Architectuurgeschiedenis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Architectuurgeschiedenis"

Transcriptie

1 Studentencursus Architectuurgeschiedenis Cursus opgesteld door studenten, academiejaar , voor het vak Architectuurgeschiedenis 1, gedoceerd door Dirk De Meyer en Anne-Françoise Morel Pepijn Boeraeve, Laurence De Meyst, Laura Kelders en Benthe Van Beurden

2 2

3 0 Woord vooraf 0.1 Woord vooraf Deze studentencursus werd opgesteld aan de hand van een aantal al bestaande samenvattingen, documenten en notities, aangevuld met nog wat andere notities. Al deze zaken werden opgesteld door studenten. Houdt er dus rekening mee dat er zeker nog fouten en/of onvolledigheden in kunnen zitten. Er zullen misschien ook stukken teveel in zitten. Zie daarom dit document niet als een vrijgeleide voor het vak architectuurgeschiedenis. Naar de colleges gaan blijft aan te raden. Wat je nu wel bent met deze studentencursus, is dat je een basis hebt voor het vak. Hiermee kan je naar de colleges gaan en en het aanvullen en verbeteren. Ook zelf nog notities nemen bij de slides, los van deze cursus, kan geen slecht idee zijn. Er zijn drie delen in dit document: Eerst en vooral zijn er uitgetypte notities van alle colleges, zowel van voor de Renaissance als erna. Ook zit er een glossarium bij: veelvoorkomende begrippen met uitleg en afbeeldingen. Het derde deel is een tijdslijn. Dat is een overzicht van zowat alle te kennen architecten, met datums en realisaties, gesorteerd op datum. Dit document werd opgesteld in juni 2009, met samenvattingen en notities van de academiejaren en Als je zelf ideëen (en de tijd en motivatie) hebt, om dit document nog wat aan te vullen of te verbeteren, zeker doen! Het oorspronkelijk document kan je normaal gezien wel terug vinden bij de studentenpublicaties op Minerva. 0.2 Credits Deze studentencursus kwam tot stand dankzij: Laura Kelders Laurence De Meyst Benthe Van Beurden Pepijn Boeraeve Woord vooraf 3

4 Inhoudsopgave 0 Woord vooraf Woord vooraf Credits Griekenland p Inleiding Griekse Tempel Archaïsche fase ( 600 BC 480 BC) Klassieke Periode ( 480 BC 400 BC ) Hellinistische fase ( 400 BC - opkomst Rome ) Rome p Romeinse prehistorie: De Etrusken p Romeinse beschaving p Vroege Christelijke en Byzantijnse Architectuur p Vroeg-christelijke architectuur van het Westerse Rijk p Byzantijnse Architectuur p Karolingische en Romaanse architectuur p Karolingische Architectuur p Romaanse Architectuur p Gothische Architectuur p De betekenis van Gotiek p Gotiek: Constructieve elementen Gotiek in Frankrijk p Gotiek in Engeland p Late Gotiek in Europa p Gotiek in Italië en Frankrijk De renaissance in Firenze Renaissance Filippo Brunelleschi Alberti De vespreiding van de Renaissance In Urbino In Milaan De hoogrenaissance in Rome Sixtus IV en Nicolaas V Julius II Leo X Maniërisme Einde Renaissance Giulio Romano Rosso Fiorontino Venetie & Renaissance Venetië Woord vooraf

5 10.2 Mauro Codussi Pietro en Tullio Lombardo Mauro Codussi Jacopo Sansovino Daniele Barbaro Andrea Palladio Michelangelo Buonarotti Michelangelo ( ) Architecturaal werk De 17de eeuw in Rome en de verspreiding van de Barok Het begin van de barok Gian Lorenzo Bernini Francesco Borromini Guarino Guarini wetenschappers en architectuur, of l art de bastir Frankrijk Engeland Besluit Giambattista Piranesi Piranesi als kunstenaar Piranesi als archeoloog Piranesi als ingenieur Piranesi als polemist Piranesi als architect Piranesi als handelaar Besluit Revolutionaire architectuur Verlichting Jacques Germain Soufflot ( ) Etienne Louis Boullée Jacques Gondouin ( ) Ledoux De schaduw van de Verlichting Kritiek op de Verlichting Jean-Jaques Lequeu ( ) Durand en transformatie van het archictuuronderwijs Revolutionair Frankrijk Durand Het spektakel van de moderniteit De opkomst van het ijzer Stations besluit De ontwikkeling van de moderne metropool Stadsplanning De wolkenkrabber Woord vooraf 5

6 21 Los Angeles en het Case Study House Program Los Angeles Case study houses De machine age en hoe ermee om te gaan Modernisme Art Nouveau Het Wenen van Adolf Loos Wiener Sezession Adolf Loos Ludwig Wittgenstein Ludwig Mies van de Rohe Achtergrond in Duitsland Relatie tussen vormgeving en industrie Mies van de Rohe Gloassarium Tijdslijn Woord vooraf

7 1 Griekenland p Inleiding Doriërs en Ioniërs: volksverhuizingen na verloop van tijd versmelting Hellenistische cultuur = (= Huwelijk tussen Dorische mannelijkheid en Ionische vrouwelijkheid en gratie, Doriërs waren eerder mercantiel, Ioniërs Spartaans) = volkeren binnen het stedelijke gegeven van de polis ( = stadsstaat). Door het bergachtig landschap (het reliëf) ontstaan er kleine gemeenschappen in een groter geheel. Er is niet echt sprake van één Griekse beschaving. De Hellenistische cultuur omvat: De Griekse filosofie Democratie in de polis Gemeenschappelijke godsdienst en taal (>< Niet-Grieken = Barbaren vb. de Perzen) School van Athene, Rafael: statisch, eerder Romeinse architectuur door de volumewerking, de arcades >< Griekse architectuur van zuil en entablement Er zijn drie Griekse zuilenordes 1. Dorisch (verschillend van Romeins Dorisch dat een voet heeft) 2. Ionisch heeft voluten 3. Korinthisch heeft vegetatieve motieven ( eigenlijk een variatie op Ionisch) De essentie van de zuilenordes zijn de proporties. Later komen er Romeinse zuilen die geïnspireerd zijn op de Griekse zuilen en variaties. Het was zo dat alle gebouwen gepolychromeerd ( = veelkleurig ) waren. Griekenland p.90 7

8 Een restitutie = een reconstructie louter op papier (niet in het echt) < Hittorf: Architecture polychrome chez les Grecs (1831): 19e eeuw, Parijs, veel reizen en studie ondernomen heeft ook eigen architectuur bv. Cirque d Hiver, waarop de polychromie is toegepast In de Griekse cultuur is het streven naar perfectie, harmonie... belangrijk. Proporties zijn dus erg belangrijk. Ze zullen ook heel laar halfzuilen toepassen want de dragende functie van de zuil was ook belangrijk. 1.2 Griekse Tempel = heel belangrijk voor godsdienst en godenverering; meest voorkomende Griekse vorm,vind je nu nog terug i.t.t. woningbouw ( hout = vergaan) De Griekse godsdienst droeg de Griekse maatschappij: vermenselijkte godsdienst, interageren met de dagdagelijkse cultuur Tempel = verblijfplaats voor de godheid 8 Oorsprong = Een megaron tempel (~ koninklijk paleis (Mycene) herwerkt tot eigen typologie op basis van de zuilen) wordt gekenmerkt door zuilen en portiek in antis, dat wil zeggen dat de zuilen tussen twee anten staan (anten = rechthoekige pilasters of hoekpijlers die de vooruitstekende zijmuren van de tempel afwerken ) Porticus = Hoofdportaal, ingang van de tempel Cella=naos = ruimte met standbeeld van de godheid, enkel toegankelijk voor de priester Opisthodomos = achterportaal (soms ook wel schatkamer) Wanneer de zuilen van de portiek zich niet bevinden tussen vooruitspringende muren, maar wel ervoor, over de hele breedte van de cella, dan wordt de tempel een prostyle genoemd of amphiprostyle wanneer het aan beide kanten( voor en achter ) van de tempel voorkomt. Wanneer de cella omgeven wordt door een colonnade (pteron) dan is de tempel een peripteros. Dit werd het principiële monumentale type 2-9 Een peristyle = pteron is een colonnade rond een tempel (of binnenhof) Dipteros = tempel aan alle kanten omgeven door dubbele peristyle (zelden gebruikt) Griekenland p.90

9 Geklasseerd naargelang het aantal zuilen aan de voor/achterzijde: 2: distyle 4: tetrastyle 6: hexastyle ( = de meeste ) 8: octastyle (vb. het Parthenon) 9: enneastyle 10: decastyle OPMERKING: Midden 7de eeuw voor Christus: overgang van hout (= vergankelijk )naar steen OPMERKING: Griekse tempels waren meestal naar het Oosten gericht, voor het zonlicht Tempeltypes: Op basis van stijl zijn er drie fases te onderscheiden de Griekse architectuur kenmerkt zich door een perfectionering van de bestaand gegevens, toenemende esthetisering, weinig echte vernieuwingen * Archaïsche fase 600 v.chr. ~ 480 v.chr. * Klassieke fase 480 v.chr. ~ 400 v.chr. * Hellenistische fase 400 v.chr. ~ opkomst van Rome Griekenland p.90 9

10 1.3 Archaïsche fase ( 600 BC 480 BC) De Dorische orde p.92 De archaïsche fase wordt gekenmerkt door de Dorische orde. Hoogtepunt van de Dorische Orde = midden 5de eeuw v. Chr. Dorische Orde = mannelijkheid, kracht, stevigheid Orde = zuil, set van vormen en voorschriften, vorm, proporties en indeling Dorische zuilen * Eerste fase : - kapitelen plat - Entasis ( bolling) optische correctie * Latere fase: - perfectie van Dorische zuilen = kapitelen minder plat, zuilen verder van elkaar, - entasis (bolling) zal versmallen Dorisch Orde * Fries met metopen en trigliefen * Staat zonder basement op stylobaat ( op de stereobaat) * Guttae = druppels * Zuilen hebben scherpe cannelures * eenvoudig kapiteel ( = overgang tussen zuil en entablement) Optische correcties Stylobaat : bolling Eindtriglief : breder Hoekzuilen : iets naar binnen Entasis =bolling van de zuil 10 Griekenland p.90

11 Dorische Tempel [1] fronton (gevelveld) [2] akroterion [3] sima of Cimaas (schuine kroonlijst) [4] geison (horizontale gootlijst) [5] mutulus [7] fries (met afwisselend [8] en [9]) [8] triglief [9] metope [10] regula [11] guttae [12] taenia [13] architraaf [14] kapiteel (met [15] en [16]) [15] abacus of impost [16] echinus [17] zuilschacht [18] cannelure (schaduwgroeve) [19] stylobaat Griekenland p.90 11

12 1.3.2 Dorische tempels p tot 2-7: Hera I-tempel = Basilica, Paestum ( Griekse kolonie in ZuidItalië ), 530 BC. * Platgedrukte kapitelen * De ruimte tussen de zuilen neemt toe * enorme entasis: de dragende functie benadrukken en optische correctie. * in het midden van de cella: zuilenrij 2-8 en 2-9: Hera II-Tempel = Tempel van Poseidon, Paestum, 460 BC. * Minder ingedrukte kapitelen * afwisseling van triglyfen en metopen * de cella is niet meer gedeeld in het midden door een zuilenrij * best bewaarde klassieke tempel * entasis is kleiner: harmonischere overgang 1.4 Klassieke Periode ( 480 BC 400 BC ) = Tijd van * architecten zoals Iktinos, Phidias * filosoof Socrates * tragedieschrijvers : Aeschylus, Sophocles, Euripides Culturele opbloei = vrede tussen Perzische en Peloponnesische Oorlogen Belangrijk persoon = Perikles ( 5de Eeuw voor Christus = De Gouden Eeuw van Perikles) Hoogtepunt = Parthenon, Propyleeën en Erecteion = hoogtepunt in de ontwikkeling van de Dorische en Ionische orde Het Parthenon op de Acropolis p.96 Acropolis tempelsite gebouwd na de overwinning op de Perzen, in opdracht van Perikles ( met geld uit de kas van de DelischAttische Zeebond dat eigenlijk bedoeld was om in de toekomst Perzische invasies af te kunnen slaan) 12 Griekenland p.90

13 2-11 tot 2-14: Acropolis, Athene en 2-16: Parthenon, Athene, 450 v.chr. Iktinos en Callicrates, beeldhouwer Phidias. De zuilen bevinden zich in een u-vorm rondom de cella, er waren ramen in de cella en de cella was erg groot: dit is ongewoon. beeld van godin beter laten uitkomen. Ideaalplan: zuilen zijkant = 2 x zuilen voorkant + 1 ideale proporties (8 x 17) Octastyle Optische verfijning: *bolling in de trappenpartij * zuilen op hoeken staan iets naar binnen en zijn iets dikker * trigliefen op de hoeken zijn iets breder = discrete hoekoplossing *entasis ( bolling) van de zuilen deze optische verfijningen zijn te subtiel voor het blote oog Absoluut meesterwerk van de Dorische Orde Het Parthenon heeft ook nog dienst gedaan als katholieke kathedraal en moskee ( een deel is verwoest in 1687 als gevolg van een buskruitontploffing) 1 groot beeldhouwwerk, sculpturaal karakter Kwaliteit en hoeveelheid beeldhouwwerk Beeldhouwwerk beeldt verhalen uit ( Strijd tussen de goden en de Giganten ) Evenwicht tussen het monumentale en het fijnzinnige Opmerking = binnenkant van Griekse gebouwen is niet zo belangrijk (buitencultuur) Het beeldhouwwerk van het Parthenon door Phidias Klassieke sculptuur >< Egyptische: frontaal, houterig,.. sculptuur wordt anatomisch correcter, beweging van figuren, in verhoudingen ten opzichte van elkaar, lineaire drapering en spiermassa s geen frontale aanpak meer reliëfplaat natuurlijker Griekenland p.90 13

14 Fronton van het Parthenon: toestand na de actie uitbeelden (>< Hellenisme, Romeinse kunst) anatomisch uitgewerkt lineaire drapering vb soepel kleed driehoekig fronton: voordien was dit moeilijk op te vullen, men zou personen afbeelden die verschillen in grootte (= onrealistisch) >< bij het Parthenon: liggende figuren, ruiters tot staande personen: geleidelijke overgang Fries van het Parthenon: prachtige sculptuur onderwerp uitzonderlijk: een processietocht en mensen en goden in één werk. Op 12m hoog in een donkere ruimte: allerlei aanpassingen om de zichtbaarheid en leesbaarheid te verhogen: polychroom, metalen strp rond de belangrijkste figuren en hoe hoger in de fries, hoe meer relïef de verhoudingen zijn niet perfect. Beeld van Pallas Athena door Phidias goud en ivoor rond houten kern in de cella 12 meter hoog De Ionische orde p.99 De Ionische Orde = vrouwelijkheid, schoonheid, slankheid. werd vooral gebruikt tijdens de Archaïsche fase Kenmerken 14 Voluten Basement ( zuilvoet ) inkerving is afgerond ( cannelures met banden) veel varianten, bv. de Korinthische orde waarbij de voluten zijn geëvolueerd naar bladeren) Griekenland p.90

15 Ionische tempels p tot 2-27: Erechtheion, Acropolis, Athene, c. 420 BC. Heel excentriek ( 5 ingangen ) Complex, onregelmatig, gevarieerd ( verschillende heiligdommen en heilige objecten bv olijfboom, verschillende ruimtes met elk een eigen dak, verschillende zuilenordes) => aanpassen aan het landschap Kariatiden antropomorfe herkomst van de zuil Dure decoratie, veel decoratie, waardoor het toch één geheel vormde tot 2-32: Propylaea, Acroplois, Athene, c BC, Mnesikles. Combinatie Dorisch en Ionische Orde toegangspoort tot het heiligdom: poortfunctie + aanzet tot cultus: plaats voor offeren + Pinacotheca = beeldengalerij, versierd met muurschilderingen = meerderde functies Het centrale deel van de structuur is een grote, open hal met twee hexastyle Dorische façades. Het architecturale probleem was hoe te voorzien in de twee soorten verkeer, namelijk beesten, voortuigen en processies en ook de gewone voetgangers en om alles aan te passen aan de helling van de site. Er is een centraal deel + zijdelingse beuken De zuilen vormden de overgang van de seculiere naar de religieuze sfeer erna: Seculier religieus Dorisch Ionisch Siteplanning p.104 De site van de Acropolis lijkt heel ongestructureerd en warrig, maar de Grieken hadden een ander idee van implanting.de 3D van het gebouw: als bezoeker het gebouw in zoveel mogelijk facetten kunnen zien axiale benadering (>< lineair) zowel voorkant zichtbaar + deel van de zijmuur. Geen frontale benadering. Griekenland p.90 15

16 1.5 Hellinistische fase ( 400 BC - opkomst Rome ) Verschillende ontwikkelingen: macht van Athene daalt door: Peloponnesische oorlogen + Alexander de Grote verschuivingen ( macht naar Sparta, verschuivingen binnen polis Athene ) de organisatie van de polis valt in elkaar: men wordt veel meer afhankelijk bv. door handel (bv voedsel) De Griekse burger wordt minder betrokken met het politieke leven Sociale en publieke leven wordt anders en dat zie je ook in de kunst: veranderingen in de perceptie van kunst Bv. Theater: helden, verpersoonlijking, individuele, introverte kunst, kunst wordt stilaan een privé-project ipv een publiek project) Vb. : nieuwe vormen van beeldhouwkunst: dagdagelijkse mensen (vb oud vrouwtje, erotiek, De Korinthische orde p.107 De Korinthische orde is ontstaan uit de Ionische orde. Kenmerken Kapiteel met Acanthusbladeren Steeds gelinkt met ronde tempel : de Tholos vb de Tholos van Delphi Vegetatiever, drukker, meer decoratie Eerst niet in tempelarchitectuur gebruikt maar in monumenten: het was een individualistische periode. Naast tempelarchitectuur, ontstaan er tijdens de Hellinistische fase ook nieuwe typologieën: Het monument 2-47: Monument voor Lysicrates, Athene, 335 BC. Rond, cilinder Korintische kapitelen met acanthusbladeren voor het eerst Korintische orde in EXTERIEUR Deed dienst als sokkel waar hij de prijs kon opzetten die hij had gewonnen bij een koorwedstrijd 16 Griekenland p.90

17 2-52: Mausoleum van Halicarnassus, 353 BC. Grafmonument voor Mausoleus De term mausoleum is blijven doorleven als een groot, rijk paalgraf Heel eigenzinnig, erg eclectisch, individueel Heel hoge sokkel Piramidaal dak (referentie naar de Egyptische piramides) Ionische zuilen Quadriga = koets met vier paarden De sculptuur: niet goed bewaard gebleven, realistisch, detaillistisch, verfijnd, persoonlijke uitdrukking ( emoties ), ruimtebesef Bizar, vernieuwend en invloedrijk, veel restitutietekeningen van gemaakt of latere werken die geïnspireerd zijn door het Mausoleum 2-53 en 2-54: Altaar van Zeus, Pergamon, BC. Grootste gebeeldhouwd monument uit de Klassieke Oudheid U-vorm, Ionische colonnade, majestueuze trap erg gericht op frontale benadering relatief klein altaar: omringt de architectuur, portiek is groot Krachtig Interieur is niet zo indrukwekkend. voornamelijk gericht op indruk maken via het exterieur, de toeschouwer imponeren Beeldhouwwerk: *Emotie in beelden, gelaat *uitdrukken van pijn/woede *getorseerde houdingen, veel beweging *gedetailleerde, complexe draperieën ( plooien, kledij) *heel realistisch * de belangrijkste actie wordt uitgedrukt Griekenland p.90 17

18 1.5.3 Burgerlijke architectuur p.111 Ook bepaalde seculiere architectuur gericht op de organisatie van de polis: Agora = combinatie van een markt en een burgerlijk/publiek centrum Rond de agora stonden meestal gebouwen met een bestuurlijke functie. vb.: tholos (= ronde vorm pritanie, stadsbestuur van de 50 kwam er samen), Bouleuterion (= raadshuis waar de raad der 500 samenkwam). Rond de agora bevond zich de stoa = belangrijkste component van de Griekse stadsplanning. Het gaf bescherming, maar was ook open: toegankelijk voor iedereen, een publieke ontmoetingsplaats De basisversie: bestaande uit één lange muur achteraan als minimum aan bescherming, een colonnade vooraan en een dak die beiden verbindt (dit type kon uitgebreid worden tot twee verdiepingen, twee zijbeuken of in de vorm van een L of een U ) Het deed dienst voor verscheidene publieke doelen: politieke bijeenkomsten (toegankelijkheid voor iedereen!), handel, discussie, Vb. De stoa van Attalos ( 2 verdiepingen) Daarnaast waren er rond de agora ook nog Gymnasia Stadions Hippodromen ( voor wagenrennen) De agora was de voorloper van de Romeinse fora en alle latere pleinen en piazza s 18 Griekenland p.90

19 1.5.4 Griekse theaters Theaters: religieus van oorsprong ( feesten voor Dionysos) dansen, later tragedies en komedies buiten de stad: tegen de bergwand ingebed. Ingebed in het landschap Openlucht, perfect zicht en akoestiek Bestaat uit vier basisdelen *Orchestra = cirkelvormige ruimte voor het koor, de dans en dramatische actie *Skene = achtergrondstructuur *Proskenion = lage structuur voor de skene, voornamelijk als een achtergrondfaçade *Auditorium = : ringen van zitplaatsen uitgesneden in de heuvelwand ( zitplaatsen oorspronkelijk van hout later van steen ) colorplate 11: Theater, Epidaurus, c.300 BC: *volledig ontwikkeld rond orchestra,de skene en proskenion *bevinden zich in meer dan een halve cirkel *voortreffelijke akoestiek, uitzonderlijke properties, schaal, en prachtig zich op majestueus landschap: *nergens was het religieus gevoel van de Grieken zo diep als in hun theaters Griekenland p.90 19

20 1.5.5 Stadsplanning p.114 Idee = de vorm van de stad, straten en pleinen weerspiegelt de mensen die er wonen Het Griekse stadsplan (bv. Milete door Hippodamus, 479 BC) kenmerkt zich door: Hoofdstraten die elkaar loodrecht snijden door het kruisen van de straten ontstaat een raster van rechthoekige blokken, ook insulae genaamd deze rechthoeken worden verder verdeeld in woongebieden publieke gebouwen worden in het systeem geplaatst zonder in contact te komen met het verkeer het plan past zich aan aan het natuurlijke terrein Ander voorbeeld = Priene ( 4de 3de eeuw voor Christus) Ideale Griekse polis Strak geometrisch raster Rechte straten Rond de stad = massieve muren Midden= agora en bestuursgebouwen * belang van de praktische orde, * de vrijheid van beweging, * onafhankelijkheid en onderlinge afhankelijkheid van de architecturale vormen en de menselijke deelname * de vrijheid van het individu 20 Griekenland p.90

21 2 Rome p Romeinse prehistorie: De Etrusken p.117 systematisch verwoest door de Romeinen, schiet nog maar weinig van over overblijfsels: verborgen structuren (graftombes, koepelgraven) voor de Romein nuttige gebouwen gebouwen die men niet snel kon slopen Technische capaciteiten: vb. drooglegging van gebied vroege kennis van de boog Toscaanse (Etruskische) zuilenorde ( samengesteld uit Griekse Ordes, schacht is glad ( geen cannelures) 2.2 Romeinse beschaving p.120 Hellenisme gaat verder in de Romeinse kunst: beiden stromingen bevinden zich parallel in de tijd naast elkaar Stichting Rome (door Romulus en Remus) in 753 BC Romeinse cultuur vanaf de 3e-2e eeuw BC Lex Romana ( = verzameling wetten waarvan alle latere westerse wetboeken en rechtssystemen zijn afgeleid) Pax Romana (= vrede (dankzij verstandig bestuur)) twee eeuwen politieke rust en culturele bloei expansie van het territorium bv. de Hellenistische wereld Romeinse Cultuur neemt veel over Drie grote periodes * vroeg Romeinse kunst: tijdens het koninkrijk en tot halfweg de republiek overnemen van kunst uit de kolonies * klassieke Romeinse kunst: eigen Romeinse cultuurproductie, erg complex, veel vernieuwingen * laat Romeinse kunst: tijdens het uiteenvallen van het West-Romeinse Rijk reductie en concentratie: focussen op het strict noodzakelijke In het Oost-Romeinse Rijk ontstaat een nieuwe cultuurontwikkeling na de val van het WestRomeinse Rijk: de Byzantijnse kunst. Rome p

22 Twee grote kenmerken: * assimilatie: Grieks hellenistische traditie + Etruskische roots + Italische eigenschappen ze mengen verschillende basissen tot een eigen Romeinse cultuur Classicisme, barok en functionalisme: Classicisme: hoogtepunt Hellenisme in de Romeinse kunst = Romeins classicisme: bepaalde interessepunten overnemen binnen de eigen Romeinse context. Dit proces heeft vijf eeuwen geduurd, ging erg geleidelijk => Romeinse kunst niet zo homogeen, veel verschillende componenten. Barok: horror vacui = schrik van de leegte, de barokke tendens van de Romeinse cultuur uitte zich in schijnarchitectuur, veel decoratie, nieuwe bouworden... Functionalisme * technisch vernuft: Hun architectuur wordt ook gedreven door noodzaak: organisatie van het dagdagelijkse leven in het Rijk( = heel groot), nood aan gepaste infrastructuur. Ingenieurs moeten technische problemen oplossen die door grootsheid gesteld worden. Archaïsche cultuur: Grieken perfectionering, orde, harmonie, proportie vrije meningsuiting vermenselijkt pantheon / religie Romeinen imponeren, grootsheid, het megalomane in ruimte en massa, illusionisme: kleurrijke materialen, muurschilderingen, mozaïeken, marmers + fresco s van bv. natuurtaferelen grote machinerie van het Romeinse Rijk: dictaat van de staat: onstaan van indrukwekkende structuren belang van de godsdienstige cultus, voornamelijk bijgeloof, huiselijke verering (huisaltaar), huiselijke godsdienstverering Vestia / godin van de haard OPMERKING: Lange tijd was de visie dat de Romeinen de cultuur van andere volkeren overnamen, de Romeinse cultuur werd minderwaardig beschouwt (t.o.v. De Griekse cultuur). De Romeinse cultuur is erg verschillend van de Griekse. De Romeinse maatschappij was erg burgerlijk, comfort en vermaak waren erg belangrijk. Ook hadden ze veel respect voor de Griekse cultuur. => voorkeur voor het oude, het oude in stand houden. OPMERKING: Romeinse cultuur was erg stedelijk. OPMERKING: In de Romeinse cultuur is er ook dualisme: * door de organisatie: heersers en overheersden * door de geografie: oost versus west Bouwmaterialen en doelen p.121 De keuze van bouwmaterialen is altijd belangrijk geweest: Egyptenaren : grote stenen blokken, zongedroogde stenen Grieken: marmer, kalksteen Romeinen : kalksteen, ingevoerde marmer ( later Cararamarmer), nieuw materiaal : beton 22 Rome p.116

23 2.2.2 De structurele revolutie p.122 Romeins beton: gebaseerd op een al bestaand materiaal, perfectioneren: vulkaanas toevoegen = cement + puimsteen => veel steviger! Ook het besef ontstaat dat het meer kan zijn dan enkel opvulsel, ook bvb. als zelfstandig dragend element. Werd eerst enkel gebruikt in nieuwe typologieën (theaters bvb.) of waar er geen alternatieven waren (gewelven bvb.) Beton werd nooit als dusdanig naar buiten gebracht maar bekleed of beschilderd = klassieke uitstraling van nieuwe technieken = classicisme // Brunelleschi, Bramante, Michelangelo: studie ervan gemaakt Romeinse architectuur is vooral constructief vernieuwend: 1. In de materialen ( beton 2. In de introductie van het gewelf (uit praktische noodzaak) Introductie van het gewelf, namelijk het TONGEWELF = opeenvolging van arcades op grote schaal toepassen van het tongewelf: grote overspanningen mogelijk beperkingen: gesloten dragers nodig, overal dezelfde belasting OPLOSSING KRUISGEWELF = twee tongewelven die elkaar loodrecht kruisen, druk wordt naar de hoeken geleid en verdeeld en je kan in je drager openingen ( ramen) gebruiken. Deze kruisgewelven worden toegepast vanuit noodzaak (aquaducten) of voor ontspanning (circussen, theaters, thermen) De introductie van het gewelf kwam er als gevolg van praktische noodzaak : Aquaducten, bruggen, riolen en opslagplaatsen Watervoorziening het water van de bergen naar de stad brengen: Aquaducten, bruggen Praktisch nut, noodzaak: het verbruik van vers water was enorm groot het water moest uit de bergen komen en men had geen efficiënte pompsystemen overbruggen, creëren van een lichte dalende helling (om zo het water stromende te houden en grote afstanden te overbruggen) erg ingenieus: arcade-structuur, ook de lichte helling is erg vernuftig. Vb. Aquaduct, Pont du Gard, Nimes (Fr), vroege 1e eeuw AD. Rome p

24 Riolering = afvoeren van vuil water ( gewelven, boogstructuur) vb. Cloaca Maxima, grote riolering van Rome opgetrokken uit gewelfstructuren (een deel wordt nu nog altijd gebruikt) Theaters, Arena s, Circussen p.127 Activiteiten concentreren binnen de stad Romeinse theaters = zelfstandig structuren, komen los van het landschap grote muur als decor + maken gebruik van gewelven en arcades 3-21 en 3-24: Theater van Marcellus, Rome, 11 BC. * ontdubbeling van de toeschouwersruimte: spektakel in het midden * Heel grote constructies met imponent exterieur: (baksteen + wit travertijn), toch elegant, esthetiek, rijkelijk gedecoreerd 3-22: Theater, Orange, Frankrijk, AD 1e eeuw. * Dit theater vormt een uitzondering: nog langs een heuvel * Bogen en gewelven voor de structurele onderbouw, wand waartegen de decors opgehangen kunnen worden met ervoor de scène. => ruimtegebruik optimaliseren 24 Rome p.116

25 Amfitheaters = voor traditie van de slavengevechten:gladiatoren (Brood en Spelen) 3-26 tot 3-29: Colosseum, Rome, AD * Colos : er stond een enorm beeld van Nero op die plaats * het Colosseum beslaat de site van de Domus Aurea van Nero * gebouwd in opdracht van de Flaviërs, Vespasianus, Titus en Domitianus, die Nero uit de geschiedenis wilden wissen ruimte teruggeven aan het Romeinse volk * Opeenstapeling van Dorische Ionische Korinthische ordes = Vetruviaanse canon (Vetruvius is verantwoordelijk over het enige overgebleven traktaat uit de Klassieke Oudheid over architectuur) * pijlers en gewelven, arcades * Bezetting met travertijn * Overspanning met zeilen mogelijk * Zitplaatsen: beneden in marmer, bovenaan in hout sociale hiërarchie + bouwkundig redeneren Grote circulatie mogelijk stapelruimtes, machines in de * kelderruimtes + hydraulisch systeem: kon onder water gezet worden voor het ensceneren van zeeslagen Alles komt samen in het Colosseum: Wateraanvoer Waterafvoer Grootse megalomane projecten gewelven Circus = plaats voor wagenraces,paardenrennen ; lage muur in het midden = spina vb. Circus Maximus (uitbreiding: rond 50 v.chr.) Rome p

26 2.2.5 Thermen p.130 * Ontstond als vermaak voor de rijken, groeide uit tot een cultureel centrum (literatuur, politiek...) * Belangrijk aspect in de samenleving * verschillende functies = badplaats, ontmoetingsplaats + culturele aangelegenheden (dus niet enkel hygiënische functie) * Zowel openbare thermen als privé-thermen, in privé-thermen was er verschil in decoratie, publieke thermen waren allemaal rijkelijk gedocereerd. * Boogwerking was erg belangrijk tot 3-35: Thermen van Caracalla, Rome, c. AD * Systematisch opgebouwd * symmetrie/spiegeling: onderscheid vrouwen en mannen? NEE: vrije maatschappij, verdeling was gewoon om het vele volk beter te kunnen verspreiden en sneller weg terugvinden. heel rationeel opgebouwd * Opeenvolging van verschillende baden en ruimtes: - Apodyterium: omkleedkamer - Tepidarium: kamer met lauw bad - Caldarium: kamer met heet bad - Natatio: zwembad - Frigidarium: kamer met koud bad * Hypocaustum = vloerverwarming *Indrukwekkende constructies * Exterieur: loutere vertaling van het grondplan, niet gericht om langs buiten aanschouwd te worden, enkel de toegang kreeg veel aandacht. * Interieur: enorm gedecoreerd, illusie, monumentaal 3-36: Thermen van Diocletianus, c. AD Deze thermen bevatten ook ruimtes voor cultuur. 26 Rome p.116

27 2.2.6 Tempels p.134 Griekse tempels open vorm gericht op de omgeving, ingeplant in het landschap vast patroon in architectuur en sculptuur Romeinse tempels Etruskische + Griekse tempels + megalomane, controle van de staat pseudo-literaal wand aan de zij-en achterkant, gesloten tempels, de cella wordt uitgerokken, grote trap, op sokkel indruk wekken, reusachtige schaal Er is geen relatie met landschappelijke projecten door de grootstedelijke, urbane context sculpturale decoratie bv. Korinthisch fries, kantwerk van sculptuur, vrijere architectuur Maison Carrée in Nîmes, (20 v.chr.) * Etruskisch + Hellinistisch * Megalomaan project, groots * Controle van de staat * Je hebt steeds een gesloten wand => halfzuilen en slechts één mogelijke benadering * Cella wordt uitgebreid * Korintisch kapiteel * fijn kantwerk van sculptuur * Op een sokkel * Geen relatie met landschap ( = typisch Romeins want groots, urbanistisch, i.t.t. Grieken die wel rekening houden met het landschap) * Altaar vlak aan de ingang en erg klein: Romeinse godsdienst was erg gericht op het private. Site van Fortuna, ( v.chr.) * Tempelcomplex * Terrassen, hellingen, trappen * Opgelegd circuit tot aan het heiligdom, op theater gerichte architectuur * infrastructuur : winkels, auditorium, theater * Heel anders dan Griekse tempels * Architectuur moest helpen tot spirituele beleving * Slechts een klein deel voor het heiligdom zelf Rome p

28 3-37: Tempel van Baal, Palmyra, Syrië, AD 32. * Driehoekige akroteria = dakornamenten * terras 3-48 tot 3-53: Pantheon, Rome, c. AD * Opdracht door Hadrianus * gewijd aan alle goden * vervangen van de tempel van Agrippa * oculus, opening in de koepel * decoratie koepel : cassetten * maat en verhouding = de breedte (43 meter) is gelijk aan de hoogte van de grond tot de oculus * Is een aparte structuur: gigantisch portiek, gigantische zuilen, indrukwekkende, rechthoekige toegang tot de rotonda * rotonda = grote ronde cella die erg gedecoreerd is * decoratie = rijke inleg met marmer, kleurrijk, vloer:grote platen uit porfier rota * acht pijlers met arcades en ontlastingsbogen (leiden de druk naar de pijlers) * de koepel bestaat uit acht bouwlagen met verschillende samenstellingen van beton: naar boven wordt het een lichtere samenstelling, minder zwaar voor minder druk. Ook casettestructuur om gewicht te sparen * Optisch effect om het hoger te laten lijken. * Vroeger was het erg gedocereerd. * Het moest een afbeelding van de kosmos worden Basilica s p.142 Een basilica is één van de belangrijkste burgerlijke Romeinse gebouwen. Normaal is het een eenvoudige hal met dak, rechthoekig van vorm, soms met een apsis. Colonnades verdeelden het interieur vaak in een centrale beuk en twee of meerder zijbeuken en het gebouw had meestal twee verdiepingen, de centrale beuk is hoger dan de zijbeuken. De functie van de Basilica lijkt op die van de Griekse Stoa en vormde zo een beschermde ruimte op het centrale plein van de stad voor de alledaagse zaken van de stedelingen: politiek, economisch, 3-59 en 3-60: Basilica van Maxentius en Constantijn, Rome, c. AD en 3-62: Basilica, Trier, Duitsland, vroege 4e eeuw. 28 Rome p.116

29 2.2.8 Het forum en het politieke leven p.144 Forum Het forum lijkt op de Griekse agora: Functies = markt, politiek, sociaal, economisch,cultuur, MAAR is verschillend opgevat : bij de Romeinen kan de politiek niet los gezien worden van de religie De organisatie is doordacht, systematische ordening van de marktplaats, basilica, tempel (zeer bijgelovige samenleving,was niet zo bij de Grieken) Voorbeeld = Forum Romanum Het Forum was drukbezet (iedere keizer wou daar iets zetten) en raakte stilaan vol OPLOSSING = Keizers bouwen eigen forum 3-69 tot 3-72: Forum Trajanus, Rome, c. AD , Apollodorus van Damascus. *Halfcirkelvormig, * rationele aanpak, *overdekte galerij open naar de markt, * winkels, tempel, basilica, triomfboog * modulebouw, gericht op efficiëntie Triomfboog = politiek instrument (propaganda,ter ere van militaire successen) en een poortgebouw, toegang 3-65: Boog van Titus op het Forum Romanum, Rome, AD 90. * Klassieke fase * typische driedeling * 4 reliëflagen, de sculptuur heeft een sterke diepte, realisme, verfijning, details, driedimensionele ruimte wordt weergegeven => typisch Klassieke Romeinse cultuur * toont de verovering van Jeruzalem Rome p

30 3-66: Boog van Constantijn, Rome, AD 315. *Gebruikt elementen uit voorgaande bogen met wie hij zich wil associëren: als eer betonen aan zijn voorgangers ( geen kopie) (vreemde contrasten) * zijn politieke macht uitdrukken, continuïteit * stroef, realisme verdwijnt. * De proporties kloppen niet: machtsverhoudingen weerspiegeld door verschillende groottes van personages (groot = belangrijk, veel macht) * weinig reliëf: twee vlakken: personages + achtergrond * Laat-Romeinse cultuur Huizen en villa s p.151 De Romeinse wooncultuur was heel uitgebreid. ( i.t.t. Grieken : hout, weinig over gekend) Romeinse wooncultuur: 3 manieren: Insulae * appartementsblokken * voor de gemiddelde stedelijke bevolking * hoog: in baksteen + houten bovenstuk * armeren bovenaan, rijkeren beneden (tot de lift een omkering bracht) * op gelijkvloers taberna : winkels, commerciële functies 3-77: Insula (apartementenblok), Ostia. (2de eeuw na Chr.) 30 Rome p.116

31 Domus Urbana * voor de burgerklasse * stadswoning * rond een atrium + peristylium: 2 open binnenhoven voor watervoorziening/opvang en lichtinval *gevel = gesloten (gevaar vandalisme, inbraak) * heel mooie decoratie: fresco s, mozaïek: evocatie van de natuur Villa Suburbana: * voor de rijken * rijke decoratie vb mozaïek, fresco s, zowel exterieur als interieur sterk afgewerkt. * sterk gericht op de omgeving, de natuur, men creëerd ook landschappen * terugtrekken uit de drukte van de stad, verlangen naar de rust van het platteland 3-81 tot 3-84: Villa van Hadrianus, Tivoli, AD : keizerlijk, zeer complex, vijvers, amfitheater, Graven p.155 alle tombes waren bedoeld om te imponeren: buitenkant was belangrijker dan binnenkant Rome p

32 3 Vroege Christelijke en Byzantijnse Architectuur p Vroeg-christelijke architectuur van het Westerse Rijk p Vroeg-christelijke periode Opkomst Christendom: vanaf de 3e eeuw AD: het was een erg turbulente periode en er waren heel wat economische, politieke en militaire cirisissen in het Romeinse rijk. mensen grijpen terug naar bijgeloof / geloof MAAR : Romeinse godsdienst: zeer/te menselijk ( goden zijn boos, verliefd ), biedt geen oplossing bij crisis de mensen zochten naar mystieke godsdienst met belofte van verlossing = Christendom: concreet, persoonlijk, menselijk door de figuur van Jezus periode van vervolging van christenen is afhankelijk van de keizers, als de christenen zich sterker gingen uiten, vervolging = politiek geladen Eerst hadden de christenen een destabiliserende invloed, later werden ze erkend, door Constantijn ste christelijke architectuur: Zowel het feit dat het christendom niet herkend werd en dat er dus kans op vervolging was, als het feit dat de 10 geboden stelden dat er geen afbeeldingen van god gemaakt mochten worden, hadden een grote impact op de kunstontwikkeling. Twee vroeg-christelijke typologieën: Catacomben: *Begraafplaats met grafschachten *geen plaats voor missen en geloofsbelijdenis, hoogstens begrafenisritus * voor de iets rijkeren waren er nissen = familiegraven * functies = begraafplaats, ook herdenkingsdiensten en begraafrituelen * Er zijn individuele graven en Arcosolea: nis die dienst doet als familiegraf * Eerste vroeg-christelijke kunst: muurschilderingen (fresco's). Figuratieve kunst, vooral het ichtus-symbool (vis) werd afgebeeld. * Eerst ook op Jezus gericht (analoog met de keizerverering), eventueel samen met apostelen afgebeeld. * Niet alleen fresco's maar ook veel mozaïeken: lichtkunst, mystiek effect (typisch christendom). * geen beeldhouwwerk:dat was pagaans en in strijd met de 10 geboden (2D-kunst is geen echte afbeelding van god, vonden ze). 32 Vroege Christelijke en Byzantijnse Architectuur p.160

33 Vb. de Catacomben van Callixtus Nadat het christendom officieel wordt erkend als staatsgodsdienst door Constantijn in 326 (hij kreeg een visioen en zag zichzelf als hoofd van de Kerk en hij verplaatste in 330 de hoofdzetel naar Constantinopel), gaat men zoeken naar typologieën voor gebouwen voor de eredienst: Nood aan grote ruimtes, waar veel mensen samen konden komen, maar Geen Tempel = Ze weigerden de associatie met Romeinse, heidense godsdienst (die associatie zal ervan loskomen, omstreeks AD, en dan worden er wel klassieke elementen geïntroduceerd) Men kent een andere liturgie dan de Romeinen: het christendom is gericht op riten binnen in het gebouw, vaak processies, soberder >< Romeinen: liturgie vond buiten plaats bij het altaar, tempel bleef een schrijn voor het beeld van de godheid. Men had dus nood aan een totaal ander gebouw Na de val van het West-Romeinse Rijk zal men heel wat tempels herconsacreren. Typisch werd er dan wel nog een baptisterium aangebouwd. Baptisterium is een aparte doopruimte, volledig eigen christelijke typologie. Dikwijls rond of 6/8-hoekig en het centraal gedeelte is een bassin voor onderdompeling Rome en Het Heilige Land p.162 Voor de kerkbouw zal men zich baseren op de basiliek (=basilica): * vergaderruimte, was voorzien op grote bijeenkomsten, erg functioneel * status geassocieerd met de keizers De basilica bestaat uit een zadeldak, een schip (hoger dan de zijbeuken clerestorium) en zijbeuken. Bij de Christelijke kerken ontstaat er een sterke focus op de ruimte rond het altaar. Terwijl de basilica verschillende functies diende, was de christelijke basilica gericht op één enkel, geordend ritueel. De christelijke kerken kenden ook een rijkere decoratie van het interieur. Vroege Christelijke en Byzantijnse Architectuur p

