Jaarverslag Jaarverslag 2010

Transcriptie

1 Jaarverslag 2010 Jaarverslag 2010

2 Colofon Coördinatie en eindredactie: Renée Smal, Vormgeving en opmaak: OPHIS/New Impulse Bevolkingsonderzoek Midden-West Hoogoorddreef 54-e Gebouw Europlaza 1101 BE Amsterdam T F E info@bevolkingsonderzoekmidden-west.nl I Juli

3 Samenvatting resultaten

4 Samenvatting resultaten bevolkingsonderzoek borstkanker Aantal vrouwen in de doelgroep Aantal uitnodigingen Aantal onderzoeken Gemiddelde opkomst % 78,49 79,35 80,51 80,05 Aantal onderzoekscentra Aantal verwijzingen Gemiddeld verwijscijfer % 2,2 1,9 1,8 1,7 Verwijscijfer eerste onderzoek % 3,7 3,7 3,5 Verwijscijfer vervolgonderzoek % 1,9 1,7 1,6 Voorspellende waarde verwijzing % nog onbekend Aantal opgespoorde borstkankers nog onbekend Gemiddeld detectiecijfer nog onbekend 5,4 5,5 5,3 Detectiecijfer eerste onderzoek nog onbekend 6,3 Detectiecijfer vervolgonderzoek nog onbekend 5,1 Totale kosten (ex. frictie- en meerkosten digitalisering) e Kosten per onderzoek e 49,83 50,58 Aantal formatieplaatsen 64,50 65,10 laboranten van 36 uur Aantal onderzoeken per FTE laborant Samenvatting resultaten bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Aantal uitnodigingen Aantal onderzoeken Gemiddelde opkomst totaal % Aantal formatieplaatsen 4,8 4,8 van 36 uur

5 Inhoudsopgave

6 Inhoudsopgave Voorwoord 7 Organogram 9 1. Algemeen Bevolkingsonderzoek Midden-West Landelijke context Bevolkingsonderzoeken Projecten Financiën Bevolkingsonderzoek borstkanker Resultaten bevolkingsonderzoek borstkanker Deskundigheidsbevordering laboranten Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Actieve participatie Passieve participatie Opkomst per geboorteland Opkomst per gemeente Resultaten per laboratorium Opkomst achterstandswijken Amsterdam en Utrecht Organisatie Personeel Communicatie Cliëntreacties Kwaliteit Automatisering 32 Bijlagen 33 Samenstelling

7 Voorwoord

8 Voorwoord Bevolkingsonderzoek Midden-West behoeft in dit jaarverslag 2010 geen nadere introductie. Het woord fusie is naar de achtergrond verdrongen en vervangen door harmonisatie. De bereikte harmonisatie van de operationele processen en de arbeidsvoorwaarden moet leiden tot synergie in de bedrijfsvoering, in 2010 en de jaren daarna. De maatregelen die nodig waren voor harmonisatie zijn uiteraard genomen nadat er binnen de organisatie draagvlak voor gecreëerd is. Net als in 2009 is ook in 2010 voor het personeel een dagje uit en een kerstdiner georganiseerd. De eerste tradities lijken hiermee hun intrede te hebben gedaan. De door KEMA verrichte audit is in 2010 zeer positief verlopen en heeft Bevolkingsonderzoek Midden-West voor de afdeling borstkanker weer een kwaliteitscertificaat opgeleverd. In dit jaarverslag 2010 staan de belangrijkste cijfers van de uitvoering en resultaten van beide bevolkingsonderzoeken. Het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker is in januari 2010 gestart met het versturen van uitslagbrieven naar cliënten. Deze complexe operatie gaat uit van zes verschillende uitslagbrieven gekoppeld aan specifieke uitslagen. Er is in 2010 veel aandacht uitgegaan naar de participatie van de jongste leeftijdsgroep aan het bevolkingsonderzoek. Vooral door de kennis over baarmoederhalskanker en het bevolkingsonderzoek te vergroten waardoor vrouwen bewust kunnen kiezen voor deelname aan het bevolkingsonderzoek. Ook is een nieuwe pilot gestart voor het screenen met de HPV-thuistest. Een definitief advies van de Gezondheidsraad over de cervixscreening wordt medio 2011 verwacht. In 2010 is het project digitalisering borstkankerscreening (Digibob) succesvol afgerond. Digibob heeft geresulteerd in standaardisatie binnen het bevolkingsonderzoek en meer efficiëntie en verbetering in de keten. Bovendien heeft Digibob het bevolkingsonderzoek borstkanker toekomstbestendig gemaakt; het biedt mogelijkheden voor verbetering van de screening en screening bij jongere vrouwen. Het Digibobproject heeft veel gevergd van de medewerkers van Bevolkings - onder zoek Midden-West maar we kunnen trots zijn op onze inspanningen, daar tijdens het project het bevolkingsonder zoek gewoon door ging! Direct aansluitend op de digitalisering is het nieuwe schema van beoordelingscriteria voor radiologen ingevoerd, het BI-RADS systeem. In 2010 is dit schema verwerkt in een geautomatiseerd systeem binnen het Image Management Systeem (IMS) voor radiologen. Verder is er landelijk hard gewerkt aan de voorbereiding van de medische beelduitwisseling tussen screeningsorganisaties en ziekenhuizen; MammoXL. In 2011 zal medische beelduitwisseling landelijk worden ingevoerd. In november 2010 heeft Bevolkingsonderzoek Midden-West, naast de vaste (heringerichte!) screeningsunit in Utrecht ook een vast onderzoekscentrum in Amsterdam geopend. De verwachting is hiermee een inhaalslag op de uitloop in intervallen te kunnen realiseren. In het kader van de landelijke herinrichting van de screeningsorganisaties in vijf landsdelen heeft Bevolkingsonderzoek Midden-West het gebied Betuwe en de gemeente Nijkerk overgedragen aan Bevolkingsonderzoek Oost. Dit proces van herverkaveling van werkgebieden is in 2010 in gang gezet voor wat betreft cliëntgegevens, gescande beelden en radiologische dienstverlening evenals de personele bezetting van laboranten. De Noordoostpolder zal in 2012 door Bevolkingsonderzoek Noord aan Bevolkingsonderzoek Midden-West worden overgedragen. In 2010 is een nieuwe landelijke functie beschrijving voor screeningslaboranten gerealiseerd. Tevens is een plan ontwikkeld ten aanzien van de werving van laboranten. Dit plan zal in 2011 worden uitgevoerd. Het LRCB (Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek) en de screeningsorganisaties hebben in 2010 een plan gemaakt om de opleiding van screenings laboranten te laten verzorgen door de screeningsorganisaties zelf. Het LRCB blijft toezicht houden op de kwaliteit van de opleiding en zorgt voor theoretische onderbouwing. Voor onze regio zullen de instructie- en stageperiode in de vaste SE19 in Utrecht plaatsvinden. Ook mogen we niet vergeten dat Bevolkingsonderzoek Midden-West in 2010 belangrijk heeft kunnen bijdragen aan de MASS-trial, een onderzoek dat nagaat of voor vrouwen met BIRADS-0 (onvoldoende informatie op mammografie) een verkorte route voor aanvullend onderzoek helpt om te voorkomen dat er nodeloos belastend onderzoek wordt verricht. Eind oktober 2010 is in Amsterdam het eerste internationale symposium Crossing borders in Breast Cancer Screening gehouden. Bevolkingsonderzoek Midden-West leverde een bijdrage door aan de Noordermarkt in Amsterdam een mobiel onderzoekscentrum open te stellen voor buitenlandse gasten. Veel zaken hebben ons uitzicht het afgelopen jaar veranderd en ons inzicht doen groeien. Uiteraard blijven wij, in vertrouwen, de blik vooruit richten! Annemieke Bartels-Kortland Raad van Bestuur Juli

