Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Staphorst, gehouden op dinsdag 22 april 2008 om uur.

Transcriptie

1 VASTGESTELD Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Staphorst, gehouden op dinsdag 22 april 2008 om uur. Aanwezig: Voorzitter : burgemeester J.D. Alssema Griffier : de heer H. van der Meulen Raadsleden : de heren N. Gosker, A. Hekman, H. Koobs, G. Korterink, K. Kuiper, H. Messchendorp, A. den Ouden, K. Slager, J. Spiker, J. Talen, L. Talen, H. Troost, H. Vedder, J. Visscher Wethouders : K. Brand, H. Hutten, S. de Jong Afwezig met kennisgeving: de heren J. Brakke, K. Harke, H. van Lambalgen 01. Opening De voorzitter opent de vergadering met het uitspreken van het ambtsgebed en heet de aanwezigen welkom. Hij deelt mee dat de heer Brakke afwezig is in verband met de geboorte van een dochter. Hij feliciteert de familie Brakke van harte met de geboorte van hun dochter. Verder spreekt hij de heer Van Lambalgen, die op de tribune zit, toe en spreekt de hoop uit dat de heer Van Lambalgen binnenkort weer volop zal kunnen meedraaien in het raadswerk. 02. Vaststelling agenda De raad stelt de agenda ongewijzigd vast. 03. Vragenuurtje De heer J. Talen gaat in op een op 9 april verschenen rapport over de werkwijze van gemeenteraden. In dat rapport zit een aantal conclusies over hoe raden kaderstellend hun controlerende taak invullen. Frappante conclusie is dat de volksvertegenwoordigende rol niet wordt ingevuld. Dat geldt wat hem betreft ook voor deze raad. Hij vraagt hoe en voor welke vergadering dit rapport geagendeerd kan worden. De heer L. Talen gaat in op de inloopavond over de Gemeenteweg en op de manier waarop het parkeren in de nieuwe situatie geregeld gaat worden. Hij vraagt of er na de verbouwing op het voetpad geparkeerd moet worden of op het fietspad. In het laatste geval is er geen goede doorstroming van het verkeer mogelijk. Tijdens de inloopavond is toegezegd dat er gekeken zou worden naar een oplossing. Hij vraagt of die oplossing al bekend is. De voorzitter beantwoordt de vraag van de heer J. Talen. Hij deelt mee dat hij samen met de gemeentesecretaris, griffier en personeelszaken heeft gesproken over hoe om te gaan met de nieuw te benoemen griffier. De gesprekken die de griffier met de diverse fracties heeft gehouden zijn daar ook bij betrokken. Afgesproken is dat men binnenkort met de selectiecommissie om tafel moet om een profielschets voor te bereiden. Het lijkt hem goed dat het rapport dat door de heer Talen is genoemd, besproken wordt in de werkgroep dualisering. Deze werkgroep moet daartoe een datum prikken. Wethouder Brand gaat in op de vraag van de heer L. Talen. Hij merkt op dat het probleem dat benoemd wordt bekend is. Er zijn nogal wat discussies over dit punt gehouden. Het gaat om één bezorgde inwoner die dit steeds naar voren brengt. De Gemeenteweg wordt maar 10cm smaller. Daarnaast komt de fietsstrook en daarnaast het wandelpad. Het is mogelijk om aan één kant van de weg een parkeerverbod in te stellen, maar de winkels moeten wel bereikbaar blijven. Het college wil geen enkel risico lopen en zal, als het nodig is, maatregelen nemen. Desgevraagd deelt hij mee dat het de bedoeling is op de fietssuggestiestrook te parkeren en niet op het voetpad. De heer L. Talen merkt op dat de weg dan 2 meter smaller wordt. Het lijkt hem goed dit in de commissie te bespreken. Wethouder Brand wijst er op dat het besluit genomen is. Het lijkt hem goed gewoon te bezien hoe het straks loopt en als er maatregelen genomen moeten worden dan zal dat bekeken worden. Het lijkt hem niet goed op voorhand besluiten terug te draaien. De heer L. Talen constateert dat de inloopavond gehouden is nadat besluitvorming heeft plaatsgevonden. Hij besluit zijn bijdrage hierover met de woorden: dat moeten we niet weer doen. Hierna beëindigt de voorzitter dit agendapunt.

