Bestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg 2017

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg 2017 Nota van uitgangspunten/plan van aanpak Juli 2016 Versie:

2 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 15 juli 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) uitspraak gedaan inzake het bestemmingsplan Buitengebied Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad vastgesteld op 17 december 2013 (zaaknummer: ECLI:NL:RVS:2015:2254). De Afdeling heeft de ingestelde beroepen deels gegrond verklaard en het bestemmingsplan op onderdelen vernietigd. Belangrijkste aspect van de uitspraak is dat de Afdeling de keuze van de gemeenteraad om de bouwvlakken voor de veehouderijbedrijven uit het plangebied te laten, in strijd acht met een goede ruimtelijke ordening (artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening). Daarnaast heeft de Afdeling in totaal zeven beroepen (gedeeltelijk) gegrond verklaard. Het betreft hier voornamelijk gegrondverklaringen op locatieniveau. In 2013 is in het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2013 een regeling opgenomen voor de veehouderijlocaties. Naar aanleiding van zienswijzen die zijn ingebracht tegen dit ontwerpbestemmingsplan, is door de gemeenteraad ervoor gekozen om in het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied 2013 de veehouderijlocaties buiten het bestemmingsplangebied te laten. Dit betekent concreet dat op deze locaties de bestemmingsplannen Buitengebied Bergen uit 1998 en het bestemmingsplan 1 e herziening bestemmingsplan buitengebied uit 2009 van toepassing blijven. De veehouderijbedrijven zijn bij brief van 21 november 2013 reeds persoonlijk geïnformeerd over het feit dat de jurisprudentie van de Afdeling de gemeenteraad heeft genoopt tot het maken van deze keuze. De brief is als bijlage bij deze nota gevoegd. De Afdeling heeft de gemeenteraad in haar uitspraak van 15 juli 2015 vervolgens opgedragen om binnen 24 maanden een nieuw besluit te nemen ten aanzien van de veehouderijlocaties in het buitengebied. De Afdeling draagt de gemeenteraad met andere woorden op om een nieuw bestemmingsplan vast te stellen voor de veehouderijlocaties in het buitengebied. Met deze nota van uitgangspunten worden de planologische kaders bepaald voor dit nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg Primair is hierbij van belang het nieuwe planologische regime voor de intensieve veehouderijen. Het nieuwe bestemmingsplan levert een beperking op van de planologische (uitbreidings)mogelijkheden die het nu geldende bestemmingsplan biedt. Deze nota van uitgangspunten bevat het voorgenomen beleid voor het op te stellen bestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg Deze nota van uitgangspunten heeft geen betrekking op de locatie specifieke aanpassingen die moeten worden doorgevoerd naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State. Hiervoor heeft de gemeenteraad reeds een apart bestemmingsplan vastgesteld, het bestemmingsplan Buitengebied, 1 e herziening. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad vastgesteld op 19 april Doelstelling Het doel is te beschikken over een actueel bestemmingsplan voor de veehouderijlocaties in het buitengebied van Bergen, dat voldoet aan alle wettelijke en functionele vereisten, en een adequaat juridisch-planologisch kader biedt voor activiteiten en (agrarische bedrijfs)ontwikkelingen in het buitengebied. Hierbij is het de bedoeling om de juiste balans te vinden tussen enerzijds de agrarische bedrijfsbelangen en daarnaast de andere belangen die spelen in het buitengebied. Centraal in onze keuze naar een adequate planologische regeling staat de vraag hoe moet worden omgegaan met de ammoniakemissie. Een wettelijk uitgangspunt dat bij de vaststelling van een bestemmingsplan in acht moet worden genomen, is dat de stikstofdepositie in de Natura gebieden niet mag toenemen. Onderdeel van het buitengebied van onze gemeente is het Natura 2000-gebied Maasduinen. In dit natuurgebied en andere Natura 2000-gebieden in de omgeving, is de stikstofdepositie te hoog. De bestaande stikstofdepositie op de binnen dit gebied aanwezige voor stikstof gevoelige habitattypen, is veel hoger dan de kritische depositiewaarden. Er is sprake van een overbelaste situatie /8