34 Ze nemen delen over van de basiliek, maar passen ook delen aan aan de Christelijke liturgie. Aanpassingen aan het type van de basilica: Atrium = voortuin, plaats voor de massa die wacht om de heilige te aanschouwen en plaats voor de catechumens = mensen die nog geen echte christenen zijn, proefperiode waarbij ze de dienst buiten de kerk moeten bijwonen ( het atrium komt enkel voor in de vroeg-christelijke bouwkunst) Galerij: voor de doorstroming bij bedevaarten Fonteinen voor watervoorziening (bedevaartsvoorziening) Errond seculiere infrastructuur voor pelgrims 4-2: S.Giovanni in Laterano, Rome, zoals in 320. (nu: Barokaankleding) * Eerste Christelijke kerk * Gebouwen zijn vaak gelaagd = dit was een vroegchristelijke kerk tot de ingreep van Borromini. Borromini maakte een soort schrijn van de oude kerk, zette pijlers rond de originele, en kapselde het gebouw in in Barok voorkomt uit de vroeg-christelijke. Enkel het baptisterium, in sobere baksteen. bleef onveranderd. Bij vele Vroeg-Christelijke kerken was er later (vooral tijdens de reformatie) een verbouwingscampagne met respect voor het oude gebouw. Kenmerken Vroeg-Christelijke kerk: Basilica-aanleg = longitudinaal ( in de lengte) (later wordt dit een centraalplan) Middenschip is breder en hoger dan de zijschepen: licht(clerestorium) tussen de schepen was er een colonnade Transept: kruisvorm Apsis: koorvorming halfcirkelvormig Romeinse elementen en materialen: beton + baksteen + decoratieve marmeren colonnes en liturgisch meubilair Soms een martyrium: kleine ronde tempeltje (vb Tempietto van Bramante) waar relieken werden bewaard, ter ere van martelaren. Het atrium verdwijnt in de Byzantijnse periode De exterieurs zijn sober en effen >< het interieur kent een rijke decoratie met belang van licht, kleur, rijke materialen en gewijde afbeeldingen. De typologie blijfte lange tijd gelijk, het gebouw en de lithurgie waren vanaf het begin op elkaar ingestemd. 34 Vroege Christelijke en Byzantijnse Architectuur p.160

35 4-9: Sta. Maria Maggiore, Rome, c *Aanvankelijk: geen klassieke elementen keren geleidelijk terug, heropleving van de klassieke stijl: hier vinden we de Ionische orde en Korinthische kapitelen, verfijnde colonnade ( = zo veel mogelijk redden van de antieke erfenis). * Eerste kerk waar een klassieke orde in de correcte verhoudingen voorkomt loskoppeling angst voor heidense invloed. Er ontstaan nieuwe types: centraalbouw: geïnspireerd op seculiere Romeinse vormen Santa Sabina, Rome, *nog altijd erg sober, typisch vroeg-christelijk * duidelijk in de overgangsfase (5de eeuw): ijlere beeldtaal, Oosterse invloed en 4-13: San Stefano Rotonda, Rome, *Rond / klassiek * gebouwd als een martyrium *detaillering, uitgebreide decoratie Gaat terug tot de hoogte van de Romeinse architectuur in de 1e en 2e eeuw. Constantijn: christendom wordt officiële staatsgodsdienst + hoofdzetel van de Kerk in Constantinopel ( = Byzantium) West Romeinse Rijk >< Oost Romeinse Rijk rond Byzantium In 476 valt het West-Romeinse rijk, wat een grote impact heeft op Rome, o.a. erg dense bewoning aan de oevers van de Tiber. Rome wordt geplunderd als steengroeven. Ook worden heel wat gebouwen, zoals o.a. het Colloseum, omgebouwd tot apartementen. verschuiving van het culturele centrum naar Milaan en Ravenna: * Milaan: voortzetting bestaande tradities. * Ravenna: invloed van het Oost-Romeinse Rijk. Vroege Christelijke en Byzantijnse Architectuur p

36 3.1.4 Milaan en Ravenna p.165 Kenmerken: * erg hoekig (typisch Oosters) * meer op het mystieke dan op het theatrale * mozaïeken niet alleen als wand maar ook op het plafond * diffuse lichtinval Byzantijnse invloed Colorplate 19: Mausoleum van Galla Placidia, Ravenna, c. 425 AD. * Complexe verzameling van verschillende volumes * Compacte verzameling van de volumes aan het exterieur, versterkt door een continue arcade van blinde nissen * binnenin: mozaïek (= mode in Byzantium), * diffuus licht * goud * gebruik van marmer * sterrenhemel * centraal een koepel met pendentieven en armen met tongewelven. mystiek / symbolisch geladen architectuur verinnerlijkte architectuur Het Oost-Romeinse Rijk kende enorm veel invloed van Byzantium = Byzantijnse invloeden 36 Vroege Christelijke en Byzantijnse Architectuur p.160

37 3.2 Byzantijnse Architectuur p.170 Rond 500 na Chr. was het West-Romeinse Rijk in puin en was het in handen van een ander volk; de creatieve impuls van de architectuur van Constantijn en zijn navolgers stopte. verschuiving van plaats: het oostelijk deel ( Oost-Romeinse Rijk) leefde wel voort: in de volgende 100 jaar leefde Constantinopel (herbouwd onder Constantijn op de hellenistische site van Byzantium) op, op gebied van politiek en architectuur. Belangrijk persoon: Justinianus. Hij heroverde een deel van het verloren westelijke rijk, en zette een ongewone bouwcampagne op die een nieuw architecturaal tijdperk lanceerde Ontstaan van een eigen gebouwtype: De formele overgang van Vroeg Christelijke (basiliek kerken) tot Byzantijnse (overkoepelde centraalplannen) architectuur is niet moeilijk te herkennen maar lastiger uit te leggen. Het is vaak geïnterpreteerd met het oog op liturgie, die verschilde tussen oost en west. Het vorm-volgtfunctie argument verklaart het best waarom het een centraal plan is, maar zegt weinig over de omstandigheden waaruit dit voort komt. Byzantijnse Architectuur Grotere symbolische werking ook in impact van de architectuur mystieke ondergrond lichtinval dematerialisatie Ideale Byzantijnse kerk p.171 Vroeg Christelijke architectuur: zwakke symbolische waarde in zich. Deze manier van basilica bouwen was er een die paste binnen de wereldlijke Romeinse architectuur waarin functionalisme boven symbolisme staat >< In de Byzantijnse stijl was dit omgekeerd: terwijl de liturgie werd gevolgd, was het grootste doel het creëren van een symbolische architecturale expressie en het nastreven van de idealen van het nieuwe geloof. Dit werd bereikt door fundamenteel design (is niet: enkel decoreren van het interieur). = Centraalplan + Koepel met pendentieven + architectuur van licht en goudkleurige decoratie. Het centraalplan p.171 *Het centraalplan maakt enkel actieve participatie mogelijk rond de centrale as (>< bv. basilica s waarin circulatie doorheen de volledige ruimte mogelijk was). *Het effect is afhankelijk van de specifieke vorm. Vaak is dit een vierkant( minder op 1 punt gericht dan cirkel): Laat een beter liturgisch onderscheid van de ruimte toe, kubus zorgde voor functionele duidelijkheid, andere beleving van de lithurgie. Vroege Christelijke en Byzantijnse Architectuur p

38 De koepel p.171 *De koepelkerken verschillen van de Romeinen door hun andere constructie: veel pendentieven koepel lijkt te zweven, ontstaan van een lichte architectuur, belang van het mystieke, dematerialisatie van de architectuur *De kubus was onderdeel van de ondersteunings- en gewelvenstructuur en zorgde voor een sterke simpliciteit. Maar de meer ingenieuze koepel maakt het af. Ondersteuningsstructuren voor koepels, zeker op vierkanten waren lastig. Vaak heel zwaar en niet erg elegant. Pendentieven geven de oplossing voor een meer gesofistikeerde ondersteuning van een cirkelvormige koepel op een vierkant. Dit kon door de pendentieven te ontwerpen als onderdeel van de koepel, in plaats van een extra opzet stuk. De Romeinen bedachten dit systeem, favoriet bij de Byzantijners, maar hebben het zelf heel weinig gebruikt. Het is een zeer rationele structuur maar het effect was niet van deze wereld: de koepel lijkt los te komen van de wanden: krachtige figuur van de christelijke hemel, zwevende/immateriële ruimte. Licht en decoratie p.173 Het transcendentale effect werd verder ondersteund door de bekleding, articulatie en de beraming. De bedoeling was dat geen enkel oppervlak vrij bleef van decoratie, niets mocht zijn natuurlijke status behouden. Hierdoor ontstaat een oplossing in kleur en licht: mozaïeken, iconen, fresco s, verschillende raamopeningen en galerijen, marmeren bekleding, benadrukken van het transcendente, het immateriële Hagia Sophia p tot 4-31: Hagia Sophia, Constantinopel, c , Anthemis van Tralles en Isidorus van Miletus. *De architecten waren eigenlijk natuurwetenschappers (was toen normaal) (de eerste die architect van beroep was, was Hausmore in de 17e eeuw: slechts laat geïnstitutionaliseerd als beroep) 38 Vroege Christelijke en Byzantijnse Architectuur p.160

39 *Centraalbouw : rond vierkant, centraal overkoepelde ruimte + twee halve koepels die erop insnijden + die worden opnieuw verdeeld door koepels, vier kleinere halve koepels driedelige koepelconstructie : - esthetische functie = waaauwgevoel: erg complexe maar lichte ruimtes, overweldigend, immaterieel, transcendent, de ruimte moet ontdekt worden. - constructieve functie = voor stabiliteit * wankele constructie, niet helemaal veilig in structuur: De koepel wordt in oost en west opgevangen door nog koepels, opvangen van de oostelijke en westelijke krachten + de hoeken rusten op pendentieven. Het is echter zo dat het zuiden en noorden open is onder de koepel, en eigenlijk is het een wonder dat het hele gebouw nog overeind staat. * diffuse lichtinval door de theatrale organisatie van de ramen basis van de koepel is doorboord met ramen, heel dicht bij elkaar en lijken zo de voet van de koepel op te lossen. * Ook de pendentieven getuigen van een enorme lichtheid. * De oppervlaktes in het schip worden opgelost is kleur, licht en patronen. * In de gewelven ontstaat de dematerialisatie door gouden mozaïeken. Justinianus had zeker Hadrianus in zijn achterhoofd en Salomon, als een heropleving van het verleden. Daarom is het interessant een vergelijking te maken met het Pantheon: Pantheon façade is monumentaal Corinthisch duidelijkheid van de elementen; pure centrale vorm een gat in het centrum, dat zorgt voor helder licht dikte van de constructie is zichtbaar in de oculus, trekt de bezoeker naar het midden. Vroege Christelijke en Byzantijnse Architectuur p.160 Hagia Sophia façade is een vervolg van het interieur vierkant in een achthoek, centraal en lineair licht valt mysterieus binnen uit galerijen en door de theatrale configuratie van de ramen dikte is niet zichtbaar en positie en perceptie veranderen en zijn nooit duidelijk. De centrale koepel lijkt oneindig de hoogte in te gaan. 39

40 3.2.2 Andere Justinianische structuren p tot 4-36: S.Vitale, Ravenna, begonnen c.526. * Typisch Byzantijnse opbouw * achthoekig centraalplan * NIEUW : Gebruik van een dubbele schaal (2 achthoeken ineen): achthoekige buitenmuur + achthoekige centraalbouw, complexe ruimtewerking. * Verschillende volumes worden erop ingeënt ontstaan van een axiale as * Organisch, wel gestructureerd, mooie proporties, precisie in het ontwerp * interieur, rijke decoratie Andere structuren onder Justinianus: worden types, ontstaan van een systematisering van de architectuur: * centraalbouw met vierkant, * axiale as (deze wordt soms zo groot dat er basiliek ontstaat met erachter een koepel), * ze worden stroever en minder geörganiseerd. * koepelbouw * decoratie * dubbelwandig Standarisering Voorbeeld : San Marco in Venetië (11de eeuw) (eigenlijk Romaanse periode, maar Byzantijnse stijl) 4-37, 4-38 en colorplate 22: S.Marco, Venetië, * Basiliek + koepel erachter * 11e eeuw maar Byzantijnse architectuur: - koepel op pendentieven, - de centrale kubus, - de zuilschermen, - de coloristische bekleding met rijke decoratie en mozaïeken dematerialisatie van de structuur, oplossing van de tastbare substantie in oppervlak, licht en kleur. De ruimtes worden eerder naast elkaar geplaatst, en vloeien niet organisch uit het centrum de combinatie van centraalbouw + longitudinale oriëntatie vormt geen subtiele fusie, maar wel een eenvoudige combinatie van de gecentraliseerde modules geordend langs de horizontale assen. 40 Vroege Christelijke en Byzantijnse Architectuur p.160

41 3.2.3 Middeleeuwse Byzantijnse architectuur (na Justianus) p.178 Opgesplitst in verschillende fases die de politieke en culturele geschiedenis volgen. 1. Byzantijnse middeleeuwen: weinig documentatie over gebouwen, weinig bestudeerd, men weet er weinig over Iconoclasme (mozaïeken van mensen werden vervangen door geometrische patronen) Invallen in zichzelf gekeerd. 2. Middel Byzantijnse Fase: het rijk is relatief stabiel, opleving van de kunsten 3. Laat Byzantijnse Fase: artistieke creativiteit groeit Byzantijnse Middeleeuwen ( rond 600) Weinig gedocumenteerd, weinig bestudeerd, men weet er weinig over Architectuur = opeenstapeling van verschillende volumes die in elkaar haken Het organische verdwijnt Strak, gestileerd, minder decoratie Zowel intern als extern : uitstralen van robuustheid, massief abstracte vormen en groot bouwen met meerdere kleine units. Dit is sterk herkenbaar in de nieuwe stijl gecreëerd in Armenië in de laat 6e en vroeg 7e eeuw: Armeense Stijl. MASSA, gebouwen lijken uitgekapt uit één massief blok tot 4-42: St. Hripsime, Armenië, 618. *Compacte en krachtige stijl, zowel binnen als buiten. * Kubus met koepel, sterke onderverdeling van de ruimtes * De massa s van het exterieur en het interieur lijken uitgesneden uit één massief betonnen blok. * Weinig toegevoegde decoratie, erg gesloten volumes (wegens onveiligdheidsgevoel, invallen...) Vroege Christelijke en Byzantijnse Architectuur p

42 3.2.5 Byzantijnse Renaissance p.180 teruggrijpen naar de glorietijd er komt meer nadruk op de symboliek, verschillende betekenislagen, maar nog altijd rekening houden met dogma's en rites kerk als een afbeelding van de hemel of Jeruzalem Er is wel niet echt iets radicaals gebouwd. De staat en religie waren conservatief en de architectuur dus ook. Dat de architectuur niet verandert komt ook omdat de liturgie ook niet verandert. De architectuur = symboliek in mozaïeken en fresco s. vb. : * afbeeldingen van het laatste oordeel * Christus Heerser van de Wereld in de centrale koepel, omringd met engelen * profeten, apostelen, taferelen uit hun leven op de pendentieven In de koepel systematisch Jezus met engelen. Apsis = overgang tussen de hemel en de aarde afbeelding Maria Intermediare zones: taferelen uit het leven van Jezus. Heiligen blakbij de geloofsruimtes want zij hebben een voorbeeldfunctie. Architectuur in functie van de lithurgie en beeldt de waarde van de lithurgie uit, de architectuur steunt op beeldwaarde. => De buitenkant en de plannen veranderen amper. De meest stereotiepe Byzantijnse kerkvorm is het kruis-in-vierkant of quincunx schema, dat getuigt van efficiëntie en compactheid. 4-45: Katholikon en Theotokos Kerken, Abdij van Hosios Loukas, Griekenland. Verschillende volumes, soms overkoepeld kruis-in-vierkant 42 Vroege Christelijke en Byzantijnse Architectuur p.160

43 4 Karolingische en Romaanse architectuur p Karolingische Architectuur p.185 Tussen de val van het Romeinse Rijk en de geboorte van Karel De Grote ligt er ongeveer 300 jaar. Situatie in die tussentijd : * verschillende stadstaten * versnippering op politiek vlak * culturele versnippering * versnippering op economisch vlak * het Latijn raakt in onbruik (enkel nog in kerk) * geen uniformiteit in de rechtspraak * Deze versnippering had ook invloed op de architectuur, het wonen en het stedelijk leven = * repercussies op wooncultuur en architectuur * steden bleven nauwelijks bestaan of worden gereduceerd, * velen leiden een agrarisch bestaan in een dorp, dat zich dus minder leent tot monumentale architectuur * men verliest de kennis van bepaalde technieken (betonbouw, ordes, monumentale planning, de kunde van de Romeinse decorateur: schilderen, inlegwerk, mozaïek, ) omdat men deze niet meer gebruikt Stabiliserende factoren: Veel Romeinse gebouwen / ruïnes worden nog gebruikt bleven aanwezig mensen in de regio van Italië bleven bewondering koesteren voor de monumentale antieke architectuur, die men zelf niet had. Kerk: blijft monumentaal, doet ook dienst als geheugen, Latijn, belangrijke factor die zorgde voor stabiliteit, continuïteit en cultuur Vanuit de seculiere wereld: Karel De Grote: (vandaar de naam Karolingische architectuur) * wil een nieuw elan geven aan het vroegere West-Romeinse Rijk * hij associeert zichzelf met keizer Constantijn omdat: 1. Deze belangrijk was voor de splitsing van het Rijk 2. Deze het christendom tot staatsgodsdienst heeft gemaakt Karel de Grote wil een vorm van continuïteit met het Romeinse Rijk aantonen. (>< wij zien de middeleeuwen nu als breuk met de Klassieke Tijd ) terugkijken naar gebouwen van onder Constantijn er ontstaat een synthese van Romeinse elementen met barbaarse, inheemse elementen = KAROLINGISCHE ARCHITECTUUR Karolingische en Romaanse architectuur p

44 Kenmerken 1. meer primitieve constructiemethodes, minder raffinement 2. rationaliteit 3. nadruk op sterk gedefinieerde ruimtes 4. Eclectische ( het beste uitkiezen) stijl door combinatie van antieke elementen met innovatie. 5. Ze hebben de gevoeligheden van de antieken op hun eigen manier toegepast. 6. inventiviteit en vitaliteit, 7. abstractie, fragmentatie en een nieuwe energie vanuit het volume. De gebouwen p tot 5-4: Paltzkapel, Aachen, Duitsland, c * Centraalbouw met een achthoek * axiaal * massieve boogstructuur die de koepel draagt * grondplan is gebaseerd op dat in Ravenna, S.Vitale >< geen gelijkenissen in de constructie: ( Ravenna = de koepel is gereduceerd in zijn gewicht >< Paltzkapel: de massieve koepel had nood aan stabilisatie ) oplossing: kijken naar Colosseum en dit systeem toepassen in de kapel. * Westtoren / westblok = nieuw element in de Karolingische architectuur = keizerstribune, aankondiging van de keizerlijke tribune, de keizer wou een goed zicht op het koor, massief blok * Na de apsis; een tweede apsis = retro-apsis ( apsis die in apsis haakt) 44 Karolingische en Romaanse architectuur p.184

45 5-5: Kerk van St.-Riquier, Centula, Frankrijk, Westblok geflankeerd door twee torens westblok vormde zich aan de ingang van de basiliek Schip zoals een basiliek, maar transformatie: het werd hier een meer complex en dynamisch gebouw, bestaande uit een onafhankelijke groep formaties Waar transept en schip kruisen = de viering ontstaan van vieringstoren, toren met een lantaarn Na de apsis is er een tweede apsis, een zogenaamd retrokoor : bedoeld voor een vlotte circulatie van de bedevaarders Tweede westblok die een aparte functie heeft als poortgebouw Wit rood betegeling: typisch Karolingisch ( inheems) 5-10 en 5-11: Plan voor Abdij van St. Gall(en) Zwitserland, c *Idee van de verlossing komt binnen een breder idee van de goddelijke orde men wil zo perfect mogelijk leven: leven in gemeenschap, in afzondering, verdeling van de dagtaken volgens de liturgie (vespers, ) om zo verlossing te verkrijgen vertaling in de architectuur * Geordend, gestructureerd, doordacht: ideale abdij waarin orde en de perfectie van functionaliteit zijn gecombineerd, want volgens de christenen is een gewijd leven enkel mogelijk in een geordende wereld: Kerkgebouw centraal ten opzichte van de ingang, sluit aan de kapel van het ziekenhuis Verblijven van monniken, abt, : groeperen van het spirituele, religieuze rond de kerk Ambachtsplaatsen, verblijven van de lekenbroeders, : meer radiaal (verder van kerk) = hoe verder van de kerk, hoe minder religieus Het plan wijst ook op een belangrijk probleem in de middeleeuwse architectuur en het brengt ons op de drempel van de Romaanse architectuur. De U-vormige gang van de crypte onder de oostelijke apsis zorgde voor een ordelijk patroon voor het verkeer van de toenemende massa pelgrims die de relieken kwamen vereren. De pelgrims konden hier lopen zonder ceremonies te verstoren. In de middeleeuwen is er een sterke aandacht voor relieken, crypten en altaren. Zo zullen er ook crypten ontstaan met verschillende vleugels of in meervoudige altaren bovengronds. Er ontstonden meer gestructureerde architecturale omsluitingen en uiteindelijk werd cryptegang bovengronds verplaatst, waar het uitgaf op verschillende kapellen. Dit zal een innovatie zijn van de Romaanse periode. Karolingische en Romaanse architectuur p

46 4.2 Romaanse Architectuur p.190 Karolingische Architectuur = * aanloop van de Romaanse kunst, * Karel de Grote: associatie met Constantijn assimilatie van de architectuur ( ten tijde van Constantijn ) + inheemse elementen * Westblok belang van poortgebouwen koepelstructuren De Karolingische Renaissance was volledig geënt op 1 persoon, namelijk Karel de Grote. Na zijn dood ontstaat er een aftakeling van het rijk,versnipperingen dit ook op cultureel vlak. Er zijn talrijke invallen door Slavische en Arabisch volkeren, die ook hun eigen (culturele) invloeden meebrengen, die uiteindelijk zullen mengen. In de 10e eeuw ontstaat er een vermenging, assimilatie tussen beide culturen. Toch slaagt men erin de vicieuze cirkel van instabiliteit langzaam te doorbreken. Door verbeterde economische omstandigheden, sociale en politieke orde, heropleving van de steden, militaire kracht, was er weer vertouwen en hoop omstreeks de 10e-11e eeuw. Zo ontstond er ook een culturele heropleving, vergezeld van een nieuw religieus enthousiasme. Dit resulteerde in het belang in de 10e eeuw van: Pelgrimage, bedevaarten o.a. naar Santiago de Compostella De kruistochten Op cultureel en politiek vlak is er een lappendeken van koninkrijken. De Kerk gaat dit lappendeken van verschillende stadstaten en koninkrijkjes verbinden (= 1 groot overkoepelend programma van het christendom), en dit zie je in de architectuur : De architectuur wordt meer geografisch georganiseerd (in plaats van rond politieke figuren) De architectuur wordt functioneel ingedeeld: de architectuur wordt ontworpen als een schrijn of een tentoonstellingsruimte voor relieken, om zo veel pelgrims en dus veel inkomsten aan te trekken. ( bedevaarten) abdij = tentoonstellingsruimte voor relieken De Hoog-Romaanse kunst in Frankrijk gaat zich zo bv. helemaal inspireren op de St. Étienne. 46 Karolingische en Romaanse architectuur p.184

47 4.2.1 Vroeg-Romaans in Duitsland, België en Normandië p.191 Deze streken vormden het Ottoonse Rijk (genoemd naar Otto ), en vormen dus ongeveer een coherent geheel. Er zijn twee stromingen: Progressieve stroming Conservatieve stroming (nabij de grens met Italië) Assimilatie van Byzantijnse, vroeg-christelijke, Romeinse en Karolingische invloeden: 5-13 en 5-14: Münster, Dome van Essen, Duitsland, late tiende eeuw. * Byzantijnse invloeden : - Open wand, steunend op alternerend zuilen en vierkante pijlers - Onderverdeling met nissen van de muren van de zijvleugels * Karolingische invloeden: - versterkte Westertoren en twee kleinere torens - zekere graad van complexiteit - diverse volumes 5-15: St. Michael s, Hildesheim, Duitsland, c * Torens * hoger middenschip * koor met apsis * lijkt op dom van Essen: ritmische alternatie van zuilen en pijlers * men begint te moduleren : volumes krijgen zelfde proporties en zijn sterk ingeënt op elkaar * alternatie van pijlers en zuilen in een patroon abbabbabba. *Dit ondersteunt de rationele indeling van het interieur, gecomplementeerd door het evenwicht van de volumes aan het exterieur. * Sterke polychrome decoratie ( rood en wit): Moorse of Byzantijnse invloed * Vlak plafond (typisch Vroeg-Romaans, nog geen kruis- of tongewelven) * Transept krijgt zelfstandige functie, eigen identiteit dmv gordelbogen (boog die alle bouwlagen omvat). Het transept wordt belangrijker. * kenmerk Romaanse architectuur:de verdeling van het interieur in vierkantige ruimtes= vierkantig schematisme. Karolingische en Romaanse architectuur p

48 5-16: St. Gertrude, Nijvel, België, * heel belangrijke Romaanse kerk in België * Ook hier gebruik van de gordelbogen * twee systemen: waar de travee eindigt een gordelboog aanzet tot een alternerend stelsel 5-17 tot 5-19: Speyer kathedraal, na * Veel vernieuwingen en ontwikkelingen: 1. Veel grotere geleding, articulatie van de wand, immense dikte van de wand + gevormd in een krachtige configuratie met meerdere lagen: veel verticaler door colonnetten aan de pijlers te koppelen (1e structuur = pijler, 2e structuur = colonnet, 3e structuur = pijler) 2. blinde bogen ( die de ramen omranden). 3.Verhoging van het koor: plaats om de relieken te bewaren * Gordelboog * Grootste kerk in Romaanse stijl. Deze ontwikkelingen gaan zich geleidelijk aan in Frankrijk herhalen : 5-20 en 5-21: Mont-Saint-Michel, Normandië, Frankrijk, Kerk dateert van midden 11e eeuw. * Romaans (Ook gotische toevoegingen zoals de pinakels) * Binnen het religieus denken: adbijsite met kerk in het midden, gelegen op een zandbak ( al naargelang het tij = eb/vloed is het bereikbaar/onbereikbaar) afzonderen, geordend bestaan leiden om goddelijk ideaal te bereiken ( afzondering komt terug in 16e eeuw: déserts, abdijen/kloosters in woest, afgelegen landschap, in de natuur, commune moet zelf kunnen overleven) * Normandische elementen: Gesloten architectuur: steunberen geven wel een zekere elegantie en verticaliteit (i.t.t Duiste Romaanse architectuur) *Interessant: invoeging van een galerij in de tussenverdieping: openen van de wand, kleine passage lichter, opener effect massiviteit van Speyer dus niet bij de Duitse architectuur * Verticaliteit = Typisch Frans Romaanse architectuur * Ontdubbeling van de bogen met blinde (overbodige) bogen * colonnetten, unificeren van het geheel 48 Karolingische en Romaanse architectuur p.184

49 5-22 en 5-23: Notre Dame, Jumièges, Frankrijk, * Gelijktijdig met Mont-Saint-Michel * Kracht van de vroege Normandische Romaanse architectuur. * Interieur: alternerend stelsel: zuil gaat over naar arcade ontstaan ritmiek, A B A B A * verticaliteit * gelaagdheid, 3D werking, * lichtinval is van belang voor schaduwwerking Karolingische en Romaanse architectuur p

50 4.2.2 Vroege gewelfde Romaanse kunst in Bourgondië p.195 Vanaf de 11de eeuw. In Bourgondië ontstaan er drie belangrijke ontwikkelingen waarvan de aanzet reeds te zien was in Speyer : Verhoging van het koor Invoering van het gewelf voor de hele kerk: overwelving van het middenschip ( i.t.t. vlak plafond) Invoering van kranskapellen * belangrijk voor pelgrims: extra ruimte voor de relieken. * vanaf de 11de eeuw nam het aantal rooftochten af, waren er minder invallen waardoor het veiliger werd om de relieken ook boven de grond, in de kerk, tentoon te stellen. * individueel opgedragen missen in de kranskapellen 5-25: Tweede abdijkerk van Cluny, vanaf de 11e eeuw. * De eerste is afgebrand, de tweede ook, de derde is verwoest in de Franse Revolutie * 1e grootschalige toepassing van het tongewelf in het schip in Frankrijk, de volledige kerk kent overwelving + * uitwerking koor, het koor is zeer prominent aanwezig * aanzet tot kleinere structuren die zich op het koor inenten ( = voorlopers van de kranskapellen) *Typisch Romaans 5-26: St.-Philibert, Tournus, Frankrijk, c * het exterieur en de decoratie van het exterieur wordt belangrijker = belangrijk in Franse Vroeg-Romaanse architectuur * invoering gelaagdheid in de voorgevel motieven, diepte * Lombardische boogfriezen * Portaal met eigen accenten, tekent zich extern af * Interieur: overwelving van het middenschip door individuele tongewelven per travee en kruisgewelven in de zijschepen * Belangrijk type van koor: Ambulatorium met echte kranskapellen: vierkantig, rond de koorapsis met een gang loste het probleem op van een toegenomen aantal geestelijken en het vertonen van relieken op altaren. Door dit systeem was een goede circulatie mogelijk van altaar tot altaar, zonder dat ceremonies verstoord zouden worden. * Alternerend systeem 50 Karolingische en Romaanse architectuur p.184

51 4.2.3 Hoog-Romaanse architectuur in Frankrijk p en 5-28: St.-Étienne, Nevers, Frankrijk, * Kranskapellen krijgen hun definitieve vorm: zelfstandige structuren, halfrond, op de apsis ingeënt * Verhoging van het koor * nadruk op de viering (i.t.t. Vroeg-Romaans): de viering als module voor de rest van het grondplan, de modulering is niet langer op basis van de travee, dit leidt tot verschillende proporties en een verschillend uitzicht, andere indeling van het gebouw * Het schip is gestructureerd, helder van organisatie en geproportioneerd. * Exterieur: kapellen, ambulatorium, apsis en transept genereren een ritmische vloeiing van volumes uit steen. Het geheel is opgebouwd in een piramidale beweging tot de toren op de kruising. Deze kerk bevond zich op de route naar Santiago de Compostela, alle kerken op deze routes hebben dezelfde drie kenmerken: Verhoging koor / clerestorium: Dit werd gedaan om het hoge gewelf veiliger te maken, maar het maakte het gebouw ook donkerder: het enige licht in het schip kwam vanuit de zijvleugels en de galerij. Dit kan ook gezien worden als creatie van een mysterieuze atmosfeer doorheen het gebouw die sterk contrasteert met de goed verlichte kruising, apsis en kapellen. Men ziet af van een lichtbeuk. Gewelf over het hele gebouw Kranskapellen, belangrijk ambulatorium, ( voor ideale circulatie) zoals: St.-Sernin in Toulouse St.-Foyes in Conques De gebouwen kennen ook een abstractere planning, zo is bijvoorbeeld in St.-Serin, het hele gebouw uitgelegd langs lijnen van een raster gebaseerd op de dimensies van het kruisingsvierkant, waarbij elk van de inhammen een halve module representeert en de inhammen van de zijvleugels een vierde van een module. Dit modulair patroon, ook het vierkantig schematisme genoemd, is van vitaal belang voor de Hoge Romaanse stijl. Het creëerde een sterke geometrische rationaliteit. Karolingische en Romaanse architectuur p

52 5-32 tot 5-34: Cluny III, 1088 c * De complexiteit wordt opgedreven * immense lengte en omvang * complex systeem van 2 koren die op elkaar inenten * straalkapellen, * veel torens in een evenwichtig geheel * Belang van de kerken = machines voor de bedevaarten, het tonen van zoveel mogelijk relieken * dikte van de muren en pijlers, terwijl de gewelven licht en gepunt zijn * Vernieuwingen: - uitgebreide articulatie van de wand door invoering van klassieke motieven zoals gecanneleerde zuilen, Korinthische kapitelen, fries met eitjes en pijltjesmotief - invoering van lancetbogen (In Hoog-Romaans had je ook al spitsbogen!) - galerij (wel nog gesloten) sommige bouwkundige problemen kunnen nog niet opgelost worden, constructieve noodzaak - verticale stuwing 5-35: Autun Kathedraal, c * Gedetailleerd classicisme: gelaagdheid van de muur in classicerende vormen, fries met eitjes en pijltjes motief: IIOIIOIIO * gepunte curvatuur van het gewelf van het schip en de gepunte bogen van de arcades in het schip,! Hoog Romaanse architectur : Belang van het exterieur, vooral van het portaal: toenemend beeldhouwwerk ( in het portaal) met afbeeldingen van het Laatste Oordeel als bewustmaking van de bezoekers ( bezoekers aanzetten tot nadenken over hun handelen) Weinig verschillen met Byzantijnse en vroeg-christelijke sculptuur: hiërarchische afbeelding (hoe groter, hoe belangrijker), eenvoudig reliëf, sterk 2D, dus weinig ontwikkeling 52 Karolingische en Romaanse architectuur p.184

53 4.2.4 Regionaal Romaans: West-Frankrijk, Spanje p.200 Frankrijk In Frankrijk zijn er twee uitzonderingen op de Bourgondisch stijl, er is een eigen architectuur in: Poitou hallenkerk = zijschepen even hoog als de middenbeuk Périgord verderzetten van de Byzantijnse architectuur Spanje Kathedraal Santiago de Compostela ( ) *Vaak verbouwd *Vergelijkbaar met de Frans Bourgondische pelgrimskerken *Spanje kent ook een Arabische en Moorse invloed, Islaminvloed ( mozarabisch, mudejar) Hoog-Romaans architectuur in Italië verschillende stadstaten, verschillende ontwikkelingen naar gelang van de regio: Sicilië / Zuid-Italië: Arabische, Byzantijnse invloed Rome: traditioneel, vroeg-christelijke invloeden, stabiliteit en continuïteit door het pausdom, ook Venetië is samen met Rome het sterkst conservatief, weinig ontwikkeling Noord-Italië: ontstaan van eigen Italiaans Romaanse architectuur rond 2 centra: Lombardije Toscane: Pisa en Firenze Noord-Italië p.202 Er was hier meer ruimte voor inventiviteit. De architectuur is er complex en gevarieerd, door de politieke verscheurdheid. Er was een invloed vanuit het Duitse Rijk en vanuit Normandië 4. Lombardije 5-43 en 5-44: S. Ambrogio, Lombardije, Milaan, 12e eeuw. * Typerend voor de Lombardische stijl is de schermgevel MAAR hier is dit niet het geval: vanuit een atrium zicht op de diepe façade met torens geflankeerd * Typisch Lombardische bogen * Al een kruis-ribgewelf in Italië (pas later in Frankrijk en Duitsland via Engeland in de Gotiek) * 2 kleuren: rood en wit: Byzantijns, Moorse invloed * Geen clerestorium, wel arcade en galerij Voorbeeld van een typisch Lombardische schermgevel: 5-45: San Michele in Pavia, c p.204. De lijnen van de schermgevel tonen de basilica erachter niet, de basiliek wordt afgeschermd Karolingische en Romaanse architectuur p

54 5. Toscane 2 kernen in Toscane: beiden classicerend, geraffineerd en elegant * Firenze * Pisa 6. Firenze: niet echt typisch Romaans, maar proto-renaissance gespannen, hoekige volumes, rationeel, gedisciplineerde articulatie, scherp en knappe klassieke detaillering 5-46 en 5-47: S. Miniato al Monte, Florence, midden 11e-12e-eeuw. * Klassiek gearticuleerde gevel, blinde arcade in het laagste deel, de derde verdieping heeft ook ingelegde patronen met een sterke, rijke bekroning, tweede en derde verdieping vormen zo het beeld van een tempelfront, polychroom classicisme * zowel binnen als buiten inlegwerk, zoals marmer inlegwerk en geometrische configuraties 5-48: Baptisterium van S. Giovanni, Florence, c * Klassieke opbouw * koepel geïnspireerd op het Pantheon: een achthoek, gelaagde koepel met oculus, centraalplan met een serie nissen met omlijsting door pijlers en vrijstaande Korinthische zuilen * marmeren inlegwerk Misopvatting: dat de architectuur rond Firenze uit de Klassieke Periode was: bv. Baptisterium werd gezien als een tempel gewijd aan Mars, maar is 12e-eeuws Santa Maria Novella, Alberti (1456) Zogezegd naar het voorbeeld van Klassiek gebouw 54 Karolingische en Romaanse architectuur p.184

55 7. Pisa: geen polychromie aan het exterieur ( maar wit) open arcades in een enorm aantal verspreid over de façade samen met weelderige gestreepte muren; openarcades rond gebouwen 5-49 tot 5-51: Pisa kathedraal, begonnen in 1063, en campanile, begonnen in * De basiliek - geïnspireerd op vroeg-christelijke stijl + sterke Arabische / Byzantijnse invloeden (vanuit Venetië) : wit-rood en mozaïeken in de koepel - complexe doorzichten door zuilschermen - klassieke colonnades * Toren: - typerend voor Italië is de losstaande klokkentoren = campanile - cilindrisch - open architectuur, open arcades: lichtwerking en volume - overal galerijen - rijk inlegwerk, polychroom marmer: wit en donker marmer Hoge en late Romaanse kunst in Duitsland p.207 Franse invloeden vertalen zich in Duitsland, Duitsland was versnipperd op politiek vla. Daarnaast was er op cultureel en architecturaal vlak communicatie door de pelgrims en 5-53: Speyer kathedraal, wijziging in Heropbouw (van het interieur): * sterker gelaagd * gewelf in het enorme schip: kruisgewelf ( >< vroeger = vlak ) Karolingische en Romaanse architectuur p

56 4.2.7 Hoog-Romaans in Normandië en Engeland p.208 Frankrijk 5-54 en 5-55: St.-Étienne, Caen, Frankrijk, begonnen c * Toenemende verticaliteit, lineaire dynamiek (was hier al aanwezig, dus niet enkel in Gotiek) * luchtbogen * Typisch vorming van het Westblok als een massief blok ( Westblok = tribune, zal verdwijnen in Gotiek) * Kruis-rib: vroeg voorbeeld in Frankrijk * Alle elementen die reeds in de Vroeg-Romaanse architectuur werden gebruikt, worden hier uitvoerig gebruikt : - gelaagdheid van de wand - open wand op hoogte van de galerij, opengetrokken galerij - viering: zo licht mogelijk, gedematerialiseerd aanzet tot de Franse Gotiek Engeland Inspiratie van Frankrijk door William the conqueror: Engeland en Frankrijk kwamen onder één koninkrijk binnenbrengen van de Romaanse architectuur ( Frankrijk), maar Engeland heeft lang vastgezeten in Angelsaksische cultuur 5-57 en 5-58: Durham kathedraal. * Buitenkant = Gotisch * Binnenkant = Romaans * Kruis-ribgewelf * 3-ledige typische opbouw : arcade, galerij en clerestorium (veel geslotener dan Franse stijl = typisch Angelsaksisch) * Typisch Angelsaksisch = het massieve, het zware, cilindrische structuren, patronen in de massieve zuilen 56 Karolingische en Romaanse architectuur p.184

57 5 Gothische Architectuur p De betekenis van Gotiek p.223 Oorsprong woord Gotiek = een Renaissanceterm voor middeleeuwse architectuur, a posteriori < Goten: inval van Rome teloorgang van de Romeinse cultuur ( t.t.v. de Renaissance zag men de Renaissance als een verderzetting van de antieken en niet als wedergeboorte ) Naast de visie dat gotiek minderwaardig is, ook visie dat het erg modern, vernieuwend, ahistorisch is. Gotiek had een eigen vormentaal. Romaanse architectuur had een eigen maar toch historische benadering van de architectuur. Het tongewelf en kruisgewelf zijn beiden aanschakelingen van bogen, dus benadering van het vlak en het is massief. Gotiek: vooral in ( blijft daar lang aanwezig) Frankrijk gotiek zal er eenvoudig wisselen met het classicisme Engeland gotiek tot in de 17e eeuw Duitsland gotiek barok (Duitsland heeft geen renaissanceperiode) Maar een beetje in Italië Gotiek blijft sterk doorlopen: op manieren ingezet, afhankelijk van de regio Tussen 1660 en 1760: verdwenen Gothic revival Typisch kenmerk van de Gotiek = driedeling: Structurele benadering: * Gotiek als skeletbouw * lineariteit door kruis-rib, * luchtbogen * lancetramen * skelet van glas Visuele benadering: * Gotische architectuur als deel van de beeldende kunsten, dynamisch, levendig * belang van de lijn (zorgt voor een transformatie van de massa tot een elegante configuratie van lichtheid, dynamische vormen) * belang van het licht (glasramen, skelet van glas ) * immateriële architectuur = glas * zuilenorde: pilier cantonné: een zuil ingekapseld door colonetten (= kleinere zuiltjes). Gothische Architectuur p

