Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download ""

Transcriptie

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11 RIVM-RIKILT FRONT OFFICE VOEDSELVEILIGHEID RISICOBEOORDELING INZAKE AANWEZIGHEID VAN DIOXINES EN DIOXINE- ACHTIGE PCB s IN PALING Risicobeoordeling aangevraagd door: M.J.B. Mengelers (VWA, Bureau Risicobeoordeling) Datum aanvraag: Datum risicobeoordeling: (definitief) Coördinator: M.Y. Noordam Opsteller(s) risicobeoordeling: H. Bouwmeester, A. de Mul (RIKILT), M.J. Zeilmaker (RIVM) Toetser(s) risicobeoordeling: L.A.P Hoogenboom (RIKILT), F.X.R. van Leeuwen, A.J. Baars (RIVM) Projectnummer RIVM: V/320110/06/AA Projectnummer RIKILT: Onderwerp IMARES en RIKILT (Wageningen UR) hebben een onderzoek verricht naar dioxines en dioxineachtige PCB s in paling afkomstig uit de Nederlandse binnenwateren, vooral gericht op paling uit verdachte gebieden. Vooral het gebied rond de Biesbosch is uitgebreid bemonsterd. Uit deze studie blijkt dat de paling in veel van deze gebieden een gehalte bevat dat de nieuwe EU-norm (sinds ) van 12 pg TEQ/g vis vele malen overschrijdt. Met name de bijdrage van de dioxine-achtige PCB s die pas sinds in de norm zijn opgenomen, is erg hoog. Naar aanleiding van deze resultaten heeft de directie Visserij van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan het Bureau Risicobeoordeling (BuR) van de VWA verzocht een advies op te stellen inzake het risico voor de consument. Het Front Office is verzocht om een risicobeoordeling op te stellen voor het risico voor de gezondheid van verschillende type consumenten. Vraagstelling Bureau Risicobeoordeling verzoekt om bij het beantwoorden van de vragen gebruik te maken van de data van bovengenoemd onderzoek, alsmede van reeds eerder gepubliceerde data over dioxinegehaltes in paling in andere gebieden dan bovengenoemde verdachte gebieden (risicogebieden). Hierbij gaat het om het risico voor de gezondheid van de volgende consumenten: 1) Mensen die in het kader van sport of hobby uitsluitend paling vangen uit deze risicogebieden en die zelf consumeren. Hierbij graag aangeven wat voor de individuele visser een acceptabele consumptie van deze paling kan zijn als rekening wordt gehouden met aspecten als innamenorm en lichaamsbelasting. 2) Mensen die paling consumeren met een gehalte aan dioxines en dioxineachtige PCB s, dat ongeveer gelijk is aan de huidige productnorm (zowel de gemiddelde consument als de palingliefhebber). 3) Mensen die paling consumeren die zowel uit de risicogebieden kunnen komen als daarbuiten, m.a.w. de consumptie van alle mogelijke paling (variërend van lage tot hoge gehaltes). Mogelijk is deze laatste situatie niet relevant als het risico hoofdzakelijk bepaald wordt door de mensen uit groep 1 of 2. RIVM-RIKILT Front Office Voedselveiligheid 1

12 Conclusies 1) De dioxineblootstelling tengevolge van consumptie van zelfgevangen vis door sportvissers is sterk afhankelijk van de vangstlocatie. Indien paling afkomstig is uit de regio Biesbosch, één van de meest verontreinigde gebieden, dan leidt de consumptie van één portie van deze paling (150 g) met een gemiddeld totaal-teq-gehalte, reeds tot een zesvoudige overschrijding van de blootstellings-norm (ptwi). Op basis van de door sportvissers aangegeven consumptiefrequentie van wilde paling van maximaal 1x per maand, zou de totale lichaamsbelasting bij consumptie van paling uit de Regio Biesbosch in een periode van ongeveer 5 tot 20 jaar maximaal met een factor 1,5 tot 2 toenemen, waarbij de als veilig geachte lichaamsbelasting blijvend overschreden wordt. Paling uit een aantal andere grote rivieren bevat vergelijkbare gehaltes en zal een soortgelijk effect op de lichaamsbelasting geven. Hoewel consumptie van IJsselmeerpaling duidelijk leidt tot een lagere blootstelling, zal de lichaambelasting ook hier boven het veilig geachte niveau blijven. Nadelige effecten van het eten van dergelijke paling kunnen daarom niet uitgesloten worden. 2) Consumptie van paling met een gehalte rond de huidige productnorm door zowel de gemiddelde consument als de visliefhebber, levert een zeer geringe bijdrage aan de achtergrondblootstelling van dioxines en dioxineachtige PCB s. Dit komt door de volgens de Voedselconsumptiepeiling zeer geringe consumptie van paling. 3) Wanneer palingliefhebbers incidenteel en naar rato van het productieaanbod paling uit vervuilde gebieden consumeren, dan levert dit slechts een zeer geringe bijdrage aan de blootstelling van dioxines en dioxineachtige PCB s. Bij deze berekeningen is uitgegaan van productieverhoudingen van kweek- en wilde paling, waarbij de veel schonere kweekpaling veruit de grootste bijdrage levert. De doorwerking van de consumptie van paling uit zogenaamde risicogebieden op de dioxinebelasting van de gemiddelde visliefhebber is daarom slechts gering. Dit geldt uiteraard niet voor consumenten die steeds paling uit vervuilde gebieden kopen en qua blootstelling het meest op sportvissers uit die gebieden zullen lijken. Inleiding Uit eerder onderzoek van IMARES (voorheen RIVO), RIKILT en de VWA is gebleken dat paling uit de binnenwateren vaak verhoogde gehaltes aan dioxines en vooral dioxineachtige PCB s bevat (Leonards et al. 2000, de Vries 2001, 2002, van Leeuwen et al. 2002a, 2002b, Hoogenboom et al. 2006). In het recente onderzoek van IMARES en RIKILT wordt dit nogmaals bevestigd (Hoogenboom et al. 2007). Humane innamenorm Om de consument te beschermen is een humane innamenorm vastgesteld. De toelaatbare wekelijkse inname (ptwi) aan dioxines en dioxineachtige PCB s zoals vastgesteld door de Scientific Committee for Food van de Europese Unie (EU-SCF 2001) bedraagt 14 pg TEQ/kg lichaamsgewicht (lg) per week. Deze norm is gebaseerd op de effecten van de meest toxische dioxine, TCDD, bij proefdieren. Echter, ook een aantal andere dioxines en de dioxineachtige PCB s veroorzaakt soortgelijke effecten, zij het veelal bij hogere doseringen. Toepassing van de nieuwe toxicologische equivalentie factoren (TEF s) voor de risicobeoordeling Om de gehaltes van de diverse dioxines en dioxineachtige PCB s (congeneren) op te kunnen tellen tot een totaal toxicologisch equivalentiegehalte (totaal TEQ-gehalte) zijn op basis van de toxiciteit van de individuele congeren toxicologische equivalentie factoren (TEF-waardes) vastgesteld (Van den Berg et al. 1998). De TEF-waardes zijn een maat voor de relatieve toxiciteit van een individuele congeneer vergeleken met de meest toxische (potente) congeneer: 2,3,7,8 TCDD. Recent zijn door een groep deskundigen o.l.v. de WHO de TEF-waardes opnieuw bekeken en aangepast (Van den Berg et al. RIVM-RIKILT Front Office Voedselveiligheid 2

13 2006). Daarbij zijn met name de TEF-waardes voor de zogenaamde mono-ortho PCB s, 8 van de 12 dioxine-achtige PCB s, flink verlaagd, onder andere omdat er twijfel bestaat aan de zuiverheid van de standaarden gebruikt in de toxicologische studies. Dit is van belang omdat slechts een geringe vervuiling van een standaard met een meer potente congeneer de veroorzaker kan zijn van het waargenomen effect. Gemiddeld zou de toepassing van deze nieuwe TEF s (TEF s 2006 ) resulteren in een 15% verlaging van de totaal-teq-gehaltes (Van den Berg et al. 2006). Echter, voor producten met veel mono-ortho PCB s (zoals wilde paling) is het effect groter. Productnormen en TEF s Inzet van het EU-beleid rond dioxines is om de huidige blootstelling van de consumenten verder te verlagen. Daartoe zijn productnormen afgeleid die zo dicht mogelijk tegen de huidige achtergrondgehaltes aanliggen. Omdat de normstelling van de EU gebaseerd is op een database met gehaltes die zijn berekend met de oude TEF-waardes, heeft de EU besloten om de komende jaren de oude TEFwaardes uit 1998 (TEF s 1998 ) te blijven gebruiken. Bij de vaststelling van die normen is geen onderscheid gemaakt per vissoort, uitgezonderd paling waarvoor de norm hoger is gesteld dan die voor andere vissoorten, namelijk 12 i.p.v. 8 pg TEQ/g vis (som van dioxines en dioxineachtige PCB s; per 4 november 2006; EC 2006). Daarnaast wordt voor alle vissoorten ook de oude norm voor alleen dioxines van 4 pg TEQ/g vers gewicht voorlopig aangehouden (EC 2006). Risicobeoordeling en TEF s De beoordeling van de risico s voor de volksgezondheid staat los van bestaande productnormen en daarom wordt hierbij wel gebruik gemaakt van de nieuwste inzichten in de toxiciteit van deze stoffen. Derhalve is gerekend met de TEF waardes. Uit de nieuwe meetgegevens blijkt dat de met de TEF s 2006 berekende gehaltes in wilde paling gemiddeld zo n 40% lager zijn dan die berekend met de TEF s Dit verband lijkt voor wilde paling redelijk constant over het hele concentratiebereik (Hoogenboom et al. 2007). Consumptie van paling Om een inschatting te maken van de potentiële blootstelling van de consument, is gebruikt gemaakt van twee bronnen, één gericht op de consument in het algemeen en een andere op consumptie van zelfgevangen paling door sportvissers. Om de achtergrondblootstelling te berekenen is gebruik gemaakt van de consumptiegegevens van de Voedselconsumptiepeiling 1997/98 (VCP-3) en dioxinegehaltes in diverse producten uit Voor een inschatting van de blootstelling van sportvissers via de consumptie van zelfgevangen paling, is het van belang een inschatting te maken van de hoeveelheid en de frequentie van de palingconsumptie. Uit een studie van Weijs en Wijnen (2003) onder sportvissers bleek dat een portiegrootte van 150 g paling gangbaar is (zelfgerapporteerde portiegrootte). Door 95% van de sportvissers werd daarbij aangegeven dat paling slechts 1x per maand of minder gegeten werd. Deze frequentie komt overeen met die uit eerder onderzoek van Potting (1989). Gehaltes in paling Wilde paling In het recentelijk uitgevoerde onderzoek van IMARES en RIKILT (Hoogenboom et al. 2007) zijn vissen verdeeld in drie klassen: kleiner dan 30 cm, cm en groter dan 40 cm. Doel hiervan was om na te gaan of kleinere paling wellicht wel geschikt zou zijn voor consumptie. Elk gemeten mengmonster bestond uit palingen per locatie per klasse. Paling uit de verschillende lengtecategorieën hadden verschillende dioxinegehaltes. Echter, de vangstlocatie was meer bepalend voor de gehaltes dan de lengtecategorie. Voor het doorrekenen van de blootstelling zijn de gehaltes in de twee hoogste lengteklasses gemiddeld; vissen korter dan 30 cm moeten namelijk worden teruggezet. Er is gevist op RIVM-RIKILT Front Office Voedselveiligheid 3