3 Op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 kan een bestemmingsplan slechts worden vastgesteld indien, via een zogenaamde passende beoordeling, is verzekerd dat de natuurlijke kenmerken van de Natura 2000 gebieden niet zullen worden aangetast. Het bovenstaande brengt met zich mee dat in het bestemmingsplan geen activiteiten kunnen worden toegelaten die een verhoging van de stikstofdepositie in het Natura-2000 gebied tot gevolg hebben. Om te beoordelen wat de gevolgen zijn van de stikstofbelasting, wordt een vergelijking gemaakt tussen de maximale mogelijkheden die in een bestemmingsplan worden geboden en het feitelijke legale gebruik ten tijde van het vaststellen van het bestemmingsplan. Bij een bestemmingsplan buitengebied gaat het hierbij vooral om de stikstofdepositie als gevolg van ammoniakemissie uit stallen. Met dit bestemmingsplan wordt de ammoniakemissie van de veehouderijbedrijven enerzijds genormeerd op de feitelijke situatie die vergund is aan de veehouderijbedrijven, dan wel anderzijds is genormeerd via de natuurbeschermingswetvergunning. We kiezen er daarnaast voor om niet alleen een nieuw bestemmingsplan op te stellen voor de veehouderijlocaties, maar voor het gehele buitengebied. Naar ons oordeel doet dit het meest recht aan de uitspraak van de Afdeling. De Afdeling heeft immers geoordeeld dat het niet opnemen van de veehouderijlocaties in het bestemmingsplan, in strijd is met het beginsel van een goede ruimtelijk e ordening. Om een integrale belangenafweging te kunnen maken, is het aan te bevelen om over één planologisch juridisch kader voor het gehele buitengebied te beschikken. 2. Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg Algemeen Om een lappendeken van verschillende bestemmingsplannen voor het buitengebied te voorkomen en om een integrale afweging te maken, kiezen we ervoor om nu te voorzien in één bestemmingsplan voor het gehele buitengebied. Hierbij is het overigens niet de bedoeling om de beleidsuitgangspunten uit het bestemmingsplan Buitengebied 2013 te wijzigen, afgezien uiteraard van de regeling voor de veehouderijen. Het geldende bestemmingsplan Buitengebied 2013 en de vastgestelde herziening hiervan, zijn namelijk nog steeds actueel. De Natuurbeschermingswet 1998 en de Habitatrichtlijnconforme interpretatie door de Afdeling laten het niet toe dat bestemmingsplannen worden vastgesteld die kunnen leiden tot een verslechtering van de toch al overbelaste situatie van de Natura 2000 gebieden, zoals De Maasduinen. De nu geldende regeling voor de veehouderijbedrijven die afkomstig is uit het bestemmingsplan Buitengebied 1998 en het bestemmingsplan 1 e herziening bestemmingsplan buitengebied uit 2009 voldoet niet meer aan dit uitgangspunt Regeling veehouderijlocaties Voor de veehouderijlocaties wordt voorzien in een aangepaste planologische regeling ten opzichte van de geldende bestemmingsplannen. Gelet op de jurisprudentie van de Afdeling, is het noodzakelijk dat de gemeenteraad een aangepaste bestemmingsplanregeling vaststelt. In vergelijking met de planologische regeling die nu geldt, zal echter onvermijdelijk sprake zijn van een beperking van de planologische ontwikkelmogelijkheden. Dit betekent dat uitbreidingsplannen van veehouderijbedrijven die op grond van de nu geldende bestemmingsplannen planologisch wel mogelijk zijn, in de toekomst op grond van het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg 2017 niet meer mogelijk zijn 1. Voor de planregeling van de veehouderijlocaties hanteren wij de volgende uitgangspunten: 1. De bestaande bouwvlakken van de veehouderijlocaties, zoals deze zijn opgenomen op de verbeelding van het bestemmingsplan Buitengebied Bergen uit 1998 en de 1 e herziening 1 Feitelijk geldt dat (veehouderij)bedrijven op projectniveau nu ook al beperkt zijn in hun ontwikkelingsmogelijkheden dor de Natuurbeschermingswet /8

