterium van de tariefgroep, behoudt de praktijk de eerder toegewezen Bijlage Fysiotherapie

6 tariefgroep. Indien de behandelindex hoger is dan het maximum, dan bieden wij de mogelijkheid de overschrijding inhoudelijk te motiveren. Op basis daarvan beslissen wij of wij de tariefgroep aanhouden, wijzigen in een lagere tariefgroep of de overeenkomst opzeggen. 2. Bij een behandelindex boven de 150 zeggen wij de overeenkomst op. - Nieuwe praktijken (<1 jaar overeenkomst) en praktijken met minder dan 20 bij Zorg en Zekerheid verzekerde patiënten in het afgelopen jaar worden ingedeeld in tariefgroep KwaliteitZorg Basis. Zodra praktijken 1 jaar een overeenkomst met Zorg en Zekerheid hebben en in dat jaar 20 of meer unieke verzekerden van Zorg en Zekerheid hebben behandeld, komt er spiegelinformatie beschikbaar. Op basis van de behandelindex in deze spiegelinformatie kunnen praktijken een aanvraag doen voor een wijziging van de tariefgroep. Met praktijken met een behandelindex hoger dan 150 sluiten wij geen overeenkomsten. 3.4 Aanpassing van de tariefgroep tijdens looptijd overeenkomst Praktijken moeten gedurende de gehele looptijd van de overeenkomst voldoen aan de op dat moment geldende criteria van de tariefgroep waarin zij zijn ingedeeld. De praktijk moet Zorg en Zekerheid informeren indien deze situatie gewijzigd is. Indien de zorgaanbieder niet (langer) voldoet aan de criteria van de tariefgroep, dan kan Zorg en Zekerheid de tariefgroep eenzijdig aanpassen. Dit kan positief (een tariefgroep omhoog) en negatief (een tariefgroep omlaag) zijn. Tariefgroepen worden in principe alleen in de toekomst en niet met terugwerkende kracht aangepast. Praktijk voldoet niet meer aan de behandelindex Bij overschrijding van de afgesproken behandelindex bieden wij de kans om langere behandeltrajecten toe te lichten. Indien er sprake was van noodzakelijke zorg, dan kunnen we hiermee rekening houden in onze beoordeling. Als de praktijk echter niet in staat is lange behandeltrajecten inhoudelijk te onderbouwen, dan heeft de overschrijding van de maximum behandelindex gevolgen voor de inschaling van de praktijk in een tariefgroep of kan opzegging van de overeenkomst volgen. 1. Als een praktijk de afgesproken behandelindex (met een maximum van 150) twee opvolgende kwartalen overschrijdt en de lange behandeltrajecten niet afdoende inhoudelijk kan onderbouwen, dan kunnen we besluiten de praktijk met ingang van het kwartaal na het constateren hiervan één tariefgroep lager indelen. Dit kan weer worden hersteld nadat de teruggeplaatste praktijk met de behandelindex gedurende twee opvolgende kwartalen onder de afgesproken behandelindex blijft. Dit herstel vindt ook weer plaats met ingang van het kwartaal na het constateren hiervan. 2. Met praktijken met een behandelindex hoger dan 150 sluiten wij geen overeenkomsten. Als een KwaliteitZorg-praktijk twee opvolgende kwartalen een behandelindex van hoger dan 150 heeft, kunnen we de bestaande overeenkomst met een opzegtermijn van 3 maanden opzeggen. Praktijken komen vanaf 12 maanden na opzegging opnieuw in aanmerking voor een overeenkomst, waarbij sprake moet zijn van een aantoonbare verbetering in de behandelindex. Aanvullend kunnen we besluiten de praktijk terug te plaatsen in tariefgroep of de overeenkomst op te zeggen, bij: - een geconstateerde afwijking in de wijze van declareren van de praktijk waardoor geen of geen juist inzicht in de behandelindex kan worden verkregen Bijlage Fysiotherapie

