Echt-Susteren, Maasgouw, Roermond, Roerdalen BMelonderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Echt-Susteren, Maasgouw, Roermond, Roerdalen BMelonderzoek"

Transcriptie

1 Onderzoek normtijden naar onderbouwing hulp bij het huishouden Echt-Susteren, Maasgouw, Roermond, Roerdalen BMelonderzoek September 2016 Andrew Britt, Naomi Meys, Arthur van der Harg, Dwayne Heuvelmans. Jozien Horjus, Mehtap Ozaltun Projectnummer: Correspondentienummer: DH

2 ONDERZOEK NORMTIJDEN HULP BIJ HET HUISHOUDEN INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING EN CONCLUSIES 3 HOOFDSTUK 1 WAT IS SCHOON EN LEEFBAAR? Schoon en leefbaar volgens de geïnterviewde cliënten Schoon en leefbaar volgens de hulpen Schoon en leefbaar volgens consulenten en Wmo-raden 7 HOOFDSTUK 2 IN HOEVERRE IS HET HUIS SCHOON? Vroeger meer uren of niet? Input uit interviews 10 HOOFDSTUK 3 IS ER GENOEG TIJD OM HET HUIS SCHOON TE KRIJGEN? Het is (redelijk) schoon, maar heeft de hulp er genoeg tijd voor? Extra tijd nodig voor een schoon en leefbaar huis Waar moet extra tijd aan besteed worden? Is de tijd voor sommige activiteiten krapper/ruimer dan voor andere activiteiten? 15 HOOFDSTUK 4 OVERIGE PUNTEN 4.1 Tevredenheid over de hulp en de organisatie 4.2 Uitleg aan cliënten over het aantal uren en rekening houden met de persoonlijke situatie (Niet-)gebruik huishoudelijke hulp toelage Relatie sociaal contact en schoonmaakwerk 4.5 Wat betekenen bezuinigingen/krappe normtijden voor de medewerkers? BIJLAGE 1 ONDERZOEKSVERANTWOORDING 24 BIJLAGE 2 HUIDIGE NORMTIJDEN 26

3 Inleiding Aanleiding en context De gemeenten Roermond, Roerdalen, Maasgouw en Echt-Susteren hebben aangegeven een onderzoek te willen laten verrichten naar het huidig normeringskader voor hulp bij het huishouden (hbh).' Aanleiding hiervoor zijn de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 18 mei Op basis van de uitspraken van de CRvB concluderen de vier gemeenten dat het gehanteerde normeringskader, hoewel besproken met de grootste zorgaanbieders, niet via objectief en onafhankelijk onderzoek tot stand is gekomen. Deze omissie willen de vier gemeenten nu (laten) herstellen. De VNG vat de uitspraak kort samen in haar ledenbrief: "Een maatwerkvoorziening in de vorm van modules is toegestaan. Weloordeelt de Centrale Raad dat het aantal uren huishoudelijke hulp in de standaardmodules gebaseerd moet zijn op objectieve criteria voortkomend uit deugdelijk onderzoek verricht door onafhankelijke derden. Pas als dat onderzoek is verricht, kan de bestuursrechter beoordelen of het beleid in redelijkheid is vastgesteld.''2 Doel van het Onderzoek Doel van het onderzoek is om het huidig normeringskader van hulp bij het huishouden te evalueren in het licht van uitgangspunten die de VNG heeft geformuleerd rondom normtijden bij hulp bij het huishouden. Deze uitgangspunten vatten wij als volgt samen: De normtijden die de gemeenten hanteren dienen: a) gebaseerd te zijn op objectieve criteria; b) onderbouwd te zijn door deugdelijk onderzoek; c) verricht te zijn door onafhankelijke derden. De gemeenten Roermond, Roerdalen, Maasgouw en Echt-Susteren hebben BMC gevraagd om als onafhankelijke derde partij dit onderzoek uit te voeren. Het resultaat van dit onderzoek ligt voor u. Onderzoeksverantwoording (beknopt) BMC heeft de normtijden onderzocht door middel van: Documentenstudie naar door andere gemeenten gehanteerde normtijden en beschikbare onderzoeken die zijn gehanteerd ter onderbouwing van deze normtijden. Kwantitatief onderzoek: o Papieren enquêtes onder willekeurig geselecteerde cliënten hbh. o Internetenquête onder bijna alle medewerkers van de drie grootste aanbieders hbh werkzaam voor de vier gemeenten. Kwalitatief onderzoek door middel van interviews: o 43 interviews thuis bij cliënten met hulp bij het huishouden (hbh). o 10 telefonische interviews met medewerkers van de aanbieders van hbh. 1 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016, BIJLAGE 1: NORMERINGSKADER HULP BIJ HET HUISHOUDEN. 2 VNG, Brief aan de leden, t.a.v. het college en de raad, Wmo-uitspraken Centrale Raad van Beroep 18 mei 2016, kenmerk ECSD/U /27

4 o Een groepsgesprek met een afvaardiging uit de Wmo-raad/ Participatieraad van elk van de vier gemeenten. o 5 interviews met medewerkers die de keukentafelgesprekken voeren (consulenten/ generalisten ). o Een jurist vanuit een van de MERR-gemeenten o Een aantal aanbieders hulp bij het huishouden die niet actief zijn in deze regio. De kwantitatieve enquêtes geven vooral een goed beeld hoeveel mensen iets vinden. De interviews geven daarentegen een goed beeld waarom mensen iets vinden. Van de willekeurig aangeschreven cliënten hbh hebben er ruim 600 de vragenlijst ingevuld. Dit is een zeer hoge respons voor deze doelgroep. De resultaten van deze enquête zijn gebaseerd op dit absoluut aantal respondenten zeer betrouwbaar. Van alle aangeschreven hulpen, hebben er 220 de online vragenlijst ingevuld waarmee ook deze resultaten zeer betrouwbaar zijn. Voor een uitgebreide onderzoeksverantwoording verwijzen wij u naar bijlage 1. Bijlage 2 bevat een overzicht van de huidige normtijden. Leeswijzer Wij gaan eerst in op de vraag wat de verschillende partijen als 'schoort' en 'leefbaar' ervaren (hoofdstuk 1). Vervolgens op de vraag in hoeverre de verschillende partijen de huizen van cliënten als schoon ervaren (hoofdstuk 2). De vraag in hoeverre de hulpen genoeg tijd hebben om het huis schoon te krijgen, komt aan bod in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 gaan wij in op onderwerpen die samenhangen met de vraag in hoeverre de normtijden toereikend zijn. In elk hoofdstuk komen de verschillende perspectieven aan de orde: de cliënten, hulpen, consulenten, BMC zelf, et cetera. In de bijlagen staat een uitgebreidere onderzoeksverantwoording en de huidige normtijden. 2/27

5 Samenvatting en conclusies Samenvatting Uit de enquêtes en gesprekken met cliënten, hulpen, consulenten, Wmo-raadsleden, et cetera concluderen wij dat de meerderheid van de cliënten mede door de huishoudelijke hulp die zij krijgen een (redelijk) schoon huis heeft, en zeker een leefbaar huis. In hoeverre de normtijden hiervoor als voldoende gelden, is een lastigere vraag. Wij zien bijvoorbeeld dat er een groot verschil bestaat in de beleving op dit punt tussen cliënten die vroeger meer uren hadden dan nu, en de overige cliënten. Van de 'overige' cliënten (die vroeger niet minder uren hadden) is 58% het (helemaal) eens met de stelling dat hun huis schoon genoeg is met de huishoudelijke hulp die zij krijgen. Dit is een krappe meerderheid. Onder de cliënten die vroeger meer uren hadden, is dit aandeel 32%. Als wij kijken naar de activiteiten 'zwaar huishoudelijk werk', 'licht huishoudelijk werk' en 'wasverzorging' dan blijkt dat zowel cliënten als hulpen ervaren dat er voor het 'licht huishoudelijk werk' (over het algemeen) voldoende tijd is. Voor wasverzorging geldt dat zowel cliënten als hulpen het meest ervaren dat daar (over het algemeen) onvoldoende tijd voor is. Op de tweede plaats wordt het zware huishoudelijk werk genoemd als punt waar onvoldoende tijd voor is. Wel is het zo dat de meeste cliënten en hulpen samen kijken naar de totaal beschikbare tijd en wat zij daarbinnen willen en kunnen doen. Er wordt minder gekeken naar de beschikbare tijden per activiteit. Gevraagd om het allerbelangrijkste te noemen wat er zou moeten gebeuren met de als nodig ervaren extra tijd komen cliënten en hulpen tot de volgende top 5. Tabel 1 Top 5 van belangrijkste dingen die gedaan moeten worden in de extra tijd Wasverzarging Ramen lappen Strijken Grondiger poetsen Extra klusjes (zander dat het hoognodige blijft liggen) Sanitaire ruimtes (grondiger kunnen doen) Kastjes (in de kastjes, bovenop de kasten, et cetera) Goed poetsen, alles een keer aan de kant h~u'onr,n de kasten, et cetera Keuken Wij constateren dat het voor de meerderheid van de hulpen (heel) hard werken is om te doen wat zij moeten doen binnen de beschikbare tijd. Verder concluderen wij dat een deel van de hulpen meer taken doet dan strikt noodzakelijk en soms ook in eigen tijd werkt. Een klein deel van de hulpen doet dit omdat zij geen weerwoord hebben tegen te veeleisende cliënten, maar voor het grootste deel uit betrokkenheid. Om te stellen dat hulpen dat dan maar niet (meer) moeten doen, gaat in onze optiek niet op. Als mensen geen plezier in hun werk meer hebben doordat zij het niet met de aandacht of betrokkenheid kunnen doen die bij hen past, dan is de kans dat zij stoppen met het werk erg groot. 3/27