4 bestemmingsplan buitengebied uit 2009, blijven in beginsel ongewijzigd ten opzichte van de huidige omvang van de bouwvlakken; 2. In de planregels voor de veehouderijbedrijven wordt het aantal te houden dieren begrensd op de stikstofemissie behorende bij het feitelijke legale gebruik op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad. De genoemde dieraantallen en huisvestingssystemen in de omgevingsvergunning voor de milieuactiviteit, zijn hiervoor bepalend. Peildatum circa medio juli Aanvullend geldt dat veehouderijbedrijven de mogelijkheid krijgen om de dieraantallen te houden die (onherroepelijk) zijn vergund in het kader van de Natuurbeschermingswet Aanvullend geldt dat in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) de stikstofemissie, behorende bij de activiteiten die op de voorgeschreven wijze is gemeld, eveneens in het bestemmingsplan wordt toegelaten. Deze melding moet zijn gedaan vóór de datum van vaststelling van het bestemmingsplan. Dit geldt echter niet voor meldingen waarvoor geen ontwikkelingsruimte aanwezig blijkt te zijn 2. Voorop staat dat gezien de huidige regelgeving op het gebied van natuur en de rechtspraak op dit gebied, de stikstofdepositie op overbelaste voor stikstofgevoelige habitattypen in Natura gebieden niet mag toenemen. Met dit bestemmingsplan worden de voorwaarden gecreëerd om voldoende dynamiek voor de veehouderijbedrijven te bewerkstelligen. De planologische regeling in dit plan behelst wel een beperking ten opzichte van de nu geldende bestemmingsplannen Buitengebied Bergen uit 1998 en de 1 e herziening bestemmingsplan buitengebied uit Overige uitgangspunten van het bestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg 2017 Inventarisatie feitelijk gebruik De nieuwe planregeling zal uitgaan van het feitelijk legale gebruik op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad. De aanwezige dieraantallen zullen per agrarische bedrijfslocatie worden vastgelegd. Daarnaast worden veehouderijen in de gelegenheid gesteld om per locatie, daarnaast schriftelijke bewijzen aan te leveren voor de feitelijk aanwezige dieraantallen. Bewijsstukken kunnen zijn registratiegegevens, aan- en verkoopbonnen of bijvoorbeeld verslagen van milieucontroles. Controle zal plaatsvinden omstreeks de vaststelling van het bestemmingsplan. Natuurbeschermingswetvergunningen. In de planregeling zullen de in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 vergunde rechten, worden meegenomen. Veehouders die niet beschikken over een vergunning, hebben de mogelijkheid om alsnog een natuurbeschermingswetvergunning aan te vragen. De vergunning moet in ieder geval uiterlijk zijn verleend voor vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg 2017 door de gemeenteraad. Milieueffectrapportageplicht Ten behoeve van de voorbereiding van het bestemmingsplan wordt een milieueffectrapport (MER) opgesteld. Om de inspraak te stroomlijnen zal een notitie reikwijdte en detailniveau worden opgesteld. Deze notitie zal niet worden voorgelegd aan de Commissie voor de milieueffectrapportage. In het MER zullen de milieueffecten van het plan inzichtelijk worden gemaakt. Een belangrijke ruimtelijke keuze die zeker aan bod zal komen in het MER is mestverwerking. Wonen in het buitengebied Een belangrijk maatschappelijk item dat in het buitengebied speelt is hoe om te gaan met de woonfunctie. Van oudsher werden de woningen vooral bewoond door personen die een relatie hadden met het agrarisch bedrijf (agrarische bedrijfswoningen). Dit is inmiddels aan veranderingen onderhevig. Veel van deze woningen doen geen dienst meer als bedrijfswoning, maar worden bewoond door burgers die geen relatie hebben met een agrarisch bedrijf. Een aantal van deze woningen heeft inmiddels een woonbestemming gekregen of een aanduiding plattelandswoning. Het 2 De laatste zin van punt 4 heeft enkel betrekking op zeer uitzonderlijke situaties. Het betreft hier gevallen waarin de grenswaarde daags nadat de melding is gedaan met terugwerkende kracht is verlaagd /8

