Subsidiebeleidskader. Gemeente Leidschendam-Voorburg

Transcriptie

1 Subsidiebeleidskader Gemeente Leidschendam-Voorburg

2 Inhoud Inleiding Sociale structuur Behoud van een goed voorzieningenniveau Professioneel beheer en exploitatie wijk- en dienstencentra Kunst en cultuur Een sterk opvoedkundig klimaat in gezinnen, wijken, op scholen, peuterspeelzalen en in de kinderopvang Voor- en vroegschoolse educatie, Lokale Educatieve Agenda Brede school Opvangklas nieuwkomers Jongeren verlaten het onderwijs met een startkwalificatie Reboundvoorziening Een vitale bevolking Sportstimulering Sporten met een beperking Stimulering vrijwillige inzet Sociale samenhang in wijken en buurten Buurtcoördinatie/Wijkopbouwwerk Buurtcohesie Sociale ondersteuning Zoveel mogelijk inwoners die op eigen kracht, of met hulp uit hun omgeving, meedoen in de samenleving Ondersteuning kwetsbare inwoners Mantelzorg ondersteuning Informele zorg Ontmoetingscentra zorg en ondersteuning Professionele personenalarmering

3 2.1.6 Huishoudelijke hulp terminaal zieken Participatieraad maatschappelijke ondersteuning en sociale zaken Opvoed- en opgroeiondersteuning (Centra voor Jeugd en Gezin) Wettelijk basistakenpakket (BTP) Jeugdgezondheidszorg voor kinderen van -9 maanden tot 19 jaar Een helder, toekomstbestendig model voor de toegang tot ondersteuning; Cliëntondersteuning Specialistische toegangsexpertise Integrale Vroeghulp Een samenhangend aanbod van ondersteuning en zorg voor inwoners die het op eigen kracht niet redden Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) Noodopvang dakloze gezinnen Schuldhulpverlening Antidiscriminatievoorziening Slachtofferhulp Groene woongemeente Recreatief landschap buitengebied Duurzame ontwikkeling Cultuur (historisch) erfgoed Adviescommissie Woningbouw en Woonomgeving Economie en ruimtelijke kansen Recreatie en toerisme (Evenementen) Ondernemersfonds Bestuur, organisatie en veiligheid adequaat veiligheidsniveau in openbaar gebied Vlietland

4 Inleiding Voor u ligt het subsidiebeleidskader van de gemeente Leidschendam-Voorburg. Dit subsidiebeleidskader vervangt het huidige subsidiebeleidskader Aanleiding Per 1 januari 2015 is de transitie, de uitbreiding van het gemeentelijke takenpakket voor vrijwel de gehele maatschappelijke ondersteuning, een feit. De transitie ging om het voorbereiden op de uitvoering van nieuwe wettelijke taken en verantwoordelijkheden van de gemeente in het sociaal domein. Deze zijn verankerd in de beleidsplannen en verordeningen. Nieuwe verantwoordelijkheid De overheveling van taken vanuit het rijk en provincie naar gemeente is geen doel op zich. Het rijk streeft een verandering, transformatie van het sociaal domein na. Gemeenten staan voor de opgave een meer samenhangend aanbod van zorg en ondersteuning dicht bij de burgers te organiseren tegen minder kosten. Hierbij moet een stapeling van zorg en overheidssteun worden voorkomen, de participatie van burgers vergroot en de dienstverlening aan kwetsbare burgers verbeterd. Met deze verandering is een voorzichtige start gemaakt. Sturen op het proces Wij onderscheiden vier ontwikkelrichtingen waar de transformatie om draait. Deze ontwikkelrichtingen zijn niet nieuw. In eerder vastgestelde beleidsdocumenten zijn ontwikkelingen geschetst en richtinggevende uitspraken gedaan. A Van categoraal naar integraal Het ondersteuningsaanbod is samenhangend en een combinatie van lichte en zwaardere ondersteuning op meerdere levensdomeinen. B Van curatief naar preventief Om te waarborgen dat er minder aanspraak gemaakt wordt op zwaardere vormen van curatieve ondersteuning vraagt dit om preventieve vormen van ondersteuning. Inzet is dat de ondersteuning altijd passend is bij de situatie. Zwaar indien noodzakelijk en licht als dit mogelijk is. C Van zorgen voor naar helpen zorgen dat Ondersteuning is er op gericht dat inwoners zoveel mogelijk zelfstandig of met hulp van hun directe omgeving kunnen meedoen. De gemeente helpt zorgen dat dit mogelijk is. D Van hoe naar wat De gemeente bepaalt niet langer vooraf hoe de ondersteuning vorm gegeven moet worden, maar benoemt gezamenlijk met de betrokken aanbieders het te behalen resultaat, het wat. 3

5 Vertaling naar subsidiebeleidskader Genoemde ontwikkelingen hebben geleid tot de contourennota vrij toegankelijke voorzieningen als eerste stap in deze transformatie. Uitkomsten volgend uit de contouren voor vrij toegankelijke voorzieningen zijn in het subsidiebeleidskader verwerkt. Daarnaast is ook de cultuurvisie verwerkt en zijn, als gevolg van landelijke of lokale ontwikkelingen, onderdelen toegevoegd. Het subsidiebeleidskader bevat het beleidskader van al het door de Raad vastgestelde beleid op grond waarvan subsidies kunnen worden verstrekt. Het subsidiebeleidskader is grotendeels opgesteld volgens de indeling van de programmabegroting Op sommige punten zijn er verschuivingen ten opzichte van de programmabegroting omdat de subsidiegrondslag inhoudelijk beter onder een ander hoofdstuk of paragraaf valt. In dit subsidiebeleidskader vindt u per beleidsonderdeel de volgende indeling: - de doelstelling van het subsidiebeleid voor het beleidsonderdeel: Wat wil de gemeente bereiken? - de subsidiabele activiteiten: Welke activiteiten komen voor subsidiëring in aanmerking? - de subsidiecriteria (indien van toepassing): Aan welke specifieke eisen moet een subsidieaanvrager voldoen om voor subsidiëring in aanmerking te komen? - de subsidiegrondslag: de subsidieaanvrager krijgt een: o bijdrage in de kosten van de activiteiten; o bijdrage in de exploitatie; o subsidie volgens vastgestelde norm. - een opmerking (indien van toepassing). De Transformatie in subsidiekader, subsidiebeschikking en verantwoording De uitgangspunten van de transformatie vragen veel aan aanbieders op het terrein van samenwerking en innovatie binnen het sociaal domein. In dit subsidiebeleidskader is bij de aandachtsgebieden zorg en maatschappelijke ondersteuning in de criteria daar e.e.a. over opgenomen. en de beleidsdoelen, van de contourennota, worden jaarlijks in de subsidiebeschikkingen verder geconcretiseerd in voorwaarden, prestatieafspraken en resultaatsverplichtingen. Verantwoording leggen de meeste partners jaarlijks bij de subsidievaststelling af. Komend jaar zal voor meer partners de voorwaarde worden opgenomen om ook een tussentijdse verantwoording over de prestaties te leveren. De afspraken over verantwoording liggen vast in de Algemene subsidie Verordening. Art 15 beschrijft de Tussenrapportage en artikel 17 de verantwoording bij subsidievaststelling. Een verantwoordingsverslag moet in ieder geval het volgende bevatten: - Een vergelijking tussen de nagestreefde en gerealiseerde doelstellingen en activiteiten en een toelichting op de verschillen; 4