58 Symbolische benadering: * de drager van de gotiek = historisch religieuze context hemelse licht en lichtheid geënt op de Scholastiek (= theologische, filosofische stroming) o.l.v. Thomas van Aquino ( ) * de Scholastiek vormt de basis voor de Artes Liberales, Scholastiek = belangrijk voor architectuur * Gotiek = Architectuur van het licht * Scholastiek = combinatie van mystiek + wetenschap, rationeel * Scholastiek wordt gebruikt om de Bijbel te verklaren * Thomas van Aquino gebruikte een methodiek van vraag en antwoord, vraagstellingen, gestructureerd architecturaal vertaald in de Gotiek: gelaagd verticaliteit tegenbalansen, tegenkrachten voor de verticaliteit: steunberen, luchtbogen * Thomas van Aquino: naar God, naar het ideale licht streven door aanschouwing van het esthetisch correcte, gedematerialiseerd beeld * wisselwerking tussen Scholastiek en Gotiek de belangrijkste formelen kenmerken ruimte, licht, lijn en geometrie creëren de transcendentale sfeer van het gebouw de structurele kenmerken ribgewelf, spitsboog en luchtbogen maken de visuele factoren mogelijk. Zowel in de Byzantijnse als de Gotische architectuur creëren rationele en geometrische structuren irrationele effecten koppeling aan de scholastiek: parallelle ontwikkeling van vroege scholastiek met vroege gotiek: natuurlijke beeldhouwkunst, type van de mens, betere inleving in de gemoedstoestand Scholastiek staat in sterke wisselwerking met het beeldhouwwerk van de architectuur de architectuur kan niet los gezien worden van de sculptuur! Bv. pinakels, beelden, Scholastiek: kerk als een afspiegeling van Jeruzalem Gods huis op aarde nood aan pracht en praal architectuur krijgt extra betekenisdimensie Gotische kathedraal: een schrijn als een sacrale plaats van god op aarde belofte mens naar god te dragen. Romaanse kerken verschilden lithurgisch weinig van vroegchristelijke basilieken. In de gotiek is de ruimte voor de clerus (zit tussen het schip en het koor) even groot als de rest en duidelijk onderscheiden (breed transept): onderscheiding tussen het sacrale en niet-sacrale. Ook de koorafsluiting wordt ingevoerd: het is een andere wereld, dus andere ruimte. 58 Gothische Architectuur p.222

59 5.2 Gotiek: Constructieve elementen Het Ribgewelf p.225 Introductie van het ribgewelf: een skeletstructuur maken met 'ribben' en dan de rest opvullen met een licht materiaal. (Kruisgewelf = 2 tongewelven die loodrecht in elkaar schuiven.) kruisgewelf is afhankelijk van een vaste module >< ribgewelf kan vanuit elk mogelijk plan vertrekken, je kan in alle omstandigheden een gewelf maken want de ribben zijn het belangrijkst, de rest is opvulling ervan voordelen: open langs alle zijden wat zorgt voor een stroom van licht en ruimte + het gewicht ervan is sterk gereduceerd, waardoor het bij elk plan kan worden toegepast en geen massieve steigerwerk vereist tijdens de constructie De luchtboog p.225 Ribben concentreren het volledige gewicht en druk op de hoeken van de inhammen. De gereduceerde, meer geconcentreerde massa laat smallere pijlers en langere ramen in het schip toe. Aangezien de druk verzameld wordt in kleine ruimtes, is er een tegendruk nodig in die ruimtes en niet over een grote overspanning. Dit systeem van versterking, bekomen door de externe boog, zweefde boven de zijbeuken en het ambulatorium. Door de invoering van de luchtboog wordt de kracht naar de hoeken van de travée geleid, in plaats van dat de druk volledig rust op de muur. Het was zo dat steunbeuren al bestonden in de Romaanse kunst, dit zorgde voor een verdikking van de muren en een daling van het aantal raamvlakken. In de Gotiek komen de steunberen dus los van de muren en zo ontstaan er luchtbogen. Een luchtboog brengt de druk van het gewelf over naar de grond, zodat de muur ontlast wordt. Daardoor kan die lichter van constructie zijn met een groter raamgedeelte. De Gepunte Boog = de spitsboog p.226 Bij breedtes: hoogtes opvangen met lancetboog / spitsboog complexer, visueel lichter, oefent minder druk uit Een spitse boog kan ook veel smaller gemaakt worden dan een ronde boog. Gothische Architectuur p

60 5.3 Gotiek in Frankrijk p periodes: Vroeg Gotisch vanaf Hoog Gotisch: ~ zijtak : Hofstijl rayonnante stijl Flamboyante Gotiek: De Eerste Vroege Gotische Stijl p.227 Rond 1150 ontstaan op Île de la Cité, 2 belangrijke elementen: Positie van de Franse monarchie rond de Ile de la Cité: toenemend aanzien, ontstaan prominente hofcultuur impuls op cultuur Abdij van St. Denis = concurrentie met de abdij van Clervaux concurrentiepositie Men weet dit uit geschriften van abt Suger (De Ordinatione - De Consecratione - De Administratione) 7-11 tot 7-15: St. Denis, Parijs, * De ambitieuze abt Suger ondernam de reconstructie van de 9e-eeuwse kerk in een nieuwe architecturale stijl. De kerk onderging een gedaanteverwisseling * 3 belangrijke geschriften van Suger: (De Ordinatione - De Consecratione - De Administratione) nadruk op architecturale vernieuwing binnen het scholastieke programma *Hij beoogde een bevestiging van de Franse kroon: monarch = vertegenwoordiger van God op aarde * Saint - Denis = patroonheilige van Frankrijk link met de monarchie * Kerk = huis van God: een uitbreiding is nodig door toenemend aantal bezoekers + nood aan een rijke decoratie, pralerige architectuur (>< sobere van Clervaux) * Abt Suger richt zich op de filosofische geschriften van de Pseudo-Dionysus: belang van het materiële om de ultieme spirituele toestand te bereiken materie = afspiegeling van het intellectueel vatbare + van het vera lux = God * Door contemplatie (= beschouwing)van fysieke schoonheid, worden we geleid tot hogere, zelfs goddelijke, realiteiten. * hoe sterker de dematerialisatie hoe groter de spiritualiteit 60 Gothische Architectuur p.222

61 * Impact van de architectuur op de gelovige: bevorderlijk als de werken esthetisch verantwoord waren zou leiden tot de juiste geloofsbelijdenis. *Gotiek : verticaliteit = naar de hemel gericht * Voorgevels : heel belangrijk: 1ste aanraking spirituele contemplatie, erg open westgevel, driedelige portaal, lancetbogen * Torens met portaaldeel omgeven het middelste portaaldeel. * Veel opengewerkte raampartijen: licht evenaart het goddelijke het best. *Introductie van het roosvenster = mystieke architectuur * Gedematerialiseerde architectuur: belang van het licht, het verticale + glas + helpen in de contemplatie door rigiditeit, structuur + esthetica: belang van de polychromie, natuursteen * Toch nog relatief massied, ook de zuilen zijn vrij klassiek en massief. Niet het volledige plan is van Suger, wel: Het koor * belangrijkste deel van de kerk, * dubbel ambulatorium, * geometrische helderheid en lichtheid van het skelet, * belang van de lijn, vloeiende vormen, * transparantie en ruimte transcendentale, visionaire effect De voorgevel: * bij de aanraking met de façade start de contemplatie! * kenmerkend = introductie van het roosvenster mystieke, transcendentale * Het nieuwe sculpturale programma in de drie portalen is van groot belang: architectuur en sculptuur zijn sterk geïntegreerd, architecturale elementen nemen de vorm aan van sculpturen en vice versa. 1. religieus kader met Thomas van Aquino en de Scholastiek * vera lux ( ideale licht) esthetisch correcte * gedematerialiseerd 2. Aanwezigheid monarchie in Frankrijk: * koning = vertegenwoordiger van God op Aarde * Abt Suger : positie van St. Denis verstevigen 2 aspecten samen zorgen voor het begin van de Gotiek Gothische Architectuur p

62 5.3.2 De Tweede Vroege Gotische Stijl p.231 Onder invloed van het religieus kader / scholastiek streven naar transparantie en transcendentie: grotere raamopeningen, maar de gebouwen/interieur blijven massief ( pijlers, muren, steunberen = massief) later: OPLOSSING: toenemend streven naar dematerialisatie verticalisme nog grotere ramen dragende elementen fijner, ranker maken = vernieuwingen Ook erg gedecoreerd, erg open en erg verticaal. De verticaliteit benadrukken door onder andere colonetten door te laten lopen tot de ribben. 7-17: Noyon Kathedraal, c * Belangrijke innovatie = introductie van de 4e bouwlaag bij het traditionele schema van drie lagen (= arcade, galerij en clerestorium) = triforium. Hier in Noyon heeft het een dubbele functie, namelijk een passage door de muur, die toegang bood tot de bovenste niveaus voor onderhoud, en het vormde een transparante assemblage van licht, ruimte en lijn. Bovendien gaf het een horizontaal effect aan het interieur dat voor de rest gedomineerd werd met verticale lijnen. Triforium werd een standaardkenmerk van bijna alle Franse kathedralen. * Smallere zuilen * colonetten starten van de 2e bouwlaag * De voorgevel toont de evolutie van Romaans (westblok + twee torens) naar Gotisch: portiek + galerij * in de gotiek zijn er ook nog andere torens: belangrijk extern kenmerk, zeer talrijk, maar niet altijd uitgevoerd ( geldgebrek) 62 Gothische Architectuur p.222

63 Laon, Kathedraal, begonnen c * Erg opengewerkt * De viering is heel duidelijk: onderbreking/afscheiding tussen het schip en het koor. Op die plaats vertrekken de colonetten ook vanaf de grond om de verticaliteit er extra te benadrukken. * Maaswerktraceringen: decoratieveelementen die het glas dragen bij glas-in-loodramen. * De architectuur is erg gedematerialiseerd. * Toenemende verticaliteit: * schip (traditioneel met zuilen) >< koor: colonetten beginnen hier vanaf de begane grond * Romaans: dubbele travée, alternerend stelsel (zal geleidelijk verdwijnen in Franse Gotiek) * typisch vroege Gotiek: vier geledingen * Westgevel: gelijkaardig, westblok + twee torens, roosvenster, galerij * Voorgevel: driedimensionale structuren en ook erg diepe reliëfstructuren. * twee evoluties uit de Saint Denis: Portaal springt uit: ontstaan van mogelijkheden voor 3D sculptuur, ontstaan van speciale galerij voor beelden = koningsgalerij Organische, dynamische geleding Parijs, Notre-Dame, Parijs, * De gevel is veel vlakker, de sculptuur wordt vooral door reliëf gerealiseerd. * twee evoluties uit de Saint Denis: Portaal springt in: ontstaan van mogelijkheden voor 3D sculptuur, ontstaan van speciale galerij voor beelden = koningsgalerij Accent op de horizontale geleding (Parijs) >< organische, dynamische geleding (Laon) Gothische Architectuur p

64 5.3.3 Hoge Gotiek p.233 Chartres 7-22 tot 7-27: Chartres, Kathedraal, * Chartres toont de overgang van vroege naar hoge gotiek in Frankrijk. * Wegvallen van de 4e geleding zonder aan hoogte te moeten inboeten: winnen van hoogte op de onder- en bovenverdieping ( = arcade en klerestorium), heel klein triforium * Door de toenemende hoogte en minder niveaus: veel luchtbogen * Enkelvoudige travée * voorgoed achterlaten van het alternerend stelsel, de horizontale ritmiek die er eigen aan was, verdwijnt dus * Pilier croisonnié = kruising tussen 2 stelsels in alternerend stelsel * vereenvoudiging van de gewelven - vierdelig * proportiegebouw : verticale aspecten (geen horizontale) * Maar ook complexer: veel decoratie, veel variatie in kapitelen, rozet, beeldengalerij. * Buitenzijde: Vroege gotiek: westgevel Hoge gotiek: roosvenster Flamboyante gotiek: torenspits van 1 van de Westertorens * Veelverschillende bouwfases : - heropbouw door bv brand, instorting - geldgebrek - werken die stilliggen <Aanvang + de fase waar er het meest van overblijft = de bouwfase> 64 Gothische Architectuur p.222

65 Hoge Gotiek na Chartres p tot 7-30, 7-33, 7-35: Reims, Kathedraal, begonnen *Hoge gotiek * het portaal komt sterk naar voren, ook het roosvenster komt naar voren * de wimbergen ( spitse, vaak rijk gedecoreerde bekroning van een gotisch venster of portaal) * sterk sculpturale gevel: pinakels, boogsels, waterspuwers * Sterk dynamisch * roosvenster en beeldengalerij * erg sculpturale en ornamentele complexiteit *interieur is erg open, lancetten worden langer en spitser, de verdiepingen hoger, ook binnenin een beeldengalerij. het ornamentele wint aan belang. 7-2 tot 7-4, 7-31 en 7-32: Amiens Kathedraal, begonnen * Streven naar verticaliteit, heel veel glas, erg opengewerkte ruimte. * sculptuur in het maaswerk = verfijnd * de sculptuur staat in functie van de architectuur, eerlijk vertolken van de draagkrachten >< Engelse hoge gotiek: loskomen van architectuur en decoratie * De wand wordt steeds meer opgelost in glas bv. het koor (glasgordijn) overgang van de hoge gotiek naar de hofstijl / rayonnante stijl ( >< Engeland : Sculpturale heeft niets met functie te maken ) De Hoge Gotiek Exterieur: façades, torens, luchtbogen p.238 Gotische structurele Ontwerp Methodes: de Workshops p.242 Gothische Architectuur p

66 5.3.4 De Rayonnante Stijl p.242 De hofstijl / Rayonnante Stijl: Voornamelijk gericht op het interieur Vaak toegepast onder Louis IX Wisselwerking tussen Frankrijk en Engeland Meest invloed op de Engelse Gotiek ( decoratieve en Perpendicular stijl (deze laatste zal de flamboyante stijl beïnvloeden) 7-38 en 7-39: Troyes, St.Urbain, * Wand van glas * grijze, lichte kleuren in glas in de rayonnante stijl gebruikt men volle kleuren, heel kleurrijke glas-in-loodramen ( blauw, rood ): verwijzen naar edelstenen op reliekschrijnen * Kathedraal als schrijn 7-40 en 7-41: Ste.-Chapelle, Parijs, * Hoge kapel, * clerestorium is de enige vaste wand, de rest is allemaal glas * toppunt van de hofstijl * In het exterieur: amper zichtbaar ( hofstijl onderdeel hoge gotiek) 7-42: Zuidelijk transept van de Notre-Dame, Parijs, begonnen * Sterke tweedimensionale sculptuur, verfijnd, kantwerk >< Reims De Flamboyante Stijl Saint-Maclou ( 1350 ) * in- en uitzwenken van elementen ( wimbergen) * enkel toegepast op buitenarchitectuur ( binnen meestal Hoge Gotiek : maaswerk, glas-in-loodramen) * structureel en decoratief erg complex. * het flamboyante vooral aan de buitenkant, het interieur behoudt de architecturale complexiteit van de hofstijl. 66 Gothische Architectuur p.222

67 5.4 Gotiek in Engeland p.245 Vroege Engelse Gotiek Decoratieve of Curvilinaire stijl 1250-begin 14e eeuw Late gotiek / Perpendiculaire stijl * Gotiek was hier even belangrijk als in Frankrijk ook een gothic revival in de 19e eeuw: studie + opnieuw ontwerpen van gotische architectuur * Eigen ontwikkeling, veel Angelsaksische kenmerken, maar toch een sterke invloed/wisselwerking van Frankrijk ontstaan van eigenzinnige decoratie: complexiteit en gelaagdheid decoratie komt los van het functionele minder streven naar verticaliteit minder hoog massiever materiaalpolychromie minder oplossen van de wand meer gericht op het decoratieve, minder op het structurele. * Inplanting van de gebouwen: Frankrijk: stedelijk vast plan >< Engeland: ruraal, net buiten stadskern afwijken van het rigide grondplan, organisch bouwen (stukjes bijbouwen, dit komt ook door het bouwen op restanten van Angelsaksische kerken) * Binnen de Engelse gotiek blijft de relatie tussen travée en opstand erg organisch (i.t.t. Frankrijk, daar op basis van een structureel beginsel). Gothische Architectuur p

68 5.4.1 Vroege Engelse Gotiek p : Canterbury, Kathedraal, begonnen c * Eerste gotische kerk in Engeland. * Het koor is vroege gotiek, 1100 het schip is perpendiculair. * Koor = als een hoefijzer: afwijken van het traditionele plan van de koorapsis * Minder verticaliteit en minder oplossing van de wand typisch Angelsaksisch = massieve structurele elementen ( >< Frankrijk ) * Fantasierijke aanpak vertaalt zich in decoratie, maaswerk, decoratieve elementen, sculptuur * boogprofielen: gelaagdheid, niet altijd functioneel, dynamische, levendige architectuur * Eigen, verschillende materialen vb. English marble * materiaalpolychromie bv. zwart marmer voor accenten >< Fr. Gotiek: kleuren = verf * inplanting : weinig stedelijke omgeving ( >< Frankrijk: in stad ) * 2 bouwmeesters = Guillaume de Sanse en William The Englishman * steunberen zijn een aanzet tot luchtbogen tot 7-47: Salisbury, Kathedraal, * Organische ontwikkeling van het grondplan : ruimte; omgeving rond zich benutten. Groot verschil in plan: lang schip en een diep transept en koor. * De toren is een losstaande campanile * Dikte / massiviteit van de wand blijft behouden (>< Franse gotiek). reden: materiaalpolychromie ( typisch Engelse Gotiek) toenemende complexiteit van boogsegmenten en maaswerk (lancetten bvb. diep ingekerfd) * Ondanks de massiviteit erg energetische architectuur. 68 Gothische Architectuur p.222

69 7-48 en 7-50: Lincoln, Kathedraal, gewelven, 1192 Engelenkoor, begonnen * Horizontale ontwikkeling = typisch Engelse gotiek * Geen driedeling van de gevel (i.t.t. Franse gotiek), erg brede gevel, volledig voor het gebouw. Gevel als een apart gegeven, als scherm, decoratief minder uitgewerkt, sculptuur tot een minimum herleid. (ook Engelse traditie: hoofdingang aan een zijkant, niet aan de westgevel). * Tierceron gewelf: Engelse uitbreiding van het ribgewelf, gewelfribben komen samen in één punt, de knop, welke geaccentueerd wordt, op de centrale rib / kruinrib die ook geaccentueerd wordt er komen nog toevoegingen van supplementaire kruisribben, tiercerons, genaamd dit zal leiden tot fantasierijke gewelven * Massief 7-49: Exeter, Kathedraal, begonnen c * Toenemend aantal ribben vanuit de colonnetten= louter decoratief gewelf * Materiaalpolychromie * gelaagde complexiteit van de pijlers *nadruk op de massiviteit *complexer maaswerk De decoratieve patronen van het gewelf dalen naar de wand ontstaan van complex patroon De Decoratieve (of Curvilineaire) stijl p.249 Omstreeks 1300 ontstaat de decoratieve of curvilineaire stijl De fantasie brak open, dit leidde tot een vorm van totale decoratie, met 2 basiselementen : Ojiefboog: een boog met een dubbele, omgekeerde curvatuur die langs een kronkelende lijn reikt tot een scherp punt. De ojief was van belang als symbolische breuk met de Franse traditie, maar ook omwille van haar dynamische vloeibaarheid, vrij gecombineerd met andere vormen om groot, vrije, kronkelende patronen te creëren. Liërnengewelf: grote variatie voor decoratie mogelijk, visgraatstructuur als basis Gothische Architectuur p

70 7-51 tot 7-55: Wells, Kathedraal, koor, voor 1332 zeefbogen, 1338 trap naar het Kapitelhuis, c.1285 Kapitelhuis, vroege 14e eeuw. * Ojiefbogen: dragen het koor, curvilineair (kromme lijnen) * Nog een tiercerongewelf in het schip + polychromie * toenemende decoratie (sculpturale, florale elementen) * Kapitelhuis: complexe tiercerongewelven ontstaan van waaiergewelf * Trap in een curvilineaire beweging, creatief * Architectuur gericht op esthetisch vermaak decoratieve verfijning en complexiteit * Ingepland in een niet stedelijke omgeving. 7-56: Lady Chapel, Ely, Kathedraal, * Lantaarn (achthoekige structuur) boven de viering lijkt te zweven, structureel erg complex: maar verborgen, weggestoken. >< Frankrijk Houten constructie met stenen structuur erop geschilderd theatraliteit, illusie, afwijkend van het structurele mogelijke >< Frankrijk: binnen constructieve mogelijkheden * prachtige decoratieve patronen * Liërnengewelf: knoppen, complexiteit * Decoratie van het gewelf daalt neer op de muur, *complexe uitwerking van het maaswerk: kantwerk * florale decoratie * architectuur blijft wel haar massiviteit behouden 70 Gothische Architectuur p.222

71 5.4.3 De Perpendiculaire stijl p.252 Gelijktijdig met Decorated Style Concentratie op de complexiteit van het gewelf waaiergewelven 7-57: Gloucester, Kathedraal, begonnen Lineaire patronen in de wanden, rust >< gewelven, die de Decoratieve trend verderzetten, krachtige onderliggende geometrie Latere gewelven bleven ingewikkeld evolueren, maar ze werden herleid tot meer leesbare patronen. De patronen werden sterker gedisciplineerd en de draaiende achthoeken en de neerwaartse ojief vinden we niet langer terug. Dit was de laatste Engelse gotische stijl. Ze was gedisciplineerd, imposant, en zag er overtuigend internationaal uit, en tezelfdertijd belichaamde ze een concentratie voor lineair detail, die de Engelse smaak voor rijke patronen beantwoordde. 7-58: Cambridge, King s College Chapel, , John Wastel. * waaiergewelf * ontstaan van diepte en dynamiek via druipstenen Gothische Architectuur p

72 5.5 Late Gotiek in Europa p.253 De Gotiek kende slechts een trage spreiding, doordat men vaak opzag tegen de associatie ervan met de Franse monarchie, er was wantrouwen, concurrentie Engeland en Frankrijk zijn nog samen bestuurd geweest onder William the Conqueror, onder dezelfde hofcultuur, en ze hebben nog deel uitgemaakt van hetzelfde territorium. hierdoor vond de Gotiek in Engeland het makkelijkst ingang. De Italianen kenden een sterkere Antieke traditie, zagen op toch de associatie met de Franse monarch en waren eerder wantrouwig tegenover de rijke Gotische architectuur, waardoor er een moeilijkere ingang was. De Gotiek vinden we voornamelijk terug binnen het Heilig Roomse Rijk, vanaf , waarbij men zich probeert te meten met de Franse monarchie. Vb. Koning Karel 4de *Kijkt enorm op naar de Franse Monarch en de Franse cultuur * Richt nieuw bisdom op in Praag en laat kathedraal bouwen door Fransman : Boheems / Praagse Gotiek St.-Vituskathedraal, Praag, begonnen in 1344, de Franse architect Matthieu d'arras en zijn Duitse opvolger Peter Parler. * Eerder associatie met Engelse Gotiek ( decoratief) * De torenspits in kenmerkend voor de Praagse Gotiek. Andere voorbeelden: Ulm en Strassbourg Vladislavzaal, Praag, * Boheemse Gotiek * Uitzinnige gewelven * organisch, verweven van alle elementen. 72 Gothische Architectuur p.222

73 5.6 Gotiek in Italië en Frankrijk Italië: associatie van de Gotiek met Frankrijk en de Franse monarch + antieke cultuur sterk aanwezig + wantrouwen ten opzichte van een heel rijke architectuur (// dit wantrouwen was er ook in Frankrijk) moeilijke ingang van de Gotiek ontstaan van een 2e traditie verbonden met de bedelordes, verkondiging van het woord, eerder basisarchitectuur (niet zo rijkelijk) architectuur gericht op de functie = prediking de drie schepen zijn even breed, belang van de zichtbaarheid en de verstaanbaarheid = ontstaan van Hallenkerken Bijvoorbeeld: Kathedraal van Albi * rijk patronaat dus ook een zekere verticaliteit, * versoberd exterieur * Versoberde gotiek, * nooit zo rijkelijk als gotiek, 7-67 tot 7-69: Assisi, S. Francesco, *Typisch Romeins Italiaans: kleinere ramen + heel sterke polychromie in het interieur * eerder sober, niet zo rijkelijk ( grootte, materiaal ) De Duitse Hal Kerk p.259 Late Gotiek: extravagant ontwerp p.261 De Flamboyante gotiek is enkel van toepassing op de buitenarchitectuur en kenmerkt zich door in- en uitzwenken van de onderdelen en sterk uitgewerkte wimbergen. In interieur: voornamelijk Hoge gotiek, heldere kleuren, ingenieus maaswerk na 1400 blijft de hoge gotiek doorleven. Gothische Architectuur p

74 7-78: St.-Maclou, Rouen, c en 7-96: Florence, Kathedraal, begonnen *Overgangsfase * Koepel (Brunelleschi )= Bakermat van de Renaissance! De koepel zou nooit gebouwd kunnen worden zijn zonder de Romeinse en de Gotische voorkennis! Nog zelf dit deel verder lezen, p stadsplanning 74 Gothische Architectuur p.222

75 6 De renaissance in Firenze 6.1 Renaissance Hergeboorte oudheid Humanisten lezen met artistieke, literaire doel en geven les Men wil antieke wereld met eigen hedendaagse tijd samenbrengen Door christendom getekend Ook samenbrengen van geloof en wetenschap = groot project van veel paradoxen die de essentie van de mens uitmaken = iets radicaals nieuw maar ook verderzetten van tradities Kenmerken * mens ontdekt zich zelf, * wordt zich bewust van eigen wil, * klassieke kunst wordt opnieuw en anders weergegeven, * er is een andere manier van leven, * men treedt de toekomst anders te gemoed, * de mens is het middelpunt, niet de kerk, * Portugezen en Spanjaarden vergroten de westerse wereld door ontdekkingsreizen, * Copernicus en Galileï breidden de wetenschappen door onderzoek uit, * kunst is rustig, evenwichtig, symmetrisch, ideale verhoudingen, * universele kunstenaars, * perspectief en platte vlak worden toegepast. Humanisten Ontwikkeling van de stadstaat, die het economisch en politiek goed deden. Het gevolg was een nood aan professionele administrateurs, liefst niet clericaal: nieuwe klasse van mensen: machthebbers adviseren lezen antieke teksten (omwille van artistieke doeleiden, niet theologisch) antieke constructies bestuderen. Nieuwe architectuur die probeert de klassieke oudheid te recupereren in een nieuwe stijl. Maar in een breder kader zien: hedendaagse en klassieke tijd samenbrengen niet-religieuze filosofie met het christendom samenbrengen wetenschap en geloof samen brengen (i.t.t. wetenschap deel van het geloof) Humanisme probeert contradicties en paradoxen te overwinnen. De mens neemt zijn eigen lot in handen, de mens is de maat van alles. Transformatie van middeleeuwse steden: nieuwe politieke en economische organisatie nieuwe structuren over de oude structuren heen Renaissance: radicaal verderzetting van bestaande bouwtechnieken. De renaissance in Firenze 75

76 6.2 Filippo Brunelleschi 1377 Goudsmid, had dus geen opleiding gehad zoals veel renaissancearchitecten. Maar had in Rome constructies bestudeerd, hij een brede cultuurachtergrond: gotiek, romaans en de klassieke oudheid. Had het vermogen om 2 gebouwen te bestuderen en die 2 samen te brengen Ligt aan basis van het moderne perspectief! Voordien we de constructie van het perspectief erg lastig, de mathematische constructie was nog niet uitgevonden. Deze nieuwe manier beïnvloedt hoe men op stedelijk niveau gaat denken, vb Ufizi: enorm perspectief. Wetenschappelijke vernieuwingen hadden een grote impact op de artistieke producten. Ook vernieuwingen op het denken over stedenbouw: radicaal nieuwe architectuur als perspectiefmachine. De koepel van de Duomo (gebouwd tussen ) Deel van de gigantische Duomo, 50j niet aan gewerkt want zochten naar oplossing voor de koepel= wedstrijd voor ingenieurs (vb: onderkant opvullen met aarde). Brunelleschi ontwerpt een constructie met twee schalen die elkaar ondersteunen tijdens het opbouwen. Hierdoor bereikte hij twee dingen: => Hij hoefde door deze constructie geen steunpilaren of draagbalken te gebruiken => Hij kon nu een grotere koepel bouwen Hij combineerde constructietechnieken van de klassieke oudheid en de middeleeuwen tot een nieuw iets om zo een quasi onoplosbaar probleem op te lossen. Lantaarn: steunconstructies zijn gotisch Zijkoepel: verwijst naar oudheid maar ook naar gebouwen die al bestonden in Firenze Ponte Vecchio * Vb. van een nieuw structuur, laag over stad (letterlijk). * Was eerst van beenhouwers maar moesten weg door ziektes en slecht imago, daarna goudsmeden 76 De renaissance in Firenze

77 Vondelingenhuis, Firenze, 1419 * Dit is het eerste Renaissancegebouw. * Brunelleschi brengt nieuwe elementen binnen: eenvoudige geometrie, georganiseerd op een eenvoudig geometrisch systeem elementen uit de klassieke architectuur (lijkt op forum=plein met gallerij) gevel geordend met telkens dezelfde maat. erg logische constructie * Groot contrast met hospitalen uit die tijd. San Lorenzo, Firenze, 1420 * Gevel nooit afgewerkt. * Speciaal interieur: kerkplan op basis van een eenduidige maatsysteem * Het vierkant is de basis van het plan, komt overal terug: de helft van het vierkant als maar voor de zijbeuk, de zijkapel nog eens de helft daarvan. * Door dit eenduidig opgebouw plan straalt het een ongelooflijke rust uit * Klassieke zuilen, maar met een blokje entablement onder de bogen: erg inventief, om maatvoering overal consequent te kunnen doorvoeren * Details zijn erg mooi uitgewerkt (bvb. kapiteel en fries, profielen in de bogen...), moeten mediëren tussen de grote maat en de kleine maat. * De structuur keert ook terug in het exterieur. * Sacristijn: ook op basis van vierkant * Ruimte gebaseerd op een kubus, bovenaan koepelstructuur= lichte structuur in baksteen, ribben met daartussen gewelven (heel levendig) (pendentieven= plaats tussen koepel en muur, om een koepel op een vierkant plan te zetten) De renaissance in Firenze 77

78 Santo Spirito, Firenze, 1437 * Nog radicaler, grondplan erg verschillend van de San Lorenzo * Opnieuw vierkanten als basismaat, met errond kleinere vierkanten met als maat de helft van de grote vierkanten. De ronde nissen hebben dezelfde maat als de kleinere vierkanten. Alles wordt beheerst door dezelfde maatvoering: diagonale perspectieven Kapel voor familie Pazzi, Firenze, 1430 * Florentijnse bankier met beperkte cultuur, volgde het voorbeeld van de Medici-familie, probeerde aan te sluiten op de nieuwe modes. * Oord van bezinning en plaats van bijeenkomst. * Grootste werk van Brunelleschi. * Ongebruikelijk exterieur, vreemd structuur: stapeling van elementen die niet per se samenhoren * Ongebruikelijk= terras, bogen * Interieur ook erg radicaal: zuivere rechthoek met centrale kubus erop, is qua structuur gelijk aan de Sacristie van de San Lorenzo. Met nog een vierkante ruimte voor het altaar erbij. * Erg mooie, feëerieke lichtwerking * zuivere geometrische structuur. * Tamelijk zachte steen> geen fel detail> rustige architectuur Besluit Brunelleschi sterft in Hij wordt geëerd als een van de grootste mannen van zijn tijd, was erg intelligent en had een rijke cultuur. Hij heeft nieuwe manier van bouwen uitgevonden, het bouwen op een nieuwe fundering gezet (oude en nieuwe elementen combineren). =universeel toepasbare principes =interne logica van het geheel wordt dominant voor architecten 78 De renaissance in Firenze

79 6.3 Alberti * Nooit architect geweest (had niet de achtergrond die Brunelleschi had) * Heeft samen met Brunelleschi de Rennaissance gestalte gegeven. * Maar homo letterato = intellectueel, houdt zich op theoretische manier bezig: * Hij schreef de pictura, een traktaat over de schilderkunst. * Hij schreef ook de re aedificatoria : in het Latijn, tussen Over de goede regels van de architectuur (hij behandelt dezelfde materie als in de architectura van Vitruvius) Doelpubliek: niet mensen die ontwerpen maar de opdrachtgevers (in Latijn geschreven) 1ste verdrag over klassieke ordes Hij porbeert om in een theoretisch werk de goede regels van de architectuur op te stellen. * Brunelleschi gebruikt de klassieke orden in de praktijk, Alberti denkt erover na. San Fransesco, Rimini, 1450 * Opdrachtgever: tiran, despoot die eigen broers liet opknopen om aan de macht te komen. Hij wou zijn slechte reputatie compenseren door te investeren in mooie gebouwen. * Alberti moest rond de bestaande constructie een nieuwe structuur bouwen * Het neemt de grootse architectuur van de klassieke oudheid over. * Zijgevels als aquaducten, voorgevel is geen kerkgevel maar geïnspireerd op triomfboog van Augustus. * Eigenlijk wou men een koepel zoals het Pantheon * Zeer grote waardigheid, zeer groot raffinement. * Alberti toont dat hij de verbeeldingskracht heeft om een de klassieke elementen toe te passen maar er ook erg creatief mee kan omgaan. * In de details zoekt Alberti naar de mogelijkheden van de creativiteit binnen een gegeven structuur. San Sebastiano, Mantua, 1460 * In opdracht van hertog van Mantua * Gebaseerd op kubusstructuur: Romeinse structuren werden niet alleen bestudeerd voor de structuur maar ook voor de impact van de ruimte. De renaissance in Firenze 79

80 Santa Maria Novella, Firenze, 1470 * In opdracht van de familie Rucellai (patriciërs) * Er stond al een tijdje een gotische structuur maar de gevel was niet afgewerkt. * Alberti voegt op Romeins gebaseerd architectuur toe, een monumentale voorzetgevel. * Maar hij bouwt ook verder, de architectuur is toch niet zo radicaal: Alberti beseft dat als je ingrijpt in een structuur, dat je naar harmonie moet streven. * Hij verenigt elementen uit de klassieke oudheid met lokale elementen, hij zet een aantal lokale tradities voort. Palazzo Rucellai, Firenze, 1450 * Alberti kan hier radicaler zijn, hij past zijn standpunten toe. * Nog steeds mengt hij lokale tradities (Toscaans raam) met nieuwe architectuur (elementen uit de klassieke oudheid). * Onderaan eenvoudig, bovenaan iets complexere structuur * Amper twee dimensies, getekend in de facade * Onderaan is er een zitbank ingewerkt: iets teruggeven aan de maatschappij. Familiekapel Rucellai * Men wil replica van heilig schrijn(graf) van Jeruzalem * Rucellai ligt hier begraven * Er stond een gotische schrijn, Alberti wil teruggaan naar de oorspronkelijke schrijn * Erg geraffineerd * Structuur van de klassieke oudheid maar ingevuld met lokale ambachtstechnieken 80 De renaissance in Firenze

81 Sant Andrea, Mantua, 1470 * Gebaseerd op eenvoudig grondplan * Enorme overkoepeling (net zoals de Romeinen) * Eigenlijk interieur van groot badhuis met functie van kerk * Stenen gewelf in plaats van hout: veel gewicht op muren dus moet dwarse stukken bouwen om de krachten op te vangen: ritme van grotere en kleinere zijkapellen * Decoratie verwijst naar de grootsheid van de klassieke oudheid. * Voorgevel: gigantische portaal: de grootse constructie van de oudheid opnieuw inzetten * Maar Alberti zet ook lokale tradities voort. De renaissance in Firenze 81

82 7 De vespreiding van de Renaissance Federico da Montefeltro ( ) was een Italiaanse condottiere tijdens de Renaissance, die een van de grootste bibliotheken in Italië stichtte. Hij behaalde grote successen, zowel in de kunst als militair. In zijn paleis (palazzo ducale) in Urbino verzamelde hij humanisten om zich heen die vele boeken toevoegden aan de collectie. 7.1 In Urbino Luciano Laurana Was zowel architect als schilder (typisch in die tijd). Palazzo ducale, Urbino, 1470 Werkte oorspronkelijk te Napels en later te Urbino waar hij voor de hertog van Montefeltre het grote paleis ducale (dogenpaleis) ontwierp. Het complex groeit tijdens het leven van Fredirico. De architectuur was één van de verfijnste van dat moment. De voorgevel was radicaal nieuw, met onder andere perspectivistische zichten. De gevel is nooit volledig afgewerkt geweest maar het deel dat wel afgewerkt werd, was erg geraffineerd. Voor de facade op het plein: een structuur met de vorm van een triomfboog. De studiocolo van Frederico: erg kleine ruimte waarin de hertog zijn formaliteiten voorbereid. De muren zijn bekleed met houten panelen waarop zitbanken en openstaande kasten afgebeeld staan. Dit wordt gerealiseerd met vals perspectief, het is erg geraffineerd. Zowel als vorm als als beeld is het belangrijk: de mogelijkheden van het perspectief worden uitgeprobeerd. 82 De vespreiding van de Renaissance

83 De meeste cortile op dat moment waren compact in hoogte en breedte, ook verloren de bogen hun kracht. Bij Laurana is dit anders: zijn cortile in het palazzo is breder waardoor er veel meer licht is. Hij ontwikkelde hierbij ook een nieuw systeem om de hoeken van de gaanderijen aan elkaar te maken, moeilijk om te realiseren. De ramen zijn ook goed van ordenng. Op het eerste zicht lijkt het eenvoudige structuur maar het zit eigenlijk vol met correcties. OPMERKING: De renaissance ontwikkelde zich niet alleen in Firenze maar ook op andere plaatsen in Italië en op andere wijzes. Laurana zal naar Napels trekken op uitnodiging van de koning. Zijn opvolger in Urbino: Francesco di Giorgio Martini Laurana zal naar Napels trekken op uitnodiging van de koning. Zijn opvolger in Urbino wordt Francesco di Giorgio Martini. Uit Siëna, een kleine maar toch niet onbelangrijke stad. Vooral bekend als schilder Zoals schilderingen op houtwerk in ducale S. Maria del Calcinaio, Urbino, 1480 * Zachte steen, robuuste detaillering maar toch uitgepuurde vormen. * Interieur: geometrie beheerst de ruimte, vierkant is basis, eenvoudige structurele vormen * Ook op theoretisch vlak belangrijk: men deed onderzoek naar ultieme maatstaven/verhoudingen: menselijke maten De vespreiding van de Renaissance 83

84 Theoretisch werk * Hij schreef een traktaat over burgerlijke en militaire architectuur: Trattato di architettura, ingegneria e arte militare. Het gaf een belangrijk beeld over de kunstenaar in de renaissance: de basis is de maat van de mens en er is een basisstructuur die telkens terugkeert. * Di Giorgio hield zich ook bezig met nieuwe koepels en nieuwe draagstructuren voor koepels te ontwerpen. * Hij probeerde vanuit perfect geometrische patronen nieuwe structuren uit te vinden (vooral militair). San Bernadino, Urbino, 1480 * Kerkje net buiten Urbino * Di Giorgio probeer hierin zaken uit zijn traktaat toe te passen. * Erg geraffineerd maar ook erg terugtrokken en erg eenvoudig: grotendeels baksteen, een beetje natuursteen. De enige versiering zijn Latijnse letters, voor de rest de lijnvoering en spelen met vlakken. Rocca (=rots) * Ter verdediging * Geometrie, niet alleen als vorm maar ook als machtselement. * Andere structuur naar dorp dan naar vijand * Maar ook hier is de antieke authoriteit belangrijk. * Militaire structuren in opdracht van de hertog van Urbino. * Het antropomorfe als basis * vb.: Rocca di Sassocorvaro: een militaire structuur om de enigste toegang naar het dorp, dat op een steile heuvel ligt, te beschermen. De geometrie heeft een afzonderlijk karakter, deels als afschrikmiddel bedoeld. Militaire architectuur was belangrijk in de renaissance. 84 De vespreiding van de Renaissance

85 Stadsplannen In de renaissance ontwikkelt men ook stadsplannen: er wordt nagedacht over de ideale renaissancestad: orthogonaal systeem, geometrische vormen klassieke ordes worden ingebracht. Aan het hof van Urbino wordt er nagedacht op het niveau van de stad: men zal onder andere grondplannen ontwerpen (die een eeuw later ook uitgevoerd zullen worden, bvb. in een garnizoenstad in het noorden van Italië). Meestal wordt de renaissance in een middeleeuwse stad ingepland. Een middeleeuwse stad is typisch erg onregelimatig gegroeid. De renaissance vangt de onregelimatigheden op en organiseert alles rond een geometrisch patroon (bvb. de galerij van Bramante). OPMERKING: Renaissance is ook niet alleen vernieuwing: veel architecten worden ook geconfronteerd met het probleem van de traditie tegenover de vernieuwing. Het is erg belangrijk in te zien dat elke plaats een eigen karakter had, in sommige steden is de verhouding tussen de verschillende stijlen veel subtieler. 7.2 In Milaan In Milaan wordt een wedstrijd georganiseerd om de domo af te werken. Veel belanrijke architecten nemen deel. Je zou een koepel verwachten maar het winnend ontwerp zet de gotische stijl voort. De structuur is vernieuwend maar de stijl blijft gotisch. Renaissance verandert niet alles, men blijft ook nog gotisch bouwen, men gaat op zoek naar harmonie. Certosa di Pavia * De arrchitect is Amadeo. * Een renaissance die heel sterk beïnvloed is door de: Lombardische traditie (veel baksteen) Romaanse traditie (duidelijke verwijzingen) * Gevel: volkse variant van de idealen * Nieuwe vormen worden verenigd met tradities * Klassiek: de pilasters, de raamkaders,... * Traditie: de decoratieve schema s, het gebruik van de kolommetjes,... * Het is dus een mengeling van traditie en vernieuwing * Een veel zachtere invoer van de renaissance Traditie van vakmanschap (Milaan) >< Wetenschap (Urbino) De vespreiding van de Renaissance 85

86 7.2.1 Filarete Antonio di Pietro Averlino ( ) Was een Italiaanse architect, beeldhouwer en schrijver. Hij werd onder meer beroemd door zijn twee bronzen deuren voor de Sint-Pietersbasiliek in Vaticaanstad. Ging naar Milaan om te werken voor de graaf Francesco Sforza. Hij kreeg van hem de opdracht om de ideale stad te ontwikkelen, genaamd Sforzinda. Van dit grote project is slechts het Ospedale Maggiore, in het centrum van Milaan, verwezenlijkt. Lombardije: Hoofdstad: Milaan Belangrijke oude gebouwen in Milaan zijn het Castello Sforzesco, gebouwd onder de hertogen van de familie Sforza, de Duomo ("Dom"), waarvan de bouw in totaal vijf eeuwen duurde, de aan Ambrosius, beschermheilige van Milaan, gewijde basiliek Sant'Ambrogio en het klooster Santa Maria delle Grazie, waar da Vinci's beroemde muurschildering van Het Laatste Avondmaal zich bevindt. 86 De vespreiding van de Renaissance