7 - een geconstateerde afwijking in de wijze van declareren van de praktijk waardoor de behandelindex wordt verlaagd zonder dat de zorgaanbieder aantoonbaar minder behandelingen per patiënt verleent (door bijvoorbeeld het toepassen van meerdere diagnosecodes, of behandelreeksen declareren onder verschillende AGB codes/praktijken). Praktijk voldoet niet meer aan de overige criteria Gedurende het hele jaar kunnen praktijken een aanvraag doen voor een andere tariefgroep omdat er binnen de praktijk iets gewijzigd is ten aanzien van criteria 3 tot en met 10 en de praktijk daarmee in een andere tariefgroep thuishoort. Deze wijziging gaat per het eerstvolgende kwartaal in. Voorbeelden van wijzigingen zijn het wel of niet behalen van een HKZ-certificaat of het aannemen of wegvallen van een mastergeschoolde fysiotherapeut. Zorg en Zekerheid kan een tariefgroep (met terugwerkende kracht) aanpassen indien er wijzigingen zijn geconstateerd die de inschaling beïnvloeden en deze niet (tijdig) door de praktijk zijn doorgegeven. Bijlage Fysiotherapie

8 4. Tarieven vrijgevestigde fysiotherapie De tarieven staan vermeld in de met een wachtwoord beveiligde versie van dit document. Het wachtwoord vindt u in deel I van de overeenkomst. Bijlage Fysiotherapie

9 5. Diagnosecodelijst manuele therapie Zorg en Zekerheid wijst de onderstaande diagnosecodes af in combinatie met een prestatie Manuele Therapie. Dit overzicht is gebaseerd op de domeinbeschrijving Manuele Therapie van de NVMT. xx40 t/m xx48 hoofdgroep hart-, vaat- en lymfeaandoeningen inclusief cardiochirurgie xx50 t/m xx55 hoofdgroep longaandoeningen xx60 t/m xx69 hoofdgroep overige interne aandoeningen, nieuwvormingen (niet chirurgie) xx80 t/m xx89 hoofdgroep symptomatologie, psychosomatiek, urologie, gynaecologie xx90 t/m xx99 hoofdgroep reumatische aandoeningen xx71-xx72-xx73-xx74-xx76-xx77-xx78-xx79 hoofdgroep neurologische aandoeningen, met uitzondering van perifere neurologische aandoeningen en het (pseudo) radiculair syndroom. Bijlage Fysiotherapie

10 6. Voorwaarden vergoeding groepszittingen In het kader van de Zorgverzekeringswet en/of de Aanvullende Verzekeringen die Zorg en Zekerheid voert, is er de mogelijkheid om de aanspraken fysiotherapie, oefentherapie, logopedie en ergotherapie in de vorm van groepszittingen aan te bieden. Groepszittingen kunnen worden geleverd conform de prestatiebeschrijvingen zoals opgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Tevens moet de groepsbehandeling voldoen aan de voorwaarden zoals in dit artikel gesteld. Voorwaarden Een groepsbehandeling is de behandeling in groepsverband van patiënten waarvoor fysiotherapeutische, oefentherapeutische, logopedische of ergotherapeutische behandeling gewenst is. Het gaat hierbij zowel om de behandeling van chronische 1 als niet-chronische aandoeningen, indien van toepassing. Deze voorwaarden zijn niet van toepassing op de KNGF beweegprogramma s en preventieve cursussen die Zorg en Zekerheid vergoedt. Fysiotherapeutische en oefentherapeutische groepszittingen voor behoud of verbetering van de conditie en/of de leefstijl en (medische) fitness vergoedt Zorg en Zekerheid niet. Basisprincipes a) de groepsbehandeling betreft curatieve zorg; b) een Verzekerde die deelneemt aan een groepszitting of -behandeling kan niet op basis van dezelfde indicatie gedurende dezelfde periode waarin de groepsbehandeling wordt verleend tevens individuele paramedische zorg ondergaan, met uitzondering van lid c onder groepsbehandeling. Zorgaanbieder a) de zorgaanbieder werkt conform de zorginhoudelijke richtlijnen van de beroepsgroep; b) de zorgaanbieder heeft een aantekening dan wel een aanvullende cursus gevolgd voor de aandoening waarvoor de groepsbehandeling wordt aangeboden; c) met het oog op de continuïteit zijn binnen de praktijk minimaal 2 fysiotherapeuten, oefentherapeuten, logopedisten en ergotherapeuten aanwezig die voldoen aan de voorwaarden voor het aanbieden van de groepsbehandeling voor een bepaalde doelgroep of de continuïteit van de zorg is geborgd door afspraken met collegazorgaanbieders; d) het behandelproces wordt conform de vigerende Richtlijn Verslaglegging van de beroepsgroep vastgelegd. Groepsbehandeling a) uitgangspunt voor de duur van de behandeling in groepsverband is maximaal drie (3) maanden; b) individuele behandelingen zijn alleen toestaan wanneer deze worden ingezet als beginmeting, tussentijdse evaluatie of eindmeting. De individuele zittingen worden ingezet om, op basis van klinimetrie, de voortgang van de tussendoelen en/of het hoofddoel te toetsen en zo nodig aan te passen. c) voor de doelgroep waarvoor de groepsbehandeling wordt aangeboden is een groepsbehandelprotocol opgesteld; d) de individuele behandelplannen worden uitgebreid met een groepsbehandelplan; 1 Een chronische aandoening is een in, op de dag waarop de gedeclareerde prestatie is geleverd geldende, Bijlage 1 van het Besluit zorgverzekering aangegeven aandoening. Bijlage Fysiotherapie