6 - Een overzicht van de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten. Bij een besluit tot subsidievaststelling wordt dus goed bekeken of alle activiteiten zijn uitgevoerd. Indien dit niet het geval is wordt subsidie teruggevorderd. Voor aanbieders buiten het veld van maatschappelijke ondersteuning maar binnen het sociale domein geldt eveneens dat initiatieven een bijdrage kunnen leveren aan de transformatie van het sociaal domein. Ook bij hen geldt dat samenwerking met andere partners en innovatie op de activiteiten binnen het sociaal domein wordt gestimuleerd en waar mogelijk in de subsidiebeschikking wordt geconcretiseerd. Het subsidiebeleidskader is een dynamisch document. Wanneer er door de raad een beleidsnota wordt vastgesteld op basis waarvan subsidie kan worden verstrekt, wordt ook het subsidiebeleidskader geactualiseerd. 5

7 1 Sociale structuur 1.1 BEHOUD VAN EEN GOED VOORZIENINGENNIVEAU Professioneel beheer en exploitatie wijk- en dienstencentra Het professionele beheer en de exploitatie van wijk- en dienstencentra ten dienste van maatschappelijke activiteiten. Activiteiten die onder beheer van een wijk- en dienstencentrum worden verstaan: Verantwoordelijkheid voor de toegankelijkheid van het gebouw. Dagelijks onderhoud (kleine reparaties en schoonmaak). Afsluiten van de benodigde verzekeringen. Aanvragen en verkrijgen van de benodigde vergunningen voor het gebouw, de exploitatie en de activiteiten die in het gebouw plaatsvinden. Beheer van de bar. Programmering van activiteiten in de beschikbare ruimtes van het centrum (agendabeheer). Onder exploitatie van een wijk- en dienstencentrum wordt verstaan: Verantwoordelijkheid voor een optimaal gebruik van de beschikbare ruimtes in het centrum. Bijdragen aan het economisch rendement van het gebouw door de beschikbare ruimte zoveel mogelijk onder te verhuren. Verantwoordelijkheid voor de exploitatie van de bar. Exploitatie en beheer worden uitgevoerd volgens de principes van sociaal beheer. Activiteiten die in de centra plaatsvinden zijn o.a. gericht op het gebied van ontmoeting, sport, cultuur, recreatie, laagdrempelige dagbesteding en educatie. Activiteiten dragen bij aan het (sociaal) welbevinden en zijn gericht op eenzaamheidsbestrijding, het versterken van de sociale cohesie en onderlinge betrokkenheid in de buurt. Voorkomen van oneigenlijke concurrentie met horecagelegenheden. Een bijdrage in de exploitatie. 6

8 1.1.2 Kunst en cultuur Kunst en cultuur hebben effect op de leefbaarheid en uitstraling van de gemeente en daarmee op de woonaantrekkelijkheid. Wij stimuleren een gevarieerd aanbod van culturele voorzieningen die: De bekendheid van de gemeente vergroten. Creativiteit met name onder jongeren vergroot. Voor een breed publiek toegankelijk zijn. Onze rol is vooral faciliterend. We stimuleren samenwerking tussen instellingen breed in het sociaal domein. Wij hechten aan het behoud van cultureel erfgoed en historie Amateuristische kunstbeoefening De bevordering en instandhouding van een toegankelijk en breed activiteitenaanbod op het gebied van amateuristische kunstbeoefening. De subsidiabele activiteiten zijn in drie subcategorieën onder te verdelen: Instrumentale muziekbeoefening. Vocale muziekbeoefening. Dramatische expressie. Een combinatie van vorming in en beoefening van één van de kunstdisciplines op amateuristische grondslag. Een minimaal aantal optredens/producties per jaar, verschillende per subcategorie. - Instrumentale muziekbeoefening: tenminste twee optredens per jaar binnen de gemeentegrenzen. - Vocale muziekbeoefening: tenminste één optreden per jaar binnen de gemeentegrenzen. - Dramatische expressie: tenminste twee producties per jaar binnen de gemeentegrenzen. Een bijdrage volgens een vastgestelde norm Een bedrag per jeugdlid (21 jaar) en of een bedrag per lid Een bijdrage in de kosten van de activiteiten Een bedrag voor één of twee jaarlijkse optredens 7

9 Een bijdrage in de exploitatie Uitsluitend dramatische expressie: 50% van de kale huur of netto hypotheeklasten en/of erfpacht of huur. Opmerking De instellingen voor dramatische expressie dienen schriftelijk toestemming aan het college te vragen voor alle handelingen met betrekking tot de accommodatie die consequenties kunnen hebben voor de hoogte van de subsidie voor hun accommodatie in volgende jaren. 8

10 Musea (Inter)nationaal positioneren van het merk Huygens. Het verwerven, behouden, onderzoeken, presenteren, documenteren en bekendheid geven aan de materiële en immateriële getuigenissen van de mens en zijn omgeving, in het bijzonder van de regio Leidschendam-Voorburg, voor doeleinden van studie, educatie en genoegen. Verwerven: het tijdelijk of permanent in bruikleen of eigendom aanvaarden van objecten. Behouden: alle maatregelen die nodig zijn om het object zodanig te bewaren dat het zo optimaal mogelijk als museumobject kan functioneren. Hiertoe behoren preventieve en actieve conserveringshandelingen, restauratie, veiligheidszorg en informatiebeheer. Onderzoeken: het actief zorg dragen voor onderzoek naar de collectie evenals het borgen en overdragen van kennis over de collectie en vaardigheden met betrekking tot instandhouding en gebruik van de collectie. Documenteren: het vastleggen van primaire en secundaire (meet)resultaten over de collectie en instelling. Positionering van de iconen die de bekendheid van de gemeente vergroten. Vooral de iconen van de jonge en komende generaties verdienen ondersteuning waardoor een grotere bekendheid en toestroom van bezoek ontstaat. Presenteren en bekendheid geven aan zowel de permanente als de tijdelijke collectie: zowel materieel als virtueel, toegankelijk maken van de collectie en informatie geven over de collectie. Dit in dialoog met belanghebbenden. Activiteiten voldoen zoveel mogelijk aan de museumnorm van het landelijke Museumregister. Minimaal twee tentoonstellingen per jaar. Samenwerking met andere (culturele) instellingen en of stakeholders om activiteiten effectief en efficiënt uit te voeren. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 9