87 7.2.2 Donate Bramante Belangrijkste architect in Milaan. Hertog van Milaan, Ludovico Sforza, maakte hem tot hofarchitect. Hij is geboren in Urbino en gaat naar milaan. Bramante wordt hier geconfronteerd met enorme structuren, is onder de indruk en mengt deze ervaringen met de ervaringen van gebouwen uit de klassieke oudheid. Santa Maria presso San Satiro, Milaan, 1480 * Er bevindt zich een oude Romaanse structuur, Bramante moet er een kerk bouwen, de situatie is erg gelimiteerd. * Plan is gebaseerd op een Latijns kruis * Ontwikkeling van een architectuur met veel klassieke elementen (cassetteplafond..) * Koor is in vals perspectief, maar een halve m breed (cassettes enz worden kleiner), er was geen plaats voor een volledig koor (zie foto rechts). * Architectuur zelf: eenvoudig met veel bakstenen (erg belangrijk in Lombardije) Bramante past zich aan aan de vernieuwingen en de lokale cultuur en hij gebruikt ook elementen uit de klassieke oudheid. Santa Maria della grazie, Milaan, 1504 * Belangrijke kerk, was 20 jaar eerder gebouwd door Guiniforte Solari * Hierbij moest hij een nieuwe structuur bouwen in plaats van een koor. = mengvorm van baksteenarchitectuur en renaissance-elementen en de klassieke ordes het maximum tot waar de architect kan komen, erg dicht bij de architectuur van de Romeinen * Schaal van de architectuur is in Milaan erg belangrijk. * Heel groot, gebaseerd op vierkant en cirkel * Intussen is Leonardo Da Vinci bezig met het laatste avondmaal te schilderen De vespreiding van de Renaissance 87

88 8 De hoogrenaissance in Rome 8.1 Sixtus IV en Nicolaas V Sixtus IV Sixtijnse Kapel Soort van paus-koning Vanaf Sixtus IV gaat de paus zich affirmeren niet alleen als geestelijke leider, maar ook als wereldlijke leider Hielp mee aan restauratie van Rome. Nicolaas V Was een van de weinige pausen uit de Renaissance die zich niet overgaf aan nepotisme Hoewel zijn levenswijze sober was, wilde hij van Rome de meest prestigieuze stad van de Renaissance maken Trok allerlei wetenschappers, schrijvers en kunstenaars naar Rome. Bovendien vormden zijn boeken de kern van de Vaticaanse Bibliotheek. Daarnaast gaf hij opdracht tot het vertalen van veel Griekse literatuur naar het Latijn en liet hij plannen ontwerpen voor het Vaticaanse Paleis en de Sint-Pietersbasiliek. 8.2 Julius II Was één van de belangrijkste veldheren destijds en was een echte renaissancepaus. Hij durft grote risico s nemen Julius II geeft de kunstenaars veel kansen op voorwaarde dat ze zich binden met zijn politiek wil opnieuw de prestige van de Oudheid, hij wou het triomfalistische van de herstellende kerk uit het schisma verenigen met grootse werken in Rome. Hij zag zichzelf als een soort opvolger van de keizers (cfr. Julius Caesar) Bij hem wordt kunst één van de belangrijkste instituties waarop de macht zal steunen => autonomie van de architectuur valt weg! Bramante krijgt een aantal belangrijke opdrachten: Cortile del Belvédère * Het is een gigantische structuur, qua schaal de grootste sedert de klassieke oudheid. * Het toont de ambitie om de Romeinse glorie terug te installeren (onder andere zeeslagen als toneel) 88 De hoogrenaissance in Rome

89 Sint-Pietersbasiliek * Bramante zal ook erg belangrijk zijn voor de Sint-Pietersbasiliek, hij helpt het af te werken. * Het is een voorbeeld van de politieke steun die de kunst kreeg, op voorwaarde dat ze het christendom triomfalistisch voorstellen. * Er wordt bemiddeld tussen de heidense en chistelijke cultuur. => de verhouding kunst-wetenschap wordt kunst-ideologie => kunst als communicatiemiddel, als wapen => kunstenaars verliezen autonomie. * De oude Romeinse gebouwen worden teruggebracht: archeologie. * De verhouding kunst-politiek is typisch voor de hoog-renaissance. 8.3 Leo X Grote interesse voor het wereldbeeld Stimuleert kunst en cultuur Geeft opdrachten aan Raffaello Sanzio (heeft weinig ervaring maar wordt aangesteld als belangrijkste architect van de paus) Stanze di Rafaello * In de Sint-Pietersbasiliek dienden vier kamers geschilderd te worden. De Stanze di Rafaello, zoals ze genoemd werden, bestonden elk uit vier lunetten, één van die lunetten, en misschien wel de meest bekende is de school van Athene. * Dit werk is een maximale uitdrukking van de klassieke geest, die we hoog-renaissance noemen, een soort synthese van alle vorige architecten. Het onderwerp is niet christelijk maar humanistisch: belangrijke wijsheren, verzameld rond Plato en Aristoteles. Villa Madama * Suburbane villa, net buiten Rome * Gebaseerd op de villa s die Plinius beschreef. * Enorme constructie, erg geraffineerd. * Leo X ambieert de grote Romeinse thermen * In die tijd werd ook de Domus Aura van Nero ontdekt: herontdekking van decoratie, nieuwe decoraties worden toegepast. * nooit volledig gebouwd. Binnenplaats van S. Damaso * Werd gestart door Bramante in de jaren Na zijn dood werd de loggia, met uitzicht op Rome, afgewerkt door Raphael.. * Het schilderwerk was klaar in De fresco's op de plafonds portretteren scenes uit het oude en het Nieuwe Testament. De decoratie is op antieke wijze: compromis tussen het oude Rome en de christelijke cultuur. De hoogrenaissance in Rome 89

90 9 Maniërisme 9.1 Einde Renaissance In 1520 sterf Raffaello. Het is het begin van dramatische tijden voor Rome Scheiding Roomse / Protestantse kerk Chaos: pauselijke projecten blijven onafgewerkt + plunderingen van Rome (1527)(hulp van de protestanten) Enorme conflicten, Rome komt er zwaar gehavend uit. Het idee van gouden tijd wordt onderuit gehaald, de vele mythes van de renaissance vallen uiteen, op weinig jaren tijd verdwijnt de ideologie waarop de renaissance gebaseerd is, de utopie van de renaissance wordt een anachronisme. De artistieke reacties zijn erg verschillend: de wereld is geen perfecte harmonie meer, er is chaos, onzekerheid... De kunsten gaan niet meer over goddelijke verhoudingen maar tonen vervormde dingen. Te zien in schilderijen Bv schilder Bronzino maakt portret van Lucretia, vrouw van academiciaan, heeft bevroren blik, uitgerokken proporties.. Hele reeks schilderijen met oefeningen in elegantie +Te zien in gebouwen Bv Palazzo Marino, gebouwd door bankier Geraffineerde kunst voor intellectuelen die vluchten voor verveling, grenzen aftasten tussen norm en erudiek overtreden van die norm Afgeleid van het Italiaanse maniera (eigen karakter of na te streven kwaliteit), wordt het Maniërisme beschouwd als overgang van de renaissance naar de barok en situeert het zich tussen 1520 en Het wordt gekenmerkt enerzijds door een veronachtzaming van de bestaande visie (dus reactie tegen de verstarring) en anderzijds door een overdreven benadrukking tot onnatuurlijkheid (tot zelfs wijzigingen van de lichaamsverhoudingen in de menselijke figuur, vandaar vaak bizarre constructies). Men wijst hierbij op de rumoerige geestelijke evolutie tussen Reformatie en ContraReformatie. 9.2 Giulio Romano Leerling van Raphaello Architect+kunstschilder Begint kleine afwijkingen te appreciëren, het is een architect die iets doet met zijn kennis van de klassieke vormen. Vb: fries wordt voluut= vernieuwing Heeft aantal erotische schetsen gemaakt -> dan tekeningen-> dan kopergravures= werden allemaal vernietigd buiten 1 Balthazar di Castiglione overhaalt hem vanuit Rome naar hof van Mantova te komen 90 Maniërisme

91 Palazzo Del Té Ligt buiten Mantova Gebouwd voor hertog Conzaga en minnares+ om keizer, kunstenaars(die op doorreis zijn) te ontvangen Aristocraten waren verveeld dus nodig om aantrekkelijke structuren te maken De architectuur wordt niet bepaald door een eenduidige vorm maar door afwijkingen, grapjes, verschillende gevels... Alle zalen zijn verschillend (vb zaal van de giganten, alles lijkt in te storten; een zaal met paarden op de muren), ook erotische taferelen worden afgebeeld. De bezoeker wandelt door zalen die elk op zich verschillend zijn. Elke zaal zit vol betekenis, een aristocraat kon er zich dagenlang bezigheiden. Heel veel kleine details. => Verdrijven van de verdeling en een beeld van de wereld die schijnbaar op instorten staat. Het is bewust ambigu, het is onmogelijk te interpreteren zonder de volledige achtergrond te kennen. => Cultuur die helemaal bepaald wordt door het herinterpreteren van de klassieke oudheid. => Het toont de twee werelden waar de kunstenaars in leefden: de wereld van de normen en de wereld van de vrijeheid / het overschrijden van de normen. Manierisme probeert die twee werelden te combineren. 9.3 Rosso Fiorontino Kunstschilder aan het hof van François I PUUR maniërisme: Elegantie Architectuur en sculptuur gaan beginnen mengen Antropomorfe (menselijke gestalten) vormen worden letterlijk ingevoegd= vb. deurportaal van Ufizi Men begint met bestaande elementen te spelen Onderzoek van allerlei soorten afwijking, grote inventie Ook in het Noorden (bij ons) Maniërisme 91

92 10 Venetie & Renaissance 10.1 Venetië Tot stand gekomen door machtstrijden (altijd met stedenbouw) Venetië is van in het begin erg bijzonder: gebouwd in een Lagune, gevestigd op zandbanken. Elke zandbank had dezelfde organisatie. Typisch= pleinen met huizen er rond> voor markten enz. maar ook om water op te vangen Renaissance stadsplannen waren vaak beperkt tot een ideaal, maar van Venetië bv ook zoals een postkaart Zie installatie Michelle Durant: vgl met Venetië Ligt in de zee > economische macht Tussen Europa (christelijk, westers) en Oosten(Byzantium, Constantinopel)! San Marco basiliek= naar het voorbeeld in Constantinopel= lijkt op een moskee maar is christelijk! Venetië had geen geschiedenis van antieke architectuur, in tegenstelling tot andere renaissancesteden. In de late middeleeuwen: massieve baksteenstijl Typisch Venetiaans huis: palazzo (grote loga vanonder) Renaissance in Venetië: In 1452 werd nog een gotisch huis gebouwd > renaissance is later in Venetië 1460 = nieuwe toegangspoort voor het Arsenale (constructiewerf voor militaire schepen) klassieke elementen dringen stilaan door Renaissance in Venetië = gotische traditie + oosterse invloed In 1460 wil ook de hertog van Milaan, Francesco Sforza, een residentie in Venetië: de Canal Grande: modern en uitgebouwd in hun stijl (= import renaissance-architectuur) maar façade op de Venetiaanse manier, andere gevels zijn zoals hij wou: a la moderna. zal nooit uitgevoerd worden. Onder zijn bewind zal Venetië aangevallen worden. Het blijft dus slechts een moment van een nieuwe stijl door de strenge regels van de architectuur aldaar. 92 Venetie & Renaissance

93 10.2 Mauro Codussi San michele in Isola, Venetië, 1468 * Vanaf 1468 * Op een eiland * Reflecteert geest van Alberti en de Renaissance * Maar geheel is een miraculeuze fusie van Byzantijnse structuren en nieuwe structuren 10.3 Pietro en Tullio Lombardo Santa Maria di miracoli, Venetië, 1480 * Een introductie van klassieke orders in de gevel * Kleine schaal * De rondbogen verwijzen naar tradities van Venetië * Verschillende kleuren * Eén zijgevel langs kanaal * De ordening is klassiek, maar de vormgeving en decoratie blijven in traditionele stijl; enorm gedecoreerd in al zijn eenvoud: puur => nieuwe architectuur in de ordening van de gevel, toch oude dingen bewaard. De achterzijde is een oosters, Byzantijnse structuur. Buitenzijde: nieuwe architectuur die inschuift in de stad Binnenzijde: uiterst klassiek, radicale moderniteit => Renaissance is complexer in zijn aanvaarding! Scuola Grande di San Marco, Venetië, 1485 * gebouw voor een vereniging van een bepaalde beroepsgroep (niet per se een school) * Mengeling tussen de renaissance en de Byzantijnse cultuur * De façade is georganiseerd volgens de klassieke orders: kapitelen, pilasters, raamkaders * Dekroning bovenaan is een combinatie van de Venetiaanse stijl en nieuwe allicante decoratie. * Confrontatie tussen de klassieke orden en de Venetiaanse stijl. * Een trompe l oeuil effect beneden maakt het gebouw modern, er wordt geëxperimenteerd met perspectief. Venetie & Renaissance 93

94 Scuola Grande di San Giovanni Evangelista, Venetië, 1490 * Strakheid, erg eenvoudig. * Precieze manier van lichtinval 10.4 Mauro Codussi Revisie van de mythen en representatie van de lagunestad: Op dat moment is Venetië voorbeeld voor Italië: Intellectuele vrijheid, moderne politieke en economische structuur, grote zeemacht, welvarend, bloeiende handel... Het probleem was hoe de nieuwe principes te verenigen met de tradities. De manier waarop men met dit probleem omging verschilde in de delen van de stad, elk met eigen ambities. Zone rond de San Marco: het dogenpaleis, de stadsadministratie Zone van de handelaars: de Rialdobrug Zone rond het Arsinale: militaire macht. 1499: Di bene instituta republica, Monozonni. In dit boek voorzag hijvolgende oplossing: Schoonheid van de stad is een politiek instrument. De schoonheid van gebouwen en straten stralen een boodschap uit. alle private woningen uniform volgens de traditie, vandaar dat de palazzo op elkaar lijken: het zorgt voor neutraliteit waartegen de andere gebouwen afsteken. de publieke instellingen moeten een grote magnificenza tonen Palazzo Loredan, Venetië, 1505 * Mauro Codussi brengt met de nieuwe gevel van zijn Palazzo Loredan ( ) een verandering in de situatie: Voor het eerste zien we drie gesuperponeerde orders, de regels van de klassieken zijn volledig ingevoerd. * De gevel is gebouwd in natuursteen: niet bescheiden * Veel discussie: hij moest in de gevel een tekst inbouwen om zich voor zijn hoogmoed te excuseren. *Gebouwd voor een Toscaanse banker 94 Venetie & Renaissance

95 San Salvador, Venetië, 1510 * Eén van de grootste kerken van Venetië * Het volume torent uit boven de smalle straten. Chiesa di San Martino * De restauratie van de Chiesa di San Martino door Tullio Lombardo ( ), één van de zonen van Pietro Lombardo. Op het moment van die restauratie vindt eveneens de restauratie plaats van de San Pietro door Bramante. * Binnenin: typische renaissancestructuur: evenwaardige structuur, eenvoudige patronen beheersen de structuur, hypermodern en radicaal : Corintische, Ionische zuilen + cirkels en vierkanten * Buiten is daar niets van te merken! Naar de stad toe wordt die structuur nauwelijks getoond, hij zit verstopt achter de gevel. Dit is een enorm verschil met het gelijktijdige werk van Bramante. => De renaissance kan niet radicaal getoond worden in de stad. 1509: nederlaag Paus, Frankrijk en RR tegen Venetië(want té machtig) Venetië verliest veel grondgebied > dus beginnen heroveren.!intussen= debatten 1) na brand in het administratiegebouw: reconstructie met architectuur die aansluit bij traditie en een extra verdieping voor appartementen voor buitenlandse handelaars hiernaast: Torre dell Orologio = poort en toren met een klok: binnendringen van nieuwe elementen (het horloge) in de oude traditie. 2) brand op marktplein bij Rialtobrug besluit: radicaal modern maken, de renaissance laten binnendringen. Maar men vindt dat hij de stad niet begrijpt. De handelaars vinden het onaanvaardbaar, voor hen is de binding met de tradities belangrijk. Ze willen continuïteit om hun handelscontacten niet te verliezen. Fra Giocondo = te radicaal modern => project afgekeurd Venetie & Renaissance 95

96 10.5 Jacopo Sansovino Samen met Adrea Gritti, de doge van Venetië, zorgt hij, als stadsarchitect, dat er een nieuwe wind door Venetië waait. Het San Marco plein Aantal nieuwe dingen op San Marco - paar herbergen worden afgebroken - De Munt en de bibliotheek worden gebouwd (triomfalistische architectuur, niets met tradities te maken!) - Nieuwe loggetta rond oude Campanile, met marmer Functie w veranderd Wil tonen dat Venetië het nieuwe Rome is, dus hij gebruikt klassieke architectuur (doortrekt de hele lagune, ook forten enz worden aangepast) Radicale revisie van de stad: het plein dat lange tijd bezet werd door buitenlandse handelaars wordt nu een plein voor de Venetiaanse aristocratie. Impact op privépalazzi: men krijgt mogelijkheid om grootse palazzi te bouwen: breuk in schaal en materiaal (veel grotere constructie, façades van marmer) Maar er blijft nog altijd weerstand (vb: scuola grande di santa maria della misericordia wordt niet afgewerkt, blijft in baksteen omdat een belangrijke groep in Venetië het te decadent vindt) Daniele Barbaro 1556 Hij zal een boek publiceren waarin hij de Venetiaanse weerstand voor het antieke betreurt, hij bekritiseert de tegenwerking tegen het moderne. Hij schrijft ook commentaren bij Vitruvius. Rialtobrug * Palladio wou graag de hoofdarchitect van de Rialto-brug worden. * Hij stelt een monumentale structuur voor, zeer antiquiserend, maar dat ging niet door omdat hij geen kans kreeg tot grote radicalisatie. De brug is te belangrijk voor de handelaars. * Het gekozen ontwerp is simpel en eenvoudig, een nederlaag voor de machthebbers. * Barbaro ging daarna anderen overtuigen voor een groot project in hart van Venetië: San Giorgio Maggiore, Venetië, 1570 * Barbaro ging anderen overtuigen voor een groot project in hart van Venetië: San Giorgio Maggiore. * Twee tempelfronten worden over elkaar heen geschoven * Interieur: even radicale doorsnijding van een kolossale en een kleine orde 96 Venetie & Renaissance

97 Il Redentore, Venetië, 1576 * Palladio had goede contacten met enkele religieuze orders die buiten de macht van Venetië vielen waardoor hij toch zijn radicalisatie kon verderzetten. * Versterken beeld van Venetië. De San Giorgio Maggiore, Il Redentore en Le Zitelle zijn drie strategische ingrepen gedaan door Palladio en Gritti die het hele beeld van Venetië veranderd hebben. BESLUIT Venetië heeft vele talen opgenomen maar heeft het moeilijk met de absolute elementen van de klassiek oudheid. Venetië laat zich niet transformeren. Er blijft weerstand tegen radicale verandering maar toch enkele ingrepen zoals de San Giorgio maggiore De voor- en achterkant van Il Redentore tonen de twee kanten, de twee spanningsvelden van Venetië: de voorzijde is renaissance, de achterzijde is één en al Byzantijnse invloed. Venetie & Renaissance 97

98 11 Andrea Palladio Achtergrond Door oorlog: schade aan landbouwstructuur en wegvallen van aantal handelsroutes: ze moesten zelf voorzien in voedselproductie Het platteland was gevaarlijk (rovers..),de steden daarentegen waren gecontroleerd maar wel werkloosheid (= gevaarlijk want iedereen zit dicht op elkaar). => Hinterland moest terug op orde worden gebracht, de landbouwinfrastructuur terug efficiënt krijgen, slecht beeld moest veranderd worden, men moest de aristocratie naar het platteland lokken Met een nieuwe iconografie, die een idyllisch beeld van landschap toonde, probeerde men dit te verwezelijken. Ook stelde de kerk het platteland als deugdzamer dan de stad voor. De eerste aristocraten laten het model van palazzo uit de stad overplaatsen naar het platteland. In deze context kan Palladio zich manifesteren. Andrea Palladio Andrea Palladio is geboren in Vanaf zijn 16de in Venetië Was geen schilder maar steenkapper: kon kleine architectonische dingen maken zoals deurportalen, grafmonumenten. Hij had niet de intellectuele vaardigheden om het tot architect te schoppen. Zeer belangrijk voor hem was Gian Giorgio Trissino ( ), een Italiaanse humanist die tot de kringen van de de Medici en paux Leo X behoorde. Hij trekt met Palladio naar Rome en introduceert hem daar in de literatuur (Palladio kende geen Latijn, kende zelf Vitruvius niet). Een veelgebruikte techniek van hem is twee schalen, twee ordes, twee technieken radicaal laten snijden. Villa Pisani, Veneto, 1545 * Zijn tweede werk in het hinterland * Inbrengen van de klassieke vormentaal. * Zeer Romeins aandoend, duidelijke invloed van de Romeinse Oudheid * Grote loggia * Economische infrastructuur * Het complex is representatief naar de rivier toe, landbouwmachine aan de achterkant (naar de velden toe): representatieve voorgevel, functionele achtergevel. * Dubbelhoge centrale hal door het hele gebouw. Deze opvatting zal duidelijk de kracht worden van Palladio s werk. Hij ontwikkelt een type dat voldoet aan de vraag van representatie (voor de aristocraten), maar ook aan de behoefte van een efficiënte landbouwmachine. 98 Andrea Palladio

99 Villa Emo, Veneto, 1560 * De trap fungeert als grote dorsvloer, het is een werkplek waar graan gedorst wordt maar de trap is ook een monumentale intrede tot de villa. * Opnieuw een loggia vooraan, een monumentale voorzijde, de achterzijde voor de boerderij * Interieur: fresco's die de ideale landbouwwereld afbeelden. Villa Badoer, Veneto, 1560 * Zelfde karakteristieken * Een hoofdelement, de zijgevels herbergen de landbouwinfrastructuur * Absolute eenvoud aan de landbouwzijde, ontdaan van alle tierlantijntjes Palladio en zijn tijdgenoten Lijkt wel op tijdgenoten qua stijl, ze gebruiken allemaal de klassieke ordes, een compromis tussen de regels van Vitruvius en de praktijk van de gebouwde Romeinse gebuwen, maar hij is de eerste die volgens een vast schema werkt. Vanaf eind jaren 1540 maakt hij gebruik van standaardsysteem, zijn werk toont een ontwerpsysteemn een soort gecontroleerd vocabularium van motieven, elementen. = het schema en de structuur zijn bijna altijd hetzelfde, mits kleine verschillen = hij denkt architectuur als geprefabriceerde elementen: neemt deze houding uit zijn ervaring als steenkapper (met standaardmaten voor ramen,..). Bovendien bestudeerde Tricino literaire theorie en hij zag een realtie tussen grammatica in de taal en structuren in architectuur Zijn voorgangers waren veel minder systematisch, alle regels werden opnieuw ontwikkeld bij elke opdracht. Bovendien waren zijn gebouwen ook stukken goedkoper dan zijn tijdgenoten. Villa Poiana, Veneto, 1560 * Sterke structuur zonder al teveel middelen (geen zuilen), bescheiden, erg krachtig, erg uitgepuurd, een bijna naakte gevel, telkens dezelfde elementen. * Erg krachtig geometrie maar geometrie is ook het enige dat er is. * Het tempel is sterk vereenvoudigd. * Centrale hal verduidelijkt door ramen. * Bijzonder beperkte schaal. * Villa ligt hoger: overziet alle velden Andrea Palladio 99

100 Villa Saraceno * Zeer uitgepuurd Palladio doet dit meer en meer * Palladio biedt aan Barbaro en vrienden de kans om rationele architectuur (dit is een revolutie in architectuur) te realiseren: gestructureerd * Barbaro schuift P naar voor als stadsarchitect Villa Barbaro, Veneto, 1560 * Zeer uitgepuurd: Palladio doet dit meer en meer * Luxeuze aanblik, toch efficiënt ingericht * Kerk op grondgebied, gebaseerd op het Pantheon => klassieke architectuur evenaren * Het entablement wordt abrupt doorbroken, zuilen komen niet los van de muur * In het interieur rijkere decoratie, die de nogal sobere architectuur moet aanvullen. * Aan de buitenkant worden klassieke elementen gecombineerd met moderne (horloge). Villa Malcontenta, Veneto, 1560 * Ligt zeer dicht bij Venetië. * Representatieve, monumentale gevel gelegen aan de rivier * Achterzijde met hal kijkt uit op het landbouwgebied achteraan * Achterzijde: duidelijk zichtbaar: centrale dubbelhoge hal, errond kleinere ruimtes. * De trappen worden uitgepuurd, geen monumentale leuningen. 100 Andrea Palladio

101 Villa Rotonda, Vincenza, 1570 * Wijkt als functie af: residentie voor hooggeplaatste persoon in plaats van een landbouwbedrijf * Mathematische abstractie, compleet symmetrisch, geen landbouwelementen maar enkel pure representatie naar de vier richtingen. * Hal is dubbelhoog, voor feesten * Ook een balkon voor muzikanten * De enige villa met een koepelstructuur: atypisch voor de villabouw maar radicaal * Villa gelegen op top van heuvel, kijkt uit op alle windrichtingen * Elke gevel heeft centraal een tempelfront * De Capra-broers zullen uiteindelijk het gebouw afwerken want Palladio stierf 4 jaar na de start van de bouw. * Een aantal kleine afwijkinge van de perfecte symmetrie om het grondplan toch een beetje bruikbaar te maken. Intussen is Palladio ook betrokken bij stedelijke projecten: Palazzo Chiericati, Vincenza, 1560 Moeilijke structuur in gronplan want het was op een erg smal perceel. Om op de eerste verdieping toch iets van uitstraling te geven: publieke galerij op het plein waardoor een dubbeldiepe balzaal mogelijk is. Palazzo Porto, Vincenza, 1570 Het moest een gigantische structuur worden. Slechts twee traveëen werden afgewerkt maar toch al duidelijk kolossaal. Andrea Palladio 101

102 Basilica Palladiana (Palazzo della Ragione), Vincenza, 1550 * De zetel van de magistratuur, het was een bakstenen structuur. Palladio mag dit uitbreiden. * Palladio transformeert het in een antieke basiliek door er een scherm rond te plaatsen. * Dorische en Ionische orde en ook twee ordes: één op schaal van het gebouw en één op de schaal van de mens. => ongelooflijk effect op de lichtinval. Teatro Olimpico * Palladio bouwt dit theater voor een groep verlichte humanisten. * Hij bouwt het als een klassiek theater in open lucht, een geschilderde hemel op het plafond moest een open lucht voorstellen zoals destijds de theaters waren * Een hele fictieve stad stond als decor, het moest een ideale stad voorstellen I Quattro Libri dell'architettura 1570 = de vier boeken over architectuur = architecturaal testament 1ste boek: over klassieke ordes 4de: over restauratie Romeinse tempels 2de-3de: publicatie van al zijn werk: erg efficiënt en prachtig geïllustreerd en hij is de eerste die dit doet Palladio toont dus zijn eigen architectuur. Ook grote vernieuwingen op vlak van communicatie: = maatvoeringen op plannen zelf, alle plannen op zelfde schaal (vergelijk met zijn systematische aanpak) Ongelooflijk succes, verspreid over heel Europa Hierdoor had Palladio een erg grote invloed in Europa en Noord-Amerika, zelfs eeuwen na zijn dood (bvb. Jefferson). Na Palladio: Palladiaanse en neo-palladiaanse architectuur 102 Andrea Palladio

103 12 Michelangelo Buonarotti 12.1 Michelangelo ( ) Hij heeft lang geleefd. => In zijn werk kunnen we zien wat er veranderde in de kunst: de evolutie van hoogrenaissance naar het begin van de barok. Beweerde altijd dat hij geen architect was maar een schilder en vooral een beeldhouwer. Zijn oevre is opgespannen tussen twee werken: 1497: Piëta (moeder Maria beweent dode Jezus) Michelangelo was slechts 21 jaar Driehoekige structuur, compositie in perfecte driehoek: houdt alles stevig samen Geen reëele uitbeelding (Maria is 50 jaar) maar een schoonheidsideaal HEROISCH 1564: Piëta Rondanini Identiek thema Geen ideaal meer, maar een onmenselijk lijk Weg met al die idealen van perfecte vorm, ideale schoonheid: troosteloos lijden TRAGIEK => Michelangelo zal nieuwe categorieën voorbij de idealen en het evenwicht van de renaissance introduceren! David Vroeg werk, circa Heleens geïnspireerd, ideale schoonheid Toont kracht van de actie in rust (David en Goliath) Ideaal van mannelijke schoonheid Zeer gedetailleerd (spieren aders), anatomische kennis Overmoedig, enorm groot (4m) Mozes 10 jaar later dan David: 1515 Is onderdeel van het sculpturaal project voor de graftombe van Julius II Tegelijk waakzaam en denkend, het gaat niet meer op de schoonheid. Neo-platonisch concept van het lichaam = het lichaam als aardse gevanenis van onze ziel Beeldhouwen is een lichaam bevrijden uit een blok materiaal. Michelangelo Buonarotti 103

104 12.2 Architecturaal werk Graftombe ± Julius II sterft pas in 1507! Bramante krijgt veel aandacht + geld van pauzen voor stpietrobasiliek => Het wordt slechts in verkleinde vorm uitgevoerd wegens te weinig interesse, geld en aandacht in Rome. Een teleurgestelde Michelangelo keert daarna terug naar Firenze. Sixtijnse kapel, Rome, 1508 * Michelangelo keert terug naar Rome * 300 m² fresco's = titanenwerk * Michelangelo beeldhouwt veel liever dus werkt snel in de kapel, Hij spreekt in brieven over het project, en over hoe fysiek bijzonder zwaar het is. * Het is een grandioos architecturaal project met slechts de middelen van de schilderkunst a fresco, niet 3D: een architecturaal kader waarin de schilderkunst zit. * Vier kroonlijsten met figuren van naakte jonge mannen: zeer gemanieerde houdingen, vrij gezochte poses, spel met de benen. Het is een hulde aan het pontificaat. * Sibillen: vrouwen met profetische gave, oorspronkelijk vrouwen uit de antieke Romeinse cultuur maar dan ovegenomen door de kerk: verkondigers van de komst van de verlossers. Oorspronkelijk heidens: grote vrijheid. * Centraal deel: de negen eigenlijke taferelen: bijbelse taferelen: menselijkheid verstrikt in dwalingen (dronkenschap, Noa, Adam en Eva in de tuin van Eden...). Het thema was opgelegd door adviseurs van de paus want op dat moment werd het statuut van de paus in vraag gesteld (10j later= Luther) Moment van instabiliteit: drukt zich uit in de keuze van de taferelen. Julius II komt te overlijden, wordt opgevolgd door Leo X, die Michelangelo naar Firenze stuurt om daaro voor de Medici te werken ( ).ca 1513). Santangielo, Rome, In opdracht voor medicipaus Leo X Daarna zend de paus hem naar Firenze (thuisstad medici) San Lorenzo, Firenze, 1520 De gevel van de San Lorenzo (gebouwd door Brunelleschi) werd nooit afgewerkt. Michelangelo krijgt de opdracht voor de gevel. Michelangelo gaat heel ver in zijn ontwerp van de gevel, bvb een houten maquette en er bestaan zelf tekeningen van de groeves. Hij maakt zelf verre reizen om zijn blokken te kiezen. Maar zijn ontwerp wordt nooit uitgevoerd. 104 Michelangelo Buonarotti

105 Sagristia Nuova (capella medicea), Firenze, 1525 * Naast de San Lorenzo * Dit project werd wel voltooid * Bewuste verstoringen in de sfeer van het maniërisme. * Vitruvius zoals hij gedicteerd werd door Alberti, maar Michelangelo voegt er afwijkingen aantoe. Hij speelt met de goede regels van de architectuur en dat nog wel in de stad waar die regels zijn opgesteld! * De bezoeker herkent en apprecieert de afwijkingen. Vb.: Hoek met valse deuren en nissen: in plaats van een deur en een nis beide in één beweging. De nis loopt door in fronton, plooit zich er op open. Pilaster steunt fronton: kapiteel ontbreekt Normaal grote ordes met stuk muur met daarin raam, : hier bijna geen muur over De sculptuur wordt maximaal ingezet. * In het centrum: tombe van Lorenzo (peinzend, staat voor reflectie): Aan zijn voeten: Aurora en de Deemstering (tragiek en geluk): een oude man die terugkijkt op zijn leven (het einde van de dag) en een jonge vrouw (ochtendgloren). Giuliano (lijkt niet echt op Giuliano, met kordate blik van een soldaat) (staat voor het actieve leven): aan zijn voeten de vrouwelijke nacht (uil) en de mannelijke dag. Masker: in het midden van het toppunt van schoonheid en perfectie plaatst Michelangelo een lelijk masker (ook in friezen). Michelangelo stelt hen mooier voor om morele waarde van de Minetische kunst te tonen. Biblioteca Medicea Laurenziana, Firenze, 1525 * Nieuwe bibliotheek in een klooster. * De hoge vestibule contrasteert met de achterliggende lange zaal, oorspronkelijk was er nog een derde (driehoekige ruimte gepland. * Vestibule: binnenruimte, maar gevel lijkt van de buitenkant de zuilen liggen achter het gevelvlak en steunen niet op de consoles, maar lijken ervoor te hangen. De consoles lijken enkele decoratief gebruikt te zijn. De vestibule lijkt binnenstebuiten gekeerd. De wand bevindt zich voor nissen van zuil (normaal muur achter zuil) De zijwanden: dubbelzuilen in nissen. De zijwanden bevatten pilasters. Wat op het kapiteel lijkt, is eigenlijk een stuk afgesneden entablement. => manieristisch, veel afwijkingen. Trap: oorspronkelijk hout (plan van Michelangelo), uitgevoerd in steen: hier wordt alleen de architectuur ingezet, sculpturelen ontbreken, slechts één autonome discipline. Michelangelo Buonarotti 105

106 Fortificaties Firenze Vreemdsoortige verdedigingssystemen Soort van formele agressiviteit. Ook verdriet. Laatste Oordeel 1536, sixtijnse kapel * In 1534 keert Michelangelo terug naar Rome, hij wordt daar door de nieuwe paus ingezet voor * het Laatste Oordeel (de wand achter het altaar van de Sixtijnse kapel). Het onderwerp is niet maar zo toevallig: protestantse dreiging in Europa, corruptie en blunders in Rome: het brengt een boodschap in het hart van het Vaticaan. * In tegenstelling tot het plafond zijn er geen architecturale of sculpturele beelden: enkel schilderkunst. * Een kolkende beweging rond centrale figuur (vertoornde God): wereld is chaos geworden, rond hem een 100-tal figuren die uitverkoren zijn om naar de hemel te gaan. * Gigantisch kluwen, geen ordes meer, geen compositie, de val van de orde, chaos, apocaliptisch. * Schuldbesef * Mensen op wolken:mensen die naar beneden worden geduwd, verdoemenis * In het centrum: Bartholomeus (werd gevild: was martelaar), met in zijn handen en scalpel en zijn huid: aan de voeten van god meest gruwelijke scène! (= het verste een architect kan gaan). => De renaissance-wereld van helderheid, humanisme, rust is achtergelaten voor chaos! 40: Michelangelo neemt deel aan architectuur in Rome: Palazzo Farnese, Rome, 1550 * Michelangelo werkt het af. * Hij voegt een bouwwerk toe met centraal raam, hoge kaders, classicisme, de complexiteit van de structuur stijgt met de hoogte. Hij verstoort eveneens het regelmatig ritme van Sangallo door centraal een andere vorm van raam te steken. * Ook op de binnenkoer verstoort hij de rust van het vroegere renaissanceproject. San Pietro (Sint-Pietersbasiliek), Rome, 1560 * Michelangelo erft taak nadat de werf stilgevallen was door de dood van Raphaëllo. * Michelangelo wordt op 72-jarige leeftijd hoofdarchitect, de paus begreep de ideologische draagwijdt van Michelangelo s projecten (hij was tegen ketters!). * Michelangelo mocht grote wijzingen uitvoeren bij de Sint-Pieters, hij kreeg de vrijheid om af te breken. * Het plan van Bramante wordt ingepakt door een wand met veel uitstulpingen, die volt zit met vreemde sculpturale werken. * Achter de wand is het werk van zijn voorgangers nog zichtbaar. * De koepel wordt na zijn dood licht gewijzigd uitgevoerd. 106 Michelangelo Buonarotti

107 Campidoglio, Rome, 1540 * Michelangelo wordt ook gevraagd om de Campidoglio aan te leggen: het centrum van het bestuurlijk systeem. * Hij creëert spanning door het schuin plaatsen van de volume s en door de combinatie van grote orde s met kleine orde s. In laatste 4 jaar van zijn leven werkt hij aan 2 projecten (meest omstreden): Porta Pia, Rome, 1560 * Poort aan eind van lange straat, schakel in programma stedelijke renovatie * In veel van de decoratieve elementen staat de leegte centraal * Steeds groter wordende abstractie, Michelangelo trekt zich terug uit de wereld van de vorm en de decoratie: erg afwijkend decoratief schema. * De Porte Pia is het eindpunt van een zeer lange as * De poort staat binnen en kijkt naar binnen * Geen enkel militair belang, enkel decorstuk * De bovenbouw is te licht en zal neerstorten, er komt wel een reconstructie, maar geen tekening van Michelangelo * Zin voor abstractie, verstoring van de goede orden Santa Maria degli Angeli, Rome, 1560 * Restauratie van de oude thermen * In de laat 18de, vroeg 19de eeuw werd er decoratie toegevoegd. * Michelangelo is nauwelijks tussengekomen in de structuur van de thermen * Rome is teruggetrokken, Rome schermt zich af: Michelangelo trekt zich terug, houdt zich op de achtergrond. Een eenvoudige geste volstaat = Michelangelo's reactie op de ondergang van de renaissance Michelangelo had de schilderkunst en de sculptuur al verlaten en verlaat nu ook de architectuur. => Het sluit het oevre van Michelangelo af. Michelangelo Buonarotti 107

108 13 De 17de eeuw in Rome en de verspreiding van de Barok In de loop van de tijd ontdekken veel heersers het effect van de dramatische barok; zo wordt de stijl benut door het Vaticaan en ingeschakeld in de contrareformatie (strijd tegen protestantisme). Door veel pracht en praal te gebruiken in de bouwstijl van de kerken proberen de katholieken mensen te imponeren en zo terug te krijgen (vb: akoestiek: boodschap moet luid en duidelijk hoorbaar zijn). De Jezuïeten (Societas Jesu) in 1534 gesticht door de H. Ignatius van Loyola, zijn de voornaamste dragers van de katholieke restauratie; hun voornaamste middel is de vorming van een katholieke elite door de oprichting van hun colleges met de humaniorastudies. Kunsten vanaf nu onderworpen aan doelstelling rooms katholieke kerk Vb: In de renaissance was het ideale een centraal grondplan maar nu moet het aan een aantal verplichtingen voldoen, het moet een efficiënt grondplan zijn: er moeten veel mensen binnen kunnen, de akoestiek moet oké zijn. Het grondplan wordt een Latijns kruis Het begin van de barok Sixtus V en Fontana Barok begint met pontificaat van Sixtus van (5j paus): verandert gelaat van Rome drastisch Rome was nog resultaat van middeleeuwse stad met veranderingen van renaissance = nog geen orde = 1580 nog veel braakland want geen water op heuvels Sixtus III verandert dit: groot project: 1) Hij zal nieuwe assen trekken: verbinden de zeven hoofdkerken (monumentale routes, pelgrimstochten) en Sixtus plaatst telkens op het einde van de assen een facade, obelisk vb piazza del populo Stimuleert dat langs deze assen palazzi gebouwd worden. 2) Sixtus moet dus terug water naar de heuvels brengen Fonteinen: soort gebouwen, niet op midden van plein (vb. Aqua Felice) Transport van obelisk naar wat later Sint-Pietersplein wordt (door Fontana) om het plein daar te organiseren: heel moeilijk, met enorme ondersteuningen: => Eén van de grootste ingenieursondernemingen tot dan Sixtus moest al de positie bepalen, terwijl pas later alles errond wordt gebouwd: Sixtus moest ver vooruitkijken om de verdere evoluties in te kunnen schatten. Piazza del Populo Sixtus plaatste er drie assen en een obelisk Zo werd Rome toegankelijk langs de belangrijkste poort Later kwamen er nog toevoegingen, maar allemaal volgens het plan van Sixtus. De wereld van de barok is een complexe wereld: wetenschap en techniek is slechts een klein aspect. Vroege barok tot De 17de eeuw in Rome en de verspreiding van de Barok

109 Hoogbarok (3 barokarchitecten van Rome sterven) Sixtus projecten waren soms ook economisch-sociaal, zo had hij een plan om het Colosseum om te bouwen tot spinnerij, maar door zijn dood is dit niet doorgegaan... Alexander VII De nieuwe paus Alexander VII werkt verder aan Sixtus project en werkt het Sint-Pietersplein af rond de obelisk. Bernini s ovale collonade werd gebouwd. De dorische zuilen van Bernini dragen niets, puur architecturale betekenis, ze staan symbool voor de stabiliteit van het geloof (net omdat het geloof niet meer stabiel was..., een retorische constructie). Alexander monumentaliseert en theatraliseert de omgeving verder door twee symmetrische kerken toe te voegen, ze vormen samen een theatraal schouwspel => technieken theater overgebracht op stedenbouw => theatro del San Pietro! Veel veranderingen binnen kunst: 1) Kruisafname Jezus Bronsino= Midden 16de eeuw Maniërisme Helder Moment na actie(rust) Elegantie Rubens= begin 17de eeuw barok donker moment van actie dood lichaam, zwaar, zakt uit Apostelen leveren veel arbeid Dramatisch 2) Plafondfresco s Plafond van het Palazzo Farnese (rond 1600): kaderwerken waartussen individuele schilderijen met taferelen worden geplaatst. Heel veel beweging maar in een sculpturaal en architecturaal kader. Palazzo Barberino: het plafond is geschilderd door Cortona in opdracht van Urbanus VIII in het pauselijk paleis (30 jaar later). Het is één grote ruimte: figuren komen uit het kader en gaan over in de architectuur.de figuren staan als het ware in de eigen ruimte. Sint Agatiuskerk (1680): Het plafond bestaat uit valse perspectieven: invasie van alle figuren. De fresco zet de ruimte van de kerk verder, de figuren lijken zich nog meer in dezelfde ruimte als de touschouwer te bevinden. => Personages dringen binnen in de ruimte van de toeschouwers! Belangrijk: de keuze van het moment van de afbeelding en de emotie errond. De schilderijen van Rembrant tonen directe emotie, expressie: betrekken van de toeschrouwer in het schrikken en de emoties getuige van het moment, dramatisch, theatrale belichting Judith, moment van de actie, werk van een vrouw, verkrachtingszaak Einde barok: absoluut theatrale architectuur De 17de eeuw in Rome en de verspreiding van de Barok 109

