Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar VI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2001 Nr. 49 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 25 januari 2001 In mijn brief van 26 oktober 2000 (Kamerstukken II 2000/2001, VI, nr. 11) heb ik Uw Kamer geïnformeerd over de door het openbaar ministerie in de zaak Vaatstra gemaakte afweging bij het bepalen van de kring van personen die in aanmerking komt voor DNA-onderzoek op basis van vrijwillige medewerking. In deze brief heb ik de wens geuit om, los van de zaak Vaatstra en aan de hand van een door mij voor te bereiden notitie, met Uw Kamer een meer principiële politieke discussie te voeren over de vraag of grootschalige DNA-onderzoeken in het algemeen wenselijk zijn. Hierbij doe ik u de ook tijdens de behandeling van de Justitiebegroting toegezegde notitie toekomen. De Minister van Justitie, A. H. Korthals KST51085 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2001 Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 49 1

2 Notitie over grootschalige DNA-onderzoeken 1. Inleiding De samenleving heeft een gerechtvaardigde behoefte aan veiligheid. Onopgelost gebleven ernstige strafbare feiten kunnen het gevoel van veiligheid, alsmede het vertrouwen in politie en justitie in belangrijke mate aantasten. Daarom ook zijn reeds diverse maatregelen getroffen om het oplossen van deze delicten verder te stimuleren. Te denken valt bijvoorbeeld aan initiatieven om oude zaken opnieuw in onderzoek te nemen, onder meer met behulp van nieuwe mogelijkheden die hedendaags DNA-onderzoek biedt. Voor het vergroten van de slagingskansen van het opsporingsonderzoek is het immers van belang dat nieuwe technische en juridische mogelijkheden, waaronder het DNA-onderzoek, zoveel mogelijk worden benut. Voorts wordt in een aantal langlopende opsporingsonderzoeken gedurende het onderzoek aan opsporingsambtenaren en/of officieren van justitie van andere korpsen/arrondissementen gevraagd kritisch naar het onderzoek te kijken en suggesties aan te dragen voor nieuwe onderzoeksactiviteiten of -richtingen. Daarnaast biedt de Aanwijzing tweede beoordeling («second opinion») opsporingsonderzoek van het College van procureurs-generaal, die op 1 maart 2000 in werking is getreden, personen die door een ernstig misdrijf zijn benadeeld (slachtoffers, nabestaanden) en de (hoofd)officier van justitie de mogelijkheid in gevallen waarin geen verdachte kan worden geïdentificeerd of wegens gebrek aan bewijs geen succesvolle vervolging mogelijk is, een tweede beoordeling van het opsporingsonderzoek aan te vragen. Veelal worden zaken opgehelderd doordat de verdachte aanstonds bekend is, dan wel in een vroeg stadium van het onderzoek bekend wordt. Zo niet, dan zal verder rechercheonderzoek naar de dader plaatsvinden. Daarbij maakt de recherche gebruik van verschillende tactische en technische opsporingstechnieken enmethoden die ieder voor zich of in samenhang aanwijzingen kunnen opleveren die naar de dader leiden. Daaronder kan onder omstandigheden ook het buurtonderzoek vallen. Indien het onderzoek desalniettemin op een dood spoor belandt, kan het soms nuttig zijn om via de media een oproep aan de bevolking te doen, al dan niet gepaard gaande met een beloning voor de gouden tip. In bijzondere gevallen kan ook een grootschalig (vergelijkend) opsporingsonderzoek een aangewezen middel zijn. Bij zo n onderzoek wordt een geselecteerde groep van personen tegen wie geen individuele aanwijzingen voor betrokkenheid bij het delict bestaan, benaderd vrijwillig daaraan mee te werken. Het onderzoek is gericht op een vergelijking van sporen die direct verband houden met het gepleegde strafbare feit. Tijdens het strafrechtelijk onderzoek naar de dood van Marianne Vaatstra zijn belangrijke vragen gerezen betreffende de grenzen van grootschalig opsporingsonderzoek, in het bijzonder van grootschalig DNA-onderzoek. In welke gevallen en op welk moment mag dit middel worden ingezet? Op basis van welke gegevens dient een selectie te worden gemaakt van personen wier medewerking aan het onderzoek wordt gevraagd? Wat is de positie van personen die weigeren aan een vrijwillig DNA-onderzoek mee te werken? In paragraaf 7 van deze notitie zal nader op deze vragen worden ingegaan. Daaraan voorafgaand wordt in paragraaf 2 aandacht besteed aan de ervaring die in Nederland al met grootschalige opsporingsonderzoeken is opgedaan. Voorts wordt in paragraaf 3 ingegaan op de ervaringen met grootschalig DNA-onderzoek in Engeland en Duitsland en worden in paragraaf 4 de voor- en nadelen van grootschalig DNA-onderzoek besproken. Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 49 2