11 Bibliotheek De Bibliotheekfunctie biedt aan de inwoners van Leidschendam-Voorburg de mogelijkheid tot zelfontplooiing, verbeelding en ontwikkeling en levert een bijdrage aan de maatschappelijke samenhang. De uitvoering van de vijf kernfuncties uit de landelijke Richtlijn voor basisbibliotheken: - Kennis en informatie. - Ontwikkeling en educatie. - Kunst en cultuur. - Lezen en literatuur. - Ontmoeting en debat. Uitvoering van de lokale speerpunten: - Digitale dienstverlening. - Leesbevordering. - Bestrijden van laaggeletterdheid. Vestigingen in de gemeente Leidschendam-Voorburg. Samenwerking met andere instellingen uit het sociaal domein. Certificering op basis van de Certificeringnorm Openbare Bibliotheken. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. Opmerking Momenteel wordt een onderzoek uitgevoerd naar de toekomst van de bibliotheek in brede zin. Uitkomsten van dit onderzoek kunnen tot wijzigingen van dit subsidiekader leiden. Indien nodig wordt bij de besluitvorming een wijziging op de bovenstaande tekst vastgesteld. 10

12 Media Het aanbieden van een op de lokale situatie gericht aanbod van radio- en televisieprogramma s, kabelkrant en website. Het maken van radio- en televisieprogramma s op het gebied van informatie, cultuur, educatie, economie, werkgelegenheid en amusement, specifiek gericht op de plaatselijke inwoners. Het verzorgen van een kabelkrant en website. Het ondersteunen van de gemeente op het gebied van informatievoorziening aan het publiek middels broadcasting en narrowcasting. Activiteiten voldoen aan de eisen van de Mediawet en het Commissariaat voor de Media. Activiteiten en programma s zijn in het bijzonder gericht op de gemeente Leidschendam- Voorburg; Inwoners worden in de gelegenheid gesteld om hun mening kenbaar te maken over de samenstelling van het zenderpakket voor radio en televisie. Een bijdrage in de kosten volgens een vastgestelde norm. Opmerking De gemeente onderzoekt of de concessie middels een subsidie gefinancierd moet blijven. Mogelijk zal dit wijzigen naar een publiek private overeenkomst. Op dat moment vervalt dit onderdeel van het kader. 11

13 Cultuureducatie Het bevorderen van de belangstelling voor en deelname aan culturele activiteiten in diverse disciplines voor kinderen van basis- en voortgezet onderwijs. Activiteiten die een bijdrage leveren aan de culturele ontwikkeling van jeugdigen. Activiteiten die een bijdrage leveren aan de 21 ste skills. Activiteiten in het kader van het Cultuurmenu. Activiteiten moeten passen binnen de vastgestelde cultuurvisie. Activiteiten worden vraaggericht ontwikkeld. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. Opmerking De regeling loopt tot eind De regeling wordt in 2018 geëvalueerd. Mogelijk wordt dit beleidskader daarna gecontinueerd. 12

14 Theater Het mogelijk maken en stimuleren van een professionele podiumprogrammering, variërend van toneel, muziek, cabaret en dans, tot literatuur en mengvormen voor een breed publiek. Een professioneel programma-aanbod op het gebied van podiumkunsten aansluitend bij het concept van de brede programmering Brede programmering die bestaat uit minimaal vijf verschillende disciplines. Afstemming op specifieke doelgroepen. Samenwerking met plaatselijke culturele instellingen of groepen. Bezettingsgraad van de zaal van minimaal zestig procent. Deelname aan het Cultuurmenu voor het basisonderwijs. Samenwerking met het Vrijwilligerspunt van Woej. Een bijdrage in de kosten van activiteiten. Opmerking Er zal een verkenning plaats vinden naar een nieuw samenwerkingsmodel voor het Theater, Trias en de bibliotheek aan de Vliet. 13

15 Projectenpot Kunst en Cultuur Het stimuleren en mogelijk maken van culturele activiteiten op professionele en amateuristische grondslag die aansluiten op de cultuurvisie Activiteiten op het terrein van kunst en cultuur. Activiteiten op het terrein van cultuurhistorie. Activiteiten die gericht zijn op het stimuleren van actieve cultuurparticipatie. Activiteiten die de 21st century skills bevorderen en stimuleren. Activiteiten die gericht zijn op citymarketing. Activiteiten dragen bij aan het ontwikkelen van een culturele hotspot. Activiteiten nemen belemmeringen weg voor of bieden kansen aan de creatieve industrie. Aandacht voor specifieke doelgroepen. Samenwerking met andere culturele instellingen. Samenwerking en afstemming met regionale partners en de provincie Zuid-Holland. Activiteiten dragen bij aan de zichtbaarheid en identiteit van de gemeente. Een incidentele bijdrage in de kosten van activiteiten. 14

16 1.2 EEN STERK OPVOEDKUNDIG KLIMAAT IN GEZINNEN, WIJKEN, OP SCHOLEN, PEUTERSPEELZALEN EN IN DE KINDEROPVANG Voor- en vroegschoolse educatie, Het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden bij kinderen in de leeftijd van 2 tot 5 jaar. Activiteiten die voor de uitvoering van voorschoolse educatie in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven wettelijk zijn vastgelegd. Activiteiten voldoen aan het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie; Voorschoolse voorzieningen voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; Uitvoering van voorschoolse educatie voldoet aan wettelijke kwaliteitscriteria. Een bijdrage in de exploitatie. 15

17 1.2.2 Lokale Educatieve Agenda Zodra de Lokale Educatieve Agenda wordt vastgesteld door de raad zal hiervoor een onderdeel worden toegevoegd aan het kader Brede school Het bieden van maximale ontwikkelingskansen voor kinderen en daarbij hun ouders/opvoeders te ondersteunen door een netwerk te creëren van sociale, maatschappelijke, culturele, sportieve, gezondheids- en zorgvoorzieningen met de school als middelpunt. Activiteiten die bijdragen aan de bovengenoemde doelstellingen. Activiteiten moeten aansluiten op de gemeentelijke visie jeugdbeleid en passen binnen de kaders van het Brede schoolbeleid Activiteiten moeten aan één van onderstaande punten een bijdrage leveren: - Bestrijden van onderwijsachterstanden. - Ontwikkelen van (voldoende) kansen (waarop?) voor kinderen uit de risicogroepen (jeugdigen uit eenouder gezinnen, gezinnen met een minimum inkomen of jeugdigen met een niet-westerse allochtone achtergrond). - Signaleren van opvoed- en opgroeiproblematiek én het versterken van de signaleringsfunctie en doorverwijzingscompetenties van professionals in de domeinen onderwijs en vrije tijd. - Bevorderen van ouderbetrokkenheid bij het opvoeden en opgroeien van hun kinderen. - Ontwikkeling van doorgaande lijnen tussen de domeinen onderwijs, zorg, vrije tijd en veiligheid. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 16