110 13.2 Gian Lorenzo Bernini Jonge kunstenaar, geen opleiding als architect, wel als schilder en beeldhouwer. Onder het bewind van Urbanus XII ( ), Bernini krijgt veel kansen, brengt veel vernieuwingen. Ontvoering van Prosperina (1620) * Bernini gaat een stap verder, prachtige details => hand grijpt in huid van vrouw (marmer!) * Hij brengt beelden tot leven * Moment van actie David (1623) * =Barok: In volle actie, blik van concentratie, emoties in het gelaat. * <-> David van Michelangelo: hoogrenaissance = moment voor actie, rust; schoonheidsideaal in het gelaat. Longinus * In de Sint-Pietersbasiliek * Het beeld lijkt uit de nis te komen * Overdreven drapering, versiering, beweging = middel om de getormenteerdheid die in de figuur zit, weer te geven, het verlelt over de ervaringen. Portret (buste) van kardinaal Bordese * Typische concentratie op details, geen perfecte kleding maar je ziet bijvoorbeeld wel de spanning van de stof. De knopjes zoals ze echt ware (dus niet perfect). * Het hoofd is gedraaid alsof het lijkt dat hij even beweegt: dynamiek, kleine bewegingen! * De mond lichtjes geopend, blik afwijkend. Buste minnares van Bernini * Als je errond loopt beweegt het beeld precies mee. * Natuurlijk (onopgemaakt, open bloes...) => Grote emoties Bernini bereikt wat hij wil, met een minimum aan middelen: barok niet altijd overdreven theotraal en overladen. Baldacinno in Sint-Pietersbasiliek * Voor boven het graf van Petrus * Zijn eerste grote architectuuropdracht * In opdracht van paus Urbanus VIII * De compositie; hij heeft alle kunsten samen ingezet. 110 De 17de eeuw in Rome en de verspreiding van de Barok

111 Extase van Theresa * Ongeschoeid * Ook grote emoties (zie je ook in kledij ), theatraal. * + nissen met toeschouwers (=opdrachtgevers): zitten in onze ruimte Sant Andrea al Quirinale, Rome, 1660 * Kerk in opdracht voor Jezuïetencollege * Er is wenig plaats, ellipsvorming plan. Hoofdas op de korte as. * Realiseert het bel composto (= het laten vervagen van de grenzen tussen de decoratie en de architectuur). * De schilder- en beeldhouwkunst wordt samen met de architectuur ingezet. * Altaar: bruine marme (aardse), plafond: bladgoud (hemelse) * Andreas hangt aan kruis: zijn martelaarschap wordt afgebeeld op schilderij. Montage van twee momenten: het martelaarschap en het op weg zijn naar de hemel: Andreas wordt door een lichtbron boven uit het schilderij geprojecteerd door muur naar het beeldhouwwerk bovenaan van Andreas Francesco Borromini Hij komt uit metselaarstraditie Borromini maakt veel complexere architectuur dan die van Bernini, maar goedkoop want gewone witte muren. Hij is erg verschillend in vergelijking met Bernini (qua karakter en architectuur): Bernini is eigenlijk een beeldhouwer, eenvoudige architectuur, zijn sterktepunt is de combinatie met de schilder-en beeldhouwkunst. San Giovanni in Laterano, Rome * Restauratie van een oude basiliek (4de eeuw) die op instorten stond. * Borromine pakte de oude zuilen in met nieuwe structuren * Hij brengt zonlicht binnen via verborgen ramen * Eenvoudig qua middelen, ritmiek De 17de eeuw in Rome en de verspreiding van de Barok 111

112 Sant Ivo Alla Sapienza, Rome, 1660 * Borromini moest kerk bouwen tussen een al gebouwde structuur, erg kleine ruimte * De kerk is heel complex, krachtige impact, structuur binnen anders dan buiten,.. * Enorme beweeglijkheid: zie in- en uitstulpingen: deze structuur wordt ook in de koepel doorgetrokken, wat technisch zeer moeilijk is * Binnenin: twee driehoeken met cirkels erin maar de driehoeken zijn amper zichtbaar: een combinatie van convexe en concave vormen met stukken driehoek. * Traditioneel wordt de kleinste koepel gezet maar Borromini bouwt de koepl op het volledige bouwplan: technisch erg moeilijk maar wel erg beweeglijk en vormelijk. * Complex maar goedkoop Guarino Guarini Mathematicus Schreef tractaat Bedenkt nieuwe, waanzinnige, geometrische structuur Koepel van de Capella della Santissima Sindone * Oprichten van een decor dat moetst vervoeren, dat de kracht van de wiskunde moest uitstralen. * Het binnenbrangen van licht is erg belangrijk. * Volledig opgericht in zwarte marmer. * Nieuwe geometrische structuren. * De openingen voor het licht zijn niet zichtbaar * De structuur van de koepel loopt door in de structuur van het gebouw. 112 De 17de eeuw in Rome en de verspreiding van de Barok

113 14 wetenschappers en architectuur, of l art de bastir De situatie in Europa: Italië: een verzameling van staten Frankrijk: een gecentraliseerde staat Europa: verschillende heersers verschillende expressies in architectuur (zelfs bijvoorbeeld in Italië alleen al) De 17de eeuw was een eeuw vol oorlogen, slechts vier jaar was er vrede; maar in diezelfde eeuw verspreidt de barok zich zelf tot in gebieden waar de renaissance nooit was doorgedrongen, vooral dankzij het feit dat in de 200 jaar tussen de start van de renaissance en de start van de barok, de communicaties en interacties binnen Europa sterk verbeterd waren Frankrijk Franse architectuur * 1 gecentraliseerde staat * =staatsarchitectuur * er zijn regels (door Colbert) Italiaanse architectuur * verzameling van staten * schiereilanden met allemaal heersers * dus expressies in architectuur Henri IV ( ) Beaumont-koning vanwie architectuur en oorlog zijn tweelingobsessies waren. Volgens hem had een monarch in de 17de eeuw een dubbele verplichting: oorlogen winnen grandioos (uit)bouwen De koning van Zweden, Gustav Adolf (leider van de protestanten) was zijn voorbeeld: transformeerde Stockholm naar een soort twee Rome en Zweden was een belangrijke militaire macht. wetenschappers en architectuur, of l art de bastir 113

114 Louis XIV ( ) jonge, ambitieuze koning voert bevel over soldaten (1/4 van de mannen!) gecentraliseerde staat (verschillend van Italië dat pas één natie was vanaf 1860, daardoor bestonden er provinciale varianten van de barok) zijn paleis, het paleis van Versailles, was het centrum van Frankrijk Absolute monarch, ontleent rechtmatigheid rechtstreeks aan god Er vond een hele transformatie plaats in Frankrijk, zelfs stedelijke ingrepen in Parijs die de stad reorganiseren. Het paleis van Versailles werd het centrum van een gereorganiseerd territorium. Hij wou het land reorganiseren op drastische wijze (niet enkel architecturaal, ook administratief), en dit kon enkel door uniformiteit eenheid uitdrukken (vandaar ook het verschil met Italië): geen plastische modellering zoals in Italië (minder variaties) Frankrijk sowieso minder barok, meer klassiek Er waren regels die geldden voor het hele Franse rijk Frankrijk: staatsarchitectuur l Académie Royale Architecture Eerste minister Jean-Baptiste Colbert ( ): Hij neemt het initiatief om l Académie Royale Architecture (1671) op te richten, het kroonstuk op de reeks van verschillende academieën die al waren opgericht: alles organiseren in één orgaan: alle artistieke en wetenschappelijke kunsten worden onder 1 centraal gezag geplaatst => controle op de regels, staatsinstrument een elite van academiciens opleiden 1ste directeur: François Blondel: wiskundige, ingenieur had veel veldslagen gewonnen vele reizen ondernomen ex-ambassadeur gaf zelf ook lezingen/lessen Het doel van de académie was de om de basisregels van het ontwerpen vast te leggen en de principes verspreiden d.m.v. publieke lezingen (theoretisch en technisch). 114 wetenschappers en architectuur, of l art de bastir

115 De oostvleugel van het Louvre Vanaf 1657: belangrijk project: de oostelijke uitbouw van het Louvre, de residentie van de koning in Parijs. De eerste architect van de koning, Louis Le Vau stelt een ontwerp voor, maar Colbert is niet te vinden voor dit project: hij vindt dat het niet aangepast is aan de moderne ambities van de staat en hij vraagt andere voorstellen aan bij Franse en Italiaanse architecten. (wedstrijd) Bernini maakt een ontwerp in 1664: er wordt een medaille geslagen met de oostgevel van het project. Komt ook naar Parijs. Gevel: geïnspireerd op Borromini, heel beweeglijk. Bij de start van de funderingen wordt de werf echter stilgelegd. Er is ongenoegen bij de Fransen. De Franse staatsadministratie wil zélf voor de bouw van zo n monumentaal en cruciaal project instaan! Frankrijk wil niet meer afhankelijk zijn van de Italiaanse architectuur. In 1667 komt Le Petit Conseil samen, een groep bestaande uit Louis Le vau, Charles Le Brun (de eerste schilder van de koning) en Claude Perrault. Die laatste was architecturaal onervaren, maar was medicus (=> anatomisch onderzoek,) en kon goed Latijn en Grieks (=> kon boeken van Vitrivius vertalen en verbeteren). Deze groep zal het uiteindelijk uitgevoerde ontwerp voor de oostervleugel van het Louvre ontwerpen. Totaal anders dan Bernini, heel veel licht binnen, fragiele constructie> nieuwe technieken om te zorgen dat het niet instort Revoluties in praktijk vallen samen met revolutie in theorie (ontwerp Louvre+vert. Vitrivius) Conflict want Perrault is modern <-> klassieke architecten Perrault verdedigde zijn ontwerp voor het Louvre als volgt: We zijn misschien wel niet helemaal antiek, misschien wel gotisch (omwille van die zeer fijne kolommen die toch al het gewicht dragen vond hij het beter dan de antieken, vandaar gotiek!), maar we houden van openheid, lucht en daglicht. Gotisch: efficiëntie van het structurele systeem, het overbrengen van zware massa s. Naast het ontwerp voor de oostvleugel van het Louvre, vertaalt en verbetert Perrault ook de Vitrivius: Dix livres d'architecture de Vitruve. => revolutie in de wetenschappen valt samen met revolutie n de architectuur. Bij de zuilen stelt Perrault de regels van Blondel in vraag: wetenschappers en architectuur, of l art de bastir 115

116 Architectuurdebat Aan de ene kant de anciens met o.a. Blondel en andere academisten, de klassieken. Tegenover hen staan Perrault en zijn volgelingen, de modernen. Blondel schreef Cours d'architecture. Een jaar voor de tweede editie van zijn vertaling van Vitruvius (1683) brengt Perrault een bundel uit over de verhoudingen van de zuilen. Hij vond dat, omdat Frankrijk een dergelijk uniform systeem had, er nood was aan een eenduidig proportiesysteem. In 1674 liet Colbert in Rome de zuilen en de belangrijkste Romeinse monumenten exact opmeten, maar door het opmeten bereikt men zijn doel niet (allemaal verschillende afmetingen); men heeft de wetenschappelijke achtergrond van Perrault nodig. Reactie van de twee partijen: Blondel vindt het maar niets en wil er zich niets van aantrekken. Hij geloogt in absolute schoonheid. Perrault is geïntrigeerd, hij heeft het over twee soorten schoonheid, nl. een positieve en een arbitraire. De precieze proportie werd niet gegeven door god, maar is een puur product van de fantasie, een gevolg van de consensus onder architecten, modes, evoluties...: een zware aanval op het jarenlange gebruikte systeem! => afstappen van Platoonse ideëen (die typisch zijn voor de renaissance). Voor Perrault is er geen verschilover het denken over structuren uit de klassieke oudeheid en uit de gotiek (vb. de ruimtelijke werking en de lichtinval volgens de gotiek maar het gebouw optrekken volgens de klassieke ordes). Staatsarchitectuur: de kennis van de klassieke ordees verenigen met de verticale werking van de gotiek. Académie des sciences: l'observatoire, Parijs, 1670 * De trappenhal in dit observatorium getuigt van een ongelooflijk meesterschap in het kappen van stenen, vooral omdat het steeds om moeilijke geometrische vormen gaat. * Versobering van de architectuur en technisch vernuft. * Het observatorium is erg uitgepuurd, wat teruggetrokken en geometrisch sterk. L hopitâl des invalides, Parijs, 1670 * Een gigantisch complex voor gewonde en gepensioneerde soldaten * Naast het gebouw is ook een kerk en een Mausoleum gebouwd * De Franse staat neemt een programma over dat toebehoorde aan de kerk, maakt het ook een teken van macht. * in Engeland zullen we een gelijkaardig complex aantreffen (Greenwich hospital) * Overstijgt het utilitaire maar het is een symbool van macht. 116 wetenschappers en architectuur, of l art de bastir

117 14.2 Engeland Chistopher Wren Grootste architect van zijn tijd in Engeland Ook nauwelijks opleiding architect maar astronomie, anatomie, wiskunde Lijkt dus op Perrault maar bouwt wel veel meer Studiereis naar Parijs en Antwerpen, ontmoet Bernini, ziet wat er in Parijs op vlak van theorie is, neemt na zijn ontmoeting ander standpunt in architectuur in. Greenwich hospital, Greenwich, 1694 * Een gelijkaardig project als dat van in Frankrijk, gebouwd vanaf 1694 * Ook hier is er een duidelijke gotische invloed merkbaar * Bij het ziekenhuis is er ook een observatorium gebouwd, zie de gelijkenis met Perrault! Sheldonian Theater, Oxford, 1665 * Een ceremoniegebouw voor zijn school in Oxford * Het exterieur is afkomstig van platenboeken (Serlio, rond gebouw) * Het interieur is bepaald door zijn wiskundige achtergrond want er zijn enorme overspanningen: ijzeren structuur, geen centrale kolom, trekstaven. 1666: Great Fire of London De grootste brand die Londen heeft gehad en die veel van de historische stad heeft verwoest, zo ook St Pauls Cathedral: Wren grijpt zijn kans om via een nieuw project voor St Pauls een radicalisatie door te voeren. Naast St Pauls zijn er ook nog een 80-tal kerken en ontelbaar veel huizen verwoest. In 1669 zal Wren tot King Civil benoemd worden en zal daarbij aangesteld worden om: de nieuwe St Pauls te ontwerpen en daarbij nog eens 51 andere kerken te ontwerpen (in tijdspanne van 10 jaar) Eind jaren 70 waren er al een 50-tal kerken in opbouw/bouw wat dus wijst op een enorme bureaucratische machine. Wren stond aan het hoofd van the Office of Works. wetenschappers en architectuur, of l art de bastir 117

118 St Paul's Cathedral (links) St Stephen Walbrook (rechts) Het is logisch dat er nood was aan een rationalisering voor die snelle bouw. Er was geen tijd en geen plaats voor moeilijke systemen: rationalisering en een efficiënt systeem was nodig. De bijbel, de mens of andere kosmische verhoudingen konden niet langer dienst doen als maatstaf voor de bouw van kerken. Die stapeling van vormen en stijlen kon alleen maar zonder die oude regels. De architectuur werd vrijgemaakt van die architectuurtaal, het werd niet meer geleid door een absoluut en artificieel systeem! (Nu merk je duidelijk dat die studiereis van Wren naar Antwerpen en het contact met de discussie in Frankrijk dat daarmee gepaard ging nu een grote invloed speelt). Geometrie en mathematica vervangen de natuur... Wren moest op zoek naar nieuw soort methode: een architecturaal systeem als soort controlesysteem op visuele communicatie. Er was dus een systeem maar toch waren de kerken allemaal verschillend. Hij ontwikkelt een taal die niet meer spreekt over absolute schoonheid maar over een schoonheid die telkens opnieuw ontwikkeld wordt. De geometrie zal het arbritraire systeem worden om de kerken te organiseren. Londen wordt een artificieel landschap van vormelijke experimenten. Belang van een architecturaal overdraagbaar systeem: efficiënt voor grootschalig bouwen, verwereldlijking van het denken en doen. Hij had ook een stedelijk plan maar dat werd afgekeurd. Het plan bevatte een orthogonaal grid, lange boulevards, centrale plaatsen Besluit De evolutie binnen het architecturaal denken hing nauw vast met de wil tot efficiëntie van een gecentraliseerde staat: het loslaten van de humanistische taal en nu zijn het technici die uit de wetenschap/administratie komen. Het zal een transformatie worden van een architectonische praktijk in een wereldlijke praktijk/techniek. De architectuur moet de symbolische waarden van vormen loslaten, de betekenissen worden weggelaten, de architectuur is een door de mensen gecreëerde vormentaal. Deze gedachtengang zal verder lopen tot in de 18de eeuw; bijvoorbeeld in het tractaat: l art de bâtir (1706) van Rondelet. Deze prijst uiteindelijk het boek van Perrault als het eerste boek dat direct bruikbaar was door de bouwheren. Zo beweerde Perrault dat een weten dat niet productief is, geen weten is. Een architectuurtraktaat wordt een handleiding (duidelijke, praktische informatie), geen waardengebonden discussie. = grote transformatie/revolutie van het weten. Het zal leiden tot specialisaties, de kennis wordt opgesplitst. Allerlei nieuwe disciplines, zoals wiskunde, biologie, geschiedenis..., ontstand. => radicale omwenteling van wat kennis kan zijn: kennis moet productief zijn, moet onmiddellijk relevant zijn => grote breuk. 118 wetenschappers en architectuur, of l art de bastir

119 15 Giambattista Piranesi Werkt vanaf 1740 in Rome Veelzijdige opleiding in Venetië (etser, architect,..) Fascinatie voor verval 15.1 Piranesi als kunstenaar 1ste werk: Prima parte di Architettura e Prospettive gravures van Romeinse architectuur gezien vanuit Venetiaans standpunt (meestal letterlijk een gondel) op 12 stenen platen. Ook zal hij fictieve/hypothetische reconstructies maken van grandioze bouwwerken. Carceri d invenzione * Verschillende etsen van kerkers. * Gefantaseerde, ondergrondse ruimtes * Hele wereld lijkt getransformeerd in deze ruimtes, waar de mensen een zielig, onmogelijk bestaan leiden. * (later aan verdergewerkt, 1760, begin van Verlichting te bespeuren, grote structuren toegevoegd, omvat duistere en bizarre ruimtes, de werels is één grote gevangenis) Vedute di Roma In de lente van 1747 keert hij terug naar Rome wegens financiële redenen. Daar wordt hij de agent van een drukker en kan zo een winkel beginnen met zijn gravures. Studenten van Franse en Britse vestigingen van de academie leren zo zijn werk kennen. => grote invloed op de Fransen. Vedute di Roma = stadsgezichten, vb: corso in Rome (paleis met Franse academie) Gravures waarin hij zowel het antieke Rome als projecten van het barokke Rome afbeeldt, gerealiseerd onder paus Alexander VII. Daarna evolueert zijn werk in fantasie-gravures waarin hij zijn architecturale ontwerpcapaciteiten tentoonstelt. Hij ontwikkelt ook een archeologische interesse; archeologie was toen een relatief nieuwe wetenschap. Opere varie Vanaf 1750 publiceerde de drukker Giovanni Bouchard de etsen van Piranesi in Opere varie di Architettura Prospettive Grotteschi Antichita sul Gusto degli antichi Romani. Dit werk bevatte een herziene editie van de Varie vedute di Roma (eerste deel, 34 etsen) aangevuld met geëtste fantasieën van antieke overblijfselen, de Grotteschi en twee enkele pagina's. Een portret van de hand van Felize Polzani was er eveneens in opgenomen. Deze etsen maakten grote indruk op een aantal jonge studenten aan de Franse Academie Giambattista Piranesi 119

120 15.2 Piranesi als archeoloog Archeologie sinds midden 18de eeuw. In tegenstelling tot zijn tijdgenoten toont Piranesi het effect van de tijd op de monumenten. Antichità romane, 1756 Bundel bestaande uit 4 volume s over Antichità Romane de tempo della prima Republica e dei primi imperatori. Hierin ontleedt hij de karakteristieken van het Romeinse bouwen, hij wil wijzen op de grootsheid van het Romeinse bouwen! Hij gaat op zoek naar allerlei plannen van Romeinse gebouwen en probeert die thuis te brengen met wat hij kent om tot reconstructies te komen. In zijn boek zal hij niet enkel exterieurbeelden weergeven, maar zoomt hij ook in op snedes, details van funderingen, compositie van al die elementen los van de eigenlijke grootte. wordt over heel Europa verkocht 2 van de 4 delen gaan over graftombes (kwamen niet voor in 10 boeken van Vitruvius) => hadden vreemde vormen, waren ontworpen om op te vallen, erg vrije vormen Piranesi wil tonen dat Romeinse architectuur veel complexer is dan men dacht en wat de Via Appia wel niet geweest kon zijn => grote rijkdom van vormen Polemisch document, want hij overdrijft om statement te maken Baseert zich ook op architectuur van circussen Visuele communicatie= wanneer je prentje ziet weet je waarover het gaat (zei Bianchini, een historicus) Campo Mars Project: Bestudeert Marsveld van Rome =reconstrueert het vanuit oogpunt van archeoloog Stelt Rome voor als leeg plein op groot marmeren plan (zoals ervoor alleen gemaakt was) Niet louter archeologisch want ook gefantaseerde elementen, levert commentaar (toont dat alleen architecten mogen bouwen of zich bezig houden met architectuur! Niet mensen die alleen boeken schreven) Alles wat bijgebouwd is in renaissance en middeleeuwen beeldt hij niet af 120 Giambattista Piranesi

121 15.3 Piranesi als ingenieur Eén deel van zijn vierdelig boek gaat over aquaducten (wat opvalt is dat dus drie delen niet over de Romeinse monumenen gaat). Gebaseerd op andere studies en op de Frontinus (= de Vitruvius van de aquaducten). De muren van Rome dienden ook voor de watervoorziening. Hij was bekend met de constructietechnieken (via zijn oom in Venetië) maar ook omdat zijn mecenas een grote aannemer was en een grote bibliotheek met ingenieursboeken had. Piranesi schenkt veel aandacht aan het technisch vernuft. Hij is niet bezig met de ordes en de proporties maar met dingen die we niet zien, zoals bijvoorbeeld de funderingen. Vandaar vindt hij de Griekse cultuur minderwaardig dan de Romeinse (in tegenstelling tot de tendens in die tijd om de Griekse tempel als het summum van de Europese kunst te beschouwen). Hij toont in zijn boeken grote, donkere ruimtes uit de klassieke oudheid die als technische ruimtes tot stand kwamen (op hetzelfde moment dat hij bezig is met zijn Carceri d'invenzione) Piranesi als polemist Marc Antoine Laugier ( ) Schreef Essai sur l Architecture Vertelt in zijn essay het verhaal van de primitieve mens die nog geen woning had. De mens zocht eerst achter schaduw en vond deze in het bos. Toen het begon te regenen zocht deze mens achter beschutting en vond deze in een grot. Maar daar was het te duister en te onfris voor hem. Opnieuw buiten vond hij enkele takken waarmee hij het volgende bouwde: - Zuilen - Balken - een puntdak En dat was volgens hem de essentie van de architectuur. Alles wat niet noodzakelijk was, zoals sokkels, bogen,... mocht er niet bij een doorgedreven purificatie van de architectuur; architectuur ontdaan van alles wat niet strikt noodzakelijk is. Zijn verhaal kende een grote invloed in Europa, in Italië echter beschuldigde men hem van plagiaat. Er zou voor hem al een Italiaan, nl. Carlo Lodoli, een werk geschreven hebben waarin hij: - Vitruvius en zijn barokke volgelingen herziet - Pleit voor gebouwen die solide, functioneel, structureel,... moeten zijn en dat decoratie slechts nodig is om het geheel leesbaar te maken, architectuur moet vorm aannemen van wetenschappen Voor deze theorie kan Laugier zich eerder aansluiten bij de Grieken, waar Lodoli vindt dat bij de Egyptenaren (Romeinen) de ideologische basis ligt voor de wijsheid. Giambattista Piranesi 121

122 Piranesi als polemist Della Magnificenza Centrale thema: Piranesi wil de superioriteit van de Romeinen verdedigen. Vergelijk de armzalige Griekse ordes met de rijke Romeinse ordes. Nadien zal er een hevig debat losbarsten over wie de grondlegger is van de architectuur: de Grieken volgens Engeland, Duitsland (Johan Joachim Winckelmann, een Duitse archeoloog), de Romeinen volgens Piranesi. Piranesi zal zijn stelling als volgt staven: De Romeinen waren veel verder geavanceerd omdat zij rechtstreeks ontleenden van de Etrusken en zij op hun beurt van de Egyptenaren. Volgens hem is de architectuur van de Grieken slechts lege elegantie. Bovendien overtroffen de Romeinen de Grieken qua ingenieurs. Griekse architectuur is volgens Piranesi slechts de transformatie van houten naar stenen bouwwerken. Zelfs bouwwerken zoals de Cloaca Maxima en aquaducten plaatst hij op een dergelijk hoog niveau. Piranesi gebruikt technisch vernuft van de Romeinen in zijn verdediging. Mariette Op een bepaald ogenblik wordt het archeologische werk van Piranesi aangevallen door de criticus Mariette en hij antwoordde terug in een publicatie, naast het de tekst van Mariette commentaar, veel meer commentaar dan Mariette zijn tekst. Hij antwoordt ook: aut cum hoc (een schets van een hand), aut in hoc (een tekening van een theoretische zuil) ; ofwel de praktijk van de architect, ofwel het getater van iedereen die zich met architectuur moeit? Het was dus een aanval vanuit de hoek van de architecten op hen die meenden het beter te weten. Een deel ervan, Parere su l'architettura genaamd, bevat kritiek in een soort van dialoog, de rigoristen (zij die zich moeien en ook het zuilen+balk+puntdak principe steunden) beginnen het gesprek en beginnen zich sterk te verdedigen. Dan komt de tegenpartij aan het woord en antwoord... Het is voor het inzetten van de rijkdom van de architectuurgeschiedenis om een mooie, vrije architectuur te creëeren Piranesi als architect Met een enorm grafisch project zal hij zijn ideëen over architectuur voorstellen. Het is plan van hoe het monumentale Rome er toen had kunnen uitzien. Piranesi kende het groot marmeren plan uit de Romeinse tijd heel goed en hij had ook al een aantal reconstructieplannen doe al bestonden, gezien. Zijn eigen plan, dat er marmeren uitziet, toont een enorme complexiteit aan vormen. Piranesi moet veel zelf invullen, hij fantaseert veel. Het is amper een stad maar eigenlijk eerder een verzameling monumentale gebouwen. => Hij toont dat architecten de traditie van de Romeinse architectuur kunnen voortzetten. 122 Giambattista Piranesi

123 Piranesi zelf bouwt weinig: Santa Maria del Priorato, Rome, 1765 * Rond die tijd zal Piranesi zijn ideologie omzetten in de praktijk, nl. in een kerk voor de orde van Malta: de Santa Maria del Priorato. Dit project is duidelijk ontleend aan de Romeinse ( Etruskische Egyptische) architectuur. * In het interieur staat het altaar centraal. San Basilico zit op een bol die opnieuw geplaatst is op drie sarcofagen (typische funeraire en Venetiaanse architectuur). Merkwaardig is wat de decoratie ervan betreft: aan de achterkant van het altaar stopt de decoratie: voorzijde = gevoel = barok achterzijde = rationalisatie! 15.6 Piranesi als handelaar Piranesi verkocht boeken, etsen... Hij zal zijn ervaringen als archeoloog inzetten om antiquair te worden. Hij verkoopt verzamelde elementen. Hij herstelt bijvoorbeeld vazen en verkoopt ze dan aan Europese aristocraten. Hij was de belangrijkste antiekhandelaar. Paus stelt een wet in dat monumentale gebouwen en antieke elementen Rome niet mogen verlaten. Maar Piranesi is mercantiel ingesteld: hij verstelt niet alleen vazen maar hij doet er ook meer mee. Allerlei verschillende gevonden elementen combineert hij tot dingen die nooit bestaan hebben. En die mochten Rome wel verlaten. Deze neo-antieke sculpturen werden verkocht voor veel geld. De kandelaar die bedoeld was voor zijn graf, wordt door de Fransen naar het Louvre gebracht Besluit Claude Lorrain ( ) maakte o.a. schilderijen van de omgeving van Rome. Het is duidelijk dat deze werken heel idyllisch, pastoraal, bucolisch... zijn: mens aanwezig tussen de goden en de dieren, de mens leeft gelukzalig in overeenstemming me oude tradities. Vergelijking met Piranesi: bij Piranesi is het totaal anders, bij hem geen lieflijk tafereeltje, maar zware funderingen, dode bomen, kwaadaardige mensen als insecten, miezerig bestaan van de mens... => een radicale visie van de realiteit achter de Verlichting +1778, Piranesi stierf na zijn terugkeer in Rome aan een nierkwaal. Hij werd begraven in de Santa Maria del Priorato, de enige kerk die hij zelf had ontworpen, en onder zijn eigen grafmonument: een reusachtige kandelaar in eclectische stijl. Deze kandelaar kwam later in Frankrijk terecht en werd het centrale pronkstuk van de Salle du Candélabre in het Parijse Louvre. Toen na 1850 de vraag naar etsen van Piranesi afnam en hij langzamerhand in de vergetelheid geraakte, werd deze kandelaar overgebracht naar de opslagruimten van het Louvre. Giambattista Piranesi 123

124 16 Revolutionaire architectuur 16.1 Verlichting Midden 18de eeuw: in Frankrijk Ancienne Régime voor de revolutie Barok verlaten, vreemde tijd Periode van oorlogen, hongersnoden, politieke discussies,... malheur tegenover de verlichting Confrontatie tussen 2 werelden (dualiteit, wereld van contrasten): aristocraten: rococo, uitwas barokperiode, vooral in het interieur Geute: altaar van het goede geluk (naakte bol op naakte kubus): symbolisch rationalisme, wereld van de metafysica Verlichting rationalisme/verlichting (natuur correctief): gekunstelde samenleving van de rococo De verlichting is de naam die gebruikt wordt om een politieke en filosofische beweging aan te duiden die de opvattingen over politiek, filosofie, wetenschap en religie binnen de westerse wereld grondig wijzigde. Het was een reactie op het dogmatische autoriteitsgeloof. Het is niet mogelijk om het exacte begin en einde ervan aan te duiden, maar ruwweg duurde de verlichting van 1650 tot de Franse Revolutie (eind 18e eeuw). Speelde zich vooral af in de hogere kringen. Veel aristocraten interesseerden zich voor de beweging en traden op als beschermheren en -vrouwen van hen die in juridische of financiële moeilijkheden raakten. Diderot Franse schrijver en filosoof Encyclopédie ou dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers Het boegbeeld en grootste product van de Verlichting, 17 volume s tekst + 11 volume s illustraties gepubliceerd tussen 1751 en Ambitie was om het hele weten van de 18de eeuw samen te brengen. Hele menselijke kennis in 3 delen= Geheugen -> geschiedenis Rede -> filosofie Verbeelding -> kunsten Belangrijke vraag: hoort architectuur bij de rede of de verbeelding? De publicatie werd soms tegengehouden door de censor van de staat en de kerk, maar dankzij bevriende mensen uit adelijke kring, zoals Madame de Pompadour de minnares van koning Lodewijk XV kon het project van de Encyclopédie toch elke keer doorgaan. 124 Revolutionaire architectuur

125 Rousseau Wint prijsvraag in 1750 die is uitgeschreven door de Academie van Dijon. De vraag was: Si le progrès des sciences et des arts a contribué à corrompre ou à épurer les mœurs? (Heeft de vooruitgang van de wetenschap en de kunsten bijgedragen aan het corrumperen of aan het zuiveren van de zeden?). Rousseau gaf hierop antwoord met zijn Discours sur les sciences et les arts. Hierin stelde hij dat de vooruitgang van kunst en wetenschap niet gunstig was geweest voor de mensheid (in West-Europa). De vooruitgang van kennis had regeringen sterker gemaakt en de individuele vrijheid geknecht, bovendien nam de ongelijkheid sterk toe. Rousseau concludeerde dat materiële vooruitgang de mogelijkheid van oprechte vriendschap had ondermijnd en vervangen door jaloezie, angst en wantrouwen. Hierin toonde hij zich voor het eerst een tegenstander van de vooruitgang die zo door zijn vrienden van de Encyclopédie en de Verlichting werd nagestreefd. => leidende gedachte: vooruitgang in de wetens,.. heeft zeden niet verbeterd Ook in de architectuur ontstaat een generatie van idealisten die de politieke en sociale wereld aftasten. Sleutelfiguur is Madame de Pompadour die een grote groep filosofen en grote denkers rond zich had geschaard en zij oefende een grote invloed op het architecturaal klimaat aan het hof. Ze slaagde erin haar jongere broer aan te stellen als directeur van de koninklijke gebouwen in Frankrijk. Ange-Jaques Gabriël ( ). Een van de gebouwen die Madame de Pompadour plande was le Petit Trianon, haar eigen residentie, in de tuin van het paleis van Versailles. Het paviljoen werd tussen 1762 en 1786 gebouwd door Ange-Jaques Gabriël. De vier gevels zijn allen verschillend van stijl, de voorgevel heeft vier hoge Korintische zuilen. Gabriël was ook de architect die de Place de la Concorde ontwierp, naar ideëen van Madame de Pompadour Jacques Germain Soufflot ( ) Hôtel-Dieu, Lyon, 1750 In Lyon Moderne architectuur Zeer eenvoudig, erg uitgepuurd, enkel ritme => revolutionair Met een ernome straatfaçade, enkel onderbroken door de koepel van de centrale kapel. Het getuigde van een enorme architectuur. Revolutionaire architectuur 125

126 Saint-Geneviève, Parijs, 1760 Belangrijkste project 18de eeuw in Frankrijk Eenvoudig volume Filosofen+ architecten moeten zich buigen over nieuwe programma s (zoals bibliotheken, musea, bedrijven,...) voor de nieuwe samenleving. Verlichting onstaat niet alleen uit verlangen naar rationaliteit maar brengt ook vernieuwing over denken over gevoelens. De manier over hoe men over architectuur gaat nadenken verandert: meer aandacht voor symbolische architectuur en gevoelens. Zoals bijvoorbeeld het tractaat van Nicolas de Musière: hoe kan architectuur bijdragen om emoties/gevoelens op te wekken? Fascinatie voor effecten die architectuur kan losmaken in de mens (dus niet enkel de juiste verhouding, zijn belangrijk) vb; dmv licht op gebouw 16.3 Etienne Louis Boullée Architect Carrière in Parijs= lesgever en ontwerper voor stedelijke residenties voor aristocratie (bijvoorbeeld: Hotel Alexandre, Parijs, 1765). Neemt deel aan wedstrijden (mislukt) Daarna wijdt hij zich alleen aan visionaire tekeningen, lesgeven en aan een boek. In dat boek legt Boullée de nadruk op de emotionele effecten die worden bereikt door geometrische vormen en eenvoudige volumes. Het combineren met bijzonder uitgepuurde decoraties. Cenotaaf voor Newton, 1785 * Enorme bol * Replica van het hemelgewelf (openingen die sterrenhemel nabootsen) * Als het uiten dag is, dan is het binnen nacht en omgekeerd * Gigantische schaal, representeert hele wereld: symbool van de wereld wordt gebruikt voor de grootste wetenschappen van die tijd * Doorsnede: bezoeker komt via lange donkere gang in bol Grootste emotie: verlangen naar onsterfelijkheid; dit komt terug in de begraafplaats of piramide. Idee van het sublieme: schoonheid die tegelijk angstaanjagend is LICHT: cruciaal om ambities van Boullée te begrijpen (vaak alleen van boven) Onderwerp: het sublieme zelf; streven naar een soort van schoonheid met karakteristieken als het schrikwekkende, enorme schaal, licht en duister,... karakteristieken die voorheen niet met schoonheid gelinkt werden. => architectuur is spel geworden van schaal en licht! => rationaliteit van eenvoudige vormen en systeem van gevoelens De invloed van Boullée vertaalt zich grootse projecten. 126 Revolutionaire architectuur

127 Het Panthéon, Parijs, 1760 Soufflot bouwde het monument oorspronkelijk als een kerk gewijd aan de Sainte-Geneviève. Het is nu meer bekend als begraafplaats van beroemde Fransen. Het ontwerp bestond uit een Grieks kruis met een portiek van Corintische zuilen. De afmetingen waren enorm. Gebouw van een enorme schaal; tijdgenoten van Boullée slaagden er dus wel in dit te realiseren: overeenkomst Metropole (?) van Boullée met Panthéon Aandacht voor publieke gebouwen => Uitdaging om adequate vormen te vinden voor onbestaande programma s vb: musea Bibliothèque Royale, 1785 Bezoekers lopen op wanden met boeken Midden: agora waar filosofen van gedachten kunnen wisselen Dit soort architectuur zorgt niet alleen voor emoties maar ook voor waarden zoals patriotisme! Palais de justice, 1780 Nieuw programma en brengt ook waarden over => Zie het justitiepaleis in Brussel = ook grote schaal, op punt tussen boven- en onderstad, centrale koepel, trappenpartijen Boullée ontwikkelde ook projecten voor de restauratie van Versailles en interventies in Parijs, bijvoorbeeld Place Louis XV, poging om grootse projecten in de stad te integreren. Zowel Place de la Concorde (Gabriël) en Place Louis XV waren van een enorme schaal Jacques Gondouin ( ) Die invloed van de grote schaal + classicisme zagen we terug bij een project van de architect Jacques Gondouin ( ): l Ecole de Chirurgie Het had een colonnade, binnenplein en anatomsich theater + verwijzingen naar de grote monumenten van de klassieke Oudheid (lijkt op Pantheon). Hij gebruikte licht zowel als een emotionele als symbolische kracht. Architecture parlante: De architectuur moet de boodschap uitdragen van haar functie, ze moet leesbaar zijn voor iedereen. Via organisatorische elementen moet men de functie overbrengen. Men moet dus gebouwen ontwerpen waarvan de algemene vorm + de weinige decoratie spreken over de functies van het gebouw. Revolutionaire architectuur 127

128 16.5 Ledoux Leerling van Boullée ARCHITECTURE PARLANTE: hoe architectuur via eenvoudige vormen emoties (le sensation) opwekt EN spreekt over haar functie! Directe communicatie! (bij Boullée ook al voor een deel, oa stadspoort) Bouwt ook voor aristocratie (militaire) Hôtel Uzes, Parijs, 1770 * Sociale status wordt weergeven * Binnenkoer voor koetsen * Monumentale poort communiceerde met de stad: bewoners hebben hoge militaire rang Chateau de Bénouville, Bénouville, 1775 Gigantische orde in midden die doorgaat over de drie bouwlagen: was enkel voorbehouden voor de koning, niet voor de privé-bouw. Het gebouw communiceert dus dat zijn bewoner een belangrijke persoon is. Hôtel Thélluson, Parijs, 1780 * Enorm programma (perceel) voor een privé-woning * Monumentale poort, zoals klassieke triomfboog+zit precies in de grond * Op Piranesi geïnspireerd beeld 128 Revolutionaire architectuur

129 Koninklijke zoutziederij van Arc-et-Senans, Chaux, 1775 * Zout was enige middel om te conserveren en er werden veel belastingen op geheven -> moest beschermd worden tegen diefstal, dus gesloten complex * Ondergrondse zoutmijnen => water met enorm veel zout wordt opgevangen en dan laten verdampen * Terrein in halve cirkelvorm * Ledoux maakt er niet alleen een modelfabriek, maar ook een modelstad van; hij ontwikkelt een ideaal stadplan errond. * Centraal in het project: de maximale efficiëntie van de directeurswoning met een monumentale trap, representatie van de macht. * Toegangsgebouw: zeer eenvoudig, uitgekristalliseerd: zout tegen muur! Precies een zoutmijnstructuur * Opslagruimtes van zout: afgesneden triomfboog en uitgepuurde architectuur. Bouwt voor de koning en zijn belastingssysteem, maar door de revolutie in 1789 past hij zijn project aan tot ideaalstad voor de nieuwe post-revolutie samenleving maar hij belandt toch in de gevangenis. Daar schrijft hij een tractaat (L'Architecture considérée sous le rapport de l'art, des mœurs et de la législation ) over de nieuwe instituties die nodig zijn, en over imaginaire architectuur, zowel qua vorm als qua functie (modern) => stelt zich anders voor dan hij is, als revolutionair Imaginaire architectuur Passifair: waar men ruzies/geschillen intern kunnen oplossen: kubus op sokkel Eukema: huis van de seksuele opvoeding, gecontroleerd bordeel voor jonge mannen voor ze in de samenlveing terecht komen, moralistisch (grondplan in vorm van penis) Atelier voor mannen die banden rond vaten maken (beetje krankzinnige architectuur) Woning sluiswachter= sluis ZELF Woning veldwachter; bol staat voor moderne samenleving, wet is als een bol, geen hiërarchie meer, iedereen zit op dezelfde afstand van de wet (wet: in midden bol), namelijk de schil Revolutionaire architectuur 129

130 Typisch Ledoux= totaal vrijkomen van regels van architectuur (zie verzameling tolkantoren) De architectuur van Ledoux en Boullée wordt vaak bestempeld als revolutionaire architectuur, onder druk van de revolutie en bijkomende anarchie. Hun ideëen zaten geworteld in het Ancien Régime. Jeremy Bentham s panopticon Gevangenissen werden schrikwekkend gemaakt zodat men geen misdaden zou begaan -> Newgate prison van Londen is erop gebaseerd Ontwikkelt architectonisch apparaat, noemt het panopticon= Cirkelvormig gebouw maar in tegenstelling tot de architecture parlante is het niet gelijkend op een gevangenis. Centraal: toren waarin bewaker staat, met kleine raampjes <-> cellen met grote ramen, veel licht (zijn heel zichtbaar in tegenstelling tot de bewaker) -> de bewaker kan iedereen zien. Gevangene ziet eigenlijk niet eens of er een bewaker is maar gedraagt zich toch altijd alsof hij gecontroleerd wordt => architectuur op zich is controleapparaat!! Universeel inzetbaar! (bv bij ziekenhuizen, ) 130 Revolutionaire architectuur