9 Organogram

10 Organogram Raad van Toezicht Raad van Bestuur Managementassistant Ondernemingsraad Personeel & Organisatie/arbo Secretariaat Communicatie Kwaliteit/ klachten Manager Bevolkingsonderzoeken Controller Hoofd Cliëntenadministratie BOB Hoofden Screening Coördinator BMHK Applicatiebeheerder CIS ICT Financiële administratie Planning/ standplaatsbeheer Afsprakenbureau Radiodiagnostisch laboranten Administratief medewerkers CE s MCA (Alkmaar) OLVG (Amsterdam) VU (Amsterdam) Tergooi (Hilversum) Utrecht Laren 10

11 1 Algemeen

12 1 Algemeen 1.1 Bevolkingsonderzoek Midden-West Visie en missie Bevolkingsonderzoek Midden-West voert op kwalitatieve, hoogwaardige en doelmatige wijze onderzoek uit naar de vroege opsporing van kanker in de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht. Het is een toonaangevende en betrouwbare screeningsorganisatie voor haar cliënten. Bevolkingsonderzoek Midden-West heeft ervaren dat het bij de fusie vastgestelde motto Sterker in Screening in waarde toeneemt naarmate het harmonisatieproces vordert. Ook zien wij een in kracht groeiende organisatie waar het onze ambities betreft: ons dynamisch en pro-actief opstellen in het veld van bevolkingsonderzoeken. Er komt meer ruimte voor actieve samenwerkingsverbanden met ketenpartners en betrokkenheid bij wetenschappelijk onderzoek. Bevolkingsonderzoek Midden- West is georganiseerd volgens het Health Care Governance model. De dagelijkse leiding is in handen van de bestuurder. Een onafhankelijke Raad van Toezicht houdt toezicht op de bestuurder. De ondernemingsraad vertegenwoordigt het medewerkersperspectief. Raad van Toezicht In 2010 is de Raad van Toezicht vijf keer bij elkaar gekomen. Aan de hand van de jaaragenda 2010 zijn de volgende zaken besproken: De vorderingen van de procesharmonisatie in het kader van de fusie van de sceeningsorganisaties en de gevolgen daarvan voor personeel en productie. Er werd gekeken naar de ontwikkeling van een model waarbij op verschillende niveaus inzichtelijk wordt gemaakt waar en door welke oorzaken het productieproces (en dus de productiecijfers) wordt beinvloed. Hierbij ging bijzondere aandacht uit naar het welzijn en de beleving van de medewerkers, maar vooral ook naar dat van de clienten in de regio Midden-West. De auditcommissie heeft, aan de hand van het vorig jaar vastgestelde plan voor risicobeheersing, de kwartaalverslagen van de Raad van Bestuur besproken rekening houdend met de landelijke ontwikkeling bij de tariefhantering. Tevens zijn de jaarrekening 2009 en de managementletter in aanwezigheid van de accountant doorgenomen en goedgekeurd. Het jaarplan 2011 en het meerjarenbeleidsplan zijn door de Raad van Toezicht goedgekeurd. Via de onderwerpen van de jaarkalender en geleid door de uitgebreide voortgangsrapportages van de Raad van Bestuur ziet de Raad van Toezicht toe op de uitvoering van het meerjarenbeleidsplan. De Raad van Toezicht liet zich informeren over de initiatieven binnen Bevolkingsonderzoek Midden-West die implementatie van veranderingen en uitbreiding van de huidige bevolkingsonderzoeken mogelijk moeten maken. In 2010 heeft de Raad van Toezicht conform de gouvernance code een zelfevaluatie verricht. Een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht sprak met leden van de ondernemingsraad. Ook heeft een jaarlijks evaluatiegesprek met de Raad van Bestuur plaatsgevonden. Ondernemingsraad De ondernemingsraad heeft zich dit tweede jaar na de fusie vooral bezig gehouden met het harmoniseren van arbeidsvoorwaarden en regelingen. Er was voortdurend aandacht voor de communicatie. De OR heeft zes keer overlegd met de Raad van Bestuur. Belangrijke items waren de overlegstructuur, de regeling vakantieverlof, de jaarurensystematiek, het opleidingsreglement, de vaste unit in Amsterdam, de ARBO, de digitalisering en het jaargesprek met beoordeling. Ook had een afvaardiging van de ondernemingsraad zitting in de commissie van preventiemedewerkers en werd er vergaderd met het Landelijk OR Platform. De communicatie met de achterban ging via verslagen op intranet en Landelijke context 2010 was het 20-jarig jubileumjaar van het bevolkingsonderzoek borstkanker. In het kader hiervan is op 28 en 29 oktober een internationaal symposium voor beleidsmakers georganiseerd op initiatief van RIVM-Centrum voor Bevolkingsonderzoek. Dit symposium Crossing borders in Breast Cancer Screening werd gehouden in Amsterdam. Uitgangspunten waren uitwisseling van kennis en ervaring en het zoeken naar nieuwe mogelijkheden voor samenwerking. De enthousiaste internationale gasten hebben dit symposium gewaardeerd met het cijfer 8,8. Op 1 januari 2010 was de vorming van de vijf landelijke screeningsorganisaties een feit. De vijf bestuurders komen samen in het Bestuurders Overleg Screeningsorganisaties: BOS. Het landelijk beleid van de screeningsorganisaties en de plannen van het RIVM worden op elkaar afgestemd in het overleg van de Beleids Afstemmings Groep: BAG. Vanuit een fusie tussen Stibob en CIS in juni 2010 is de FSB: Facilitaire Samenwerking Bevolkingsonderzoeken in coöperatief verband gevormd. Binnen diens kantoor- en vergaderlocatie in Utrecht wordt plaats geboden aan de Landelijke Beheer Organisatie LBO (ICT-ondersteuning en helpdesk). De FSB faciliteert landelijke projecten, zoals het project arbeids marktontwikkeling laboranten en cliënt- en medewerkerstevredenheidsonderzoeken. 12