18 1.2.4 Opvangklas nieuwkomers Bevorderen van de beheersing van de Nederlandse taal van leerlingen in het primair onderwijs. Onderwijsactiviteiten voor leerlingen die de Nederlandse taal niet of nauwelijks machtig zijn. De activiteiten worden uitgevoerd door een onderwijsinstelling. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 17

19 1.3 JONGEREN VERLATEN HET ONDERWIJS MET EEN STARTKWALIFICATIE. (een diploma: mbo niveau 2 of hoger, havo, vwo) Reboundvoorziening Scholen ontlasten van gedragsmoeilijke leerlingen, als het veilige schoolklimaat in het geding is en de gangbare leerlingenzorg niet toereikend is. Scholen ondersteunen bij het kunnen voortzetten van het onderwijs aan gedragsmoeilijke leerlingen; De zorgstructuur van de school versterken en het voortijdig schoolverlaten tegengaan. Leerlingen een nieuwe maar niet vrijblijvende kans bieden om in een afgebakende periode te bewijzen dat zij binnen het reguliere onderwijs aan hun toekomst kunnen en willen werken. Een voor school en leerling tijdelijke voorziening voor onderwijs Een intensieve begeleiding van de leerling gericht op gedragsverandering, herstel van de verhoudingen, verbetering van de leerhouding, het inhalen van leerachterstanden en eventuele aanvullende maatregelen, bijvoorbeeld de inzet van jeugdzorg en leerplicht Zo veel mogelijk handhaving van het onderwijsprogramma. De leerling blijft ingeschreven op de school van herkomst. De school blijft verantwoordelijk voor het onderwijsprogramma aan de leerling dat op de reboundvoorziening wordt aangeboden. Een bijdrage in de exploitatie. 18

20 1.4 EEN VITALE BEVOLKING Sportstimulering Op dit moment wordt gewerkt aan de nieuwe sportvisie. Bij de vaststelling van de visie zal eveneens een aanvulling op het subsidiekader worden vastgesteld. 19

21 1.4.2 Sporten met een beperking Stimuleren van deelname aan sport- en beweegactiviteiten van mensen met een fysieke of verstandelijke beperking of chronische ziekte. Sport- en beweegactiviteiten die tot doel hebben de deelname aan sport te vergroten door mensen met een beperking of chronische ziekte, die door de georganiseerde sport niet of nauwelijks worden bereikt De sport- en beweegactiviteiten staan onder deskundige leiding, die in het bezit is van een relevant diploma Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 20

22 1.4.3 Stimulering vrijwillige inzet Het stimuleren van vrijwillige inzet van inwoners en het lokale bedrijfsleven bij maatschappelijke organisaties. Ondersteunen van maatschappelijke organisaties bij de inzet van vrijwilligers. Stimuleren van maatschappelijk betrokken ondernemen (MBO). Deskundigheidsbevordering. Promotie van vrijwilligerswerk. (ondersteuning bij de) organisatie van incidentele evenementen voor/door vrijwilligers. Werving en bemiddeling van vrijwilligers. Samenwerken met andere organisaties die vrijwilligers inzetten, werven en opleiden. Medewerking verlenen aan innovatieve ontwikkelingen als gevolg van de decentralisaties van de zorg. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 21

23 1.5 SOCIALE SAMENHANG IN WIJKEN EN BUURTEN Buurtcoördinatie/Wijkopbouwwerk Bevorderen van sociale samenhang in de wijken waar deze minder sterk is, door de inzet van wijkopbouwwerk, geconcretiseerd in drie thema s: Het bevorderen van nabuurschap. Het voorkomen dat inwoners in een sociaal isolement raken. Het verkleinen van de afstand tussen jong en oud in de wijk. Bevorderen van bewonersparticipatie bewoners activeren en ondersteunen bij het maken en uitvoeren van plannen voor hun buurt. Bewoners en maatschappelijke organisaties mobiliseren en inspireren om actief te worden in de wijk. Particuliere initiatieven tot wasdom brengen door de initiatiefnemers en organisatoren vraaggericht te ondersteunen. Gedetailleerde kennis vergaren van en over de buurt en haar bewoners, om inzicht te krijgen in de sociale kansen en -bedreigingen op straat-/buurt-/wijkniveau. Sociale netwerken in de buurt (helpen) opbouwen én sterk houden. Bewoners en organisaties met goede ideeën voor de buurt aan elkaar koppelen. Financiële ondersteuning van particuliere initiatieven in het kader de Sociale wijkaanpak (initiatievenpot sociale wijkaanpak). Samenwerking met andere partners in de wijk bevorderen Een bijdrage in de kosten van de activiteiten 22

24 1.5.2 Buurtcohesie Op dit moment wordt gewerkt aan nieuw beleid voor wijkgericht werken. Bij de vaststelling van dit beleid zal eveneens een aanvulling op het subsidiekader worden vastgesteld. 23

25 2 Sociale ondersteuning 2.1 ZOVEEL MOGELIJK INWONERS DIE OP EIGEN KRACHT, OF MET HULP UIT HUN OMGEVING, MEEDOEN IN DE SAMENLEVING Ondersteuning kwetsbare inwoners Stimuleren van zelfredzaamheid en participatie van kwetsbare inwoners die (tijdelijke) belemmeringen ondervinden om volwaardig aan de samenleving deel te nemen. Verlenen van vraaggerichte laagdrempelige hulp om bovenstaande doelstelling te realiseren. Bieden van intensieve begeleiding en coaching van gezinnen om deze zo snel mogelijk in hun eigen kracht te zetten. Activiteiten gericht op het bevorderen, behoud of herstel van zelfredzaamheid. Activiteiten die participatie bevorderen. Activiteiten die bijdragen aan het voorkomen en/of verminderen van eenzaamheid en isolement. De activiteiten worden uitgevoerd door of onder supervisie van gekwalificeerd personeel. Er wordt samengewerkt met andere relevante partners in het sociaal domein. Bovengenoemde activiteiten worden waar mogelijk uitgevoerd en ontwikkeld in samenwerking met lokale partners die formele en informele zorg leveren. Begeleiding is laagdrempelig en gericht op verkenning/vraagverheldering, stabiliseren en directe hulp bieden. Organisaties die formele zorg bieden in het vrij toegankelijk domein hebben de verantwoordelijkheid om waar mogelijk informele zorg in te zetten. Hulpverleners zorgen, indien wordt doorverwezen naar langdurige zorg, voor een soepele overdracht naar de definitieve (informele) hulpverlener. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 24

