Beleidsplan Nieuwe Westerkerk

Transcriptie

1 Beleidsplan Nieuwe Westerkerk

2 Inhoudsopgave I Voorwoord 2 II Inleiding 2 III Geschiedenis; missie en visie 3 IV Eredienst 5 V De ambten in de gemeente en de ambtelijke vergadering 5 VI Jeugd en jongeren 7 VII Pastoraat 8 VIII Diaconaat 8 IX Kerkbeheer / gebouwen / financiën 8 X Gemeenteopbouw, Vorming & Toerusting 9 XI Missionaire activiteiten 9 XII Communicatie 9 XIII Samenvatting beleid / prioriteiten 9 XIV Evaluatie 10 I Voorwoord Dit is het nieuwe beleidsplan van onze wijkgemeente voor de jaren In de afgelopen jaren waren er veel zorgen en spanningen in onze gemeente. Sinds 2012 zijn we vacant. Deze gegevens vormen mede de basis voor ons verlangen naar een goed beleidsplan. Het vorige beleidsplan was een combinatie van beleidsvoornemens en een beschrijving van de gemeente. Omdat deze beschrijving veel overlappingen kende met de plaatselijke regeling hebben we besloten dat het beleidsplan zoveel mogelijk beperkt blijft tot de nieuwe beleidsvoornemens en dat de beschrijving van de gemeente zoveel mogelijk te vinden is in de plaatselijke regeling. Dat betekent dat ook de plaatselijke regeling is geactualiseerd. II Inleiding De Kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland schrijft voor dat de gemeente dient te beschikken over een beleidsplan. Conform de onderstaande ordinanties heeft de kerkenraad het beleidsplan opgesteld: Ordinantie 4.7.1: De kerkenraad heeft tot taak: het vaststellen van het beleidsplan ter zake van het leven en werken van de gemeente. Ordinantie 4.8.5: De kerkenraad stelt telkens voor een periode van vier jaar een beleidsplan op, na daarover overleg gepleegd te hebben met het college van kerkrentmeesters, het college van diakenen en met alle daarvoor in aanmerking komende organen van de gemeente. Elk jaar pleegt de kerkenraad met dezelfde colleges en organen overleg over eventuele wijziging van het beleidsplan. Nadat de kerkenraad het beleidsplan of een wijziging daarvan voorlopig heeft vastgesteld, wordt dit in de gemeente gepubliceerd. De kerkenraad stelt de leden van de gemeente in de gelegenheid hun mening over het beleidsplan of de wijziging kenbaar te maken. Daarna stelt de kerkenraad het beleidsplan of de wijziging vast. Het beleidsplan beschrijft de hoofdlijnen van het beleid voor de jaren Regels en afspraken zijn opgenomen in de plaatselijke regeling. 2

3 Het nieuwe beleidsplan is als volgt tot stand gekomen: de kerkenraad benoemde in december 2011 een commissie om te komen tot herziening van het vorige beleidsplan. Deze commissie bestond uit J. van Dijk (ouderling), A. Molenaar (ouderling-kerkrentmeester), D. Stolk (jeugdouderling), L. Vlastuin (diaken), G.Stougie (gemeentelid, voorzitter). De commissie maakte een stappenplan en overlegde regelmatig met de kerkenraad over de voortgang en de inhoud. In maart 2012 werd aan diverse groepen en personen in de gemeente gevraagd om vreugden en zorgen te benoemen en aandachtspunten aan te dragen voor het nieuwe beleidsplan. Deze aandachtspunten en het overleg met de kerkenraad leidden tot vijf speerpunten voor het nieuwe beleidsplan. Op de gemeenteavond van 11 oktober 2012 werd de gemeente geraadpleegd over het conceptbeleidsplan. Daarna stelde de kerkenraad het nieuwe beleidsplan vast op 19 november De commissie nam als uitgangspunt bij het schrijven van het nieuwe beleidsplan: het beleidsplan is maatstaf en richting voor de plannen van de komende jaren. Het nieuwe beleidsplan behandelt geen actiepunten, maar doelen en richting. Er worden in algemene zin concrete en meetbare doelen vastgesteld, maar deze worden in het beleidsplan zelf niet gekoppeld aan concrete activiteiten. III Geschiedenis; missie en visie III.1 Geschiedenis