2 04. Vaststelling notulen vergadering d.d. 25 maart 2008 Bovengenoemd verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 05. Ingekomen stukken en mededelingen Ingekomen stukken De heer J. Talen wil ingekomen stuk nr. 2 niet voor kennisgeving aannemen, maar wil het behandelen in de commissie. De heer Messchendorp concludeert, na het lezen van ingekomen stuk nr. 1, dat het budget leidend is. Het eerste onderzoek loopt en het 2 e onderzoek wordt opgepakt. Naar zijn mening moet de raad daar iets meer aandacht aan besteden. Er komt op deze manier niets van terecht. De voorzitter vindt dit een mooi punt om bij de begrotingsbespreking in juni met elkaar te behandelen. Mededelingen Er zijn geen mededelingen. HAMERSTUKKEN 06. Subsidieaanvraag 2008 ondersteuning mantelzorg 07. Voorbereidingsbesluit Poeleweg 11 te IJhorst 08. Vaststellen bestemmingsplan B.H. Spijkerweg 10 Punthorst BESPREEKSTUKKEN 09. Vaststellen van de verordening Starterslening gemeente Staphorst De heer Gosker brengt het volgende naar voren. De CDA-fractie is blij met dit voorstel en zal uiteindelijk ook wel instemmen. Wij hebben één probleem en dat is de die genoemd wordt in artikel 6 lid 1b. Wij vinden dat een veel te hoog bedrag voor een starter. Een starter die zoveel geld op kan hoesten vinden wij eigenlijk geen starter meer. 2 e argument is dat er 9 woningen verkocht zijn de afgelopen 2 jaar en de prijs lag beneden woningen zijn verkocht voor of minder. Een 3 e argument is dat het Intermonetaire Fonds heeft aangegeven dat de Nederlandse woningen ongeveer 30% te duur zijn. De SGP heeft in de commissie aangegeven dat zij niet aan prijsopdrijving wil doen. Ook zij vonden op dat moment te hoog. Wij vinden dat ook. Er zijn diverse inbreidingslocaties. Wij hebben daarover afgesproken dat 30% van de woningen die daar worden gebouwd starterswoningen zullen zijn van Daar tillen wij zwaar aan. Wij wensen ons dus te houden aan de die wij afgesproken hebben. Een volgend argument is dat in Rouveen de gemeente eigen grond heeft en daar zou op gebouwd kunnen worden. Als VechtHorst 1 woning verkoopt in Staphorst zullen zij 2 nieuwe weer gaan bouwen. Het mes snijdt dus aan 2 kanten. VechtHorst helpt de starters door middel van hun slimmer-koop-regeling. Zij kunnen dan eventueel 2 nieuwe woningen bouwen en dat kan dan weer via de startersregeling zoals de gemeente die nu gaat vaststellen. Wij roepen het college op meer inspanning te verrichten om starterswoningen te (laten) bouwen in Rouveen en in de inbreidingslocaties. Hierna dient hij een amendement in waarvan de tekst als volgt luidt: De raad van de gemeente Staphorst in vergadering bijeen op 22 april 2008 kennis genomen hebbende van het voorstel: Verordening Starterslening gemeente Staphorst constateert dat: het een prima verordening is maar dat de genoemde maximale verwervingskosten van in artikel 6 lid 1 b te hoog zijn om nog over starters te kunnen spreken. Besluit De verwervingskosten van in artikel 6 lid 1 b te verlagen naar maximaal Raadsvergadering d.d. 22 april