26 2.1.2 Mantelzorg ondersteuning Het behouden van de balans tussen zorg en overige levensactiviteiten bij mantelzorgers door een passend aanbod aan informatie, advies, steun en praktische hulp. Activiteiten gericht op het geven van informatie en advies. Activiteiten gericht op het bereiken van mantelzorgers. Ondersteuning van mantelzorgers om (dreigende) overbelasting te voorkomen. Deskundigheidsbevordering op mantelzorgthema s aan inwoners en professionals Versterken van sociale netwerken van zorgvragers en mantelzorgers. Activiteiten gericht op waardering van mantelzorgers Bovengenoemde activiteiten worden (deels) uitgevoerd en ontwikkeld in samenwerking met lokale partners die formele en informele zorg leveren. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 25

27 2.1.3 Informele zorg Stimuleren van de inzet van zorgvrijwilligers als vorm van laagdrempelige begeleiding of indirecte mantelzorgondersteuning. Werving, training en begeleiding van zorgvrijwilligers. Matching tussen zorgvrager of mantelzorger en zorgvrijwilliger. Ondersteunende activiteiten. Leveren van respijtzorg. Het werven en opleiden van vrijwilligers gaat in samenwerking met lokale partners die informele en formele zorg leveren. Samenwerken met andere organisaties die vrijwilligers inzetten, werven en opleiden. Medewerking verlenen aan innovatieve ontwikkelingen als gevolg van de decentralisaties van de zorg. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 26

28 2.1.4 Ontmoetingscentra zorg en ondersteuning Een dekkend aanbod van wijkgerichte opvangvoorzieningen (dagopvang en inloop) voor vrij toegankelijke- en geïndiceerde ondersteuning. Samenwerking en combinaties tussen deze twee zodat een doorgaande lijn van zorg ontstaat. Combinaties in opvang van verschillende doelgroepen. Het opzetten van preventieve programma s. Ontlasten van mantelzorgers Opvangvoorziening voor vrij toegankelijke ondersteuning (dagopvang en inloop). Preventieve programma s bij dagopvang en inloop. Activiteiten gericht op mantelzorgondersteuning Samenwerking tussen vrij inzetbare ondersteuning en geïndiceerde ondersteuning tot een dekkend aanbod. Samenwerking tussen vrij inzetbare ondersteuning en geïndiceerde ondersteuning zodat een doorgaande lijn van zorg mogelijk wordt. Betrekken van mantelzorgers bij passend aanbod van activiteiten Waar mogelijk combinaties in opvang van verschillende doelgroepen. Meewerken aan het op zetten en aanbieden van preventieve programma's. Toepassing van een lichte vorm van indicatiestelling bij nieuwe cliënten. Ontmoetingscentra dementie moeten werken volgens de criteria van het VU-model Een bijdrage in de kosten van de activiteiten 27

29 2.1.5 Professionele personenalarmering Het langer zelfstandig kunnen blijven wonen van de inwoners van Leidschendam-Voorburg. Het gemeente breed aanbieden van professionele alarmopvolging op sociale indicatie door middel van het beschikbaar stellen van deskundige hulpverleners die in acute situaties hulp thuis kunnen aanbieden. Toegankelijk voor alle inwoners van Leidschendam-Voorburg die gebruik maken van personenalarmering op sociale indicatie, ongeacht leeftijd en woonadres. Gegarandeerde minimumkwaliteit van zorgverleners (niveau 3) in noodsituaties. 7x24uurs-bereikbaarheid Garantie dat er hulp komt in noodsituaties. Er is altijd professionele hulp als achterwacht beschikbaar (verzorging, verpleging). Aanwezigheid klachtenregistratie. Toepassing van een lichte vorm van indicatiestelling bij nieuwe abonnees. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 28

30 2.1.6 Huishoudelijke hulp terminaal zieken Realisatie van huishoudelijke ondersteuning in Hospice het Vliethuys. Huishoudelijke ondersteuning Door en voor bewoners van het Hospice wordt geen Wmo-aanvraag gedaan voor huishoudelijke ondersteuning tijdens hun verblijf in het Hospice. Een bijdrage in de kosten volgens een vastgestelde norm 29

31 2.1.7 Participatieraad maatschappelijke ondersteuning en sociale zaken De Participatieraad regelt de cliëntenparticipatie volgens de WMO, de Participatiewet, de Ioaw, de Ioaz en de Wsw. Gevraagd en ongevraagd adviseren aan de gemeenteraad en college van de gemeente Leidschendam-Voorburg over beleidsaspecten gericht op Wmo- en aanpalende terreinen, beleidsaspecten gericht op werk en inkomen, minimabeleid, re-integratiebeleid en sociale werkvoorziening. De participatieraad betrekt belanghebbenden en hun vertegenwoordigers bij haar beleidsadvisering. De participatieraad baseert haar adviezen op vragen vanuit de samenleving en heeft feeling met maatschappelijke organisatie. Zij werkt mee aan de realisatie van breed gedragen voorstellen en adviezen. Hiermee bevordert zij een integraal en evenwichtig gemeentelijk beleid voor Maatschappelijke Ondersteuning en Sociale Zaken. De activiteiten worden overeenkomstig de vastgestelde verordening uitgevoerd. Een bijdrage in de exploitatie. 30