Eeuwenlang was er één kerk in Capelle aan den IJssel, de Dorpskerk. Aan het einde van de negentiende eeuw was de zondagsschool de enige vorm van geestelijke verzorging in Keeten, het gebied tussen het veer naar Krimpen aan den IJssel en Kralingseveer. In 1901 werd begonnen met Bijbellezingen in de Openbare Lagere School. De belangstelling voor deze Bijbellezingen was zo groot dat er een vereniging werd opgericht tot "Stichting en instandhouding van een lokaal bestemd tot het geven van godsdienstonderwijs te Keeten, gem. Capelle aan den IJssel". Op 26 oktober 1913 werd een gebouw in gebruik genomen; ook ging men op zoek naar een vaste voorganger. Veelal werden kandidaten gevraagd die werden bevestigd tot hulpprediker. Na verloop van tijd werd de naam van de stichting gewijzigd in "Evangelisatievereniging op G.G.". In 1920 werd de vereniging vervangen door een "Vereniging voor geestelijke belangen in de buurtschap Keeten der Hervormde Gemeente te Capelle aan den IJssel." Zo kreeg men meer bevoegdheden rond bijvoorbeeld het regelen van de financiën. Met de verbouwing van de kerk in 1926 werd ook de naam van de vereniging veranderd: "Hervormd-Gereformeerde Evangelisatievereniging." In de dertiger jaren ontstonden moeilijkheden rond de vaste voorganger, J. Kars. Hij werd in 1937 ontslagen en richtte vervolgens een eigen evangelisatievereniging op, die later opging in de Oud Gereformeerde Gemeente. Vanaf 1948 werd door de toen bevestigde predikant gewerkt aan mogelijkheden om de gemeente weer op te bouwen: er werd een acte van opbouw getekend: hierdoor kon, mede gesteund door de nieuwe kerkorde, een begin worden gemaakt met de vorming van een zelfstandige wijkgemeente. Op 6 januari 1952 konden de eerste kerkenraadsleden bevestigd worden. De ontstane wijkgemeente in wording was het officiële begin van de wijkgemeente West. De predikanten die de gemeente hebben gediend: ds. L. Blok ( ); ds. A. Kastelein ( ); ds. E.F. Vergunst ( ); ds. A. de Reuver ( ); ds. J. Maasland ( ); ds. J.C. Schuurman ( ); ds. P.J. den Admirant ( ) en ds. M.F. 3

4 van Binnendijk ( ). De wijkgemeente heeft sinds 1983 als kerkgebouw de Nieuwe Westerkerk aan het Valeriusrondeel. III.2. Missie en visie De gemeente rond de Nieuwe Westerkerk wil een gemeente zijn waarvan gezegd kan worden: En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden. 1 De kerkenraad weet haar visie vertolkt in de volgende artikelen van de Kerkorde: Vanwege Gods genade en krachtens Zijn verbond worden gemeenten vergaderd rondom Woord en sacramenten. Tot een gemeente - en daarmee tot de Protestantse Kerk in Nederland - behoren zij van wie de inlijving in de gemeenschap van de Kerk is bekrachtigd door de heilige doop en die als zodanig zijn ingeschreven als lid van de gemeente. Zij die de doop ontvangen, worden geroepen tot belijden van Jezus Christus en tot verantwoordelijkheid in de gemeente. Gedachtig aan de trouw van de God van het verbond rekent de gemeente voorts tot haar gemeenschap de niet-gedoopte kinderen van gemeenteleden alsmede degenen die blijk geven van verbondenheid met de gemeente. De kerk kent doopleden en belijdende leden. Doopleden, belijdende leden, gastleden, de niet-gedoopte kinderen van gemeenteleden alsmede zij die blijk geven van verbondenheid met de gemeente, worden als zodanig ingeschreven in het register van de gemeente. 2 De gemeente, daartoe begenadigd door de Geest, is geroepen tot de dienst aan het Woord van God in de prediking van het Evangelie en de viering van doop en avondmaal in de openbare eredienst, in de dienst van de gebeden, in de missionaire arbeid, in het diaconaat, in de herderlijke zorg, in de geestelijke vorming en ook in alle andere arbeid tot opbouw van het lichaam van Christus. Alle leden van de gemeente zijn geroepen en gerechtigd hun gaven aan te wenden tot vervulling van de opdracht die Christus aan de gemeente geeft. De gemeente geeft gehoor aan haar roeping door onder leiding van de kerkenraad de samenhang in haar leven en werken te bevorderen en alles te richten op de lofprijzing van de Naam des Heren en de dienst in de wereld. 