14 22 locaties (Hoogenboom et al. 2007), maar in de berekeningen zijn alleen de IJsselmeerpaling en de paling uit de regio rond de Biesbosch, twee belangrijke vangstgebieden, meegenomen. Gehaltes in paling afkomstig van een aantal andere grote rivieren als Maas, Waal en Lek zijn echter vergelijkbaar met die uit de Biesbosch. In Tabel 1 staat een korte samenvatting van de uitkomsten van dit onderzoek (voor meer getailleerde informatie wordt verwezen naar Hoogenboom et al. 2007). Daarnaast staan in Tabel 1 ook gehaltes in paling afkomstig uit eerder onderzoek. Dioxine- en dioxineachtige PCB-gehaltes in de andere producten in het voedselpakket zijn in 2004 bepaald. Kweekpaling Veruit de meeste paling komt tegenwoordig uit de visteelt. Zo kwam in 2006 zo n 5400 ton uit de kweek, 300 ton uit het IJsselmeer en 300 ton van andere locaties, met name de benedenstroomse rivieren (Taal et al. 2006). In het onderzoek van Van Leeuwen et al. (2002a) zijn bij 11 kwekerijen monsters genomen. De totaal-teq-gehaltes daarin liepen uiteen van 3,9 tot 10,8 pg TEQ/g met een gemiddelde van 7,3 pg TEQ/g vis. Omgerekend met de TEF s 2006 komt dit neer op een gemiddelde van 6,0 pg TEQ/g vis (range 3,3-9,1). In 2004 is voor de Consumentenbond een mengmonster bestaande uit verschillende monsters gemeten, waarin het gehalte slechts 1,8 pg TEQ/g product was. Mogelijk wijst dit op een verdere verlaging van de gehaltes in kweekpaling, onder meer door de invoering van EU-normen voor visvoer. Tabel 1. Overzicht van gehaltes dioxines en dioxine-achtige PCB s (gem ± SD ) in paling uit het recente IMARES/RIKILT rapport (Hoogenboom et al. 2007) en uit eerder onderzoek. Locatie palingvangst Type paling Monsters Totaal-TEQ (pg TEQ/gram vis) TEF 2006 Gegevens rapport 2007 Regio Biesbosch A Langer dan 30cm 10 locaties, 2 klasses 28,6 ± 11,2 IJsselmeer B Langer dan 30cm 2 locaties, 2 klasses 6,7 ± 2,1 Overige palinggehaltes Kweekpaling (CB 2004) 1,2 Niet gegeven 1 mengmonster van monsters 1,8 Kweekpaling (RIVO 2001) cm 11 monsters 6,0 ± 2,1 IJsselmeerpaling (RIVO 2001) cm 11 monsters 6,9 ± 3,8 Gemiddeld gehalte 1,3 5,3 A Regio Biesbosch: Hollands Diep, Haringvliet West en Oost, Nieuwe Merwede, Volkerak, Amer HD61-HD63, Nieuwe Merwede-t.h.v. Ottersluis, Biesbosch-Gat v.d. Noorderklip, Haringvliet Korendijkse Geul, Dordtse Biesbosch t.h.v. Koekplaat B IJsselmeer : IJsselmeer Medemblik, Ketelmeer Ketelhaven. Na de sanering van de bodem zijn de gehaltes in de paling uit het Ketelmeer vergelijkbaar met die van paling uit het IJsselmeer. De gehaltes zoals gerapporteerd in het recente onderzoek zijn vergelijkbaar met die van het onderzoek uit 2001 (zie tabel) met een groter aantal monsters uit het IJsselmeer. 1 Berekende totaal-teq met <LOD = 0.5xLOD: 2 3 CB 2004: consumentenbond onderzoek, monsters geanalyseerd op RIKILT Geschat gehalte op basis van de productieverhouding tussen wilde en kweekpaling, namelijk kweek: IJsselmeer: benedenstroomse rivieren als 5400:300:300 zoals gerapporteerde vangstverhouding door Taal et al. (2006). Blootstelling Voor alle scenario s geldt dat de gehaltes van de niet-detecteerbare dioxines en dioxineachtige PCB s (non-detects) op de helft van de detectielimiet (LOD) zijn gesteld. Een uitzondering hierop vormen fruit, groente en granen, waar de gehaltes van deze dioxines op nul zijn gesteld, omdat bij deze voedselgroepen dioxines en PCB s zelfs met een zeer gevoelige methode niet detecteerbaar zijn. Met behulp van het programma Monte Carlo Risk Assessment (MCRA) versie 4 (De Boer en Van der Voet, 2005) zijn innameberekeningen gemaakt. RIVM-RIKILT Front Office Voedselveiligheid 4

15 Scenario s op basis van VCP Voor een blootstellingsberekening is uitgegaan van vier scenario s. Hiervoor zijn de consumptiegegevens van de Voedselconsumptiepeiling 1997/98 (VCP-3) gebruikt en data omtrent concentraties in allerlei producten uit De gehaltes van de dioxines en dioxineachtige PCB s zijn daarbij berekend met de TEF 2006 waarden. Ter vergelijking wordt in Tabel 2 ook de achtergrondblootstelling, berekend met de TEF 1998 waarden, weergegeven. Scenario 1: De achtergrondblootstelling van de totale populatie op basis van TEF s Scenario 2: De achtergrondblootstelling van de totale populatie op basis van TEF s Scenario 3: De achtergrondblootstelling van de totale populatie zonder paling. Scenario 4: De achtergrondblootstelling met consumptie van paling met een gehalte van 7 pg TEQ/g vis. Dit gehalte is berekend op basis van de nieuwe TEF s 2006 uitgaande van de nu van kracht zijnde norm voor paling van 12 pg TEQ/g vis 1 ) en een reductie in gehalte van 40%. De mediane achtergrondblootstelling van scenario 1 is 25% hoger dan die gerapporteerd in De Mul en Bakker (2007) vanwege de toekenning van ½ detectielimiet (LOD) aan (een deel van) de nondetects in het huidige scenario. Uit een nadere analyse van de VCP blijkt overigens dat viseters (consumptie van vis op één van beide meetdagen in de VCP) een lange termijn inname hebben die overeenkomt met de hogere innamepercentielen (P90) voor scenario s 2-4 in Tabel 2. Zo ligt de P50 voor deze groep op 10,7 pg TEQ/kg lg/week. Tabel 2. Resultaten doorgerekende scenario s voor blootstelling van de totale bevolking aan dioxines en dioxineachtige PCB s. Scenario 1 Lange termijn inname (pg TEQ /kg lg /week) Percentage bevolking met inname > 14 pg TEQ/kg lg/week P50 P90 P95 P99 1 Achtergrondblootstelling totale 6,7 12,0 14,6 20,4 5 populatie (TEF s 1998 ) 2 Achtergrondblootstelling totale 6,0 10,8 13,1 18,2 4 populatie (TEF s 2006 ) 3 Achtergrondblootstelling zonder 6,0 10,7 12,9 18,0 3 paling (TEF s 2006 ) 4 Achtergrond + productnorm paling 2 (TEF s 2006 ) 6,0 10,8 13,1 18, Concentraties < LOD zijn gesteld op ½ LOD, met uitzondering van fruit, groente, granen, waarvoor concentraties < LOD gelijk zijn gesteld aan 0. Zie bij beschrijving scenario 4. Inname door sportvissers Uit de resultaten van de recente IMARES/RIKILT studie (Hoogenboom et al. 2007) blijkt dat de vangstlocatie van belang is voor het gehalte aan dioxines en dioxineachtige PCB s in de vis. Uit het onderzoek van Weijs en van Wijnen (2003) blijkt dat onder sportvissers een portiegrootte van 150 g paling gangbaar is, waarbij aangegeven wordt dat paling slechts 1x per maand of minder vaak gegeten wordt. In Tabel 3 wordt de inname van dioxines en dioxineachtige PCB s weergegeven tengevolge van een éénmalige consumptie van wilde paling afkomstig uit de regio Biesbosch of het IJsselmeer. 1 ) Gebaseerd op het recente IMARES/RIKILT rapport (Hoogenboom et al. 2007): relatie tussen totaal-teq gehaltes bepaald met oude en nieuwe TEF-waardes: y = 0,61x 0,73 (regressielijn). RIVM-RIKILT Front Office Voedselveiligheid 5