131 17 De schaduw van de Verlichting 17.1 Kritiek op de Verlichting In de laatste 10 jaar van de 18de eeuw, kwam er meer kritiek op de Verlichting, de keerzijde ervan werd aangetoond door mensen die op de rand van de maatschappij woonden. Verlichting = rede + gevoelens, niet puur rationalistisch maar bevrijding + controle. Achter de wereld van de verlichting zit nog een andere wereld. Die marginale personen die protesteerden waren: Alfons François: markies De Sade, schrijver Charles Fourier: naar de marge gedreven door armoede Jean-Jaques Lequeu: zag zichzelf als architect Hen waren de institutionele middelen van expressie ontnomen of ze hadden ze zelfs nooit gehad. Hun protest kwam er door private uitgaven, vaak verboden bvb. de pornografie van de Sade: zijn subversie ligt in de manier hoe hij de ideëen van de Encyclopédie radicaliseert. Bij alledrie had de architectuur een belangrijk instrumentioneel karakter. Beeld l Avenir (= woon- en werkplaats van de samenleving): Charles Fourriers community waar gezin centraal stond, sociaal programma voor de nieuwe maatschappij, productie is in handen van de samenleving, architectuur is een belangrijk aspect van zijn theorie. Belang van ruimte s voor de Sade - reconstructie van Salon d assemblée uit de tekst Justine, verhaal speelt zich af in een gecontroleerde ruimte waar een rijkelijk ervaren prostituee centraal bij een altaar vertelt over haar seksuele escapades. De ruimte is een belangrijk aspect van de persiviteit. Verlichting: Nieuwe instellingen, nieuwe functies dus nieuwe programma s in de architectuur: gevangenissen, justitiepaleizen Hele gedachten van de Verlichting wordt gevoerd tot extreme consequenties, tot wat die kunnen leiden, door onze protestanten. Bij de Sade: veel retoriek, geen architecture parlante, geen referentie aan de vorm (zoals Eukema) maar het werkte zoals de moderne instituties. De schaduw van de Verlichting 131

132 17.2 Jean-Jaques Lequeu ( ) Ontwikkelde een architectuur die subversief is ten opzichte van zichzelf, hij vindt van zichzelf dat hij denkt als een architect. Zijn vader was schrijnwerker dus had Lequeu geen toegang tot de grote aristocratische instellingen of de salons. Hij doorloopt een carrière in de Franse administratie. Hij was een zeer goede tekenaar. Lequeu was gefrusteerd en geobsedeerd (omwille van de miskenning van zijn genie). We zien hier een heel andere situatie dan de grote figuren van de architectuur: Lequeu is een marginale figuur. We kennen hem omdat hij in 1825 al zijn tekeningen deponeerde in de Bibliothèque Nationale en daarna van het toneel verdween. Lequeu had kritiek op Ledoux die de hele tijd voor aristocratie werkt en snelsnel een traktaat schrijft vol met tekeningen om zich te redden van de guillotine. Lequeu was een voorstander van de klassieke orden en protesteerde tegen Ledoux en Boullée, hij maakte ironisch bedoelde projecten naar werken van Boullée. Zijn belangrijkste wijze van aanvallen bestond uit tekeningen bij gebrek aan literair talent. Hij wou een terugkeer naar de absolute natuurlijkheid van het leven en stelt daarmee code s op voor Libertijnse architectuur. Belangrijk: de ambiguïteit in zijn talrijke zelfportretten: Lequeu voyer, femme,... plastische obsessie van een geesteszieke doordringend narcissisme constant bezig met namen en geuren reinheidsideaal de vele naamsveranderingen: op zijn eigen graftombe zette hij bijvoorbeeld JJ Dequeu => aristocratisering van zijn naam: ambities en frustraties! Hij satiriseerde verschillende projecten en de vrijmetselarij Transformaties van gezichten: sensatie! Hij ontwikkelt een parallelle encyclopédie over zijn eigen kunnen: het tekenen. Hij past analyses van machines toe op de mens. Volgens hem was de consequentie van de rationele/wetenschappelijke methode uiteindelijk de dood van de vorst. Hij vertaalt de analytische aanpak van de kennis en past ze toe op wat ontbreekt in de encyclopédie, bvb. het vrouwelijk geslachtsorgaan. Maar die studies waren slechts inleidingen op de meer serieuzere toepassingen: architectuur. Zo schreef hij zelf een traktaat l architecture civile, maar dat werd nooit gedrukt of gepubliceerd. In zijn architectuale projecten blijven seksuele connotaties voortwerken. 132 De schaduw van de Verlichting

133 Lequeu beeldt een gebouw altijd af als een gezicht: frontaal voorgesteld in aanzicht en/of doorsnede. Hij had ook commentaar op de architecture parlante, bvb. met zijn koeienstal. Lequeu maakte in zijn architectuur vaak gebruik van niet-architecturale middelen, veel elementen uit het biologische leven (bvb. kapsel/haardos op gebouw). Le Rendez-vous de Bellevue: Wel opgebouwd met de architecturale middelen, maar een assemblage van architecturale elementen waarvan het geheel toch niet voor architectuur kan doorgaan. Zo heeft hij geen rekening gehouden met de schaal van de elementen en de goede verhoudingen, en er is een totale afwezigheid van symmetrie. Architectuur is onderworpen aan diezelfde blik waar hij al de rest al aan had onderworpen. Lequeu benaderde architecturale vormen als niet-architecturaal zijnde, het resultaat overschrijdt alle regels van de architectuur. Conclusie Revanche van Leque, de wraak van de tekenaar: hij blaast alle regels van de architectuur op! Hij ondermijnt de instituties en de debatten over architectuur, wat juist zorgt voor een bevrijding van de architectuur. Hij heft alle regels van de architectuur op, totaal vrijkomen van alle normen! De schaduw van de Verlichting 133

134 18 Durand en transformatie van het archictuuronderwijs 18.1 Revolutionair Frankrijk : bestorming van de Bastille ( 14 Juli ) Val van het Ancien Régime in Frankrijk, komst van een nieuwe tijd = Democratische regering, nieuwe republikeins Frankrijk, rechten voor de burger. De feodaliteit (koning en clerus aan de macht) verdwijnt en in de plaats komt er burgerlijk bestuur Belangrijke moderne waarden verschijnen in alle velden van de samenleving: Taal verandert, vous ( u ) wordt weggelaten Iedereen is citoyen ( aristocratie afschaffen ) Nieuwe kalender: tellen vanaf het jaar 1 Geen dialecten, universele taal => gelijkheid en vrijheid Unitair decimaal meetsystemen; wordt gerationaliseerd ( niet meer verbonden met connotaties zoals duim, voet,...) Ontwerpproces verandert radicaal in de architectuur enniet alleen meer opdracht van aristocraten en de koning Groeiend belang van de wetenschappen (veel nieuwe disciplines: geven aanleiding tot ontstaan van nieuwe figuur: de ingenieur (veel flexibeler)) Veel nieuwe gebouwtypes moeten in korte periode gerealiseerd Architectuur: wordt gezien als onderdeel van het bouwen van een nieuwe natie. -> Vrijheid en gelijkheid Feesten na de revolutie: - Symbolische betekenis geven aan nieuwe natie - 14 Juli 1790: Fête de la révolution Délégues wordt verzamelt om bestorming te vieren Barometer van de politieke opinies St-Geneviève: Na revolutie: wordt gedesacretiseerd en veranderd: crypte voor grote figuren (Voltaire, rousseau ) Van kerk naar Pantheon (Quincy) Eerste ontwerp geweigerd: doorsnede dmv piramide, wegnemen koepel 134 Durand en transformatie van het archictuuronderwijs

135 18.2 Durand l'école polytechnique In 1795 wordt l'école polytechnique opgericht: school voor ingenieurs. Ze werden ook opgeleid in de klassieke architectuur maar niet de verhoudingen etc... Voor een ingenieur zijn de discussies over de verhoudingen niet relevant, de ingenieur wil een systeem om er effeciënt mee te kunnen werken. Die efficiëntie is nodig want de nieuwe staat had veel nieuwe gebouwen en structuren nodg (graanopslagplaatsen, gerechtshoven...) in een zeer korte periode. De architectuur is een medium om de waarde van de samenleving in gebouwde vorm om te zetten. De ingenieur is de agent van de burgerlijke, de sociale utiliteit. Vandaar een brede vorming, ook architectuur Durand Architectuuronderwijs fel veranderd. Durand was verantwoordelijk voor de opleiding aan l'école polytechnique. Hij Had gestudeerd bij Leroi (?). Die had als eerste een catalogus van gebouwen naar typologie opgesteld: heel nieuwe verhouding ten opzichte van geschiedenis (soort duidelijk schema). Uit het naast elkaar stellen van één type en de evolutie ervan, kan je gemakkelijk dingen besluiten. Durand deed mee aan de tweede Grand Prix de Rome, reisde rond in Italië. Hij bereidde rond 1790 een publicatie voor, maar nooit uitgevoerd. Geïnspireerd door onder andere Boullée en Piranesi maakte hij allemaal kleine schetsen => In die schetsen hele referentiekader te zien Recueil et Parallèle Zijn grootste impact was aan l'école polytechnique, waar hij les gaf. Publiceert Recueil et Parallèle des édifices en tout genre, anciens et modernes (1800) Verzameling en vergelijking van alle mogelijke gebouwen, zowel antiek als modern. Gebaseerd op het werk van Leroi. Visuele vergelijking van typologiën is mogelijk, hele geschiedenis door elkaar geschoven. In andere platen wordt er varnauwd tot kortere periodes. Wat Durand eigenlijk doet is op geavanceerde polytechnische schaal ingenieurs opleiden. Die moesten een rudimentaire kennis van de architectuurgeschiedenis hebben om het efficiënt te kunnen toepassen. Durand zoekt naar een ontwerpproces om de klassieke architectuur efficiënt in te zetten. Vitruvius wordt aan de kant geschoven. Hij beseft dat niet de klassieke architectuur met al zijn ordes en regels de essentie is maar wel het ontwerpproces. Dit gebeurt parallel met de nieuwe eisen van het beroep architect en ingenieur. Durand heeft het over twee doelstellingen: efficiëntie en nuttigheid, in tegenstelling tot de wereld van de technische traktaten zoals bvb. Rondelet met zijn 'Traité théorique et pratique de l'art de bâtir '. Pratique:praktisch, zoals in de klassieke oudheid L'art de bâtir: de kunst van het bouwen, architectuur Volgens Durand is de architectuur een structureel probleem, wetenschappelijk en praktisch. Durand en transformatie van het archictuuronderwijs 135

136 Precis des lecons Publiceert ook Precis des lecons d'architecture données à l'ecole polythechnique Hij opent met te zeggen dat architectuur de samenleving dient, een openbaar nut heeft, dat architectuur gericht is op geschiktheid en economie. Methode uitgewerkt waarbinnen zijn studenten moeten werken: combineren van mogelijke topologische elementen, zowat automatisch en erg efficiënt kan men zo een plan ontwikkelen. Het is een catalogus van oplossingen. Durand haalt de architectuur uit elkaar in al zijn elementen en stelt een analytische methode voor waarbij studenten die elementen vlot kunnen toepassen. => Handboek waarbij je dus snel grote gebouwen kan realiseren (zoals justitiepaleizen..) Zijn leerlingen worden geen toparchitecten maar maken wel goede dingen die echter niet blijven hangen als je er voorbijloopt. Durand leidt geen geniën of poëten op maar produceert efficiënte, hoog-opgeleide arbeiders. Maar dankzij de catalogus is er toch wa nuance. Zijn ideëen zijn ook toepasbaar op grotere schaal (zoals bvb. de straat). In de architectuur gebeurt wat een eeuw eerder in de wetenschap al gebeurd (de mens analytisch afbeelden: enkel bloedvaten, enkel als spiersysteem...) Wel grote invloed! Op onderwijsinstellingen in Europa en later in Amerika De courante producties voor de Staat zijn niet speciaal maar zeker ook niet slecht (bvb. l'esquirol; een hospitaal). En vooral, ze worden in geen tijd gerealiseerd. Durand leert zijn studenten ook om hun architectuur aan te passen aan de plaatselijke gewoontes Besluit Leroi: wetenschappelijke aanpak van de geschiedenis, het verleden kan in en voor de samenleving ingezet worden. Durand: geeft de architectuur nieuwe taken. De doelstelling van architectuur valt samen met het nut van het gebouw. De architectuur wordt ontdaan van zijn nutteloze ballast, wordt omgeschakeld tot een efficiënt, snel inzetbaar en gemakkelijk aan te leren procec. Architectuur is een wereldlijke organisatie. = onderwijs voor bedienden en technici. 136 Durand en transformatie van het archictuuronderwijs

137 19 Het spektakel van de moderniteit 19.1 De opkomst van het ijzer Overgaan van handarbeid in kleine werkplaatsen naar mechanische productie in grootschalige industriële productieketens, tijdens de industriële revolutie. Begin industriële revolutie in Engeland: de eerste fabrieken aangedreven door stoom, ontstaan samen met het kapitalisme Hogere productie: meer winst => meer machines, grotere afzetmarkten en grotere arbeidsconcentraties Door de schaalvergroting groeien kleine provinciesteden uit tot grote industriële centrums. Enorm transportsysteem nodog (spoorlijnen, bruggen, wegen) om de arbeiders en de producten te vervoeren Transformatie naar industrie is dus verbonden met toenemende arbeiders en toenemend transport hiervoor => nood om bruggen enzo te bouwen voor goed transport Bruggen: 1799: eerste ijzeren brug in centrum Engeland Op 20j is de kennis van de ingenieurs fel toegenomen: betere en grotere bruggen, bvb.: Telford met zijn brug over de Thames: een brug met een overspanning van 180m maar niet gerealiseerd omdat de mensen niet geloofden dat het kon blijven staan. In 1830 zijn er bruggen in Engeland, in 1850 zijn het er al Viaduct de Garabit * 1880: ontworpen door Gustave Eiffel * Ongelooflijk licht * Rechtstreekse verbinding tussen Parijs en Marseille * Grote paraboolboog, scharniert boven de grootste overspanning. * Een systeem van pilonen (verticale elementen) die een horizontaal systeem dragen. *Geen steen Het spektakel van de moderniteit 137

138 Forth Bridge * 1882, door Sir Benjamin Baker * In Edinburgh, Schotland, over de monding van de Forth * 1600m overspanning * Op artificiële eilandjes wordt de brug ondersteund door enorme piloonconstructies (90m hoog) * De pilonen wordt deel van een balk, beide zijden houden elkaar in evenwicht. Het is een soort horizontale Eiffeltoren. * Grote fascinatie door de hele bevolking (er zijn veel foto's, waren nodig voor de sponsering) Andere experimenten * Brooklyn Bridge, New York: stenen pijlers, ertussen kabels => hangbrug. Er zijn verschillende niveaus voor metro, trein.. * Veel gebeurd ook over water: kanalen bouwen bij valleien, scheepsliften, bruggen voor schepen => ongebreideld geloof in de nieuwe technieken. Invloed op de architectuur Al die enorme structuren hebben grote invloed op de architect 1794: introductie ijzeren constructies in de architectuur Vb. George IV, liet Royal Pavilion bouwen (door John Mash) Gebruik van heel veel ijzer en invloed van kolonies: veel exotische elementen (palmbomen in keuken ) Engeland had in die tijd veel kolonies, wat een invloed had op de architectuur, en kon zo ook aan veel goedkope grondstoffen geraken. Er ontstaat in midden 19de E een volledige ijzerindustrie in Amerika= Volledige gebouwen uit gietijzer, hele wijken waar er heel veel gietijer gebruikt wordt. 138 Het spektakel van de moderniteit

139 Bibliotheek Sainte Geneviève, Parijs, 1845 * Werd gebouwd om de rijke collectie onder te brengen van een klooster dat in 1789 opgeheven was. * Het was een publieke bibliotheek, een nieuwe instelling, die veel belang kreeg van de SaintSimoniens (?): een groep denkers, ingenieurs, dokters... die begaan waren met de onwikkeling van de Franse samenleving. Elk moment in de Europese architectuurgeschiedenis wordt het centrum van het hoogste culturele element (in de klassieke oudheid waren dat de thermen, in de middeleeuwen de kathedraal). Op dat moment was de bibliotheek de hoogste belichaming van het intellectuele => bibliotheek niet alleen utilitair maar ook erg symbolisch. * Gebouwd door Labrouste vanaf * Wanden met boeken, tafels in midden; overspannen door ijzeren constructie maximaliseren van ruimte, minimaliseren scheidingswanden, veel ijzer => triomf van een nieuwe tijd, een nieuwe architectuur. ook nieuwe technieken voor verlichting (gas), verwarming, verluchting... nieuwe functie gaat samen met nieuwe constructiemiddel indicatie materiaal wordt decoratie van gebouw kan door de draagstructuur van het gebouw kijken * Gevel: kent klassieke Griekse architectuur * Namen van grote denkers in façade geschreven * Inkomhal: klassieke benadering met uitgepuurde orde, met voorzichtige aankondiging van nieuwe materiaal * Erg licht * Fantastische details * radicaal nieuwe elemeten maar ook referenties aan antieke elementen (bvb. thermen). Het spektakel van de moderniteit 139

140 19.2 Stations Vanaf 1830: enorme toename spoorwegen dus ook nood aan stations: een nieuw gebouwtype, er moesten er enorm veel van gebouwd worden. Bij de eerste stations: aan de kant waar de treinen toekomen: de taal van de ingenieurs de gevel: het werk van een architect. * Bvb.: Euston Station, London, 1835 Dualiteit: enorm afdak (waar treinen toekomen) representatief neo-grieks gebouw om reiziger op te vangen * In de 19de eeuw ontstaan een aantal neo-stijlen, onder andere neo-grieks * Saint Pancras Station, London, 1863 Schaalvergroting: enorme overspanning met ervoor neogotisch/victoriaans stationsgebouw (met in het gebouw een hotel). * King s Cross station, London, 1852 Waarheid achter de moderne façade wordt getoond, de twee hallen worden duidelijk getoond in de gevel. * Gare de l est, Parijs, 1849 Gesofisticeerde integratie van de hal en neo-renaissance (bogen, groot rosas, ) Paleisachtige structuur die reizigers ontvangt.een neo-renaissancistisch palazzo als gevel. Ontworpen door Duquesney,. * Er is een spanning tussen de moderniteit en de Victoriaanse stijl: hoe kan een treinhal in de gevel weergegeven worden? Deze vier voorbeelden tonen de problematiek/discussie in die tijd: in Euston en Saint Pancras is er in ieder geval niets van te zien, in King's cross en Gare de l'est zoekt men naar een meer harmonische oplossing. * Ander voorbeel: Antwerpen, Centraal Station 140 Het spektakel van de moderniteit

141 19.3 besluit De nieuwe technieken en materialen dringen de samenleving binnen: immanente aanwezigheid maar toch met een enorme impact. Voor het bevoorraden van de bevolking (die langzaamaan gigantisch wordt) zijn er enorme hallen nodig: enorm lichte structuren. Vanaf 1870 niet alleen in de steden maar dringt het ook door in een cultuur waar het eigenlijk niet hoort (bvb. de serres van Laken). Bvb. Lift van Santa Justa door Raoul Mesnier (1900) in Lissabon => Voorbeelden van nieuwe mogelijkheden & technieken Wereldtentoonstellingen: vanaf vroege 19de eeuw, eerst Europa dan ook Amerika: in enorme hallen worden de nieuwe producten getoond Crystal Palace, London, 1851 * Ontworpen door sir John Paxton, voor de eerste wereldtentoonstelling *Niet vernieuwend op technisch vlak, maar organisatorisch! * Opgericht in minder dan 9 maanden, volledig in ijzer en glas: dankzij een soort van bandwerk, gestandardiseerd proces, het hele gebouw is een gigantische productielijn die met het gebouw meeloopt => radicale vernieuwing * Nauwelijks verfraaiing van de structuur maar wel erg licht en transparant. Om de nieuwe producten aan de man te krijgen zijn er nieuwe gebouwen nodig: bouw van grote warenhuizen in steden (bon marché..) In Parijs ontstaan passages: overdekte straten, consumptie moet comfortabel kunnen gebeuren > voorlopers van shoppingmalls Het spektakel van de moderniteit 141

142 Jaren : twee gebouwen die de skuline van Parijs veranderen, die tonen wat er veranderd, wat er gebeurd: * de Sacré coeur, Parijs, 1900 Paul Abadie Op de top van de Mont Martre. Geloof als compensatie voor het ongebrijdeld consumptisme en materialisme. Eclecticistische, christelijke kerk, een mengvorm van historicerende stijlen => verwijst naar het verleden, naar de idealen van het verleden * De Eiffeltoren, Parijs, 1889 Gustave Eiffel Was een belangrijk deel van de wereldtentoonstelliing Gewijd aan en symbool van het vooruitgangsgeloof Zonder gebruik van de klassieke taal, enkel de taal van de ingenieur Galeries de machines (Duterre) Inbrengen van systemen voor bruggen in gebouwen Geen brede stevige basis meer, maar eeb 3-scharnierboog Nieuwe machines van de nieuwe tijd tentoonstellen (op de wereldtentoonstelliing) Katholieke kerk doet inhaaloperatie: Nieuwe materiaal in kerkenbouw: hoopt zo de arbeiders die ontkerstenen terug naar de kerk te krijgen Ijzer in kerkenbouw: vereenzelving van arbeiders met die kerk 1854: Ste Eugène: klassiek referentiesysteem maar volledig uit ijzer 1890: Notre Dame du travail: kerk volledig in industriële constructiewijze Noord-Frankrijk: kerk volledig uit ijzer 142 Het spektakel van de moderniteit

143 20 De ontwikkeling van de moderne metropool 20.1 Stadsplanning Stedenbouw: vanaf de moderniteit heeft de moderne stedenbouwer in feite niets meer te maken met architectuur. Tot aan de renaissance was stedenbouw hetzelfde als architectuur. Voorbeelden van ontwikkeling van vroege moderne steden: 1) Lissabon: in 1755 wordt door een zware aardbeving, brand en tsunami grote deel van de stad verwoest. Eerste minister Pombal, een verlicht politicus met een burgerlijk programma, leidt de reconstructie. Hij zorgt voor de opbouw van het hoofdplein van Lissabon (handelsplaats = plazza del commerzo) 2) Parijs: in 1853 wordt veel gesloopt. Haussman realiseert enorme stelsels van brede boulevards die dwars door de stad lope. Het zijn efficiente verbindingen voor de burgers. Sommige buurten waren proletarisch en moeilijk te controleren daarom liet men de boulevards erdoor lopen (zo werden snelle troepenverplaatsingen door die buurten mogelijk). Ze liepen niet uit op belangrijke gebouwen waardoor aanvallen bemoeilijkt werden. Ook duurde het bij brede boulevards veel langer om barricades over de hele breedte aan te leggen. = het antwoord van Haussman, hij was politieprefect, op de groei van de stad en op de episodes van instabiliteit en revoluties in Parijs. Parijs transformeert op 15 jaar tijd tot een moderne stad, met infrastructuur voor de gegoede burgerij. => De moderne stedenbouwer in Lissabon is een eerste minister, een verlicht politicus en in Parijs een politieprefect. Barcelona: in 50 schrijft Cerda een traktaat dat het eerste is dat over moderne stedenbouw gaat. Hij schrijft: stedenbouw, dat zijn operaties van kennis ten dienste van een organisatiesysteem. Hij is idealist. In Barcelona begint men zo op veel grotere schaal te werken. Een egalitair systeem, zoals een grid, is ideaal. De andere systemen houden de speculatie teveel in de hand. Een egalitair systeem laat toe dat de stad overal gelijk uitbreidt. Het zorgt voor grote uitbreiding van de stad. Typische bouwblokken: vierkant met afgesneden hoek. Hij denkt stad als systeem: herleidbaar tot het oneindige en overal inzetbaar. Groei van de steden zorgt voor betere woningen voor de burgerij en fascinatie voor de schaal, de nieuwe structuur, de nieuwe industriële complexen. Parc des Buttes-Chaumont: In Parijs, was vroeger een steengroeve en werd nu ontwikkeld tot een landschapspark (met nieuwe technieken): omkering natuur en de stad: vroeger omringde de natuur de stad, nu omgekeerd (het park ligt in de stad). Nieuwe plaatsen zijn gemaakt voor de massa niet van het individu, de mens ervaart het gevoel zich te verliezen in de massa van de stad. Maar daartegenover het terugkomen tot schaal van ontmoeting tussen individu (cafés,passages,...) De ontwikkeling van de moderne metropool 143

144 20.2 De wolkenkrabber Nieuw gebouwtype: De wolkenkrabber (ontstaan in VS) Essentie: het terrein maximaal bezetten en de grondoppervlakte zoveel mogelijk vermenigvuldigen. Een vaste kern voor transport met errond zo groot mogelijke platforms. Chicago Bijzondere ontwikkeling want ook slachtoffer van een ramp (enorme brand in 1871), daarna wereldtentoonstelling en opnieuw opbouwen. Er wordt heel snel uitgebreid vanuit het centrum. Chicago wordt bedacht op territoriaal vlak. Het transportsysteem organiseert de stad (bvb. elevated = metro in de lucht) met in het midden een kern met een gigantisch zakencentrum en een aantal andere grote gebouwen. Stad met grootste culturele ambities (drukt zich ook uit in architectuur) => Chicago: uitspreiding en wolkenkrabbers Burnham & Root Daniel Burnham: John Wellborn Root: Monadnock Building, Chicago, 1890 * 1890: het begin van de Chicago School * Bijna geen decoratie * Massieve constructie * ijzeren draagstructuur met dragende baksteenmuren die naar boven toe verjongen. * Ritme van de ramen, erg beheersd. * Soort sokkel+bovenaan bekroning * Ongelooflijke beheersing van de baksteen * Het heeft enorme kracht * Zware hoekconstructies voor steun * Het zal een atypisch gebouw blijven Daarna ijzeren constructies die de draagstructuren zullen vormen: skeletbouw. Veel anders want een ijzeren skelet waaraan de gevel opgehangen wordt. Een hele traditie van het denken over vormentaal van de architectuur wordt door de ingenieurs op zij gezet. Reliance building, Chicago, 1895 * Door Burnham * Stalen skelet waaraan panelen opgehangen worden. * Bijna alleen glas, enorm open structuur, enkel de vloerplaten krijgen decoratieve elementen * Glazen vliesgevel. 144 De ontwikkeling van de moderne metropool

145 Flatiron building, New York, 1900 * Wordt een icoon * Op een onmogelijk perceel, het is niet orthogonaal * Gevel is geen resultaat meer van tectonische logica * Men beweerde dat het zou instorten omdat het zo smal was, maar de driehoekvorm geeft steun * Stalen skeletstructuur met daaraan stenen platen * Heeft een sokkel (eigenlijk meerdere), schacht en kroon (eigenlijk meerdere). Smaak van Manhattan (+allemaal wolkenkrabbers in stijlen) is veel traditioneler dan die van Chicago Sullivan Louis Sullivan: In Chicago: figuren zoals Sullivan Neemt historische dimensie in zijn gebouwen op: aantal referenties naar Romaanse architectuur. Maar zoekt niet naar historiserende referenties maar naar architectuur die over de geschiedenis heengaat Wainwright Building, St. Louis, 1890 * Vegetatieve decoratie, erg fijne detaillering. * Enorme kroonlijst: volledig bezet met terracotta * De sokkel is vrij horizontaal, de schakt heel verticaal * Natuur bezet het hele gebouw: moet mediëren tussen de enorme schaal van het gebouw en de schaal van de individuele mens. * Enorm raffinement, erg uitgepuurd, geen historicerende decoratie. Carson, Pirie, Scott store, Chicago, 1900 * Warenhuis * Droge bovenbouw * Erg uitgewerkte decoratie in de sokkel. De ontwikkeling van de moderne metropool 145

146 Verdere ontwikkeling Ondertussen wordt er heel veel gebouwd in de VS. Meestal is het veeleer decoreren van de huid met als gevolg heel veel verschillende stijlen: neo-gotisch, mediëvaal, neo-barok... Er is geen tektonische samenhang nodig. Erg krankzinnige maar fascinerende toestanden ontstaan. Zo ontwikkelt de wolkenkrabber zich in het begin van de 20ste eeuw. Als in 1922 in Chicago een internationale wedstrijd voor de Chicago Tribune wordt uigeschreven, is de clash tussen twee culturen duidelijk zichtbaar: VS: wolkenkrabber die willekeurig bekleed kan worden Europa: wou de essentie van de wolkenkrabber accepteren maar wou er ook zeker mee verder werken Een neo-gotisch ding wint (van de hand van Raymond Wood) Summum In de jaren 20 zal de wolkenkrabber enorm groeien. De decoratie blijft ingezet worden om de enorme schaal (die steeds toeneemt) verteerbaar te maken; Chrysler Building, New York, 1930 * William van Alen ( ) * Het is een publicitair gebouw * Wolkenkrabber die zichzelf tooit met elementen van de auto-industrie (dak reflecteert zoals dak van auto) * Heel veel luxe (jaren van welvaart. Op dat moment: economie in Amerika groeit. => De wolkenkrabber heeft maar één ambitie: de grootste zijn. Empire state building, New York, 1930 * Lange tijd grootste wolkenkrabber * Bijna alles van detaillering verdwijnt, enkel de grote telt. Het enige decoratieve schema is de eigen naam. De Amerikaanse steden worden op dat moment een nieuw Babylon. Er is maar één Europeaan, maar één iemand die de essentie van de wolkenkrabber opmerkt: Le Corbusier: De ware betekenis, de armoede is dat groeien het enigste is dat een wolkenkrabber kan doen. => Ils sont trop bas 146 De ontwikkeling van de moderne metropool

147 Begin van de jaren 30 worden complexen met meerdere torens ontwikkeld, zoals bvb. Rockefeller center (Hood, 1940). De compositie en het afbouwen naar boven toe is de enige afwerking. Onderaand worden enorme infrastructuren voorzien, weelderige lobbies. De lobbies worden het alternatief van de stad, de stad wordt achtergelaten als vervuilde, gevaarlijke canyons. De lobbies worden semi-publieke hallen. Lever House, New York, 1950 * Ontworpen door Bunshaft. (Gordan Bunshaft: ) * Glasvliesgevel * Bunshaft ontdoet het van alles en maakt het een soort van glazen doos (eerste volledig in glas!) * Het gebouw toont zich als een spiegelende monoliet. Seagram Building, New York, 1957 * Door Mies Van der Rohe (Ludwig Mies van der Rohe: ) * Donker, behandeld glas (bronzige kleur) * Volledig bekleedt met brons (oermateriaal) * Zwijgend, monolitisch glazen blok * Door precisie onimiteerbaar * Bij Park Avenue (was toen duurste grond van de wereld) * Het gebouw trekt zich terug van Park Avenue, Mies debouwd slechts 25% van zijn grond! Daar waar de prijs per m² het hoogst is, daar laat hij grond vrij. Dat was nog nooit gebeurd in de geschiedenis van de wolkenkrabber. Het is een enorme gest van verspilling. Besluit Sindsdien verliest de wolkenkrabber zijn als rol als hoogste of meest gedecoreerde ebouw. Het enige wat overblijft is platte spielerei. De architect wordt een nar in de handen van de corporaties. Ondertussen speelt zich buiten de stad een enorme bezetting van het territorium af. Een landschap met grote assen en met errond individuele woningen en supermarkten ontstaat. De ontwikkeling van de moderne metropool 147

148 21 Los Angeles en het Case Study House Program 21.1 Los Angeles Ontstaan: 1873: kleine stad, weinig speciaals. 30j later enorm gegroeid, een wegennet werd ontwikkeld over 30-50km De bevolking groeit in een gebied waar er weinig water is: enorme infrastructuren (aquaducten) om water aan te voer. Toen het ontwerp om water 400km ver te hale klaar was, kocht men de grond voor geen geld op, en eenmaal het aquaduct er was, werd de grond voor veel meer geld verkocht => enorme fortuinen/oplichtingen. Er werd ook olie gevonden => iedereen die stukje grond had begon te graven en had een pomp in hun tuintje. => Los Angelos werd een boomtown. Tegen 1920 waren de grote spoorwegen al tot veel verder doorgebroken (80-90km). 1. Los Angelos had een goed spoorwegennet: investeerders kochten stukken grond op, legden er een spoorlijn aan en verkochten dan de percelen: grote fortuinen (rond 1900). 2. De autobandenproducenten zorgden dat de spoorlijnen verdwenen waardoor iedereen een auto moest kopen (rond 1920). => tegen 1940 gigantische snelwegen, enorm veel wegen. Investeerders ontwikkelden het gebied tussen die wegen: ze kochten grond op en zetten er infrastructuren in fuctie van de auto. => er wordt niet meer gewerkt in de hoogte maar men spreidt zich uit in alle richtingen. Steeds meer nieuwe speculaties in LA San Francisco Valley wordt getransorfmeerd van citrusvruchtenplantage naar grote vlakte met laagbouw. En later worden ook de heuvels bezet door een dens verkavelingsnet. 25: ook ontwikkeling van filmindustrie (Goldwyn-mayer studios ) = veel acteurs maar ook architectuur wordt voortgebracht Architectuur lijkt op decors (Aztekentempel, hacienda s van Zorro ), overal vreemdsoortige gebouwen; Enorme paleizen wordt gebouwd: opera s Westwood: veel groen, allerlei stijlen, boulevards 148 Los Angeles en het Case Study House Program

149 Europese architecten gaan naar Californië Los Angelos groeit erg snel en veel Europeanen worden dan ook aangetrokken door de mogelijkheden. Schindler * Geboren in Wenen, Rudolph Schindler, * Gefascineerd door Wright: gaat zijn projecten superviseren * 1922: Schindler bouwt zijn eigen woning: Precies prefab betonnen gebouw, wat Japans van inspiratie (rijstpapieren deuren). Erg gebricoleerde woning. * 1925: Lovell Beach house: betonnen, gebricoleerde woning vlak bij het strand. Albert Frey * Geboren in Zuricht, * Eerste architect die in de VS toekomt én met Le Corbusier heeft samengewerkt * Nieuwe moderne architectuur! * Vooral in Palm Springs gewerkt (eigenlijk woestijn), grote bijdrage voor moderne architectuur in die omgeveing. Richard Neutra * * 1929: Lovell Health house: met dit huis raakte de architectuur uit Los Angelos bekend in Europa. * Invloeden van Le Corbusier: modernisme! Vanaf de jaren 1890 ontwikkelt het modernisme zich simultaan in Europa en de VS maar er is toch een verschil. In Amerika: in het modernisme ontbreekt het utopische, het dromen, de idealen. Enkel de vorm wordt gehouden. Er wordt modieus omgegaan met de moderniteit, in grote villaprojecten. * Heel grote interieurs * Hebben alles weg van filmsets Los Angeles en het Case Study House Program 149

150 21.2 Case study houses Na WOII verwachting dat de moderne architectuur nu het bouwen gaat beheersen. De ambitie, de verwachting ontstaat dat moderne architectuur een antwoord kan bieden op het woningvraagstuk. John Entenza: had tijdschrift arts & architecture opgekocht en volledig vernieuwd om het modernisme te verspreiden. Lichte structuren: staat voor het ideaal van het Amerikaanse leven, gezet in prachtige landschappen. Iconen komen tot stand: Kaufmann Desert House van Neutra (Palm Springs, 1946) Typisch moderne woning, in glas en staal gepubliceerd in l'architecture d'aujourd'hui Case Study houes = Groots project om kleine moderne woningen massaal te zetten. Veel bekende architecten ontwerpen en bouwen een modelwoning. Entenza start en leidt het project. Charles en Ray Eames * Charles Eames: , Ray Eames: * Entenza house (1949) (linker foto) * Eames house (1949) (rechter foto) Japanse sfeer, erg complex Maakten buitenmeubilair (+verzamelen) ook speelgoed Craig Ellwood Feelgood-architecture in de jaren 50 en 60 in Californië Elegante, simpele, minimale structuren (kan niet gebouwd wordt op plaatsen waar het veel regent) =>worden ook iconen van de Californische stijl Modelwoning: minimale structuur, heel transparant, enige zware, vaste element in zijn werken is de haard (was erg populair, getrouwd met een filmster, eigen naam...). Hunt House 150 Los Angeles en het Case Study House Program

151 Pierre Koenig * Bailey House (1958) Auto staat centraal: toegang van woning via carport Ongelooflijke transparantie (buiten bad-en slaapkamer) Eén wand die het huis afscheidt van de straat, één blok voor de kamer, de rest * Case Study House 22 (Stahl House) (1960) Meest iconische woning, van deze woning wordt een soort manifest gemaakt. Grote overkragingen, panorama op Los Angelos Voorkant is gesloten, voor de rest grote transparantie Dramatische foto's, nachtelijke foto's: verlichting van de stad als behangpapier. Van hieruit ontwikkelt zich een hele architectuur waarbij het gaat om experiment: een mix van ingenieusiteit en science-fictio. Soriano * Koopt onmogelijk terrein, bouwt huisje en kabelbaantje ernaartoe * Science-fictionfantasie en inventief * Schulman fotografeert dit ook Case Study Houses De Case Study Houses zijn eigenlijk op heel klassieke manier gebouwd, met hout enz, maar doet wel modern aan. Het gaat om presentatie. Op het vlak van beeldvorming zijn ze wel innovatief maar de bouwwijze is erg klassiek. (vergelijk met Buckminster Füller, die in 1946 al veel innovatievere constructies metnieuwe materialen ontwierp.) Het is erg traditioneel, ook qua mentaliteit (vrouwen die bloemschikken, aanbieden van een drankje...), eg rustige familiale sfeer, erg traditioneel keurslijf. Los Angeles en het Case Study House Program 151

152 Industrie Gesofisticeerde technologiën waren door de oorlog ontstaan. Een apparaat dat snel ontwikkeld was en waar vooral Amerikaanse vrouwen tewerk werden gesteld. Zo snel heel veel noodwoningen: prefab. Dit idee wordt verder ontwikkeld: Lustron House: geëmailleerd plaatstaal. => net zoals de auto wordt de woning een massproduct. De utopie van een eigen woning met tuintje wordt gerealiseerd maar het is niet bepaald vooruitstrevend (neo-koloniale stijl). =>enorme ontwikkeling. Het ideaal van de Case Study Houses is gepasseerd door de Amerikaanse industrie, die zelf geen idealen heeft. Het resultaat is een modale woning, die op industriële wijze en schaal opgeleverd wordt (35 woningen per dag). De woningen worden erg populair. Van de idealen van de Europeanen, de dromen, blijft er amper iets over. Een aantal kunstenaars zullen deze nieuwe wooncondities registreren en willen het latent, verontrustend karakter tonen (zelfs eerder kunstenaars dan architecten). Los Angelos wordt de scène van raciale conflicten, apartheid: rellen/riots. => de ideëen verdwijnen in de jaren60. Frank Gary (?) zal dat verschil registreren. Nauwelijks vijf jaar na het Case Study House van Koenig zet hij een bunkerachtige woning. => Form follows fear Ook ommuurde woningen, omheiningen... => Uitzichtloze situatie. 152 Los Angeles en het Case Study House Program

153 22 De machine age en hoe ermee om te gaan 22.1 Modernisme modernistische architectuur: rond 1900 beseft men dat de neo-stijlen tegengesteld is aan wat er in de maatschappij gebeurt. Verleden was voorbij, de historische stromingen vindt men irrelevant voor de huidige ontwikkeling van de architectuur. Nieuwe visie op geschiedenis Cultus van het soevereine individu: vrije creatieve leven; Nietzsche: Übermensch Henri Bergson (Frans filosoof) : geloof dat er een creatieve drang in de mens bestaat om vanuit get niets op te bouwen. Ongeremde zelfontplooiing. Eclecticisme: laatste opflakkering van alle vorige stijlen Impact van de industrie: producten dringen binnen in het dagelijkse leven van de burgers Vb: auto, telefoon, daarna vliegtuigen (eerste vlucht in 1903) Eerst gietijzer, dan smeedijzer, dan staal Nieuwe bouwmaterialen & technologie Architectuur imiteert de machines, maar vooral metaforisch, oppervlakkig, niet de ideëen of het concept. => Nieuwe architectuur: elementaire vormen imiteren. Rond 1900 is de nieuwe technologie klaar voor een nieuwe architectuur (zie de rest van de geschiedenis, daar was het omgekeerd). Vers une architecture * van Le Corbusier: een huis is " une machine à habiter * cover: geen architecturaal icoon, maar dek van een stoomschip * ooit waren Griekse tempels het voorbeeld van bouwen, nu is de auto daar het equivalent van * Engelse vertaling: ander prentje, zijn behoudsgezinder Towards aan new architecture. Rationele & functionele architectuur: de modernisten Imiteren de geometrische principes van de grote gebouwen van Parijs Architectuur die mensen beter kon maken, de modernistische doctrini overtuigt de mensen dat de architectuur de morele en sociale redding is. In de 20e eeuw: er is een continu debat omdat er meerdere moderne architecturen waren (zeer complex) Tegengestelde richting: Mumford <-> Le Corbusier De machine age en hoe ermee om te gaan 153

154 Eugène Viollet-le-Duc Behoud & restauratie van grote kathedralen Actieve restaurateur van middeleeuwse en gotische bouwwerken Notre Dame de Paris Transformeert ruïnes van kastelen tot volwaardige kastelen Hij blijft de principes van de gotiek verdedigen maar gebruikt nieuwe materialen en nieuwe technieken. Architecten nemen de principes in plaats van de vormentaal over. Er ontstaat een nieuw referentiekader, dat via goedkope en geïllustreerde boeken verspreid kan worden. Moderne architectuur wordt ook beïnvloed door een morele ambitie: de nieuwe architectuur zal leiden tot een nieuwe, betere wereld. Maar de effecten van de industrialisatie zijn niet altijd posief, bijvoorbeeld lelijke/slecht gemaakte producten, arbeiders zijn moderene slaven... => Veel verschillende reacties. Engeland Pugin: Oplossing: terugtrekking, keren de nieuwe architectuur de rug toe. Er is geloof in neogotiek & catholicisme. Vb: houses of parliament: creëren van nieuwe, goede samenleving Ruskin: geen katholiek maar moralistisch medievalist, pleit voor behoud van kwaliteit van het vroegere bouwen. Middeleeuwse gebouwen zijn het summum van de menselijke bouwkunst, het menselijke vakmanshap. William Morris: is een socialist, hij wil de wereld veranderen.morris is anti-industrieel (wou handwerk) en tegen het historicisme. Zoeken naar nieuwe vormen, geïnspireerd door onder andere de botanica, (modernist) die met de hand (oude samenleving) kunnen vervaardigd wordt. Kon de machine niet accepteren, kon niet met de machine omgaan. Geen van deze Britten zet de volgende logische stap: accepteer de machine, leer het ontwerp kennen en grijp de macht erover om betere, nieuwe producten te maken. In Duitsland lukt dit wel. Muthesius richt in 1907 de DWB, Deutsche Werkbund, op. Het doel is een samenwerking tot stand te brengen tussen de industrie, de kunst en de handel. En zo produceert in het begin van de 20ste eeuw de industrie dingen die qua kwaliteit en schoonheid evenwaardig zijn als handgemaakte producten. => De architect dringt binnen in de wereld van de machine en beheerst het. 154 De machine age en hoe ermee om te gaan