3 en gaat over tot de orde van de dag. De heer L. Talen herinnert er aan dat hij in eerste instantie in de commissie fiat heeft gegeven aan het toen voorliggende voorstel. Toen de heer Gosker voorstelde het maximum bedrag van de lening enigszins te verlagen klonk dat hem positief in de oren, want hij is beducht voor een prijsopdrijvend effect. Hoe meer geld de huizenmarkt opstroomt, hoe meer huizen zullen gaan kosten. Ter ondersteuning van die stelling meldt hij dat de Nederlandse Vereniging van Banken heeft gezegd: gezien het tekort aan woningen leiden startersleningen alleen tot hogere prijzen. Het ware probleem nl. te tekort aan huizen, wordt niet aangepakt. Elke keer als meer geld de markt opstroomt, stijgen de prijzen. Ook de Vereniging Eigen Huis zegt: als kopers een financieel steuntje in de rug krijgen, heeft dat een prijsopdrijvend effect. De belangenvereniging pleit voor extra nieuwbouw. In de tussentijd hebben de commissieleden van de wethouder ook nog een onderbouwing gekregen. Daarin worden dezelfde aantallen woningen en bedragen genoemd die de heer Gosker ook noemde. Wat ook meegenomen moet worden is dat de verwervingskosten hoger zijn. Als hij naar kijkt dan zijn er 15 mogelijke gebruikers geweest de afgelopen 2 jaren. De SVN heeft een website gelanceerd waarin staat hoe alle regelingen in elke gemeente zijn. Geen enkele gemeente blijkt een gelijke regeling te hebben. In Zwolle is het maximum bedrag , in Hoogeveen , in Kampen , in Dalfsen , in Nunspeet , in Rijssen-Holten De Tubantia meldt dat er in het afgelopen jaar daar slechts één gegadigde is geweest voor een starterslening. In Rotterdam moet het bedrag liggen tussen de en Het Algemeen Dagblad meldt dat er nog maar 7 mensen blij gemaakt zijn terwijl de gemeente Rotterdam er mee rekende dat er 75 leningen uitgegeven zouden worden. Dit alles betekent dat het bedrag van nog niet zo verkeerd is. Hij zegt benieuwd te zijn naar de animo binnen de gemeente Staphorst voor deze regeling. Hij wil daar dan ook graag door de portefeuillehouder over op de hoogte gehouden worden. De evaluatie over 2 jaar vindt hij tevens erg belangrijk. Hij besluit dat hij instemt met het voorliggende voorstel. De heer Messchendorp wil er zo veel als mogelijk aan doen om de starters in deze gemeente aan een woning te helpen. Al is het thans voorliggende voorstel slechts een magere oplossing om het probleem van de woningnood in de gemeente aan te pakken, toch kunnen alle kleine beetjes helpen. Hij stemt derhalve in met dit voorstel. Zoals hij al zei, ziet hij dit als een magere oplossing voor één van de grootste problemen waar de gemeente op dit moment mee wordt geconfronteerd, sterker nog: mee worstelt. Bij diverse gelegenheden heeft zijn fractie er op aangedrongen dat het college alles uit de kast moet halen om een doorbraak in de woningbouw te forceren. Daarom de vraag: laten we het zo? Zo niet, wat denkt het college dan op korte termijn en daarna op middellange en lange termijn aan dit probleem te doen? Met betrekking tot het amendement deelt hij mee dat hij voorstander is van het bedrag zoals dat in het collegevoorstel is genoemd. De heer J. Talen is van mening dat Staphorst niet achter kan blijven in het rijtje van omliggende gemeenten waar de starterslening al van toepassing is. Landelijk gezien loopt de starterslening niet zo n vaart en het is dus ook de vraag hoe het hier gaat uitpakken. Hij zegt aan te nemen dat het in deze gemeente alleen om nieuwbouw gaat. In Kampen heeft men ook projectmatige nieuwbouw. Dat zou misschien ook in Staphorst van toepassing kunnen zijn de komende jaren. Hij zegt benieuwd te zijn hoe de wethouder tegen projectmatige nieuwbouw aankijkt. Als het gaat om het voorstel het bedrag van naar beneden bij te stellen, vraagt hij welk voordeel dat de gemeente oplevert. Hij denkt dat er wellicht wel meer mensen gebruik kunnen maken van de starterslening, als het bedrag op gehandhaafd wordt. Hij vraagt hoe het college gaat selecteren als er zich 6, 7 of 10 starters aanmelden. Is het een kwestie van wie het eerst komt, het eerst