FINANCIERING De richtlijnontwikkeling werd gefinancierd door de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS)
|
|
- Willem Jacobs
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Richtlijn Subarachnoïdale Bloeding (SAB) Diagnostiek en behandeling van een subarachnoïdale bloeding ten gevolge van een gebarsten cerebraal aneurysma INITIATIEF Nederlandse Vereniging voor Neurologie Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie Nederlandse Vereniging voor Radiologie IN SAMENWERKING MET Nederlandse Vereniging voor Intensive Care Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen FINANCIERING De richtlijnontwikkeling werd gefinancierd door de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS)
2 Colofon RICHTLIJN SUBARACHNOÏDALE BLOEDING 13 Nederlandse Vereniging voor Neurologie Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie Nederlandse Vereniging voor Radiologie Per adres: Nederlandse Vereniging voor Neurologie Mercatorlaan 10 Postbus LB UTRECHT Tel Website: Alle rechten voorbehouden. De tekst uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën of enige andere manier, echter uitsluitend na voorafgaande toestemming van de uitgever. Toestemming voor gebruik van tekst(gedeelten) kunt u schriftelijk of per en uitsluitend bij de uitgever aanvragen. Adres en adres: zie boven. 2
3 5 Samenstelling van de werkgroep Prof. dr. G.J.E. Rinkel, neuroloog, Universitair Medisch Centrum Utrecht, voorzitter Dr. J.M.C. van Dijk, neurochirurg, Universitair Medisch Centrum Groningen, co-voorzitter Dr. A.J.C. Slooter, neuroloog-intensivist, Universitair Medisch Centrum Utrecht (tot juli ) Dr. M. van der Jagt, neuroloog-intensivist, Erasmus Medisch Centrum Rotterdam (vanaf juli ) Dr. A. van der Zwan, neurochirurg, Universitair Medisch Centrum Utrecht Dr. J. Boiten, neuroloog, Medisch Centrum Haaglanden, Den Haag Dr. Y.B.W.E.M. Roos, neuroloog, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Dr. R. van den Berg, radioloog, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Prof. Dr. W.J.J. van Rooij, radioloog, Universitair Medisch Centrum Utrecht (tot november ) Dr. G.J. Lycklama à Nijeholt, radioloog, Medisch Centrum Haaglanden, Den Haag (vanaf december ) Drs. G.N. Beute, neurochirurg, St Elisabeth Ziekenhuis Tilburg (tot februari 11) Drs. J.H.C. Voormolen, neurochirurg, Leids Universitair Medisch Centrum (vanaf februari 11) Dr. M. Klimek, anesthesioloog, Erasmus Medisch Centrum Rotterdam Dr. J.W.A. Visser-Meily, revalidatiearts, Universitair Medisch Centrum Utrecht Drs. P.A. Brouwer, radioloog, Leids Universitair Medisch Centrum Dr. M.A. Pols, Kennisinstituut van Medisch Specialisten, beleidsmedewerker Nederlandse Vereniging voor Neurologie 3
4 Inhoudsopgave Samenvatting van de aanbevelingen... 5 Hoofdstuk 1 Algemene inleiding Hoofdstuk 2 Methodiek richtlijnontwikkeling... Hoofdstuk 3 Initiële diagnostiek Hoofdstuk 4 Diagnostiek in behandelcentrum Hoofdstuk 5 Termijn behandeling Hoofdstuk 6 Behandeling van het gebarsten aneurysma Hoofdstuk 7 Normen voor behandelcentra Hoofdstuk 8 Standaardzorg voor patiënten met een SAB Hoofdstuk 9 Preventie en behandeling van complicaties Hoofdstuk Follow-up na behandeling van een SAB Hoofdstuk 11 Revalidatie Bijlage 1 Zoekstrategieën Bijlage 2 Evidence tabellen... 5 Bijlage 3 Indicatoren Bijlage 4 Lacunes in kennis
5 Samenvatting van de aanbevelingen Onderstaande is een samenvatting van de aanbevelingen uit de multidisciplinaire klinische richtlijn Subarachnoïdale bloeding. Deze richtlijn is tot stand gekomen met de evidence-based richtlijnontwikkeling (EBRO) methodiek. In deze samenvatting ontbreken het wetenschappelijk bewijs en de overwegingen die tot de aanbevelingen geleid hebben. Lezers van deze samenvatting worden voor deze informatie en de overige aanbevelingen verwezen naar de volledige richtlijn. Diagnostiek Wat zijn de klinische verschijnselen die wijzen op een SAB? Bij alle patiënten met een voor de patiënt ongewoon hevige hoofdpijn die binnen enkele minuten het maximum bereikt en tenminste een uur aanhoudt dient gezien de hoge a priori kans op een subarachnoïdale bloeding aanvullend onderzoek plaats te vinden, ook als er geen andere verschijnselen zijn. Welke diagnostiek is aangewezen bij een patiënt met een verdenking SAB? Bij verdenking subarachnoïdale bloeding is een CT-scan het eerst aangewezen onderzoek. Bij verdenking subarachnoïdale bloeding en negatieve CT-scan is liquoronderzoek geïndiceerd. Een uitzondering kan gemaakt worden als de CT gemaakt is binnen 6 uur na ontstaan van de hoofdpijn en beoordeeld is door een ter zake bekwame en ervaren (neuro)radioloog in een centrum met een hoog volume aan SAB-patiënten. Liquoronderzoek dient pas plaats te vinden meer dan 12 uur na het ontstaan van de hoofdpijn. Bloederige liquor dient te worden afgedraaid, waarna het supernatant moet worden beoordeeld met behulp van spectrofotometrisch onderzoek naar aan- of afwezigheid van bilirubine. Bij patiënten met een hartstilstand en negatieve bevindingen bij coronairangiografie moet een subarachnoïdale bloeding worden uitgesloten. Ook bij een acute verwardheidtoestand zonder duidelijke oorzaak dient een subarachnoïdale bloeding overwogen te worden. De werkgroep kan geen aanbeveling doen over het gebruik van de MRI bij de diagnostiek van een SAB. De werkgroep beveelt aan om bij opname te graderen met behulp van een op de GCS gebaseerde schaal (zoals WFNS of PAASH). De score moet vastgelegd worden in het dossier en de ontslagbrief. 5
6 5 Welke diagnostiek is aangewezen in een behandelcentrum bij een patiënt die vanwege een SAB is doorverwezen? CTA is geschikt als initieel diagnostisch onderzoek om een aneurysma aan te tonen en het verdere therapeutische traject te bepalen. Indien CTA inconclusief is met betrekking tot het bepalen van de optimale behandeling (coilen of clippen) dient een aanvullende DSA te worden vervaardigd. Bij patiënten met een SAB en een perimesencephale bloedverdeling kan in geval van negatieve CTA verdere diagnostiek achterwege blijven. Indien geen aneurysma wordt gedetecteerd met CTA bij patiënten met een nietperimesencephaal bloedingspatroon, moet aanvullend een DSA plaatsvinden. Indien deze DSA negatief is, is herhalingsonderzoek na 2-3 weken geïndiceerd, bij voorkeur door middel van DSA. Indien ook dan geen aneurysma wordt aangetoond, is verdere diagnostiek niet geïndiceerd Behandeling Binnen welke termijn moet (overplaatsing en) behandeling van een geruptureerd aneurysma plaatsvinden? Het wordt aanbevolen om patiënten met een SAB direct over te plaatsen naar een neurovasculair centrum, ongeacht de klinische conditie bij opname. Patiënten met een SAB en een goede klinische conditie bij opname (GCS >12) dienen zo spoedig mogelijk na opname behandeld te worden aan het geruptureerde aneurysma, en bij voorkeur binnen 24 uur. Bij patiënten met een aneurysmatische SAB is terughoudendheid ten aanzien van coilen of clippen geïndiceerd in geval van één of meerdere afwezige hersenstamreflexen bij opname; leeftijd ouder dan 75 jaar en verlaagd bewustzijn (GCS <13) bij opname en afwezigheid van snelle verbetering van het bewustzijn (bijvoorbeeld na liquordrainage). Welke behandelingsopties zijn er voor het gebarsten aneurysma en wat zijn de indicaties? Patiënten met een geruptureerd aneurysma van de anterieure en posterieure circulatie in een goede klinische conditie, dienen bij voorkeur gecoild te worden indien chirurgie en coiling technisch gelijkwaardig uitvoerbaar zijn. Aan welke voorwaarden moet een centrum voldoen waar een SAB-patiënt wordt opgenomen c.q. wordt behandeld? Een centrum dat behandeling van patiënten met een subarachnoïdale bloeding uitvoert moet beschikken over samenwerkende afdelingen neurologie, neurochirurgie, neuroradiologie, intensive care en (neuro)anesthesiologie die gedurende vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week en het hele jaar de klinische zorg kunnen bieden. Een centrum dat behandeling van patiënten met een subarachnoïdale bloeding uitvoert moet beschikken over een afdeling neuroradiologie met toegang tot tenminste een rotatie-3d- 6