3 In paragraaf 5 wordt een overzicht gegeven van de voorwaarden waaronder grootschalig DNA-onderzoek zou kunnen plaatsvinden en in paragraaf 6 wordt ingegaan op de positie van weigeraars. 2. Ervaringen met grootschalig (vergelijkend) opsporingsonderzoek in Nederland In Nederland is al enige ervaring opgedaan met grootschalig (vergelijkend) opsporingsonderzoek. Bekende voorbeelden zijn de Blijhamster schrijfproef (1974), de Rotterdamse vingerafdrukkenproef (1975), de Stede Broecse vingerafdrukkenproef (1984) en, meer recent, het DNA-onderzoek in de zaak van de Utrechtse serieverkrachter en het onderzoek in de zaak Yasmina. De Blijhamster schrijfproef In Blijham is in 1974 een schrijfproef gehouden, waarvoor de mannelijke bewoners van Blijham in de leeftijd van 12 tot 65 jaar zijn uitgenodigd. Aanleiding voor de inzet van dit middel was een vastgelopen opsporingsonderzoek naar ernstige brandstichtingen. Als enig aanknopingspunt voor nader onderzoek resteerde een handgeschreven anonieme brief, waarin nieuwe brandstichtingen werden aangekondigd. De schrijfproef heeft ertoe geleid dat de dader kon worden aangehouden. De Rotterdamse vingerafdrukkenproef De Rotterdamse vingerafdrukkenproef betrof een dactyloscopisch onderzoek onder mannelijke bewoners in de leeftijd van 15 tot 65 jaar binnen een bepaalde straal rondom de plaats van het misdrijf. In totaal betrof het 589 personen. Het onderzoek heeft niet tot het gewenste resultaat geleid. Naar aanleiding van Kamervragen over deze zaak heeft de toenmalige minister van Justitie in 1975 aangegeven dat hij het niet mogelijk acht in het algemeen aan te geven onder welke omstandigheden het gekozen middel nog evenredig is aan de aard van het begane delict, maar dat er in ieder geval sprake zal moeten zijn van: zeer ernstige misdrijven die grote verontrusting onder groepen van de bevolking hebben veroorzaakt; een aanmerkelijke kans dat de dader moet worden gezocht binnen een kleine gemeenschap van personen; het falen van andere opsporingsmiddelen, en strikte waarborgen ter voorkoming van het gebruik van de verkregen gegevens voor enig ander doel. 1 De Stede Broecse vingerafdrukkenproef 1 Aanhangsel Handelingen, zitting , blz Rb. Alkmaar 12 maart 1985, NJ 1985, Deze criteria zijn november 1985 herhaald in een antwoord op kamervragen over een enquête als opsporingsmiddel. Zie Aanhangsel Handelingen, , blz Naar aanleiding van een moord vond in 1984 ook in Stede Broec een vingerafdrukkenproef plaats. Voor dit onderzoek ontvingen alle Stede Broecse mannen tussen de 18 tot 45 jaar een uitnodiging tot medewerking. Het onderzoek heeft tot opsporing van de dader geleid. De Rechtbank te Alkmaar heeft in 1985 geoordeeld dat de gehanteerde opsporingsmethode in deze zaak niet als onrechtmatig kan worden aangemerkt en dat het resultaat van het onderzoek rechtmatig verkregen bewijs oplevert. 2 De rechtbank komt tot dit oordeel na een toetsing aan criteria die overeenkomen met de criteria die in 1975 door de minister van Justitie waren geformuleerd naar aanleiding van de Rotterdamse schrijfproef. 3 De rechtbank heeft voorts overwogen dat de opsporingsmethode (uiteraard) een redelijke kans op opheldering van het misdrijf moet bieden. Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 49 3

4 De zaak van de Utrechtse serieverkrachter In het onderzoek naar deze serieverkrachter is aan 120 personen gevraagd vrijwillig mee te werken aan vergelijkend DNA-onderzoek. De selectie van personen heeft plaatsgevonden aan de hand van het opgestelde daderprofiel. Dit profiel is opgesteld op grond van met name verklaringen van slachtoffers. Van personen die als gevolg van tips of om andere redenen in het onderzoek naar voren waren gekomen en die in het daderprofiel pasten, is eerst door onderzoek nagegaan of zij op andere wijze konden worden uitgesloten als dader. Het DNA-onderzoek heeft geen positief resultaat opgeleverd. De zaak Vaatstra In de zaak Vaatstra is aan ruim tweehonderd personen gevraagd mee te werken aan vrijwillig DNA-onderzoek. Hiervoor zijn personen geselecteerd die op grond van tips of om andere redenen in het onderzoek naar voren waren gekomen. Zoals bekend, heeft dit onderzoek geen positief resultaat opgeleverd. Recentelijk is gestart met vrijwillig DNA-onderzoek onder een groep van mogelijk enkele honderden personen die op grond van nieuwe tips of (politie)informatie over soortgelijke misdrijven zijn geselecteerd en aan de hand van het opgestelde daderprofiel in verband kunnen worden gebracht met het misdrijf. De uitkomsten van dit DNA-onderzoek zijn nog niet bekend. De zaak Yasmina In het Utrechtse onderzoek naar de dood van de 5-jarige Yasmina is aan de bewoners van 136 woningen gevraagd hun vuilnisbakken (kliko s) en vuilniszakken af te staan, omdat Yasmina was aangetroffen in het huisvuil van het gebied waarin deze woningen vielen. Niemand heeft geweigerd mee te werken. Daarnaast werd, vanwege een aangetroffen vingerafdruk op een vuilniszak en een briefje met handgeschreven tekst in de nabijheid van het lichaam van Yasmina, aan bewoners gevraagd vinger- en handpalmafdrukken af te staan en een schrijfproef af te leggen. Alle opgeroepenen zijn op het bureau verschenen. Aan de hand van de uitkomsten zijn twee personen als verdachte aangemerkt. Een van de verdachten heeft vervolgens bekend verantwoordelijk te zijn voor de dood van Yasmina. 3. Ervaringen met grootschalig DNA-onderzoek in Engeland en Duitsland Engeland kan als het gaat om de uitvoering van DNA-onderzoek als een gidsland worden beschouwd. Daarom is navraag gedaan naar de ervaringen die aldaar de laatste jaren met grootschalig DNA-onderzoek zijn opgedaan. Voorts was bekend dat in Duitsland enige ervaring is opgedaan met zeer grootschalig DNA-onderzoek. Dit vormde de reden om ook de situatie in Duitsland nader te bekijken. De reden waarom niet meer landen in dit onderzoek zijn betrokken, houdt verband met de korte tijd waarbinnen de gegevens moesten worden verkregen. Ervaringen in Engeland Tijdens de behandeling van de Justitiebegroting heb ik u reeds meegedeeld dat volgens informatie van het Engelse Home-Office uit 164 grootschalige DNA-onderzoeken in 78 gevallen een dader kon worden geïdentificeerd. Uit nadere informatie is mij gebleken dat het aantal personen per grootschalig onderzoek niet wordt geregistreerd. Volgens informatie van Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 49 4

