Stageklapper. De inhoud van deze klapper mag zonder schriftelijke toestemming Onderwijsgroep Buitengewoon niet worden vermenigvuldigd

Transcriptie

1 Stageklapper De inhoud van deze klapper mag zonder schriftelijke toestemming Onderwijsgroep Buitengewoon niet worden vermenigvuldigd Het scholingstraject wordt mede mogelijk gemaakt door bijdragen uit het Europees Sociaal Fonds. Dankzij deze bijdragen zijn wij in staat om niveau 1 opleidingen aan te bieden, onze leerwerkplaatsen te optimaliseren en branchegerichte cursussen te verzorgen. Zodoende kunnen leerlingen nog beter voorbereid worden op de arbeidsmarkt of een vervolgopleiding.

2 INHOUDSOPGAVE 1. Voorblad + kopie ID-bewijs CV + bewijs van goed gedrag 2. Handleiding stageklapper Informatie voor de ouders Informatie voor de stagiair Informatie voor bedrijven en instellingen Overzicht vakanties Stageovereenkomst 3. Opdrachten: Voorbereiding op stage 4. Opdrachten: Algemene en sociale werknemersvaardigheden 5. Opdrachten: Beroepsspecifiek 6. Urenregistratie 7. Dagverslagen 8. Bezoekformulier Evaluatie competenties 9. Eindgesprek 10. Stagerapport/certificaten

3 VOORBLAD Naam Leerling Adres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Geboortedatum BSN Vervoer Schoolgegevens VSO de Velddijk Adres Bergstraat 58 Postcode/woonplaats 5931 CE Tegelen Telefoonnummer Stagebegeleider Telefoonnummer -adres Stageplek Periode Stagebegeleider

4 HANDLEIDING STAGEKLAPPER In deze klapper staat alles wat te maken heeft met je stage. Verder is het een belangrijke schakel tussen stageplaats en school. Deze kan dienen als uitgangspunt voor een gesprek over stage ervaringen. De leerling noteert iedere week de werkzaamheden die verricht zijn, de stagebegeleider plaatst een korte opmerking en/of beoordeling bij het verslag. De stagiair is verantwoordelijk voor deze klapper. INFORMATIE VOOR DE OUDERS Het is belangrijk dat u weet wat we van uw zoon of dochter verwachten. De leerling belt bij ziekte het bedrijf of de instelling voor 08:30u. Daarnaast wordt ook de stagebegeleider geïnformeerd over ziekte of afwezigheid. Bij eventuele problemen of opmerkingen dient u contact op te nemen met de stagebegeleider van school: niet met de stageplaats INFORMATIE VOOR DE STAGIAIR Je gaat nu aan het werk in de praktijk. Je zult merken dat dat wel even iets anders is dan naar school gaan. Ook krijg je nu de kans om aan het bedrijfsleven te laten zien wat je waard bent. Bovendien kun je er misschien wel achter komen of je de juiste richting hebt gekozen of dat je in de toekomst toch wat anders wilt gaan doen. In ieder geval is het belangrijk om ontzettend je best te gaan doen, omdat het er in je stageperiode serieus aan toe gaat. Zo zal het bedrijf waar je gaat werken een evaluatieformulier invullen waarop staat hoe jij meegedraaid hebt. Belangrijk!: Zorg dat je ruim voor aanvang van de werkzaamheden aanwezig bent Je belt bij ziekte het bedrijf of de instelling voor 08:30u. Je informeert altijd de stagebegeleider bij ziekte of afwezigheid. Maak eventuele afspraken bij bijv. een dokter of tandarts na je werktijd. Houd je aan de regels van het bedrijf Zorg ervoor dat je er verzorgd uitziet en je correct gedraagt Spreek duidelijk en verstaanbaar Als je iets niet begrepen hebt? Vragen, vragen, vragen! Vertrouwelijke gegevens behandel je als zodanig en praat er dus met niemand over