3 Daarnaast stelt de kerkenraad de volgende kenmerken van de gemeente vast: De Hervormde Wijkgemeente West maakt deel uit van de Hervormde Gemeente in Capelle aan den IJssel in de Protestantse Kerk in Nederland. De wijkgemeente heeft vanuit haar ontstaan en geschiedenis een behoudende signatuur, mede vanwege haar verwantschap met het klassiek gereformeerde belijden: de Apostolische geloofsbelijdenis, de geloofsbelijdenis van Nicea en de geloofsbelijdenis van Athanasius; de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. Zij rekent zich tot de hervormd-gereformeerde modaliteit binnen de Protestantse Kerk in Nederland en weet zich verbonden met andere gemeenten van Gereformeerde Bonds-signatuur. Binnen het gemeenteleven wordt een centrale plaats toegekend aan een Bijbelse prediking in de erediensten, die oproept tot bekering en geloof. Speerpunt 1: De Protestantse Kerk in Nederland is sinds 2004 bezig met het vormen van een eigen identiteit. In de veelkleurigheid van de landelijke kerk zoekt de Nieuwe Westerkerk na 1 Handelingen 2:42 2 Kerkorde art. III 3 Kerkorde art. IV 4

5 een turbulente periode in haar geschiedenis opnieuw naar haar plaats en worteling in de landelijke kerk en in de gereformeerde traditie, met name in de gereformeerde belijdenisgeschriften (de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels). De kerkenraad stemt in met de breder levende wens tot bezinning op de identiteit van de gemeente. Daarom neemt de kerkenraad zich voor te komen tot het formuleren van beleid over de vraag hoe de bespreking van de identiteit van de gemeente gestalte kan krijgen. IV Eredienst De gemeente komt samen om de Heilige Schrift te lezen en de prediking van het Evangelie te horen, voor de bediening en viering van de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal, de dienst van lofzang en gebed en de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid. De gemeente komt samen voor dank- en gebedsdiensten, leerdiensten, trouwdiensten en diensten van rouw en gedenken. De eredienst wordt geleid door hen die daartoe in de Kerkorde zijn aangewezen. De inrichting van de eredienst wordt vastgesteld door de kerkenraad met inachtneming van de bijzondere verantwoordelijkheid van de voorgangers en hen die zorgdragen voor de kerkmuziek. De gemeente komt op zondag tweemaal samen. Zij viert en gedenkt op bijzondere dagen: de komst en de geboorte van Christus, Zijn lijden, sterven en opstanding, Zijn hemelvaart en de uitstorting van de Heilige Geest. De gemeente herdenkt de dag van de kerkhervorming. Speerpunt 2: De kerkenraad maakt zich zorgen over de opkomst van de gemeente in de middagdiensten. De indruk bestaat dat er steeds minder mensen komen. De kerkenraad vraagt zich af of deze indruk met getallen te onderbouwen is; ook vraagt zij zich af wat de oorzaken zijn. De kerkenraad neemt zich daarom voor de opkomst van de gemeente in morgen- en middagdiensten te onderzoeken; de uitkomsten te bespreken; en, indien nodig, te komen tot beleid op dit punt om het kerkbezoek te bevorderen. V De ambten in de gemeente en de ambtelijke vergadering Om de gemeente bij het heil te bepalen en bij haar roeping in de wereld te bewaren is door Christus het openbare ambt van Woord en Sacrament gegeven. Met het oog op deze dienst onderscheidt de kerk: het ambt van predikant, het ambt van ouderling, het ambt van diaken en andere diensten in kerk en gemeente. De ambtsdragers zijn gemeenschappelijk verantwoordelijk voor de opbouw van de gemeente in de wereld door zorg te dragen voor de dienst van Woord en sacramenten, de missionaire, diaconale en pastorale arbeid, de geestelijke vorming, het opzicht, het rentmeesterschap over de vermogensrechtelijke aangelegenheden en andere arbeid tot opbouw van de gemeente. 