32 2.1.8 Opvoed- en opgroeiondersteuning (Centra voor Jeugd en Gezin) Het in een vroeg stadium voorkomen en onderkennen, juist toe leiden en adequaat aanpakken van opvoed- of opgroeiproblematiek, waarbij de gepleegde inzet jeugdigen (en hun ouders) helpt om (zo snel mogelijk weer) op eigen benen te staan. Informeren en adviseren van jeugdigen, ouders en/of instellingen over bestaande voorzieningen op het gebied van opvoed- en opgroeiondersteuning. Bevorderen van de signaalfunctie door organisaties, speelzalen en/of scholen en de coördinatie tussen deze signalerende instellingen. Organiseren van de toegang en/of toeleiding tot hulpaanbod. Organiseren van licht pedagogische hulp. Organiseren van op ouders gericht aanbod van opvoedondersteuning. Organiseren van intensieve begeleiding en coaching van jeugdigen en gezinnen. Afstemming en coördinatie van zorg in het geval van meervoudige problematiek. Professionele hulp moet worden aangeboden door gekwalificeerd personeel. Ervaren en getrainde vrijwilligers bieden jeugdigen en/of (hun) ouders met opvoed- en opgroeiproblematiek ondersteuning, praktische hulp en/of vriendschap. Organisaties werken waar mogelijk in de digitale systemen die door de gemeente en/of regio worden gefaciliteerd t.b.v. inzicht in onder andere signalering, protocollen, administratie, zelfredzaamheid en klanttevredenheid. Organisaties werken actief samen met formele en informele partijen in de jeugdhulp en het voorliggend veld zoals scholen en (sport)verenigingen. Organisaties die formele zorg bieden in het vrij toegankelijk domein hebben de verantwoordelijkheid om waar mogelijk informele zorg in te zetten. Een goede samenwerking van organisaties formeel en informeel is hierbij cruciaal. Hulpverleners zorgen, als wordt doorverwezen naar langdurige zorg, voor een soepele overdracht naar de definitieve (informele) hulpverlener. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 31

33 2.1.9 Wettelijk basistakenpakket (BTP) Jeugdgezondheidszorg voor kinderen van -9 maanden tot 19 jaar Het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en de lichamelijke, psychosociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen en jongeren. Hierbij kan op onderdelen maatwerk worden geboden, waarbij gekeken wordt naar de specifieke omstandigheden van de jeugdige en zijn gezin/omgeving. Doelgroepen: Kinderen en jongeren van -9 maanden tot 19 jaar ingeschreven in de gemeente. Ouders en verzorgers van kinderen en jongeren ingeschreven in de gemeente. Op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheid bevorderende en bedreigende factoren; Vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen; Ramen van de behoeften aan zorg; Geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding, gericht op het ondersteunen van ouders en jeugdigen; Zo nodig doorverwijzen en geleiden naar curatieve gezondheidszorg en jeugdhulp, waar nodig in samenwerking met relevante partijen. Activiteiten worden uitgevoerd volgens de afspraken zoals vastgelegd in het convenant uitvoering JGZ-ZHW waarvan deel uitmaken: Regionale prestatieafspraken wettelijke taken JGZ-ZHW Producten en dienstenboek Stichting JGZ-ZHW Financieel kader Verantwoordingskader JGZ-ZHW Een bijdrage in de kosten van activiteiten Een bijdrage in de kosten op basis van een vastgestelde norm Een bijdrage in de kosten van huisvesting. 32

34 2.2 EEN HELDER, TOEKOMSTBESTENDIG MODEL VOOR DE TOEGANG TOT ONDERSTEUNING; (Integraal en volgens het principe: één huishouden, één plan en één regisseur) Cliëntondersteuning Versterken van zelfredzaamheid, participatie en oplossingskracht van kwetsbare inwoners. Activiteiten per cliënt Informatie, advies en voorlichting. Ondersteuning in toegang tot hulp met vraagverheldering en plan. Activering cliënt en netwerk, waaronder in gang zetten van informele ondersteuning. Bemiddeling en doorgeleiding. Hulp bij realisatie van ondersteuning. Hulp bij klachten en (voorkomen van) bezwaar en beroep, hulp bij monitoring en evaluatie. Collectieve activiteiten Deskundigheidsbevordering lokale teams en organisaties; Groepscursussen voor inwoners met een beperking; Steunpunt/ inlooppunt/ hulplijn organiseren voor cliëntondersteuning. Professionele cliëntondersteuners verbinden in een netwerk met informele cliëntondersteuning. Cliëntondersteuning is beschikbaar voor iedere inwoner met een hulpvraag. De focus ligt vooral op kwetsbare inwoners, aanvragers van een PGB en voor mantelzorgers. Er is specifiek aandacht voor de GGZ-doelgroep. Cliëntondersteuning is kosteloos voor inwoners. Aanvrager draagt actief bij aan zichtbaarheid en bekendheid van cliëntondersteuning. Aanvrager creëert een samenhangend aanbod van cliëntondersteuning met andere maatschappelijke partners en maakt een plan voor één duidelijk herkenbaar en gemakkelijk te bereiken centraal aanspreekpunt. Aanvrager garandeert onafhankelijkheid van de ondersteuning. Aanvrager organiseert cliëntondersteuning zowel voor jeugd als voor volwassenen en domein overstijgend. 33

35 Er wordt actief samenwerking gezocht met de gemeentelijke loketten en teams in de toegang. Aanvrager werkt mee aan monitoring en verantwoording van de subsidie en levert onder andere informatie voor de indicatoren cliëntondersteuning. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten 34

36 2.2.2 Specialistische toegangsexpertise Het lokaal beschikbaar hebben van specialistische expertise van gedragswetenschappers ter ondersteuning van toegangsmedewerkers om zo een snelle toeleiding van alle cliënten naar de juiste hulp te kunnen garanderen. Diagnostisch onderzoek, o.a. intelligentie-onderzoek en sociaal-emotioneel onderzoek. Casuïstiekbespreking met advies over passend ondersteuningsaanbod. Expert bij bezwaar en beroep tegen een verleningsbesluit. Psycho-educatie aan cliënten. Kennisoverdracht aan professionals in de toegang; (groep)trainingen. De gedragswetenschappers beschikken onder meer over expertise over autisme, ontwikkelingsachterstanden, (licht) verstandelijke beperkingen, niet-aangeboren hersenletsel, lichamelijke beperkingen, psychiatrie, opvoedproblemen, onveilige situaties, (kinder)mishandeling en misbruik. Aanvrager levert expertise zowel voor jeugd als voor volwassenen en domein overstijgend; gericht op zorg, educatie, participatie, welzijn, wonen, werk en inkomen. Aanvrager zoekt actief samenwerking met de gemeentelijke loketten en teams in de toegang tot het sociale domein. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 35

37 2.2.3 Integrale Vroeghulp Vroegtijdig multidisciplinaire hulp bieden aan jonge kinderen met (dreigende) ontwikkelingsachterstand. Voorkomen van zwaardere, intensieve zorg. Vroegtijdige signalering, integrale diagnostiek, gezinsondersteuning, trajectbegeleiding, onderwijs en zorg voor gezinnen met kinderen van 0 7 jaar met een (dreigende) ontwikkelingsachterstand op lichamelijk, cognitief of sociaal vlak. Hulp vindt plaats in het regionale ketennetwerk Integrale Vroeghulp, regio Delft en Zoetermeer Hulp wordt zo veel mogelijk dicht bij huis geboden. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten 36