13 Er is een landelijke overlegstructuur ingevoerd voor de vijf screeningsorganisaties, het RIVM en de LBO. Binnen deze structuur zijn ook landelijke werkgroepen van start gegaan. 1.3 Bevolkingsonderzoeken Bevolkingsonderzoek borstkanker Bevolkingsonderzoek Midden-West is één van de vijf regionale screeningsorganisaties die het bevolkingsonderzoek borstkanker uitvoeren. Voor dit bevolkingsonderzoek worden alle vrouwen in de leeftijd van 50 tot en met 75 jaar iedere twee jaar uitgenodigd om deel te nemen. De screeningsorganisatie ontvangt hiervoor de NAW-gegevens van de cliënten via de gemeentelijke basisadministratie. Bevolkingsonderzoek Midden-West is verantwoordelijk voor het gehele proces van het bevolkingsonderzoek: van planning en uitnodiging tot en met de uitslag. De uitnodigingen worden verzonden op basis van postcode. Afhankelijk van hun woonplaats worden de vrouwen op één van de vaste of mobiele onderzoekscentra uitgenodigd. Na beoordeling van de mammogrammen door twee radiologen verstrekt de screeningsorganisatie de uitslag aan de vrouw. Als er een afwijking is gevonden op het mammogram wordt ook de huisarts op de hoogte gebracht en wordt de vrouw verwezen voor verder onderzoek. Bij het uitvoeren van haar missie maakt Bevolkingsonderzoek Midden-West voor het bevolkingsonderzoek borstkanker gebruik van 17 screeningseenheden (SE en) en van verschillende beoordelingseenheden (BE en) waar groepen radiologen de mammogrammen beoordelen. Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Bevolkingsonderzoek Midden-West verzorgt het logistieke proces van het bevolkingsonderzoek baarmoederhals kanker. Voor dit bevolkingsonderzoek ontvangen alle vrouwen in de leeftijd van 30 tot en met 60 jaar eens in de vijf jaar een uitnodiging. De screeningsorganisatie ontvangt hiervoor de NAW-gegevens van de cliënten via de gemeentelijke basisadministratie. De meeste uitnodigingen worden gestuurd door Bevolkingsonderzoek Midden-West en een deel van de cliënten ontvangt de uitnodiging van hun huisarts. De cliënt maakt vervolgens een afspraak met de huisartsenpraktijk voor het laten maken van het uitstrijkje. De huisartsenpraktijk stuurt het uitstrijkje naar een pathologie laboratorium. Het laboratorium beoordeelt het uitstrijkje en stelt de uitslaggegevens beschikbaar aan Bevolkingsonderzoek Midden- West, die deze gegevens gebruikt voor de betaling aan huisartsen en laboratoria. Ongeveer 1% van de onderzochte cliënten is door de patholoog verwezen voor nader onderzoek door de gynaecoloog. 1.4 Projecten Medische beelduitwisseling In 2006 is samen met drie ziekenhuizen in de regio Midden- Nederland en het Integraal Kankercentrum Midden-Nederland een project opgezet (MammoXL) om medische beelden uit te wisselen tussen de ziekenhuizen en voormalig Preventicon. In het project worden digitale screeningsbeelden langs digitale weg beschik baar gesteld aan de deelnemende ziekenhuizen; Antonius Ziekenhuis, UMCU en Diakonessenhuis Utrecht. Deze screeningsbeelden worden door de radioloog gebruikt bij de diagnose. In de standaard digitale werkwijze wordt bij verwijzing vanuit de screening een CD met de borstfoto s meegestuurd voor de specialist in het ziekenhuis. Via medische beelduitwisseling komen borstfoto s sneller in het ziekenhuis en kunnen dus al bekeken worden door de radioloog voordat de cliënt een afspraak heeft. Eind 2009 is het succesvolle project MammoXL overgedragen aan de landelijke samenwerking voor de digitalisering, terwijl de beelduitwisseling met Antonius Ziekenhuis, UMCU en Diakonessenhuis Utrecht is voortgezet. De landelijke opstart van medische beelduitwisseling met alle ziekenhuizen wordt voorzien voor Bevolkingsonderzoek dikke darmkanker In de kankersterfte neemt dikke darmkanker een derde plaats in bij mannen en een tweede plaats bij vrouwen. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat de sterfte aan darmkanker verminderd kan worden door een bevolkings onderzoek darm kanker. In november 2009 heeft de Gezondheidsraad aan de minister van VWS geadviseerd om te beginnen met bevolkings onderzoek dikke darmkanker en hiervoor mensen tussen de 55 en 75 jaar om de twee jaar uit te nodigen voor deelname. Digitalisering Om het bevolkingsonderzoek borstkanker te digitaliseren zijn in Nederland verschillende pilots uitgevoerd. Vanaf 2004 is een digitale pilot uitgevoerd in Utrecht. In 2006 is het RIVM gestart met het landelijke digitaliseringsproject Digibob. In het kader van Digibob is medio 2008 een landelijke infrastructuur voor digitale screening gereed gekomen. In juni 2008 is in de regio Leiden het eerste onderzoekscentrum gedigitaliseerd in het kader van Digibob. 13

14 Bij Bevolkinsonderzoek Midden-West is in juni 2010 de laatste SE (screeningseenheid) uitgerust met digitale apparatuur. Zodra één of meer SE en digitaal gaan screenen, zijn de radiologen digitaal gaan beoordelen. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de verschillende BE en en SE en. Tabel 1 Overzicht beoordelingseenheden (BE) met bijbehorende screeningseenheden (SE) BE SE Type Digitaal per Utrecht Alkmaar (MCA) Amsterdam Oost (OLVG) Amsterdam Zuid (VUmc) Hilversum (Tergooiziekenhuizen) Utrecht vast; dubbel maart 2009 Amersfoort mobiel april 2009 Heuvelrug mobiel mei 2009 Woerden mobiel juni 2009 Betuwe mobiel februari 2010 Alkmaar mobiel maart 2010 Den Helder mobiel april 2010 Hoorn mobiel april 2010 Purmerend mobiel november 2009 Amsterdam mobiel januari 2010 Amsterdam vast november 2010 Haarlem mobiel juni 2009 Zaanstad mobiel augustus 2009 Amstelveen mobiel januari 2010 Hilversum mobiel april 2010 Lelystad mobiel mei