4 De roeping tot het ambt geschiedt door Christus en door de gemeente. In wijkgemeente West is het dragen van een ambt voorbehouden aan de mannelijke leden van de gemeente. Een ambt kan uitsluitend worden vervuld door hen die daartoe naar de orde van de kerk geroepen zijn, belijdenis van het geloof hebben afgelegd en in het ambt bevestigd zijn. 4 Kerkorde art. V 5

6 De kerkenraad kan besluiten om voor bepaalde onderwerpen en taken gemeenteleden of commissies aan te stellen die voorbereidende en/of uitvoerende werkzaamheden verrichten. V.1. Predikant De predikant is in het bijzonder geroepen tot de bediening van Woord en sacramenten; de verkondiging van het Woord in de wereld; de herderlijke zorg en het opzicht en het onderricht en de toerusting. De verkondiging is een wezenlijk onderdeel van het werk van de predikant. De prediking is het door de Heere Zelf geschonken middel om Zijn heil te verkondigen en de gemeente tot geloof te roepen en te brengen. De verkondiging is allereerst uitleg van de Heilige Schrift. God wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen: maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam. 5 Verkondiging is ook vermaning om bij het geloof te blijven en om in het voetspoor van Christus te gaan en te luisteren naar het onderwijs dat Hij geeft, bijvoorbeeld in de Bergrede. 6 Verkondiging is ook vertroosting voor iedereen, die de Naam van de Heere aanroept en hulp en heil van Hem verwacht. En zie, Ik ben met u al de dagen tot de voleinding van de wereld. 7 Vanuit het onderzoek van het Woord leidt de predikant de gemeente in haar geheel en gemeenteleden afzonderlijk in onderwijzing, vertroosting en vermaning, al naar gelang nodig is. Bovenal verkondigt hij de bekering tot God en de verzoening met Hem door het geloof in Jezus Christus. Bij onderricht en toerusting valt te denken aan (belijdenis-) catechese, kringwerk, gemeenteavonden, de vorming en toerusting van de kerkenraad met betrekking tot het pastoraat en het diaconaat. De predikant ruimt voldoende tijd in voor studie en exegese van het Woord: dat is van grote waarde voor zijn arbeid in prediking en herderlijke zorg. De kerkenraad biedt hem de ruimte en de mogelijkheid om de verplichte en de vrije ruimte voor nascholing te benutten. V.2. Ouderlingen en ouderling-kerkrentmeesters De ouderlingen zijn in het bijzonder geroepen tot de zorg voor de gemeente als gemeenschap; het dragen van medeverantwoordelijkheid voor de bediening van Woord en sacramenten; de herderlijke zorg en het opzicht; en de toerusting van de gemeente tot het vervullen van haar pastorale en missionaire roeping, en zij die daartoe zijn aangewezen, bovendien tot de verzorging van de vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente van niet-diaconale aard. De ouderling is de predikant behulpzaam met goede raad en verleent pastorale zorg aan hen die raad en troost nodig hebben. Het opzicht houden bij het Heilig Avondmaal behoort eveneens tot zijn taak. V.3. Diakenen De diakenen zijn in het bijzonder geroepen tot het inzamelen en uitdelen van de liefdegaven; de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid in gemeente en wereld; de toerusting van de gemeente tot het vervullen van haar diaconale roeping en de verzorging van de vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente van diaconale aard. 5 Evangelie van Johannes hfd.20:31 6 Evangelie van Mattheüs hfd Evangelie van Mattheüs hfd.28:20 6