155 22.2 Art Nouveau Duitsland: die kunst in Industrie und Handel Behrens gaat voor industrie werken, ontwerpt bvb. elektrische waterkoker Maakt producten met een kwaliteit zoals vroegere handgemaakte producten De ontdekkingen in de natuur, het onderzoek naar de natuur en nieuwe representatietechnieken hebben een grote impact op de Art Nouveau. Winkeltje in Parijs, Victor Horta had een ontwerp gemaakt maar werd nooit uitgevoerd Victor Horta l art nouveau! Inspiratie van biomorfe vormen+industriële invloeden Huizen vol met licht, nieuwe ruimtes, moderne materialen Rond 1892: Victor Horta is de eerste Art Nouveau-architect. Hôtel Tassel, Brussel, 1892 * Omverwerpen van de principes van de burgerlijke woonhuizen, van de typische structuur van de een 19de eeuwse woning: deur in het midden, laag en bescheiden. Ook zit er in de opeenvolging van de verdiepingen iets raars: *Ijzeren structuur zichtbaar *Invloed van biomorfe vormen * Zuilen zijn beïnvloed vanuit botanica, plooit zich open over het ijzer * Binnen: zeer open, de architectuur plooit zich open in alle richtingen, overal valt licht binnen * Tonen van nieuwe structuur, draagstructuur in ijzer * Radicaal * Beschildering van wanden als een plant * Werkt met ruimte ondanks smal perceel -> plaatsen van spiegels * Niet alleen nieuwe vormen maar het is vooral ook een kwestie van de ettiquette van het burgerlijk wonen achter te laten. * Niet alleen nieuwe vormen maar ook nieuwe materialen. Hôtel Max Hallet, Brussel, 1902 * Eenvoud van de façade * Tuingevel: bijna plantstructuur, als eenknop, plooit zich open; niet op een banale kitscherige manier. Een industrieel ding zit op de meest representatieve plaats: in de grote centrale hal. De machine age en hoe ermee om te gaan 155

156 Hotel Van Eetvelde, Brussel, 1895 * Van Eetvelde was een belangrijke administrateur in Belgisch Congo.Hij was een erg liberale bourgeoisie, stond dicht bij de anarchie en een aantal sociale stromingen. Hij stond open voor nieuwe experimenten. * Bescheiden deur, de gevel erg Amerikaans:: voor de gevel elementen uit de industrie. * Binnen: tonen van de ijzeren constructie * Als je binnenkomt: schuine toegang: geen orthogonale maar diagonale werking. * Dan een halve trap op: één groot ontvangstsalon, op twee niveaus. * Eén grote, ongelooflijk lichte ruimte (lichtpunt tussen twee gebouwen). * De ruimte plooit zich open in alle richtingen (bvb. glazen deuren naar andere ruimtes). Horta vormt structuren om tot betekenisvolle, nieuwe architectuur (hij laat bijvoorbeeld de klinknagelszien). Kleuterschooltje, Brussel, 1895 * Geen perfecte symmetrie, historische stijlen worden opgegeven maar het vakmanschap wordt behouden. * Nieuwe vormentaal * Luifel: Een hoge deur op de schaal van de gevel. De luifel is lager: intieme ruimte, bijna op schaal van de kleuter. Steen tot zover het kan en dan neemt het ijzer het over (samengesteld uit industriële elemeten/profielen). * Lichte constructie met grote overspanning. * Met elementen uit de industrie een structuur maken die eruit ziet als een bloem maar dat motief is er niet opgeplakt. *Erg slim, erg spontaan. Maison du peuple, Brussel, 1895 * Zetel van de Belgische Werkliedenpartij. * Monument van de nieuwe tijd & de nieuwe arbeider * Opgericht in ijzer * Details, biomorfe vorm * Tonen van draagstructuren * Opbouw als minerale structuur * De gevel is indrukwekkend, monumentaal maar niet bourgeois. * Gietijzeren vorm plooit zich open, maar dat is nodig om de balk te dragen. * Extreem raffinement. 156 De machine age en hoe ermee om te gaan

157 Eigen woning, Brussel, 1898 * De draagstructuur is een radiator * Wanden en plafond bekleed met geëmailleerde baksteen: licht maximaal weerkaatsen * Gevel: industriële elementen voor het balkon: erg licht (en dus minder structuur die het licht tegen houdt). Het balkon is opgehangen aan het stenen balkon erboven. * Centraal staan naast de stenen elementen de nieuwe elementen van de moderniteit (bijvoorbeeld verlichtingssystemen). Art nouveau gaat niet over een overdaad aan decoratie maar is daarentegen erg beheersd Hector Guimard Rond 1900: opening Parijse metro Toegangen ontwerpen voor metro Invloed van de plantvormen Plantvormen & stucwerk van de rococo: minder radicaal dan van.horta: het gaat hier om decoratie Henri Van de Velde Begonnen als schilder Reageert op een andere manier op context van zijn tijd Sterk beïnvloed door Engelse architecten (bvb. Morris). Creëert stijl van de elegantie Zijn droom: de lijn die continu doorloopt; continuïteit in alles Wil grootstad terug aangenaam maken Ontwierp meubels, juwelen, bestek, inrichting van winkels Bloemenwerf, Ukkel, 1895 * Eigen woning * Van De Velde ontwerpt bijna alles zelf (zelfs het bestek). * Elegantie van de metropolitane wereld. * Niet zo radicaal als Horta, alles is verenigd in een elegante constructie. De machine age en hoe ermee om te gaan 157

158 Rond WOI zijn bij Van De Velde zijn ideën in crisis. Bibliotheek Universiteit Gent, Gent, 1933 * Na WOI *Een van zijn laatste werken * Tonen van moderniteit. keuze type gebouw: toren niet meer streven naar elegantie *De hele toren is in zichtbeton, met klinkbekisting (eigenlijk iets dat alleen voor industriële gebouwen gebruikt werd, hier nu in een cultuurgebouw). * Oorspronkelijk waren er ook rubberen vloeren gepland. * Na lang de moderniteit verborgen te hebben, laat hij nu de lelijkheid van de nieuwe materialen radicaal zien. * Moderniteit is nieuwe vormen en nieuwe materialen en technieken. Die twee zaken zijn niet meer los te koppelen. * De wil om zich te omringen met de moderniteit maar ook de realiteit ervan accepteren. = Horta = Van De Veld (maar pas op het einde van zijn leven). 158 De machine age en hoe ermee om te gaan

159 23 Het Wenen van Adolf Loos 23.1 Wiener Sezession Aan het begin van de 20ste eeuw is Oostenrijk-Hongarije een enorm multi-etnisch rijk, met zo'n vijftig miljoen inwoners. Na 1860, liberalen aan de macht, transformatie van de stad van hoogburgerlijke stadsstructuur: de Ringstrasse Errond komen burgerlijke gebouwen (bvb. het parlement) en nieuwe woonprojecten, volgens aan.r.-paleizen Knooppunt van intellectuele & artistieke ontwikkeling: Freud, Mahler, Witgenstein, Klimt, -> verzetten zich tegen gevestigde wet & culturele waarden Reageren tegen de liberalen 1861: liberalen stellen commissie aan om te oordelen over schone kunsten-> conservatief => Klimt organiseert een groep om de commissie binnen te dringen, lukt niet! 1894: de Wiener Secession wodt opgericht: een vereniging van kunstenaars die protesteren tegen de conservatieve opvattingen van de politieke macht. De nieuwe kunsten kwamen te weinig aan bod. => grote breuken Otto Wagner Belangrijkste Architectuurprof in Wenen. Voorstander van nieuwe materialen voor nieuwe stad Vb.: Majolicahuis: hijwilt nieuwe ornamentele vormen ontwikkelen en nieuw materialen (tegeltjes). Appartementsgebouw met florale motieven. Bekleding met tegels: regen kan de vuile muren poetsen Rationele structuur van het nieuwe materiaal. Ambitie om nieuwe materialen te verenigen met publieke infrastructuur. OPMERKING: Typisch eind 19de, begin 20ste eeuw: metrostations en andere publieke infrastructuren krijgen veel aandacht Postspaarbank, Wenen, 1902 Licht wordt binnengebracht, de machines worden getoond, machinale vormentaal. Wagner ontwerpt op alle mogelijke schalen. Het Wenen van Adolf Loos 159

160 Josef Hoffmann : Hij richt de Wiener Werkstatte op (een soort van atelier). Moderne architectuur met sobere gevelvlakken Sanatorium, Wenen, 1905 * Opdracht van Weense psychiaters * Even modern op medisch vlak als op vlak van vormgeving * Enorme zorg voor detaillering. * Hij ontwerpt (samen met de Wiener Werkstatte alles! Gebouw, bekleding, lampen, Palais Stoclet, Brussel, 1910 * Eenvoudig van vormen, het heeft niets te maken met machine-esthetiek. * Erg geraffineerd, veel details (bronzen randen aan de gevels, bekleed met marmer...) * Er werd zes jaar aan gewerkt door een hele ploeg kunstenaars: willen het volledig vormgeven (vb. een muurschildering van Klimt). * Magnum Opus van de Wiener Werkstatte * Interieur: uitdrukking van de ambitie van de groep om alles vorm te geven zoals zij het willen * Vormgeving van alle elementen: zo elegant en kwalitatief mogelijk 23.2 Adolf Loos Loos = een duivel in een wijwatervat. Rond 1900: nauwelijks belangrijk als architect maar wel erg arctief als criticus en polemist Hij is een beetje een outsider: Niet in Wenen gestudeerd ( technische school in Dresden) Na zijn studies vertrekt naar de VS, hij werkt onder andere in Chicago en reist door Amerika: hij komt in contact met de grote gebouwen van de Amerikaanse cultuur. => onder indruk van grote industriële structuren Terug in Wenen is Loos actief in de modernistische groep rond de Wiener Secession. Hij is kritisch: Hij vergelijkt wat zich in Wenen voordoet (appartementen gebouwd in de vorm van paleizen) met stedenaanzichten gebouwd met hout en canvas (ergens in Rusland, om Katerina te doen geloven dat het gebied niet verwaarsloosd was). Loos had veel impact. 160 Het Wenen van Adolf Loos

161 Karl Kraus April 1899: Karl Krauss richt Die Fackel op Kraus is voor de litteraire kritiek zoals wat Loos doet voor architectuur en design. Hij is tegen het literaire estheticisme. Achter schoonheid van taal een leegte van inhoud Verontwaardigd: verwarring tussen dingen die verschillende principiële doelstellingen hebben: Er is een verschil tussen kunst, architectuur en ontwerpen. Adolf Loos en ik, hij letterlijk, ik figuurlijk, hebben niets anders gedaan dan aangetoond dat er onderscheid is tussen een urne en een pispot. Hierdoor krijgt de cultuur pas speling. Andere gebruiken een urne als pispot of een pispot als urne. urne: ter nagedachtenis: is symbolisch dus decoreren. WC: dat decoreren is ridicuul, de inhoud heeft niets te maken met symboliek. Voor Loos moeten gebruiksvoorwerpen gewoon goede gebruiksvoorwerpen zijn. En kunst mag e kan kunst zijn maar gebruiksvoorwerpen is iets anders dan kunst. Loos schrijft veel artikels, verdedigt bijvoorbeeld de eenvoud van de Engelse gentleman, de Amerikaanse arbeider... Die Neue Freie Presse: -> schrijft artikels: controversieel, grappig tegen Oostenrijkse cultuur; artikel over schoenen: Weense Eng mode April 1900: publiceert in ander dagblad: kritiek op art nouveau & Van de Velde -> verhaal van man die alles heeft en ontbreekt toch iets. Kunst.? 1903: Das Andere -> ter bevordering van de invoering van de Westerse cultuur -> schrijft over van alles ivm stijl, sociaal gedrag; wil correcte, moderne wijze ervoor aanduiden -> eenvoud van het oude gepleisterde huis burgerlijke smuk Café Museum, Wenen, 1899 * Inrichten van de gelijkvloersverdieping * Verandert binnenin haast niets Villa Karma (?),?, 1904 * Rond een bestaande constructie zet hij een nieuwe constructie, in de tussenruimte zet hij nieuwe dingen * Loos haalt de kracht uit de materialen zelf: dat is de enige vorm van decoratie (de patronen in het marmer, hout...) * Dorische zuil. Het Wenen van Adolf Loos 161

162 American Bar, Wenen, 1907 * Confrontatie tussen midden-europese architectuur van toen (marmer bvb.) en nieuwe invloeden van Amerika (Amerikaanse vlag als lichtbak). * Houten panelen langs de muren, leren zetels, spiegels (om ruimte veel groter gevoel te geven). Das Looshouse, Wenen, 1909 * Goldman & Salatsch Building * Opgericht tegenover de residentie van de keizer * Wil statement voor de façade. * Hij krijgt veel kritiek op de façade, Hij wordt verplicht bloembakken aan te hangen. Loos had de verplichte decoraties niet laten uitvoeren. * Gevel leidt tot een groot debat: voor 2000 man verdedigt hij zijn gebouw in een lezing. Hij zegt daarbij een aantal interessante dingen: Weense huizen moeten er terug statig en serieus uitzien. Gedaan met grappenmakerij in de architectuur De schoonheid van het paleis zit hem in de eenvoudige aangrenzende bebouwing Vroeger was er één die sprak en de rest zwijgt. Nu schreeuwt iedereen door elkaar. Bouwaanvragen dienen om luxe te beperken, behalve voor enkele speciale gebouwen. => Geen stilistisch principe van eenvoud maar functioneel, logisch Ornament und Verbrechen, 1908 * is heel bekend geworden * = Ornament en misdaad * Het is een aanval op het ornament. Hij zegt eigenlijk dat het ornament een enorme schade brengt aan de mens. Ornament is verspilde moeite, verspilde tijd en verspild geld. * Het is geen formeel betoog maar in essentie zegt hij dat ornamenten niet bijdragen tot de functie. Bovendien zijn ornamenten modieus en kunnen dus uit de mode geraken, waarna het vernieuwd moet worden. 162 Het Wenen van Adolf Loos

163 In zijn tekst Architectur houdt Loos een pleidooi voor de eenvoud van de Oostenrijkse architectuur en om dat om te zetten naar de nieuwe tijd. Als Loos platte daken introduceert is dat niet om formele redenen maar om op elk niveau terassen te creëeren. Bij Loos vertelt de buitenkant over de zakelijkheid, het is een neutraal ding (witgepleisterde muren). Net zoals de mens leeft in de metropolitane wereld. Het interieur is helemaal anders: de mens moet er zich goed voelen. Tapijten, zetels...: niet zo eenvoudig. Het lijkt radicaal anders dan de witte muren. De interieuren zijn naar binnen gericht. De ramen zijn bijvoorbeeld niet bedoeld om naar buiten tekijken maar om licht binnen te brengen. Ook is de hoogte van de plafonds bij hem afhankelijk van de functie van de kamer. Haus Steiner, Wenen, 1910 * Radicaliteit van vlakken * Twee jaar later: experimenteert met terrasbouw; nu technisch mogelijk in Wenen * Naakte, zakelijke gevels interieur: moet aangenaam zijn om in te leven, je thuis voelen (tapijt ) Haus Moller, Wenen, 1926 * Ramen: geen zicht naar buiten, licht naar binnen brengen * Raumplan : niveauverschillen * Gebruik van spiegels * Muziekkamer bezet met houten panelen Villa Muller, Praag, 1930 * Erg belangrijk * Witte kubus op een helling, een wat verborgen toegang. * Buitenzijde: grootstedelijk schild, naar binnen toe gericht * Binnen: Ingang betegeld met glas, smal Via een klein trapje dat wegdraait kom je boven in de grote ruimte Kwaliteit door vorm en materialen in de ruimte Het salon is dubbelhoog, de eetruimte heeft een lager plafong en kijkt uit over het salon => enorme transparantie, de architectuur is verschillend op elk niveau * De ornamentering is het bekledingsmateriaal zelf * Wat voor Loos belangrijk is, is dat elke activiteit een eigen plek heeft, in functie van de impact, grootte, relevantie... (in tegenstelling tot burgerhuizen: alle ruimtes ongeveer gelijk). Het Wenen van Adolf Loos 163

164 Besluit Loos had een grote impact op het ontstaan van de moderne architectuur, via teksten en gebouwen. Zijn werk is een meditatie over de limieten van de creativiteit. Ornament is volgens hem een verloren vorm van creativiteit. Waarvoor gebruik ik mijn creativiteit? We moeten de schoonheid vinden in de logica van hoe dingen in elkaar zitten. De schoonheid van gebouwen: neutrale gevel, schoonheid van de materialen in het interieur, de schoonheid van hoe de ruimtes in elkaar zitten Ludwig Wittgenstein Hij gaat nog verder: Wat gezegd kan worden, moet helder gezegd worden. Wat niet gezegd kan worden, daar moet over gezwegen worden. Wittgenstein House, 1928 * Wittgenhuis ontwerpt een huis voor zijn zus * Soort van naakte witte huid, maar klassieker. Een klassieker ritme, het verraad zijn schaal niet. *Weinig ornament (een beetje reliëf in pilasters) * Alles herleidt tot een minimum * Witte vlakken, deurvlakken en zwarte vloeren * Amper decoratie (wel in kleine dingen, bijvoorbeeld in de hoekradiator), enkele antieke meubels. * Een paleis in eenvoud. De les, het idee is het besef dat je de mens meer kan bevrijden door hem dingen te ontnemen dan hem onophoudelijke dingen te geven. Een staat die hoger is dan toegeven aan de impulsen van de kapitalistische maatschappij. De mens wordt niet vrijer door hem te overladen met allerlei dingen. 164 Het Wenen van Adolf Loos

165 24 Ludwig Mies van de Rohe 24.1 Achtergrond in Duitsland form follows function Louis Sullivan Basislijn voor functionalisme vorm ontstaat uit mystieke afgod? Hans Poelzig architectuur bestaat exclusief uit krachtige emoties Taut Moderne architecten worden gedreven door de nieuwe ideën van de filosofie, architectuur als spiritueel medium. Om Mies te begrijpen: twee stappen: 1) : Duits expressionisme krachtige, utopische voorbeelden tonen. Het kristal is dé vorm van het expressionisme: is magisch, vebrergt niets, zeer modern Vb boek Glasarchitektur van Scheerbart (dichter, profeet van de architectuur?) Vb. Bauhaus: opgericht in 1919, heeft kristallijne lichtvormen Vb. Crystal palace van Paxton Bruno Taut , Duitsland Glaspaviljoen, Keulen, 1914 * tentoonstelling in Keulen * gebouw volledig uit glas * transparant en licht Alpine Architectur, 1917 * tekeningen over kristallijnstructuren met commentaar * architectuur die organisch lijkt door kristalvorm * Hij ontwerpt ook blokjes van gekleurd glas voor kinderen om huisjes te bouwen. Ludwig Mies van de Rohe 165

166 Hans Poelzig , Duitsland Schauspielhaus 1912 * Complete transparantie * Sterke vormen * Sterk baksteenvolume *Interieur is soort van gigantisch kristal * Verborgen licht => mystiek Lobby s * project voor enorme feestzaal * ontwerp voor jaarbeurs 28? * voor industrie: chemische fabriek 12? * watertoren: helemaal transparant Max Berg , Duitsland Jahrhunderthalle, Polen, 1912 * combinatie expressie en nieuwe mogelijkheden betonconstructie * enorme zaal, maar veel licht en een ijle structuur Chilehaus, Hamburg * zeer expressieve vorm * combinatie glas & baksteen kerk van Barti (niet gebouwdd) * stervormig grondplan * beton & mystiek Massieve, expressieve volumes in architectuur 166 Ludwig Mies van de Rohe

167 24.2 Relatie tussen vormgeving en industrie Herman Muthesius , Duitsland Ideeën van de Engelse arts ands crafts in Duitsland invoeren maar met modificaties: pleit voor acceptatie van machine als legitiem werkinstrument Deutsche Werkbund, 1907 Groep vooruitziende industriëlen, kunstenaars, architecten. De beste vertegenwoordigers van de industrie, kunst en handel samenbrengen om hogere kwaliteit van de industriële productie te verwezenlijken.ze accepteren de machine om objecten te produceren en ze gaan het industrieel proces beheersen als een ontwerpproces Peter Behrens , Duitsland De drie belangrijkste architecten van de 20ste eeuw (Gropius, Le Corbusier en Mies van de Rohe) komen uit zijn studio. AEG: enorm bedrijf waar Behrens ontwerpverantwoordelijke wordt: Behrens krijgt zeggenschap over alles wat ze gebruiken en produceren. Ontwerpt niet alleen voorwerpen, maar ook gebouwen voor AEG AEG Turbinenfabrik, Berlijn, 1909 * enorme fabriekshal * driescharnierboog *Lijkt op een spoorwegstation, tentoonstellingshal. => Behrens transformeert een fabriekshal in een nobel architecturaal monument: het is zowel een fabriekshal/treinhal maar het heeft ook iets van een tempel. => Een soort classicisme maar dan zonder rechtstreekse verwijzingen. Villa Mertens (?), 1909 * Neoschinkeliaanse villa waarin Behrens een aantal interventies doet (weinig bekend): * Afsluiten van het terras: klassieke zuilen uit marmer: het klassieke wordt vertaald naar het hedendaagse * De trap naar de badkamer: kwaliteit!, witte vlakken (lijnen hebben een klassieke basis), marmeren balustrade Ludwig Mies van de Rohe 167

168 24.3 Mies van de Rohe , Duitsland, VS Prille begin 1886, Aken als Ludwig Mies Vader is steenkapper Wijzigt zijn naam: voegt naam van zijn moeder (Rohe) toe Opleiding als metser in de vakschool Verlaat Aken en trekt naar Berlijn op 19-jarige leeftijd Werkt voor Behrens als meubelontwerper (?) van Mies van der Rohe had geen architecturale opleiding, maar had onder paar goede architecten gewerkt en een paar goede boeken gelezen. 1906, Potsdam * Eerst architecturale opdracht * Op het eerste zicht een vrij klassiek gebouw, maar langs de tuinkant minder: het steunt op soort sokkel * Behrens had eerder iets gelijkaardig gedaan, combinatie van een sobere en een klassieke vorm Haus perls, 1911 * Basisstructuur: klassiek * Gebaseerd op Schinkel 1912: Opdracht van Hollandes mecenassen aan verschillende grote architecten voor een villa (met maquette op de site op schaal 1:1). Gropius zegt erover: We zijn op zoek naar iets helemaal anders. Het wordt nooit gebouwd. 168 Ludwig Mies van de Rohe

169 Vooroorlogse periode Wat is er tussen 1919 en 1921 gebeurd: De naoorlogse periode in Berlijn: ongelooflijk artistiek klimaat; opkomst van Dada, gaat naar tentoonstelling en komt in contact met expressionisten en dadaïsten Glas Hochhaus Mies had in de oorlog tijd gehad om na te denken: komt met totaal anders soort ontwerp af voor een Hochhaus: helemaal in glas Hij benadert de wolkenkrabber als readymade Hij herleidt het tot zijn essentie in tegenstelling tot de wolkenkrabbers in Amerika Mies aanvaardt wolkenkrabber als technische vorm, waar de architect nieuwe artistieke antwoorden moet op bieden. Hij vindt dat deze gebouwen om zeep geholpen worden door de decoratie maar dat ze meer kunnen worden dan hun gewone techniciteit. Net zoals andere Duitse architecten heeft Mies respect voor het technisch kunnen maar kritiek op de decoratie. Op dat moment is er in Duitsland veel ambitie om wolkenkrabbers te zetten maar er wordt weinig gebouwd (door het moeilijke economische klimaat). Men gaat op zoek naar een alternatief voor de valse monmentaliteit van de wolkenkrabbers. Zijn Glas Hochhaus wordt in het tijdschrift Fruhlicht van Bruno Taut getoond: teken dat zijn architectuur nauw aansluit bij die van Taut. 1ste dada-tentoonstelling: Bader(?) wijst Mies naar een beeld van de Flatironbuilding van Burnham Ambitie: we moeten iets doen met de slanke vorm van de wolkenkrabbers in New York en de dada-kunst van Duitsland: soort ingenieurkunst zonder allerlei vooroordelen over de vorm (maar geen louter technische structuur volledig zonder decoraties). Gevoed door de kunsttheoretici gaan architecten op zoek naar een abstrahering van de klassieke monumentaliteit. Eenvoudige geometrische vormen want die kunnen krachtige emotes opwekken. Mies vervangt in de wolkenkrabber massa door glas en doet daarmee drie dingen: Toont skelet: monumentaliseert het Gebruikt de kristalfiguur (kristal was belangrijk in de Duitse Avant-Garde). Het bouwterrein kan maximaal bezet worden. Hochhaus wordt op cover van G getoond Foto van hoofden: zit zeer dicht tegen de karakterisering van Mies zijn wolkenkrabbers = huid en beenderen Pure vorm is de natuurlijke vorm : profiel van mens en schedel (pure vorm en structuur) OPMERKING: De media was belangrijk voor de carrière van Mies. Tot dan toe had hij drie shinkeliaanse villa s gebouwd (wordt niet hierdoor bekend). Er is een verschil tussen de bouwende Mies en de mediatieke Mies. Ludwig Mies van de Rohe 169

170 1922 2e wolkenkrabber Bürohaus, e wolkenkrabber 1923: betonnen villa 1924: Brick House: ruimtes gevormd op abstracte wijze (~Doesburg) : niets van gebouwd! : bouwt een aantal dingen Mies gaat de villa-typologie radicaal, fundamenteel herdenken. Deuren worden openingen: de axialiteit verdwijnt. Alles wordt opeblazen, uit elkaar gehaald. (Met als gevolg dat de bourgeoisie haar mondaine avonden anders zal moeten gaan organiseren.) Weissenhof Siedlung, Stuttgart, 1927 Appartementsgebouw Weissenhof Siedlung Na de oorlog is er een groot woningtekort, opdracht toegewezen aan avant-gardistische architecten (dit is waar ze goed in waren). -> Uitdenken van woningen voor grote groepen mensen Op dat moment: progressieve Weimarrepubliek maar erg arm. De tentoonstelling is bedoeld om de mogelijkheden van de techniek te tonen. Ze laten zien wat de architectuur kan * Mies maakt een appartementsgebouw met een minimum aan middelen, potenties van de moderne bouwtechnologie tonen: maximum uit het minimum halen. * Op technisch vlak is het niet spectaculair, interieur en ruimtelijkheid vindt hij belangrijk. Het gaat om de ruimtelijke impressies die mogelijk gemaakt worden. * Plaatst vlakken in de ruimte als inrichting (zie ook de kunst op dat moment) * Dit was voor een tentoonstelling om de mensen te stimuleren om modern te bouwen * Toont in tijdschrift hoe nieuwe ruimtes kunnen ontstaan door deze structuur * Niet spectaculair op technisch vlak maar herinterpreteren in plaats van vernieuwen, hervormen van de burgerlijke typologiën. 170 Ludwig Mies van de Rohe

171 Haus Esters en Haus Lange, Duitsland, 1930 * Ze werden lang beschouwd als mineurwerk van Mies, bekeken als werken die niet pasten binnen de radicaliteit van andere Miesprojecten. Men vindt het te traditioneel. Slechts enkele interieursfoto s in tijdschriften waar meubels werden bijgezet en muren weggehaald om het een modernere look te geven. Men steekt het op cliënt maar die was eigenlijk een grote bouwheer die wist wat hij wou. * Wel mooie baksteenstructuur, men zegt dat het tektonisch gezien de kracht van Mies van der Rohe toont. In de kritiek wordt het geloofd voor de rationele baksteenarchitectuur. De principes van een baksteenconstructie zijn: geen grote onderbrekingen, muren boven elkaar plaatsn en ruimtes in verhouding met de structuur. Maar Mies breekt hier volledig mee: bijvoorbeeld een boekenkast over bijna de volledig lengte van de muur: ogenschijnlijk een dragende wand maar is volledig uitgehold. Het hele huis zit vol met balken (350 balke, 50ton staal, 212 pagina's berekeningen. Werd gezien als logische baksteenconstructie maar is het dus niet * Mies zoekt naar nieuwe ruimtelijke organisaties, maar de vorm sluit aan bij het hoog-burgerlijk, vooruitstrevend gezin. Ruimtes schuiven uit elkaar, doorzichten worden mogelijk. Het is een fusie van modernistische elementen in verband met ruimte met de uitgepuurde, classicistische vormen van Schinkel. Geen klassiek interieur, een erg subtiel spel, heel veel doorzichten, kadreren van de natuur... De trap is ook typisch Schinkel. * Toont zijn techniek niet maar het sublieme resultaat * Het is een complexe hybride, baksteen als camouflage voor een hele complexe structuur. Villa Tugendhat, Tjechië, 1930 * Ligt op steile helling * Beton en staalstructuur * Raampartijen kunnen naar beneden geschoven wordt *De structuur bestaat uit een aantal vaste wanden maar de binnenruimte wordt georganiseerd door twee vlakken: houten ronde wand en een vlakke onix wand * Het is ook niet enkel functionalistisch (eerst gepland in baksteen). * Luxueuze versie van de principes van de Weissenhof Siedlung. * Heel veel doorzichten. * Aan de tuinzijde: één groot open valk, de ramen verdwijnen in de muur eronder. * In tegenstelling tot de rationalisering bij de andere architecten neemt Mies hier afstand tot de techniek. Er is weinig techniek zichtbaar, enkel het sublieme, enkel het plezier die de techniek kan bieden, wordt getoond. Ludwig Mies van de Rohe 171

172 Barcelonapavillioen, Barcelona, 1929 * Dit is het meest iconische werk van Mies van der Rohe. * Duitse paviljoen op de wereldtentoonstellingin Barcelona in (afgebroken in 1930) * Gebouwd als representatie maar niet uitgedrukt in producten van het land maar waartoe Duitsland toen in staat was om te bouwen: absoluut atypisch voor een pavillioen op een wereldtentoonstelliing. Het gebouw stelt zichzelf tentoon, het is gewijd aan de radicalisering van de ruimtelijke ervaring. Het heeft wel een politieke en economische functie: de Weimarrepubliek wil geest geven aan nieuwe tijd en wil doordringen op de Spaanse en Amerikaanse markt * Het wordt een icoon van de modernistische beweging maar het is daarentegen wel erg atypisch modernistisch: Er worden vier soorten steen (waarvan twee marmer) en vier soorten glas gebruikt. Is het een skeletstructuur of met dragende wanden? Het hele gebouw is een dubbelzinnige constructie tussen de twee in. De structuur is amper zichtbaar, quasi weg (kruisprofielen). Zogezegd een perfecte modulering, logische zuiverheid van de tegels als basis van het gebouw maar in realiteit past het grid zich aan de constructie aan (de tegels zijn verschillend in grootte). * Toch een erg canonisch gebouw * Pure radicalisering van de ruimtelijke ervaring * Bijna niemand had het gezien, het Barcelonapavillioen had een kort reëel leven maar een erg lang mediatiek leven. * Er wordt wel een reconstructie gemaakt * Het verschijnt in een boek van Hitchcock over de moderne beweging in Europa en op een tentoonstelling in New York over architectuur in Europa sinds 1920: From modern movement to the international style. (in het Museum of Modern Art). => Mies wordt bekend in de VS Mies Van der Rohe in de VS Gevolg: veel uitnodigingen om naar Amerika te gaan maar hij accepteert die pas in 1937 als zijn persoonlijke en professionele situatie onder het Nazi-regime onhoudbaar wordt. Hij gaat in op uitnodiging van directeur Museum of Modern Art; bouwt vakantiewoning voor Helen Rieser, gebaseerd op de Tugendhatvilla Mies wordt geconfronteerd met prachtige Amerikaanse natuur. 172 Ludwig Mies van de Rohe

173 Illinois Instute of Technology * In 1938 wordt hij de directeur van het department of architecture van het IIT. * Hij organiseert de hele campus: maakt structuur waarop hij alle blokken van de campus plaatst * Grammaticale behandeling, zakelijk, zegt: ik werk aan architectuur als taal, je kan pas echt iets mooi maken als je de taal volledig onder de knie hebt * Het programma wordt deels door hem, deels door anderen ingevuld. Farnsworth House, Illinois, 1950 * Gebouw wordt één met natuur * Een beetje verhoogd * De structuur is erg zichtbaar, hij neemt de meest assertieve Amerikaanse I-ligger * In het midden een vaste kern voor de keuken en de badkamer. * Een vloer- en dakvlak, voor de rest alles in glas * Mies laat de hoeken maximaal vrij * Farnsworth voelde zich er niet goed in, zevoelde zich bekeken omdat alles in glas was. * De natuur is het decor, bijna de wand, van het huis. Mies van de Rohe zal zijn Glas Hochhaus in de VS via andere projecten realiseren: erg transparant (ander glas dan nu), gezuurd en helder glas, open ruimtes, travertijn... Seagram Building, New York, 1957 * Donker, behandeld glas (bronzige kleur) * Volledig bekleedt met brons (oermateriaal) * In het interieur veel travertijn en brons * Zwijgend, monolitisch glazen blok * Door precisie onimiteerbaar * Bij Park Avenue (was toen duurste grond van de wereld) * Het gebouw trekt zich terug van Park Avenue, Mies debouwd slechts 25% van zijn grond! Daar waar de prijs per m² het hoogst is, daar laat hij grond vrij. Dat was nog nooit gebeurd in de geschiedenis van de wolkenkrabber. Het is een enorme gest van verspilling. Ludwig Mies van de Rohe 173

174 Toronto Dominion Centee, 1969, Toronto *Tekenen zich duidelijk af van hun omgeving, compositie van twee torens met een plat, laag gebouw. * Erg verschillend met andere stedelijke ruimtes, veel rust, andere kwaliteit. * Interieur: opnieuw de kristalfiguur die terugkeert, glasstructuur. De carrière van mies bestaat uit twee delen, met zijn immigratie naar de VS als scharnierpunt. In de jaren 50 bechrijven de critici Mies' verblijf in de VS als peioratief. Hij kreeg veel kritiek, onder andere van de postmodernisten. Crown Hall, Illinois, 1955 * IIt campus: vakgroep architectuur * Hele binnenruimte vrij * Structuur wordt naar buiten gebracht * 4 portieken dragen de structuur * Trap zoals bij Farnsworth house * Dit zou het einde zijn van Mies, men zegt dat dit het einde is van de evolutie naar gezond verstand, zachtheid... Neue Nationalgalerie, Berlijn? * Laatste werk * Open gooien (vroeger werk, bvb. de baksteenvilla's) monolitisch volume * Toont het verlangen naar een architectuur die primitief en modern zou zijn. Zoals de evolutie van solide en taktiele massa's (zoals de Egyptische piramides) naar de optische structuur van het modernisme Conclusie Wat er eigenlijk gebeurt bij Mies zijn torens (en dat in tegenstelling tot de andere wolkenkrabbers in de VS) is een rationalisering, een vereenvoudiging tot één simpele, geometrische vorm. Maar het zijn glazen torens, erg transparant. => massa an transparantie tegelijk => metafysisch potentieel. Je moet steunen op de materiële verworvenheden maar je moet komen tot de ruimtelijke beslissingen die je genomen hebt. 174 Ludwig Mies van de Rohe

175 Vat zijn werk in Amerika samen in drie woorden: Vergeistigung des technologisches (To spiritualize the technological) Spiritualeit van de technologie -> ruimtelijke uitvoering van geestelijke beslissingen; -> gebruikt wat de technologie hem aanbiedt op kritische kunstige manier De tijd van de eerste technologische oorlog is voorbij, nu is het de tijd van geest. Mies ziet mogelijkh om materialisme en idealisme samen te brengen; op kritische artistieke manier voegt hij aan de I-liggerconstructie een idealisme toe. Hij streeft naar geest, hij haalt het uit het isolement van de avant-gardisten en de expressionisten en plaatst het in het hart van de Amerikaanse steden, temidden van het Amerikaanse grootkapitalisme. Een paar boeken die hij gelezen heeft: Meister Eckhart: Duitse Mysticus uit de 14de eeuw. Thomas van Acquino Augstino: Mies zal hem drie keer citeren: schoonheid is de straal van de waarheid. Het project heeft te maken met metafysische en technologische ambities. Zijn torens zijn donker, monolieten, zonder beeld, in tegenstelling tot het modernisme: cultuur van beelden, modes : de ambitie van de architectuur is zichtbarmachen licht werpen op de dingen, tonen zichtbaar maken datgene wat onzichtbaar geworden is door er teveel beelden over te leggen Wil om de moderne technologie dezelfde waarde te geven als de klassieke architectuur. Technologie vervangt niet de kunst, maar krijgt een metafysische betekenis. Van het I-profiel een culturele steunpijler maken. Kunst creëren uit technologie; overstijgen van industriële materialiteit. Het is veel meer dan de tektonische of technische elementen tonen. Bvb. de hoek van een IITgebouw: Mies toont de staalstructuur in een hoek die hij binnen niet kan tonen. Eigenlijk is het een bekleding. Hij toont wat erachter zit, de fundamenten. Crown Hall en de Neue Statsgalerie: een enorm dak waaronder een glazen doos zit. Aanwezigheid van een duidelijke strucuur. Omarming van de Amerikaanse consumptie? Zachtheid? Voor Mies van der Rohe zijn praktische dingen de onderbouw. Praktische zaken bepalen de basis van de cultuur, de waarden bepalen de grootte van de cultuur. Materialisme en idealisme convergeren tot architectuur, technologie en kunst leiden tot ware bouwkunst. Hij ziet dit als een mogelijkheid maar ook als een gevaar. Hij gelooft in het beschavinspotentieel maar ervaart de geestelijke degeneratie ervan. Mies wil bolwerken ertegen opzetten. (?) Mies blijft volhouden dat architectuur dient maar dat dat niet louter bereikt wordt door functionele, economische, logische... elementen. Kunst is belangrijk. De technologie staat ten dienste van de kunst. Mies zal de industrie overnemen en naar zijn hand zetten, de industriële productie zo inzetten dat banale elementen groter worder dan. Ludwig Mies van de Rohe 175

176 25 Gloassarium ABACUS Stenen dekplaat van een kapiteel die het entablement ondersteunt Cimaas Akroterion Fronton (of timpaan) Geison Kroonlijst Fries Entablement Architraaf Abacus Kapiteel Zuil ADOBE (Spaans-Arabisch) Bouwsteen van in de zon gedroogde, ongebakken klei. ADYTON Binnenruimte in een Griekse tempel waar alleen de priester toegang had. 176 Gloassarium

177 AEDICULA Decoratieve omlijsting, bijv. voor een beeld, bestaande uit twee zuilen of pilasters, een hoofdgestel en een fronton. AKROTERION Plint op de hoek en de top van een tympanon (= ~fronton), vaak voorzien van een beeld of ornament; ook dit gehele ornament. ALTERNEREND (ook: GEBONDEN) STELSEL Afwisselend gebruik van pijlers en zuilen in de arcaden van het middenschip in Romaanse kerk. AMBULATORIUM OF DEAMBULATORIUM Kooromgang: wandelgang om de apsis heen die de koorzijbeuken van een kerkgebouw met elkaar verbindt, gang die toelaat om in een kathedraal om het koor heen te wandelen (en zo naar de straalkapellen te gaan). ANTE (IN ANTIS) Versterkte muurbeëindiging, gelijkend op een pilaster, meestal aan weerszijden van een porticus geplaatst. ANTEFIX Opstaand ornament langs de dakrand dat de naden tussen de dakpannen aan het oog onttrekt. APSIDIOOL Kleine apsis, vaak als uitbouw (apsis- of straalkapel) van een grotere apsis of kooromgang. APSIS Halfronde of veelhoekige uitbouw van een (kerk)gebouw, met name als beëindiging van het koor of van een kapel, die aan de binnenkant van een gebouw zichtbaar is als een inspringing en aan de buitenkant als een uitstulping. Gloassarium 177

178 ARCADE reeks bogen op zuilen of pijlers, bv tussen middenschip en zijbeuken in een kerk reeks bogen met daarachter gelegen overdekte galerij ARCHITRAAF het onderste element, rechtstreeks op de zuilen rustend, van de drie elementen waaruit een entablement is opgebouwd lijstwerk van een deur- of vensterkozijn ARCHITRAAFBOUW Bouwwijze die is gebaseerd op het Griekse stelsel van zuilen en architraaf (waarbij de krachten loodrecht naar beneden worden overgebracht) in tegenstelling tot de Romeinse boogbouw. ARCHIVOLT Boogomlijsting, in de Romaanse en gotische bouwkunst? vaak meervoudig uitgevoerd. AXIALE PLATTEGROND Langs een lengteas (longitudinaal, i.t.t. centraal) opgezette plattegrond. ATRIUM onoverdekte binnenhof van een Romeins huis open voorhof van een vroegchristelijke kerk BASILICA in de Romeinse arch. een grote zaal, omgeven door colonnades, voor bijeenkomsten en rechtspraak in de middeleeuwen en latere perioden een driebeukige kerk, waarvan het middenschip met de lichtbeuk boven de daken van de zijbeuken uitsteekt BELVEDÈRE Kleine uitkijktoren of dakpaviljoen. 178 Gloassarium

179 BLINDE ARCADE Arcade die rust tegen een muur, die de openingen vult.. BOOGBOUW (of ARCADEBOUW) Bouwwijze die gebaseerd is op boogoverspanningen (i.t.t. architraafbouw) BRISE-SOLEIL Vaste zonwering, vaak in beton. Gebruikt bij gevels met veel glas. CAMPANILE Italiaanse benaming voor een meestal vrijstaande klokkentoren (vb. toren van Pisa). CASSETTEN Verdiepte vierkante of veelhoekige panelen in plafonds, gewelven en boogwelfvlakken van bogen. CANNELURE Schaduwgroeve in een zuil. CELLA (of NAOS) Voornaamste binnenruimte van een tempel, waar het beeld van de godheid stond. CHEVET Franse benaming voor het oosteinde van een kerk met apsis en ambulatorium. CLERESTORIUM (of LICHTBEUK) Bovenste vensterpartij in het middenschip of transept van een kerkgebouw, boven de dakaanzet van de zijbeuken gelegen. CLOISONNÈ Gedecoreerd met figuren waarvan de omtrekken door smalle metaalranden zijn aangegeven. COLLEGIALE KERK Kerk, bestuurd door een collegiaal kapittel, waarvan de leden (kanunniken) geen deel uitmaken van het bestuur van een bisdom. Gloassarium 179

180 COLONNET In de Romaanse en gotische bouwkunst: smalle zuil of halfzuil. Hoog opgaande colonnetten die bogen of ribben dragen worden schalken genoemd. CONCHA Gewelfschelp, door een halve koepel bekroonde apsis. CORONA Uitkragende rand van een kroonlijst die aan de onderkant een waterhol vormt. CORTILE Binnenhof van een Italiaans palazzo. COTTAGE ORNÉ Kleine, rustieke villa, vaak met rieten dak, die voortkomt uit de 18eeeuwse pittoreske beweging. DECORATED STYLE Fase van de Engelse gotiek in de 13e en 14e eeuw, volgend op het Early English, gekenmerkt door rijke ornamentatie. DIPTEROS Griekse tempel, geheel omringd door een dubbele colonnade of pteron. DONJON Verdedigbare woontoren van een burcht. DRIEPAS, VIERPAS In de gotische architectuur, waarbij een raam of boog verdeeld is in drie of vier lobben, als van een klaverblad, die van elkaar gescheiden zijn door toten. EARLY ENGLISH Vroegste fase van de Engelse Gotiek (ca ). ECHINUS Rond of ovaal kussen onder de abacus van een Dorische kapiteel. 180 Gloassarium

181 EIERLIJST Bol lijstwerk met decoratie van afwisselend eivormen en pijlpunten EMPIRESTIJL Eclectische vorm van Franse neoclassicisme ten tijde van Napoleon I, gekenmerkt door Romeinse en Egyptische ornamentiek. ENTABLEMENT (of HOOFDGESTEL) Bovenste gedeelte van een zuilenorde, bestaande uit architraaf, fries en kroonlijst. ENTASIS Lichte bolling van het profiel van een zuil. EXEDRA Apsis of grote nis, o.a. de plaats van de bisschopszetel. FASCIAE Geleding van een Ionische of Corinthische architraaf, bestaande uit twee of drie onversierde horizontale banden. FLAMBOYANT Decoratieve laatgotische stijl, gekenmerkt door ojiefbogen en vloeiende lijnen. FRIES Middelste gedeelte van een entablement tussen de architraaf en de kroonlijst, soms gedecoreerd met figurenreliëf. FRONTON Bekroning van een gevel, ingang, of venster in de vorm van een driehoek of boogsegment, of een variatie daarop. Gloassarium 181

182 GARGOUILLE Waterspuwer in de vorm van een demonische dierfiguur aan (Franse) gotische kathedralen. GEOMTRIC(AL) STYLE Vroege fase van de Engelse decorated style, gekenmerkt door geometrisch maaswerk. GEORGIAN STYLE Engelse bouwstijl tijdens de regeerperiode van George I, II en III, gekenmerkt door een sober palladiaans classicisme. GETRAPT KOOR Koor waarvan de aansluiting wordt geflankeerd door trapsgewijze geordende kapellen. GEWELF Gebogen metselwerkconstructie om een ruimte te overspannen. GRAATGEWELF (= kruisgewelf) Gewelf dat ontstaat uit twee tongewelven die elkaar loodrecht doorsnijden. GUTTAE Kleine wigvormige uitsteeksels onder de mutules en trigliefen van een Dorisch hoofdgestel. 182 Gloassarium

183 HALFZUILEN Niet vrijstaande, gedeeltelijk uit een wand naar voren komende zuilen. HALL Grote zaal, hoofdvertrek van het Engelse kasteel en het latere landhuis. HALLENKERK Gotisch kerktype, waarbij midden- en zijbeuk even hoog zijn. HERME Taps(=kegelvormig, conisch) toelopende kolom of pilaster die uitloopt in een kop of buste HEXASTYLE Term waarmee een porticus met een front van zes zuilen wordt aangeduid. (KWART)HOL Hol profiel van een lijst, dat (ongeveer) een kwart cirkel te zien geeft. IMPOSTBLOK Stenen blok op een kapiteel, met name bekend uit de Byzantijnse en Romaans architectuur, dat de last van de erop rustende arcade draagt. IN ANTIS Term waarmee een porticus wordt aangeduid die in één lijn ligt met de flankerende muurdelen (=anten). KEPERMOTIEF Ornamentaal zigzag- of visgraatpatroon. KOLOSSALE ORDE Zuilen- of pilasterorde die over meer dan één verdieping doorloopt. Gloassarium 183

184 KOOR Oosteinde van een kerk waar zich het hoofdaltaar bevindt, vaak ook de voorzetting van het schip oostelijk van de kruising. KOOROMGANG Zie ambulatorium. KRAAGSTEEN Uit het muurwerk kragend element waarop andere bouwdelen rusten (verwant aan de console). KROONLIJST Lijstwerk dat een entablement bekroont. KRUINRIB (of NOKRIB) Doorlopende langsrib in de nok van een ribgewelf. KRUISGANG Gang, vaak in de vorm van een arcade, die een kloosterhof omsluit. KRUISING (of VIERING) Plaats waar het transept en het schip elkaar kruisen. KRUISRIBGEWELF Gewelf met vierhoekige of vierkante plattegrond, waarvan de gewelfkappen steunen op een stelsel van diagonale, dwars- en langsribben. Deze gewelfvorm is de basis van de gotische bouwwijze. LANCETSTIJL Benaming van de vroege Gotiek in Engeland en Frankrijk, gekenmerkt door het gebruik van lancetvensters. LANCETVENSTER Smal spitsboogvenster, veel gebruikt in de vroege gotiek. 184 Gloassarium

De Griekse Bouwkunst

De Griekse Bouwkunst De Oude Grieken De Oude Grieken Het land Griekenland ligt in het zuidoosten van Europa. Het bestaat uit een groot stuk vastland en een heleboel kleine eilandjes. Griekenland bestond uit allerlei staatjes.