6 Conclusie Voor wie een hele strikte definitie hanteert over waar de hulp voor bedoeld is, gelden de normtijden als krap voldoende. Met 'krap' voldoende bedoelen wij dat er voor de meerderheid van de cliënten geen marge is. En dat er daarnaast door de meerderheid van de hulpen zeer hard gewerkt moet worden om dit resultaat te behalen. Wij komen als volgt tot deze conclusie: Wij laten met name de resultaten van de 'overige' cliënten die voorheen niet meer uren hadden zwaar wegen. Dit omdat uit de resultaten sterk blijkt dat het voorheen hebben van meer uren van zeer grote invloed is op de ervaring rond wat 'schoon genoeg' is en in hoeverre hier ook 'tijd genoeg' voor is. De uitkomsten van deze groep relateren wij aan onze eigen observaties tijdens de huisbezoeken en aan de gemene deler over wat mensen in dit onderzoek aangeven als 'schoort en leefbaar' te beschouwen. Tot slot relateren wij het aan sec de activiteiten die omschreven worden in het normenkader. Kanttekeningen bij deze conclusie Uiteraard is een gedegen keukentafelgesprek nodig om tot een goed beeld te komen op basis waarvan (gebruikmakend van de normtijden als uitgangspunt) de ondersteuning wordt bepaald. De normtijden horen (slechts) het uitgangspunt te zijn. Voor het (met enige regelmaat) bijhouden van bepaalde taken, zijn de huidige normtijden in de ervaring van de onderzoekers te krap. Hiermee bedoelen wij dat er geen tijd is voor het nu en dan iets grondiger doen van taken. Bijvoorbeeld het grondig poetsen. Het goed aan de kant zetten van dingen voordat er gestofzuigd wordt, et cetera zonder dat een van de taken die wekelijks gedaan moet- worden blijft liggen. Wij bedoelen hiermee nadrukkelijk niet een "grote schoonmaak". Aanbevelingen Op basis van onze bevindingen tijdens ons onderzoek doen wij graag een aantal aanbevel ingen. Er zijn ontwikkelingen die nu al gaande zijn en in de toekomst alleen maar van groter belang gaan worden. Mensen blijven langer thuis wonen, waardoor het aandeel thuiswonenden met zwaardere problematiek groeit. Dit heeft meerdere gevolgen. Het werk wordt voor hulpen zwaarder, enkel en alleen al doordat hun cliënt verandert. Verder betekent het dat cliënten op termijn steeds minder mobiel worden, en dat de kans op eenzaamheid toeneemt. Naar de toekomst toe worden de hulpen die geschikt zijn voor de hbh2-taken steeds belangrijker. Dit is echter voornamelijk de groep die aangeeft het werk steeds zwaarder te vinden door de tijdsdruk en hun hoge mate van betrokkenheid. Het tijdig signaleren van beginnende dementie is bijvoorbeeld ontzettend belangrijk. Hoe sneller het wordt gesignaleerd, hoe meer je nog kunt inspelen op de situatie. 1. In het kader van de medewerkers beter toerusten op deze ontwikkelingen is het in onze optiek van groot belang dat alle aanbieders de ruimte hebben om hun medewerkers trainingen en cursussen aan te (blijven) bieden. Wij adviseren dat de gemeente met hun aanbieders in gesprek gaat over wat er nodig is om dit te garanderen. 3 Met 'moeten' bedoelen wij de taken die door alle partijen het meest benoemd worden als dingen die wekelijks moeten kunnen. Bijvoorbeeld sanitaire ruimtes, bed verschonen, keuken, et cetera. 4/27

7 2. Ten tweede adviseren wij per cliënt gemiddeld 15 minuten per week aan huishoudelijke hulp extra beschikbaar te stellen. De cliënt bepaalt in overleg met de hulp waar deze extra tijd voor ingezet wordt. Dit om de volgende redenen: Dit is (gemiddeld genomen) voldoende tijd om taken zoals de koelkast en/of vriezer schoonmaken, in of bovenop de kastjes schoonmaken, et cetera regelmatiger uit te voeren, zonder dat het meteen ten koste gaat van andere (vaste) taken. Hierdoor wordt het beter mogelijk om om de zoveel tijd 'alles aan de kant' te doen en grondiger te werken. Hierdoor hebben de hulpen iets minder hoge werkdruk, waardoor zij dit werk langer (met plezier) kunnen blijven doen. Wij vermoeden dat de taken die de hulpen in eigen tijd uitvoeren afnemen, zonder dat dit direct ten koste gaat van de kwaliteit van het schoonmaakwerk. Door de extra tijd is het makkelijker ruimte te houden waar de cliënt nog zelf mee kan helpen en/of waar het netwerk van de cliënt nog goed mee kan helpen. Als dit dan later minder wordt, kan die ruimte benut worden (cliënten zitten niet meteen aan het 'plafond' van wat zij aan tijd kunnen krijgen). Een optie is om een glijdende schaal toe te passen naar rato van het aantal uren dat een cliënt krijgt in combinatie met het aantal geïndiceerde taken dat een cliënt krijgt. Dus bijvoorbeeld dat iemand met alleen zwaar huishoudelijk werk in een huis met 1 slaapkamer gemiddeld 10 minuten per week erbij krijgt. Iemand met 2 uur of meer per week 15 minuten, iemand met 3 uur of meer 20 minuten, et cetera. 3. Verder adviseren wij deze extra tijd bijvoorbeeld een keer per maand of per kwartaal beschikbaar te stellen, indien hier de mogelijkheden voor zijn. Dus dat mensen wekelijks hetzelfde aantal minuten krijgen als voorheen, en dan de tijd die zij dan opbouwen ook in een keer afnemen. Voor die momenten kan er samen met de cliënt echt gekeken worden naar wat er die keer gaat gebeuren (en hier dus vrijheid in hebben om in te zetten voor activiteiten die zij nodig achten). Hiermee voorkom je dat tijd die er 'in principe is, en opgespaard moet worden' gevuld wordt met de 'dagelijkse dingen' waardoor het of alsnog niet gebeurt, of dat er ervaren wordt dat er te weinig tijd voor is (omdat er die dag dan toch weer taken blijven liggen). Het bekendste voorbeeld hiervan zijn de 5 minuten per week die opgespaard dienen te worden voor de ramen lappen. Eenzaamheid wordt de komende jaren een grotere uitdaging. In hoeverre eenzaamheid bestrijden een taak is van de (gemeentelijke) overheid, daar kan over gediscussieerd worden. Als een onderdeel van een 'leefbaar huis' is dat men er prettig woont, dan kan je redeneren dat een bepaalde mate van betekenisvol contact daarbij hoort. 4. Wij adviseren dat de gemeenten in de gesprekken die zij voeren over het tegengaan van sterke eenzaamheid en de rol die zij daarin kunnen spelen expliciet aandacht hebben voor de verschillende rollen die huishoudelijke hulp mogelijk kan spelen hierin. De primaire taak van hbh is weliswaar niet het tegengaan van eenzaamheid, maar het is wel een van de vele mogelijke manieren om dit (deels) te doen. 5/27

8 Hoofdstuk 1 Wat is schoon en leefbaar? Huishoudelijke hulp heeft als doel dat het huis schoon en leefbaar is. Dit zijn subjectieve begrippen. In de gesprekken met de verschillende partijen hebben wij wel stilgestaan bij wat deze begrippen voor hen betekenen. Hoewel mensen (uiteraard) van mening verschillen, is er wel een algemene deler te vinden. 1.1 Schoon en leefbaar volgens de geïnterviewde cliënten Veel van de cliënten die wij thuis geïnterviewd hebben, noemen hun eigen huis op dat moment als een voorbeeld van schoon en leefbaar. Een punt dat veel cliënten noemen, is dat de keuken, badkamer en wc's vooral goed schoon moeten zijn. Ook willen mensen zonder zich te schamen bezoek kunnen ontvangen. Veel cliënten stellen leefbaar ook gelijk aan schoon (als het schoon is, is het leefbaar). Verder is leefbaar dat het opgeruimd is, dat mensen zich goed kunnen verplaatsen, dat het huis goed onderhouden is. En dat mensen zich prettig voelen in hun huis. 'Voor mij is schoon wanneer het proper is. Ik kan het moeilijk uitleggen, maar ik vind mijn eigen huis schoon.' 'Laten we zeggen, "als zij (de hulp) weggaat". Ik moet eerlijk zeggen, ik ben alleen dus ik maak het ook niet vuil.' 'Het moet voor mij sowieso stofvrij zijn. Maar als hier of daar de krant ligt, of dit rolletje medicijnen. Dat maakt mij niet uit'. 'Ik hou van schoon. Zoals nu is het schoon genoeg. Ik zit niet de hele dag te kijken. Ik kan niet tegen lagen stof Ik moet een boterham kunnen smeren op het aanrecht. r 'Schoon is dat je zonder bezwaar iemand binnen kunt laten '. 'Datje je prettig voelt in je eigen huis'. 'Dat het niet alleen schoon is voor het oog, maar ook echt schoon. De kleine dingen meenemen '. 'Dat alles gedaan kan worden. Niet alles hoeft iedere week, maar ze moet er nu en dan dingen bij kunnen pakken, en dat kan nu niet'. 'Het lijkt schoon maarje moet niet in de hoekjes kijken. Schoon is als alles om de zoveel tijd een goede beurt krijgt. Het hoeft niet zo te zijn zoals ik het vroeger zelf deed.' 'Zoals ik het vroeger deed, maar zo wordt het niet meer. 'Zoals het er nu bij ligt. Het is goed verzorgd, goed gepoetst en opgeruimd'. 1.2 Schoon en leefbaar volgens de hulpen De hulpen omschrijven schoon en leefbaar overwegend hetzelfde als de cliënten. Wel noemen de hulpen vaker dingen als dat mensen met een beperking zich goed door hun huis moeten kunnen verplaatsen. Dat het opgeruimd is zodat mensen niet struikelen. Vooral badkamers, wc's en slaapkamers moeten goed gedaan worden. Ook noemen veel hulpen dat het in hun optiek belangrijk is dat de koelkast regelmatig wordt gecontroleerd. 'Ik doe liever iets heel goed. Als je het doet moetje het goed doen'. 'Leefbaar is dat de mensen zich tevreden voelen en zeggen van "nu is mijn huisje goed en degelijk schoon". Niet dat je onder de bank kijkt en een koekje of zo ziet liggen'. 6/27

9 'Bij mij moet het schoon zijn als je niet overal vet of urine ruikt als je binnenkomt. Het moet ook stofvrij zijn. ' 'Dat de mensen zich gelukkig in hun huis voelen. Dat het proper is in de ruimten waar mensen het meeste leven. Het hoeft niet te blinken, maar in de hoeken en onder de banken, dat moet proper zijn'. 'Dat het opgeruimd is. Mensen tril/en en beven, laten wat val/en. Dat moet ook opgeruimd worden. Dat ze hun al/edaagse dingen kunnen zonder te struikelen, zich te stoten, te val/en.' 'Dat ze in een schoon bed liggen, dat ze een mooie schone badkamer hebben, een schone wc en keuken'. 1.3 Schoon en leefbaar volgens consulenten en Wmo-raden De consulenten en afvaardigingen uit de Wmo-raden benoemen vaak het aspect van een gulden middenweg vinden. 'Je moet je hand over de dingen kunnen halen zonder dat er stof is. Je moet ergens binnenkomen en dat je geen stof ziet liggen of vlekken.' 'Dat het er netjes is, geen stofwolken die rondvliegen. Maar je hoeft niet continu van de vloer te kunnen eten'. 'Soms moetje je eigen waarde loslaten. In het gesprek zie je hoe mensen tegen schoon en leefbaar aankijken, en daar moet je een gulden middenweg in vinden'. 'Dat de activiteiten die geïndiceerd zijn wekelijks uitgevoerd kunnen worden zoals omschreven'. 'Boodschappen in huis. Dat iemand maaltijden heeft. Dat iemand in al/e ruimtes van de woning goed kan komen zoals ieder ander, en dat het schoon is.' 'Opgeruimd vind ik heel belangrijk. Maar in een huis mag ook geleefd worden. Perfect schoon is het nooit'. 'Het hoeft voor mij niet lik-schoon te zijn, als het maar leefbaar is. Je moet waardigheid behouden. Spik-en-span hoeft niet, maar wel mensen in dragelijke leefomstandigheden zetten.' 'Men moet behaaglijk wonen. Sommige mensen hebben een huis zo schoon als een studentenkamer en zijn daar tevreden mee. Anderen vinden dat weer benedenmaats. ' 'Er zijn mensen die zo precies zijn in het huishouden die heel nerveus worden als het niet zo is. Het huis is voor hen onderdeel om te kunnen leven, dat is een extreme kant. Aan de andere kant heb je mensen die het te vies hebben om het leefbaar te noemen. Maar bij die precieze mensen die ongelukkig worden als het huis niet spik-en-span is, die hebben een ander probleem. Wanneer voelt iemand zich prettig?' De algemene deler over wat 'schoon en leefbaar' is die wij hanteren bij het trekken van conclusies over in hoeverre de normtijden voldoende zijn, is: Geen (dikke) lagen stof. Geen vlekken. Oppervlakten mogen niet plakken. Opgeruimd. Hygiënisch. Dat mensen bezoek kunnen ontvangen (zonder gêne). Badkamer, wc, keuken en slaapkamer waar mensen slapen dienen goed schoon te zijn (minimaal wekelijks te doen). Dat mensen zich goed en veilig kunnen verplaatsen in en rond hun woning. 7/27