7 De diaken dient te onderscheiden waar nood is, en met een bewogen hart de uitdeling te verzorgen. Hij gaat voor in het dienen, opdat de gehele gemeente haar roeping in deze leert verstaan. Het dienen bij het Heilig Avondmaal behoort eveneens tot zijn taak. V.4. De kerkenraad De kerkenraad wordt gevormd door de bij de gemeente dienstdoende predikant, de ouderlingen en de diakenen. De kerkenraad bestaat uit een aantal leden, dat in overleg met de Hervormde Algemene Kerkenraad is vastgesteld. De kerkenraad geeft leiding aan het leven en werken van de gemeente. De kerkenraad kan, onder behoud van zijn uiteindelijke verantwoordelijkheid, de zorg voor de opbouw van de gemeente delen met door hem in te stellen werkgroepen. Het moderamen wordt gevormd door de predikant, de voorzitter van de kerkenraad, de scriba, een diaken en een ouderling-kerkrentmeester. VI Jeugd en jongeren Ten behoeve van het wijkgerichte jeugdwerk heeft de kerkenraad twee jeugdouderlingen benoemd. De jeugdouderlingen adviseren de kerkenraad op het gebied van het jongerenwerk en begeleiden de dagelijkse gang van zaken binnen het jeugdwerk. Zij signaleren problemen of knelpunten en proberen daarvoor oplossingen aan te dragen. De jeugdouderlingen onderhouden namens de kerkenraad contact met de clubs en verenigingen en het catecheseteam. VI.1 Oppasdienst Tijdens de erediensten is er crèche voor de kleine kinderen van de gemeente. Een aantal gemeenteleden verzorgen bij toerbeurt de oppas. VI.2 Zondagsschool Via de zondagsschool worden kinderen ook bij de eredienst betrokken. Er is een verwerkingsblad of een boekje met vragen bij de leiding van de zondagsschool beschikbaar. VI.3 Activiteiten voor jeugd en jongeren Het is het verlangen van de kerkenraad dat de kinderen en de jongeren door actuele of aansprekende voorbeelden bij de preek betrokken worden. Een preek of een thema kan op de clubs worden behandeld of thema s van clubs en verenigingen in de preek. Communicatie tussen clubleiding en predikant is daarbij van belang. Kinderen en jongeren krijgen speciale aandacht in de middagdienst van de Biddag en de Dankdag en bij de opening en sluiting van het winterwerk. De volgende jeugdclubs en jeugdverenigingen zijn actief: De Toevlucht voor kinderen van 7 en 8 jaar De Regenboog voor kinderen van 9 en 10 jaar De Brug voor kinderen van 11 en 12 jaar De Ankerplaats voor jongeren van jaar De Bird voor jongeren vanaf 16 jaar De 20-plus club (dit is een vereniging in ruste omdat er te weinig leden zijn) Speerpunt 3: De kerkenraad is overtuigd van het belang van de aanwezigheid van kinderen en jongeren in de gemeente: zij zullen gaandeweg meer verantwoordelijkheid dragen, in de toekomst de ambten vervullen en de gemeente in stand houden. De kerkenraad wil meer 7

8 visie ontwikkelen op de plaats van kinderen en jongeren tot ongeveer 30 jaar, zowel op de actief meelevende kinderen en jongeren als op degenen die niet of nauwelijks betrokken zijn bij de gemeente. De kerkenraad neemt zich daarom voor zich te bezinnen op de plaats die kinderen en jongeren nu in de gemeente innemen: te onderzoeken waar leemten zitten in visie of organisatie: op grond van deze bezinning te komen tot concrete beleidsvoornemens en /of activiteiten. De kerkenraad wil zich in de komende periode met name richten op de rol en de taak van de catechese en het jeugdwerk. VII Pastoraat De pastorale zorg voor de gemeente geschiedt door of onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad. Predikant en ouderlingen brengen bezoeken aan gemeenteleden, waarbij met name aandacht wordt besteed aan zaken als het persoonlijke