5 de Forensic Sience Service (FSS), de Engelse tegenhanger van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), is wel bekend dat aldaar sinds personen hebben deelgenomen aan ongeveer 100 mass intelligence screens (grootschalige DNA-onderzoeken). Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat aan grootschalig DNA-onderzoek in Engeland gemiddeld 530 personen deelnemen. De kring van personen die uiteindelijk deelneemt aan zo n onderzoek wordt door de politie zorgvuldig geselecteerd op basis van gegevens uit het opsporingsonderzoek. Ervaringen in Duitsland In Duitsland vindt geen centrale registratie plaats van DNA-onderzoeken. Evenmin vindt registratie plaats van grootschalige DNA-onderzoeken en het aantal personen dat hierbij betrokken is. Navraag door het NFI bij een aantal laboratoria in Duitsland levert het beeld op dat de laatste tijd vaker gegrepen wordt naar het middel van grootschalig DNA-onderzoek. Daarbij zijn gemiddeld niet meer dan 2000 personen betrokken. Een bijzonder, op zichzelf staand, grootschalig DNA-onderzoek betrof de vermissing van een elfjarig meisje uit het district Cloppenburg. Na een zeer grootscheepse zoekactie, waaraan honderden beambten en een groot aantal burgers meededen, werd het stoffelijk overschot van het meisje gevonden. Van meet af aan stond de zaak onder bijzonder grote belangstelling van de pers. Dit is waarschijnlijk mede ingegeven door seksuele misdrijven van twee jaar eerder in de omgeving van Cloppenburg. Het daarop volgende opsporingsonderzoek kenmerkte zich door een groot gebrek aan bruikbare gegevens die naar een potentiële dader konden leiden. De enige aanwijzingen die men in deze zaak had, was dat de dader zeer vermoedelijk een man was en het lichte vermoeden dat hij in of in de omgeving van het district Cloppenburg zou moeten wonen. Mede onder zeer grote druk van de publieke opinie is besloten om alle mannelijke personen in twaalf gemeenten verdeeld over vier districten te verzoeken mee te werken aan een DNA-onderzoek. Dit betrof ruim mannen. De weigeraars werden bezocht en indringend aangesproken. Uiteindelijk was het aantal weigeraars bijzonder klein. Ruim twee maanden na de moord werd de dader door middel van DNA-onderzoek geïdentificeerd. Hij had weliswaar vrijwillig meegewerkt aan het onderzoek, doch niet op eigen initiatief. Familieleden van de dader hadden besloten gezamenlijk deel te nemen. Binnen de familie was bekend dat hij eerder voor verkrachting was veroordeeld. 4. Voor- en nadelen van grootschalig DNA-onderzoek Grootschalig DNA-onderzoek kent, net als andere vormen van grootschalig vergelijkend opsporingsonderzoek, zeker een aantal voordelen. Het kan immers een verdachte opleveren die anders als zodanig niet of minder snel in beeld zou zijn gekomen. Tevens kan het personen de mogelijkheid bieden aan te tonen dat zij niet (meer) als potentiële verdachte kunnen worden beschouwd. Daarmee kan worden tegengegaan dat in een kleine gemeenschap iedereen elkaar verdenkt. Het uitsluiten van bepaalde personen als potentiële verdachte kan ook voor het opsporingsonderzoek van belang zijn, omdat het onderzoek zich verder niet op de betreffende personen hoeft te richten. Bovendien kan het uitvoeren van een grootschalig DNA-onderzoek het vastgelopen onderzoek als gevolg van de publiciteit waarmee een dergelijk onderzoek gepaard zal gaan nieuwe tips en aanwijzingen opleveren. Voorts kan het gebruik van dit middel in sommige gevallen wellicht efficiënter zijn dan het nog maandenlang doorrechercheren met een groot rechercheteam. Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 49 5