10 Hoofdstuk 2 In hoeverre is het huis schoon? In dit hoofdstuk behandelen wij eerst de kwantitatieve resultaten, gevolgd door de aanvullingen of context die is voortgekomen uit de interviews met verschillende partijen. 2.1 Vroeger meer uren of niet? In totaal hebben 621 cliënten de vragenlijst ingevuld. Achteraan de vragenlijst is de vraag gesteld: 'Had u in het verleden meer uren huishoudelijke hulp via de gemeente?' Mensen konden kiezen uit: Ja, ik had in het verleden meer uren huishoudelijke hulp. Ik had in het verleden even veel uren huishoudelijke hulp. Ik had in het verleden minder uren huishoudelijke hulp. Niet van toepassing (er is niks gewijzigd ten opzichte van mijn eerste indicatie). Wij maken in dit onderzoek onderscheid naar de volgende categorieën: Mensen die nu minder uren hebben dan vroeger ("minder uren"): 430 respondenten. De overigen ("niet minder uren"): 157 respondenten. Alle respondenten samen ("totaal"): 621 respondenterr'. Wij zien dat het feit of cliënten voorheen meer uren hadden of niet van grote invloed is op hun antwoordgedrag op een aantal stellingen. Op andere punten zien wij echter dat het geen invloed heeft. Als wij kijken naar stellingen als 'door de huishoudelijke hulp die ik krijg is mijn huis heel schoon' en 'door de huishoudelijke hulp die ik krijg is mijn huis schoon genoeg' dan zien we bijvoorbeeld dat bijna de helft van de overige respondenten hun huis heel schoon vindt door de hulp en 58% vindt het huis schoon genoeg door de hulp. De respondenten die vroeger meer uren hadden zijn kritischer, maar 32% vindt het huis schoon genoeg door de hulp en 30% vindt het heel schoon. 4 Doordat niet alle respondenten deze vraag hebben ingevuld tellen de twee categorieën niet op tot /27

11 Fi uur 1 Totaal Niet minder uren 23% Minder uren 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Helemaal) eens Neutraal 0 (Helemaal) oneens Fi uur 2 Totaal Niet minder uren 15% Minder uren 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Helemaal) eens Neutraal 0 (Helemaal) oneens Ook bij de negatief geformuleerde stelling 'Mijn huis is niet schoon genoeg, ook al krijg ik huishoudelijke hulp' zien wij een groot verschil tussen de cliënten die vroeger meer uren hadden en de rest. 9/27

12 Totaal Niet minder uren Minder uren 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Helemaal) eens Neutraal 0 (Helemaal) oneens 2.2 Input uit interviews Uit de gesprekken met cliënten en de eigen observaties van de onderzoekers van BMC concluderen wij dat de meeste geïnterviewde cliënten in schone huizen wonen. De cliënten ervaren hun huis zeker als leefbaar, wat ook strookt met de mening van de onderzoekers van BMC. Nu en dan ligt er een dun laagje stof op dingen. De bovenkant van een magnetron plakt bij een enkeling. Badkamers zijn over het algemeen schoon. Een enkele wc was niet fris. De punten die veel cliënten en hulpen noemen, namelijk dat er geen tijd is om vaak genoeg goed onder of achter meubels schoon te maken, is niet te beoordelen door de interviewers. Veel geïnterviewde cliënten geven aan dat er (veel) dingen bijna structureel blijven liggen. Om de zoveel tijd gebeuren deze taken dan wel (maar ook niet altijd). Maar hierdoor blijven de "basics", die eigenlijk wekelijks gedaan moeten worden, die week liggen. Tijdens de 43 huisbezoeken hebben de interviewers van BMC klanten aangetroffen die naar de huidige maatstaven erg hoge verwachtingen hebben. Maar zij hebben ook klanten gesproken die heel weinig eisen stellen. Er kan wellicht gesteld worden dat ouderen over het algemeen veeleisender zijn dan gemiddeld, maar dit geldt zeker niet voor alle ouderen. Dit beeld komt ook naar voren uit de interviews met hulpen. Het hoognodige kan (meestal) wekelijks gedaan worden. Maar vaak niet zo goed als de hulp het zou willen. Hulpen geven aan dat er cliënten zijn die inderdaad (te) veeleisend zijn. Maar ook dat zij veel mensen hebben die snel tevreden zijn. Sommige hulpen geven aan dat zij zich soms ook zorgen maken over hoe lang bepaalde taken blijven liggen (omdat er altijd iets anders prioriteit heeft). 10/27

13 Hoofdstuk 3 Is er genoeg tijd om het huis schoon te krijgen? 3.1 Het is (redelijk) schoon, maar heeft de hulp er genoeg tijd voor? Er is een verschil tussen de mate waarin mensen hun huis door de hulp als schoon ervaren en de mate waarin mensen ervaren dat de hulp hier ook genoeg tijd voor heeft. Op de stelling dat de hulp genoeg tijd heeft om te doen wat nodig is, antwoorden beide categorieën respondenten (dus ongeacht of zij vroeger meer uren hadden) negatiever dan op de vragen over in hoeverre zij hun huis als schoon ervaren. 56% van de mensen met minder uren en 32% van de overige cliënten is het hier (helemaal) mee oneens. Fi uur 4 Totaal Niet minder uren 32% Minder uren 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Helemaal) eens Neutraal 0 (Helemaal) oneens Fi uur 5 Totaal 25% Niet minder uren 32% Minder uren 23% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Helemaal) eens Neutraal 0 (Helemaal) oneens 11/27

14 Hulpen Op de vraag in hoeverre zij genoeg tijd hebben om te doen wat nodig is in huis komt het antwoordgedrag van de hulpen sterk overeen met dat van de cliënten. Tabel 2 Ik heb genoeg tijd om te doenwat nodigis bij mijn cliënten (Helemaal) mee eens Neutraal 31% 16% (Helemaal mee oneens 53% Tabel 3 Ik heb te weinig tijd om te doenwat nodigis bij mijn cliënten Input uit de interviews Uit de gesprekken met cliënten blijkt dat de meesten wel vinden dat de hulp heel snel moet werken om alles te kunnen doen wat zij moet doen. Een enkeling geeft aan dat het wel lukt en dat er zelfs tijd is voor koffie (maar dit is ook een cliënt die de interviewers als niet veeleisend omschrijven). Dat er dingen om en om moeten gebeuren, ervaren de meeste cliënten als een teken dat er te weinig tijd is om alles goed te doen. Een aantal geïnterviewde cliënten vindt het daarentegen geen enkel punt als werkzaamheden om en om moeten worden gedaan. De geïnterviewde consulenten ervaren dat de normtijden voldoende zijn voor puur het werk dat geïndiceerd is. Dat er met taken geschoven wordt en dat sommige dingen niet elke week kunnen, ervaren de consulenten als logisch (en geen bezwaar). Maar ook de consulenten ervaren dat er dingen zijn die wel echt elke week moeten. Als dit niet mogelijk is, dan gaan zij ervan uit dat dit komt doordat de cliënt blijkbaar andere keuzes maakt over wat belangrijk is. Een aantal consulenten geeft aan te vermoeden dat een deel van de hulpen aanvullende taken doet voor de cliënten en/of in eigen tijd werkt. Dit beeld wordt bevestigd door de gesprekken met en enquêtes onder de hulpen. Hulpen geven aan dat zij inderdaad weleens iets extra's doen voor hun klanten. Maar geven ook aan dat zij collega's hebben die te veel doen (zich laten misbruiken door de cliënt). De geïnterviewde hulp geeft dan aan dat zij zelf wel prima 'nee' kan zeggen of de cliënt duidelijk kan maken 'dat wij daar niet voor zijn' maar dat er ook andere minder mondige collega's zijn. Waar hulpen in eigen tijd werken, doen zij dit onder andere omdat ze zelf met een goed gevoel weg willen gaan. Ze willen dingen fatsoenlijk afmaken waar ze mee bezig waren, et cetera. Maar deels ook omdat ze echt vinden dat mensen het nodig hebben. 12/27

15 3.2 Extra tijd nodig voor een schoon en leefbaar huis Respondenten is gevraagd aan te geven hoeveel uren hulp zij ontvangen. Vervolgens is gevraagd "In hoeverre is dit aantal uren voor u genoeg voor een schoon en leefbaar huis?". Onderstaande tabel toont dat met name het vroeger meer uren hebben van grote invloed is op het antwoordgedrag op deze stelling. Uit de analyse blijkt dat het daadwerkelijk aantal uren dat mensen hulp krijgen minder van invloed is op hun antwoorden op deze stelling. Van de mensen die vroeger meer uren hadden, geeft slechts 30% aan dat hun uren 'genoeg' of 'meer dan genoeg' zijn voor een schoon en leefbaar huis. Onder de overige respondenten is dit aandeel 63%. Tabel4 Aantal uren genoeg voor een schoon en leefbaar huis Meer dan genoeg 1% 2% 1% Genoeg 29% 61% 38% Te weinig Veel te weini 58% 32% 51% 13% 5% 11% Cliënten konden in een open schrijfvak uitleggen waarom. Hieronder tonen wij de meest genoemde punten voor zowel de mensen die (meer dan) genoeg uren ervaren als voor de mensen die (veel) te weinig uren ervaren. (Meerdan)genoeg 1. Omdat ik zelf (nog) dingen kan/omdat ik mee help. 2. Omdat ik een goede hulp heb. 3. Ik heb een klein huis. (Veel) te weinig 1. Er blijven (te) veel dingen liggen. 2. Ik kan zelf niet/nauwelijks (meer) meehelpen. 3. Groot/bewerkelijk huis. 4. Dingen moet om en om, het is dit of dat, et cetera. 5. Hulp moet zich (te) veel haasten. Ook aan hulpen is de vraag voorgelegd: 'In hoeverre is de tijd die u heeft voor cliënten gemiddeld genomen genoeg voor het realiseren van een schoon en leefbaar huis?' Tabel 5 In hoeverre is de tijd die u heeft voor cliënten gemiddeld genomen genoeg voor het realiseren van een schoon en leefbaar huis? Meer dan genoeg Genoeg 41% Te weinig 50% Veel te 6% De hulpen die aangaven (veel) te weinig tijd te ervaren, konden toelichten waarom. Hieronder ziet u de vijf meest genoemde punten. 13/27