16 Tabel 3. Inname van dioxines en dioxineachtige PCB s na éénmalige consumptie van een portie wilde paling (op basis van TEF s 2006 ). Locatie Gehalte Per portie van 150 g Inname per portie Blootstelling totaal pg TEQ/g vis pg TEQ pg TEQ/kg lg 1 P50 (pg TEQ/kg P95 (pg TEQ/kg lg /week) 2 lg /week) 2 Regio Biesbosch 28, ,0 72,0 (5x ptwi) 78,9 (5,5x ptwi) IJsselmeer 6, ,5 21,5 (1,5x ptwi) 28,4 (2x ptwi) 1 Lichaamsgewicht van 65 kg, gemiddeld gewicht van de VCP-populatie. 2 Eenmalige consumptie van wilde paling plus de achtergrondblootstelling van P50 of P95 (6,0 of 12,9 pg TEQ/kg lg/week). Risico-evaluatie Vergelijking van de blootstelling met de ptwi Uit de achtergrondberekeningen (tabel 2, scenario 2) blijkt dat ongeveer 4% van de bevolking de ptwi van 14 pg TEQ per kg lg overschrijdt. De scenarioberekeningen illustreren ook dat op basis van de VCP-gegevens de bijdrage van paling aan de totale dioxineblootstelling gering is. De resultaten van het scenario zonder palingconsumptie (3) en het scenario met palingconsumptie waarbij de gehaltes van dioxines en dioxineachtige PCB s op de norm gesteld zijn (4), zijn ongeveer gelijk aan de resultaten van de achtergrondberekeningen. Er kan dus geconcludeerd worden dat het effect van palingconsumptie gezien op het niveau van de gehele bevolking en op het niveau van de viseter (consumptie van vis op één van beide meetdagen in de VCP) nauwelijks effect heeft op de dioxineblootstelling. Dit wordt grotendeels verklaard door een combinatie van een relatief zeer geringe consumptiehoeveelheid van paling in vergelijking met andere dioxinehoudende producten en een relatief zeer gering aantal palingconsumenten (in de VCP populatie). Voor deze risicobeoordeling is gevraagd specifiek te kijken naar de blootstelling van sportvissers en palingliefhebbers. Uit Tabel 3 blijkt dat er grote verschillen in mogelijke blootstelling kunnen zijn. Dit is van een tweetal factoren afhankelijk: 1) De hoogte van de achtergrondblootstelling, dit tengevolge de aanwezigheid van dioxine in het normale voedselpakket van de consument. Heeft de sportvisser een gemiddelde achtergrondblootstelling (P50) of een hoge blootstelling (P95) tengevolge van zijn of haar normale consumptie? Qualitate qua geldt deze vraag ook voor de palingliefhebber. Daardoor is het onmogelijk om over een individuele visser of een individuele palingliefhebber een uitspraak te doen over zijn of haar achtergrondblootstelling. 2) De vangstlocatie. Het maakt nogal uit of de paling afkomstig is uit het IJsselmeer of uit de regio Biesbosch. Totaal-TEQ-gehaltes van gevangen paling uit het IJsselmeer zijn rond de wettelijke norm, terwijl gehaltes van paling afkomstig uit de Biesbosch regio de productnorm fors overschrijden (steeds op basis van TEF s 1998 ). Gegeven deze overwegingen kan geconcludeerd worden dat afhankelijk van de vangstlocatie de ptwi 1,5 tot 5,5 maal overschreden kan worden tengevolge van een éénmalige consumptie van een portie wilde paling van 150 g (Tabel 3). Op basis van onderzoek naar de frequentie van visconsumptie en in het bijzonder palingconsumptie blijkt echter dat er door de meeste sportvissers maximaal 1x per maand paling wordt gegeten (Weijs en van Wijnen, 2003). De vraag speelt dan hoe ernstig een herhaalde overschrijding is. Effecten op de lichaamsbelasting Dioxines zijn persistente stoffen die accumuleren in het menselijke lichaam en met name in het lichaamsvet. De hoeveelheid dioxines die zich in het lichaam ophopen in de loop van een RIVM-RIKILT Front Office Voedselveiligheid 6

17 mensenleven (lichaamsbelasting; body burden), is bepalend voor het al dan niet optreden van negatieve gezondheidseffecten. Een tijdelijke lichte overschrijding van de ptwi zal daarom niet direct tot negatieve effecten leiden. De ptwi is in eerste instantie gericht op de bescherming van de ongeboren vrucht, het meest gevoelige effect in proefdieren. De gedachte is dat de ptwi daardoor automatisch ook andere consumenten beschermt voor nadelige effecten. De lichaamsbelasting van vrouwen in de vruchtbare leeftijd vormt daarom in eerste instantie het uitgangspunt voor het inschatten van het effect van palingconsumptie op de lichaamsbelasting. Deze lichaamsbelasting is afgeleid van de gehaltes in moedermelk. In 2003 bedroeg het (mediane) TEQ-gehalte van moedermelk 14,2 pg TEQ/g melkvet (berekend met TEF waarden). Rekening houdend met een homogene verdeling over het vet, 25% lichaamsvet en een lichaamsgewicht van 65 kg komt dit overeen met een lichaamsbelasting van 3,6 ng TEQ/kg lg. Gegeven een half-waardetijd van 7,9 jaar voor dioxinen in moedermelk (Zeilmaker, 2005) komt dit neer op een geschatte (mediane) lichaamsbelasting van 2,5 ng TEQ/kg lg in Op soortgelijke wijze is op basis van de P95 in moedermelk een lichaamsbelasting van 4,6 ng TEQ/kg lg afgeleid voor het 95 percentiel van de vrouwen. Naar verwachting zullen de lichaamsbelastingen voor mannen vergelijkbaar zijn. Blootstellingsscenario s Het effect van verhoogde blootstelling t.g.v. palingconsumptie op de ophoping van dioxinen en dioxineachtige PCB s in het lichaam is met een één-compartiment kinetisch model nagebootst (modelparameters: 50% opname uit voedsel en 7,5 jaar voor de half-waardetijd in de mens (SCF 2001, JECFA 2002)). Hierbij is ervan uitgegaan dat de (extra) blootstelling aan paling begint op 20-jarige leeftijd. Omdat het effect van het eten van paling op de dioxineblootstelling van de totale bevolking, en viseters hierin, gering is, is voor de gemiddelde consument afgezien van berekeningen van het effect op de lichaamsbelasting van het eten van paling met een dioxinegehalte op het niveau IJsselmeerpaling of paling uit de Regio Biesbosch. Wel zijn twee scenario s die representatief zijn voor een specifieke groep consumenten doorgerekend, te weten sportvissers (en hun directe omgeving) die zelf gevangen paling consumeren en palingliefhebbers die regelmatig in Nederland verkrijgbare paling, d.w.z. een gemiddelde van rivier- en kweekpaling, eten. De specificaties van deze twee scenario s zijn als volgt: Sportvisser Binnen het sportvissersscenario is aangenomen dat, net als een viseter, een sportvisser t.o.v. de totale populatie een verhoogde achtergrondblootstelling aan dioxinen heeft (op het niveau van de P90 van de totale populatie, zijnde 10,7 pg TEQ/kg lg/week) en, dientengevolge, een verhoogde achtergrondlichaamsbelasting (op het niveau van de P95 van de totale populatie, zijnde 4,6 ng TEQ/kg lg). Vanaf het twintigste levensjaar vindt naast de achtergrondblootstelling extra blootstelling aan dioxinen plaats middels het eten van IJsselmeerpaling of paling uit de Biesbosch, resulterend in een extra blootstelling van respectievelijk 15,5 of 66 pg TEQ/kg lg per 4 weken (zie Tabel 3). Voor het sportvissersscenario zijn drie blootstellingssituaties berekend: 1. Het verloop van de lichaamsbelasting, uitgaande van een achtergrond lichaamsbelasting van 4,6 ng TEQ/kg lg, met daarna een wekelijkse achtergrondblootstelling aan 10,7 pg TEQ/kg lg/week vanaf de leeftijd van 20 jaar. Dit scenario komt overeen met dat van de viseter zonder extra blootstelling middels paling ( achtergrond ) 2. Als 1, maar met een extra blootstelling vanaf het 20 ste levensjaar door het eten van IJsselmeerpaling (éénmaal per 4 weken 15,5 pg TEQ/kg lg, IJsselmeerpaling ) 3. Als 1, maar met een extra blootstelling vanaf het 20 ste levensjaar door het eten van paling uit de regio Biesbosch (éénmaal per 4 weken 66 pg TEQ/kg-lg, Regio Biesbosch paling ) Palingliefhebber Binnen het scenario voor de palingliefhebber is aangenomen dat, net als een viseter, een palingliefhebber t.o.v. de totale populatie een verhoogde achtergrondblootstelling aan dioxinen heeft (op het niveau van de P90 van de totale populatie, zijnde 10,7 pg TEQ/kg lg/week) en, dientengevolge, een verhoogde achtergrond lichaamsbelasting (op het niveau van de P95 van de totale populatie, zijnde 4,6 ng TEQ/kg lg). Vanaf het twintigste levensjaar vindt naast de achtergrondblootstelling extra blootstelling aan dioxinen plaats middels het eten van gemiddelde Nederlandse paling, resulterend in RIVM-RIKILT Front Office Voedselveiligheid 7