15 2 Financiën

16 2 Financiën Balans per 31 december 2010 (na voorgestelde verwerking saldo baten en lasten) euro euro euro euro ACTIVA Materiële vaste activa Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen PASSIVA Eigen vermogen Egalisatiereserve BK Egalisatiereserve BMHK Voorzieningen Kortlopende schulden en overlopende passiva Belastingen Crediteuren Nog te betalen vergoedingen Overige schulden en overlopende passiva In 2010 zijn er investeringen gedaan in nieuwe mobiele onderzoekcentra, in een verbouwing van een gehuurde vaste onderzoekunit en in digitale mammografen ter vervanging van analoge mammografen. Hierdoor zijn de materiële vaste activa hoger dan in 2009 en de liquide middelen lager. De vorderingen zijn hoger doordat er nog subsidie voor het uitvoeren van de HPV-thuistest ontvangen moet worden. Het resultaat over 2010 van de borstkankerscreening en het resultaat over 2010 van de baarmoederhalskankerscreening zijn toegevoegd aan de egalisatiereserves van de beide screeningen. De overige schulden zijn hoger doordat de kosten die komende jaren betaald moeten worden voor de opslag van de digitale mammogrammen op de balans zijn gezet. 16

17 Staat van baten en lasten 2010 Realisatie 2010 Begroting 2010 Realisatie 2009 euro euro euro Baten Subsidies RIVM borstkanker Subsidie RIVM frictiekosten digitalisering Subsidie RIVM structurele meerkosten digitalisering Vergoeding screening borstkanker Betuwe Subsidie RIVM baarmoederhalskanker Subsidie RIVM baarmoederhalskanker HPV-thuistests Af vergoedingen laboratoria en huisartsen Af vergoedingen HPV-thuistests Overige opbrengsten Totaal baten Lasten Personeelskosten Variabele screeningskosten borstkanker Vaste screeningskosten borstkanker Structurele meerkosten digitalisering borstkanker Frictiekosten digitalisering borstkanker Variabele screeningskosten baarmoederhalskanker Lokaal gebonden kosten units borstkanker Huisvestingslasten Organisatiekosten Project HPV-thuistests baarmoederhalskanker Kosten project breedband MammoXL Innovatieve projecten Totaal lasten Saldo baten en lasten

18 Staat van baten en lasten 2010 Borstkanker Realisatie 2010 Begroting 2010 Realisatie 2009 euro euro euro Baten Subsidie RIVM screening borstkanker Subsidie RIVM structurele meerkosten digitalisering Subsidie RIVM frictiekosten digitalisering Subsidie RIVM fusiekosten Vergoeding screening subregio Betuwe Subsidie Provincie Utrecht project breedband Bijdrage stagebegeleiding Bijdrage pilot colonscreening Vrijval gereserveerde kosten koppelingen kankerregistratie Totaal baten Lasten Kosten personeel in relatie tot opname Kosten personeel in relatie tot beoordeling Kosten indirect gebonden cliëntgericht personeel Kosten personeel ondersteuning primair proces subtotaal personeelskosten Variabele kosten screeningsonderzoek Vaste kosten screeningsonderzoek Structurele meerkosten digitalisering Frictiekosten digitalisering Lokaal gebonden kosten units Huisvestingslasten Organisatiekosten Kosten project breedband MammoXL Innovatieve projecten Totaal lasten Saldo baten en lasten De subsidie is lager dan begroot en lager dan vorig jaar door een lagere productie dan begroot respectievelijk uitgevoerd vorig jaar. Door nadere afspraken met de andere screeningsorganisaties en en het RIVM zijn kosten toegerekend aan de projectkosten structurele meerkosten digitalisering en frictiekosten digitalisering waardoor ook de projectsubsidies zijn toegenomen. Bevolkingsonderzoek Midden-West heeft de screening in de regio Betuwe in 2010 uitgevoerd voor Bevolkingsonderzoek Oost. Hiervoor is een vergoeding ontvangen. Hiertegenover staan kosten voor personeel, huur mobiele unit, kosten beoordelingen, kosten uitnodigingen en organisatiekosten. 18

19 Staat van baten en lasten 2010 Baarmoederhalskanker Realisatie 2010 Begroting 2010 Realisatie 2009 euro euro euro Baten Subsidie RIVM screening baarmoederhalskanker Subsidie RIVM HPVthuistests Subsidie RIVM fusiekosten Af: Vergoedingen laboratoria en huisartsen Af: Vergoedingen HPV-thuistests Overige opbrengsten Totaal baten Lasten Kosten personeel in relatie tot evaluatie (patholoog) Kosten indirect gebonden cliëntgericht personeel Kosten personeel ondersteuning primair proces subtotaal personeelskosten Variabele kosten screeningsonderzoek Huisvestingslasten Organisatiekosten Project opkomstbevordering HPV-thuistests Innovatieve projecten Totaal lasten Saldo baten en lasten Doordat er meer onderzoeken zijn uitgevoerd, is er een hogere subsidie ontvangen. De variabele kosten voor drukwerk en porto zijn hoger doordat er aan alle cliënten een uitslagbrief wordt gestuurd. Daarnaast wordt er deelgenomen aan een project opkomstbevordering HPV-thuistest. 19