16 (Veel) te weinig 1. Er is geen tijd voor de extra's die periodiek moeten gebeuren. 2. Er is geen tijd voor een praatje/persoonlijke aandacht. 3. Er is geen tijd om dingen goed/grondig te doen. 4. Het tempo waarin alles moet gebeuren is veel te hoog. 5. De cliënt kan niets/steeds minder. 3.3 Waar moet extra tijd aan besteed worden? Aan de respondenten die 'te weinig' of 'veel te weinig' hebben ingevuld zijn de vragen gesteld hoeveel minuten per week zij denken extra nodig te hebben voor een schoon en leefbaar huis, en vervolgens wat dan het allerbelangrijkste is dat er met die tijd moet gebeuren. Wij zien dat bij de verschillende groepen respondenten de meest gekozen antwoorden 30 minuten of 60 minuten per week zijn. Tabel 6 Hoeveel minuten per week extra denkt u nodig te hebben (cliënten)? 5 minuten 10 minuten 1% 6% 1% 20 minuten 8% 7% 8% 30 minuten 25% 28% 25% 40 minuten 11% 17% 12% 50 minuten 3% 2% 3% 60 minuten 31% 30% 31% Meer dan 60 minuten 21% 11% 20% Waar moet volgens deze cliënten de extra tijd dan aan worden besteed? Aan de respondenten die aangaven (veel) te weinig tijd te ervaren, is de vraag gesteld: 'Wilt u dan noemen wat het allerbelangrijkste is dat de hulp in die tijd (meer) zou moeten doen? De door cliënten vijf meest genoemde activiteiten zijn: 1. Wasverzorging 2. Ramen lappen 3. Strijken 4. Grondiger poetsen 5. (In de) kastjes In tabel 7 ziet u de antwoorden van de hulpen die hebben aangegeven te weinig of veel te weinig tijd te hebben voor een schoon en leefbaar huis. 14/27

17 Tabel7 Hoeveelminutenper weekextra denktu nodigte hebben(hulpen)? 5 minuten 10 minuten 1% 20 minuten 14% 30 minuten 43% 40 minuten 14% 50 minuten 7% 60 minuten 16% Meer dan 60 minuten 6% Waar bij cliënten veruit de grootste groepen 30 of 60 minuten extra aangeven, zien we bij de hulpen dat de grootste groep 30 minuten extra aangeeft. Wat is het allerbelangrijkste dat in die tijd moet gebeuren? De door hulpen vijf meest genoemde activiteiten zijn: 1. Extra klusjes (zonder dat het hoognodige blijft liggen), koelkasten, hoekjes, et cetera. 2. Sanitaire ruimtes (grondiger kunnen doen). 3. Kastjes (in de kastjes, bovenop de kasten, et cetera). 4. Goed poetsen, alles een keer aan de kant. 5. Keuken. 3.4 Is de tijd voor sommige activiteiten krapper/ruimer dan voor andere activiteiten? Aan respondenten is gevraagd om per activiteit aan te geven in hoeverre de hulp er genoeg tijd voor heeft. Het betreft de activiteiten "zwaar huishoudelijk werk" (bijvoorbeeld stofzuigen, dweilen, bedden verschonen), "licht huishoudelijk werk" (bijvoorbeeld stof afnemen, opruimen) en "wasverzorging" (bijvoorbeeld sorteren, wassen, drogen, vouwen, strijken, opbergen). De volgende figuur toont dat het vooral de wasverzorging is waar cliënten te weinig tijd voor ervaren, gevolgd door zwaar huishoudelijk werk. Voor licht huishoudelijk werk ervaart de meerderheid van zelfs de cliënten die minder uren hebben dan vroeger dat zij genoeg hebben (zie tabel 8). 15/27

18 Tijd genoeg voor zwaar huishoudelijk werk I I I I l 47% J 39% Jll% Tijd genoeg voor licht huishoudelijk werk I 62% I 30% f% Tijd genoeg voor wasverzorging t6, 35~ I 43% 21% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Meer dan genoeg Genoeg Te weinig DVeel te weinig Tabel 8 Cliënten: Tijd genoeg voor... Wasverzorging Meer dan genoeg 0% 3% 1% Genoeg 30% 49% 35% Te weinig 45% 38% 43% Veel te weinig 25% 10% 21% Licht huishoudelijk Meer dan genoeg 2% 5% 3% werk Genoeg 58% 70% 62% Te weinig 32% 23% 30% Veel te weinig 7% 2% 6% Zwaar huishoudelijk Meer dan genoeg 2% 4% 3% werk Genoeg 41% 62% 47% Te weinig 43% 29% 39% Veel te wein 14% 5% 11% Ook bij de hulpen zien wij dat het meest wordt ervaren dat er te weinig tijd is voor wasverzorging. 5 N=582 (zwaar hh), N=518 (licht hh), N=399 (wasverzorging). 16/27

19 Wasverzorging 18% Licht huishoudelijk werk 61% 28% Zwaar huishoudelijk werk ' 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Meer dan genoeg Genoeg Te weinig 0 Veel te weinig Uit de gesprekken met hulpen en cliënten blijkt dat veel cliënten (en ook hulpen) vooral samen in overleg gaan over wat er gedaan moet worden die week binnen de totale beschikbare tijd die er is. Er wordt niet zozeer gekeken naar de tijden per activiteit. Dit omdat er (bij bijna alle geïnterviewde hulpen en cliënten) toch altijd met taken geschoven wordt. Om taken goed te kunnen doen, geven hulpen vaak aan dat geen van de activiteiten echt voorziet in genoeg tijd. 6 N=217 (zwaar hh), N=214 (licht hh), N=203 (wasverzorging). 17/27

20 Hoofdstuk4 Overige punten Dit hoofdstuk bevat de overige bevindingen en observaties die BMC wel van belang acht, maar niet per se één-op-één ingaan op sec de vraag in hoeverre de gebruikte normtijden voldoen. 4.1 Tevredenheid over de hulp en de organisatie Het blijkt dat het overgrote merendeel van de cliënten (zeer) tevreden is over de hulp die zij ontvangen (de persoon). De hulp maakt verstandige keuzes binnen de tijd. De hulp doet zijn/haar uiterste best. Kwaliteit van het schoonmaakwerk van de hulp is goed. Ook is de meerderheid van de cliënten tevreden over de organisatie die de hulp levert. Fi uur 8 Oordeelover de hul De inzet van de hulp (doen ze hun uiterste best). De aandacht en interesse die de hulp voor u heeft. Kwaliteit van het schoonmaakwerk. 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Zeer) tevreden (Zeer) ontevreden Fi uur 9 De telefonische bereikbaarheid van de organisatie waar u hulp van ontvangt. Vervanging bij ziekte van de vaste hulp. Vervanging bij vakantie van de vaste hulp. Wisselingen van medewerkers (het aantal verschillende mensen dat bij u thuis komt). 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Zeer) tevreden (Zeer) ontevreden 18/27

21 Tabel 9 De hulp maakt verstandige keuzes binnen de tijd 4.2 Uitleg aan cliënten over het aantal uren en rekening houden met de persoonlijke situatie Tevredenheid heeft te maken met verwachtingen. Als niet voldaan wordt aan verwachtingen is de mate waarin een consulent weet uit te leggen waarom het anders is dan verwacht van groot belang voor de ervaring van mensen. Op de stelling 'de gemeente heeft goed uitgelegd waarom ik dit aantal uren krijg' reageert een kwart neutraal. Van de respondenten die minder uren hebben gekregen, is 31 % het (helemaal) eens met de stelling en onder de overige cliënten is dit 56%. De verschillen tussen de respondenten met minder uren en de rest zijn groter als wij kijken naar de stelling 'de gemeente heeft met het bepalen van het aantal uren rekening gehouden met mijn persoonlijke situatie'. Met die stelling is ruim de helft van de cliënten die minder uren hebben gekregen het (helemaal) mee oneens. Tabel 10 De gemeente heeft duidelijk uitgelegd waarom ik dit aantal uren krijg Tabel 11 De gemeente heeft met het bepalen van het aantal uren rekening gehouden met mijn persoonlijke situatie De consulenten geven aan allemaal tijdens de gesprekken ook wel waar mogelijk aan verwachtingsmanagement te doen. Dit zonder toezeggingen te doen of juist verkeerde (te hoge) verwachtingen te scheppen. Consulenten leggen (waar nodig) uit dat er normtijden zijn, en waar die normtijden rekening mee houden. Het belang van een goed keukentafelgesprek gevoerd door professionals is zeer groot. De herindicaties? eind 2014 zijn gedaan door een extern bureau. Uit de interviews met diverse partijen concluderen wij dat veel cliënten tijdens die gesprekken niet altijd hebben ervaren dat er naar de hele situatie is gekeken, en ook niet altijd dat er de diepte in is gegaan. Let wel, dit zijn ervaringen die BMC niet kan toetsen. 7 De gemeente Roerdalen heeft geen gebruikgemaakt van een extern bureau. 19/27

22 4.3 (Niet )gebruik huishoudelijke hulp toelage De huishoudelijke hulp toelage (hht) wordt vaak door consulenten genoemd als mogelijkheid voor cliënten om extra hulp mee in te kopen als zij meer taken gedaan willen hebben, et cetera. Uit de gesprekken met cliënten, hulpen en consulenten krijgen wij de indruk dat er relatief weinig gebruik van wordt gemaakt. Volgens cliënten en hulpen voornamelijk omdat het toch - ondanks het gereduceerde tarief - voor een deel van de cliënten moeilijk te betalen is. Daarnaast hebben wij de indruk dat het iets is wat regelmatig onder de aandacht gebracht moet worden voordat het bij een grotere groep mensen beklijft. Tot slot is het zo dat veel mensen moe zijn van 'het moeten regelen' van dergelijke zaken. Hierdoor blijven veel regelingen onderbenut. Tot slot is het ook mogelijk dat de behoefte aan meer tijd inkopen simpelweg beperkt is. 4.4 Relatie sociaal contact en schoonmaakwerk Wat in bijna alle gesprekken die men voert over huishoudelijke hulp aan bod komt, is het ervaren belang van het sociaal contact. Een praatje kunnen maken. Onderstaande figuur toont dat het merendeel van de respondenten het belangrijk vindt dat de hulp tijd heeft voor een praatje, en tegelijkertijd wel van mening is dat de hulp vooral schoonmaakt. Fi uur 10 Ik vind het belangrijk dat mijn hulp tijd heeft voor een praatje. ol~, " < '~':ll f',, Ik vind het belangrijk dat mijn hulp vooral schoonmaakt. '{,ft,'!.~' ' t ~ Ik vind een praatje maken belangrijker dan schoonmaken. 60% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (Helemaal) eens Neutraal 0 (Helemaal) oneens Dit beeld wijkt amper af van het beeld dat de hulpen geven. Tabel12 Ik vind het belangrijkdat ik tijd heb voor een praatjemet mijn cliënten 20/27

23 Tabel13 Ik vind het belangrijkdat ik vooraltijd heb om schoonte maken (Helemaal) mee eens Neutraal 68% 20% (Helemaal mee oneens 12% Koffiedrinken of veel praten in de tijd van de indicatie komt bij geen van de geïnterviewde hulpen voor. Hulpen geven aan dat de meeste mensen (niet allemaal) wel meer contact willen. De hulpen praten dan onder het werken door ('daar moet je creatief mee omgaan, alleen als de stofzuiger aan staat, kan je niet praten'). 'Zet de koffie maar neer, ik drink het tussen de bedrijven door'. En als zij koffiedrinken, dan is het in eigen tijd. 'Als iemand gewoon even een verhaal kwijt moet. Dan pak je daar op dat moment de tijd voor. Dan staat het doek even stil. Bijvoorbeeld rond bepaalde datums waar ze moeite mee hebben. Trouwdatums of zo, of sterfgevallen. Dat ze dan hun hart moeten luchten, dan moet dat kunnen.' Wat opviel bij het analyseren van het volgens hulpen en cliënten 'allerbelangrijkste' dat er binnen de extra tijd gedaan zou moeten worden, is dat tijd voor sociaal contact/een praatje maken weleens genoemd werd, maar zeker niet in de top 5 voorkwam. Wij hebben gezien dat een van de belangrijkste dingen die volgens cliënten vaker moet gebeuren het strijken (en wassen) is. Dit kan samenhangen met het durven om contacten aan te gaan en het buiten komen. Met schone, goed verzorgde kleren stap je makkelijker naar buiten. Ietwat gechargeerd zijn er in de discussie twee hoofdstromingen: de eerste is dat de (gemeentelijke) overheid er met huishoudelijke hulp is om taken over te nemen van wie het niet meer kan. Tijd inruimen voor sociaal contact is niet nodig. De tweede stroming is van mening dat het sociaal contact erg belangrijk is voor veel cliënten, en dat voor sommige cliënten de hulp zelfs bijna hun enige aanspreekpunt is. In het recent verschenen onderzoek 'Normering van de basisvoorziening "Schoon huis" spreken de auteurs van 'indirecte tijd' die onderdeel uitmaakt van de totale urennorm. Onder deze indirecte tijd scharen zij ook 'tijd voor sociaal contact met de cliënt'. Wij citeren: 'Het onderzoek laat zien dat zowel hulpen als cliënten sterk hechten aan dit contact en het als essentieelonderdeel van de huishoudelijke hulp beschouwen. Experts hebben bevestigd dat deze indirecte tijd onderdeel is van de door de hulp benodigde tijd bij de cliënt.'8 In het debat in het algemeen wordt soms gesteld dat eenzaamheid een eigen keuze is. Of dat er genoeg activiteiten/ voorzieningen zijn waar mensen gebruik van kunnen maken voor sociaal contact. Nu blijkt uit meerdere onderzoeken dat het bieden van algemene voorzieningen (waar mensen zelf actief heen moeten) niet helpt tegen eenzaamheid. Daarnaast is een deel van de cliënten niet mobiel genoeg om (makkelijk) gebruik te kunnen maken van dergelijke voorzieningen. 8 Normering van de basisvoorziening 'Schoon huis', Empirisch onderzoek in eindrapportage voor de gemeente Utrecht (KPMG, Plexus, hhm) augustus 2016, blz /27

24 Een geïnterviewde consulent stelt dat sommigen cliënten (met name ouderen) ook bang zijn om nieuwe contacten aan te gaan. Dat ze bang zijn mensen tegen te komen die zij niet aardig vinden (of bang dat mensen hen niet aardig zullen vinden). Bij de oudere generatie is dit ook begrijpelijk. Zij stammen uit een tijd waarin vragen als 'wat zullen de buren wel niet denken' een erg grote rol speelden. Daarnaast kun je je afvragen in hoeverre je het mensen kwalijk kan nemen dat ze het (op oudere leeftijd) moeilijk vinden om nieuwe contacten aan te gaan. Het contact met de huishoudelijke hulp is een contact wat er toch al is. Als leefbaarheid betekent dat mensen prettig in hun eigen huis wonen dan kun je redeneren contact daar een onderdeel van is. dat het sociaal Meerdere leden van de Wmo-raad/Participatieraad/cliëntenraad, opperen daarnaast dat de hulp - in samenspraak met de cliënt - een belangrijke rol kan spelen in het signaleren van eenzaamheid, en het wellicht in contact brengen van de cliënt met bijvoorbeeld een welzijnsorganisatie of iets dergelijks. Bij de meerderheid van de geïnterviewde cliënten helpen de kinderen en/of kleinkinderen mee. Maar er zijn ook cliënten waarbij dit niet gebeurt. Meestalomdat de cliënten ervaren dat zij ze zelf al weinig zien. En deze mensen willen dan niet dat die schaarse momenten van contact verdwijnen doordat die momenten gebruikt moeten worden voor 'poetsen'. Daarnaast is er simpelweg een deel dat een zeer beperkt eigen netwerk heeft. De hulp is voor sommigen het enige (regelmatige) contact dat ze hebben, deels door eenkennigheid (door ouderdom, doordat ze allanger op zichzelf zijn). Sommigen geven dat ook toe (dat ze zelf niet snel meer nieuwe contacten aangaan). Maar sommigen komen ook lastig buiten, zijn weinig mobiel, zijn (noodgedwongen) gestopt met de sociale activiteiten die ze hadden. Heel soms heeft dit deels te maken met geen of ontoereikende indicatie voor vervoer, of omdat ze niet meer goed op de scootmobiel durven rijden, et cetera. Het valt op dat relatief veel mensen zelf aankaarten dat zij het streven van de overheid dat mensen langer zelfstandig thuis blijven wonen op gespannen voet vinden staan met hun ervaring dat de hulp amper tijd heeft om even te praten. Ook hulpen kaarten dit aan. Zij geven aan dat het nu amper lukt om bijvoorbeeld goed de koelkast door te lopen om te kijken of mensen niet te veel dingen hebben die ver over de houdbaarheidsdatum zijn (of dat ze überhaupt dingen in de koelkast hebben) en linken dit ook aan het "langer zelfstandig thuis blijven wonen"-ideaal. 4.5 Wat betekenen bezuinigingen/krappe normtijden voor de medewerkers? Er zit in de geïnterviewde hulpen allemaal een (flink) stuk betrokkenheid. Een stuk zorg. De (meeste) mensen die dit werk doen, doen het vanuit een bepaalde betrokkenheid. Als zij niet meer dingen kunnen doen zoals ze willen of zoals ze vinden dat het hoort, dan heeft het werk voor hen minder of geen plezier. 'Je bent toch meerdan een schoonmaakbedrijf?' 22/27

25 Hulpen geven aan dat zij het vervelend Dat het meer is dan poetsen. vinden dat hun werk niet voor vol wordt aangezien. 'Ik merk ook dat de meesten er geen zin meer in hebben. Kijk je moet je werk ook leuk vinden. Ik vind het heel prachtig, want ik werk graag met ouderen, maar ze maken het ons niet makkelijk. Het is meer als poetsen, het is echt een vak vind ik, wat wij doen. We moeten kijken, goed opletten, kijken dat er in de ijskast niks over datum is. Het is toch meer als poetsen hoor'. Tijdens een interview met een aanbieder uit een andere regio komt ook het (relatief) hoog ziekteverzuim naar voren in de sector. Dat koppelt diegene ook aan het meer taken doen voor de cliënt in eigen tijd, in combinatie met het niet kunnen loslaten van de eigen normen. 'Ze trekken het niet meer. Psychisch overbelast. Of de oude stempel die minder uren mag werken. Die kunnen niet omschakelen. Die hebben daar geen vrede mee, want zij zijn op een bepaalde manier te werken. Die stoppen dan omdat het voor hen niet leuk meer is. En als zorgcoördinator... je kreeg die mindset ook niet veranderd. Watje ook deed. Die knop ging niet om. Er zijn wel veel hulpen die gewoon zeiden 'ik ben het er niet mee eens maar ik doe het'. Maar anderen kunnen dat gewoon niet.' Veel hulpen (die dit werk allanger doen) geven aan dat zij vaker meer cliënten hebben met zwaardere problematiek. Dementie bijvoorbeeld (maar ook andere problematiek). Het werk is volgens hen (door de bezuinigingen) dus niet alleen fysiek zwaarder geworden (minder tijd), maar ook psychisch zwaarder. Een aantal hulpen geeft aan bij cliënten te werken die naar de inschatting van de hulp te weinig regie meer hebben om alleen voor hbh1 in aanmerking te komen. Zij ervaren dat dit niet altijd (tijdig) gesignaleerd kan worden in een keukentafelgesprek. Deze gesprekken worden immers niet heel frequent gehouden. Een aantal hulpen lijkt niet goed bekend met (of maakt weinig gebruik van) het melden van situaties die in hun optiek niet kunnen, zodat de aanbieder contact op kan nemen met de gemeente. Hulpen geven aan dat dit niet vaak gebeurt, en waar het gebeurt, ervaren zij dat het weinig uitmaakt. Dit heeft weer invloed op de motivatie om situaties te melden. Het verschilt per aanbieder hoe omgegaan wordt met cursussen en trainingen. Er bestaan trainingen over omgaan met dementie. Trainingen over hoe in gesprek te gaan met de cliënt (over wat wel en niet kan, over hoe je samen met de cliënt dingen kan doen. Over hoe je de cliënt kan stimuleren om ook mee te doen, et cetera). Bij BMC ontstaat het beeld dat de ruimte die organisaties (zowel binnen als buiten deze regio) hebben om hun medewerkers (regelmatig) soortgelijke cursussen/trainingen aan te bieden kleiner is geworden. 23/27

26 Bijlage 1 Onderzoeksverantwoording Analysekader Wij gaan hier kort in op de begrippen 'objectieve criteria', 'deugdelijk onderzoek' en 'onafhankelijkheid', die de basis moeten vormen van de nieuwe normtijden. Objectief versus subjectief De VNG schrijft: "Het ontwikkelen van nieuwe normtijden voor een schoon huis gebaseerd op onafhankelijk objectief onderzoek, zal niet eenvoudig zijn. "Een schoon huis" is ook een subjectief begrip. Het CIZ-indicatieprotocol "Huishoudelijke verzorging" dat de Centrale Raad wel als objectief en onafhankelijk beschouwt, dateert al uit de tijd dat de huishoudelijke hulp nog onder de Awaz viel." Hoewel de mening van een individu over wat een "schoon huis" is inderdaad subjectief is, betekent dit niet dat ervaringen of tevredenheid van mensen geen objectief criterium is. In ons plan van aanpak werken wij verder uit hoe wij omgaan met de verschillende perspectieven van de relevante partijen. Het is belangrijk bewust te zijn van het feit dat de normtijden niet aan de behoeften of wensen van iedereen hoeven te voldoen. Immers, in uitzonderlijke gevallen waarin het logisch is om aan te nemen dat de normtijden niet zullen voldoen, is er ruimte voor maatwerk. Het onderzoek focust zich in de eerste plaats dan ook op onderbouwing van normtijden die 'voldoende' zijn. Deugdelijk onderzoek Deugdelijk onderzoek dient minimaal aan de volgende voorwaarden te voldoen. Ten eerste dienen de individuen die input leveren voor het onderzoek dit vrijuit te kunnen doen. Zij mogen niet ervaren dat hun antwoorden negatieve gevolgen voor hen kunnen hebben. Alle relevante partijen dienen gehoord te worden. De verschillende partijen hebben ieder hun eigen kijk op de situatie. Uitspraken doen over normtijden zonder bijvoorbeeld het perspectief van de cliënt, de hulp, of de consulent mee te nemen, kan niet. Tot slot dient het onderzoek gebaseerd te zijn op input van voldoende respondenten om te voorkomen dat het resultaat gebaseerd is op toeval. Het onderzoek dient bij herhaling tot (ongeveer) dezelfde resultaten te leiden (het onderzoek dient betrouwbaar te zijn). Onafhankelijkheid BMC is een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau dat geen belang heeft bij de resultaten van dit onderzoek. BMC is lid van de Raad van Organisatie Adviesbureaus (ROA) wiens gedragscode een garantie is voor professionele onafhankelijkheid, zorgvuldigheid en integriteit. 24/27

27 Betrouwbaarheid en respons Van de willekeurig aangeschreven cliënten hbh hebben er ruim 600 de vragenlijst ingevuld. Dit is een zeer hoge respons voor deze doelgroep. De resultaten van deze enquête zijn gebaseerd op dit absoluut aantal respondenten zeer betrouwbaar. Van alle aangeschreven hulpen, hebben er 220 de online vragenlijst ingevuld. Ook deze resultaten zijn gebaseerd op deze respons zeer betrouwbaar. Op basis van de mensen die ten tijde van het steekproef trekken de totale doelgroep van het onderzoek omvatten, is een respons van 620 genoeg om zeer betrouwbare uitspraken te doen. Dit betekent concreet dat er met een zekerheid van 99% gesteld kan worden dat een waarde aangetroffen in het onderzoek minder dan 5% zal afwijken van deze waarde in de praktijk. Met andere woorden: als in het onderzoek 70% van de respondenten "ja" antwoordt op een bepaalde vraag, betekent dit dat je met een zekerheid van 99% kan stellen dat 65% tot 75% van de gehele doelgroep "ja" zal antwoorden op diezelfde vraag. Wij maken in dit onderzoek voor bepaalde vragen onderscheid binnen de totale groep hbh cliënten naar cliënten die voorheen meer uren hadden, en de 'overige cliënten'. De betrouwbaarheid per subdoelgroep daalt daardoor. Op basis van het absoluut aantal respondenten die voorheen meer uren hadden (430), is te stellen dat het betrouwbaarheidspercentage van deze subdoelgroep nog steeds ruim 95% is. Voor de groep 'overige' cliënten die vroeger niet meer uren had, ligt de betrouwbaarheid rond de 80%. Voor de betrouwbaarheid is het absoluut aantal dus vooral van belang. Er komt een punt dat het behalen van meer respons de betrouwbaarheid niet verder doet stijgen. 25/27

B&W Vergadering. 1. Kennis te nemen van het onderzoeksrapport onderzoek naar onderbouwing normtijden hulp bij het huishouden ;

B&W Vergadering. 1. Kennis te nemen van het onderzoeksrapport onderzoek naar onderbouwing normtijden hulp bij het huishouden ; 2.1.6 Uitkomsten onderzoek naar normeringskader hulp bij het huishouden 1 Dossier 924 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 924 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 18 oktober 2016 Agendapunt 2.1.6 Omschrijving

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK CLIËNTERVARINGSONDERZOEK Huishoudelijke Hulp Gemeente Loppersum Wmo Support Datum: 15 maart 2017 Versie: Definitief 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 2.1 Waarom huisbezoeken?... 3 2.2 Leeswijzer... 3 3

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek huishoudelijke hulp gemeente Appingedam, Delfzijl, Loppersum en Winsum

Kwaliteitsonderzoek huishoudelijke hulp gemeente Appingedam, Delfzijl, Loppersum en Winsum gemeente Appingedam, Delfzijl, Loppersum en Winsum 2015 Datum Auteur Status Versie December 2015 Wmo Support Definitief 1.0 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 4 2. Inleiding 5 2.1. Aanleiding 5 2.2. Uitvoering

Nadere informatie

Steekproef huishoudelijke hulp Gemeente IJsselstein

Steekproef huishoudelijke hulp Gemeente IJsselstein Steekproef huishoudelijke hulp Gemeente IJsselstein Steekproef Hulp bij Huishouden gemeente IJsselstein juni-juli 2018 Datum 30 juli 2018 Referentie MEE Utrecht, Gooi & Vecht Auteur Quinta de Lamboy 1.

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek huishoudelijke hulp gemeente Haren

Kwaliteitsonderzoek huishoudelijke hulp gemeente Haren Kwaliteitsonderzoek huishoudelijke hulp gemeente Haren Najaar 2016 Datum Auteur Versie November 2016 Wmo Support 1.0 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 3 2. Inleiding 4 2.1. Aanleiding 4 2.2. Uitvoering kwaliteitsonderzoek

Nadere informatie

besluit van het college

besluit van het college besluit van het college dossiernummer 1231 onderwerp Wijziging Regeling maatschappelijke ondersteuning Gouda 2017 Het college van burgemeester en wethouders van Gouda; gelezen het voorstel van 13 juni

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK. Huishoudelijke Hulp. Gemeente Beuningen

KWALITEITSONDERZOEK. Huishoudelijke Hulp. Gemeente Beuningen KWALITEITSONDERZOEK Huishoudelijke Hulp Gemeente Beuningen Wmo Support 11 januari 2018 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 4 2.1 Waarom huisbezoeken?... 4 2.2 Leeswijzer... 4 3 Werkwijze en verantwoording...

Nadere informatie

Een schoon en leefbaar huis

Een schoon en leefbaar huis Een schoon en leefbaar huis Onderzoek schoonmaakondersteuning najaar 2016 Pagina 1 van 27 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 2.1 Het doel van het onderzoek 5 2.2 Definitie van

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

ECSD/U201600868 Lbr. 16/042

ECSD/U201600868 Lbr. 16/042 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Wmo-uitspraken Centrale Raad van Beroep 18 mei 2016 Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk ECSD/U201600868 Lbr.

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016 Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016 Inleiding Met de transities in het sociale domein in 2015 zijn de voorwaarden en criteria voor het verkrijgen van huishoudelijke hulp

Nadere informatie

Maatstaf: activiteit, tijdsbesteding en frequentie voor het resultaat schoon en leefbaar huis

Maatstaf: activiteit, tijdsbesteding en frequentie voor het resultaat schoon en leefbaar huis Bijlage 1 Normeringskader Hulp bij het Huishouden Het normeringskader zoals beschreven in deze bijlage is afgeleid van het Onderzoek Maatstaf hulp bij het huishouden, gemeente Amsterdam van 28 februari

Nadere informatie

Brochure ondersteuning in de huishouding en/of in de organisatie van het huishouden gemeente Utrecht

Brochure ondersteuning in de huishouding en/of in de organisatie van het huishouden gemeente Utrecht Brochure ondersteuning in de huishouding en/of in de organisatie van het huishouden gemeente Utrecht Hoe vraag ik hulp aan? De gemeente helpt u bij het vinden van een oplossing. Dit begint altijd met telefonisch

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN HOOFDSTUK 2 BASISPAKKET. Het College van Burgemeester en Wethouders,

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN HOOFDSTUK 2 BASISPAKKET. Het College van Burgemeester en Wethouders, Het College van Burgemeester en Wethouders, gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1.2.1, 2.3.2 en 2.3.5 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en de artikelen 5.1,

Nadere informatie

Onderzoek. Onderzoek normering huishoudelijke hulp gemeente Utrecht. Presentatie Raadsinformatiebijeenkomst gemeente Utrecht 15 september 2016

Onderzoek. Onderzoek normering huishoudelijke hulp gemeente Utrecht. Presentatie Raadsinformatiebijeenkomst gemeente Utrecht 15 september 2016 Onderzoek normering HH Onderzoek normering huishoudelijke hulp gemeente Utrecht Presentatie Raadsinformatiebijeenkomst gemeente Utrecht 15 september 2016 Agenda Raadsinformatiebijeenkomst 15 september

Nadere informatie

Inhoud presentatie. 6. Vervolg na verschijnen rekenkamer-rapport

Inhoud presentatie. 6. Vervolg na verschijnen rekenkamer-rapport Raadsinformatiebijeenkomst 15 september 2016 Inhoud presentatie 1. Opzet onderzoek Rekenkamer 2. Basiscijfers hulp bij het huishouden 3. Algemene conclusie en overige conclusies 4. Aanbevelingen 5. Reactie

Nadere informatie

ECSD/U Lbr. 16/042

ECSD/U Lbr. 16/042 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Wmo-uitspraken Centrale Raad van Beroep 18 mei 2016 Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk ECSD/U201600868 Lbr.

Nadere informatie

Maatstaf Hulp bij het Huishouden gemeente Amsterdam

Maatstaf Hulp bij het Huishouden gemeente Amsterdam Maatstaf Hulp bij het Huishouden gemeente Amsterdam Achtergronden De voorliggende maatstaf Hulp bij het Huishouden Amsterdam is opgesteld na onderzoek door de combinatie van bureau HHM en KPMG Plexus.

Nadere informatie

HULP BIJ MAATWERK - SAMENVATTING

HULP BIJ MAATWERK - SAMENVATTING HULP BIJ MAATWERK - SAMENVATTING Aanleiding Gemeenten zijn sinds 1 januari 2007 verantwoordelijk voor de hulp bij het huishouden (HbH) voor de ondersteuning van mensen met een beperking. Bij de invoering

Nadere informatie

Evaluatie hulp bij het huishouden 2015

Evaluatie hulp bij het huishouden 2015 Evaluatie hulp bij het huishouden 2015 Onderzoek naar het resultaat telt voor hulp bij het huishouden gemeente Schouwen- Duiveland 1/29 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1. Inleiding 4 1.1 1.2 Aanleiding...

Nadere informatie

Resultaatgericht indiceren: Efficiënte vorm van zorg of ordinaire bezuiniging?

Resultaatgericht indiceren: Efficiënte vorm van zorg of ordinaire bezuiniging? Resultaatgericht indiceren: Efficiënte vorm van zorg of ordinaire bezuiniging? Momenteel is minister Hugo de Jonge bezig met een voorstel om de Wmo aan te passen. Een essentieel discussiepunt is hoe burgers

Nadere informatie

1. Wat vind je het vervelendste huishoudelijke klusje? (meerdere antwoorden mogelijk)

1. Wat vind je het vervelendste huishoudelijke klusje? (meerdere antwoorden mogelijk) Huishoudelijke hulp 45% 35% 25% 15% 5% 21% 1. Wat vind je het vervelendste huishoudelijke klusje? (meerdere antwoorden mogelijk) 27% 18% 18% 6% 38% 14% 9% 8% 33% 18% 13% 31% 1. Stofzuigen 2. Dweilen 3.

Nadere informatie

Rapport NPS+ meting. Eilandzorg Schouwen- Duiveland Hulp bij het Huishouden. Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

Rapport NPS+ meting. Eilandzorg Schouwen- Duiveland Hulp bij het Huishouden. Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker Rapport NPS+ meting Eilandzorg Schouwen- Duiveland Hulp bij het Huishouden Verslagjaar 2018 Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker 1 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Nadere informatie

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente?

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente? Cliëntondersteuning Tips voor het keukentafelgesprek Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente? Inleiding...3 Leeswijzer...4 Wet maatschappelijke ondersteuning...5

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

Protocol gebruikelijke zorg en richtlijnen hulp bij het huishouden gemeente Den Helder

Protocol gebruikelijke zorg en richtlijnen hulp bij het huishouden gemeente Den Helder Protocol gebruikelijke zorg en richtlijnen hulp bij het huishouden gemeente Den Helder Definities Gebruikelijke zorg : de normale, dagelijkse zorg die huisgenoten geacht worden elkaar onderling te bieden

Nadere informatie

Gelet op de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente 2015,

Gelet op de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente 2015, Gemeenteblad nr. 321, 4 augustus 2016 Het college van burgemeester en wethouders van Deurne, Gelet op artikel 1.2.1. van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, Gelet op de Verordening Maatschappelijke

Nadere informatie

Concept-Opdracht objectief onderzoek naar normering van de basisvoorziening Schoon huis

Concept-Opdracht objectief onderzoek naar normering van de basisvoorziening Schoon huis Concept-Opdracht objectief onderzoek naar normering van de basisvoorziening Schoon huis Hierbij verstrekt de gemeente Utrecht, vertegenwoordigd door de directeur Maatschappelijke ontwikkeling, KPMG Plexus

Nadere informatie

Brochure ondersteuning in de huishouding en/of in de organisatie van het huishouden gemeente Utrecht

Brochure ondersteuning in de huishouding en/of in de organisatie van het huishouden gemeente Utrecht Brochure ondersteuning in de huishouding en/of in de organisatie van het huishouden gemeente Utrecht Hoe vraag ik hulp aan? De gemeente helpt u bij het vinden van een oplossing. Dit begint altijd met telefonisch

Nadere informatie

Belevingsonderzoek dienstverlening Synthese

Belevingsonderzoek dienstverlening Synthese Belevingsonderzoek dienstverlening Synthese Ervaringen van opdrachtgevers en netwerkpartners in beeld Rapport Stichting Synthese BMC Maart 2019 Talitha de Boer, Andrew Britt Projectnummer: PO005183 Correspondentienummer:

Nadere informatie

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot Inhoudsopgave Inleiding... 4 Leeswijzer... 5 1. Wet maatschappelijke ondersteuning... 6 De gemeente... 6 Het Wmoloket... 6 Het gesprek... 7 2. Het gesprek voorbereiden... 8 Woonsituatie... 9 Huishouden...

Nadere informatie

Thuishulp is ingedeeld in twee categorieën:

Thuishulp is ingedeeld in twee categorieën: BIJLAGE I BESCHRIJVING THUISHULP Thuishulp is ingedeeld in twee categorieën: Thuishulp basis: Omschrijving: op de woning en de cliënt gericht zwaar huishoudelijk werk zoals stofzuigen en reinigen toilet

Nadere informatie

Bijlage 3 Samenvatting onderzoek HAN naar werkzame factoren vanuit gebruikersperspectief

Bijlage 3 Samenvatting onderzoek HAN naar werkzame factoren vanuit gebruikersperspectief Bijlage 3 Samenvatting onderzoek HAN naar werkzame factoren vanuit gebruikersperspectief In 2016 (februari tot juli) hebben acht studenten, in totaal 3 groepen, van de Hogeschool Arnhem Nijmegen nader

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Ten Boer Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 1 2.8 Effect van de ondersteuning... 11 3. Conclusie... 13

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016 Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning

Nadere informatie

Uitslag enquête Wmo-beleid gemeente Heumen

Uitslag enquête Wmo-beleid gemeente Heumen Uitslag enquête Wmo-beleid gemeente Heumen Hieronder staan de antwoorden op de digitale enquête van de Burger Advies Raad (BAR) over het Wmo-beleid in de gemeente Heumen. Dit zijn alleen de antwoorden

Nadere informatie

Maatstaf Amsterdam. Hulp bij het huishouden

Maatstaf Amsterdam. Hulp bij het huishouden Maatstaf Amsterdam Hulp bij het huishouden Versie 2018 Maatstaf Hulp bij het huishouden gemeente Amsterdam Achtergronden De voorliggende maatstaf hulp bij het huishouden Amsterdam is opgesteld na onderzoek

Nadere informatie

Versie: 28 november Geachte mevrouw, heer,

Versie: 28 november Geachte mevrouw, heer, Versie: 28 november 2016 Geachte mevrouw, heer, Graag informeer ik u over de set van criteria en het format voor het ondersteuningsplan voor perceel 1 en 2 van de contracten. Zoals in de workshops van

Nadere informatie

Aanpassing Beleidsregels Huishoudelijke Ondersteuning

Aanpassing Beleidsregels Huishoudelijke Ondersteuning Aanpassing Beleidsregels Huishoudelijke Ondersteuning Het resultaat dat moet worden bereikt bij de huishoudelijke ondersteuning is dat de cliënt: a) kan wonen in een schoon en leefbaar huis; b) kan beschikken

Nadere informatie

Wordt de mantelzorger lokaal ondersteund?

Wordt de mantelzorger lokaal ondersteund? Onderzoeksresultaten Mantelzorgondersteuning in uw gemeente juni 2017 Wordt de mantelzorger lokaal ondersteund? Het Nationaal Mantelzorgpanel is gevraagd of zij bekend zijn met lokale mantelzorgondersteuning

Nadere informatie

Hulp bij het huishouden. Hattem

Hulp bij het huishouden. Hattem Rapport: Hulp bij het huishouden Hattem Uw gegevens: Driezorg Wonen, Welzijn & Zorg Postbus 658 8000 AR Zwolle (038) 453 67 11 www.driezorg.nl Contactpersoon Mevr. J. Kloosterboer Uitvoerende organisatie

Nadere informatie

NORMERINGSKADER. 1.1 Boodschappen. De boodschappenservice is algemeen gebruikelijk en voorhanden.

NORMERINGSKADER. 1.1 Boodschappen. De boodschappenservice is algemeen gebruikelijk en voorhanden. NORMERINGSKADER Huishoudelijke werkzaamheden Er worden standaard normtijden gehanteerd bij het indiceren van hulp bij het huishouden. De leefsituatie al dan niet in combinatie met de woonsituatie is niet

Nadere informatie

Een schoon en leefbaar huis

Een schoon en leefbaar huis Een schoon en leefbaar huis Onderzoek schoonmaakondersteuning Voorjaar 2015 1/28 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 2.1 Het doel van het onderzoek 5 2.2 Definitie van een schoon en

Nadere informatie

Ondersteuningsovereenkomst Huishoudelijke Ondersteuning structureel

Ondersteuningsovereenkomst Huishoudelijke Ondersteuning structureel Ondersteuningsovereenkomst Huishoudelijke Ondersteuning structureel Naam klant Contactgegevens klant Adres Postcode Woonplaats Telefoonnummer Emailadres Thuis Mobiel BSN klant Geboortedatum Begindatum

Nadere informatie

Klantbeleving Team Inkomen en Voorzieningen 2018

Klantbeleving Team Inkomen en Voorzieningen 2018 Klantbeleving Team Inkomen en Voorzieningen 2018 BWRI Gemeente Midden-Groningen Definitief rapport 17 mei 2018 Andrew Britt Annelieke van den Heuvel Talitha de Boer Projectnummer: P005387 Correspondentienummer:

Nadere informatie

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning Wmo-loket In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning sopgave 1. Wet maatschappelijke ondersteuning... 5 De gemeente... 5 Het Wmo loket... 5 Het gesprek... 6 2. Het gesprek voorbereiden... 7 Woonsituatie...

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek huishoudelijke hulp gemeente Barneveld

Kwaliteitsonderzoek huishoudelijke hulp gemeente Barneveld Kwaliteitsonderzoek huishoudelijke hulp gemeente Barneveld Voorjaar 2015 Datum Auteur Status Versie Augustus 2015 Wmo Support Definitief 1.0 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 3 2. Inleiding 4 2.1. Aanleiding

Nadere informatie

Besluiten en actiepunten Contracttafel HBH 2015, Middag Groep

Besluiten en actiepunten Contracttafel HBH 2015, Middag Groep Besluiten en actiepunten Contracttafel HBH 2015, Middag Groep Datum: 23-09-2015 Tijd: 13:00 14:30 uur Aanwezig: Agenda 1. Opening en mededelingen 2. Verslag 27 mei 2015 3. Interactief rondje langs de velden:

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018 Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch Vervolgmeting 2018 Afdeling Onderzoek & Statistiek Februari 2019 Samenvatting De gemeente geeft indicaties af voor Wmo hulpmiddelen. Welzorg verzorgt de

Nadere informatie

2. Hoeveel van hen krijgen hulp via een algemene voorziening en hoeveel via een maatwerkvoorziening?

2. Hoeveel van hen krijgen hulp via een algemene voorziening en hoeveel via een maatwerkvoorziening? Enquête onder de vijftien gemeenten in de Leidse regio. Vragen: 1. Hoeveel inwoners krijgen dit jaar huishoudelijke hulp via de gemeente? Cijfers derde kwartaal 2016: 1675 2. Hoeveel van hen krijgen hulp

Nadere informatie

Notitie. 1 Inleiding. 2 Managementsamenvatting

Notitie. 1 Inleiding. 2 Managementsamenvatting Notitie voor Monique Nijkamp (gemeente Hengelo) van Sandra van Heukelom-Verhage en Esther Schaake (Pels Rijcken) datum 7 februari 2017 betreft Advies huishoudelijke hulp Wmo 2015 zaaknr 11005221 1 Inleiding

Nadere informatie

Boodschappen voor het dagelijkse leven doen: Omschrijving Boodschappenlijst opstellen Boodschappen inkopen Boodschappen opslaan. 60 minuten per week

Boodschappen voor het dagelijkse leven doen: Omschrijving Boodschappenlijst opstellen Boodschappen inkopen Boodschappen opslaan. 60 minuten per week BIJLAGE 1 Tabel normering huishoudelijke taken Bron: Richtlijn indicatieadvisering Hulp bij het Huishouden (januari 2011) van de MO-zaak. Indien wijzigingen plaats vinden, zal de meest actuele richtlijn

Nadere informatie

Kanteling Wmo Iedereen doet mee

Kanteling Wmo Iedereen doet mee Kanteling Wmo Iedereen doet mee Wmo-loket In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning Een brochure voor iedereen die ondersteuning nodig heeft vanuit de Wmo. Vrijwillige ouderenadviseur uit Gelderland

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Groningen 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 3 2.7 Overige ondersteuning... 16

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Best Definitief rapport September 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel N. Meys Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-0209-7037 CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO

Nadere informatie

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID CLIËNTEN. Centrum Zorg & Welzijn. Makkelijk meer weten van klanten en medewerkers

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID CLIËNTEN. Centrum Zorg & Welzijn. Makkelijk meer weten van klanten en medewerkers HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID CLIËNTEN 2019 Centrum Zorg & Welzijn Makkelijk meer weten van klanten en medewerkers www.klantok.nl klantok CTO 2019 Centrum Zorg & Welzijn, v1 1 INHOUDSOPGAVE INLEIDING...

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK LEERLINGENVERVOER GEMEENTE RIDDERKERK

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK LEERLINGENVERVOER GEMEENTE RIDDERKERK KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK LEERLINGENVERVOER GEMEENTE RIDDERKERK Klanttevredenheidsonderzoek Leerlingenvervoer gemeente Ridderkerk Colofon Opdrachtgever Gemeente Ridderkerk Datum Augustus 2017 Auteur

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel Meting 2016 Juli 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente s-hertogenbosch Samenvatting De gemeente Boxtel vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met

Nadere informatie

ONDERZOEK SCHOONMAAKONDERSTEUNING GEMEENTE EMMEN Een Schoon en Leefbaar huis

ONDERZOEK SCHOONMAAKONDERSTEUNING GEMEENTE EMMEN Een Schoon en Leefbaar huis ONDERZOEK SCHOONMAAKONDERSTEUNING GEMEENTE EMMEN 2017 Een Schoon en Leefbaar huis Wmo Support 18 januari 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Waarom huisbezoeken?... 3 Leeswijzer... 3 1. Werkwijze en verantwoording...

Nadere informatie

Aan De leden van de Gemeenteraad van Landgraaf Postbus AA LANDGRAAF

Aan De leden van de Gemeenteraad van Landgraaf Postbus AA LANDGRAAF Aan De leden van de Gemeenteraad van Landgraaf 6370 AA LANDGRAAF Landgraaf, Onderwerp Uitspraken van de Centrale Raad van Beroep inzake Hulp bij het huishouden in relatie tot de Landgraafse situatie. Verzonden

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/143 Datum Augustus

Nadere informatie

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Westerholm Seniorenzorg in de Wijk. Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Westerholm Seniorenzorg in de Wijk. Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker Rapport Cliëntervaringsonderzoek Westerholm Verslagjaar 2017 Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker Bureau De Bok is CQ-geaccrediteerd door het CIIO 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Respons en benadering

Nadere informatie

Bijlage 1: Basismodule en aanvullende modules

Bijlage 1: Basismodule en aanvullende modules Bijlage 1: Basismodule en aanvullende modules Basismodule De basismodule huishoudelijke ondersteuning bestaat uit basis schoonmaakactiviteiten en incidentele schoonmaakactiviteiten per bewoonde woonruimte

Nadere informatie

Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist

Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist Bewonerstevredenheidsonderzoek Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist is de overkoepelende stichting waaronder Zorgboerderij Vlist valt. Op Zorgboerderij

Nadere informatie

Huishoudelijke hulp in de beleving van PGGM&CO-leden

Huishoudelijke hulp in de beleving van PGGM&CO-leden Huishoudelijke hulp in de beleving van PGGM&CO-leden Inleiding In april 2016 vroegen we leden van PGGM&CO naar hun ervaringen met huishoudelijke hulp. En hoe zij de toekomst van de huishoudelijke hulp

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld

Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld 2018 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda T 076 515 13 88 info@dimensus.nl www.dimensus.nl Inhoudsopgave o Onderzoeksbeschrijving

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%. Samenvatting Parkeren 2016 Cluster Ruimte en Economie/afdeling Advies heeft O&S gevraagd een onderzoek naar parkeren uit te zetten onder de leden van het Delft Internet Panel (DIP). In april 2016 is het

Nadere informatie

Antwoord op uw reactie op beleidsaanpassing hulp bij het huishouden

Antwoord op uw reactie op beleidsaanpassing hulp bij het huishouden X Gemeente X X Amsterdam Postbus 1840 woo BV Amsterdam Wmo Helpdesk telefoon o800 0643 (gratis) tussen o8.00-18.00 uur www.amsterdam.nl/zorg Retouradres: Postbus 1840, l000 BV Amsterdam Stedelijke Wmo-Adviesraad

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Notitie huishoudelijk werk Wmo.

Notitie huishoudelijk werk Wmo. Notitie huishoudelijk werk Wmo. Aanleiding Over de maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp is de laatste jaren veel te doen. Het Rijk voerde een bezuiniging in en de gemeenteraad heeft een forse taakstellende

Nadere informatie

Y.M.E. Boesten / februari 2017

Y.M.E. Boesten / februari 2017 Agendapunt commissie: 4.2 Steller Telefoonnummer Email Y.M.E. Boesten 3528 Yvonne.Boesten@valkenswaard.nl Agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 29273/54159 23 februari 2017 Portefeuillehouder Hetty

Nadere informatie

Tweede wijziging nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Asten 2015

Tweede wijziging nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Asten 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Asten. Nr. 77290 25 augustus 2015 Tweede wijziging nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Asten 2015 Het college van burgemeester en wethouders,

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Raalte Rapport Augustus 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel T. Plat Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-0908-6077 INHOUD INLEIDING 1 HOOFDSTUK 1 HET CONTACT

Nadere informatie

Een schoon en leefbaar huis

Een schoon en leefbaar huis Een schoon en leefbaar huis Monitor schoonmaakondersteuning gemeente Emmen Datum: 29 januari 2014 Auteur: Menzis Wmo Support 2014, Menzis. Alle rechten voorbehouden. Eigendomsrecht en geheimhouding Dit

Nadere informatie

Verwerking tevredenheidsenquête WZC Cantershof 2017

Verwerking tevredenheidsenquête WZC Cantershof 2017 Verwerking tevredenheidsenquête WZC Cantershof 2017 PRIVACY zeer neutraal 6 16% goed 26 68% zeer goed 6 16%? 0 0% Kloppen op de deur Bijna 80% (30 respondenten) van de respondenten geeft aan dat medewerkers

Nadere informatie

Richtlijn indicatieadvisering hulp bij het huishouden 2015 (Bijlage 2 bij Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning)

Richtlijn indicatieadvisering hulp bij het huishouden 2015 (Bijlage 2 bij Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Beuningen. Nr. 17933 3 maart 2015 Richtlijn indicatieadvisering hulp bij het huishouden 2015 (Bijlage 2 bij Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning) Normering

Nadere informatie

Schoon en leefbaar huis BIJEEN HULP BIJ HET HUISHOUDEN IN DE GEMEENTE HEUSDEN. VOOR ZORG, JEUGD EN WERK.

Schoon en leefbaar huis BIJEEN HULP BIJ HET HUISHOUDEN IN DE GEMEENTE HEUSDEN.  VOOR ZORG, JEUGD EN WERK. Schoon en leefbaar huis HULP BIJ HET HUISHOUDEN IN DE GEMEENTE HEUSDEN BIJEEN VOOR ZORG, JEUGD EN WERK. www.bijeenheusden.nl Hulp bij het huishouden Mensen blijven graag zo lang mogelijk zelfstandig wonen,

Nadere informatie

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN Een kwantitatief onderzoek onder jongeren in opdracht van het Interprovinciaal Overleg JEROEN HERMANS KJELL MASSEN AMSTERDAM, JULI 2017

Nadere informatie

Huiswerkbegeleiding. Hoe ervaren ouders huiswerkbegeleiding, hoe zetten zij dit in en welke rol speelt de school hierin?

Huiswerkbegeleiding. Hoe ervaren ouders huiswerkbegeleiding, hoe zetten zij dit in en welke rol speelt de school hierin? Huiswerkbegeleiding Hoe ervaren ouders huiswerkbegeleiding, hoe zetten zij dit in en welke rol speelt de school hierin? 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Conclusies 8 Resultaten 1. Zetten ouders huiswerkbegeleiding

Nadere informatie

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Inleiding Op basis van de Wmo 2015 zijn gemeenten verplicht jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek uit te voeren. De vier Westerkwartiergemeenten

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek keukentafelgesprek

Cliëntervaringsonderzoek keukentafelgesprek RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek keukentafelgesprek Gemeente Noordenveld augustus 2017 Managementsamenvatting De gemeente Noordenveld heeft ZorgfocuZ gevraagd om een aanvullend onderzoek te doen onder

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Rapportage gemeente Leidschendam-Voorburg Opgesteld voor: Gemeente Leidschendam-Voorburg Koningin Wilhelminalaan 2 2264 BM Leidschendam Opgesteld door: Menselijke Maat b.v.

Nadere informatie

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Stichting toetsing verzekeraars Datum: 8 februari 2016 Projectnummer: 2015522 Auteur: Marit Koelman Inhoud 1 Achtergrond onderzoek 3 2

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Alphen aan den Rijn September 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel N. Meys Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-1409-7060 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING

Nadere informatie

Huishoudelijke werkzaamheden: stofzuigen, wc/badkamer schoonmaken

Huishoudelijke werkzaamheden: stofzuigen, wc/badkamer schoonmaken BIJLAGE II NORMERING THUISHULP Thuishulp Basis Huishoudelijke werkzaamheden: stofzuigen, wc/badkamer schoonmaken : Zwaar huishoudelijk werk Signalering, sociaal contact en extra schoonmaakwerkzaamheden

Nadere informatie

Brochure ondersteuning in de huishouding gemeente Houten

Brochure ondersteuning in de huishouding gemeente Houten Brochure ondersteuning in de huishouding gemeente Houten Hoe vraag ik hulp aan? De gemeente helpt u bij het vinden van een oplossing. Dit begint altijd met telefonisch contact met een medewerker van het

Nadere informatie

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...

Nadere informatie

EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober 2012- Oktober 2014

EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober 2012- Oktober 2014 EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING NBPO Oktober 2012- Oktober 2014 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27 89 info@research2evolve.nl www.research2evolve.nl

Nadere informatie

Beleidsregels Ondersteuning bij het Huishouden gemeente Enschede 2017

Beleidsregels Ondersteuning bij het Huishouden gemeente Enschede 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Enschede Nr. 83853 18 mei 2017 Beleidsregels Ondersteuning bij het Huishouden Gemeente Enschede 2017 Het College van Burgemeester en Wethouders, gelet op

Nadere informatie

Stadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek

Stadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek B A S I S V O O R B E L E I D Stadjers over fietsen in Groningen Een Stadspanelonderzoek Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering van beleidsgericht

Nadere informatie

Klantbeleving W&I 2018

Klantbeleving W&I 2018 Klantbeleving W&I 2018 Gemeente Hengelo Andrew Britt, Annelieke van den Heuvel, Laura Kirchner juni 2018 Projectnummer: P005387 Correspondentienummer: DH-0706-9250 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING

Nadere informatie

Onderzoek uitbetaling persoonsgebonden budget (PGB)

Onderzoek uitbetaling persoonsgebonden budget (PGB) Onderzoek uitbetaling persoonsgebonden budget (PGB) Afdeling Onderzoek & Statistiek Mei 2015 2 Samenvatting Klanten met een persoonsgebonden budget (PGB) voor Wmo en Jeugdhulp ontvangen het geld vanaf

Nadere informatie

Bijlage 1: Notitie Algemene voorziening schoonmaakondersteuning 2017

Bijlage 1: Notitie Algemene voorziening schoonmaakondersteuning 2017 Bijlage 1: Notitie Algemene voorziening schoonmaakondersteuning 2017 Inleiding Op 18 mei 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een drietal richtinggevende uitspraken gedaan over huishoudelijke

Nadere informatie

TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN

TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN Tevredenheidsonderzoek ketenpartners SUN Groningen Colofon Opdrachtgever SUN Groningen Datum Maart 2017 Auteurs Bert van Putten David Scheffer KWIZ Stavangerweg

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Landsmeer Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/134 Datum Augustus

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-VERVOER GEMEENTE RIDDERKERK

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-VERVOER GEMEENTE RIDDERKERK KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-VERVOER GEMEENTE RIDDERKERK Klanttevredenheidsonderzoek Wmo-vervoer gemeente Ridderkerk Colofon Opdrachtgever Gemeente Ridderkerk Datum Augustus 2017 Auteur Tessa Schoot

Nadere informatie

Monitor hulp bij het huishouden. Meting 2016

Monitor hulp bij het huishouden. Meting 2016 Monitor hulp bij het huishouden Meting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juni 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch heeft in de periode 2014-2016 een nieuwe werkwijze rondom de Wmo hulp bij

Nadere informatie