18 een extra blootstelling van 12,2 pg TEQ/kg lg per 4 weken (uitgaande van 150 g paling met gemiddeld 5,3 pg TEQ/g (Tabel 1)). Voor het palingliefhebberscenario zijn twee blootstellingssituaties berekend: 1. Het verloop van de lichaamsbelasting, uitgaande van een achtergrond lichaamsbelasting van 4,6 ng TEQ/kg lg, met daarna een wekelijkse achtergrondblootstelling aan 10,7 pg TEQ/kg lg/week vanaf de leeftijd van 20 jaar. Dit scenario komt overeen met dat van de viseter zonder extra blootstelling aan paling ( achtergrond, gelijk aan scenario 1 van het sportvissersscenario) 2. Als 1, maar met een extra blootstelling vanaf het 20 ste levensjaar door het eten van Nederlandse paling (éénmaal per 4 weken, gehalte 12,2 pg TEQ/kg lg, palingliefhebber ) Toxicologische referentiewaarden Als vergelijk voor de modelleringsresultaten is de humane lichaamsbelasting die overeenkomt met die waarbij in proefdieren geen toxische effecten aantoonbaar waren ( NOAEL lichaamsbelasting op basis van extrapolatie uit proefdier ) gebruikt. De waarde van 4 TEQ/kg lg die hiervoor gebruikt worden, is berekend vanuit de bij de rat waargenomen lichaamsbelasting op het niveau van de No Observed Adverse Effect Level (NOAEL) voor reproductietoxiciteit (intra-uterine blootstelling van drachtige moederdieren leidend tot verstoorde spermatogenese in mannelijke nakomelingen). Deze is vervolgens met een onzekerheidsfactor van 3,2, zoals die toegepast is door de SCF (2001), gecorrigeerd voor verschillen in toxicokinetiek zoals die tussen mensen onderling kan bestaan. Andere mogelijke factoren voor inter- en intra-species verschillen zijn weggelaten op basis van kennis over de kinetiek bij ratten en mensen en het feit dat epidemiologische studies erop duiden dat mensen in elk geval niet gevoeliger lijken dan ratten voor de effecten van dioxines. Binnen de huidige benaderingswijze wordt de lichaamsbelasting op of onder het NOAEL niveau als richtwaarde genomen voor een lichaamsbelasting waarbij geen effecten voorkomen. Bij overschrijding van de lichaamsbelasting op het niveau van de NOAEL (4 pg TEQ/kg lg) kan aangenomen worden dat hoe hoger de overschrijding hoe groter het mogelijke gezondheidseffect zal zijn. De huidige benaderingswijze laat geen betrouwbaarheidsuitspraken toe over de mate waarin dit effect optreedt. Modellering: Extra blootstelling door eten van gecontamineerde paling Sportvisser (zie Figuur 1) 1. Uitgaande van de huidige achtergrondlichaamsbelasting van een sportvisser zal blootstelling na het 20 ste levensjaar gelijk aan de huidige blootstelling van 10,7 pg TEQ/kg lg/week leiden tot een geleidelijke daling van de lichaamsbelasting. Uiteindelijk zal een steady state lichaamsbelasting van 3,0 ng TEQ/kg lg bereikt worden. 2. Ook wanneer vanaf 20-jarige leeftijd met het eten van IJsselmeerpaling begonnen wordt, zal de lichaamsbelasting geleidelijk dalen, totdat op 70-jarige leeftijd een lichaamsbelasting van 4,1 ng TEQ/kg lg bereikt is. Dit niveau blijft net boven de lichaamsbelasting op basis van de NOAEL in proefdieren. 3. Het eten van paling afkomstig uit de Regio Biesbosch zal leiden tot een stijging van de lichaamsbelasting. Op 70-jarige leeftijd wordt een niveau van 7,6 ng TEQ/kg lg bereikt. Dit niveau ligt boven de lichaamsbelasting op basis van de NOAEL in proefdieren. Palingliefhebber (zie Figuur 2) 4. Uitgaande van de huidige achtergrondlichaamsbelasting van een palingliefhebber zal blootstelling na het 20 ste levensjaar gelijk aan de huidige blootstelling van 10,7 pg TEQ/kg lg/week leiden tot een geleidelijke daling van de lichaamsbelasting. Uiteindelijk zal een steady state lichaamsbelasting van 3,0 ng TEQ/kg lg bereikt worden (als #1 in Figuur 1). 5. Ook wanneer vanaf 20-jarige leeftijd met het eten van Nederlandse paling begonnen wordt, zal de lichaamsbelasting geleidelijk dalen, totdat op 70-jarige leeftijd een lichaamsbelasting van 3,9 ng TEQ/kg lg bereikt is. Dit niveau ligt net onder de lichaamsbelasting op basis van de NOAEL in proefdieren. RIVM-RIKILT Front Office Voedselveiligheid 8

19 10 lichaamsbelasting (ng TEQ/kg lg) Paling Regio Biesbosch IJsselmeerpaling NOAEL lichaamsbelasting op basis van extrapolatie uit proefdier Achtergrond leeftijd (jaar) Figuur 1. Het tijdverloop van de lichaamsbelasting (ng TEQ/kg lg) in een sportvisser na extra blootstelling aan dioxinen uit paling vanaf het 20 ste levensjaar. (1) Achtergrond: vanaf 20-jarige leeftijd wekelijkse blootstelling aan 10,7 pg TEQ/kg lg/week. (2) IJsselmeerpaling: als 1, met extra maandelijkse blootstelling aan 15,5 pg TEQ/kg lg (1 portie per maand). (3) Paling Regio Biesbosch: als 1, met extra maandelijkse blootstelling aan 66 pg TEQ/kg lg (1 portie per maand). 10 lichaamsbelasting (ng TEQ/kg lg) Nederlandse paling Achtergrond NOAEL lichaamsbelasting op basis van extrapolatie uit proefdier leeftijd (jaar) Figuur 2. Het tijdverloop van de lichaamsbelasting (ng TEQ/kg lg) in een palingliefhebber na extra blootstelling aan dioxinen uit paling vanaf het 20 ste levensjaar. (4) Achtergrond: vanaf 20-jarige leeftijd wekelijkse blootstelling aan 10,7 pg TEQ/kg lg/week (identiek aan #1 in Figuur 1). (5) Palingliefhebber: als 4, met extra maandelijkse blootstelling aan 12,2 pg TEQ/kg lg. Opmerking t.a.v. bereiding In de bovenstaande risico-beoordeling is uitgegaan van blootstellingen aan dioxine-gehaltes zoals ze in de onbewerkte paling zijn aangetroffen. Gebleken is dat veel bereidingswijzen (koken, bakken, roosteren, magnetron) leiden tot dalingen van de gehalten dioxinen en PCB s. Hoogenboom et al. (2001) citeren onderzoek waaruit bleek dat roken van vis (soorten niet gespecificeerd) kan leiden tot een daling van 30% van het PCB-gehalte. Hoogenboom et al. (2001) concluderen dat bereiding van vis de gehalten dioxinen en PCB s wellicht doet dalen met ca %, maar dat een nauwkeuriger RIVM-RIKILT Front Office Voedselveiligheid 9

20 kwantificering van effecten van bereiding door het gebrek aan gegevens en inconsistentie van die gegevens niet mogelijk is. Op basis van studies van van Leeuwen et al. (2002a) blijkt echter dat het roken van paling weinig invloed heeft op het dioxine- en totaal-teq-gehalte. Daarom is ook in de bovenstaande risico-beoordeling het effect van roken van paling niet meegenomen. Referenties Berg, M. van den, Birnbaum, L., Bosveld, Brunström, B., Cook, P., Feeley, M., Giesy, J.P., Hanberg, A., Hasegawa, R., Kennedy, S.W., Kubiak, T., Larsen, J.C., Van Leeuwen, F.X.R., Liem, A.D.K., Nolt, C., Peterson, R.E., Poellinger, L., Safe S., Schrenk, D., Tillitt, D., Tysklind, M., Younes, M., Waern, F., and Zacharewski, T., 1998, Toxic Equivalency Factors (TEFs) for PCBs, PCDDs, PCDFs for humans and wildlife. Environmental Health Perspectives 106, Berg M. van den, Birnbaum L., Denison M., DeVito M., Farland W., Feeley M., Fiedler H., Hakanson H., Hanberg A., Haws L., Rose M., Safe S., Schrenk D., Tohyama C., Tritscher A., Tuomisto J., Tysklind M., Walker N., Peterson R.E. (2006). The 2005 World Health Organisation reevaluation of human and mammalian toxic equivalency factors for dioxins and dioxin-like compounds. Toxicological Sciences 93, Boer W.J. de, Voet H. v.d. MCRA, a web-based program for Monte Carlo Risk Assessment, manual version, Release 4, December 2005, available at EC (2006). Verordening (EG) nr. 199/2006 van de Commissie van 3 februari 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 466/2001 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen, wat betreft dioxinen en dioxine-achtige PCB s. EU-SCF (2001). Opinion on the risk assessment of dioxins and dioxin-like PCB s in food (22 Nov. 2000); en Opinion on the risk assessment of dioxins and dioxins-like PCB s in food, 30 May 2001). Hoogenboom L.A.P., Klaveren J.D. van, Baars A.J., Leeuwen F.X.R. van, Hoogerbrugge R., Leeuwen S.P.J. van, Boer J. de (2001). Scenario studies on maximum levels for dioxins, dibenzofurans and dioxin-like PCBs in fish. RIVM-RIKILT-RIVO rapport. Hoogenboom L.A.P., Bovee T.H.G., Traag W.A., Hoogerbrugge R., Baumann B., Portier L., Weg G. van de, Vries J. de (2006). The use of the DR CALUX bioassay and indicator PCB s for screening of elevated levels of dioxins and dioxin-like PCBs in eel. Mol. Nutr. Food Res. 50, Hoogenboom L.A.P., Kotterman M.J.J., Hoek-van Nieuwenhuizen M., Lee M.K. van de, Traag W.A. (2007). Onderzoek naar dioxines, dioxineachtige PCB s en indicator-pcb s in paling uit Nederlandse binnenwateren. RIKILT rapport Leeuwen S.P.J. van, Traag W.A., Hoogenboom L.A.P., Booij G., Lohman M., Dao Q.T., Boer J. de (2002a). Dioxines, furanen en PCB s in aal. Onderzoek naar wilde aal, gekweekte aal, geïmporteerde en gerookte aal. RIVO-rapport C034/02. Leeuwen S.P.J. van, Traag W.A., Hoogenboom L.A.P., Boer J. de (2002b). Dioxins, furans and dioxinlike PCBs in wild, farmed, imported and smoked eel from the Netherlands. Organohal. Comp. 57, Leonards P.E.G., Lohman M., Wit M.M. de, Booy G., Brandsma S.H., Boer J. de (2000). Actuele situatie van gechloreerde dioxines, furanen en polychloorbiphenylen in visserijproducten: quick and full-scan. RIVO-rapport C0034/00. Mul A. de, Bakker M.I. (2007). Current dietary exposure to dioxins in the Netherlands. RIVM en RIKILT, rapport in voorbereiding. Potting S.M.C. (1989). De consumptie van vis door sportvissers. Hoofdinspectie Levensmiddelen. Taal C., Bartelings H., Klok A., Oostenbrugge J.A.E. van, Vos B. de (2006). Visserij in Cijfers Rapport PR.06.14, Landbouw Economisch Instituut, Den Haag. Vries J. de (2001, 2002). Handhaving dioxine-norm in paling. Rapporten Keuringsdienst van Waren. Weijs P.J.M., Wijnen J.H. van (2003). Visconsumptie en blootstelling aan dioxinen en PCB s van sportvissers (2003). Rapport Hogeschool van Amsterdam. Zeilmaker M.J. (2004). Kwantitatieve analyse van de tijdtrend van dioxinen, furanen, PCBs en polybroomhoudende vlamvertragers in Nederlandse moedermelk RIVM/SIR briefrapport /05 SIR MZ/ph. RIVM-RIKILT Front Office Voedselveiligheid 10