geloofsleven, het samen gemeente-zijn, de vruchten van de prediking, het gebruik van de sacramenten, het gezinsleven rondom Bijbel en eredienst. De predikant houdt zich o.a. bezig met crisispastoraat. Andere vormen van pastoraat in de gemeente zijn het ziekenpastoraat en ouderenpastoraat. Predikant en ouderlingen komen regelmatig bijeen om de pastorale zorgen en noden binnen de gemeente te bespreken, met het oog op onderlinge toerusting en uitwisseling van pastorale ervaringen binnen de gemeente. Ook wordt aandacht besteed aan de toerusting van de ouderlingen voor hun pastorale taak. VIII Diaconaat De diakenen in de gemeente dragen zorg voor de dienst der barmhartigheid en gerechtigheid vanuit het Evangelie. Deze dienst krijgt onder meer gestalte in het verlenen van bijstand, verzorging of bescherming aan hen die dit behoeven en het verrichten van bepaalde taken op diaconaal terrein. De diakenen betrachten barmhartigheid, niet alleen met stoffelijke middelen, maar ook door middel van het aanreiken van de boodschap van het Evangelie. Naast de zorg voor de eigen kerkelijke gemeente worden ook landelijke organisaties en instellingen gesteund die vanuit Gods Woord activiteiten ontplooien op diaconaal gebied in binnen- en buitenland. IX Kerkbeheer / gebouwen / financiën De zorg en verantwoordelijkheid voor alle vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente berust bij de kerkenraad. De kerkenraad vertrouwt de verzorging van de nietdiaconale vermogensrechtelijke aangelegenheden toe aan de ouderlingen-kerkrentmeester. De kerkrentmeesters zorgen voor de financiering van mensen voor prediking, pastoraat en overige taken in de gemeente; de beschikbaarheid, de financiering en het onderhoud van gebouwen voor de erediensten en kerkelijke activiteiten en van de pastorie; het (doen) bijhouden/beheren van registers, archieven en verzekeringspolissen; het verwerven van geldinkomsten. X Gemeenteopbouw, Vorming & Toerusting Onder Gemeenteopbouw en Vorming & Toerusting vallen alle activiteiten die bijdragen aan de versterking van het geloofsleven van de gemeente en van de onderlinge band: de catechese; de commissie Kerk & Israël; de kringen en verenigingen. De Nieuwe Westerkerk onderstreept het belang van Art.I-7 in de Kerkorde: De kerk is geroepen gestalte te geven aan haar onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël. Als 8

9 Christus-belijdende geloofsgemeenschap zoekt zij het gesprek met Israël inzake het verstaan van de Heilige Schrift, in het bijzonder betreffende de komst van het Koninkrijk van God. Kringen en verenigingen krijgen de komende jaren aandacht in diverse speerpunten. XI Missionaire activiteiten De gemeente is vanwege haar missionaire opdracht in heel haar bestaan gericht op getuigenis en dienst aan hen die het Evangelie niet kennen of daarvan vervreemd zijn, opdat ook zij delen in het heil in Jezus Christus. Onder de missionaire activiteiten van de gemeente worden gerekend: de activiteiten van de commissie Kerk voor de Buurt en de zendingscommissie. Speerpunt 4: De kerkenraad is overtuigd van het belang van missionaire activiteiten door de gemeente. Daarom neemt de kerkenraad zich voor de commissie Kerk voor de Buurt te begeleiden en te steunen bij het ontwikkelen van visie op missionair werk en bij het ontplooien van activiteiten. De kerkenraad denkt na over het aanstellen van een ambtsdrager en/of gemeentelid voor gemeenteopbouw. XII Communicatie In de communicatie naar de gemeente dient de kerkenraad een open en transparant beleid te voeren. De volgende communicatiemiddelen worden gebruikt: - KerkNieuws, een uitgave van de hervormde en gereformeerde kerken in Capelle aan den IJssel - periodiek een informatiebrief - de website - de lokale