7 angiostatief, MR/MRA en CT/CTA. Daarnaast dient de angiokamer ingrepen onder anesthesie toe te staan en adequate aseptische condities te garanderen Een centrum dat behandeling van patiënten met een subarachnoïdale bloeding uitvoert moet beschikken over een minimum van twee specialisten die een specifieke kwalificatie of een anderszins acceptabele opleiding voor neuro-interventie hebben. Neuro-interventionalisten worden geacht te voldoen aan de opleidingseisen zoals deze door het Nederlands Neurovasculair Genootschap, met instemming van de Concilia van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie, Nederlandse Vereniging voor Neurologie en Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie, zijn vastgelegd. Waaruit bestaat de standaardzorg voor patiënten met een SAB? 1. Algemeen verpleegkundige zorg Het verdient aanbeveling patiënten met een SAB op te nemen op een afdeling waar continue observatie mogelijk is, in ieder geval totdat het aneurysma is afgesloten. Hierbij dient vooral aandacht besteed te worden aan de Glasgow Coma Scale, temperatuur, ECG, bloeddruk, pupillen en focale afwijkingen. De werkgroep is van mening dat verpleegkundigen werkzaam op een MC ofwel verpleegkundigen zijn met een afgeronde opleiding tot IC-verpleegkundige, ofwel verpleegkundigen die een gecertificeerde bijscholing hebben gevolgd die hen in staat stelt adequate bewaking en zorg te leveren voor SAB-patiënten, zoals de opleiding tot CVAverpleegkundige. De werkgroep adviseert dat formele afspraken worden gemaakt tussen de betrokken afdelingen over wanneer er een daadwerkelijke vitale functiestoornis is of dreigt en eventuele interventie en/of overname naar de intensive care geïndiceerd is. 2. Anesthesiologisch beleid Voor de behandeling van een patiënt met SAB is een arts met kennis en bekwaamheid op het gebied van herstel en ondersteuning van vitale functies te allen tijde direct beschikbaar. Deze beschikt over de kennis, bekwaamheid en middelen om een endotracheale intubatie ook onder moeilijke omstandigheden succesvol en zonder hemodynamische schommelingen uit te voeren. Beademde patiënten worden primair genormoventileerd. Een bloedgasanalyse dient onmiddellijk uitgevoerd te kunnen worden en wordt bij beademde patiënten herhaaldelijk uitgevoerd. Hypotensie en hypoxie worden voorkomen. Op basis van standaard anesthesiologische principes dient het anesthesiologisch beleid zich te richten op behoud van (voor de betreffende patiënt) normale waarden: normotensie, normoxie, normocapnie, normofrequent sinusritme, normothermie, normoglycemie zijn hierbij de belangrijkste. Omvang en duur van intraoperatieve hypotensie moeten tijdens een chirurgische aneurysmaoperatie zo veel mogelijk worden beperkt. Geïnduceerde hypothermie tijdens aneurysmachirurgie kan niet routinematig worden aanbevolen. Hyperthermie moet worden voorkomen. 7
8 Bloeddruk Hypertensie bij patiënten met een SAB wordt niet behandeld, tenzij de bloeddruk extreem hoog is. Grenswaarden voor extreem hoge bloeddruk worden individueel bepaald, afhankelijk van onder andere leeftijd, bloeddruk vóór de SAB en cardiale voorgeschiedenis. Als hypertensie behandeld wordt, moet gekozen worden voor continue infusie van kortwerkende middelen met een duidelijke dosis-responsrelatie. 4. Pijnstilling Voor pijnbestrijding bij een SAB wordt gestart met paracetamol 500 mg iedere 3 4 uur. NSAID s dienen bij voorkeur niet geven te worden voordat het aneurysma geoccludeerd is. Bij ernstige pijn kunnen opiaten gegeven worden. 5. Preventie diepe veneuze trombose Patiënten met een SAB dienen behandeld te worden met TED kousen of de combinatie van TED kousen en intermittent pneumatic compression. Er is terughoudendheid geboden met het gebruiken van laag moleculaire heparines in de acute fase na operatie van een gebarsten aneurysma omdat niet overtuigend is aangetoond is dat deze de prognose verbeteren en er aanwijzingen zijn voor een toename van intracraniële bloedingen. 6. Preventie epilepsie Het wordt afgeraden om bij patiënten met een subarachnoïdale bloeding profylactische antiepileptica voor te schrijven. 7. Koorts Geadviseerd wordt om de temperatuur enkele malen per dag te controleren. Bij verdenking op een infectie wordt aanvullend onderzoek gedaan (laboratoriumonderzoek (CRP en leuco s met differentiatie), urinesediment en kweek en een X-thorax) en zo nodig worden antibiotica gegeven. Bij koorts ( 38.5) wordt geadviseerd om te starten met paracetamol 4 dd 00 mg. 8. Hyperglycemie Hyperglycemie >11 mmol/l dient te worden voorkomen. Een intensieve insulinebehandeling kent een relevant risico op hypoglycemie. Een protocol voor de controle van de bloedsuiker en de toediening van insuline verdient de aanbeveling. De ondergrens van de plasmaglucoseconcentratie moet niet te streng worden gesteld om hypoglycemie te voorkomen. 9. Vochtbeleid Patiënten met een SAB moeten altijd een intraveneus infuus krijgen. Start met een zoutoplossing 0,9% tot een totale vochtintake van 2-3 liter/dag. Gestreefd dient te worden naar normovolemie. Fludrocortisonacetaat en hypertone zoutoplossing kunnen toegepast worden voor het corrigeren van hyponatriëmie. 8
9 Preventie en behandeling van complicaties 1. Cerebrale ischemie Oraal nimodipine in een dosering van 6 maal daags 60 mg gedurende 3 weken is de standaard medicamenteuze behandeling ter preventie van een slechte klinische uitkomst na een SAB. In het geval dat een patiënt niet in staat is de tabletten nimodipine door te slikken wordt geadviseerd om, net als in de trials, de tabletten fijn te malen om ze zo door een maagsonde aan de patiënt te kunnen geven. Hoewel er aanwijzingen zijn dat cisternale fibrinolyse en drainage een positief effect op de klinische uitkomst zouden kunnen hebben, is de werkgroep van mening dat deze invasieve therapie eerst verder onderzocht moet worden in grotere RCT s met klinische uitkomst als primair eindpunt, voordat deze therapie als standaardbehandeling kan worden geadviseerd. Hierbij is in de overweging meegenomen dat cisternale drainage/fibrinolyse een hoogcomplexe behandeling is. Gezien de risico s die aan triple-h therapie verbonden zijn en het ontbreken van aangetoonde effectiviteit in gerandomiseerde studies, kan deze vooralsnog niet aanbevolen worden ter preventie van cerebrale ischemie. In de meeste gevallen is het aan te bevelen te streven naar het handhaven van een normaal circulerend bloedvolume en het voorkomen van hypovolemie. Dit geldt niet alleen bij de preventie maar ook voor de behandeling van cerebrale ischemie. Bij de behandeling van cerebrale ischemie valt eventueel een combinatie van volumesuppletie, inductie van hypertensie, en hemodilutie (triple-h) te overwegen. Hierbij moet wel opgemerkt moet worden dat deze therapieën zich vooralsnog in een experimenteel stadium bevinden. Angioplastiek en/of selectieve intra-arteriële vasodilatatie kunnen overwogen worden, al dan niet volgend op of in combinatie met, de triple-h therapie, waarbij opgemerkt moet worden dat ook deze therapieën vooralsnog zich in een experimenteel stadium bevinden. De werkgroep kan geen aanbeveling doen over monitoring van vaatspasme door middel van TCD. 2. Hydrocephalus Het wordt aanbevolen gedurende de eerste 24 uur af te wachten bij patiënten met een SAB bij wie op de CT bij opname verwijde ventrikels worden gezien maar die een intact bewustzijn hebben. Ook wanneer het bewustzijn in de eerste uren daalt, kunnen de eerste 24 uren worden afgewacht. Het wordt aanbevolen gedurende de eerste 24 uur wel te interveniëren bij patiënten bij wie het bewustzijn ernstig gedaald is: alleen openen van ogen na pijnlijke stimuli, geen gehoor geven aan simpele commando s en het spreken van slechts enkele woorden (Glasgow Coma Score kleiner of gelijk aan E2M5V3). Het doen van een (herhaalde) lumbaalpunctie of externe lumbale drainage bij patiënten met acute hydrocephalus na een SAB die geen intracerebraal hematoom hebben noch een complete vulling van het derde en vierde ventrikel met bloed, is een zinvolle eerste stap als diagnosticum en behandeling. Wanneer de patiënt niet spontaan herstelt dient een externe ventrikeldrain te worden geplaatst. 9
10 Permanente ventrikeldrainage is geïndiceerd bij symptomatische patiënten met chronische hydrocephalus na SAB Recidiefbloeding Het wordt aanbevolen om geruptureerde aneurysma s vroeg te behandelen. Bij behandeling binnen 24 uur na de bloeding worden de meeste recidiefbloedingen voorkomen. De werkgroep beveelt aan om patiënten met acute hoofdpijn systematisch te onderzoeken op een aneurysmatische subarachnoïdale bloeding, opdat een tweede bloeding (met meestal aanzienlijk verlies van kwaliteit van leven) kan worden voorkómen. Het optreden van een recidiefbloeding is reden om zo snel mogelijk het aneurysma uit de circulatie te nemen. 4. Overige (niet-cerebrale) complicaties Diagnostiek naar en behandeling van cardiale dysfunctie na een SAB dient te worden overwogen bij een onverwacht lage bloeddruk in de acute fase of andere tekenen van myocardschade, en bij acuut longoedeem. Bij dermate ernstige cardiale dysfunctie dat er klinische aanwijzingen zijn voor hartfalen en/of cardiogene shock zoals beschreven bij cerebrale ischemie na SAB, ondanks therapie met inotropica, kan intra-aortale balloncounterpulsatie worden overwogen als therapie. Een normovolemische vullingsstatus dient te worden nagestreefd, aangezien hypovolemie onwenselijk is en hypervolemie niet bewezen zinvol, en mogelijk geassocieerd met longoedeem. Het geven van diuretica bij neurogeen longoedeem na SAB wordt ontraden indien er geen informatie is over de volumestatus door middel van invasieve hemodynamische monitoring. 35 Bij neurogeen longoedeem wordt aanbevolen de oxygenatie te handhaven door middel van PEEP indien sprake is van hypoxie en te streven naar een minimale uitzuigfrequentie. Invasieve hemodynamische monitoring en/of (herhaalde) echocardiografie dient te worden overwogen bij aanwijzingen voor hartfalen en/of neurogeen longoedeem, of cardiopulmonale instabiliteit anderszins. Voor invasieve hemodynamische monitoring na een aneurysmatische SAB kan transpulmonale thermodilutie door middel van het PiCCO systeem worden gebruikt. 40 Therapie met fludrocortison kan overwogen worden bij negatieve vochtbalans na SAB, vooral indien er tevens sprake is van hyponatriëmie.