11 e) het volume en de frequentie van het oefenprogramma moet aansluiten bij de huidige inzichten waarbij ook eigen trainingsactiviteit van de patiënt wordt gevraagd; f) de zorgaanbieder maakt gebruik van klinimetrische testmiddelen; g) de patiënt stemt er bij aanvang mee in het gehele programma af te maken, ongeacht de dekking van zijn verzekering; h) gedurende de behandeling wordt ruim aandacht besteed aan het stimuleren van zelfmanagement; i) de zorgaanbieder stelt schriftelijke informatie 2 over de groepsbehandeling ter beschikking aan de patiënt; j) tijdens de groepsbehandeling is de privacy van de patiënt gewaarborgd; k) in de praktijk is in geval van fysiotherapie of oefentherapie een sociale kaart aanwezig waardoor de zorgaanbieder de patiënt na afloop van de groepsbehandeling advies kan geven over beweegmogelijkheden in de buurt. Praktijkruimte a) het formaat van de praktijkruimte moet toereikend zijn voor het geven van groepsbehandelingen. In geval van fysiotherapie en oefentherapie betekent dit per patiënt een ruimte van minimaal 5 m 2 ; b) indien de richtlijn van de beroepsgroep dit voorschrijft, is er in de praktijk/oefenzaal waar de groepszitting wordt gegeven een AED aanwezig en een medewerker die een AED-training heeft gevolgd. Vergoeding a) de vergoeding van groepszittingen is altijd conform de verzekeringsvoorwaarden van de patiënt. Behandelprotocol In het behandelprotocol van de groepsbehandeling zijn in ieder geval de volgende punten omschreven: a) de diagnose(s) waarvoor de groepsbehandeling wordt aangeboden; b) beschrijving van het behandeldoel en het behandelplan; c) de in- en exclusiecriteria; d) de tijdsduur per sessie, het aantal sessies en de tijdsduur van het traject; e) de groepsgrootte waarin behandeld wordt; f) de verwachte eigen trainingsactiviteit van de deelnemer buiten de contactmomenten met de zorgaanbieder; g) de evaluatiecriteria en de momenten waarop geëvalueerd wordt. 2 Het gaat hierbij om een overzicht van het doel en de opbouw van de behandeling. Bijlage Fysiotherapie

12 7. Fysiotherapie op school Het bieden van fysiotherapie op school is toegestaan indien wordt voldaan aan de richtlijnen die vastgelegd zijn in het vigerende gedragsprotocol Kinderfysiotherapie op het basisonderwijs van de Nederlandse Vereniging voor Kinderfysiotherapie (NVFK). Alleen individuele behandeling op school komt voor vergoeding in aanmerking. Bijlage Fysiotherapie