Nadere informatie

Hera 1 / basilica dorisch 6 e v.c., Paestum Archaïsche fase ( v.c.) Hera 2 / tempel poseidon dorisch 5 e v.c., Paestum

Hera 1 / basilica dorisch 6 e v.c., Paestum Archaïsche fase ( v.c.) Hera 2 / tempel poseidon dorisch 5 e v.c., Paestum Hera 1 / basilica dorisch 6 e v.c., Paestum Archaïsche fase (600480 v.c.) Hera 2 / tempel poseidon dorisch 5 e v.c., Paestum Archaïsche fase (600480 v.c.) 1 Hera tempel (dorisch) 6 e v.c., Olympia Archaïsche

Nadere informatie

Bouwkunst. A. Bespreek de kenmerken de oude GRIEKSE TEMPEL Onderdelen - het grondplan van een Griekse tempel

Bouwkunst. A. Bespreek de kenmerken de oude GRIEKSE TEMPEL Onderdelen - het grondplan van een Griekse tempel Bouwkunst A. Bespreek de kenmerken de oude GRIEKSE TEMPEL Onderdelen - het grondplan van een Griekse tempel * rechthoek * wiskundig in evenwicht * vaste verhoudingen * vrij eenvoudig * veel kleuren ( fresco

Nadere informatie

Romeinen. Bouwkunst. Beeldhouwkunst. Schilderkunst

Romeinen. Bouwkunst. Beeldhouwkunst. Schilderkunst Romeinen Romeinen Bouwkunst Beeldhouwkunst Schilderkunst Tijdlijn 750 0 500 Het Romeinse rijk De Romeinen hadden hun opkomst, bloei en ondergang tussen de jaren 750 v. Chr. en 500 n. Chr. Het Romeinse

Nadere informatie

Romeinen. Bouwkunst. Beeldhouwkunst. Schilderkunst

Romeinen. Bouwkunst. Beeldhouwkunst. Schilderkunst Romeinen Romeinen Bouwkunst Beeldhouwkunst Schilderkunst Tijdlijn 750 0 500 Het Romeinse rijk De Romeinen hadden hun opkomst, bloei en ondergang tussen de jaren 750 v. Chr. en 500 n. Chr. Het Romeinse

Nadere informatie

ART HISTORY Klassieke Oudheid. H 4 - profiel Grieken 500 v. Chr - 100

ART HISTORY Klassieke Oudheid. H 4 - profiel Grieken 500 v. Chr - 100 ART HISTORY Klassieke Oudheid H 4 - profiel Grieken 500 v. Chr - 100 De Griekse stadstaten Kreta is de bakermat van de Griekse beschaving. Door de ligging en handel met andere oudere culturen was hier

Nadere informatie

Les 2. Periode 2 Kunstgeschiedenis

Les 2. Periode 2 Kunstgeschiedenis Les 2 Periode 2 Kunstgeschiedenis 1 Opdracht Deze Les 2 Wat? 1. Ontwerp je eigen Monogram. Een ontwerp voor je eigen geloof. Zoek uit wat een Monogram is en maak je eigen monogram/symbool. Maak daar een

Nadere informatie

Hoofdstuk 14: De romaanse en gotische kunst

Hoofdstuk 14: De romaanse en gotische kunst Hoofdstuk 14: De romaanse en gotische kunst Inleiding Inleidende oefening: bespreek met je buur de chronologische volgorde van deze zes gebouwen en noteer de corresponderende letters in die volgorde A

Nadere informatie

3.1Griekse beeldhouwkunst

3.1Griekse beeldhouwkunst Samenvatting door een scholier 1497 woorden 13 december 2004 7 34 keer beoordeeld Vak Methode KCV Forum 3 Griekse kunst 3.1Griekse beeldhouwkunst de Griekse beeldhouwkunst bestaat uit drie perioden: de

Nadere informatie

Bouwstijlen van kerken in Nederland. De volgende bouwstijlen worden kort toegelicht met tekst en beeldmateriaal:

Bouwstijlen van kerken in Nederland. De volgende bouwstijlen worden kort toegelicht met tekst en beeldmateriaal: Bouwstijlen Bouwstijlen van kerken in Nederland De volgende bouwstijlen worden kort toegelicht met tekst en beeldmateriaal: Oudste stenen gebouw Romaans Gotiek Neogotiek Renaissance Neorenaissance Classicisme

Nadere informatie

Les 1. Periode 2 Kunstgeschiedenis

Les 1. Periode 2 Kunstgeschiedenis Les 1 Periode 2 Kunstgeschiedenis 1 Overzicht Periode 2 * 3 Pedegrees + opdrachten Les * Perioden/stromingen: -Romeinen Deze Les -Vroegchristelijk -Romaans -Gotiek -Vroeg-Renaissance Pedegrees uitgeprint

Nadere informatie

De Oude Grieken GEOMETRISCHE ARCHAÏSCHE KLASSIEKE HELLENISTISCHE ORIENTALISEERDE - ZWARTFIGURIG - ROODFIGUURIG

De Oude Grieken GEOMETRISCHE ARCHAÏSCHE KLASSIEKE HELLENISTISCHE ORIENTALISEERDE - ZWARTFIGURIG - ROODFIGUURIG De Oude Grieken GEOMETRISCHE ARCHAÏSCHE KLASSIEKE HELLENISTISCHE 1050 720 480 323 140 0 1100 700 600 530 GEOMETRISCHE ORIENTALISEERDE - ZWARTFIGURIG - ROODFIGUURIG De Oude Grieken Het land Griekenland

Nadere informatie

De klassieke oudheid

De klassieke oudheid De klassieke oudheid De klassieke oudheid is een benaming voor De Griekse en Romeinse beschaving. Grieken: 1000 - ca.200 v Chr. De Grieken waren idealisten en filosofen. Rond 550 vc werd rond Athene de

Nadere informatie

Samenvatting KCV Griekse kunst Forum

Samenvatting KCV Griekse kunst Forum Samenvatting KCV Griekse kunst Forum Samenvatting door een scholier 770 woorden 20 juli 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode KCV Forum - K L A S S I E K E C U L T U U R - Griekse kunst Beeldhouwkunst De

Nadere informatie

Romeinse architectuur De Romeinse architectuur komt in eerste instantie voort uit die van de Grieken, die immers behoorlijk ver ontwikkeld was voor de

Romeinse architectuur De Romeinse architectuur komt in eerste instantie voort uit die van de Grieken, die immers behoorlijk ver ontwikkeld was voor de Oude Egyptische architectuur Egyptische bouwkunst had als doel om zo ordelijk en constant mogelijk te zijn. Het beste voorbeeld hiervan is de Egyptische piramide, die symmetrisch is en door praktisch de

Nadere informatie

Architectuur Oud en Nieuw Klassiek en Neo

Architectuur Oud en Nieuw Klassiek en Neo Architectuur 1810-1840 Oud en Nieuw Klassiek en Neo Klassiek: Oorsprong Antieke Wereld Klassieke Architectuur Ca. 500 voor Christus tot 476 na Christus De Wereld van de Grieken en Romeinen Tempelvormen

Nadere informatie

GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4

GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4 GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4 1. Leg uit wat een sofist was. score: 2. Welke rol speelden de sofisten in de Atheense democratie? 3. Waarom is het niet juist te spreken van Griekenland in de tijd

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag door Lotte 1570 woorden 19 juni 2017 3 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van Grieken

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen. 2.4 De late oudheid. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Tijd van Grieken en Romeinen. 2.4 De late oudheid. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten Pax Romana = Romeinse vrede, in 3 e eeuw n. Chr. onder druk door: 1. Invallen door Germaanse stammen 2. Conflicten

Nadere informatie

Week 1. Voorbeelde van Profane gebouwen uit de tijd van de grieken zijn de Stoa, Prytaneion en bijvoorbeeld theaters.

Week 1. Voorbeelde van Profane gebouwen uit de tijd van de grieken zijn de Stoa, Prytaneion en bijvoorbeeld theaters. Week 1 De eerste Griekse tempels werden uit houten elementen opgebouwd. Omdat hout niet duurzaam genoeg was en de tempels relatief snel in verval raakte werd er al snel gezocht naar een nieuw en duurzaam

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen Pax Romana = Romeinse vrede, in 3 e eeuw n. Chr. onder druk door: 1. Invallen door Germaanse stammen 2. Conflicten om de macht (235 284 meer dan 50 soldatenkeizers ) 3. Waardevermindering van het geld

Nadere informatie

V4 cp3 Romaans Gotiek

V4 cp3 Romaans Gotiek ART HISTORY De middeleeuwen 500-1400 V4 cp3 Romaans 1000-1200 Gotiek 1200-1400 Tijdlijn Vroege middeleeuwen Gotiek RomaRoans Romaans Christendom als bindende factor Doordat het centrale gezag in Europa

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen Pax Romana = Romeinse vrede, in 3 e eeuw n. Chr. onder druk door: 1. Invallen door Germaanse stammen 2. Conflicten om de macht (235 284 meer dan 50 soldatenkeizers ) 3. Waardevermindering van het geld

Nadere informatie

VATICAANSTAD FILATELISTISCH GEZIEN

VATICAANSTAD FILATELISTISCH GEZIEN VATICAANSTAD FILATELISTISCH GEZIEN Deel 2, Sint Pieter In mei 2004 heeft ondergetekende met echtgenote, zus en zwager enorm van een fijne vakantie van vier weken Italië genoten. Van deze reis heb ik een

Nadere informatie

Samenvatting CKV 19e eeuw: neoclassicisme

Samenvatting CKV 19e eeuw: neoclassicisme Samenvatting CKV 19e eeuw: neoclassicisme Samenvatting door H. 972 woorden 26 juni 2016 1 1 keer beoordeeld Vak CKV Er zijn in de 19e eeuw 5 stromingen ontwikkeld NEO- classicisme De Romantiek Realisme

Nadere informatie

Pantheon. Door Thom Zagwijn (8365) V4B 2017/2018. Pantheon PO Thom Zagwijn V4B Pagina 1

Pantheon. Door Thom Zagwijn (8365) V4B 2017/2018. Pantheon PO Thom Zagwijn V4B Pagina 1 Pantheon Door Thom Zagwijn (8365) V4B 2017/2018 Pantheon PO Thom Zagwijn V4B Pagina 1 Voorwoord In dit werkstuk vertel ik over het Pantheon, een monument uit de Romeinse oudheid. Naast een stukje geschiedenis

Nadere informatie

ART HISTORY Barok en Classicisme

ART HISTORY Barok en Classicisme ART HISTORY Barok en Classicisme H4-profiel Barok 17e eeuw Classicisme 18de eeuw ART HISTORY Barok en Rococo H4-profiel 17e eeuw Barok De barok is een Europese stijlperiode die aan het begin van de 17e

Nadere informatie

De Eerste Ingenieur. Image not found or type unknown. Image not found or type unknown

De Eerste Ingenieur. Image not found or type unknown. Image not found or type unknown De Eerste Ingenieur. Vanaf de 9e eeuw verschenen er in Europa plotseling grote kathedralen. Deze grote godshuizen of basilieken werden in eerste instantie in de romaanse bouwstijl opgetrokken en pas naderhand

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Oude Grieken. Politiek 4,4. Werkstuk door een scholier 2360 woorden 26 oktober keer beoordeeld.

Werkstuk Geschiedenis Oude Grieken. Politiek 4,4. Werkstuk door een scholier 2360 woorden 26 oktober keer beoordeeld. Werkstuk Geschiedenis Oude Grieken Werkstuk door een scholier 2360 woorden 26 oktober 2017 4,4 17 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Politiek De eerste bestuursvorm in Athene was de monarchie. Dat betekent

Nadere informatie

5.3. Samenvatting door een scholier 947 woorden 4 april keer beoordeeld. Kunstgeschiedenis. Vroeg christelijke kunst. Voor de middeleeuwen

5.3. Samenvatting door een scholier 947 woorden 4 april keer beoordeeld. Kunstgeschiedenis. Vroeg christelijke kunst. Voor de middeleeuwen Samenvatting door een scholier 947 woorden 4 april 2016 5.3 12 keer beoordeeld Vak Kunstgeschiedenis Vroeg christelijke kunst. Voor de middeleeuwen Na de dood van Jezus, verspreidde de christelijke kunst

Nadere informatie

Nu'ge bouwwerken Realis5sche beeldhouwkunst Schilderkunst met perspec5ef Veel mozaïek Vereren van de keizer Afname geloof in goden Toename geloof in

Nu'ge bouwwerken Realis5sche beeldhouwkunst Schilderkunst met perspec5ef Veel mozaïek Vereren van de keizer Afname geloof in goden Toename geloof in 750 0 500 Nu'ge bouwwerken Realis5sche beeldhouwkunst Schilderkunst met perspec5ef Veel mozaïek Vereren van de keizer Afname geloof in goden Toename geloof in God 4 de 10 de eeuw 10 de 13 de eeuw 13 de

Nadere informatie

ART HISTORY. V4 Renaissance 1400-1530

ART HISTORY. V4 Renaissance 1400-1530 ART HISTORY V4 Renaissance 1400-1530 Tijdlijn Renaissance = wedergeboorte van de klassieke cultuur De klassieken zijn het grote voorbeeld. Het aardse leven is belangrijk. De mens bepaalt het eigen lot.

Nadere informatie

Samenvatting CKV Kunsthistorisch overzicht 1 - Klassieke oudheid tot de 19e eeuw

Samenvatting CKV Kunsthistorisch overzicht 1 - Klassieke oudheid tot de 19e eeuw Samenvatting CKV Kunsthistorisch overzicht 1 - Klassieke oudheid tot de 19e eeuw Samenvatting door S. 721 woorden 4 juni 2004 4 24 keer beoordeeld Vak CKV Beknopte samenvatting van het schoolboek Kunsthistorisch

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2 Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2 Samenvatting door een scholier 1189 woorden 13 oktober 2014 6,6 30 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat De ontwikkeling

Nadere informatie

Kopstukken: Constantijn de Grote I. Prof.dr. L.V. Rutgers

Kopstukken: Constantijn de Grote I. Prof.dr. L.V. Rutgers Kopstukken: Constantijn de Grote I Prof.dr. L.V. Rutgers Thema s Politieke geschiedenis Geschiedschrijving Religie Kunst Voorgeschiedenis: Problemen in de 3e eeuw 1. Erfopvolging: keizers = beroepssoldaten:

Nadere informatie

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.!

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.! De renaissance Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis. Deze term betekent letterlijk de wedergeboorte, en is een kunststroming uit

Nadere informatie

KG-KB 3. aantekeningen van

KG-KB 3. aantekeningen van KGKB 3 aantekeningen van Griekenland werd gevormd door een aantal staten, die onderling weinig contacten hadden. Het bestuur werd op democratische grondslag gevoerd. De kunst kenmerkte zich door eenvoud

Nadere informatie

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN e-book Deze serie bestaat uit... 978-94-6175-209-3 (HB) 978-94-6175-153-9 (HB) 978-94-6175-963-4 (e-book) 978-94-6175-967-2 (e-book) 978-94-6175-210-9 (HB) 978-94-6175-155-3 (HB) 978-94-6175-154-6 (HB)

Nadere informatie

Inhoud: Geschiedenis Bouw Toerisme Arco di Constantino Weetjes

Inhoud: Geschiedenis Bouw Toerisme Arco di Constantino Weetjes Inhoud: Geschiedenis Bouw Toerisme Arco di Constantino Weetjes geschiedenis Vespasianus' amfitheater was het beroemdste in de Romeinse wereld. Het werd bekend als Amphitheatrum Flavium - afgeleid van Flavius,

Nadere informatie

Werkstuk Grieks Akropolis

Werkstuk Grieks Akropolis Werkstuk Grieks Akropolis Werkstuk door een scholier 2240 woorden 15 mei 2002 5,6 168 keer beoordeeld Vak Grieks Geschiedenis van De Akropolis In 480 voor Christus vielen de Perzen onder leiding van koning

Nadere informatie

Naam: De Romeinen. Vraag 1. De Romeinen hebben veel gebouwd. Noem vijf verschillende toepassingen. pagina 1 van 6

Naam: De Romeinen. Vraag 1. De Romeinen hebben veel gebouwd. Noem vijf verschillende toepassingen. pagina 1 van 6 Naam: De Romeinen De Romeinse bouwkunst. De Romeinen behoren tot de beste bouwers uit de geschiedenis. Ze bouwden tempels, riolen, waterleidingen, wegen, kanalen, huizen, aquaducten, havens, bruggen en

Nadere informatie

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047 Geschiedenis Tijdvak 02 01 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 10 mei 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/101047 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Architectuur. Hoe beleven we architectuur? Hoe gaan we onze voorkeuren ontdekken? Hoe gaan we kijken? 7 thema s: Vandaag: Machtsvertoon

Architectuur. Hoe beleven we architectuur? Hoe gaan we onze voorkeuren ontdekken? Hoe gaan we kijken? 7 thema s: Vandaag: Machtsvertoon Architectuur Architectuur Hoe beleven we architectuur? Hoe gaan we onze voorkeuren ontdekken? Hoe gaan we kijken? 7 thema s: Vandaag: Machtsvertoon Egypte Periode: rond 3000-30 vchr. Opdrachtgever: De

Nadere informatie

Taak Architectuurtypologie

Taak Architectuurtypologie Hogeschool Gent Voskenslaan 38 9000 Gent Taak Architectuurtypologie Bjärne Collyns 2015-2016 1LAMA 30/11/2015 1. Het gebouw Locatie: Gent Graaf van Vlaanderenplein 30 Bouwjaar: 1852 Type: herenhuis Perceelgrote:

Nadere informatie

Romeinen. Romeinen. Germanen

Romeinen. Romeinen. Germanen Romeinen Romeinen Grieken en Romeinen lijken op elkaar qua levensstijl. Het Romeinse rijk is ontstaan in Rome (753 v. Chr.). De Romeinen kwamen 50 v. Chr. naar Nederland. De Romeinen hebben het Latijns

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Geschiedenis van de Bouwkunst zie Wikipedia, LOI, Pinterest, Esthetica e.a voor Christus tot 1000 na Christus

Hoofdstuk 1. Geschiedenis van de Bouwkunst zie Wikipedia, LOI, Pinterest, Esthetica e.a voor Christus tot 1000 na Christus 2000 voor Christus tot 1000 na Christus Hoofdstuk 1 1 De Griekse en Romeinse cultuur liggen aan de basis van de huidige westerse cultuur. Op het gebied van architectuur is de invloed van deze basis door

Nadere informatie

De gebouwen en stijlen in chronologische volgorde

De gebouwen en stijlen in chronologische volgorde De gebouwen en stijlen in chronologische volgorde STIJL GEBOUW LOCATIE Romaans Oude Kerk (toren) Naaldwijk Gotisch Oude Kerk (kerkgebouw) Naaldwijk Renaissance Oude Raadhuis Naaldwijk Classicisme Nederhof

Nadere informatie

In Egypte zijn houten panelen met realistische portretten gevonden, omdat de droge lucht het hout bewaard heeft.

In Egypte zijn houten panelen met realistische portretten gevonden, omdat de droge lucht het hout bewaard heeft. Romeinse bouwkunst. Etrusken: De Romeinse bouwkunst werd sterk beïnvloed door de Etrusken. De Etrusken stonden bekend om hun dodensteden, waar een dode een soort huisje had. De dode werd op een aanlig

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Tijdvakken Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid K.A. * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat * klassieke vormentaal

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

Architectuurverslag CKV Beschrijving van een gebouw, Sint Pieter

Architectuurverslag CKV Beschrijving van een gebouw, Sint Pieter Architectuurverslag CKV Beschrijving van een gebouw, Sint Pieter Architectuurverslag door een scholier 2677 woorden 31 mei 2011 8,1 27 keer beoordeeld Vak CKV De beschrijving van een gebouw: Sint Pietersbasiliek

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

Praktische opdracht Grieks De akropolis met het parthenon

Praktische opdracht Grieks De akropolis met het parthenon Praktische opdracht Grieks De akropolis met het parthenon Praktische-opdracht door een scholier 2180 woorden 16 november 2002 5,6 159 keer beoordeeld Vak Grieks Inleiding Het onderwerp van dit werkstuk

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID. Inhoudstafel. Emma Vanden Berghe (2013-2014)

GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID. Inhoudstafel. Emma Vanden Berghe (2013-2014) GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID Inhoudstafel 1 Inleiding: p. 23-46 I. INLEIDING 1. Bronnen en chronologie Bronnen Geschreven bronnen Ongeschreven bronnen Brongebruik Chronologie Relatieve en absolute

Nadere informatie

Inleiding. 1 Robertson 1983; Sear Adamy 1883; Ward Perkins 1974

Inleiding. 1 Robertson 1983; Sear Adamy 1883; Ward Perkins 1974 Inleiding Naar aanleiding van het vak Thematisch Literatuur Onderzoek eerder dit jaar, ben ik mij gaan verdiepen in de Romeinse tempelarchitectuur. Gedurende het opzetten van de historiografie viel het

Nadere informatie

4. In de les krijg je een oefentoets die je op weg helpt met het leren en toepassen van de begrippen.

4. In de les krijg je een oefentoets die je op weg helpt met het leren en toepassen van de begrippen. BEGRIPPENLIJST KLAS 3, PERIODE 2: Hoe moet je leren??? 1. De begrippen uit de tekst moet je weten en in eigen bewoordingen kunnen omschrijven en toepassen. De begrippen zijn in periode twee gekoppeld aan

Nadere informatie

S C.F.

S C.F. Ref. 3413 Lionard Luxury Real Estate Via dei Banchi, 6 - ang. Piazza S. Maria Novella 50123 Firenze Italia Tel. +39 055 0548100 Fax. +39 055 0548150 Assisi Fantastisch mooi pand te koop in Assisi BESCHRIJVING

Nadere informatie

5.5. Praktische-opdracht door een scholier 2406 woorden 23 mei keer beoordeeld

5.5. Praktische-opdracht door een scholier 2406 woorden 23 mei keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 2406 woorden 23 mei 2002 5.5 64 keer beoordeeld Vak CKV Inleiding Wij hebben dit onderwerp gekozen omdat wij geïnspireerd waren door de St. Pieterskerk ( San Pietro)besloten

Nadere informatie

Milaan. Milaan. Duomo

Milaan. Milaan. Duomo Milaan Duomo De Duomo di Milano, de prachtige gotische kathedraal van Milaan, is een van de grootste kerken ter wereld. De indrukwekkende wit marmeren voorgevel, een van de mooiste ter wereld, domineert

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten Samenvatting door Lotte 2036 woorden 19 juni 2017 5,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks

Nadere informatie

S C.F.

S C.F. Ref. 0974 Lionard Luxury Real Estate Via dei Banchi, 6 - ang. Piazza S. Maria Novella 50123 Firenze Italia Tel. +39 055 0548100 Fax. +39 055 0548150 Varese Luxe historisch gebouw te koop in Varese BESCHRIJVING

Nadere informatie

lesidee Gevels Er bestaan veel verschillende soorten gevels, zoals een trapgevel, klokgevel, tuitgevel, lijstgevel, puntgevel en halsgevel.

lesidee Gevels Er bestaan veel verschillende soorten gevels, zoals een trapgevel, klokgevel, tuitgevel, lijstgevel, puntgevel en halsgevel. Architectuur lesidee Gevels Er bestaan veel verschillende soorten gevels, zoals een trapgevel, klokgevel, tuitgevel, lijstgevel, puntgevel en halsgevel. OPDRACHT 1 Op de volgende bladzijde zie je beschrijvingen

Nadere informatie

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen:

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen: Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november 2012 5,8 118 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Begrippen: Atheense democratie: een vorm waarbij het bestuur het volk (demos) via stemming

Nadere informatie

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC Week 1ABC: Algemeen Info: Prehistorie De geschiedenis in Nederland begint al heel lang geleden. Lang voordat de Romeinen in Nederland kwamen, waren er al mensen.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum Samenvatting door Anisha 1170 woorden 23 januari 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks

Nadere informatie

Reisverslag Berlijn 2012 Deel 2 [1]

Reisverslag Berlijn 2012 Deel 2 [1] Gepubliceerd op Willem-Jan van der Zanden (http://www.wjvanderzanden.nl) Home > Reisverslag Berlijn 2012 Deel 2 Reisverslag Berlijn 2012 Deel 2 [1] Door wjvanderzanden [2] op za, 10/20/2012-22:50 Tags:

Nadere informatie

Samenvatting Kunstgeschiedenis Kunstgeschiedenis Romeinen t/m Romaanse Periode

Samenvatting Kunstgeschiedenis Kunstgeschiedenis Romeinen t/m Romaanse Periode Samenvatting Kunstgeschiedenis Kunstgeschiedenis Romeinen t/m Romaanse Periode Samenvatting door een scholier 1262 woorden 27 oktober 2012 5,2 7 keer beoordeeld Vak Kunstgeschiedenis Kunstgeschiedenis

Nadere informatie

In het oude Rome De stad Rome

In het oude Rome De stad Rome In het oude Rome De stad Rome In het oude Rome De stad Rome is héél oud. De stad bestaat al meer dan tweeduizend jaar. Rome was de hoofdstad van het grote Romeinse rijk. De mensen die naar Rome kwamen,

Nadere informatie

VORMTEKENEN VIJFDE KLAS ZUILEN

VORMTEKENEN VIJFDE KLAS ZUILEN VORMTEKENEN VIJFDE KLAS ZUILEN Luc Cielen EGYPTE : PALM Palmzuil Edfu Egypte Zo staat de tekening op het bord. Zonder de tekst 1-LC-vormtekenen-zuilen-5e klas-1 Eerste symmetrie-afwerking Tweede symmetrie-afwerking.

Nadere informatie

GRIEKEN EN ROMEINEN ORIENTATIEKENNISVRAGEN...

GRIEKEN EN ROMEINEN ORIENTATIEKENNISVRAGEN... GRIEKEN EN ROMEINEN ORIENTATIEKENNISVRAGEN... score: 1. a Waarom konden er in Griekenland zoveel verschillende staatsvormen naast elkaar bestaan? Gebruik in je antwoord het begrip poleis. b Sparta en Athene

Nadere informatie

Stromingen in vogelvlucht

Stromingen in vogelvlucht Stromingen in vogelvlucht Grieken en Romeinen (Klassiek Erfgoed) 500 v. Chr. tot 400 n. Chr. Middeleeuwen (Goddelijke Orde) 500 tot 1500 Renaissance (Homo Universalis) 1500 tot 1600 Barok en Rococo (Verleiding

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door Luca 1586 woorden 15 september keer beoordeeld. De beeldhouwkunst

6,1. Samenvatting door Luca 1586 woorden 15 september keer beoordeeld. De beeldhouwkunst Samenvatting door Luca 1586 woorden 15 september 2016 6,1 2 keer beoordeeld Vak Latijn De beeldhouwkunst Ontwikkeling Griekse beeldhouwkunst 1. Archaïsche periode ~650-500 v.c. 2. Klassieke periode ~500-323

Nadere informatie

[vanuit de middenbeuk, met de rug naar het westportaal heb je de volle ruimte vóór je.]

[vanuit de middenbeuk, met de rug naar het westportaal heb je de volle ruimte vóór je.] Mannaerts R., De Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen: een openbaring mits de juiste sleutel, Antwerpen, 2012 [vanuit de middenbeuk, met de rug naar het westportaal heb je de volle ruimte vóór je.]

Nadere informatie

Het Christendom in Rome

Het Christendom in Rome Het Christendom in Rome Paragraaf 1: De weg van het Christendom naar Rome Het Christendom is ontstaan doordat men ging geloven dat jezus uit de dood opstond en de zoons van god was. De laatste woorden

Nadere informatie

Stromingen in vogelvlucht

Stromingen in vogelvlucht Stromingen in vogelvlucht Grieken en Romeinen (Klassiek Erfgoed) 500 v. Chr. tot 400 n. Chr. Middeleeuwen (Goddelijke Orde) 500 tot 1500 Renaissance (Homo Universalis) 1500 tot 1600 Barok en Rococo (Verleiding

Nadere informatie

ANTWOORDEN Oefenvragen STIJLHERKENNING tot 1800 14_oefvr_antw_Stijlhherk_tot1800

ANTWOORDEN Oefenvragen STIJLHERKENNING tot 1800 14_oefvr_antw_Stijlhherk_tot1800 ANTWOORDEN Oefenvragen STIJLHERKENNING tot 1800 14_oefvr_antw_Stijlhherk_tot1800 1 score 1p 1 Afb.1 1p Stijl: Romaans Soort product: BEST: bladzijde uit een bijbel met miniatuur. GOED: miniatuur [Christus

Nadere informatie

Woordwiel!!! Tijd van Grieken en Romeinen

Woordwiel!!! Tijd van Grieken en Romeinen Woordwiel!!! Tijd van Grieken en Romeinen Instructie Voor deze opdracht heb je een potlood en gum nodig. Deze opdracht maak je in tweetallen. Op de volgende bladzijde staan woordwielen die gevuld moeten

Nadere informatie

Romeinse Beschaving De romeinen waren heel goed in dingen over te nemen van andere bevolkingen en deze te verbeteren.

Romeinse Beschaving De romeinen waren heel goed in dingen over te nemen van andere bevolkingen en deze te verbeteren. Romeinse Beschaving De romeinen waren heel goed in dingen over te nemen van andere bevolkingen en deze te verbeteren. Klassiek is eeuwig duurende schoonheid, een maatstaaf van het ideaal, verwijst naar

Nadere informatie

ART HISTORY Renaissance. V4-cp3 De Renaissance

ART HISTORY Renaissance. V4-cp3 De Renaissance ART HISTORY Renaissance V4-cp3 De Renaissance 1400-1530 Tijdlijn Invloed van steden en haar burgerij groeit steeds verder. In Italië ontstonden sterke stadsrepublieken. Het bestuur bestaat uit vooraanstaande

Nadere informatie

DE ROMEINEN. Professor Kleinbrein. intelligent konijn

DE ROMEINEN. Professor Kleinbrein. intelligent konijn DE ROMEINEN Professor Kleinbrein intelligent konijn PROFESSOR KLEINBREIN legionair geen doetjes borstplaat gladius Wonderlijke weetjes en fascinerende feiten over de ROMEINEN SARAH DEVOS met illustraties

Nadere informatie

Nathan Vestens 1MAK 1C Architectuurtypologie

Nathan Vestens 1MAK 1C Architectuurtypologie Nathan Vestens 1MAK 1C2 2015-2016 Architectuurtypologie BESCHRIJVING VAN HET GOED Volgens onroerenderfgoed.be Een enkelhuis van vier bouwlagen met mansardedak (leien) dat voorzien is van dakkapellen, uit

Nadere informatie

2 juni 2019 [STUDIEPLANNER GESCHIEDENIS VWO TOT KERST] overig. Lesweek. activiteiten. / verrijken/ verdiepen *

2 juni 2019 [STUDIEPLANNER GESCHIEDENIS VWO TOT KERST] overig. Lesweek. activiteiten. / verrijken/ verdiepen * Vanaf Vaste activiteiten PERIODE 1 34 19/8 di: start lessen Leerdoelen hoe tijd voor geschiedenis werkt en kunnen er zelf mee aan de slag 35 26/8 de belangrijkste gebeurtenissen in het tijdvak van jagers

Nadere informatie

Eerste druk januari 2008

Eerste druk januari 2008 Tempelbouw Eerste druk januari 2008 Copyright (C) 2008 Sjaak van Hal Deze uitgave wordt met een schoollicentie per leerling verstrekt en mag dus alleen in geprinte vorm aan de leerling, voor/door wie het

Nadere informatie

De vorm en samenstelling van het monument. De omgeving van het monument. 1) Hoe heet het plein waar het monument zich bevindt? één personage.

De vorm en samenstelling van het monument. De omgeving van het monument. 1) Hoe heet het plein waar het monument zich bevindt? één personage. De vorm en samenstelling van het monument 1) Uit welke verschillende delen bestaat het monument? Kruis aan.. De omgeving van het monument 1) Hoe heet het plein waar het monument zich bevindt?... obelisk

Nadere informatie

MIDDELEEUWSE KUNST I. DE ROMAANSE BOUWKUNST (1000-1150) A. Architecturale kenmerken

MIDDELEEUWSE KUNST I. DE ROMAANSE BOUWKUNST (1000-1150) A. Architecturale kenmerken MIDDELEEUWSE KUNST I. DE ROMAANSE BOUWKUNST (1000-1150) A. Architecturale kenmerken 1. Grondplan - centraalbouw: bouwelementen rond een verticale symmetrieas geschikt. * Cirkelvormig * Vierkant * polygonaal

Nadere informatie

Italië Florence Florence Palazzo Medici Riccardi Pagina 1

Italië Florence Florence Palazzo Medici Riccardi Pagina 1 Florence Palazzo Medici Riccardi Pagina 1 Palazzo Medici Riccardi > Medici-paleis Gedurende meer dan een eeuw was het Palazzo Medici Riccardi de hoofdverblijfplaats van de machtige Medici familie die over

Nadere informatie

5,7. Gladiatoren. Werkstuk door een scholier 1425 woorden 2 april keer beoordeeld. Inleiding

5,7. Gladiatoren. Werkstuk door een scholier 1425 woorden 2 april keer beoordeeld. Inleiding Werkstuk door een scholier 1425 woorden 2 april 2002 5,7 223 keer beoordeeld Vak KCV Inleiding De opdracht was om een werkstuk te maken over iets wat te maken had met de klassieke oudheid. De opdracht

Nadere informatie

Kunst op Niveau Griekse Kunst

Kunst op Niveau Griekse Kunst Antwoorden door een scholier 3034 woorden 28 januari 2004 7.5 267 keer beoordeeld Vak Kunstgeschiedenis Kunst op Niveau Griekse Kunst Wat is architraafbouw? Er is sprake van architraafbouw als dragende,

Nadere informatie

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr.

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr. 18 prehistorie oudheid 3000 v. Chr. 2500 v. Chr. 2000 v. Chr. 1500 v. Chr. Romeinen Het Romeinse rijk Jos en Mirthe staan voor opa s boekenkast. Opa, vraagt Mirthe, heeft u ook boeken over de Romeinen?

Nadere informatie

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië.

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Kenmerkende aspecten: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat De klassieke vormentaal van de Grieks Romeinse cultuur De ontwikkeling

Nadere informatie

❶ Het centrale deel. De vorm en samenstelling van het monument. De omgeving van het monument

❶ Het centrale deel. De vorm en samenstelling van het monument. De omgeving van het monument De vorm en samenstelling van het monument De omgeving van het monument 1. Kijk goed om je heen en duid aan wat het beste past voor dit monument. We kunnen het van ver zien. Het is gelegen aan een drukke

Nadere informatie

5.8. Boekverslag door N woorden 27 januari keer beoordeeld. Romeinse en Griekse Bouwkunst. Inhoudsopgave:

5.8. Boekverslag door N woorden 27 januari keer beoordeeld. Romeinse en Griekse Bouwkunst. Inhoudsopgave: Boekverslag door N. 3290 woorden 27 januari 2006 5.8 522 keer beoordeeld Vak CKV Romeinse en Griekse Bouwkunst. Inhoudsopgave: - Inleiding -De Romeinen (kort en in het algemeen) -De Grieken (kort en in

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Op welke gebieden wilden de Verlichtingsfilosofen de bestaande maatschappij veranderen? Rationalisme = het gebruiken van gezond verstand (rede/ratio) waarbij kennis gaat boven tradities

Nadere informatie

Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 1. Geschiedenis...3 2. Interieur...4 3. Copy...5

Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 1. Geschiedenis...3 2. Interieur...4 3. Copy...5 De Kerk Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 1. Geschiedenis...3 2. Interieur...4 3. Copy...5 2 1. Geschiedenis De grote bevolkingsgroei in de tweede helft van de 14de eeuw maakte het noodzakelijk nieuwe kerken

Nadere informatie

Rome. Rome. Via Appia Antica

Rome. Rome. Via Appia Antica Via Appia Antica De Via Appia Antica was een van de meest belangrijke wegen ter wereld en een van de bekendste van alle wegen die vanuit naar zowat alle uiteinden van het inse Rijk uitzwermden. Langs de

Nadere informatie

CITYTRIP Rome DRIEDAAGSE VLIEGTUIGREIS

CITYTRIP Rome DRIEDAAGSE VLIEGTUIGREIS CITYTRIP Rome DRIEDAAGSE VLIEGTUIGREIS 1 Programma DAG 1: Ciao bella Samenkomst op de luchthaven van Zaventem voor de rechtstreekse vlucht naar Rome. Onderweg naar het stadscentrum brengen we eerst een

Nadere informatie

Geloven en redeneren. Religie en filosofie

Geloven en redeneren. Religie en filosofie Geloven en redeneren Religie en filosofie Historisch overzicht Pantheïsme en polytheïsme De spiltijd Het oosten Boeddhisme Confucianisme Taoïsme Het westen Jodendom, christendom, islam Filosofie Het begin

Nadere informatie

Begeleidende uitleg voor de leerkracht:

Begeleidende uitleg voor de leerkracht: TITEL ACTIVITEI T + beschrijving: Kennismaken met het huis van God 3 e graad In deze les gaan we dieper in op het grondplan van een kerk en bekijken de leerlingen belangrijkste plaatsen in de kerk. Deze

Nadere informatie