omroep Speerpunt 5: De kerkenraad is zich bewust van het belang van een goede communicatie tussen kerkenraad en gemeente en in de gemeente. Daarom neemt de kerkenraad zich voor visie op goede communicatie te ontwikkelen en activiteiten te ontplooien die de aandacht voor en betrokkenheid op elkaar verbeteren. XIII Samenvatting beleid / prioriteiten De kerkenraad is, na raadpleging van verschillende gemeenteleden en diverse geledingen uit de gemeente gekomen tot het formuleren van de volgende speerpunten voor het beleidsplan : Speerpunt 1: De Protestantse Kerk in Nederland is sinds 2004 bezig met het vormen van een eigen identiteit. In de veelkleurigheid van de landelijke kerk zoekt de Nieuwe Westerkerk na een turbulente periode in haar geschiedenis opnieuw naar haar plaats en worteling in de landelijke kerk en in de gereformeerde traditie, met name in de gereformeerde belijdenisgeschriften (de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels). De kerkenraad stemt in met de breder levende wens tot bezinning op de identiteit van de gemeente. Daarom neemt de kerkenraad zich voor te komen tot het formuleren van beleid over de vraag hoe de bespreking van de identiteit van de gemeente gestalte kan krijgen. Speerpunt 2: De kerkenraad maakt zich zorgen over de opkomst van de gemeente in de middagdiensten. De indruk bestaat dat er steeds minder mensen komen. De kerkenraad 9

10 vraagt zich af of deze indruk met getallen te onderbouwen is; ook vraagt zij zich af wat de oorzaken zijn. De kerkenraad neemt zich daarom voor de opkomst van de gemeente in morgen- en middagdiensten te onderzoeken; de uitkomsten te bespreken; en, indien nodig, te komen tot beleid op dit punt om het kerkbezoek te bevorderen. Speerpunt 3: De kerkenraad is overtuigd van het belang van de aanwezigheid van kinderen en jongeren in de gemeente: zij zullen gaandeweg meer verantwoordelijkheid dragen, in de toekomst de ambten vervullen en de gemeente in stand houden. De kerkenraad wil meer visie ontwikkelen op de plaats van kinderen en jongeren tot ongeveer 30 jaar, zowel op de actief meelevende kinderen en jongeren als op degenen die niet of nauwelijks betrokken zijn bij de gemeente. De kerkenraad neemt zich daarom voor zich te bezinnen op de plaats die kinderen en jongeren nu in de gemeente innemen: te onderzoeken waar leemten zitten in visie of organisatie: op grond van deze bezinning te komen tot concrete beleidsvoornemens en /of activiteiten. De kerkenraad wil zich in de komende periode met name richten op de rol en de taak van de catechese en het jeugdwerk. Speerpunt 4: De kerkenraad is overtuigd van het belang van missionaire activiteiten door de gemeente. Daarom neemt de kerkenraad zich voor de commissie Kerk voor de Buurt te begeleiden en te steunen bij het ontwikkelen van visie op missionair werk en bij het ontplooien van activiteiten. De kerkenraad denkt na over het aanstellen van een ambtsdrager en/of gemeentelid voor gemeenteopbouw. Speerpunt 5: De kerkenraad is zich bewust van het belang van een goede communicatie tussen kerkenraad en gemeente en in de gemeente. Daarom neemt de kerkenraad zich voor visie op goede communicatie te ontwikkelen en activiteiten te ontplooien die de aandacht voor en betrokkenheid op elkaar verbeteren. XIV Evaluatie van beleidsvoornemens De kerkenraad evalueert jaarlijks de uitvoering van de vastgestelde beleidsvoornemens en de mate waarin zij zijn gerealiseerd. Zij legt verantwoording af aan de gemeente over de voortgang van de realisatie van de beleidsvoornemens. Dit beleidsplan is vastgesteld door de wijkkerkenraad op 19 november Namens de kerkenraad der Hervormde wijkgemeente West te Capelle aan den IJssel, F. Pals, voorzitter H.J. Goudriaan, scriba 10