20 20

21 3 Bevolkingsonderzoek borstkanker

22 3 Bevolkingsonderzoek borstkanker 3.1 Resultaten bevolkingsonderzoek borstkanker In totaal zijn in vrouwen uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek borstkanker en hebben vrouwen deelgenomen. Het opkomst percentage kwam daarmee in 2010 uit op 78,49%. Uit deze cijfers volgt ook dat in uitgenodigde vrouwen niet hebben deelgenomen aan het onderzoek. Productiecijfers Tabel 2 laat de productiecijfers zien: het aantal onderzoeken van het jaar 2010 verdeeld naar onderzoekscentrum in vergelijking met vorige onderzoeksjaren. Tabel 2 Productiecijfers per onderzoekscentrum Onderzoeks centrum Utrecht (SE19) Amersfoort (SE77) Heuvelrug (SE78) Woerden (SE79) Betuwe (SE58) Alkmaar (SE38) Den Helder (SE39) Hoorn (SE86) Haarlem (SE34) Zaanstad (SE35) Amsterdam Noord Oost (SE36) Amsterdam Zuid West (SE37) Amstelveen (M30) Lelystad (SE40) ,443 Hilversum (SE41) Purmerend (SE85) Amsterdam (SE33) Gemiddeld (excl. Purmerend en Amsterdam SE33) Het vaste onderzoekscentrum in Utrecht is uitgerust met twee onderzoekskamers en er kunnen daardoor meer onderzoeken worden verricht. De M30 was de laatste analoge unit die uit productie is genomen in juni Het nieuwe vaste onderzoekscentrum in Amsterdam, SE33, is eind november 2010 gestart als uitbreiding van de totale screeningscapaciteit. De verschillen tussen de overige SE en kunnen in hoofdzaak verklaard worden door personele bezettingsverschillen. Opkomst, non-participatie en non-respons In 2010 is aan vrouwen een herinneringsuitnodiging gezonden. Cliënten die de laatste twee onderzoeksronden niet hebben deelgenomen, ontvangen daarbij een uitnodiging zonder datum. Zij kunnen dan bellen om een afspraak te maken. Na de herinneringsuitnodiging namen nog vrouwen (20,93%) deel aan het onderzoek. Afmeldingen De cliënten krijgen een uitnodiging met datum en tijdstip of een uitnodiging zonder datum om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. Een deel van hen neemt contact op met het afsprakenbureau om hun afspraak te verzetten of om de afspraak te annuleren. Ook kunnen cliënten zich schriftelijk afmelden. In 2010 hebben vrouwen zich afgemeld. Op het totaal van uitnodigingen is dit 6,9%. In tabel 3 wordt een overzicht gegeven van de voornaamste afmeldredenen. Tabel 3 Verdeling redenen van afmelding Aantal Percentage Pijn, angst, bejegening 400 2,1% Bereikbaarheid onderzoeksunit 702 3,7% Principiële redenen ,4% Overige (niet medische) redenen ,0% Verhinderd, verhuisd ,2% Behandeling aan borsten ,1% Overige medische redenen ,7% Verzoek geen verdere uitnodiging ,8% Totaal ,0% Tabel 4 Verwijscijfers Aantal verwijzingen Verwijscijfer (in %) 2,3 1,9 1,8 Verwijscijfer 1e 3,7 3,7 3,5 ronde (in %) Verwijscijfer 1,9 1,7 1,6 vervolgronde (in %) Detectiecijfer (in ) nog onbekend 5,7 5,6 3.2 Deskundigheidsbevordering laboranten Er zijn verschillende activiteiten om de deskundigheid van de laboranten te borgen. Dit waren in 2010 onder andere intervisiebijeenkomsten, fotobesprekingen en themabesprekingen. De intervisiebijeenkomsten en fotobesprekingen werden door interne en externe deskundigen begeleid. Voor de themabesprekingen werden met name externe deskundigen uitgenodigd om te komen spreken. Binnen onze opleiding in Utrecht zijn dertien nieuwe laboranten in de stage opgeleid. Er zijn ook twee laboranten extern opgeleid tot instructielaborant. Zij zijn opgeleid om het instructiegedeelte binnen de nieuwe opleiding voor screeningslaborant te verzorgen. Deze opleiding vindt nu voor een groot deel binnen de organisatie plaats. 22

23 4 Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

24 4 Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 4.1 Actieve participatie In 2010 zijn vrouwen geboren in 1950, 1955, 1960, 1965, 1970, 1975 en 1980 uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Daarvan reageerden vrouwen op de uitnodiging door het laten maken van een uitstrijk (60%). In tabel 6 worden de resultaten gepresenteerd per geboortecohort, inclusief de opkomst van cliënten uitgenodigd door de zelfuitnodigende huisartsen. De gemiddelde opkomst bij de zelfuitnodigende huisartsen is 68% Netto-opkomst/non-respons Voor de berekening van de netto-opkomst/non-respons wordt gebruik gemaakt van het aantal afmeldingen van vrouwen uitgenodigd in Deze afmeldingen worden afgetrokken van het bruto aantal uitnodigingen, waarna de netto-aantal uitnodigingen (tabel 7 kolom 3) het resultaat is. Vervolgens wordt het aantal uitstrijkjes gedeeld door het netto-aantal uitnodigingen. Het uiteindelijke resultaat is dat de netto-opkomst 66% is en de non-respons 41%. Tabel 5 Bruto opkomst per geboortecohort 2010 Geboorte jaar Bruto uitnodigingen SO & ZUHA Uitstrijk SO & ZUHA Uitstrijkjes % % % % % % % % Totaal % SO = screeningsorganisatie ZUHU = zelfuitnodigende huisarts 4.2 Passieve participatie Als een vrouw geen uitstrijkje laat maken, maar wel een antwoordkaart retour zendt met reden van niet-deelname wordt gesproken van een passieve participatie. Met behulp van de passieve participatie worden de netto-opkomst/non-respons en de beschermingsgraad uitgerekend. Tabel 6 Netto-opkomst per geboortecohort Beschermingsgraad Er zijn vrouwen die zich afmelden, omdat hun baarmoedermond is verwijderd (UE) of omdat zij recent een uitstrijkje (RU) hebben laten maken (buiten het bevolkingsonderzoek). Met behulp van deze afmeldredenen kan de beschermingsgraad berekend worden (tabel 8). De berekening is als volgt: het aantal afmeldingen UE en RU wordt opgeteld bij het bruto aantal uitnodigingen (tabel 6 kolom 2). De beschermingsgraad komt voor 2010 uit op 64%. Tabel 7 Beschermingsgraad per geboortecohort 2010 Geboortejaar (U)tuerus (E)tirpatie (R)ecent (U)itstrijk UE + RU Uitstrijkjes + UE+RU Totaal Andere antwoordredenen In de groep van de jongere vrouwen, tussen de 30 en 40 jaar, is de overwegende reden van niet-deelname het zwanger zijn of net bevallen op het moment van de uitnodiging (tabel 9 kolom 2). % Geboortecohort Afmeldingen Netto uit nodigingen Uitstrijkjes Nettoopkomst % Nonrespons % Totaal