5 Welke werkzaamheden mag je doen? Je begint vaak met de meest eenvoudige werkzaamheden, je kunt dan laten zien, dat je de juiste werkhouding hebt. Wat je mag doen is afhankelijk van je stagebegeleider en vooral ook jezelf. - toon inzet - ben op tijd - heb een goede werkhouding - toon interesse - ben netjes en beleefd - doe het werk goed dan is de kans groot, dat je allerlei verschillend werkzaamheden mag doen. Laat aan het einde van de dag je stageklapper aftekenen. Zorg dat je de mogelijkheid hebt om je stageklapper in te vullen. Zorg dat je stageklapper er perfect uitziet. Je dagverslagen van stage moeten door je stagebegeleider afgetekend zijn na zijn of haar bezoek. De klapper moet na de laatste stagedag ingeleverd zijn en door je stagebegeleider afgetekend. Je moet je stage helemaal afgemaakt hebben. Wordt de stage door jouw toedoen stopgezet, dan krijg je geen stagecertificaat.

6 INFORMATIE VOOR BEDRIJVEN EN INSTELLINGEN Doel van de stageperiode De leerling de mogelijkheid te geven inzicht te krijgen in de gang van zaken in het bedrijf en de kennis en vaardigheden die op school geleerd zijn in de praktijk toe te passen. Gewenst is dat de leerling alle voorkomende werkzaamheden, die redelijkerwijs voor hen geschikt zijn, gaat verrichten. Mogelijke bijsluiter voor de stagiair Voor tips in omgang met de stagiair verwijzen wij u in eerste instantie naar de stagebegeleider. Zoekt u naar meer algemene informatie over leerlingen van onze school, verwijzen wij u naar de volgende website: Voorbereiding op de stage Brug naar werk is een training die erop gericht is een leerling zo goed als mogelijk voor te bereiden op het werken op de arbeidsmarkt. Tijdens de training wordt onder meer aandacht besteed aan sociale vaardigheden, arbeidshouding en lichamelijke verzorging. Ook vindt de leerling antwoord op de vragen: wie ben ik, wat wil ik graag worden en welk werk past bij mij. Om het antwoord te kunnen vinden op bovenstaande vragen, kent de training de volgende opbouw van modules: - Kennis maken en luisteren - Iets vragen en iets bepraten - Feedback geven en feedback ontvangen - Arbeidshouding - Verzorging - Sterke en zwakke eigenschappen - Solliciteren De leerling maakt gedurende de training kennis met de arbeidsmarkt door excursies en het lopen van stage. De stage ervaringen van de leerling worden tijdens de training besproken passend bij de lopende module. De leerling sluit de training af met een eindgesprek (sollicitatiegesprek) waarin de leerling laat zien dat het de benodigde competenties bezit. Ziekte Bij ziekte dient de leerling zich voor uur telefonisch te melden bij het stageadres en bij de stagebegeleider.

7 Contact school bedrijf: Een stagebegeleider komt allereerst met een kandidaat-stagiair op kennismakingsbezoek. Verder biedt de stagebegeleider begeleiding op maat. Gedurende de eerste weken komt de stagebegeleider na afspraak op bezoek of neemt met het bedrijf contact op om de eerste vorderingen te bespreken. Daarnaast komt de stagebegeleider regelmatig op bezoek voor een tussenevaluatie en voor de eindevaluatie, ter bewaking van de leerdoelen van de leerling en om de samenhang tussen school en stage te waarborgen. Verder is de stagebegeleider op afroep beschikbaar. Stagerapport Tijdens rapport periode op school wordt het stagerapport ingevuld. Het rapport wordt ingevuld gedurende een stage-bezoek, waarbij aanwezig zijn: de stagiair, stagebegeleider en praktijkbegeleider. Aan het einde van de stage krijgt de stagiair een stagecertificaat. Verzekering Gedurende de stageperiode zijn de leerlingen collectief verzekerd via de school. Tot slot Mocht u nog tips voor ons hebben betreffende de stage en/of deze stageklapper, dan stellen wij dat zeer op prijs. Bij voorbaat onze dank voor uw tijd. De stagebegeleider van VSO Velddijk.