RIVM-RIKILT FRONT OFFICE VOEDSELVEILIGHEID

RIVM-RIKILT FRONT OFFICE VOEDSELVEILIGHEID : : : : : : RIVM-RIKILT FRONT OFFICE VOEDSELVEILIGHEID RISICOBEOORDELING INZAKE AANWEZIGHEID VAN DIOXINES en DIOXINE- ACHTIGE PCB s IN WOLHANDKRAB Risicobeoordeling opgesteld door: RIVM en RIKILT Datum

Nadere informatie

RIVM-RIKILT FRONT OFFICE VOEDSELVEILIGHEID

RIVM-RIKILT FRONT OFFICE VOEDSELVEILIGHEID RIVM-RIKILT FRONT OFFICE VOEDSELVEILIGHEID RISICOBEOORDELING INZAKE AANWEZIGHEID VAN DIOXINEN IN EIEREN VAN LEGHENNEN MET VRIJE UITLOOP (LOCATIE: Harlingen) Risicobeoordeling aangevraagd Dr. H. Noteborn

Nadere informatie

Onderzoek naar dioxines, dioxineachtige PCB s en indicator-pcb s in paling uit Nederlandse binnenwateren

Onderzoek naar dioxines, dioxineachtige PCB s en indicator-pcb s in paling uit Nederlandse binnenwateren Projectnummer: 772741 Projecttitel: Dioxine-onderzoek paling Projectleider: L.A.P. Hoogenboom Rapport 27.3 februari 27 Onderzoek naar dioxines, dioxineachtige PCB s en indicator-pcb s in paling uit Nederlandse

Nadere informatie

Risicobeoordeling inzake aanwezigheid van dioxines en dioxineachtige PCB s in wolhandkrab

Risicobeoordeling inzake aanwezigheid van dioxines en dioxineachtige PCB s in wolhandkrab Aan : De heer Ron Hoogenboom (RIKILT) Mw. T. Murk (VWS) Cc: De heer C. Planken (VWS) De heer A. Lam (NVWA) De heer S. Vonk (EZ) Van: A. de Wit, secretaris Verenigde riviervissers Samen Sterk Dd: 16 oktober

Nadere informatie

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID Beoordeling inzake aanwezigheid van dioxinen en dioxine-achtige PCB s in van particulieren. Risicobeoordeling aangevraagd door: NVWA Risicobeoordeling opgesteld

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal POSTBUS EA DEN HAAG. Datum 30 september 2010 Betreft Dioxine in paling

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal POSTBUS EA DEN HAAG. Datum 30 september 2010 Betreft Dioxine in paling > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal POSTBUS 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Agroketens en Visserij Prins Clauslaan 8 2595 AJ Den Haag Postbus

Nadere informatie

Ter voorbereiding van het Algemeen Overleg Visserij op 15 september a.s. wil ik uw Kamer informeren over de volgende onderwerpen.

Ter voorbereiding van het Algemeen Overleg Visserij op 15 september a.s. wil ik uw Kamer informeren over de volgende onderwerpen. > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Agroketens en Visserij Zeevisserijbeleid Prins Clauslaan 8 2595 AJ

Nadere informatie

Risicobeoordeling van lange-termijn inname van fipronil via de consumptie van ei en ei-producten

Risicobeoordeling van lange-termijn inname van fipronil via de consumptie van ei en ei-producten Risicobeoordeling van lange-termijn inname van fipronil via de consumptie van ei en ei-producten Datum: 26-09-2018 Versie: definitief Onderwerp De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft fipronil

Nadere informatie

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Economische Zaken

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Economische Zaken verricht. Hoogachtend, Dr. Ir. H. Paul Inspecteur-Generaal Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 43006 3540 AA Utrecht Directie Staf Minister van

Nadere informatie

Is er sprake van een dusdanig significante afname dat het verantwoord is om de gebieden te heropenen?

Is er sprake van een dusdanig significante afname dat het verantwoord is om de gebieden te heropenen? Memo AAN Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit VAN Wageningen Food Safety Research ONDERWERP Bijlage bij brief 1940942/WFSR Geachte, POSTADRES Postbus 230 6700 AE WAGENINGEN Naar aanleiding

Nadere informatie

Handhaving Dioxine-norm in paling

Handhaving Dioxine-norm in paling Handhaving Dioxine-norm in paling (tweede deelrapportage) J. de Vries KEURINGSDIENST VAN WAREN OOST AFDELING SIGNALERING SECTOR LABORATORIUM Postbus 202 7200 AE Zutphen tel. 0575-588100 fax 0575-588200

Nadere informatie

RESULTATEN DIOXINE-ANALYSES HARLINGEN, februari 2016

RESULTATEN DIOXINE-ANALYSES HARLINGEN, februari 2016 RESULTATEN DIOXINE-ANALYSES HARLINGEN, februari 2016 Bijlage(n) 1 Contactpersoon Mark van Bruggen A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683

Nadere informatie

Handhaving Dioxine-norm in paling (eerste deelrapportage)

Handhaving Dioxine-norm in paling (eerste deelrapportage) Handhaving Dioxine-norm in paling (eerste deelrapportage) J. de Vries KEURINGSDIENST VAN WAREN OOST AFDELING SIGNALERING SECTOR LABORATORIUM Postbus 202 7200 AE Zutphen tel. 0575-588100 fax 0575-588200

Nadere informatie

Aan de minister van VWS en de staatssecretaris van EZ. Aan de Inspecteur Generaal van de Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit

Aan de minister van VWS en de staatssecretaris van EZ. Aan de Inspecteur Generaal van de Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit > Retouradres Postbus 43006 3540 AA Utrecht Aan de minister van VWS en de staatssecretaris van EZ Aan de Inspecteur Generaal van de Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit Advies van de directeur bureau

Nadere informatie

RISICOBEOORDELING VAN DE AANWEZIGHEID VAN NICOTINE EN COTININE IN LEGHENNEN EN EIEREN

RISICOBEOORDELING VAN DE AANWEZIGHEID VAN NICOTINE EN COTININE IN LEGHENNEN EN EIEREN RIVM-RIKILT FRONT OFFICE VOEDSELVEILIGHEID RISICOBEOORDELING VAN DE AANWEZIGHEID VAN NICOTINE EN COTININE IN LEGHENNEN EN EIEREN Advies aangevraagd door: M.J.B. Mengelers (VWA, Bureau Risicobeoordeling)

Nadere informatie

L 32/34 Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/34 Publicatieblad van de Europese Unie L 32/34 Publicatieblad van de Europese Unie 4.2.2006 VERORDENING (EG) Nr. 199/2006 VAN DE COMMISSIE van 3 februari 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 466/2001 tot vaststelling van maximumgehalten

Nadere informatie

Wanneer in dit advies gerefereerd wordt aan de term dioxines, wordt daarmee polygechloreerde dibenzo-pdioxines en -dibenzofuranen bedoeld.