maalt? Tot slot wil hij weten hoe de gemeente vroeg of laat het bedrag weer verrekend krijgt. De heer L. Talen wijst er op dat in de stukken staat dat dit ook voor bestaande bouw geldt en niet alleen voor nieuwbouw. De heer J. Talen deelt mee dat hij zich afvraagt of projectmatige nieuwbouw hier ook niet bij betrokken moet worden. De heer Koobs herinnert er aan dat hij in het verleden er steeds op gehamerd heeft dat er startersleningen zouden moeten komen. Hij is dan ook blij met dit voorstel. In de commissie heeft hij gevraagd naar een Raadsvergadering d.d. 22 april

4 definiëring van het begrip huishouden. Dat is wat verduidelijkt en daar bedankt hij de wethouder voor. Toen dit voorstel in zijn fractie werd besproken, kwam de gedachte naar voren dat iemand die in aanmerking wil komen voor de starterslening, minimaal een jaar in de gemeente zou moeten wonen. De vraag rijst dan hoe wordt omgegaan met studenten die elders zijn gaan wonen en weer terug willen komen. Met betrekking tot de hoogte van het bedrag deelt hij mee dat hij zich daaraan geconformeerd heeft. Er is nu een amendement ingediend o.a. omdat er angst is voor een prijsopdrijvend effect. Als die angst bestaat, dan moeten wij er helemaal niet aan beginnen. Het zal in de praktijk gaan om 6 of 7 mensen die geholpen kunnen worden. Hij kan zich niet voorstellen dat dat een prijsopdrijvend effect heeft. Door de heer L. Talen zijn bedragen genoemd maar uit dat overzicht blijkt dat er verschil is tussen plattelandsgemeenten en stadsgemeenten. Ook blijkt, en daar is hij blij om, dat Dalfsen en Rijssen-Holten vergelijkbaar zijn met Staphorst. Over 2 jaar zal er geëvalueerd worden en het college heeft verder aangegeven over een jaar te zullen rapporteren hoe gebruik gemaakt wordt van de starterslening. Hij gaat van harte akkoord met de invoering van de voorliggende nota. Wethouder De Jong beaamt dat een aantal woningen onder de verkocht is. Het gaat dan om de prijs maar niet om de verwervingskosten; die komen daar nog boven op. Hij vervolgt: Natuurlijk refereren wij aan een woningprijs; die moet niet al te hoog komen te liggen. Aan de andere kant, en dan kijk ik naar de woningvoorraad in onze gemeente, willen wij één ding bevorderen en dat is doorstroming. Dat is de reden om de lat niet te laag te leggen. Hoe lager je de lat legt, (dus hoe eerder men in aanmerking komt voor een starterslening) hoe groter de kans is dat iemand net die duurdere woning kan kopen zodat voor de starters aan de onderkant van de markt weer een woning vrij komt. In Nederland zouden de woningen te duur zijn. Daar zijn echter relativerende opmerkingen bij gemaakt. Zo heeft de IMF bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de renteaftrek die hier geldt. Wij hebben in Staphorst een schrijnende behoefte aan doorstroming naar het segment van en hoger. Op inbreidingslocaties wordt natuurlijk zwaar ingezet om ook minder draagkrachtigen te kunnen bedienen. Dat zal zeker ook gebeuren bij de plannen in Rouveen. Als er wordt gezegd dat het college meer moet doen voor starters, dan is dat een terechte opdracht maar ik vind niet dat het college te weinig doet. Een voorbeeld: wij hebben uitvoerig gediscussieerd over de Kastanjelaan. Het is heel goed mogelijk dat dit op losse schroeven staat omdat de financiële haalbaarheid uit het zicht raakt, met name door de eisen die wij stellen aan de woningen de gebouwd moeten worden voor starters. De discussie over het prijsopdrijvend effect van startersleningen is genoegzaam bekend. Gedeputeerde Rietkerk spreekt over zeldzame