8 OVERZICHT VAKANTIES Op de onderstaande dagen heb je op school en op stage vrij. Geef op je stage op tijd aan, dat je niet komt. Op alle andere dagen heb je gewoon stage. Ook op dagen dat er bijvoorbeeld een studiemiddag of een andere activiteit op school is. Wijzigingen zijn mogelijk in overleg met bedrijf en stagebegeleider. Start school: ma. 5 september 2016 Herfstvakantie: ma. 24 oktober 2016 t/m vr. 28 oktober 2016 Kerstvakantie: ma. 26 december 2016 t/m vr. 06 januari 2017 Carnavalsvakantie: ma. 27 februari 2017 t/m vr. 03 maart 2017 Pasen: ma. 17 april 2017 Meivakantie: Ma. 24 april 2017 t/m vr. 05 mei 2017 Hemelvaart: do. 25 mei 2017 t/m vr. 26 mei 2017 Pinksteren: ma. 5 juni 2017 Zomervakantie: ma. 17 juli 2017 t/m vr. 25 augustus 2017

9 STAGEOVEREENKOMST Achter deze pagina zit je stageovereenkomst. Dit is erg belangrijk. Hiermee sluit je een overeenkomst met het stagebedrijf. Door dit contract ben je ook verzekerd. En het bedrijf kan aantonen dat je er stage loopt. Je stagecontract moet ondertekend zijn door: - jezelf - je ouders / verzorgers (bij minderjarige) - het stagebedrijf - de stagebegeleider van school Een exemplaar van je contract blijft op je stagebedrijf (het origineel), een exemplaar lever je in bij je stagebegeleider en een zit achter deze bladzijde.

10 3. VOORBEREIDING OP STAGE Opdracht 1 Voorbereiding op het kennismakingsgesprek Je gaat samen met je stagebegeleider naar je nieuwe stagebedrijf om kennis te maken. In het kennismakingsgesprek vertel je iets over jezelf, wie je bent en waarom je graag stage wil lopen in dit bedrijf. Bereidt dit gesprek samen met je stagebegeleider voor. Wat wil jij vertellen over jezelf dat belangrijk is voor je werkgever om te weten? Waarom wil je graag daar stage lopen? Wat wil je graag leren op je stageplaats? Waar ben je goed in? Vul de competentielijst in.

11 Opdracht 2 Het kennismakingsgesprek Tijdens het kennismakingsgesprek maken jullie met de stagebegeleider en de praktijkbegeleider afspraken over de stage. Schrijf de afspraken op. Naam praktijkbegeleider: Datum eerste stagedag: Stagedagen: Maandag/dinsdag/woensdag/donderdag/vrijdag Stagetijden: Pauzetijden: Van uur tot uur Van uur tot uur Van uur tot uur Taken/activiteiten: Afspraken over begeleiding: Regels voor ziekmelding: Regels voor aanvragen vrije dag: Bespreek met je praktijkbegeleider de algemeen geldende bedrijfsregels/afspraken.

12 Opdracht 3 Adresgegeven stagebedrijf en de reis daarheen Je hebt gekozen voor een stagebedrijf. Je bent daar aangenomen. Vul de adresgegevens in. Naam bedrijf: Plaats en adres: Telefoonnummer: Vervoermiddel: fiets / scooter / bus / trein / anders, namelijk Reisduur naar stage adres: Vertrektijd naar stage adres: Maak een routeplanner en print deze uit.

13 Opdracht 4 Kleding en verzorging Bij veel bedrijven zijn er speciale kledingvoorschriften. Je bent dan verplicht om bepaalde bedrijfskleding te dragen. Zo kunnen mensen zien dat jij daar werkt en dat ze je om hulp kunnen vragen. Ook moet je er netjes en verzorgd uitzien. Soms mag je geen sieraden dragen. Wat zijn de kledingvoorschriften op je stageplaats? Welke kleding moet je zelf aanschaffen en welke kleren krijg je van het bedrijf? Waarom zijn die kledingvoorschriften er? Persoonlijke verzorging? Vul de veiligheidslijst in.