5 bestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg 2017, zal voorzien in een passende regeling rekening houdend met recente rechtspraak en de diverse belangen. Handhaving bestaande regelingen uit het bestemmingsplan Buitengebied 2013, tenzij. Het zwaartepunt van het bestemmingsplan Buitengebied 2017 ligt bij de nieuwe planologische regeling voor de veehouderijbedrijven. De beleidsuitgangspunten en de daarbij behorende regelingen uit het bestemmingsplan Buitengebied 2013 blijven grotendeels intact. Als voorbeeld kunnen worden genoemd de regelingen voor natuur, bos en recreatie in het buitengebied. De beleidswijzigingen op deze terreinen zijn minimaal. Op onderdelen laat de huidige bestemmingsplanregeling echter te wensen over. Waar de huidige regeling te kort schiet en waar deze eenvoudig verbeterd kan worden, zal de regeling worden aangepast. Nieuwe initiatieven Voorop staat dat het bestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg 2017 voor het grootste gedeelte beleidsarm is. Dit betekent dat we willen volstaan met het doorvoeren van administratieve wijzigingen en het doorvertalen van reeds vastgestelde postzegelbestemmingsplannen en verleende (planologische) omgevingsvergunningen. Waar mogelijk worden echter ook nieuwe initiatieven van bedrijven of inwoners in het buitengebied doorvertaald. Onder voorwaarden willen we verzoekers in de gelegenheid stellen om deze initiatieven, voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing, bij de gemeente in te dienen voor uiterlijk 1 november Deze termijn biedt de mogelijkheid de ruimtelijke onderbouwing te toetsen en te beoordelen of het verzoek van honorering in aanmerking kan worden komen. Wanneer dit zo is, kan dit rechtstreeks in het bestemmingsplan worden opgenomen. Wanneer het verzoek na afloop van de termijn wordt ingediend, zal dit niet worden meegenomen. Uiteraard staat wel de weg voor de aanvrager open om een afzonderlijk verzoek om planologische afwijking in te dienen (aanvraag omgevingsvergunning of postzegelbestemmingsplan). Plangebied Zoals beschreven zal het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg 2017 vrijwel het gehele buitengebied van de gemeente Bergen omvatten. Een aantal gebieden zijn echter uitgezonderd omdat hiervoor een apart planologisch regime geldt. Het gaat dan om de volgende gebieden: - Het gebied van Maaspark Well. In dit gebied vindt een (recreatieve) gebiedsontwikkeling plaats. Hier gelden de bestemmingsplannen uitgevoerd. - Bleijenbeek/golfbaan In dit gebied vindt eveneens (mogelijk) een gebiedsontwikkeling plaats, bestaande uit woningbouw. Daarnaast ligt in dit gebied het bestaande golfbaancomplex Bleijenbeek, met uitbreidingsmogelijkheden. - Komplannen. Voor de diverse kernen van de gemeente Bergen zijn afzonderlijke bestemmingsplannen opgesteld (de zogenaamde komplannen). 3. Planning en organisatie 3.1. Planning/procedure De aanleiding voor dit bestemmingsplan is, zoals gezegd de uitspraak van de Afdeling van 15 juli Deze uitspraak verplicht de gemeenteraad om uiterlijk binnen twee jaar een nieuw bestemmingsplan vast te stellen. Gezien de ontwikkelingen in de rechtspraak, wordt het nieuwe bestemmingsplan niet eerder dan juni/juli 2017 door de gemeenteraad vastgesteld /8