11 5 Nazorg Hoe moet de follow-up na behandeling plaatsvinden? Na coiling van een geruptureerd aneurysma dient minimaal één follow-uponderzoek te worden verricht, bij voorkeur na 6 maanden. MRA is het onderzoek van keuze om gecoilde aneurysma s te vervolgen. Indien er sprake is van een goede occlusiegraad van het aneurysma bij de eerste follow-up, is er geen indicatie om in de eerste 5 jaar na endovasculaire behandeling vervolgonderzoek te doen. De kans op de ontwikkeling van nieuwe aneurysma s na doorgemaakte aneurysmatische SAB is klein, en rechtvaardigt geen herhaald follow-up onderzoek. Het is zinvol om, met intervallen van 3 5 jaar, screenend onderzoek te verrichten bij SABpatiënten met familiaire belasting. Ook bij patiënten met één of meerdere niet-behandelde aneurysma s dient follow-uponderzoek plaats te vinden. Het is in het algemeen niet nodig om na clippen controle-onderzoek te verrichten Voor het indien geïndiceerd - optimaal kunnen verrichten van follow-uponderzoek met behulp van CTA bij patiënten met geclipte aneurysma s dienen bij voorkeur titanium clips te worden gebruikt. Welke aspecten zijn belangrijk in de revalidatie van patiënten na een SAB? De werkgroep is van mening dat na ontslag van een patiënt met een SAB naar huis er altijd een controleafspraak moet worden aangeboden voor zowel de patiënt als de partner. Cognitieve klachten en stoornissen en emotionele problemen (sombere stemming, angst en PTSS) dienen standaard en systematisch onderzocht te worden na de SAB. Indien er op screeningslijsten aanwijzingen zijn voor problemen is het aan te bevelen om een neuropsychologisch onderzoek te laten plaatsen vinden en (revalidatie)behandeling aan te bieden. Het verdient aanbeveling om een multidisciplinaire nazorg poli te organiseren in een samenwerkingsverband tussen neurologie, neurochirurgie en revalidatiegeneeskunde. Er dient een centraal aanspreekpunt te zijn voor de SAB-patiënten en hun naasten in de thuissituatie, ook op langere termijn. Per behandelsetting wordt afgesproken wie dit centrale aanspreekpunt is. Informatieverstrekking en educatie over cognitieve (inclusief vermoeidheid), emotionele en gedragsmatige veranderingen na een SAB zijn belangrijk en is stap één in de behandeling hiervan. Cognitieve revalidatie en behandeling van emotionele problemen kunnen plaatsvinden op een revalidatieafdeling in het ziekenhuis, verpleeghuis en in een revalidatiecentrum. Voor de behandeling van specifieke cognitieve stoornissen (geheugen, executieve stoornissen, mentale traagheid, taal- en emotionele stoornissen) wordt verwezen naar de richtlijnen 11
12 Diagnostiek, behandeling en zorg voor patiënten met een beroerte (08), Neuropsychiatrische gevolgen van niet-aangeboren hersenletsel (07), Cognitieve revalidatie na niet-aangeboren hersenletsel (Consortium Cognitieve Revalidatie 07) en Angststoornissen (09). 5 De werkgroep is van mening dat de SS QoL mee genomen dient te worden als uitkomstinstrument bij SAB-studies omdat psychosociale problemen door dit instrument worden opgepikt. 12
13 Hoofdstuk 1 Algemene inleiding Aanleiding voor het maken van de richtlijn Bij de opvang, behandeling en revalidatie van patiënten met een subarachnoïdale bloeding uit een aneurysma zijn vele specialismen betrokken, zoals neurologen, neurochirurgen, neurointerventionalisten, intensivisten en revalidatieartsen. Bij dit multidisciplinaire klinische traject ontbreekt het echter aan een wetenschappelijk onderbouwde en breed gedragen richtlijn die enerzijds zorgverleners kan ondersteunen bij diagnostiek en behandeling, en anderzijds aanbevelingen doet met betrekking tot de organisatie van zorg en de eisen die gesteld kunnen worden aan behandelcentra. De Nederlandse verenigingen voor Neurologie, Neurochirurgie, Anesthesiologie, Radiologie, Revalidatie en Intensive Care geneeskunde hebben daarom een werkgroep samengesteld om vanuit de verschillende disciplines een richtlijn te ontwikkelen. 1.2 Doel van de richtlijn Deze richtlijn beoogt een leidraad te geven voor de dagelijkse praktijk van de diagnostiek en behandeling van subarachnoïdale bloeding. Bij patiënten met een spontane (niet-traumatische) subarachnoïdale bloeding is een gebarsten intracraniëel aneurysma veruit de meest voorkomende en oorzaak, en het niet onderkennen van een gebarsten aneurysma kan verstrekkende gevolgen hebben. Vandaar dat in het taalgebruik patiënt met subarachnoïdale bloeding vaak synoniem is voor patiënt met verdenking op gebarsten aneurysma. De gestelde uitgangsvragen zullen dan ook behandeld worden vanuit het perspectief van verdenking op gebarsten aneurysma en niet vanuit het bredere perspectief van bloed in de subarachnoïdale ruimte. 1.3 Afbakening van de richtlijn De richtlijn heeft betrekking op de diagnostiek en behandeling van alle patiënten met een SAB. Een subarachnoïdale bloeding (SAB) is een ernstige vorm van beroerte, die bij ca 9 per patiënten per jaar voorkomt. Voor Nederland betekent dit dat ongeveer 00 patiënten per jaar een dergelijke bloeding krijgen. De oorzaak van een SAB is in ruim 75% van de gevallen het gevolg van een geruptureerd cerebraal aneurysma. De SAB treedt op relatief jonge leeftijd op (de gemiddelde leeftijd is 55 jaar) en heeft een slechte prognose. Ongeveer de helft van de patiënten overlijdt ondanks medische behandeling, en van de overlevende patiënten blijft ongeveer een derde afhankelijk van hulp voor basale activiteiten in het dagelijkse leven, zoals wassen en aankleden. Ook bij een goed lichamelijk herstel hebben de patiënten vaak een verminderde kwaliteit van leven en cognitieve stoornissen in verschillende domeinen. Van de subgroep patiënten die na een SAB weer in staat is zelfstandig te functioneren (500 patiënten per jaar), kan slechts de helft hetzelfde werk uitoefenen als voor de bloeding. De andere helft gaat minder werken, heeft een minder verantwoordelijke baan, of stopt met werken. Omdat de SAB op relatief jonge leeftijd optreedt en de kans op herstel zo laag is, is op bevolkingsniveau het verlies aan productieve levensjaren ten gevolge van SAB gelijk aan het verlies aan productieve levensjaren ten gevolge van herseninfarcten, de meest voorkomende vorm van een beroerte. Een gestructureerde revalidatie met aandacht voor cognitieve revalidatie is daarom van groot belang voor deze patiënten. Samenvattend betreft het een relatief jonge patiëntengroep met een hoge ziektelast, met grote maatschappelijke kosten en relevantie. 13
14 5 Specifieke uitgangsvragen waarvoor deze richtlijn aanbevelingen geeft, zijn: 1. a. Wat zijn de klinische verschijnselen die wijzen op een SAB? b. Welke diagnostiek is aangewezen bij een patiënt met een verdenking SAB? 2. Welke diagnostiek is aangewezen in een behandelcentrum bij een patiënt die vanwege een SAB is doorverwezen? 3. Binnen welke termijn moet (overplaatsing en) behandeling van een geruptureerd aneurysma plaatsvinden? 4. Welke behandelingsopties zijn er voor het gebarsten aneurysma en wat zijn de indicaties? 5. Aan welke voorwaarden moet een centrum voldoen waar een SAB-patiënt wordt opgenomen c.q. wordt behandeld 6. Waaruit bestaat de standaardzorg voor patiënten met een SAB? 7. Preventie en behandeling van complicaties 8. Hoe moet de follow-up na behandeling plaatsvinden? 9. Welke aspecten zijn belangrijk in de revalidatie van patiënten na een SAB? a) Welke neuropsychologische gevolgen (veranderingen in cognitie, emotie en gedrag) en participatieproblemen staan na een SAB op de voorgrond en in welke mate komen ze voor? b) Op welke wijze kunnen deze gevolgen na een SAB het beste worden vastgesteld en welke behandelingen zijn hiervoor effectief? 1.4 Beoogde gebruikers van de richtlijn Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van beroepsgroepen die betrokken zijn bij de diagnostiek, behandeling en follow-up van patiënten met SAB. 14