38 2.3 EEN SAMENHANGEND AANBOD VAN ONDERSTEUNING EN ZORG VOOR INWONERS DIE HET OP EIGEN KRACHT NIET REDDEN Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) Het bevorderen van de geestelijke gezondheid voor inwoners met psychiatrische-, verslavings- of psycho-sociale problematiek. Activiteiten die bijdragen aan een samenhangend preventief-, zorg- en/of nazorgaanbod voor inwoners met psychiatrische-, verslavings- of psycho-sociale problematiek. Activiteiten gericht op direct hulp bieden, vraagverheldering en inzet van (in)formele zorg waar nodig. In het bijzonder voor zorgmijders (bemoeizorg/kortdurende interventies). Preventieve activiteiten gericht op specifieke doelgroepen ten aanzien van (O)GGZproblematiek (GGZ-Inloop, ggz-maatjes en ggz-spreekuur). Collectieve preventieve activiteiten ten aanzien van de geestelijke volksgezondheid.? Deskundigheidsbevordering bij intermediairs en informele zorgverleners (bijv mantelzorgers) op GGZ thema s. Samenwerking met en afstemming tussen de uitvoerende organisaties die formele en informele zorg leveren. Werken volgens geldende normen en voorschriften in de (O)GGZ. Organisaties die formele zorg bieden in het vrij toegankelijk domein hebben de verantwoordelijkheid om waar mogelijk informele zorg in te zetten. Een goede samenwerking van organisaties formeel en informeel is hierbij cruciaal. Hulpverleners zorgen indien wordt doorverwezen naar langdurige zorg voor een soepele overdracht naar de definitieve (informele) hulpverlener. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 37

39 2.3.2 Noodopvang dakloze gezinnen Het tijdelijk opvangen van dakloze gezinnen met minderjarige kinderen, die niet voldoen aan de vereisten voor een urgentieverklaring 1, maar waar wel sprake is van een schrijnende situatie. Het opzetten, inrichten en begeleiden van een voorziening voor noodhuisvesting. Gezinnen die worden opgevangen voldoen aan de volgende criteria: - Een van de ouders is minimaal 18 jaar. - Tenminste één jaar ingezetene van Leidschendam-Voorburg. - Nederlandse nationaliteit dan wel beschikken over een geldige verblijfstitel in Nederland. - De noodsituatie kan niet op ander wijze worden opgelost. - Het betreft een huishouden met een minderjarig kind (waarvoor een zorgplicht is). Gezinnen met een urgentieverklaring, maar waarvoor nog geen woonruimte beschikbaar is, kunnen in ook aanmerking komen voor noodopvang. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 1 Een urgentieverlening wordt alleen gegeven als de dakloosheid niet door eigen schuld is ontstaan. Bij de gezinnen die in aanmerking komen voor noodopvang is er sprake van dakloosheid door schulden, door huisuitzetting of door andere redenen die wel toe te schrijven zijn aan eigen schuld. 38

40 2.3.3 Schuldhulpverlening Ondersteunen van mensen die door het bestaan van schulden hun financiële zaken niet meer zelf kunnen regelen, bij het vinden van oplossingen. In het kader van preventie organiseren van congressen, bijeenkomsten, acties over de financiële problematiek van de vier focusgroepen (ouderen, zzp ers, huiseigenaren en jongeren). Werven en laten opleiden van vrijwilligers in het kader van preventie. Aanbieden van budgetcursus en workshop administratie sorteren (laatste vereist verplichte deelname om in aanmerking te komen voor een minnelijk traject). Budgetadviesgesprekken. Inzet van bewustmakingscampagne financiële educatie voor jongeren. Voorportaal/spreekuur hulp bij schulden. Voorlichting en netwerkbeheer voorzetten met aanjager minimabeleid. Nazorg aanbieden na afronden van schuldhulpverleningstraject. Individuele ondersteuning bieden door inzet vrijwilligers. Organisaties werken actief samen met lokale partners bij het werven, coördineren en opleiden van vrijwilligers. Een bijdrage in de activiteiten 39

41 2.3.4 Antidiscriminatievoorziening Inwoners van Leidschendam-Voorburg toegang bieden tot een antidiscriminatievoorziening, conform de Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening. Tegengaan van discriminatie. Onafhankelijke bijstand bieden aan inwoners die geconfronteerd worden met discriminatie. Registreren en rapporteren van meldingen over discriminatie. Geen. Een bedrag volgens vastgestelde norm. 40

42 2.3.5 Slachtofferhulp Opkomen voor de belangen en rechten van slachtoffers van misdrijven en verkeersongelukken. Uitvoeren van hulp- en dienstverlenende activiteiten aan slachtoffers op vrijwilligersbasis. Gratis verlenen van juridische hulp aan slachtoffers. Geen. Een bedrag volgens vastgestelde norm. 41

43 3 Groene woongemeente Visie op het programma Leidschendam-Voorburg is in de eerste plaats een aantrekkelijke groene en duurzame woongemeente. De voorzieningen in de gemeente op het gebied van detailhandel, onderwijs, cultuur, gezondheidszorg en recreatie en toerisme en de vele cultuurhistorische kwaliteiten zorgen voor het aantrekkelijke woonklimaat. Ook is de gemeente schoon en zijn de openbare ruimte en het watersysteem op orde. 3.1 RECREATIEF LANDSCHAP BUITENGEBIED Het geven van een impuls voor het recreatief gebruik en de bijzondere kwaliteit van het landschap rond Stompwijk/ Wilsveen en in de Duivenvoorde corridor. Realiseren van fysieke aanpassingen en producten om bovengenoemde doelstelling te bereiken. Hierbij valt te denken aan boerenlandpaden, een recreatief knooppunt en dergelijke. Activiteit moet passen binnen het Uitvoeringsprogramma Groenstructuurplan Subsidie wordt verstrekt aan organisaties, bedrijven of inwoners in georganiseerd verband. Activiteit moet passend zijn in de omgeving. Aanpassingen zijn geografisch goed verspreid. Activiteit moet passend zijn binnen het beschikbare budget. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 42

44 3.2 DUURZAME ONTWIKKELING Bij de duurzame ontwikkeling van onze gemeente willen wij aansluiten bij de behoeften van het heden en tegelijkertijd rekening houden met toekomstige generaties (coalitieakkoord Luisteren, doen, samenwerkend). Dit willen wij bevorderen door het stimuleren van energiebesparing en duurzame energie, klimaatadaptatie en het versterken van groen in Leidschendam-Voorburg. (Leidraad hiervoor zijn het Klimaatplan , het Groenstructuurplan en het Water- en Rioleringsplan ) Activiteiten of voorzieningen die een bijdrage leveren aan de doelstellingen uit de beleidsplannen. Voorzieningen moeten passend zijn in de omgeving. De activiteit moet passend zijn binnen het beschikbare budget. Een incidentele bijdrage in de kosten van de activiteiten of aanleg van voorzieningen. Opmerking Bij het vaststellen van de duurzaamheidsagenda wordt dit kader mogelijk aangepast 43