6 Voor wat betreft de aankondiging van de nieuwe planologische regeling voor de veehouderijlocaties, is op 9 juni 2016 een brief verstuurd naar alle ons bekende veehouderijbedrijven in het toekomstig plangebied. Met deze brief zijn zij uitgebreid geïnformeerd over de op handen zijnde herziening van het bestemmingsplan. Vervolgens heeft LLTB, de brancheorganisatie waarbij een deel van deze bedrijven is aangesloten, een informatieve bijeenkomst georganiseerd voor de veehouders. Deze bijeenkomst heeft plaatsgevonden op 21 juni Tijdens deze bijeenkomst is men geïnformeerd over de planologische beperkingen die in het bestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg 2017 worden opgenomen. Zoals reeds opgemerkt zal het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg 2017 vrijwel het volledige buitengebied van de gemeente Bergen omvatten. In theorie kan eenieder voor het gehele plan dus opnieuw een zienswijze indienen. Bij de communicatie hierover zal er echter op worden gewezen dat het beleid grotendeels ongewijzigd blijft. Ten behoeve van de voorbereiding van het bestemmingsplan zal een milieueffectrapport opgesteld moeten worden. Het milieueffectrapport moet voor advies worden voorgelegd aan de Commissie voor de Milieueffectrapportage. Om de raadpleging van andere betrokken bestuursorganen en wettelijke adviseurs te stroomlijnen zal een notitie reikwijdte en detailniveau worden opgesteld. Deze notitie zal om kosten te besparen niet worden voorgelegd aan de Commissie voor de Milieueffectrapportage, Een en ander leidt tot de volgende planning op hoofdlijnen. Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg 2017 zal voor eenieder ter inzage worden gelegd conform de hiervoor gebruikelijke procedure uit afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht waarbij de gelegenheid wordt geboden om hiertegen zienswijzen in te brengen. Fase Termijn Actie 1. Informeren veehouders per Juni 2016 Brief is verstuurd op 9 juni 2016 brief 2. Informatiebijeenkomst voor leden van LLTB in verband met aanpassingen bestemmingsplan 21 juni 2016 Informatiebijeenkomst heeft plaatsgevonden op 21 juni Vaststellen nota van uitgangspunten/plan van aanpak 4. Gelegenheid voor het indienen van nieuwe initiatieven 5. Opstellen MER en bepalen keuze stedenbouwkundig adviesbureau 6. Vragen advies Commissie MER Juli 2016 Voor 1 november 2016 September 2016 januari 2017 December 2016 Vaststelling via B&W-besluit, vervolgens wordt de nota aan eenieder bekendgemaakt (via website en digitaal gemeenteblad). Nota wordt ter kennisname verstrekt aan de Commissie R&E en de gemeenteraad. Plaatsen publicatie (website/digitaal gemeenteblad). Initiatieven moeten zijn voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing Hierbij dient rekening te worden gehouden met het inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeente Bergen. Adviesaanvraag wordt tijdig aangekondigd. 7. Opstellen ontwerpbestemmingsplan December 2016 februari Wettelijk vooroverleg met Januari 2016 februari 2017 Hierbij wordt rekening gehouden met de uitgangspunten van deze nota /8

7 diverse instanties 9. Terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan Februari 2017 maart Verwerken April 2017 Mei 2017 zienswijzen/ambtshalve aanpassingen 11. Aanbieden Juni/Juli 2017 bestemmingsplan aan de Commissie Ruimte & Economie/gemeenteraad 12. Afwikkelen beroepschriften P.M. Gedurende zes weken heeft eenieder de gelegenheid om zienswijzen in te dienen. Daarnaast wordt een inloopavond georganiseerd. Vaststelling zienswijzennota door B&W Vaststelling door de gemeenteraad 3.2 Organisatie Werkgroep Het bestemmingsplan Buitengebied valt onder de verantwoordelijkheid van de afdeling Ruimtelijk Domein. Voor het opstellen en het procedureel begeleiden van het bestemmingsplan is een werkgroep geformeerd. De werkgroep bestaat uit: - Henri Banken (projectleider) - Jasper Wattjes (adviseur milieu/omgevingsrecht) - Jasper van Megen (juridisch adviseur) - Natascha Bakker (adviseur ruimtelijke ordening) Incidenteel worden andere vakdisciplines in de organisatie geraadpleegd. Het managementteam