25 Tabel 8 Passieve participatie per geboortecohort 2010 Geboortejaar Zwanger/ bevallen Uitstel andere reden Deelname volgende ronde Wil in toekomst geen uit nodiging meer Totaal Totaal Evenals in 2009 valt het op dat in de groep van de 60-jarige vrouwen een groot deel denkt over 5 jaar weer een uitnodiging te ontvangen (tabel 9 kolom 5). Hoewel de landelijke folder en de uitnodigingsbrief hen erover informeren dat zij dan niet meer tot de doelgroep gerekend worden. 4.3 Opkomst per geboorteland Van de vrouwen die in 2010 een uitnodiging ontvingen voor het laten maken van een uitstrijkje is een deel niet in Nederland geboren. Tabel 10 geeft inzicht in het aantal uitgenodigde vrouwen en het aantal vrouwen dat heeft deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Grafiek 1 geeft de opkomstpercentages weer van alle vrouwen geboren buiten Nederland. Het gemiddelde opkomstpercentage komt uit op 46%. In 2009 lag de opkomst 1% hoger. Ook nu weer vallen twee opkomstpercentages op: die van de vrouwen geboren in Marokko (40%) en die van de vrouwen geboren in Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland (Westers 38%). De opkomst van de groep Westers is 3% gestegen ten opzichte van 2009 en de opkomst van de vrouwen geboren in Marokko is juist gedaald met 1%. Tabel 9 Opkomst vrouwen geboren buiten Nederland 2010 Geboorteland Uitnodiging Uitstrijk % Suriname Marokko Turkije Antillen West-Europa Oost-Europa Westers (buiten Europa) Overig Totaal

26 4.4 Opkomst per gemeente De opkomst per gemeente is verdeeld over drie groepen gemeenten gebaseerd op het aantal inwoners. Een groep gemeenten tot (A-gemeenten), een groep van tot inwoners (B-gemeenten) en een groep C-gemeenten met meer dan inwoners. In grafiek 2 is te zien dat de opkomst in de A-gemeenten het hoogst is en in de C-gemeenten het laagst. Voor meer gedetailleerde informatie zie de tabellen in de bijlage. Grafiek 1 Opkomst per gemeente % 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% A B C 4.5 Resultaten per laboratorium In regio Midden-West zijn in laboratoria betrokken geweest in het beoordelen van de uitstrijkjes afgenomen in het kader van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Het aantal beoordeelde uitstrijkjes per laboratorium varieert van 1 tot Grafiek 2 Totaal aantal beoordeelde uitstrijken per lab > Zuiderzee Zkh Westfries Gasthuis Tergooi Zkh Streeklaboratorium Leeuwarden Spaarne Zkh SLGZ Gouda SSDZ SALTRO Rijnstate Zkh OLVG Amsterdam Meander Zkh MCA Alkmaar Leids Cytologisch Laboratorium Kennemer Gasthuis De Weezenlanden Laboratorium De Heel Zkh Zaandam CWZ VUmc Antonius Zkh Nieuwegein Pathologie Laboratorium Amsterdam AMC Amsterdam Uit grafiek 3 is af te leiden dat SALTRO (Utrecht) de meeste beoordeelde BVO-uitstrijken heeft ingezonden, gevolgd door Tergooiziekenhuizen (Hilversum), MCA (Alkmaar) en Meander ziekenhuis (Amersfoort). In de grafiek staan alleen de laboratoria afgebeeld die meer dan 100 beoordeelde uitstrijkjes hebben ingezonden. 26

27 Aantal beoordeelde uitstrijken per dag Grafiek 3 Doorlooptijd beoordelen BVO-uitstrijkjes Aantal screeningsdagen Volgens de NVVP-richtlijn dienen uitstrijkjes binnen 10 dagen beoordeeld te zijn. Bij 98% van de beoordeelde uitstrijken is dat het geval. In 2009 haalde 89% van de beoordeelde uitstrijkjes die norm: een verbetering van bijna 10% ten opzichte van 2009! Grafiek 4 Relatie uitgifte uitnodigingen en te beoordelen uitstrijken % 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% Uitslagen Uitnodigingen December November Oktober September Augustus Juli Juni Mei April Maart Februari Januari Maanden We zien in grafiek 5 dat er een redelijk tot goede balans is tussen de uitgifte uitnodigingen en het aanbod aan te beoordelen uitstrijkjes. We denken dat met de spreiding van de uitnodigingen de deelname aan het onderzoek bij de praktijken en de laboratoria meer geleidelijk plaatsvindt. Toch is het proces niet helemaal te beïnvloeden. Dat zien we in de maanden november en december waarin het aantal uit strijkjes het aantal uitnodigingen overstijgt. Dat betekent dat een aantal cliënten eerder in het jaar uitgenodigd aan het eind van het jaar alsnog een uitstrijkje laten maken. 27

28 4.6 Opkomst achterstandswijken Amsterdam en Utrecht Grafiek 5 Opkomst achterstandswijken Amsterdam en Utrecht % In grafiek 6 valt het op dat de stadswijken Kanaleneiland en Overvecht de laagste opkomst hebben (respectievelijk met 45% en 46%), lager dan de stadswijken in Amsterdam. De laagste score daar vormt de stadswijk Bijlmer (50%). Als we de gemiddelde opkomst bekijken voor Amsterdam en Utrecht dan scoort Utrecht het hoogst met 49% Amsterdam 46%). Belang rijk voor een juist beeld van de opkomst in die wijken is dat het gaat om de opkomst bij vrouwen van Marokkaanse, Surinaamse, Turkse of Antilliaanse afkomst. 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Stadswijk Zeeburg Amsterdamn Stadswijk Noord Amsterdamn Stadswijk Bos en Lommer Amsterdam Stadswijk Nieuw- West Amsterdam Stadswijk Oost Amsterdamn Stadswijk Bijlmer Amsterdamn Stadswijk Kanaleneiland Utrecht Stadswijk Lombok Utrecht Stadswijk Zuilen- Oost Utrecht Stadswijk Overvecht Utrecht Stadswijk Ondiep Utrecht Tabel 10 Regio Midden-West: circa uitstrijkjes ontvangen in 15 laboratoria. Uitslagprofielen: Laboratorium Totaal ontvangen Herhalen Normaal Geringe dysplasie Matige dysplasie Ernstige dysplasie VU medisch centrum Academisch Medisch Centrum Amsterdam Slotervaart Ziekenhuis Kennemer Gasthuis Spaarne Ziekenhuis Leids Cytologisch en Pathologisch Laboratorium Westfries Gasthuis/Symbiant Zaans Medisch Centrum/ Symbiant Medisch Centrum/Symbiant Alkmaar Tergooiziekenhuizen Medisch Centrum Zuiderzee Pathologie Laboratorium Amsterdam Onze Lieve Vrouwe Gasthuis SALTRO Laboratorium Meander Medisch Centrum Gemiddelde (%) ,93% 93,81% 3,36% 0,47% 0,42% Gewogen gemiddelde (%) ,56% 95,67% 3,59% 0,53% 0,53% Totaal aantal (N) In de tabel staan alle BVO-uitstrijkjes uit Midden-West ontvangen in 2010 door de laboratoria ingedeeld naar uitslag: herhalen (Pap 0), normaal (Pap1) respectievelijk geringe dysplasie (Pap 2/3a1 met een vervolg advies), matige en ernstige dysplasie (Pap 3am resp. Pap 3b of hoger met een verwijsadvies) als percentages van het totaal aantal beoordeelbare uitstrijkjes. In totaal zijn er vanuit het BVO in Midden-West =1.312 vrouwen direct verwezen. Het is ten tijde van dit verslag nog niet duidelijk hoeveel van de vrouwen met een vervolgadvies op basis van geringe dysplasie mogelijk in tweede instantie (op grond van een tweede of derde uitstrijkje) verwezen worden ( indirect ). Uit andere evaluaties blijkt dat dit rond de 20-30% schommelt. 28