onzin. Hij zegt: we hebben het over tienden van procenten van de woningmarkt; nog geen rimpeltje in een glas water. Startersleningen zijn maar een bescheiden onderdeel van het totale plaatje. Als je kijkt naar hypothecaire leningen die zijn weggezet in 2007 dan zijn dat er In dat zelfde jaar heeft de SVN ongeveer startersleningen verstrekt. Op de vraag of een starterslening ook van toepassing is op projectmatig bouwen, antwoordt hij: waarom niet? Als het gaat om de selectie laat hij weten dat wie het eerst komt, het eerst maalt. Wat studenten betreft geldt: weg is weg, maar ik zal het voor de zekerheid nog even checken. Dat is in de regel niet de categorie over wie ik mij het meeste zorgen maak. In 2 e termijn herinnert de heer Messchendorp er aan dat hij gevraagd heeft wat de wethouder van plan is te gaan doen. Daarop is geantwoord dat het college het onderste uit de kan haalt en het voorbeeld is daarbij genoemd van de Kastanjelaan. Er zijn echter ook andere mogelijkheden. Hij herinnert er aan dat hij eerder al heeft aangegeven dat het college zou kunnen proberen versneld in Rouveen of IJhorst iets te doen. De heer Koobs ziet de starterslening als een aanzet waarbij de gemeente iets onderneemt. Laten wij dit zo snel mogelijk gaan doen en niet gaan schrappen in bedragen. De heer J. Talen constateert dat de starterslening van toepassing is op bestaande bouw, op nieuwbouw en op projectmatig bouwen. Hij herhaalt zijn vraag over hoe de gemeente na 3 jaar haar geld weer terug kan krijgen. De heer L. Talen deelt mee dat zijn fractie starters een warm hart toedraagt startersleningen noemt hij meer dan een rimpel in een glas water. Voorts geeft hij aan het zeer te betreuren als het project bij de Kastanjelaan geen doorgang zal vinden. Voor wat betreft studenten merkt hij op dat bij appartementenverkoop dezelfde eis lag en daar mochten studenten wel aan mee doen. De heer J. Talen meent dat de gemeente particulieren die een project willen vormgeven, toch niets kan verplichten. Raadsvergadering d.d. 22 april

5 Wethouder De Jong gaat in op IJhorst en Rouveen. In IJhorst is het college bezig met plannen waarbij gekeken wordt naar starters. Ook in Rouveen is het college bezig met planvorming. De gemeente kan vooral iets doen voor nieuwe locaties buiten Staphorst. De heer Messchendorp vraagt of dat betekent dat de patstelling in Staphorst voorlopig zal blijven bestaan. Wethouder De Jong antwoordt: dat zeg ik niet maar wij hebben juridisch geen mogelijkheden om een einde te maken aan die patstelling. Vervolgens gaat hij in op de vraag over hoe de gemeente het geld terugkrijgt. Het blijkt dat de gemeente ongeveer 80% van het ingelegde geld terugkrijgt. De SVN opent verschillende rekeningen waaronder een interne gemeenterekening. Hij zegt toe hierover nadere informatie per mail te verzenden. Op elk moment kan een gemeente vragen te stoppen. Over die bedragen worden administratiekosten in rekening gebracht maar dat valt te overzien. Hierna gaat de voorzitter over tot stemming. Alleen de fractie van het CDA is voor het amendement en de overige fracties zijn er tegen zodat het amendement is verworpen met 3 stemmen voor en 11 tegen. Met betrekking tot het collegevoorstel wordt zonder hoofdelijke stemming unaniem conform het voorstel besloten. 10. Begrotingswijzigingen Sluiting Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter de vergadering met het uitspreken van het ambtsgebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Staphorst van 27 mei 2008,, voorzitter., griffier. Raadsvergadering d.d. 22 april