wordt op momenten waarop belangrijke keuzes moeten worden gemaakt in de afweging betrokken. Bestuurlijke afstemming De portefeuillehouder wordt door de werkgroepleden periodiek op de hoogte gehouden van de voortgang van het project. Hiervoor wordt in principe het portefeuillehoudersoverleg gebruikt. Bij specifieke onderwerpen wordt een apart overleg ingepland. Desgewenst worden ook de leden van de Commissie Ruimte & Economie en de gemeenteraad tussentijds geïnformeerd. Middelen Op dit moment is niet duidelijk welke kosten het opstellen van het bestemmingsplan Buitengebied Bergen Limburg 2017 met zich meebrengt. Allereerst zal een stedenbouwkundig adviesbureau dienen te worden ingeschakeld voor het opstellen van het bestemmingsplan. De verwachting is dat de kosten hiervoor relatief beperkt zullen zijn en dat het niet noodzakelijk is om een openbare aanbestedingsprocedure te voeren. Globale inschatting is dat de kosten voor het opstellen van het bestemmingsplan niet meer zullen bedragen dan ,--. Daarnaast is het in het kader van het bestemmingsplan noodzakelijk een MER op te stellen. De commissie MER dient hierover advies uit te brengen. Het basistarief 2016 van de Commissie MER voor het uitbrengen van een advies bedraagt ,--.In het kader van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2013 is reeds een MER opgesteld. Het is de bedoeling om dit MER te actualiseren. Bovendien heeft de Commissie MER in 2013 ook een advies uitgebracht. Een nadere onderbouwing van de kosten zal nog worden gemaakt. Wanneer er meer inzicht in deze kosten bestaat, zal een kredietvoorstel aan de gemeenteraad worden gedaan om de benodigde middelen hiervoor ter beschikking te stellen /8

8 Urenraming Onderstaand wordt een urenraming gegeven van de medewerkers uit het projectteam. Het betreft een grove inschatting van het aantal uren. Het aantal uren hangt namelijk ook af van het aantal zienswijzen dat wordt ingediend e.d. en is derhalve onzeker. De werkzaamheden van de projectteammedewerkers bestaan onder meer uit: - Aansturen/begeleiden adviesbureau(s) - Opstellen raadsvoorstellen/collegevoorstellen - Opstellen/procedureeel begeleiden MER - Behandeling zienswijzen - Behandeling beroepsschriften Voor wat betreft het opstellen van de MER moet nog een nadere keuze worden gemaakt. Op het moment van opstellen van deze nota is nog niet duidelijk of de werkzaamheden intern worden uitgevoerd, of dat deze werkzaamheden geheel of gedeeltelijk worden uitbesteed. Projectteam Urenraming werkzaamheden 2016 Urenraming werkzaamheden 2017 Henri Banken Jasper van Megen Jasper Wattjes Natascha Bakker Informatie en communicatie Het doel van de communicatie is de samenleving te informeren zodat een breed gedragen plan tot stand komt. Daarvoor is bijzondere aandacht vereist voor de communicatie gedurende het proces. Dat geldt voor zowel de interne als externe communicatie. Uitgangspunt bij communicatie is dat de planvorming transparant plaatsvindt. Hierbij worden vanzelfsprekende de wettelijke vereisten op basis van de Wro en Awb in acht genomen. Daarnaast vinden wij het van belang dat de veehouderijbedrijven vooraf zijn geïnformeerd over dit beleidsvoornemen. Gelet hierop zal deze nota van uitgangspunten aan eenieder bekend worden gemaakt via het gemeenteblad en de week van Bergen in het huis-aan-huisblad 1Bergen. Daarnaast zijn de veehouderijbedrijven persoonlijk per brief geïnformeerd en heeft een deel van de agrariërs een informatiebijeenkomst van de LLTB (brancheorganisatie) kunnen bijwonen. In het kader van het ontwerpbestemmingsplan zal daarnaast een inloopavond worden georganiseerd voor belanghebbenden in het buitengebied. Bijlagen: - Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 15 juli 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:2254). - Brief gericht aan veehouderijbedrijven, d.d. 9 juni Brief gericht aan de veehouderijbedrijven d.d. 21 november /8