29 5 Organisatie

30 5 Organisatie 5.1 Personeel In 2010 waren er 172 medewerkers in dienst bij Bevolkingsonderzoek Midden-West. In onderstaande grafieken staat de verdeling over aantal dienstjaren, leeftijdscategorieën en geslacht. Het verzuimpercentage in 2010 is 6,6%. Grafiek 6 Aantal dienstjaren aantal medewerkers jaar 5-10 jaar jaar jaar jaar jaar Grafiek 7 Leeftijdsopbouw medewerkers leeftijd aantal medewerkers < 30 4 Grafiek 8 Verdeling man/vrouw leeftijd aantal medewerkers mannen 13 vrouwen Communicatie BMHK-magazine Het magazine Leven & Lijf dat in 2009 is ontwikkeld door Bevolkingsonderzoek Zuid-West is ook in 2010 gestuurd aan bijna alle 30-jarige cliënten van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker (BMHK). Zij ontvingen het magazine twee weken voordat zij de uitnodiging voor het bevolkings onderzoek kregen. In Leven & Lijf staan artikelen over baarmoederhalskanker en het bevolkingsonderzoek. Vrouwen van 30 jaar krijgen voor het eerst een uitnodiging voor BMHK (het uitstrijkje). In Leven en Lijf kunnen zij lezen wat een uitstrijkje is. Wat zijn de voorstadia van baarmoederhalskanker? Welke ervaring hebben andere vrouwen met het onderzoek? Allemaal informatie om kennis over baarmoederhalskanker te verhogen in de leeftijdsgroep die het grootste risico loopt om de voorstadia van baarmoederhalskanker te krijgen. Ook de thema s gezondheid en beauty komen aan de orde. Uitslagbrieven Vanaf januari 2010 is de afdeling BMHK gestart met het sturen van uitslagbrieven naar cliënten. In samenwerking met het RIVM en de andere screeningsorganisaties zijn er uniforme uitslagbrieven opgesteld. Ook de uitslagbrieven voor het bevolkingsonderzoek borstkanker (BK) zijn geüniformeerd. Evenementen Bevolkingsonderzoek Midden-West heeft in januari deel genomen aan de Europese Week van de BMHK en in oktober aan de landelijke borstkankermaand. In de BMHK-week plaatste het RIVM een advertentie Metro. In de borstkankermaand werden folders van KWF Kankerbestrijding en Pink Ribbon verspreid in de onder zoekscentra. Ook was er aandacht voor het bevolkingsonder zoek borstkanker in Pink Ribbon magazine. Grafiek 9 Verzuimpercentage jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec totaal Informatie voor huisartsen en ziekenhuizen Om de huisartsen te informeren over het proces rondom het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker (BMHK) is er een draaiboek naar alle huisartsen gestuurd. Hier was ook het uitnodigingsschema, een scheurblokje met dat schema en een poster voor in de wachtkamer bijgevoegd. In voorgaande jaren ontvingen alleen de zelfuitnodigende huisartsen een draaiboek. Ziekenhuizen en huisartsen zijn geïnformeerd over de planning van de mobiele onderzoekscentra van het bevolkingsonderzoek borstkanker, zodat de ziekenhuizen voorbereid zijn op een toeloop van vrouwen die uit de screening verwezen worden voor nader onderzoek en hun capaciteit hierop kunnen aanpassen. Website De website is actueel gehouden: In de verdere ontwikkeling van de website is samengewerkt met de andere 30

31 screeningsorganisaties. Er is bijvoorbeeld verder onderzocht wat de mogelijkheden zijn van afspraken verzetten via internet en van een postcodezoeker. Intranet De regiosite heeft ook een intranet voor medewerkers. Hierop staat onder meer nieuws uit de organisatie, organisatiebeleid, informatie uit elke afdeling en de ondernemingsraad, tips over digitaal werken, arbeidsvoorwaarden, een prikbord en foto s van uitstapjes. Screenflits Screenflits, informatieblad voor medewerkers, is vier keer verschenen. Alle afdelingen komen hierin aan bod. Ook landelijke ontwikkelingen worden geschetst. Medewerkers komen aan het woord over hun werk en hun ervaringen met de fusie en met de digitalisering van het bevolkingsonderzoek borstkanker. Om elkaar beter te leren kennen, stellen medewerkers zich per afdeling voor. Ook de ondernemingsraad heeft een plaats in Screenflits. Memo s Interne mededelingen van het management team en de hoofden gericht aan alle medewerkers zijn gedaan via memo s en verspreid via en intranet. Vragen via Cliënten en anderen hebben via vragen gesteld aan Bevolkingsonderzoek Midden-West. info@bevolkingsonderzoekmidden-west.nl: 21 bmhk@bevolkingsonderzoekmidden-west.nl: 121 bob@bevolkingsonderzoekmidden-west.nl: 520 Tabel 11 Cliëntreacties 5.3 Cliëntreacties Bevolkingsonderzoek Midden-West heeft voor de behandeling van cliëntreacties een interne procedure. Als reacties intern niet naar tevredenheid afgehandeld kunnen worden, kunnen cliënten hun klacht naar de landelijke klachtencommissie zenden. In 2010 is het totaal aantal reacties bijna verdubbeld, van 526 naar 915. De positieve reacties zijn zelfs meer dan verdubbeld ten opzichte van 2009: van 169 tot 349. De pijnklachten zijn toegenomen. Dit komt mogelijk doordat de laboranten moesten wennen aan het instellen van de digitale mammograaf. Het aantal klachten over de tele fonische bereikbaarheid is verdriedubbeld. Dit is toe te schrijven aan de problemen rond het installeren van een geheel nieuwe telefooncentrale. 5.4 Kwaliteit Kwaliteitssysteem In het tweede jaar na de fusie heeft de interne harmonisatie van de werkprocessen centraal gestaan in het kwaliteitsbeleid. Per 1 september heeft dit geresulteerd in een (nagenoeg volledige) versie van de kwaliteitshandboeken bevolkingsonderzoek borstkanker (primaire proces) en algemeen Bevolkingsonderzoek Midden-West. Op basis van deze handboeken en het achterliggende kwaliteitssysteem heeft in oktober 2010 een initiële certificatie-audit plaatsgevonden door DEKRA (voorheen KEMA Quality). Na verbeteracties op een aantal geringe afwijkingen die tijdens deze audit zijn geconstateerd, is begin december de certificering verleend voor de volledig geïntegreerde organisatie. % 2010 % 2009 Positieve 38, ,3 169 reacties Pijn 9,8 90 7,4 39 Bejegening 7,8 71 9,0 47 Standplaats 12, ,8 135 Administratie/ 9, ,3 75 Organisatie Telefonische 10,5 96 5,5 29 bereikbaarheid Info/suggestie 2,1 19 5,5 29 Melding IC 1,0 9 0,2 1 Uitslag 0, Uitnodiging 1, Leeftijd 1, Overig 5, Totaal 100% %