Wanneer in dit advies gerefereerd wordt aan de term dioxines, wordt daarmee polygechloreerde dibenzo-pdioxines en -dibenzofuranen bedoeld. > Retouradres Postbus 43006 3540 AA Utrecht Aan de minister voor Medische Zorg en Sport van de directeur bureau Risicobeoordeling & Advies over de risico s van consumptie van vlees van het lijf (bruinvlees)

Nadere informatie

MONITORING DIOXINE-GEHALTE IN EIEREN AFKOMSTIG VAN BIOLOGISCHE LEGBEDRIJVEN

MONITORING DIOXINE-GEHALTE IN EIEREN AFKOMSTIG VAN BIOLOGISCHE LEGBEDRIJVEN MONITORING DIOXINE-GEHALTE IN EIEREN AFKOMSTIG VAN BIOLOGISCHE LEGBEDRIJVEN J. de Vries KEURINGSDIENST VAN WAREN OOST AFDELING SIGNALERING SECTOR: LABORATORIUM Postbus 202 7200 AE Zutphen tel. 0575-588100

Nadere informatie

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID Beoordeling minerale oliën in kaaskoekjes Risicobeoordeling aangevraagd door: NVWA-BuRO Risicobeoordeling opgesteld door: RIVM Datum aanvraag: 19 december 2016

Nadere informatie

Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling Aan de minister van VWS en de minister van LNV

Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling Aan de minister van VWS en de minister van LNV Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling Aan de minister van VWS en de minister van LNV onderwerp Advies inzake chemische contaminanten in minerale klei Samenvatting De afgelopen jaren heeft de

Nadere informatie

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID Methylkwik in vis en schaaldier Risicobeoordeling aangevraagd door: NVWA-BuRO Risicobeoordeling opgesteld door: RIVM en RIKILT Datum aanvraag: 29-10-2015 Datum

Nadere informatie

Dioxines, dioxineachtige- en niet dioxineachtige PCB s in rode aal uit Nederlandse binnenwateren 2015

Dioxines, dioxineachtige- en niet dioxineachtige PCB s in rode aal uit Nederlandse binnenwateren 2015 Dioxines, dioxineachtige- en niet dioxineachtige PCB s in rode aal uit Nederlandse binnenwateren 2015 Auteurs: M.J.J. Kotterman Wageningen IMARES, G. ten Dam, L.A.P. Hoogenboom en S.P.J. van Leeuwen Rikilt

Nadere informatie

L 320/18 Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/18 Publicatieblad van de Europese Unie L 320/18 Publicatieblad van de Europese Unie 3.12.2011 VERORDENING (EU) Nr. 1259/2011 VAN DE COMMISSIE van 2 december 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat betreft de maximumgehalten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 57188 4 oktober 2017 Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken van 28 september 2017, nr. WJZ / 17055112, betreffende

Nadere informatie

2.7. Verontreiningingen in door de mens geconsumeerde vissoorten (D9)

2.7. Verontreiningingen in door de mens geconsumeerde vissoorten (D9) 2.7. Verontreiningingen in door de mens geconsumeerde vissoorten (D9) Karien De Cauwer en Valérie Vromman Alle vis-, week- en schaaldierstalen uit de Belgische vismijnen die afkomstig zijn uit de zuidelijke

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 29.3.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 91/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 277/2012 VAN DE COMMISSIE van 28 maart 2012 tot wijziging van de bijlagen I en II

Nadere informatie

Vervolgonderzoek chemische stoffen in visserijproducten uit de Westerschelde

Vervolgonderzoek chemische stoffen in visserijproducten uit de Westerschelde 2 Dioxineonderzoek Westerschelde 2006 Vervolgonderzoek chemische stoffen in visserijproducten uit de Westerschelde dioxines (w.o. furanen), PCB s, gebromeerde vlamvertragers en geperfluoreerde verbindingen,

Nadere informatie

Dioxines en PCB s in eieren van particuliere kippenhouders

Dioxines en PCB s in eieren van particuliere kippenhouders Dioxines en PCB s in eieren van particuliere kippenhouders R. Hoogenboom, G. ten Dam, M. van Bruggen, M. Zeilmaker, S. Jeurissen, W. Traag en S. van Leeuwen Dioxines en PCB's in eieren van particuliere

Nadere informatie

2/8 Het verontreinigde zoutzuur (HCl) was afkomstig van Tessenderlo Chemie. Tijdens het bereidingsproces van HCl worden dioxines gevormd. Het HCl word

2/8 Het verontreinigde zoutzuur (HCl) was afkomstig van Tessenderlo Chemie. Tijdens het bereidingsproces van HCl worden dioxines gevormd. Het HCl word 1/8 WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES 12-2006 Betreft: Schatting van de blootstelling van de consument aan dioxines (verontreiniging met

Nadere informatie

Inhoud. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Inhoud. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Datum 3 maart 2019 Behandeld door Els Smit (RIVM-VSP)

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 14 december 2011 (OR. fr) 18622/11 AGRILEG 151

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 14 december 2011 (OR. fr) 18622/11 AGRILEG 151 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 14 december 2011 (OR. fr) 18622/11 AGRILEG 151 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 7 december 2011 aan: het secretariaat-generaal van de Raad Betreft:

Nadere informatie

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID. Fipronil: review van Belgische gegevens en Duitse risicobeoordeling

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID. Fipronil: review van Belgische gegevens en Duitse risicobeoordeling FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID Fipronil: review van Belgische gegevens en Duitse risicobeoordeling Risicobeoordeling aangevraagd door: NVWA-BuRO Risicobeoordeling opgesteld door: RIVM Datum

Nadere informatie

Inschatting gezondheidsrisico s grafietregen Wijk aan Zee RIVM 2019

Inschatting gezondheidsrisico s grafietregen Wijk aan Zee RIVM 2019 Inschatting gezondheidsrisico s grafietregen Wijk aan Zee RIVM 2019 RIVM project grafietregens en gezondheid Uitstoot grafietregens bij slakverwerking Harsco / Tata Steel Bewoners rondom bedrijf maken

Nadere informatie

Gezondheidseffecten van palingconsumptie

Gezondheidseffecten van palingconsumptie Gezondheidseffecten van palingconsumptie Informatiebrochure Deze brochure bevat informatie over een nieuw wetenschappelijk onderzoek, namelijk de Vissersstudie. De informatie is bedoeld voor palingconsumenten

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2011 (01.09) (OR. en) 13560/11 DENLEG 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2011 (01.09) (OR. en) 13560/11 DENLEG 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 augustus 2011 (01.09) (OR. en) 13560/11 DENLEG 117 INGEKOMEN DOCUMENT van: de Europese Commissie ingekomen: 16 augustus 2011 aan: het secretariaat-generaal van de

Nadere informatie

Symposium Chemische Contaminanten Dioxines

Symposium Chemische Contaminanten Dioxines Eurofins Food Testing Netherlands Symposium Chemische Contaminanten Dioxines Bunnik, 15 september 2015 16/09/2015 www.eurofins.com 16/09/2015 Eurofins Food - Passie voor Kwaliteit 2 Agenda Dioxines achtergrond,

Nadere informatie

nvwa 23 januari 2011

nvwa 23 januari 2011 Rapportage aanvullend onderzoek in groente, gras en as naar aanleiding van de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk, inclusief een toetsing aan productnormen Ron Hoogenboom (RIKILT), Marcel Mengelers (nvwa),

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5691 31 maart 2011 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 25 maart 2011, nr.

Nadere informatie

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID Maltesian Mineral Solution voor gebruik als drinkwaterzuivering Aanvulling op de beoordeling MMS (Miracle Mineral Supplement/Master Mineral Solution) van 7 maart

Nadere informatie

Opdrachtgever: Ministerie van Directie AKV

Opdrachtgever: Ministerie van Directie AKV Gehaltes aan dioxines en dioxineachtige PCB s (totaal-teq) in paling en wolhandkrab uit Nederlands zoetwater Michiel Kotterman (IMARES) & Martijn van der Lee (RIKILT) Rapportnummer C011/11 IMARES W Institute

Nadere informatie

SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als

SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als 109 SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als brandvertragers, vanwege hun thermostabiliteit, chemische

Nadere informatie

Geschat effect van lagere suikergehalten in voedingsmiddelen

Geschat effect van lagere suikergehalten in voedingsmiddelen Geschat effect van lagere suikergehalten in voedingsmiddelen op de dagelijkse suikerinname in Nederland In het Akkoord Verbetering Productsamenstelling (AVP) hebben verschillende partijen afgesproken het

Nadere informatie

Chinese, Ayurvedische en andere traditionele Aziatische kruidenpreparaten

Chinese, Ayurvedische en andere traditionele Aziatische kruidenpreparaten Chinese, Ayurvedische en andere traditionele Aziatische kruidenpreparaten Inspecties en monsteronderzoek 2008 Factsheet Voedsel en Waren Autoriteit Afdeling Signalering en Ontwikkeling Regio Zuid Deelprojectnr.:

Nadere informatie

Rapportage Brand afvalberg Twence in Hengelo, 1 juli 2018

Rapportage Brand afvalberg Twence in Hengelo, 1 juli 2018 Bestemd voor: De AGS van de Veiligheidsregio Twente De heer A. Ekkel 13 juli 2018 A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11

Nadere informatie

Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Wat is de chemische toestand?

Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Wat is de chemische toestand? Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Dr. Jaap Postma Wat is de chemische toestand? Er zijn meerdere beschermingsdoelen voor oppervlaktewater i) Normen voor microverontreinigingen

Nadere informatie

Hoge Gezondheidsraad Zelfbestuursstraat 4 B-1070 BRUSSEL

Hoge Gezondheidsraad Zelfbestuursstraat 4 B-1070 BRUSSEL Hoge Gezondheidsraad Zelfbestuursstraat 4 B-1070 BRUSSEL ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD SCHATTING VAN DE INNAME VAN PCB S DOOR SPORTVISSERS EN HET HIERAAN GEBONDEN GEZONDHEIDSRISICO (HGR 7747 Uitgebracht

Nadere informatie

L 215/4 Publicatieblad van de Europese Unie

L 215/4 Publicatieblad van de Europese Unie L 215/4 Publicatieblad van de Europese Unie 20.8.2011 VERORDENING (EU) Nr. 835/2011 VAN DE COMMISSIE van 19 augustus 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat betreft de maximumgehalten

Nadere informatie

Onderbouwing consumptie-advies voor eieren uit particuliere tuinen. vergelijking Vlaanderen en Nederland

Onderbouwing consumptie-advies voor eieren uit particuliere tuinen. vergelijking Vlaanderen en Nederland Verspreiding: Beperkt Onderbouwing consumptie-advies voor eieren uit particuliere tuinen vergelijking Vlaanderen en Nederland Christa Cornelis, Ann Colles Studie uitgevoerd in opdracht van: 2014/MRG/R/259

Nadere informatie

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID Acute innameberekeningen voor fipronil uit eieren. Risicobeoordeling aangevraagd door: NVWA-BuRO Risicobeoordeling opgesteld door: RIVM en RIKILT Datum aanvraag:

Nadere informatie

Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling Aan de minister van LNV en de minister van VWS. Advies over Jakobskruiskruid in diervoeders

Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling Aan de minister van LNV en de minister van VWS. Advies over Jakobskruiskruid in diervoeders > Retouradres Postbus 19506 2500 CM Den Haag Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling Aan de minister van LNV en de minister van VWS Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag Postbus 19506 2500 CM

Nadere informatie

Spuitresidu Veiligheid voor de toepasser/werker/consument en de houding van de retail

Spuitresidu Veiligheid voor de toepasser/werker/consument en de houding van de retail Spuitresidu Veiligheid voor de toepasser/werker en de houding ten opzichte van residuen RESIDUEN Resten van een (gebruikt) gewasbeschermingsmiddel (= actieve stof) die achterblijven in de bodem, in het

Nadere informatie

Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167

Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167 Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke 1790 AD Den

Nadere informatie

MaximumPermisibleConcentrationsfor. polychlorinated biphenyls. Bezoekadres: Rijnstraat8 DenHaag. Postadres: Postbus GX DenHaag

MaximumPermisibleConcentrationsfor. polychlorinated biphenyls. Bezoekadres: Rijnstraat8 DenHaag. Postadres: Postbus GX DenHaag Bezoekadres: Rijnstraat8 DenHaag Postadres: Postbus30947 2500 GX DenHaag Telefoon:070-3393034 Fax:070-3391342 polychlorinated biphenyls MaximumPermisibleConcentrationsfor 1 PCBs zijn verbindingen die bestaan

Nadere informatie

Dioxines en PCB s in rode aal uit Nederlandse binnenwateren. Resultaten tussen 2006 en 2012

Dioxines en PCB s in rode aal uit Nederlandse binnenwateren. Resultaten tussen 2006 en 2012 RIKILT Wageningen UR RIKILT Wageningen UR is onderdeel an de internationale kennisorganisatie Postbus 230 Wageningen Uniersity & Research centre. RIKILT doet onafhankelijk onderzoek 6700 AE Wageningen

Nadere informatie

MINISTERIËLE BESCHIKKING

MINISTERIËLE BESCHIKKING MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 24ste september 1999 als bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de Warenlandsverordening (P.B. 1997, no. 334), ter uitvoering van artikel 21, eerste

Nadere informatie

Betreft: overschrijding acute gezondheidsnormen door bestrijdingsmiddelen in groente en fruit

Betreft: overschrijding acute gezondheidsnormen door bestrijdingsmiddelen in groente en fruit Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Zijne excellentie Klink Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Betreft: overschrijding acute gezondheidsnormen door bestrijdingsmiddelen in groente en fruit Hooggeachte

Nadere informatie

Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca Effectmeting

Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca Effectmeting Onderzoek naar het gebruik van frituurvet in de horeca Effectmeting Voedsel en Waren Autoriteit, Projectnummer: ZD05K101 September 2005 1 Samenvatting Eén van de beleidsdoelstellingen van de minister van

Nadere informatie

RIVM-onderzoek naar Thermphos

RIVM-onderzoek naar Thermphos RIVM-onderzoek naar Thermphos Oriëntatie op de luchtkwaliteit in de omgeving 12 november 2010 1 Inleiding Aanleiding / opdracht Wat heeft RIVM onderzocht Wat heeft RIVM niet onderzocht? Wat betekenen de

Nadere informatie

Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) Jacobaweg MX Kamperland. Project nummer: Afdelingshoofd Milieu en Voedselveiligheid

Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) Jacobaweg MX Kamperland. Project nummer: Afdelingshoofd Milieu en Voedselveiligheid Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 572781 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

Nadere informatie

RIVM rapport /2002. Verontreiniging van moedermelk met gechloreerde koolwaterstoffen in Nederland: niveaus in 1998 en tijd-trends

RIVM rapport /2002. Verontreiniging van moedermelk met gechloreerde koolwaterstoffen in Nederland: niveaus in 1998 en tijd-trends RIVM rapport 52912 12/22 Verontreiniging van moedermelk met gechloreerde koolwaterstoffen in Nederland: niveaus in 1998 en tijd-trends MJ Zeilmaker, DA Houweling, CEJ Cuijpers, R Hoogerbrugge, JCH van

Nadere informatie

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID. Beoordeling nitriet in zalmworst

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID. Beoordeling nitriet in zalmworst FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID Beoordeling nitriet in zalmworst Risicobeoordeling aangevraagd door: NVWA-BuRO Risicobeoordeling opgesteld door: RIVM Datum aanvraag: 24 november 2014 Datum risicobeoordeling:

Nadere informatie

Onderzoek naar de effectiviteit van bodembewerking op het gehalte van dioxines en dioxine-achtige PCB s in het Rijnmondgebied

Onderzoek naar de effectiviteit van bodembewerking op het gehalte van dioxines en dioxine-achtige PCB s in het Rijnmondgebied Onderzoek naar de effectiviteit van bodembewerking op het gehalte van dioxines en dioxine-achtige PCB s in het Rijnmondgebied W.A. Traag, M.J. Zeilmaker, J.C.H. van Eijkeren, L.A.P. Hoogenboom Rapport

Nadere informatie

Aan de Inspecteur Generaal van de NVWA. Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling & onderzoek. Advies over afslankmiddelen met sibutramine

Aan de Inspecteur Generaal van de NVWA. Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling & onderzoek. Advies over afslankmiddelen met sibutramine > Retouradres Postbus 43006 3540 AA Utrecht Aan de Inspecteur Generaal van de NVWA Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling & Advies over afslankmiddelen met sibutramine Catharijnesingel 59 3511

Nadere informatie

Sanitair Schelpdier Onderzoek 2015

Sanitair Schelpdier Onderzoek 2015 Sanitair Schelpdier Onderzoek 2015 Resultaten De Nederlandse productiegebieden voor levende tweekleppige weekdieren worden onderzocht op de aanwezigheid van E.coli (microbiologie), potentieel toxineproducerende

Nadere informatie

Haven van Harlingen. Rob Berbee

Haven van Harlingen. Rob Berbee Rob Berbee Inhoud 1. Uitgangssituatie: rapportage ToxiCowatch 2. Bemonsteringscampagne RWS 3. Resultaten + interpretatie 4. Conclusies en verdere vervolg 2 RWS ONGECLASSIFICEERD 1 Uitgangssituatie rapportage

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 november 2013 (OR. nl) 16792/13 DENLEG 136. BEGELEIDENDE NOTA de Europese Commissie ingekomen: 21 november 2013

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 november 2013 (OR. nl) 16792/13 DENLEG 136. BEGELEIDENDE NOTA de Europese Commissie ingekomen: 21 november 2013 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 25 november 2013 (OR. nl) 16792/13 DEEG 136 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 21 november 2013 aan: Nr. Comdoc.: D030008/02 Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

MEMO. Bijdrage van voedingsmiddelengroepen aan de inneming van mono- en disachariden en energie. Resultaten van VCP 2007-2010.

MEMO. Bijdrage van voedingsmiddelengroepen aan de inneming van mono- en disachariden en energie. Resultaten van VCP 2007-2010. MEMO Bijdrage van voedingsmiddelengroepen aan de inneming van mono- en disachariden en energie Resultaten van VCP 2007-2010 Pagina 1 van 19 Colofon RIVM 2013 Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen

Nadere informatie

Antwerpen, postdatum. Beste mevrouw XXX,

Antwerpen, postdatum. Beste mevrouw XXX, Antwerpen, postdatum Beste mevrouw XXX, Je hebt meegewerkt aan het onderzoek naar persistente organische polluenten (POP s) in moedermelk gecoördineerd door de Wereldgezondheidsorganisatie, waarvoor dank.