6 Er zijn echter ook nadelen aan het middel verbonden. Allereerst zijn er de bezwaren die ook voor andere vormen van grootschalig opsporingsonderzoek gelden. Grootschalig DNA-onderzoek kan ertoe leiden dat de klassieke grondslagen van het strafrechtelijk opsporingsonderzoek dat zich immers richt op personen tegen wie tot het individu herleidbare aanwijzingen bestaan voor een mogelijke betrokkenheid bij het delict worden verlaten. Bij een grootschalig onderzoek bestaat tegen de onderzochte personen in beginsel individueel namelijk niet de geringste aanwijzing van betrokkenheid bij het misdrijf, terwijl ze in het geval van DNA-onderzoek wel verzocht worden lichaamsmateriaal af te staan. Voorts kan de eventuele sociale druk om mee te werken aan het onderzoek en de mogelijke verdenking vanuit de gemeenschap die men op zich laadt wanneer men weigert, maken dat iemand zich verplicht voelt mee te werken. Dit zet de vrijwilligheid van de deelname onder druk. Tot slot biedt een grootschalig onderzoek nooit de zekerheid dat de dader zich ook daadwerkelijk onder de geselecteerde groep van personen bevindt. Zo worden (toevallige) bezoekers aan het geselecteerde gebied niet meegenomen. Hetzelfde geldt voor personen die wel in dit gebied woonachtig zijn, maar niet als zodanig zijn geregistreerd. Naast deze algemene bezwaren tegen grootschalig opsporingsonderzoek, kunnen nog de volgende specifieke bezwaren tegen een grootschalig DNA-onderzoek worden ingebracht. Het is zeer waarschijnlijk dat naarmate in bredere kring bekend raakt wat een DNA-onderzoek betekent en onder welke voorwaarden het kan plaatsvinden, de kans dat derden, waaronder de dader, aan het onderzoek zullen meewerken, zal afnemen. Het onderzoek zal zich alsdan met beperkte opsporingsmiddelen vooral gaan richten op de (mogelijk zeer grote) groep van weigeraars. Tenslotte vergen (zeer) grootschalige DNA-onderzoeken een fors capaciteitsbeslag van (in de toekomst) met name politie en NFI, tegen aanzienlijke kosten. Bij een onderzoek onder personen moet gedacht worden aan circa 6 miljoen gulden voor de afname van het lichaamsmateriaal en uitvoering van het vergelijkend DNA-onderzoek. Voorop staat dat met DNA-onderzoeken onder (grote) groepen personen tegen wie geen individuele aanwijzingen bestaan dat zij bij het delict betrokken zouden zijn zeer terughoudend omgegaan dient te worden. In de eerste plaats omdat door gebruikmaking van dit middel, anders dan bij de klassieke opsporingsmiddelen (die zich met name richten op potentiële verdachten waartegen individuele bezwaren bestaan) een (grote) groep van personen wordt belast, terwijl met betrekking tot deze personen buiten het DNA-onderzoek geen enkele reden bestaat om hen als betrokkene bij het delict aan te merken. In de tweede plaats omdat voor een dergelijk grootschalig onderzoek veel capaciteit van met name politie en NFI benodigd is, hetgeen meebrengt dat deze niet voor andere opsporingsactiviteiten kan worden ingezet. Juist bij grootschalig DNA-onderzoek onder personen die worden geselecteerd op grond van enige, vrij algemene kenmerken, kan dit ertoe leiden dat (zeer) grote aantallen personen benaderd moeten worden, zodat het capaciteitsbeslag zeer groot kan zijn. Hierbij zij aangetekend dat grootscheepse en ongerichte opsporingsonderzoeken in de toekomst naar verwachting minder snel noodzakelijk zullen zijn omdat gaandeweg steeds meer profielen in de databank zullen zijn opgenomen. Het voorstel van wet tot wijziging van de regeling van het DNA-onderzoek in strafzaken (26 271) en het concept-voorstel van wet inzake DNA-onderzoek bij veroordeelden, dat thans in voorbereiding is, zullen daaraan een bijdrage leveren. Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 49 6