15 Hoofdstuk 2 Methodiek richtlijnontwikkeling AGREE Deze richtlijn is opgesteld aan de hand van het Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II (AGREE II) instrument ( Dit is een internationaal breed geaccepteerd instrument voor de beoordeling van de kwaliteit van richtlijnen. 2.2 Werkgroep Voor het ontwikkelen van de richtlijn is in 09 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die met de diagnostiek en behandeling van patiënten met een subarachnoïdale bloeding te maken hebben (zie hiervoor de samenstelling van de werkgroep). De werkgroepleden werden door hun beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname. De werkgroep werkte gedurende twee jaar aan de totstandkoming van de richtlijn. 2.3 Belangenverklaring Werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste vijf jaar een (financieel ondersteunde) betrekking onderhielden met commerciële bedrijven, organisaties of instellingen die in verband staan met het onderwerp van de richtlijn. Door de werkgroep zijn geen belangen gemeld. 2.4 Patiëntenparticipatie De richtlijn is vooral bedoeld voor professionals die betrokken zijn bij de diagnostiek en behandeling van het acute geruptureerde cerebrale aneurysma. Het gaat hier met name om een snelle diagnostiek en behandeling en een goede afstemming tussen de verschillende betrokken zorgverleners. In deze fase spelen patiëntenvoorkeuren nauwelijks een rol. Voor de patiënten die de SAB overleven is het vooral belangrijk om een optimale kwaliteit van leven te bereiken met een zo groot mogelijke zelfstandigheid. De mogelijke gevolgen van een SAB zijn vergelijkbaar met die na een beroerte of ander niet-aangeboren hersenletsel. Met betrekking tot deze aspecten wordt daarom in het hoofdstuk Revalidatie verwezen naar de betreffende bestaande richtlijnen, waarin patiëntenvoorkeuren expliciet zijn meegenomen. Om deze reden is bij de ontwikkeling van deze richtlijn dit aspect niet apart benoemd. 2.5 Knelpuntenanalyse Tijdens de voorbereidende fase zijn in samenwerking met de voorzitter van de werkgroep de knelpunten geïnventariseerd. De knelpunten zijn met de werkgroep besproken en op basis hiervan zijn er uitgangsvragen geformuleerd. 2.6 Uitgangsvragen en uitkomstmaten Aan de hand van de knelpunten werden door de werkgroep uitgangsvragen geformuleerd. Per uitgangsvraag werden indien van toepassing de belangrijkste en voor de patiënt relevante uitkomstmaten vastgesteld.
16 5 2.7 Strategie voor zoeken naar literatuur Er werd eerst oriënterend gezocht naar bestaande richtlijnen in de databases van het National Guideline Clearinghouse ( NICE ( SIGN ( en van het CBO ( Tevens werd gezocht naar systematische reviews in de Cochrane Library. Vervolgens werd er voor de afzonderlijke uitgangsvragen aan de hand van specifieke zoektermen gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in de elektronische database Medline (OVID). Bij interventievragen is nog aanvullend gezocht in Embase (Elsevier) en in de Cochrane Library (Wiley). Tevens werd er handmatig gezocht naar studies aan de hand van de literatuurlijsten van de opgevraagde artikelen. In eerste instantie werd gezocht naar (systematische reviews of meta-analyses van) gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCTs). In afwezigheid van RCTs werd verder gezocht naar prospectieve gecontroleerde onderzoeken, vergelijkende onderzoeken en prospectieve niet-vergelijkende onderzoeken. Voor het identificeren van mogelijke systematische reviews en randomized controlled trials werd gebruik gemaakt van de methodologische filters van het Scottish Intercollegiate Guidelines Network ( Voor de uitgangsvragen met betrekking tot de domeinen etiologie, prognose en diagnostiek werden searchresultaten beperkt tot Epidemiologic Studies (fig. 1) en/of gelimiteerd tot de onderzoeksdesigns: clinical trial, all or clinical trial, phase iii or clinical trial, phase iv or clinical trial or comparative study or consensus development conference or consensus development conference, nih or controlled clinical trial or evaluation studies or government publications or guideline or meta analysis or multicenter study or practice guideline or randomized controlled trial or research support, nih, extramural or research support, nih, intramural or research support, non us gov't or research support, us gov't, non phs or research support, us gov't, phs or review or technical report or validation studies. De searches werden verder ook gelimiteerd op literatuur in het Engels. Waar dat niet zo was is dat vermeld. De individuele zoekstrategieën zijn vermeld in bijlage 1. Wanneer er tijdens het ontwikkelproces nog belangrijke originele studies werden gepubliceerd zijn die aan de samenvatting van de literatuur toegevoegd. Figuur 1 Epidemiologic studies Strategie voor het beoordelen van literatuur Beoordeling van onderzoeken werd gedaan aan de hand van de EBRO methodiek. Individuele studies werden beschreven in evidence-tabellen (zie bijlage 2). De studies werden individueel beoordeeld op onderzoeksopzet/design. Naar aanleiding van deze beoordeling werd het 16
17 bewijsniveau van studies bepaald volgens de classificatie in tabel 2. Een samenvatting van de literatuur en het bewijsniveau van de relevante studies zijn in de richtlijntekst terug te vinden onder de kopjes samenvatting van de literatuur en conclusie. 5 Tabel 2. EBRO indeling van de kwaliteit van individuele studies Bewijs niveau Diagnostisch accuratesse onderzoek Schade of bijwerkingen, etiologie, prognose A1 Meta-analyse van min. 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van A2- niveau A2 B C Onderzoek t.o.v. een referentietest ( gouden standaard ) met tevoren gedefinieerde afkapwaarden en onafhankelijke beoordeling van resultaten, met voldoende grote serie van opeenvolgende patiënten die allen de indexen referentietest hebben gehad Onderzoek t.o.v. een referentietest, maar niet met alle kenmerken die onder A2 zijn genoemd Niet-vergelijkend onderzoek Prospectief cohort onderzoek van voldoende omvang en follow-up, waarbij adequaat gecontroleerd is voor confounding en selectieve follow-up voldoende is uitgesloten. Prospectief cohort onderzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd onder A2 of retrospectief cohort onderzoek of patiënt-controle onderzoek 2.9 Overwegingen Voor een aanbeveling zijn er naast het wetenschappelijke bewijs nog andere aspecten van belang, zoals de expertise van de werkgroepleden, patiëntenvoorkeuren, kosten, beschikbaarheid van voorzieningen of organisatorische facetten. Deze aspecten worden, voor zover niet wetenschappelijk onderzocht, vermeld onder het kopje overwegingen. 2. Formuleren van aanbevelingen De aanbevelingen geven een antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op zowel het beschikbare wetenschappelijke bewijs als op de belangrijkste overwegingen Indicatorontwikkeling Gelijktijdig met het ontwikkelen van de conceptrichtlijn werden er indicatoren ontwikkeld (zie bijlage 3). Een indicator is een meetbaar kenmerk van de gezondheidszorg met een signaalfunctie voor (een aspect van) de kwaliteit van zorg. Indicatoren maken het de zorgverleners mogelijk om te meten of zij de gewenste zorg leveren en om onderwerpen voor verbeteringen te identificeren Kennislacunes Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijn is systematisch gezocht naar onderzoeken waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvragen. Bij elke uitgangsvraag is door de werkgroep nagegaan of er (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is. Een overzicht van aanbevelingen voor onderzoek staat in bijlage 4. 17