Nadere informatie

Contaminanten in Chinese wolhandkrab

Contaminanten in Chinese wolhandkrab Contaminanten in Chinese wolhandkrab Onderzoek naar dioxines, PCB s en zware metalen in Chinese wolhandkrab RIKILT Rapport 2012.010 M.K. van der Lee, S.P.J. van Leeuwen, M.J.J. Kotterman en L.A.P. Hoogenboom

Nadere informatie

Chemische Contaminanten in voeding, een introductie. Ron Hoogenboom

Chemische Contaminanten in voeding, een introductie. Ron Hoogenboom Chemische Contaminanten in voeding, een introductie Ron Hoogenboom Topics Risicobeoordeling door EFSA Nieuwe en oude gevaren Mengsels Opsporen nieuwe risico s Belgische dioxinecrisis in 1999 1999: dioxines

Nadere informatie

Organochloorbestrijdingsmiddelen en lood en cadmium in wild

Organochloorbestrijdingsmiddelen en lood en cadmium in wild Organochloorbestrijdingsmiddelen en lood en cadmium in wild K.M. Jonker S.J.M. Ottink H.P.G.M. Bos I. ten Broeke KEURINGSDIENST VAN WAREN OOST AFDELING SIGNALERING SECTOR: LABORATORIUM Postbus 202 7200

Nadere informatie

Factsheet Dioxine 14 januari 2011

Factsheet Dioxine 14 januari 2011 Factsheet Dioxine 14 januari 2011 De informatie in deze factsheet is gebaseerd op de tot op heden bekend gemaakte, officiële informatie die is verkregen van de Duitse autoriteiten, de VWA of de EU. Via

Nadere informatie

RISICOSCHATTING PFOA IN DRINKWATER IN HET VOORZIENINGSGEBIED VAN TWEE LOCATIES

RISICOSCHATTING PFOA IN DRINKWATER IN HET VOORZIENINGSGEBIED VAN TWEE LOCATIES RISICOSCHATTING PFOA IN DRINKWATER IN HET VOORZIENINGSGEBIED VAN TWEE LOCATIES Auteurs: B.G.H. Bokkers, J.F.M. Versteegh, P.J.C.M. Janssen en M.J. Zeilmaker (allen RIVM) Samenvatting Uit de risicoschatting

Nadere informatie

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN SPOEDRAADGEVING 20-2007 Betreft : Mogelijke bronnen van verontreiniging van rundveebedrijven in Stabroek en in

Nadere informatie

Ter onderbouwing van het advies aan de minister van VWS zijn daarnaast de volgende specifieke vragen geformuleerd:

Ter onderbouwing van het advies aan de minister van VWS zijn daarnaast de volgende specifieke vragen geformuleerd: > Retouradres Postbus 43006 3540 AA Utrecht Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling & Catharijnesingel 59 3511 GG Utrecht Postbus 43006 3540

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen storing 6 oktober 2018 DATUM 2 november 2018 PROJECTNUMMER C05055.000169 ONZE REFERENTIE 083701871 B VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin 1. Inleiding Op

Nadere informatie

Overzicht dioxine proeven uitgevoerd in Nederland met koeien en schapen

Overzicht dioxine proeven uitgevoerd in Nederland met koeien en schapen Overzicht dioxine proeven uitgevoerd in Nederland met koeien en schapen C.A. Kan en G.A.L. Meijer ID Lelystad Rapportnr.: 03/0000744 Overzicht dioxine proeven uitgevoerd in Nederland met koeien en schapen

Nadere informatie

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. RIVO Rapport Nummer: C078/03

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. RIVO Rapport Nummer: C078/03 Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 572781 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

Nadere informatie

Productie kweekvis,

Productie kweekvis, Indicator 19 november 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De afgelopen jaren heeft een

Nadere informatie

Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden

Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden Inhoud 1. Aanleiding 2. Risicoschatting 3. Resultaten 4. Conclusie Gezondheidsrisico 5. Aanbevelingen PFOA emissies Dordrecht 5 april 2016 1. Aanleiding voor

Nadere informatie

Rapportage dioxines, dioxineachtige- en niet. dioxineachtige PCB's in rode aal uit Nederlandse

Rapportage dioxines, dioxineachtige- en niet. dioxineachtige PCB's in rode aal uit Nederlandse Bijlage bij brief 5/RIK03 Rapportage dioxines, dioxineachtige en niet dioxineachtige PCB's in rode aal uit Nederlandse binnen wateren S.P.J. van Leeuwen, G. ten Dam en L.A.P. Hoogenboom RIKILT instituut

Nadere informatie

Beoordeling gezondheidsrisico's door sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat

Beoordeling gezondheidsrisico's door sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat Beoordeling gezondheidsrisico's door sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat 19 december 2016 Inhoud 1. Aanleiding 2. Wat heeft het RIVM onderzocht? 3. Verband rubbergranulaat en leukemie 4. Voldoet

Nadere informatie

PAKs in rubber tegels en andere ondergronden voor speelplaatsen. Datum april 2014

PAKs in rubber tegels en andere ondergronden voor speelplaatsen. Datum april 2014 PAKs in rubber tegels en andere ondergronden voor speelplaatsen Datum april 2014 PAKs in rubber tegels speelplaatsen april 2014 Colofon Projectnaam Projectnummer PAKs in rubber tegels en andere ondergronden

Nadere informatie

Dioxines en PCB s in rivierkreeften uit Zuid-Holland en Utrecht

Dioxines en PCB s in rivierkreeften uit Zuid-Holland en Utrecht Dioxines en PCB s in rivierkreeften uit Zuid-Holland en Utrecht S.P.J. van Leeuwen, M.J.J. Kotterman, L.A.P. Hoogenboom en D.M. Soes Dioxines en PCB s in rivierkreeften uit Zuid-Holland en Utrecht S.P.J.

Nadere informatie

Effecten van perinatale blootstelling aan foliumzuur op de ontwikkeling van lichaamgewicht

Effecten van perinatale blootstelling aan foliumzuur op de ontwikkeling van lichaamgewicht Briefrapport 350020010/2009 L.T.M. van der Ven M.E.T. Dollé Effecten van perinatale blootstelling aan foliumzuur op de ontwikkeling van lichaamgewicht Voorstel voor een dierproef RIVM Briefrapport 350020010

Nadere informatie

Rapport Hengelvangst registratie 2011 SNOEKBAARS. Volkerak Zoommeer Bathse Spuikanaal Schelde-Rijnkanaal

Rapport Hengelvangst registratie 2011 SNOEKBAARS. Volkerak Zoommeer Bathse Spuikanaal Schelde-Rijnkanaal Rapport Hengelvangst registratie 211 SNOEKBAARS Volkerak Zoommeer Bathse Spuikanaal Schelde-Rijnkanaal Rapport hengelvangstregistratie 211 snoekbaars, juni 212 blad 1 van 11 Inhouds opgave Onderwerp blz

Nadere informatie

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. RIVO Rapport Nummer: C063/04

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. RIVO Rapport Nummer: C063/04 Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 572781 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

Nadere informatie

Antwoord op de vraag van Dorpsbelang Hempens-Teerns over dioxines en de gezondheid van de inwoners van Leeuwarden

Antwoord op de vraag van Dorpsbelang Hempens-Teerns over dioxines en de gezondheid van de inwoners van Leeuwarden Bijlage: Antwoord op de vraag van Dorpsbelang Hempens-Teerns over dioxines en de gezondheid van de inwoners van Leeuwarden Vanuit een bijeenkomst van Dorpsbelang Hempens-Teerns is de volgende vraag via

Nadere informatie

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-1228/

ONTWERPRESOLUTIE. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement B8-1228/ Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-1228/2016 16.11.2016 ONTWERPRESOLUTIE ingediend overeenkomstig artikel 106, leden 2 en 3, van het Reglement over de ontwerpuitvoeringsverordening van de

Nadere informatie

Vis eten: Gezonde vis of vieze vis?

Vis eten: Gezonde vis of vieze vis? Vis eten: Gezonde vis of vieze vis? Isabelle Sioen Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde Universiteit Gent Overzicht van de presentatie Gezonde aspecten van vis eten Keerzijde van de medaille: contaminanten

Nadere informatie

Consumptie van Chinese wolhandkrab in Nederland

Consumptie van Chinese wolhandkrab in Nederland Consumptie van Chinese wolhandkrab in Nederland S.P.J. van Leeuwen, P. Stouten, B. W. Zaalmink en L.A.P. Hoogenboom Consumptie van Chinese wolhandkrab in Nederland S.P.J. van Leeuwen 1, P. Stouten 1,

Nadere informatie

Wageningen UR. Dioxines en PCB's in Chinese wolhandkrab. M.J.J. Kotterman 1, S.P.J. van Leeuwen 2, L.A.P Hoogenboom 2.

Wageningen UR. Dioxines en PCB's in Chinese wolhandkrab. M.J.J. Kotterman 1, S.P.J. van Leeuwen 2, L.A.P Hoogenboom 2. Dioxines en PCB's in Chinese wolhandkrab M.J.J. Kotterman 1, S.P.J. van Leeuwen 2, L.A.P Hoogenboom 2 Rapport C120/14 Wageningen UR 1 IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies 2 RIKILT

Nadere informatie

PFOS en dioxinen, dioxine-achtige en indicator PCB s in schelpdierweefsel (Rangia Cuneata)

PFOS en dioxinen, dioxine-achtige en indicator PCB s in schelpdierweefsel (Rangia Cuneata) PFOS en dioxinen, dioxine-achtige en indicator PCB s in schelpdierweefsel (Rangia Cuneata) M. Hoek-van Nieuwenhuizen & N.H.B.M. Kaag Rapport C003/10 IMARES Wageningen UR Institute for Marine Resources

Nadere informatie

20.12.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 364/5

20.12.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 364/5 20.12.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 364/5 VERORDENING (EG) Nr. 1881/2006 VAN DE COMMISSIE van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,

Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen, Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen, 1998-2010 Indicator 15 februari 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN SNELADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN SNELADVIES WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN SNELADVIES 16-2008 Betreft : Geval van een overschrijding van het dioxinegehalte in de lever van een melkkoe (dossier

Nadere informatie

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150 2 150 150 150 fax:

Nadere informatie

Lid Gedeputeerde Staten

Lid Gedeputeerde Staten Lid Gedeputeerde Staten R.A. Janssen 070 441 70 86 ra.janssen@pzh.nl F. Vermeulen T 070-441 70 49 f.vermeulen@pzh.nl Provinciale Staten Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441

Nadere informatie

Biomerkers van blootstelling. Analyse van covariabelen

Biomerkers van blootstelling. Analyse van covariabelen Biomerkers van blootstelling Analyse van covariabelen De analyse van covariabelen heeft 2 doelstellingen: 1. Significante covariabelen selecteren om na te gaan welke factoren bijdragen tot de variabiliteit

Nadere informatie