14 Opdracht 5 Veiligheidslijst veilig werken Op school ben je gewend om veilig te werken en veiligheidsinstructies te krijgen. Het is belangrijk, dat jij samen met je praktijkbegeleider zorgt dat je ook op je stage geen risico loopt. Onderstaande vragen helpen je om dat in beeld te krijgen Ik heb algemene veiligheidsinstructies gekregen van Dhr/Mevr. Op: - - Ik begrijp wat me uitgelegd is: ja/nee Zo niet. Ik heb een nieuwe afspraak gemaakt op: - - Als het ontruimingsplan afgaat, dan moet ik het volgende doen: 3 mogelijke gevaarlijke situaties van mijn werkplek zijn:

15 Hoe ga ik ervoor zorgen dat ik niet gewond raak?: Ik heb instructies gehad over de machine/apparatuur waarmee ik ga werken van Dhr/Mevr. Op: - - Ik begrijp wat me uitgelegd is: ja/nee Zo niet. Ik heb een nieuwe afspraak gemaakt op: - - Vraag of je een kopie van die instructies kunt krijgen en bewaar die in je stageklapper. Ik heb onderstaande persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) nodig op mijn werk: Hoe zorg ik dat mijn PBM s in orde blijven?:

16 4. ALGEMENE EN SOCIALE WERKNEMERSVAARDIGHEDEN Opdracht 1 Kennismaken met collega's Op stage werk je samen met verschillende mensen, bijvoorbeeld met collega's. Maak kennis met je nieuwe collega's. Bij de kennismaking met je collega's vertel je iets over jezelf. En je stelt vragen aan de collega's. Wie zijn je collega's? Noem drie namen: Opdracht 2 Omgaan met collega`s Met welke collega heb je al eens gepraat in de pauzes? Wat kun je zoal bespreken met een collega?

17 Opdracht 3 Collega`s helpen en hulp vragen Tijdens het werk is het fijn als jij en je collega's elkaar helpen. Je kunt collega's om hulp vragen. Ook kun je veel leren van je collega's. Zij werken er meestal al langer dan jij en hebben meer ervaring. Je kunt collega's ook helpen of hulp aanbieden. Wanneer vraag je een collega om hulp? Waarvoor heb je wel eens hulp gevraagd? In welke situatie heb jij een collega geholpen? Opdracht 4 Vriendelijk blijven Misschien vind je sommige collega's niet zo aardig. Of heb je soms helemaal geen zin om te werken. Toch moet je proberen om tegen iedereen vriendelijk te doen. Collega's doen dan ook meestal vriendelijk tegen jou. In welke situatie vond je een collega niet aardig? Wat heb je toen gedaan? In welke situatie had je geen zin om te gaan werken? Wat heb je toen gedaan?

18 Opdracht 5 Ruzie met je collega Stel je hebt een collega die je niet zo mag. Stel, je moet met deze collega de werkplanning voor de komende dag bespreken. Stel, die collega wil jou overhalen om langer door te werken dan op je rooster staat. Maar jij hebt daar geen zin in. Met wie heb je wel eens een conflict gehad? En wat heb je toen gedaan? Opdracht 6 Je mening zeggen Als je het ergens niet mee eens bent, mag je dat best zeggen. Zeg het wel op een vriendelijke manier. In welke situatie was jij het niet eens met een collega? Wat heb je toen gezegd of gedaan? Hoe is dat afgelopen?

19 Opdracht 7 Omgaan met je praktijkbegeleider De praktijkbegeleider is belangrijk. De praktijkbegeleider vertelt je wat je precies moet doen en op welke manier. De praktijkbegeleider vertelt je wat je al goed doet en wat nog beter moet. Ook kun je de praktijkbegeleider om hulp vragen als je iets niet weet of als je een probleem hebt. Hoe vaak heb jij een gesprek met je praktijkbegeleider? Welke instructies of aanwijzingen krijg je van je praktijkbegeleider? Noem minstens 2 voorbeelden. Wat vertelt je praktijkbegeleider je over hoe (goed) je je werk doet? Noem minstens 2 voorbeelden Wat vind je van die feedback? Hoe reageerde je op die feedback?