18 Commentaar- en autorisatiefase De conceptrichtlijn werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen voorgelegd voor commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn werd aan de besturen van de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen verstuurd voor autorisatie Implementatie In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijn en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. De richtlijn wordt verspreid onder alle relevante beroepsgroepen. Daarnaast wordt er een samenvatting van de richtlijn gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde en in tijdschriften van de deelnemende wetenschappelijke verenigingen. Ook is de richtlijn te downloaden vanaf de website van de betrokken wetenschappelijke verenigingen en van de Kwaliteitskoepel: 2. Juridische betekenis van richtlijnen Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften, maar op evidence gebaseerde inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. Aangezien deze aanbevelingen hoofdzakelijk gebaseerd zijn op algemeen bewijs voor optimale zorg voor de gemiddelde patiënt, kunnen zorgverleners op basis van hun professionele autonomie zo nodig in individuele gevallen afwijken van de richtlijn. Afwijken van richtlijnen kan in bepaalde situaties zelfs noodzakelijk zijn. Wanneer van de richtlijn wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd en gedocumenteerd te worden en waar relevant in overleg met de patiënt en/of de familie Herziening De Nederlandse Vereniging voor Neurologie, de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie en de Nederlandse Vereniging voor Radiologie nemen als houders van deze richtlijn gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de actualiteit van deze richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijk verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de verantwoordelijke verenigingen over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied. Uiterlijk in 17 beoordelen de verantwoordelijke verenigingen in overleg of deze richtlijn nog actueel is. Zo nodig wordt een nieuwe werkgroep geïnstalleerd om de richtlijn te herzien. De geldigheid van de richtlijn komt eerder te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een herzieningstraject te starten. 18
19 Hoofdstuk 3 Initiële diagnostiek Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven welke bevindingen (klinische verschijnselen, lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek) belangrijk zijn voor de diagnose SAB. Klinische verschijnselen Hoofdpijn Hoofdpijn is bij bijna alle patiënten met een subarachnoïdale bloeding aanwezig. De belangrijkste uitzondering zijn die patiënten die direct in coma raken, en niet meer uit het coma ontwaken. De hoofdpijn bij een patiënt met een subarachnoïdale bloeding is ongekend hevig, maar het acute ontstaan van de hoofdpijn is het belangrijkste kenmerk van patiënten met een subarachnoïdale bloeding, omdat hevige hoofdpijn op zich ook bij veel patiënten zonder subarachnoïdale bloeding voorkomt. Hoe snel hoofdpijn bij een subarachnoïdale bloeding ontstaat werd prospectief onderzocht in een serie van 2 patiënten die met acute hoofdpijn als enige verschijnsel naar een ziekenhuis werden verwezen. Van deze 2 patiënten hadden 42 uiteindelijk een subarachnoïdale bloeding. Bij de helft van hen was de hoofdpijn binnen één tot enkele seconden ontstaan, bij een kwart in een tijdsbestek van enkele seconden tot een minuut en bij het laatste kwart in een tijdsbestek van iets langer dan een minuut, maar niet langer dan 5 minuten (Linn et al., 1998). In een ander prospectief onderzoek uitgevoerd in een ziekenhuis duurde het bij 3 van 71 patiënten met een subarachnoïdale bloeding een half uur voordat de hoofdpijn maximaal van ernst was (Bo et al., 08). Hoe lang de hoofdpijn minimaal moet duren bij een subarachnoïdale bloeding is niet goed bekend. Bij de meeste patiënten duurt de hoofdpijn tenminste enkele dagen, maar in de serie van Linn et al. (08) is er tenminste één patiënt met een gebarsten aneurysma bij wie de hoofdpijn 6 uur na ontstaan bijna geheel was verdwenen. In een prospectief onderzoek bij huisartsen werd onderzocht hoe groot de kans is op een subarachnoïdale bloeding bij patiënten die zich meldden met een hoofdpijn die was ontstaan binnen een minuut en tenminste een uur had geduurd (Linn et al., 1994). Het onderzoek werd uitgevoerd van 1988 tot 1993 bij 2 huisartsen. Alle patiënten die aan de inclusiecriteria voldeden, maar bij wie geen subarachnoïdale bloeding werd aangetoond werden een jaar na de hoofdpijn opgespoord en telefonisch geïnterviewd met de vraag of zich nieuwe verschijnselen hadden voorgedaan. In de onderzoeksperiode werden 148 patiënten geïncludeerd, van wie 3 hoofdpijn als enige verschijnsel hadden. Bij 37 (%; 95%betrouwbaarheidsinterval18-32%) van alle 148 patiënten en bij 12 (12%; 95% betrouwbaarheidsinterval 5-18%) van de 2 met hoofdpijn als enige verschijnsel werd een subarachnoïdale bloeding aangetoond na verdere diagnostiek in het ziekenhuis. Veranderd bewustzijn Het tweede meest voorkomende symptoom bij subarachnoïdale bloedingen is bewustzijnsverlies. Gegevens over proporties van patiënten met bewustzijnsverlies bij ontstaan van een subarachnoïdale bloeding in de bevolking ontbreken. In een ziekenhuisserie waarbij patiënten en omstanders specifiek werden bevraagd over bewustzijnsverlies bij ontstaan bleken 54 van 113 patiënten (48%; 95% betrouwbaarheidsinterval 39-57%) een bewustzijnsverlies van langer dan een uur gehad te hebben (Hop et al., 1999). Als in aanmerking wordt genomen dat tussen de en % van alle patiënten met een subarachnoïdale bloeding uit een aneurysma overlijden voordat ze kunnen worden opgenomen (Huang and Van Gelder, 02), dan kan worden aangenomen dat meer dan de helft van de patiënten met een subarachnoïdale bloeding 19
20 bij ontstaan een bewustzijnsverlies van meer dan een uur heeft Een bijzondere categorie vormen de patiënten met bewustzijnsverlies bij hartstilstand. In drie series patiënten die werden opgenomen na een out of hospital cardiac arrest varieerde de proportie patiënten met een subarachnoïdale bloeding uit een aneurysma als oorzaak tussen de 3% en 6% (Kurkciyan et al., 01; Inamasu et al., 09; Mitsuma et al., 11). De prognose van deze patiënten is in het algemeen somber. In twee series met in totaal 18 patiënten met een subarachnoïdale bloeding als oorzaak van een out of hospital cardiac arrest overleden alle patiënten tijdens de opname, ondanks dat bij een meerderheid de circulatie zich herstelde (Inamasu et al., 09; Mitsuma et al., 11). De prognose is minder somber voor patiënten die tijdens transport of tijdens de opname wegens een subarachnoïdale bloeding een hartstilstand krijgen, en bij wie reanimatie direct door medisch geschoold personeel wordt uitgevoerd. In een serie van 11 van deze patiënten herstelde de helft tot een onafhankelijk functioneren (Toussaint III et al., 05). Naast bewustzijnsverlies kan bij ontstaan van een subarachnoïdale bloeding ook een veranderd bewustzijn in de zin van een acute verwardheidtoestand optreden. In een serie van 717 patiënten in één ziekenhuis hadden 9 (1.4%) een verwardheidtoestand bij binnenkomst op de spoedeisende hulp (Reijneveld et al., 00). Bij 5 van hen was deze toestand ontstaan na een bewustzijnsverlies of plots opgetreden hoofdpijn. Hoe vaak een subarachnoïdale bloeding ten grondslag ligt aan een acute verwardheidtoestand is niet goed bekend. In een prospectieve serie van 45 patiënten verwezen naar een ziekenhuis met een acute verwardheidtoestand werd bij 5 (11%; 95% betrouwbaarheidsinterval 4-24%) een subarachnoïdale bloeding gevonden (Calandre et al., 1990), en in een vergelijkbaar maar dan retrospectief onderzoek werd bij 1 van 127 patiënten (0.8%; 95% CI: %) een subarachnoïdale bloeding gevonden (Benbadis et al., 1994). Beide onderzoeken geven waarschijnlijk een overschatting, omdat beide onderzoeken zich beperken tot die patiënten bij wie een neuroloog in consult is geroepen. Bevindingen bij lichamelijk onderzoek Het duurt enkele uren voordat nekstijfheid ontstaat en bij patiënten die diep comateus zijn kan nekstijfheid ontbreken (Vermeulen en van Gijn, 1990). Afwezigheid van nekstijfheid in de eerste uren na ontstaan van de verschijnselen sluit een subarachnoïdale bloeding dus niet uit. Fundoscopie hoort bij het lichamelijk onderzoek bij patiënten verdacht van een subarachnoïdale bloeding. Bij ongeveer -% van de patiënten zijn intraoculaire bloedingen aanwezig (Fountas et al., 08; Frizzell et al., 1997), en kunnen de enige bevinding zijn bij deze patiënten (Kiriakopoulos et al., 1998). Een dysfunctie van de n abducens is aanwezig vanaf het ontstaan van de bloeding of in de eerste uren daarna bij ongeveer 5% van de patiënten met een subarachnoïdale bloeding (Munakata et al., 07). Een partiële dysfunctie of volledige uitval van de n oculomotorius is suggestief voor ruptuur van een aneurysma ter plaatse van de a communicans posterior. Voor het vaststellen van de prognose en voor het beoordelen van het beloop in de tijd van het klinisch beeld is het van belang de bewustzijnstoestand vast te leggen en te graderen. Hiervoor zijn verschillende schalen beschikbaar. Een veel gebruikte schaal is de Hunt en Hess schaal (Hunt en Hess, 1968) maar de componenten waaruit deze schaal is opgebouwd zijn niet eenduidig en de interobservervariatie van deze schaal is groot (Degen et al., 11)