45 3.3 CULTUUR (HISTORISCH) ERFGOED Het behoud en presentatie van het cultuur(historisch) erfgoed. Het gaat hierbij om de versterking van de afzonderlijke identiteiten van de kernen Leidschendam, Voorburg en Stompwijk en de versterking van de specifieke gebiedsgerichte cultuurhistorische waarde van gebieden als de Vlietzone, Duivenvoordecorridor, het historisch lint binnen de gemeente en de verblijfsgebieden langs de Vliet. Het verrichten van historisch en archeologisch onderzoek naar het cultureel erfgoed. Het in stand houden en conserveren van het cultureel erfgoed. Het toegankelijk en inzichtelijk maken en het presenteren van het cultureel erfgoed. Het in stand houden van gebouw en machines van het cultuurhistorische erfgoed. De exploitatie van het cultuurhistorische erfgoed, Gevraagd en ongevraagd adviseren van de gemeente over het cultuur(historisch) erfgoed. Activiteiten dragen bij aan de instandhouding en conservering van het (archeologisch) erfgoed. Instandhouden en conserveren van het cultureel erfgoed. Lezingen en publicaties zijn bereikbaar voor een divers publiek. Toegankelijk en inzichtelijk maken alsmede de presentatie van het cultuurhistorisch erfgoed. Een actieve bijdrage leveren aan door de gemeente aangegeven evenementen. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 44

46 3.4 ADVIESCOMMISSIE WONINGBOUW EN WOONOMGEVING Het behartigen van de belangen van de woonconsument vanuit de visie van de gebruiker met als doel het bevorderen van de gebruikskwaliteit van woningen en woonomgeving. Hiertoe wordt gevraagd en ongevraagd advies uitgebracht aan de gemeente, opdrachtgevers, architecten, aannemers en bewonersgroepen. Adviseren van verschillende partijen bij alle bouwaanvragen (nieuwbouw) van de huurgrens tot de (midden)dure koopgrens. Adviseren van opdrachtgevers en projectontwikkelaars bij (ingrijpende) renovatie van woningen van de huurgrens tot de (midden)dure koopgrens. Deskundigheidsbevordering van de (maximaal negen) leden van de VAC voor de vervulling van hun werkzaamheden door middel van (bij)scholingsactiviteiten. Afschriften van de adviezen worden aan de gemeente ter kennisname gezonden. Er wordt jaarlijks verslag uitgebracht aan de gemeente van relevante activiteiten gedurende het voorgaande jaar door middel van een jaarverslag. Een bijdrage in de exploitatie (vast) Een bijdrage in de kosten van de activiteiten (variabel). Opmerking De looptijd van het convenant tussen VAC en de gemeente Leidschendam-Voorburg dat is afgesloten op 15 maart 2007 is onbepaald. 45

47 4 Economie en ruimtelijke kansen Binnen dit beleidsterrein stimuleren wij de versterking van recreatieve voorzieningen en routenetwerken. Daarnaast faciliteren wij jaarlijks terugkerende evenementen voor en door inwoners. Wij maken de organisatie van De Vlietdagen, Open Monumentendag en de intocht van Sinterklaas mede mogelijk. Wij scheppen voorwaarden voor een stimulerend ondernemers- en vestigingsklimaat. Wij spannen ons in bedrijven voor de gemeente te behouden en nieuwe bedrijven die passen bij het karakter van de gemeente aan te trekken. Daarbij spreken wij ondernemers aan op hun eigen rol en verantwoordelijk. Wij stimuleren de versterking van de vier kernwinkelcentra en onderzoeken de verzelfstandiging van de weekmarkten. 4.1 RECREATIE EN TOERISME (EVENEMENTEN) Het stimuleren van jaarlijks terugkerende, georganiseerde evenementen in de gemeente Leidschendam-Voorburg, met een openbaar karakter en het wijkniveau overstijgend. Vlietdagen Leidschendam-Voorburg Intocht van Sinterklaas Incidentele evenementen Evenementen hebben inhoudelijke en organisatorische kwaliteit. Evenementen worden professioneel uitgevoerd, waarbij de organisatiekracht van lokale instellingen en verenigingen zoveel mogelijk wordt benut. Evenementen versterken het profiel van de gemeente Leidschendam-Voorburg als aantrekkelijke groene woongemeente. Evenementen zijn gericht op en toegankelijk voor alle inwoners van de gemeente Leidschendam-Voorburg. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten 46

48 4.2 ONDERNEMERSFONDS Versterken van de kernwinkelgebieden Oud-Voorburg en Leidschendam Centrum. Activiteiten als omschreven in het driejarenplan van de stichting Ondernemersfonds Oud- Voorburg en het Ondernemersplan Leidschendam Centrum 2014 t/m 2016 van de Stichting Promotie Leidschendam Centrum. Activiteiten zijn gericht op de uitvoering van de volgende thema s: - Promotie, activiteiten en evenementen. - Communicatie, belangenbehartiging. - Verbetering van het ondernemersklimaat. - Verbetering van de uitstraling van het gebied evenals het uitdragen van het culturele en historische aspect van het betreffende gebied. Ondernemersfonds is van toepassing op het winkelgebied Oud-Voorburg en een specifiek deel van het winkelgebied Leidschendam Centrum. Bijdrage wordt op basis van een activiteitenplan uitgekeerd aan de betreffende ondernemersvereniging/stichting. De activiteiten dienen ten goede te komen aan het betreffende winkelgebied. Bijdrage in de kosten van de activiteiten. Opmerking Het convenant loopt tot 1 januari In 2016 wordt het fonds geëvalueerd afhankelijk van de draagvlakmeting zal de regeling worden voortgezet. 47

49 5 Bestuur, organisatie en veiligheid Het zorgdragen voor een adequaat veiligheidsniveau in openbaar gebied Vlietland. 5.1 ADEQUAAT VEILIGHEIDSNIVEAU IN OPENBAAR GEBIED VLIETLAND Het zorgdragen voor een adequaat veiligheidsniveau in openbaar gebied Vlietland. Hulpverlening aan drenkelingen. Toezicht op het voorkomen van waterongevallen. Uitsluitend veiligheidsactiviteiten die worden uitgevoerd op wateren gelegen binnen de gemeentegrenzen komen voor subsidie in aanmerking. Een bijdrage in de kosten van de activiteiten. 48