32 Intervisie Intervisiebijeenkomsten zijn gepland om op structurele wijze de individuele resultaten en manier van werken inzichtelijk te maken en de kwaliteit van het werk van de screeningslaboranten te bevorderen. In 2010 is een begin gemaakt met de overgang van intervisie op analoge beelden naar digitale intervisie. Deze nieuwe vorm is vanaf juni 2010 geleidelijk organisatie breed doorgevoerd. Ter versterking van het team van intervisielaboranten hebben vier extra screenings - laboranten deze taak gekregen en zijn hiervoor opgeleid en ingewerkt. In totaal zijn in het verslagjaar 120 analoge onderzoeken en 388 digitale onderzoeken bekeken op kwaliteit. Van deze onderzoeken voldeed 97% aan de eis goed beoordeelbaar voor de screeningsradiologen, een verbetering ten opzichte van het vorige jaar met 2%. Het aantal onderzoeken waarbij verbeterpunten voor de positionering zijn aan te geven is (licht) gedaald ten opzichte van vorig jaar, van 55% naar 54%. Een nieuwe taak voor ICT is de coördinerende rol. Bij het beheer van het netwerk en de kantoorautomatisering gaat het dan vooral om het coördineren van het afhandelen van ICTproblemen en -vragen aan de leverancier. Daarbij is de afdeling ook zelf het aanspreekpunt voor de medewerkers voor het beantwoorden van vragen en of het oplossen van praktische problemen. De kwaliteit van de kantooromgeving is hiermee sterk verbeterd. Voor het afsprakenbureau is een nieuw telefoonsysteem geïmplementeerd, waarmee binnenkomende gesprekken verdeeld worden over de verschillende telefoons. Hierdoor is er een snellere en betere afhandeling gekomen voor de cliënten om een afspraak te kunnen verzetten. 5.5 Automatisering In 2010 heeft de afdeling ICT verder gewerkt aan de digitalisering van het bevolkingsonderzoek borstkanker. De nieuwe manier van werken voor zowel de administratie (CE), radiologen (BE) als de laboranten heeft ook geleid tot stabiliteit en standaardisering (eenduidigheid) van de processen. Keyusers, die technische ondersteuning bieden, hebben daarin een belangrijke bijdrage geleverd. Voor het hoofdkantoor zijn voorbereidingen getroffen voor de aanleg van een SURFnet aansluiting. Met deze netwerkverbinding wordt het mogelijk om ook op het hoofdkantoor CE- en BE-activiteiten uit te voeren. ICT heeft zich, naast het faciliteren van de digitalisering van de borstkankerscreening, vooral bezig gehouden met de beheerskant hiervan. Een voorbeeld is het onderhouden en bewaken van de kwaliteit van de databases met cliëntgegevens. Hiervoor zijn in landelijk overleg voorstellen gedaan tot optimaliseren van de software. Dit heeft geleid tot positieve verbeteringen voor zowel de werkprocessen als daarbij behorende hard- en software producten. 32

33 Bijlagen

34 Tabel 12 BMHK opkomst per gemeente tot inwoners 2010 Gemeentedeel Uitnodigingen Uitstrijken % Renswoude Schermer Haarlemmerliede Zeevang Graft-De Rijp Muiden Beemster Wieringen Eemnes Blaricum Oudewater Landsmeer Laren NH Opmeer Woudenberg Zijpe Niedorp Wieringermeer Kennemerland Montfoort Oude-Amstel Texel Bunnik Lopik Anna Paulowna Wormerland Harenkarspel Zandvoort Naarden Waterland Weesp Eersel Rhenen Schagen Urk Drechtenland Vianen Bunschoten-Spakenburg Zeewolde Callantsoog Beets nh % Hem % Oudewater % Vianen % Wilnis % Monnickendam % Wormer % Amerongen % Avenhorn % Nederhorst den berg % Totaal % Tabel 13 BMHK opkomst per gemeente tot inwoners 2010 Gemeentedeel Uitnodigingen Uitstrijken % Koggenland Stede Broec Bloemendaal Heiloo Baarn Wijdemeren Wijk bij Duurstede Diemen Heemstede Langedijk Edam-Volendam Leusden Uithoorn Aalsmeer Bergen NH Bussum Castricum IJsselstein Beverwijk Heemskerk Dronten Maarssen Huizen De Bilt Medemblik De Ronde Venen Soest Noordoostpolder Houten Utrechtse Heuvelrug Woerden Heerhugowaard Den Helder Nieuwegein Zeist Stichtse Vecht Veenendaal Velsen Hoorn NH Lelystad Purmerend Amstelveen Hilversum Alkmaar Haarlemmermeer Amersfoort Zaanstad Haarlem Almere Totaal Tabel 14 BMHK opkomst per gemeente vanaf inwoners 2010 Gemeentedeel Uitnodigingen Uitstrijken % Utrecht Amsterdam Totaal