Chapter Fourteen. General discussion Samenvatting Summary Dankwoord List of publications Curriculum Vitae
Chapter General discussion Samenvatting Summary Dankwoord List of publications Curriculum Vitae Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de gevolgen op de lange termijn bij een subarachnoïdale bloeding
Nadere informatieINHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012
INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012 Inleiding: Een post-anoxisch coma wordt veroorzaakt door globale anoxie of ischemie van de hersenen,
Nadere informatieResearch. Diny Heiden Neural Practitioner i.o. Erasmus MC
Vrijuit reizen 1 1 Research Diny Heiden Neural Practitioner i.o. Erasmus MC 2 Inhoud presentatie Inleiding Probleem en doel stelling Onderzoeksmethode en resultaten Conclusie en aanbevelingen Rol en taak
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,
Nadere informatieAls een donderslag bij heldere hemel
Als een donderslag bij heldere hemel Ruud van der Kruijk, neuroloog Slingeland Ziekenhuis Doetinchem Mede namens Sarah Vermeer, neuroloog Rijnstate, Peter Coppens huisarts te Ulft en Rik van Dijk huisarts
Nadere informatieSubarachnoidale bloedingen onderzoek in UMCU. G.J.E. Rinkel Hoogleraar en hoofd Neurologie afdeling Neurologie & Neurochirurgie
Subarachnoidale bloedingen onderzoek in UMCU G.J.E. Rinkel Hoogleraar en hoofd Neurologie afdeling Neurologie & Neurochirurgie Belangenverstrengeling Geen subsidies of betalingen van bedrijven Gezondheidsonderzoek
Nadere informatieInhoud. Voorwoord 9. Samenstelling van de werkgroep 11
Inhoud Voorwoord 9 Samenstelling van de werkgroep 11 Samenvatting 13 Samenvatting van de aanbevelingen 13 Symptomen van het PD 13 Criteria voor PD 14 Risicofactoren 14 Meetinstrumenten 14 Patiëntenperspectief
Nadere informatieEvidence zoeken @ WWW
Evidence zoeken @ WWW Dirk Ubbink Evidence Based Surgery 2011 Informatie Jaarlijks: >20.000 tijdschriften en boeken MEDLINE: >6.700 tijdschriften Jaarlijks 2 miljoen artikelen gepubliceerd 5500 publicaties
Nadere informatieRichtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen (2013)
Richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen (2013) Verantwoording Zoekstrategie Methode Bij het uitwerken van de inhoud van de richtlijn en het beantwoorden van de uitgangsvragen
Nadere informatieTraumatisch schedelhersenletsel
Traumatisch schedelhersenletsel Arjen Slooter neuroloog intensivist Symposium Intensive Care, UMC Utrecht, 1 april 2011 Traumatisch schedelhersenletsel -Meestal combinatie van extra- en intracraniëel letsel
Nadere informatieAlgemeen Beroepskader Revalidatiegeneeskunde
Algemeen Beroepskader Revalidatiegeneeskunde Colofon Algemeen Beroepskader Revalidatiegeneeskunde Copyright VRA 2016 Nederlandse Vereniging van Revalidatiegeneeskunde Postbus 9696 3506 GR Utrecht vra@revalidatiegeneeskunde.nl
Nadere informatieWaarom koelen na out of hospital reanimatie? Klinische les IC-verpleegkundigen 1 december 2006 Intensive Care Laurentius ziekenhuis, Roermond
Waarom koelen na out of hospital reanimatie? Marlous Steeghs,, keuze co-assistent Klinische les IC-verpleegkundigen 1 december 2006 Intensive Care Laurentius ziekenhuis, Roermond Inleiding Cardiac arrest
Nadere informatiePatiënt met SAB op de IC
Patiënt met SAB op de IC AZO-scholingsavond acute neurologie November 2018 Jan Pouwels IC verpleegkundige Neural Practitioner Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond
Nadere informatieEvidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog
Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies
Nadere informatieProf. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn
Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,
Nadere informatieJanneke Horn. Calcium Antagonists in Stroke Wasted experiments on humans and animals
Janneke Horn Calcium Antagonists in Stroke Wasted experiments on humans and animals Martien Limburg Destijds Established Clinical Investigator Nederlandse Hartstichting Janneke Horn 1994 Artsexamen, cum
Nadere informatieConsensus based methodiek
Bijlage 9 Methode ontwikkeling Bij elke module staat aangegeven volgens welke methodiek deze is uitgewerkt: Consensus based methodiek Evidence based methodiek (EBRO) Evidence based methodiek (GRADE) Consensus
Nadere informatieNederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.
Nadere informatieLange termijneffecten van een subarachnoïdale bloeding
Lange termijneffecten van een subarachnoïdale bloeding Mervyn Vergouwen, neuroloog 29 november 2014 Belangenverstrengeling Geen - # 2 Inhoud Inleiding: aneurysma s subarachnoidale bloedingen (SAB s) Resultaten
Nadere informatieDirk Ubbink. Evidence Based Surgery Workshop 2010
Dirk Ubbink Evidence Based Surgery Workshop 2010 Jaarlijks: 20.000 tijdschriften 17.000 nieuwe boeken MEDLINE: >6.700 tijdschriften jaarlijks 2 miljoen artikelen gepubliceerd 5500 publicaties per dag!
Nadere informatieDit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.
Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met
Nadere informatieEen beroerte, wat nu?
Een beroerte, wat nu? U bent opgenomen in het VUmc op de zorgeenheid neurologie, omdat u een beroerte heeft gehad. Wat is een beroerte? Een beroerte wordt in vaktaal een CVA genoemd: een Cerebro Vasculair
Nadere informatieSamenvatting Samenvatting
Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal
Nadere informatieSamenvatting*en*conclusies* *
Samenvatting*en*conclusies* * Kwaliteitscontrole-in-vaatchirurgie.-Samenvattinginhetnederlands. Inditproefschriftstaankwaliteitvanzorgenkwaliteitscontrolebinnende vaatchirurgie zowel vanuit het perspectief
Nadere informatieAls het mis gaat. Stoornissen bewustzijn. Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts
Als het mis gaat. Stoornissen bewustzijn Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts Casus 1 Vrouw, 74 jaar diep bewusteloos gevonden in de tuin Bekend met diabetes type II Langzame snurkende ademhaling Langzame
Nadere informatieHersenletselcongres
B6b "Kop d'r veur": Gevolgen en herstel na een subarachnoïdale bloeding (potentiële) belangenverstrengeling - De betrokken relaties bij dit project zijn: - Sponsoring of onderzoeksgeld: Honorarium of andere
Nadere informatieRichtlijn consultatieve psychiatrie
Richtlijn consultatieve psychiatrie A.F.G. Leentjens, A.D. Boenink, J.J. van Croonenborg, J.J.E. van Everdingen, C.M. van der Feltz-Cornelis, N.C. van der Laan, H. van Marwijk, T.W.D.P. van Os, H.N. Sno
Nadere informatieZoeken naar evidence
Zoeken naar evidence Faridi van Etten-Jamaludin Clinical librarian Medische Bibliotheek AMC 2 december 2008 Evidence Based Practice? Bij EBP worden klinische beslissingen genomen op basis van het best
Nadere informatieCover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:
Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor
Nadere informatieLeefregels na opname kind met licht traumatisch hoofd-/hersenletsel
Leefregels na opname kind met licht traumatisch hoofd-/hersenletsel Uw kind is in het ziekenhuis opgenomen geweest met een licht traumatisch hoofd- of hersenletsel en mag weer naar huis. In deze folder
Nadere informatiePatiënteninformatie. Aneurysma
Patiënteninformatie Aneurysma Inhoud Inleiding... 3 Informatie over het ziektebeeld... 3 Diagnose... 3 Behandeling... 4 Postoperatieve zorgen... 5 Clipping... 5 Coiling... 5 Verwikkelingen... 6 Clipping
Nadere informatieOpvang van beroerte op de spoedgevallen Status praesens 2016
Opvang van beroerte op de spoedgevallen Status praesens 2016 Voortgezette opleiding Urgentiegeneeskunde Ann De Smedt Neurologie, UZ Brussel Overzicht 1. Inleiding 2. Time = brain 3. Competence = brain
Nadere informatieMultidisciplinaire Richtlijn ALS ergotherapie, fysiotherapie en logopedie: een update
www.als-centrum.nl Multidisciplinaire Richtlijn ALS ergotherapie, fysiotherapie en logopedie: een update Anita Beelen Senioronderzoeker Revalidatie AMC Projectleider Richtlijnproject Update bestaande richtlijn
Nadere informatieSamenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie
Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder
Nadere informatieFactsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016
Factsheet en CVA (CVAB) 2016 Registratie gestart: 2014 In- en exclusiecriteria Definities: - CVA (Beroerte): intracerebrale bloeding of herseninfarct. - Intracerebrale bloeding: spontane bloeding in het
Nadere informatieVasculaire cognitieve stoornissen. ! concept vci! vci poli! casuïstiek. Casuïstiek. Casuïstiek. Diagnose vasculaire dementie
eigen zaak in kantoormeubilair geheugen en concentratieklachten na TIA Vasculaire cognitieve stoornissen Geert Jan Biessels & Nenne van Kalsbeek Vascular Cognitive Impairment poli UMC Utrecht is dit een
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld Relatieve bijnierschorsinsufficiëntie in ernstig zieke patiënten De rol van de ACTH-test hebben wij het concept relatieve bijnierschorsinsufficiëntie
Nadere informatiehoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen
Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,
Nadere informatieHersenbloeding vanuit aneurysma
Hersenbloeding vanuit aneurysma Informatie voor patiënten F1048-3110 maart 2013 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam
Nadere informatieTraumatisch hersenletsel bij kinderen. Maayke Hunfeld
Traumatisch hersenletsel bij kinderen Maayke Hunfeld 08-03-2017 Traumatisch (schedel)hersenletsel Definitie THL: Hersenletsel ontstaat door een oorzaak buiten het lichaam. Van buitenaf wordt een kracht
Nadere informatieSamenvatting SAMENVATTING Hoofdstuk 1 is de algemene introductie over de inhoud van dit proefschrift. Depressie en angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen en brengen een grote
Nadere informatieDe Carotis (halsvaat OK) WJ Schuiling Anja van Schelven
De Carotis (halsvaat OK) WJ Schuiling Anja van Schelven Oorzaken van het herseninfarct 1. artherosclerose grote vaten 2. aantasting kleine bloedvaten (lacunes) 3. cardiaal embool 4. niet-atherosclerotische
Nadere informatieSummary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae
Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 9 SAMENVATTING Hoofdstuk 1 bevat een korte inleiding over het diagnostische proces en er worden twee van de meest gebruikte diagnostische beeldvormende
Nadere informatieVroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade
Factsheet Nieren en nierschade deel 5 Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade In Nederland hebben 1,7 miljoen mensen chronische nierschade. Dit is in veel gevallen het gevolg van
Nadere informatieWanneer aan een Hersenbloeding denken? Frans Van den Bergh, interventioneel neuroradioloog Caroline Loos, neuroloog
Wanneer aan een Hersenbloeding denken? Frans Van den Bergh, interventioneel neuroradioloog Caroline Loos, neuroloog Introductie Herseninfarct (80%) Hersenbloeding (20%) Intracerebrale bloeding (ICB) Subarachnoïdale
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Beroerte (CVAB)
Factsheet en Beroerte (CVAB) A. Beschrijving CVAB 2014 [2.6.; 15-01- 2015] Registratie gestart: 2014 Nr Type Uitvraag Bron. indicator over (jaar) 1. Percentage TIA- en CVA patiënten ingevuld in de CVAB
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33063 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tan, Melanie Title: Clinical aspects of recurrent venous thromboembolism Issue
Nadere informatieChapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting
Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 155 Chapter 9 Samenvatting SAMENVATTING Richtlijnen en protocollen worden ontwikkeld om de variatie van professioneel handelen te reduceren, om kwaliteit van
Nadere informatieBehandeling en Zorg na een beroerte
Behandeling en Zorg na een beroerte Belangrijke telefoonnummers Afdeling Stroke-Unit: 0513 685 625 CVA Verpleegkundige Tjongerschans 06 20 01 87 18 SSHV : Stichting samenwerkende Hersenletsel verenigingen
Nadere informatieLiteratuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters
Literatuuronderzoek Systematische Review Meta-Analyse KEMTA Andrea Peeters Waarom doen? Presentatie 1. Begrippen systematische review en meta-analyse 2. Hoe te werk gaan bij het opzetten van een review
Nadere informatieSamenstelling van de verschillende werkgroepen 11. 1 Inleiding 15
Inhoud Samenstelling van de verschillende werkgroepen 11 1 Inleiding 15 1.1 Aanleiding voor de richtlijn 15 1.2 Werkwijze 15 1.3 Patiëntenpopulatie 16 1.4 Doelgroep 16 2 De ziekte van Parkinson 17 2.1
Nadere informatieDe anesthesioloog en de snijdend specialist zijn tezamen verantwoordelijk voor de preoperatieve zorg.
ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING (2004) PREOPERATIEVE ZORG De anesthesioloog en de snijdend specialist zijn tezamen verantwoordelijk voor de preoperatieve zorg. Doel Het doel van het anesthesiologische
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Zowel beleidsmakers en zorgverleners als het algemene publiek zijn zich meer en meer bewust van de essentiële rol van kwaliteitsmeting en - verbetering in het verlenen van
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11250 20 juli 2010 Wijziging van de Regeling eisen geschiktheid 2000 met betrekking tot de geschiktheid bij doorbloedingsstoornissen
Nadere informatieFactsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2014
Factsheet en CVA (CVAB) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2014 Versie 2017 pagina 1 van 8 enoverzicht CVAB 2017 Nr. Type Uitvraag Bron indicator over (jaar) 1. Aantal klinisch opgenomen CVA-patiënten,
Nadere informatieTraumatisch hersenletsel. 17 mei 2016 Ella Fonteyn
Traumatisch hersenletsel 17 mei 2016 Ella Fonteyn Inhoud Definities traumatisch hersenletsel Protocol SEH Gevolgen en behandeling Niet in deze presentatie: letsel wervelkolom, myelum of zenuwen Definities
Nadere informatieDe 7 stappen van een CAT
De 7 stappen van een CAT Patiënt (praktijk) Vertaalslag (expert) Wetenschap (literatuur) 1 klinisch scenario trefwoorden 2 klinische vraag 3 literatuur search 4 kritisch beoordelen artikel 7 bottom line
Nadere informatieLicht traumatisch hoofd/hersenletsel (LTH)
Licht traumatisch hoofd/hersenletsel (LTH) Afdeling Spoedeisende Hulp Locatie Veldhoven U heeft een ongeval gehad waarbij u mogelijk letsel aan het hoofd/hersenen heeft opgelopen. In deze folder kunt u
Nadere informatieSubarachnoïdale bloeding bij patiënten op de afdeling intensive-care en medium-care
Subarachnoïdale bloeding bij patiënten op de afdeling intensive-care en medium-care Uw familielid, vriend of vriendin is opgenomen op de afdeling met een zogenoemde subarachnoïdale bloeding. Dit is een
Nadere informatieHoofdstuk 1. Inleiding.
159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van
Nadere informatieAnatomie. Anatomie. Bloedtoevoer. Cerebrum Cerebellum Hersenstam. Schedel Hersenvliezen. Liquor cerebrospinalis Bloedvoorziening
Anatomie Anatomie Cerebrum Cerebellum Hersenstam Schedel Hersenvliezen Liquor cerebrospinalis Bloedvoorziening Bloedtoevoer 1 Bewustzijnsdaling Verandering van: Bewust waarnemen van de omgeving Reactie
Nadere informatieULTRA Ultra-early tranexamic acid after subarachnoid hemorrhage
ULTRA CRF INVULINSTRUCTIES ULTRA Ultra-early tranexamic acid after subarachnoid hemorrhage CASE RECORD FORM INSTRUCTIES Dit Case Record Form (CRF) moet worden ingevuld door de behandelend arts die bekend
Nadere informatieTraumatisch Hersenletsel Inleiding (1)
B1 Lange termijn effecten van traumatisch hersenletsel (potentiële) belangenverstrengeling De betrokken relaties bij dit project zijn: Erik Grauwmeijer Revalidatiearts, Rijndam Revalidatie Sponsoring of
Nadere informatieThema: Beroerte. Nieuwe ontwikkelingen. Maarten Uyttenboogaart Neuroloog in opleiding. 3 maart 2010 16-3-2010 2
Thema: Beroerte Nieuwe ontwikkelingen Maarten Uyttenboogaart Neuroloog in opleiding 3 maart 2010 16-3-2010 2 Inhoud Behandeling acuut herseninfarct: - stroke unit - trombolyse - dotteren - schedeldaklichting
Nadere informatieAddendum. Nederlandse Samenvatting
Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.
Nadere informatieVELE HANDEN. In kader van CVA. Chinette Verhagen, Physician Assistant neurologie
VELE HANDEN In kader van CVA Chinette Verhagen, Physician Assistant neurologie Informatiebijeenkomst 14-12-2010 aan wijkverpleegkundige betrokken bij CVA patiënten. Inhoud presentatie Wat is CVA Verschillende
Nadere informatieTIA/ herseninfarct van spoed- naar ketenzorg
TIA/ herseninfarct van spoed- naar ketenzorg neurologie Folkert Hoekstra, huisarts Renske van den Berg-Vos, neuroloog ACUTE FASE stroke ketenzorg START CHRONISCHE FASE 3 NHG standaard beroerte nieuwe standaard
Nadere informatiehoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de
Nadere informatieCVA-Ketenzorg Noordwest-Veluwe. Neurologie
CVA-Ketenzorg Noordwest-Veluwe Neurologie Inhoudsopgave Wie doen mee aan de ketenzorg?...6 Opname in het ziekenhuis...7 Vervolgtraject...8 Naar huis...8 Klinische geriatrische revalidatie...8 Klinische
Nadere informatieOpvang van beroerte op de spoedgevallen
Opvang van beroerte op de spoedgevallen Status praesens 2013 Voortgezette opleiding Urgentiegeneeskunde Raf Brouns Overzicht Deel I: Theorie 1. Inleiding 2. Time = brain 3. Competence = brain 4. Klinisch
Nadere informatieArterio-veneuze malformatie
Arterio-veneuze malformatie Behandeling Sanne Roijackers, coassistent IC 7-12-2016 Casus 60 jarige man Bewusteloos gevonden in badkamer Anisocorie L>R; bdz lichtreactief Subduraal hematoom met midlineshift
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieTuberculeuze Meningitis in Zuid-Afrika
Tuberculeuze Meningitis in Zuid-Afrika moeilijk herkenbaar en levensbedreigend RAAK 22 april 2008 Berbe Paes 1/33 Inhoud 1. Casus 2. Onderzoek 3. Zuid-Afrika 4. Tuberculose 5. Tuberculeuze meningitis 6.
Nadere informatieMDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB
MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB B. J. Snel AIOS anesthesiologie Rowland MJ, Hadjipavlou G. Delayed cerebral ischemia after subarachnoid haemorrage: looking beyond vasospasm. Br J
Nadere informatie- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?
- Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen
Nadere informatieCHAPTER 8. Samenvatting
CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien
Nadere informatieCognitieve stoornissen na een beroerte
NEUROLOGIE Cognitieve stoornissen na een beroerte ADVIES Cognitieve stoornissen na een beroerte Als aanvulling op de folders Verder na een beroerte en Na een beroerte, adviezen voor naasten krijgt u in
Nadere informatieInformatiebrief over de studie naar het zeer vroeg toedienen van tranexaminezuur na een subarachnoïdale bloeding. De ULTRA-studie
Informatiebrief over de studie naar het zeer vroeg toedienen van tranexaminezuur na een subarachnoïdale bloeding Ultra-early tranexamic acid after subarachnoid hemorrhage De ULTRA-studie Geachte mevrouw
Nadere informatieNimodipine. Luuk van den Bersselaar, ANIOS IC April 2019
Nimodipine Luuk van den Bersselaar, ANIOS IC April 2019 Inleiding, profylaxe van vasospasmen SAB à nimodipine CABG met art revascularisatie à diltiazem Amlodipine, nifedipine, nicardipine? Nimodipine Calciumantagonist
Nadere informatieSubduraal hematoom. Bloeduitstorting tussen de hersenvliezen.
Subduraal hematoom Bloeduitstorting tussen de hersenvliezen www.nwz.nl Inhoud Wat is een subduraal hematoom? 3 Welke onderzoeken krijgt u? 6 Behandeling 7 Mogelijke complicaties na een operatie 9 Naar
Nadere informatieSamenvatting en Discussie
101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43013 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hofstede, S.N. Title: Optimization of care in orthopaedics and neurosurgery Issue
Nadere informatieThe diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S. Link to publication Citation for published version (APA): Gibson, N. S.
Nadere informatiePraten over behandelwensen en -grenzen
Praten over behandelwensen en -grenzen Praten over behandelwensen en -grenzen Informatie voor patiënten en familie Inleiding Als patiënt komt u in het UMC Utrecht met een bepaalde behandelwens. Meestal
Nadere informatie5-jaars Follow-up van de FAME studie
5-jaars Follow-up van de FAME studie WCN Congres 2015, Amsterdam 20-11-2015 Drs. L.X. van Nunen namens de FAME studiegroep Potential conflicts of interest Ik, Lokien X. van Nunen, heb GEEN conflicts of
Nadere informatieIn deze folder kunt u lezen wat de zorgverleners van de Stroke-unit kunnen doen voor mensen die een beroerte hebben doorgemaakt.
Stroke-unit Inleiding In overleg met de neuroloog is besloten om u op te nemen op de Stroke-unit van de Ommelander Ziekenhuis Groep, locatie Delfzicht. Dit is een onderdeel van de afdeling neurologie (B3),
Nadere informatieSubarachnoïdale bloeding (SAB) op de Intensive Care
Subarachnoïdale bloeding (SAB) op de Intensive Care Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Wat is een subarachnoïdale bloeding 1 Oorzaken 2 Verschijnselen 3 Diagnose 3 Behandeling 3 Endovasculaire
Nadere informatieWereldstemdag, Uden Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? 16 april 2015. (c) Hanneke Kalf 1. Evidence-based handelen: richtlijnen of niet?
Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? Handout: downloadbaar via http://www.hannekekalf.nl/ebp @hannekekalf dr. Hanneke Kalf hanneke.kalf@radboudumc.nl www.hannekekalf.nl @hannekekalf Afdeling Revalidatie:
Nadere informatieWereldstemdag, Uden Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? 16 april 2015. (c) Hanneke Kalf 1. Evidence-based handelen: richtlijnen of niet?
Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? Handout: downloadbaar via http://www.hannekekalf.nl/ebp @hannekekalf dr. Hanneke Kalf hanneke.kalf@radboudumc.nl www.hannekekalf.nl @hannekekalf Afdeling Revalidatie:
Nadere informatieFORMULIER IV voor het beoordelen van een PATIËNT-CONTROLEONDERZOEK Versie oktober 2002, geldig t/m december 2005 Evidence-Based RichtlijnOntwikkeling Formulier IV: beoordeling patiënt-controleonderzoek
Nadere informatieLange termijn follow up van coarctatio aorta
Diagnostiek en chirurgie in de levensloop van een patiënt met een aangeboren hart-afwijking. Coarctatio Aortae Lange termijn follow up van coarctatio aorta Toon (A.L.) Duijnhouwer, cardioloog Take home
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een
Nadere informatieSamenvatting. Een complex beeld
Samenvatting Een complex beeld Vroeg herkende lymeziekte na een tekenbeet is goed te behandelen met antibiotica. Het beeld wordt echter complexer als de symptomen minder duidelijk zijn of als de patiënt
Nadere informatieHet voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis
Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk
Nadere informatieVoorbeelden informatiepakketten
Bijlage 1 Voorbeelden informatiepakketten 4.3 Overdracht OK-verkoeverafdeling Hieronder wordt de overdracht van de operatiekamer naar de verkoeverafdeling besproken. De overdracht van de operatiekamer
Nadere informatieTotstandkoming en methoden. NHG-Behandelrichtlijn Traumatische wonden en bijtwonden
Totstandkoming en methoden NHG-Behandelrichtlijn Traumatische wonden en bijtwonden april 2017 Totstandkoming en methoden NHG-Behandelrichtlijn Traumatische wonden en bijtwonden Utrecht, 19 april 2017 Inhoudsopgave
Nadere informatievertigo beoordeling op de SEH Bart van der Worp
vertigo beoordeling op de SEH Bart van der Worp disclaimer geen duizeligheidsexpert geen belangenverstrengeling oorzaken duizeligheid vestibulair centraal cardiovasculair intoxicatie metabool BPPD neuritis
Nadere informatieFORMULIER I. voor het beoordelen van een artikel over de waarde van een DIAGNOSTISCHE TEST. Evidence-Based RichtlijnOntwikkeling
FORMULIER I voor het beoordelen van een artikel over de waarde van een DIAGNOSTISCHE TEST Evidence-Based RichtlijnOntwikkeling Formulier I: beoordeling artikel over de waarde van een diagnostische test
Nadere informatieErgotherapie richtlijn voor patiënten met ALS/PSMA/PLS; knelpuntenanalyse en wetenschappelijk bewijs
www.als-centrum.nl Ergotherapie richtlijn voor patiënten met ALS/PSMA/PLS; knelpuntenanalyse en wetenschappelijk bewijs ALS congres 29 september 2017 Anita Beelen Huub Creemers Doelstellingen workshop
Nadere informatie