7 5. Voorwaarden waaronder grootschalig DNA-onderzoek zou kunnen plaatsvinden Gelet op de in de vorige paragraaf genoemde nadelen van grootschalig DNA-onderzoek, zullen aan de inzet en de uitvoering van dit middel in ieder geval voorwaarden moeten worden gesteld. Bij de beslissing om het middel in te zetten is aansluiting gezocht bij de in paragraaf 2 genoemde en al eerder ontwikkelde criteria voor grootschalige opsporingsonderzoeken. De inzet van grootschalig DNA-onderzoek onder een groep personen tegen wie geen individuele bezwaren bestaan om ze als verdachte aan te merken, verlangt dan dat: 1. sprake is van een zeer ernstig misdrijf dat grote maatschappelijke onrust veroorzaakt; 2. er geen verdachte is en er geen aanwijzingen meer zijn die met een redelijke inzet van middelen een voldoende kans bieden om te leiden tot opheldering van het delict; 3. het redelijkerwijs kan bijdragen aan de opheldering van het delict. Allereerst moet het aannemelijk zijn dat het aangetroffen spoor een daderspoor betreft dan wel dat het onderzoek van dit spoor een substantiële bijdrage kan leveren aan de opheldering van het delict. Bovendien moeten er sterke, door feiten gestaafde aanwijzingen zijn dat het spoor afkomstig is van een persoon die zich binnen de geselecteerde kring van personen bevindt, zoals bijvoorbeeld in de zaak Yasmina, alwaar op grond van sterke feitelijke aanwijzingen kon worden aangenomen dat deze persoon uit de buurt afkomstig zou zijn. Voorts dienen de DNA-profielen van het aangetroffen materiaal voldoende onderscheidende kenmerken te bevatten; 4. de kring van de te onderzoeken personen niet groter is dan in het belang van de waarheidsvinding noodzakelijk is. Daarbij spelen niet alleen de belangen van betrokkenen een rol, maar ook het algemene opsporingsbelang. Zo dient het beslag op de capaciteit van het NFI en de politie zo beperkt mogelijk te zijn om ruimte te houden voor onderzoek in andere (belangrijke) zaken. Voor de uitvoering van het onderzoek is in het eerdergenoemde wetsvoorstel en het daarmee samenhangende conceptbesluit DNA-onderzoek in strafzaken een aantal procedurele voorwaarden opgenomen. Zo dient de toestemming tot vrijwillig DNA-onderzoek schriftelijk te worden verleend (art. 151a, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering) en dient betrokkene al dan niet door middel van een raadsman op de consequenties van de toestemming te worden gewezen (art. 2 van het concept-besluit DNA-onderzoek in strafzaken). 1 Daarnaast wordt het DNA-profiel van een niet-verdachte dat niet overeenkomt met het DNA-profiel dat is verkregen uit het sporenmateriaal, niet opgeslagen in de DNA-databank en ook niet vergeleken met andere in de databank reeds vastgelegde profielen van sporenmateriaal van onopgeloste delicten (artikel 14, vierde lid, van het conceptbesluit), maar, tezamen met het resterende celmateriaal, direct vernietigd. 1 Dat een persoon wellicht morele druk voelt om te voldoen aan een verzoek om celmateriaal af te staan, doet aan de vrijwilligheid niet af. Dit wordt anders indien op deze persoon door opsporingsambtenaren een sterke druk zou worden uitgeoefend, bijvoorbeeld door herhaalde, steeds indringender verzoeken. Het DNA-profiel van de vrijwillige derde wordt eerst in de DNA-databank opgenomen indien zijn DNA-profiel overeenkomt met het DNA-profiel dat is vervaardigd uit het sporenmateriaal dat is afgenomen in verband met het gepleegde strafbare feit (art 14, vierde lid, van het concept-besluit). Overigens komt de inmiddels verdachte alsdan het recht toe de officier van justitie te verzoeken opdracht te geven tot het verrichten van een contra-expertise van het afgenomen celmateriaal (voorgestelde artikel 151a, vierde lid, Sv). Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 49 7

8 6. Wat te doen met weigeraars? Naarmate de bevolking beter bekend raakt met de mogelijkheden (en trefzekerheid) van DNA onderzoek, wordt de kans groter dat de dader zal weigeren mee te werken aan een vrijwillig onderzoek. Dat is zijn goed recht: er is immers geen enkele juridische grond waarop hij kan worden gedwongen mee te werken. De vraag is dan, hoe met een weigeraar moet worden omgegaan. Het enkele feit dat een niet-verdachte geen medewerking verleent aan een DNA-onderzoek, maakt hem nog niet tot verdachte. Zolang er geen feiten en omstandigheden zijn waaruit een redelijk vermoeden van schuld aan het strafbare feit voortvloeit, kunnen er dan ook geen bevoegdheden en dwangmiddelen worden toegepast die vereisen dat sprake is van een verdachte. Daarbuiten kan het weigeren wel leiden tot nader onderzoek naar de desbetreffende persoon. Gegevens die uit dit nader onderzoek naar voren komen, kunnen eventueel in samenhang met reeds vergaarde gegevens leiden tot een voldoende ernstige verdenking om de persoon als verdachte aan te merken. Dit kan vervolgens een gedwongen DNA-onderzoek rechtvaardigen. 7. Conclusie Met grootschalig DNA-onderzoek dient, gelet op de in paragraaf 4 genoemde bezwaren, zeer terughoudend te worden omgegaan. De methode kan slechts worden toegepast indien is voldaan aan de in paragraaf 5 genoemde criteria. De vraag op basis van welke gegevens een selectie mag worden gemaakt van personen wier medewerking aan het onderzoek wordt gevraagd, is niet in zijn algemeenheid te beantwoorden. Het antwoord ligt besloten in de criteria. Per geval zal aan de hand van die criteria een toetsing van de effectiviteit en de proportionaliteit van de inzet van het middel moeten plaatsvinden. Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 49 8

De Minister van Justitie

De Minister van Justitie POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Justitie DATUM 18

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 072 Wijziging van de regeling van het DNA-onderzoek in strafzaken in verband met het vaststellen van uiterlijk waarneembare persoonskenmerken

Nadere informatie

Praktische opdracht ANW DNA

Praktische opdracht ANW DNA Praktische opdracht ANW DNA Praktische-opdracht door een scholier 2382 woorden 31 maart 2005 6,6 52 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding Deze PO gaat over het onderwerp DNA. Het onderwerp konden wij zelf

Nadere informatie

De Minister van Justitie

De Minister van Justitie = POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Justitie DATUM

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 168 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met de introductie van DNA-verwantschapsonderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 29 628 Politie 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 725 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

waarneembare persoonskenmerken van het onbekende slachtoffer en de regeling van enige andere voorwerpen

waarneembare persoonskenmerken van het onbekende slachtoffer en de regeling van enige andere voorwerpen Aan de minister van Justitie Dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 17 december 2008 van Kabinet & Communicatie doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2005, directie Wetgeving, nr. ; De Raad van State gehoord (advies van );

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2005, directie Wetgeving, nr. ; De Raad van State gehoord (advies van ); BEATRIX Besluit van houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2005, directie Wetgeving, nr. ; Gelet op de artikelen 151a, zesde

Nadere informatie

Samenvatting. Evaluatie regeling DNAverwantschapsonderzoek. prof. dr. Heinrich Winter mr. dr. Rolf Hoving mr. Christian Boxum mr.

Samenvatting. Evaluatie regeling DNAverwantschapsonderzoek. prof. dr. Heinrich Winter mr. dr. Rolf Hoving mr. Christian Boxum mr. Samenvatting Evaluatie regeling DNAverwantschapsonderzoek prof. dr. Heinrich Winter mr. dr. Rolf Hoving mr. Christian Boxum mr. Christine Veen Groningen, maart 2019 Samenvatting Inleiding In dit onderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 31 415 DNA-onderzoek in strafzaken Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/213 2 Feiten Verzoeker is

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Nieuw DNA-onderzoek Nicky Verstappen. Uw hulp is onmisbaar bij het oplossen van dit misdrijf

Nieuw DNA-onderzoek Nicky Verstappen. Uw hulp is onmisbaar bij het oplossen van dit misdrijf Nieuw DNA-onderzoek Nicky Verstappen Uw hulp is onmisbaar bij het oplossen van dit misdrijf 1 Het mysterie rond de dood van Nicky Verstappen In de nacht van zondag 9 op maandag 10 augustus 1998 verdween

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 415 DNA-onderzoek in strafzaken Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009 Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

DNA-onderzoek bij veroordeelden

DNA-onderzoek bij veroordeelden Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.2.3 DNA-onderzoek bij veroordeelden algemene informatie bronnen ministerie van Veiligheid en Justitie: www.rijksoverheid.nl, januari 2011 brochure de wet DNA-onderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 168 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met de introductie van DNA-verwantschapsonderzoek

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 63f 25 398 Wijziging van de Wet politieregisters, houdende nadere regels voor bijzondere politieregisters ten behoeve van de politie, Koninklijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 072 Wijziging van de regeling van het DNA-onderzoek in strafzaken in verband met het vaststellen van uiterlijk waarneembare persoonskenmerken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 2969 Vragen van het lid

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 685 Regeling van DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland.

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland. Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/009 2 Klacht Verzoekster

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Verkenning DNA-onderzoek in strafzaken vanuit wetgevings- en juridisch perspectief

Verkenning DNA-onderzoek in strafzaken vanuit wetgevings- en juridisch perspectief Verkenning DNA-onderzoek in strafzaken vanuit wetgevings- en juridisch perspectief Inhoud 1. INLEIDING... 2 2. WAARDE VAN DNA-ONDERZOEK EN DE GRENZEN AAN HET GEBRUIK DAARVAN... 3 2.1. WAARDE VAN DNA-ONDERZOEK...3

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 400 Besluit van 27 augustus 2001, houdende nadere regels over het DNA-onderzoek in strafzaken (Besluit DNA-onderzoek in strafzaken) Wij Beatrix,

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van , directie Wetgeving, nr. ;

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van , directie Wetgeving, nr. ; Besluit van houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken en het Besluit politiegegevens Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van.. 2011, directie Wetgeving, nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2015, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. ;

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2015, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. ; -` Besluit van houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2015, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. ; Gelet

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in

Nadere informatie

DNA-onderzoek met een eventuele meewerkplicht

DNA-onderzoek met een eventuele meewerkplicht DNA-onderzoek met een eventuele meewerkplicht bezien in het licht van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens - het recht op privacy L.V. van Dijk Universiteit van Amsterdam Masterscriptie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 012 Wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren, belast met de opsporing

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 2 Klacht Verzoeker is op 8 november 2006 door de politie aangehouden wegens stalking van zijn ex-echtgenote. In dit verband klaagt verzoeker erover

Nadere informatie

Afdeling Werk en Inkomen Gemeente Enschede

Afdeling Werk en Inkomen Gemeente Enschede NALEVING VAN DE INFORMATIEPLICHT BIJ HEIMELIJKE WAARNEMING DOOR SOCIALE DIENSTEN Onderzoek door het College bescherming persoonsgegevens (CBP) naar de naleving van de informatieplicht bij heimelijke waarneming

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van Juridische Zaken, nr. ;

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van Juridische Zaken, nr. ; Besluit van houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken en het Besluit identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden in verband met de Wet herziening ten nadele Op de voordracht

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2017 No. 26 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, regelende de samenwerking tussen Nederland,

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 Rapport Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Dordrecht zijn verzoek om een voorwaardelijk sepot om te zetten in een onvoorwaardelijk

Nadere informatie

Ministerie van Justitie

Ministerie van Justitie Ministerie van Justitie a Aan de Koningin Onderdeel Directie Wetgeving Contactpersoon Registratienummer 5508191/07/6 Datum 5 oktober 2007 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet tot Wijziging

Nadere informatie

Datum 20 december 2012 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de inzet van paragnosten door de politie

Datum 20 december 2012 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de inzet van paragnosten door de politie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69892 7 december 2017 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der

Nadere informatie

Verkenning DNA-onderzoek in strafzaken vanuit wetgevings- en juridisch perspectief

Verkenning DNA-onderzoek in strafzaken vanuit wetgevings- en juridisch perspectief Verkenning DNA-onderzoek in strafzaken vanuit wetgevings- en juridisch perspectief Inhoud 1. INLEIDING...2 2. WAARDE VAN DNA-ONDERZOEK EN DE GRENZEN AAN HET GEBRUIK DAARVAN...3 2.1. WAARDE VAN DNA-ONDERZOEK...3

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 834 Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 25 907 Voorkoming en bestrijding van geweld op straat Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De Minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH Den Haag Datum: 25 september 2007 Uw kenmerk: 5488782/07/6 Ons kenmerk: B.2.1.7/1456/BM Onderwerp:

Nadere informatie

Datum 10 januari 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht "Politie en justitie tappen te veel af

Datum 10 januari 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Politie en justitie tappen te veel af 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

persoonskenmerken van het onbekende slachtoffer en de regeling van enige andere onderwerpen

persoonskenmerken van het onbekende slachtoffer en de regeling van enige andere onderwerpen 32 168 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met de introductie van DNAverwantschapsonderzoek en DNA-onderzoek naar uiterlijk waarneembare persoonskenmerken

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden

De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden Inhoud Inleiding 2 DNA-onderzoek 2 De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden 3 Voor wie? 4 Waar? 6 De afname 7 Hoe lang blijven gegevens bewaard? 7 Voordelen 8 Bezwaar

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 841 Voorstel van wet van de leden Van Haersma Buma en Weekers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot de invoering van

Nadere informatie

Een nieuwe loot aan de DNA-stam: strafvorderlijk DNA-verwantschapsonderzoek

Een nieuwe loot aan de DNA-stam: strafvorderlijk DNA-verwantschapsonderzoek wetgeving Ars Aequi november 2012 849 Wetgeving Een nieuwe loot aan de DNA-stam: strafvorderlijk DNA-verwantschapsonderzoek Mw. mr.drs. C.C.M. van Deudekom* 1 Inleiding Een deel van de verdachten en veroordeelden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

Datum 11 juni 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Boek over politieonderzoek Nicole van den Hurk moet worden aangepast

Datum 11 juni 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Boek over politieonderzoek Nicole van den Hurk moet worden aangepast 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

BEATRIX. Besluit van. houdende wijziging van het Besluit DNAonderzoek

BEATRIX. Besluit van. houdende wijziging van het Besluit DNAonderzoek BEATRIX Besluit van houdende wijziging van het Besluit DNAonderzoek in strafzaken Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van oktober 2003, directie Wetgeving, nr. /03/6; Gelet op de artikelen

Nadere informatie

VIII NIEUW FORENSISCH-TECHNISCH FEIT: DE PIEKENPROFIELEN EN IMPACT OP BEWIJSCONSTRUCTIE HOF

VIII NIEUW FORENSISCH-TECHNISCH FEIT: DE PIEKENPROFIELEN EN IMPACT OP BEWIJSCONSTRUCTIE HOF VIII NIEUW FORENSISCH-TECHNISCH FEIT: DE PIEKENPROFIELEN EN IMPACT OP BEWIJSCONSTRUCTIE HOF 1. Een vijfde novum in forensisch-technische zin wordt gevormd door het volgende feit. Zoals hiervoor aangetoond

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 000 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2015 Nr. 113 BRIEF

Nadere informatie

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling: 1-2-3 Aangiftewijzer Geweld, bedreiging en belediging tegen de gerechtsdeurwaarder Soms heeft de gerechtsdeurwaarder te maken met agressie en geweld. Helaas worden strafbare feiten niet altijd en automatisch

Nadere informatie

Het verschoningsrecht in het kader van het DNA-verwantschapsonderzoek

Het verschoningsrecht in het kader van het DNA-verwantschapsonderzoek Het verschoningsrecht in het kader van het DNA-verwantschapsonderzoek Ruth Ligthart Augustus 2013 1 Het verschoningsrecht in het kader van het DNA-verwantschapsonderzoek Ruth Ligthart 0334898 Maart 2014

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten C

Nadere informatie

/99/6 van 16 dec mr. E. Bool-Houwen

/99/6 van 16 dec mr. E. Bool-Houwen R e g i s t r a t i e k a m e r De minister van Justitie 5000273/99/6 van 16 dec. 1999 mr. E. Bool-Houwen070-3811335..'s-Gravenhage, 17 februari 2000.. Onderwerp Ontwerpbesluit DNA-onderzoek in strafzaken

Nadere informatie

Vaststellen van de identiteit van een Nomen Nescio

Vaststellen van de identiteit van een Nomen Nescio Vaststellen van de identiteit van een Nomen Nescio Laatste kans op identificatie Als het graf van een onbekende (Nomen Nescio, of NN er) wordt geruimd, dan is dit de laatste kans om de identiteit vast

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r. Ministerie van Justitie

R e g i s t r a t i e k a m e r. Ministerie van Justitie R e g i s t r a t i e k a m e r Ministerie van Justitie..'s-Gravenhage, 22 december 2000.. Onderwerp wetsontwerp DNA onderzoek pers. kenmerken De Registratiekamer voldoet hierbij aan uw verzoek van 1 november

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2007:BB2884

ECLI:NL:HR:2007:BB2884 ECLI:NL:HR:2007:BB2884 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 20-11-2007 Zaaknummer 02209/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BB2884

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 204 26 027 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en enkele andere wetten met betrekking tot het

Nadere informatie

Een onderzoek naar de registratie van een beslissing om niet verder te vervolgen.

Een onderzoek naar de registratie van een beslissing om niet verder te vervolgen. Rapport Geen vervolging, geen sepot Een onderzoek naar de registratie van een beslissing om niet verder te vervolgen. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de hoofdofficier van justitie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 190 Besluit van 5 april 2006, houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 415 DNA-onderzoek in strafzaken Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/391

Rapport. Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/391 Rapport Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/391 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de hoofdofficier van justitie te Groningen hem in een brief van 1 februari 2006 onvolledig heeft geantwoord

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 341 Besluit van 25 augustus 2003, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing Halt-feiten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 542 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie

Nadere informatie

Richtlijn Forensische Geneeskunde Afname celmateriaal voor DNA

Richtlijn Forensische Geneeskunde Afname celmateriaal voor DNA Richtlijn Forensische Geneeskunde Afname celmateriaal voor DNA Inhoudsopgave 1. Onderwerp 2 2. Doelstelling 2 3. Toepassingsgebied 2 4. Uitgangspunten 2 5. Toestemming 2 6. Werkwijze 3 6.1 Algemeen 3 6.2

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 26 027 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en enkele andere wetten met betrekking tot het beroep

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

College van Procureurs-Generaal

College van Procureurs-Generaal Openbaar Ministerie College van Procureurs-Generaal Voorzitter U' Postbus 20B05 2500 EH Den Haag Prins Olauslaan IB D' 2505 AJ Den Haag, Minister van Veiligheid en Justitie Telefoon+31 (0)70 233 3B 00

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Van onderstaande zaken zijn nummer 0038 t/m 0052 in 2008 onder de aandacht gebracht. Zaak 0031 is zowel in 2006,

Nadere informatie

Datum 2 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat het nieuwe tapbeleid van Justitie een aanval is op onze grondrechten

Datum 2 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat het nieuwe tapbeleid van Justitie een aanval is op onze grondrechten 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 29 254 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met het horen

Nadere informatie

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K De Minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 18 juli 2016 Uw kenmerk 756867 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 mei 1998 Rapportnummer: 1998/177

Rapport. Datum: 15 mei 1998 Rapportnummer: 1998/177 Rapport Datum: 15 mei 1998 Rapportnummer: 1998/177 2 Klacht Op 23 december 1996 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw Pr. te Rotterdam, ingediend door de heer mr. R., advocaat te

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4452 8 maart 2012 Besluit van..., houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken en het Besluit politiegegevens

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Een bevolkingsbrede DNA-databank: gerechtvaardigd?

Een bevolkingsbrede DNA-databank: gerechtvaardigd? Een bevolkingsbrede DNA-databank: gerechtvaardigd? Een afweging tussen opsporing en vervolging & algemene rechtsbeginselen en grondrechten Anouk Buijs ANR: 872575 Nederlands Recht, accent Strafrecht 31

Nadere informatie

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advisering ontwerpbesluit onderzoek in een geautomatiseerd werk

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advisering ontwerpbesluit onderzoek in een geautomatiseerd werk Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 640 Besluit van 16 december 2002, houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken, het besluit van 4 december 1925 tot uitvoering

Nadere informatie

Strafrecht in de zorg / Preventie

Strafrecht in de zorg / Preventie Strafrecht in de zorg / Preventie 7 oktober 2013 Mr. Marcel Smit en mr. Tina Sandrk Onderwerpen Inleiding Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) Openbaar Ministerie (OM) Gegevensuitwisseling IGZ en OM

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 230 Besluit van 18 mei 2009, houdende wijziging van het Besluit afbreking zwangerschap (vaststelling duur zwangerschap) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke veroordelingen

Nadere informatie