20 5. BEROEPSSPECIFIEK Opdracht 1 Oriëntatie Er zijn verschillende soorten winkels/bedrijven/organisaties. Noem vijf producten waarmee je te maken hebt: a. b. c. d. e. Je hebt al kennis gemaakt met je praktijkbegeleider. Hij of zij heeft je verteld wat je gaat doen op stage. Noem activiteiten die je de komende week gaat uitvoeren: a. b. c.

21 Opdracht 2 Omgaan met klanten/gasten Het is belangrijk om vriendelijk tegen klanten/gasten te zijn. Ook moet je behulpzaam zijn. Je moet bijvoorbeeld antwoord kunnen geven op vragen van klanten. Daarvoor moet je iets weten over de producten van het bedrijf/winkel/organisatie. Of je moet weten hoe je doorverwijst naar collega's. Dat doe je als je zelf iets niet weet. Heb je al vragen van klanten/gasten gekregen? Ja/nee Zo ja, welke vragen? a. b. c. d. Wist je antwoord op alle vragen? Zo nee, welke vragen kon je niet beantwoorden? Wat deed je als je iets niet wist?

22 Opdracht 3 Opruimen Je gaat helpen met opruimen Kijk eens aan het eind van de dag rond. Wat moet er allemaal opgeruimd worden? Noem drie dingen: a. b. c. Wat moet er met deze spullen gebeuren? a. b. c. Noem drie soorten afval: a. b. c. Wordt het afval gescheiden in je stagebedrijf? ja nee Zo ja: welke soorten afval worden gescheiden? Waarom is het belangrijk om afval te scheiden?

23 Opdracht 4 Schoonmaken Je gaat helpen met schoonmaken. Kijk eens aan het eind van de dag rond. Wat moet er allemaal schoongemaakt worden? En hoe moet dat schoongemaakt worden? Denk bijvoorbeeld aan afstoffen of dweilen. Wat moet worden schoongemaakt? Hoe moet het gebeuren? a. b. c. In welke volgorde maak je schoon? Geef ook aan welke hulpmiddelen en welke schoonmaakproducten je daarbij gebruikt: schoonmaakactiviteit gereedschap, hulpmiddel materiaal, schoonmaakmiddel Kies één schoonmaakmiddel uit. Wat voor dingen staan er op het etiket van dit schoonmaakproduct? Waarom is het belangrijk om op de juiste dosering te letten?

24 Opdracht 5 Hygiëne Op je stageplaats let je op de hygiëne. Welke regels voor hygiëne gelden op jouw stageplaats? Geef van elke regel aan waarom die belangrijk is. a. omdat b. omdat c. omdat d. omdat

25 Opdracht 6 Problemen signaleren Soms zie je dat er iets niet klopt op je werkplek. Bijvoorbeeld: een apparaat is stuk, of de voorraad raakt leeg. Dat ga je melden bij een ervaren collega. Die moet dan zeggen wat er moet gebeuren. Heb je zelf al meegemaakt dat er iets niet klopt tijdens je stage? Hoe heb je toen gehandeld? Was dit goed en waarom? Was dit fout en waarom? Hoe zou je de volgende keer handelen?

26 Opdracht 7 Stress tijdens het werk Soms is het heel druk op het werk. Of er gebeuren allerlei onvoorziene dingen. Als je werkt of stage loopt, moet je kunnen omgaan met de stress die dat geeft. Op welk moment van de dag is het het drukst in je stagebedrijf? Op welk moment van de dag is het rustig? Als het druk is, lukt het jou dan om je werk goed te doen? Ja / nee, want _ Wat doe je, als je (te) veel stress voelt op het werk?

27 Opdracht 8 Rekenwerk Soms krijg je ermee te maken dat je iets moet uitrekenen. Geef zelf voorbeelden van dingen die je moet uitrekenen tijdens je stage Schrijf ook op hoe je dit hebt uitgerekend Kom je op stage wel eens dingen op rekengebied tegen, die je (nog) niet kunt oplossen? Ja/nee Zo ja, welke zijn dat? Bespreek samen met je stagebegeleider, hoe je hiermee op school kunt oefenen.

28 Opdracht 9 Taal op de werkplek Op stage kom je woorden en begrippen tegen, die bij dat vak of dat beroep horen. Dat zijn 'vaktaal woorden'. In deze opdracht oefen je met vaktaal woorden. Maak hieronder een lijst van vaktaal woorden en begrippen die je tegenkomt op je stageplek a. betekent: b. betekent: c. betekent d. betekent: e. betekent: f. betekent: Kom je op de stage wel eens woorden of begrippen tegen, die je nog niet kent? Zo ja, welke zijn dat? Schrijf ze hieronder op. Bespreek met je stagebegeleider, hoe je op school hiermee kunt oefenen.

29 URENREGISTRATIE Achter deze pagina zit je urenregistratie. Het is belangrijk om iedere dag bij te houden wanneer je stage hebt gelopen, de stagetijden en het aantal gewerkte uren.

30 Uitleg dagverslag stage Na iedere stagedag vul je het dagverslag in. Dat is jouw verantwoordelijkheid! Je stagebegeleider op de stageplaats vraag je de beoordeling in te vullen. Bespreek dat met hem of haar, zodat hij of zij daar rekening mee kan houden.

31 DAGVERSLAG STAGE Datum: Omschrijving werkzaamheden door stagiair(e) Gewerkte tijd: Eventuele opmerking door stagebegeleider Paraaf Stagebegeleider Paraaf Leerling Paraaf Stagedocent Beoordeling: Dagverslag stage Competentie algemeen onvoldoende voldoende goed Op tijd aanwezig Inzet Concentratie Werkhouding Samenwerken Datum: Omschrijving werkzaamheden door stagiair(e) Gewerkte tijd: Eventuele opmerking door stagebegeleider Paraaf Stagebegeleider Paraaf Leerling Paraaf Stagedocent Beoordeling: Competentie algemeen onvoldoende voldoende goed Op tijd aanwezig Inzet Concentratie Werkhouding Samenwerken

32 BEZOEKFORMULIER De stagedocent vult bij ieder bezoek dit beoordelingsformulier. Periode beoordeling: Van tot Hoe deed de stagiair zijn werk in de afgelopen periode? Wat was zijn werktempo? Deed hij zijn werk planmatig? Deed hij zijn werk met plezier? Had hij veel hulp nodig? Kon hij goed met zijn collega`s opschieten? Was hij op tijd op zijn werk? Is er reden om zijn takenpakket te veranderen? Opmerkingen/afspraken:

33 EVALUATIE COMPETENTIES Datum: Competentie: Score: (omcirkel) Competentie behaald datum: Competentie niet behaald: Wat is de reden daarvan Waar ga je de komende periode aan werken: Voldoende Goed Onvoldoende Datum: Competentie: Score: Voldoende Onvoldoende Goed Competentie behaald datum: Competentie niet behaald: Wat is de reden daarvan Waar ga je de komende periode aan werken: Datum: Competentie: Score: (omcirkel) Competentie behaald datum: Competentie niet behaald: Wat is de reden daarvan Waar ga je de komende periode aan werken: Voldoende Goed Onvoldoende

34 EINDGESPREK Kijk nog eens door je stageklapper. Praat met je begeleiders na over de volgende vragen: Wat vond je het leukst? Waar was je goed in? Heb je weleens positieve feedback gekregen? Zo ja, geef een voorbeeld: Heb je weleens kritiek gekregen? Zo ja, geef een voorbeeld: Hoe ging je om met kritiek of tegenslag? Als je iets moeilijk vond of niet wist, vroeg je het dan? Heb je zelf nog opmerkingen of vragen?

35 Na afronding van je stage kijk je ook vooruit. Wat wil je doen of leren ná deze stage? Wat moet je nog leren op de volgende gebieden: - Beroeps vaardigheden: - Algemene vaardigheden: - Taal op de werkvloer: - Rekenen op de werkvloer: In welke branche denk je te gaan werken? Waarom? Vind je werkbegeleider jou geschikt om in de toekomst in dit bedrijf / in deze branche te werken? Ja/nee Reden: