BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL PRAKTIJKOPLEIDER
|
|
- Bert Aerts
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL PRAKTIJKOPLEIDER Calibris Kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport Postbus CC Bunnik Pagina 1 van T F I E info@calibris.nl
2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Aanleiding Reikwijdte van het beroepscompetentieprofiel praktijkopleider Functies van het beroepscompetentieprofiel Actualisatie van het beroepscompetentieprofiel Praktijkopleider Opbouw van het beroepscompetentieprofiel Beroepsbeschrijving van de praktijkopleider De essentie Taakgebieden Kerntaken Context Typerende beroepshouding Methodisch handelen Niveau van beroepsuitoefening Kerntaken van de praktijkopleider Toelichting bij kerntaken Overzicht kerntaken en werkprocessen Competentiematrix kerntaken en kernopgaven Beschrijving van kerntaken en werkprocessen Kernopgaven van de praktijkopleider Toelichting Uitwerking kernopgaven Competenties van de praktijkopleider Toelichting competenties Overzicht competenties praktijkopleider Uitwerking competenties Bijlage 1 Wet- en regelgeving Bijlage 2 Invloed van ontwikkelingen op het beroepscompetentieprofiel praktijkopleider Bijlage 3 Adviescommissie Bijlage 4 Validering en legitimering Bijlage 5 Begrippenlijst Bronnen... Pagina 2 van
3 1. Inleiding 1.1 Aanleiding In 2002 heeft de laatste actualisatie van het beroepsprofiel van de praktijkopleider plaats gevonden. Door de ontwikkelingen met betrekking tot het competentiegericht opleiden binnen het mbo ontstond in 2006 de behoefte aan een beroepsbeschrijving op basis van competenties. In dat jaar is door sociale partners besloten het beroepsprofiel niet te herzien, maar het bestaande profiel te vertalen naar een beroepscompetentieprofiel. Calibris (in 2006 nog OVDB) heeft het beroepsprofiel praktijkopleider omgezet naar een beroepscompetentieprofiel. Inhoudelijk is daarbij niets aan het profiel gewijzigd. Bij de ontwikkeling van het kwalificatiedossier Praktijkopleider bleek het beroepscompetentieprofiel van de praktijkopleider niet meer actueel te zijn. Sociale partners hebben in reactie daarop besloten tot een actualisatie van het beroepscompetentieprofiel praktijkopleider in Dit document is hiervan het resultaat. Onderzoek naar differentiatie in het werk-denkniveau van de praktijkopleiders maakt hiervan geen deel uit. 1.2 Reikwijdte van het beroepscompetentieprofiel praktijkopleider Het beroepscompetentieprofiel praktijkopleider is gericht op praktijkopleiders binnen de sectoren Zorg, Welzijn en Sport. Bij de totstandkoming van het beroepscompetentieprofiel is de totale breedte van de beroepspraktijk van de praktijkopleider in genoemde sectoren in beeld gebracht. De focus ligt hierbij op praktijkopleiders die leerlingen op mbo-niveau opleiden. Praktijkopleiders zijn ook werkzaam in andere dan genoemde sectoren. Vaak gaat het daarbij om beroepsbeoefenaren die naast hun beroep ook de functie van praktijkopleider vervullen. Dit verandert inhoudelijk weinig tot niets aan de taken van de praktijkopleider, wel is er verschil in aantal, omvang en frequentie waarin de taken worden aangepakt. Het beroepscompetentieprofiel is gemaakt voor de beroepsgroep als geheel. Dit betekent echter niet dat elke individuele beroepskracht alle kerntaken in de volle breedte uitvoert. Er bestaat diversiteit in de beroepsuitoefening van praktijkopleiders. Bij grootschalige organisaties zijn één of meerdere praktijkopleiders aanwezig en worden de taken in de volle breedte uitgevoerd. Bij kleinschalige organisaties komt het voor dat ze niet alle taken in de volle breedte uitvoeren en dat praktijkopleiders hun werkzaamheden combineren met werk in het primaire proces. 1.3 Functies van het beroepscompetentieprofiel Een beroepscompetentieprofiel kan worden gebruikt om input te geven aan de opleiding voor de toekomstige beroepsbeoefenaren. Met de invoering van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) worden in het initiële beroepsonderwijs met name opleidingen aangeboden waaraan een aantoonbare behoefte bestaat op de arbeidsmarkt. Met een beroepscompetentieprofiel wordt aangegeven dat er behoefte bestaat aan een beroep en wat die behoefte precies is in taken en competenties. Om draagvlak voor het beroepscompetentieprofiel en de geldigheid van de inhoud aan te tonen is het noodzakelijk dat het beroepscompetentieprofiel gevalideerd wordt door beroepsbeoefenaren en gelegitimeerd wordt door werknemersorganisaties en werkgeversorganisaties die voor het beroep relevant zijn. Beroepscompetentieprofielen geven een beeld van de beroepsuitoefening in de volle breedte. Op grond daarvan is een dergelijk profiel een essentiële bron voor het ontwikkelen van onderwijs dat optimaal aansluit op de beroepspraktijk. Hiernaast kan het beroepscompetentieprofiel worden ingezet als: instrument voor personeelsbeleid, zoals werving en selectie, personeelsontwikkeling, beloningsbeleid, loopbaanplanning en ontwikkeling, functiebeschrijving en functiewaardering; referentiekader voor de (ervaren) praktijkopleider om haar 1 eigen functioneren te toetsen, te ontwikkelen en te onderhouden; middel in discussies over de ontwikkeling van het beroep; bron voor voorlichting en informatie voor toekomstige praktijkopleiders. 1 Daar waar in de tekst haar of zij staat wordt ook zijn of hij bedoeld. Pagina 3 van
4 1.4 Actualisatie van het beroepscompetentieprofiel Praktijkopleider In de periode januari-juni 2009 is het beroepscompetentieprofiel praktijkopleider geactualiseerd. Tijdens een bijeenkomst met Kenniscentra Beroepsonderwijs-Bedrijfsleven hebben collega kenniscentra aangegeven niet te willen participeren in het proces van actualisatie, maar wel graag kennis te nemen van het eindresultaat. Tijdens twee werkveldbijeenkomsten met praktijkopleiders en vijf bijeenkomsten met de adviescommissie met daarin vertegenwoordigers van sociale partners uit zorg, welzijn en sport is de opzet en inhoud van het beroepscompetentieprofiel besproken. Op grond van verkregen informatie tijdens bijeenkomsten en via de mail is het beroepscompetentieprofiel geactualiseerd. De eindversie van het beroepscompetentieprofiel praktijkopleider is in mei door het werkveld gevalideerd (zie bijlage 4). In de periode juni-september 2009 hebben sociale partners het beroepscompetentieprofiel praktijkopleider gelegitimeerd (zie bijlage 4). 1.5 Opbouw van het beroepscompetentieprofiel Bij de opbouw van het beroepscompetentieprofiel praktijkopleider staat de inhoud van het beroep centraal. Na een korte typering van het beroep van de praktijkopleider en de context waarin het wordt uitgeoefend wordt een uitwerking gegeven van de kerntaken en de kernopgaven van de praktijkopleider. Vervolgens wordt een uitwerking gegeven van de competenties die nodig zijn om het beroep adequaat uit te voeren. Ontwikkelingen en wettelijke kaders die van invloed zijn op het beroep zijn verwerkt in onder andere de beroepsbeschrijving en de kerntaken. In de bijlagen is een overzicht opgenomen van wettelijke kaders (bijlage 1) en relevante ontwikkelingen (bijlage 2) die momenteel spelen of waarvan verwacht wordt dat ze op korte termijn binnen 2 tot 3 jaar een rol gaan spelen. De validering en legitimering zijn beschreven in bijlage 3. Bijlage 4 bevat een lijst met begrippen die zijn toegepast in dit beroepscompetentieprofiel. Pagina 4 van
5 2. Beroepsbeschrijving van de praktijkopleider 2.1 De essentie De praktijkopleider vervult een spilfunctie in het opleiden in de praktijk, ook beroepspraktijkvorming genoemd. Al haar activiteiten en werkzaamheden hebben betrekking op de driehoek leerling onderwijsinstelling leerbedrijf. Als vertegenwoordiger van het leerbedrijf is de praktijkopleider in deze driehoek aanspreekpunt, begeleider en vaak ook organisator. De praktijkopleider draagt bij aan de afstemming tussen onderwijs en praktijk en coördineert en bewaakt het leertraject van de leerling in de praktijk. Om een juiste afstemming tussen theorie en praktijk te realiseren inventariseert de praktijkopleider uiteenlopende gegevens, benodigde randvoorwaarden en bestaande richtlijnen en afspraken. Ze benadert in- en externe functionarissen die inhoud kunnen aanleveren voor het BPV-beleidsplan. Op basis van de inventarisatie levert ze een bijdrage aan het BPV-beleidsplan van de organisatie. De praktijkopleider is verantwoordelijk voor de uitvoering van het BPV-beleidsplan in de organisatie, ze begeleidt en motiveert de werkbegeleiders, coördineert de inzet van personen en middelen en fungeert als vraagbaak. Na afloop levert ze een bijdrage aan de evaluatie en het bijstellen van het BPV-beleidsplan. De praktijkopleider regelt in samenwerking met de onderwijsinstelling de beoordeling en examinering van leerlingen in de praktijk. De praktijkopleider legt vast hoe de leerlingen beoordeeld gaan worden, welke instrumenten daarbij worden gebruikt en wie, wanneer de beoordeling gaat doen. Ze informeert, instrueert en begeleidt de werkbegeleiders op het gebied van beoordelen en examineren in de praktijk. Na afloop levert ze een bijdrage aan de evaluatie en aan het bijstellen van de examinering en beoordeling. Belangrijk criterium hierbij is dat de beroepskwalificering moet voldoen aan de eisen die de arbeidsmarkt stelt aan beginnende beroepsbeoefenaren. De praktijkopleider kan een taak hebben bij het aannemen van leerlingen voor de bpv. Ze introduceert nieuwe leerlingen in de organisatie. Ze ondersteunt leerlingen bij het opstellen van een individueel leerplan voor de BPV-periode. De dagelijkse begeleiding van de leerlingen op de werkvloer wordt uitgevoerd door werkbegeleiders. De praktijkopleider bewaakt de grote lijnen en bespreekt regelmatig met de werkbegeleider en de leerling het verloop van de begeleiding. Tussentijds en na afloop beoordeelt ze de leerlingen volgens de beoordelingsprocedure. De praktijkopleider coacht de werkbegeleiders in de dagelijkse begeleiding van de individuele leerling. Haar eigen kennis en vaardigheden op het gebied van begeleiden deelt ze met de werkbegeleiders. Samen met de werkbegeleiders en leerlingen evalueert ze het leertraject. De uitkomsten van deze evaluaties gebruikt ze om het BPV-beleidsplan aan te passen en te verbeteren. 2.2 Taakgebieden De praktijkopleider werkt op drie taakgebieden, te weten: 1. de praktijkbegeleiding/ het leren in de praktijk; 2. de organisatie; 3. de professionalisering van het beroep. Op deze drie taakgebieden voert de praktijkopleider diverse kerntaken uit en krijgt zij te maken met kernopgaven. De kerntaken en kernopgaven hebben een directe relatie met de competenties die nodig zijn om het werk deskundig te kunnen uitvoeren. 2.3 Kerntaken De praktijkopleider is gericht op het faciliteren en uitvoeren van het leren in de praktijk binnen de organisatie waar zij werkzaam is. De praktijkopleider integreert hierbij diverse kerntaken, te weten: Kerntaken binnen het taakgebied leren in de praktijk: - Coördineren en bewaken van het leertraject van de leerling; Pagina 5 van
6 - Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun opleidingstaken. Kerntaken binnen het taakgebied organisatie: - Organiseren van de BPV; - Werken aan kwaliteit en deskundigheid. Kerntaken binnen het taakgebied professionalisering van het beroep: - Werken aan kwaliteit en deskundigheid. 2.4 Context Een praktijkopleider kan werkzaam zijn in elke organisatie (leerbedrijf) die leerlingen opleidt. De praktijkopleider werkt op uitvoerend en faciliterend niveau aan het BPV-beleid van de organisatie. De praktijkopleider heeft een relevante beroepsopleiding afgerond, minimaal op hetzelfde niveau als het niveau waarop de leerlingen worden opgeleid. Binnen kleine organisaties of bij een gering aantal leerarbeidsplaatsen, BPV-plaatsen of andere opleidingsactiviteiten combineert de praktijkopleider haar functie vaak met uitvoerende of leidinggevende taken. Veelvoorkomend is de combinatie van praktijkopleider en werkbegeleider. In grotere organisaties is de functie van praktijkopleider een fulltime aangelegenheid en zijn soms meerdere praktijkopleiders aangesteld. De precieze taken, verantwoordelijkheden en mate van zelfstandigheid van de praktijkopleider kunnen per organisatie verschillen waardoor niet elke praktijkopleider met alle taken en verantwoordelijkheden uit dit beroepscompetentieprofiel te maken krijgt. De praktijkopleider ontwikkelt wel alle competenties om alle beroepstaken in zijn totaliteit uit te kunnen voeren. 2.5 Typerende beroepshouding De praktijkopleider is veelzijdig, ze verricht diverse werkzaamheden. Het is om die reden van belang dat ze goed overzicht kan houden op haar veelheid aan taken. Ze moet snel kunnen schakelen omdat ze regelmatig werkt met personen en processen op verschillende niveaus binnen en buiten de organisatie. De praktijkopleider is gericht op de ontwikkeling van de leerlingen, de werkbegeleiders en zichzelf. Dit betekent dat van de praktijkopleider een leergierige en open houding wordt gevraagd, waarbij ook geduld en doorzettingsvermogen en het bewaken van grenzen van belang zijn. Met name het bewaken van grenzen van zichzelf, van de leerling, van de werkbegeleider en van de organisatie is van belang voor een adequaat verloop van de BPV. In de begeleiding van leerlingen en werkbegeleiders en de beoordeling van leerlingen is de praktijkopleider objectief en integer. Daarnaast heeft de praktijkopleider een groot invoelingsvermogen. 2.6 Methodisch handelen De praktijkopleider maakt gebruik van specifieke en actuele kennis, methoden en technieken en voert haar werkzaamheden systematisch en doelgericht uit. De praktijkopleider werkt methodisch, dat wil zeggen dat in haar handelwijze richting organisatie, leerlingen en werkbegeleiders de volgende vier processtappen deel uitmaken van haar aanpak: 1. Vaststellen van de uitgangsituatie (bijvoorbeeld van de organisatie van de BPV, de beginsituatie van de leerling, de taken en verantwoordelijkheden van de werkbegeleider); 2. Plannen van activiteiten waarbij doelen en resultaten bepaald worden; 3. Uitvoeren van de activiteiten; 4. Evalueren van de activiteiten. De praktijkopleider is in staat adequate methoden te kiezen en zij kan haar keuze verantwoorden naar betrokkenen. De activiteiten van de praktijkopleider zijn niet statisch, maar vormen een cyclisch en dynamisch proces. De verschillende processtappen kunnen in de praktijk enigszins door elkaar heen lopen. Nieuwe informatie en veranderde omstandigheden kunnen leiden tot bijstelling en wijziging van haar aanpak. Pagina 6 van
7 2.7 Niveau van beroepsuitoefening De uitwerking van het niveau van beroepsuitoefening is gebaseerd op de complexiteit, de verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de beroepsbeoefenaar en de transfer die daarbij aan de orde kan zijn. De praktijkopleider is een functionaris die binnen veel organisaties is te positioneren tussen de opleidingsfunctionaris en de werkbegeleider. De opleidingsfunctionaris is degene die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en implementatie van het gehele opleidingsbeleid van de organisatie. Het BPV-beleid is daarvan een onderdeel. Op dit terrein raken de taken van opleidingsfunctionaris en praktijkopleider elkaar. De precieze afbakening en de combinatie van taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de BPV is organisatieafhankelijk. Grotere organisaties kennen wel een opleidingsfunctionaris, in kleine organisaties is deze rol veelal toebedeeld aan de afdeling HRM of aan de praktijkopleider. De werkbegeleider is de functionairs die de leerling op de werkvloer opleidt en begeleidt. Op dit gebied grijpen de taken van praktijkopleider en werkbegeleider in elkaar. De praktijkopleider is faciliterend, regelt en organiseert een soepele uitvoering van de BPV. Ook hier is de precieze afbakening of combinatie van taken afhankelijk van de keuzes die de organisatie maakt. In kleinere organisaties vervult de praktijkopleider vaak ook de rol van werkbegeleider. Complexiteit De praktijkopleider voert complexe, tot zeer complexe taken uit. Ze dient een evenwicht te vinden en te behouden tussen de belangen van de leerlingen, de onderwijsinstelling en de eigen organisatie. Ze wordt in haar dagelijks functioneren geconfronteerd met verschillende partijen die in essentie allemaal hetzelfde doel nastreven, het opleiden van leerlingen tot beginnende beroepsbeoefenaren, maar toch ieder hun eigen belangen hebben. De praktijkopleider verricht haar werkzaamheden dus in het spanningsveld werken-leren. Voor het creëren van leervoorwaarden moet de praktijkopleider met alle betrokkenen onderhandelen (intern/extern). Zij moet iedere keer de juiste afweging maken tussen de kerntaken van de organisatie en het leertraject van het individu en tussen het belang van de organisatie en het belang van het individu. Daarnaast moet de praktijkopleider de taken, verantwoordelijkheden, rollen en interventiemogelijkheden van zichzelf en anderen bepalen binnen het spanningsveld werken-leren. De praktijkopleider treedt handelend op in het spanningsveld tussen de randvoorwaarden van opleiden, begeleiden en beoordelen en de kwaliteit van opleiden, begeleiden en beoordelen. Wanneer onvoldoende aan de randvoorwaarden is voldaan kan de kwaliteit onder druk komen te staan. Het risico is dat de kwaliteit van opleiden, begeleiden en beoordelen te wensen overlaat terwijl de praktijkopleider zelf niet in de positie is om hier direct verandering in te brengen. Zo maakt de praktijkopleider regelmatig de afweging tussen het zelf uitvoeren of delegeren. Het verloop van een leertraject is een complex gegeven waarbij de uitkomst niet van tevoren vaststaat, hoe goed ook voorzien is in de benodigde randvoorwaarden. De praktijkopleider werkt met vertrouwelijke beoordelingsgegevens, die gebruikt worden voor de eindbeoordeling. De praktijkopleider houdt rekening met veel factoren, stemt voortdurend af en onderbouwt haar beslissingen. De praktijkopleider coacht, met name in groter organisaties, meerdere werkbegeleiders en meerdere leerlingen. Ze moet hierdoor haar aandacht goed tussen de verschillende werkbegeleiders en leerlingen kunnen verdelen, zodat iedere werkbegeleider en leerling de ondersteuning krijgt die zij nodig heeft. Ze moet afwegen hoe ze haar tijd verdeelt over de verschillende taken. Verantwoordelijkheden De praktijkopleider is, afhankelijk van de taakverdeling binnen de organisatie, verantwoordelijk voor het uitvoeren van het BPV-beleidsplan van de organisatie, in overleg met relevante betrokkenen. Hierbij coördineert de praktijkopleider de taken die uitgevoerd moeten worden en delegeert indien mogelijk taken aan werkbegeleiders. De praktijkopleider is verantwoordelijk voor het creëren van leervoorwaarden voor leerlingen en houdt rekening met mogelijke gevolgen voor leerlingen en relevante betrokkenen. De praktijkopleider is verantwoordelijk voor de begeleiding en beoordeling van het leertraject van de leerling. Daarnaast is de praktijkopleider verantwoordelijk voor het coachen, informeren en instrueren van de werkbegeleiders. Zelfstandigheid De praktijkopleider voert zelfstandig het BPV-beleidsplan van de organisatie uit. Hierbij werkt ze samen met zowel intern als extern betrokkenen. De praktijkopleider geeft in samenwerking met het onderwijs vorm en inhoud aan het leren in de praktijk. Afhankelijk van de afspraken in de organisatie doet ze dit meer of minder Pagina 7 van
8 zelfstandig, maar als contactpersoon voor het onderwijs wordt een groot beroep gedaan op haar eigen initiatief en het maken van keuzes en nemen van beslissingen. Voor de praktijkopleider is een belangrijke rol weggelegd in het beoordelingsproces. De wijze waarop deze rol invulling krijgt is (nog) divers. Naarmate de ervaring met competentiegericht opleiden toeneemt, zal de rol van praktijkopleider als beoordelaar zich waarschijnlijk verder uitkristalliseren. In de huidige praktijk zijn drie invullingen van de rol van beoordelaar herkenbaar. In de eerste invulling is de praktijkopleider assessor en voert zelfstandig de beoordeling van de leerling uit. Bij de tweede invulling treedt de praktijkopleider op als begeleider/coach van beoordelaars. De beoordeling wordt daarbij uitgevoerd door de werkbegeleiders. Tot slot is een vorm aanwijsbaar waarbij de praktijkopleider samen met de onderwijsinstelling de (eind)beoordeling van de leerling vaststelt. Elke invulling van de beoordelaarrol heeft consequenties voor de invulling van de werkzaamheden van de praktijkopleider. Het bepaalt bijvoorbeeld met welke functionarissen de praktijkopleider te maken heeft, over welke kennis en competenties ze moet beschikken en welke ontwikkelingen ze moet signaleren en monitoren. Transfer De praktijkopleider is in staat om haar competenties in te zetten voor diverse vraagstukken op het gebied van leren in de praktijk. Regelmatig wordt de praktijkopleider met nieuwe of nog onbekende vraagstukken geconfronteerd. Haar beroepsdeskundigheid stelt haar in staat deze vraagstukken zelfstandig of in samenwerking met anderen op een adequate wijze op te lossen of een oplossingsrichting te bedenken. Daarnaast is de praktijkopleider in staat om vakspecifieke vraagstukken te concretiseren voor werkbegeleiders, leerlingen of andere betrokkenen. Pagina 8 van
9 3. Kerntaken van de praktijkopleider In dit hoofdstuk wordt eerst een overzicht gegeven van de kerntaken en werkprocessen van de praktijkopleider. Hierna volgt een opsomming van de kernopgaven waarmee een praktijkopleider te maken heeft tijdens haar beroepsuitoefening. Daarna volgt de competentiematrix met de kerntaken en kernopgaven. Na deze overzichten worden de kerntaken uitgewerkt door een inhoudelijke beschrijving te geven van de werkprocessen. Per kerntaak is aangegeven welke kernopgaven van toepassing zijn. Ook is per kerntaak een competentiematrix opgenomen. Hierin is aangegeven welke competenties nodig zijn voor het uitvoeren van elk werkproces. 3.1 Toelichting bij kerntaken Een kerntaak bestaat uit een geheel van inhoudelijk met elkaar samenhangende werkprocessen, kenmerkend voor de beroepsuitoefening. Een beroepscompetentieprofiel heeft een beperkt aantal kerntaken. Alle kerntaken samen beschrijven de essentie van de beroepsuitoefening van de betreffende beroepengroep. Elke kerntaak heeft een competentiematrix waarin is aangegeven welke competenties nodig zijn bij het uitvoeren van een werkproces van de betreffende kerntaak. 3.2 Overzicht kerntaken en werkprocessen Kerntaak Organiseren van de BPV Coördineren en bewaken van het leertraject van de leerling Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun opleidingstaken Werken aan kwaliteit en deskundigheid Werkproces 1.1 Inventariseert gegevens voor het BPV-beleidsplan 1.2 Ontwikkelt een BPV-beleidsplan of levert hieraan een bijdrage 1.3 Coördineert en bewaakt de beoordeling 1.4 Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan 1.5 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen 2.1 Draagt bij aan selectie en aanname van leerlingen 2.2 Introduceert leerlingen 2.3 Ondersteunt leerlingen bij het opstellen van hun individuele leerplan 2.4 Ondersteunt en bewaakt het leertraject van leerlingen 2.5 Beoordeelt het leertraject van de leerlingen 2.6 Evalueert het leertraject 3.1 Coacht werkbegeleiders 3.2 Bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders 3.3 Evalueert de begeleiding en beoordeling door werkbegeleiders 4.1 Evalueert de organisatie van de BPV, de leertrajecten en de ondersteuning van de werkbegeleiders 4.2 Bevordert de eigen deskundigheid Kernopgaven Praktijkopleider (toelichting in hoofdstuk 4) A. Betrokkenheid versus distantie B. Eigen identiteit versus diversiteit C. Werkzaamheden zelf uitvoeren versus delegeren van taken D. Belangen, wensen en verwachtingen van leerling, werkbegeleider en onderwijsinstelling versus de belangen, wensen en mogelijkheden van de organisatie of praktijkopleider E. Capaciteiten en kwaliteiten van de leerling versus voorkomen van uitval F. Beoordelen versus begeleiden Pagina 9 van
10 3.3 Competentiematrix kerntaken en kernopgaven Kerntaken en kernopgaven Competenties Didactisch handelen Onderhandelen en overtuigen Samenwerken Beoordelen en examineren Begeleiden Professioneel en kwaliteitsgericht Inzichtelijk en verantwoord Ondernemend en innovatief Doel- en resultaatgericht Vraag- en oplossingsgericht Contactueel en communicatief Kerntaken 1 Organiseren van de BPV X X X X X X X X X X 2 Coördineren en bewaken van het leertraject van de leerling 3 Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun opleidingstaken 4 Werken aan kwaliteit en deskundigheid Kernopgaven X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X A Betrokkenheid versus distantie X X X X X B Eigen identiteit versus diversiteit X X X X C D E Werkzaamheden zelf uitvoeren versus delegeren van taken X X X Belangen, wensen en verwachtingen van leerling, werkbegeleider en onderwijsinstelling versus de belangen, wensen en mogelijkheden van de organisatie of praktijkopleider Capaciteiten en kwaliteiten van de leerling versus voorkomen van uitval X X X X X X F Beoordelen versus begeleiden X X X Pagina 10 van
11 3.4 Beschrijving van kerntaken en werkprocessen Kerntaak 1: Organiseren van de BPV 1.1 Inventariseert gegevens voor het BPV-beleidsplan De praktijktopleider inventariseert gegevens voor het opstellen van het BPV-beleidsplan. Daarbij gaat ze op zoek naar gegevens waarmee ze de aansluiting tussen theorie en praktijk kan optimaliseren. Ze inventariseert de belangen van de organisatie, de leerling en de onderwijsinstelling, alsook de gewenste en benodigde randvoorwaarden en bestaande richtlijnen en afspraken. Ze benadert interne en externe contacten die een bijdrage kunnen leveren aan de inhoud van het BPV-beleidsplan. 1.2 Ontwikkelt een BPV-beleidsplan of levert hieraan een bijdrage Op basis van de uitgevoerde inventarisatie ontwikkelt de praktijkopleider een plan voor de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de leertrajecten in de BPV of zij levert in samenwerking met collega s en/of management een bijdrage aan de ontwikkeling van dit plan. In het plan zijn doelen en beschikbare middelen opgenomen en worden de taken, verantwoordelijkheden, rollen, grenzen en interventiemogelijkheden van alle bij de BPV betrokkenen beschreven. In het plan wordt ook aandacht besteed aan beleidsprocessen en protocollen die voor de leerling van belang zijn, zoals Arbobeleid en veiligheidsprotocollen. Voor het vaststellen van de rand- en leervoorwaarden voor het opleiden in de praktijk onderhandelt de praktijkopleider met partijen die betrokken zijn bij het leertraject. Zij onderbouwt haar argumenten met vakspecifieke kennis en verantwoordt gemaakte keuzes naar collega s en/of management. De praktijkopleider houdt rekening met de rechten en plichten van de organisatie en het individu. Gedurende de ontwikkeling van het BPVbeleidsplan creëert zij draagvlak voor het BPV-beleidsplan, bijvoorbeeld door consultatie, inspraak en het informeren van betrokkenen. 1.3 Coördineert en bewaakt de beoordeling De praktijkopleider coördineert en bewaakt de beoordeling van de leerlingen in de praktijk. Zij houdt daarbij rekening met de kaders overeengekomen met de onderwijsinstelling en de visie, de mogelijkheden en de wensen van de organisatie. Periodiek maakt de praktijkopleider een planning voor de beoordeling van leerlingen. Hierin legt ze vast welke leerling waarop wordt beoordeeld, op welke manier de leerling wordt beoordeeld, waar de beoordeling plaats gaat vinden, wie de beoordeling gaat uitvoeren en wanneer. Ook legt ze vast wat de consequenties zijn van een onvoldoende beoordeling. Indien nodig onderhandelt de praktijkopleider over de noodzakelijke randvoorwaarden voor het kunnen realiseren van de geplande ontwikkelingsgerichte en examinerende beoordelingen. Zij signaleert knelpunten en/of tekortkomingen en onderneemt daarop actie. De praktijkopleider coördineert en bewaakt de uitvoering van het beoordelen binnen haar taken en bevoegdheden. 1.4 Coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan De praktijkopleider coördineert de uitvoering van het BPV-beleidsplan. Ze informeert betrokkenen over de inhoud van het plan en de werkzaamheden, rechten en plichten die hieruit voortvloeien voor betrokkenen. Ze schept voorwaarden voor het realiseren van de leer- en opleidingsactiviteiten binnen de werkeenheid. Ze stemt op effectieve wijze doelen, acties, tijd en middelen op elkaar af voor het realiseren van een krachtige leeromgeving. De praktijkopleider plant samen met de werkbegeleider en/of leerling de individuele leersituaties op werkplekniveau. De praktijkopleider brengt differentiatie aan in de opdrachten passend bij de leerdoelen en het niveau van de leerling. Indien nodig onderhandelt de praktijkopleider over de noodzakelijke randvoorwaarden voor het kunnen realiseren van geplande leertrajecten. Zij signaleert knelpunten en/of tekortkomingen en onderneemt daarop actie. De praktijkopleider coördineert en bewaakt de uitvoering van het BPV-beleidsplan binnen haar taken en bevoegdheden. 1.5 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen De praktijkopleider bouwt contacten op met de onderwijsinstelling(en) om te komen tot een goede organisatie en uitvoering van de BPV en ze onderhoudt deze contacten. De praktijkopleider werkt samen met de onderwijsinstelling(en) aan de uitvoering en beoordeling van de BPV. Ze stemt theorie en praktijk inhoudelijk af met de onderwijsinstelling. Daarvoor neemt zij kennis van de eisen, wensen en verwachtingen van de onderwijsinstelling en geeft zij aan wat de (on)mogelijkheden binnen de organisatie zijn. Ze maakt Pagina 11 van
12 concrete afspraken over aantal leerlingen en de periode(s) waarin de leerlingen de BPV doen. Ook maakt ze afspraken over de beoordeling van de leerling en de activiteiten die de organisatie hiervoor ontplooit. Kernopgaven kerntaak 1 B. Eigen identiteit versus diversiteit C. Werkzaamheden zelf uitvoeren versus delegeren van taken D. Belangen, wensen en verwachtingen van leerling, werkbegeleider en onderwijsinstelling versus de belangen, wensen en mogelijkheden van de organisatie of praktijkopleider F. Beoordelen versus begeleiden Competentiematrix kerntaak 1: Organiseren van de BPV Kerntaak 1: Organiseren van de BPV Competenties Didactisch handelen Onderhandelen en overtuigen Samenwerken Beoordelen en examineren Begeleiden Professioneel en kwaliteitsgericht Inzichtelijk en verantwoord Ondernemend en innovatief Doel- en resultaatgericht Vraag- en oplossingsgericht Contactueel en communicatief Werkprocessen 1.1 Inventariseert gegevens voor het BPV-beleidsplan 1.2 Ontwikkelt een BPV-beleidsplan of levert hieraan een bijdrage 1.3 Coördineert en bewaakt de beoordeling 1.4 Coördineert de uitvoering van het BPV-beleidsplan 1.5 Werkt samen en stemt af met onderwijsinstellingen X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X Pagina 12 van
13 Kerntaak 2: Coördineren en bewaken van het leertraject van de leerling 2.1 Draagt bij aan selectie en aanname van leerlingen De praktijkopleider levert een bijdrage aan de selectie en aanname van leerlingen conform de afspraken in de organisatie en de afspraken met de onderwijsinstelling. Zij adviseert de coördinator/het management bij het aannemen van leerlingen. Ze voert hiervoor kennismakingsgesprekken waarin ze iedere leerling objectief beoordeelt en het leerbedrijf presenteert. Deze kennismakingsgesprekken bereidt ze zorgvuldig voor op basis van de gegevens van de leerling(en) en het BPV-beleid van de organisatie. Tot slot formuleert ze een advies voor de coördinator/het management. 2.2 Introduceert leerlingen De praktijkopleider voert introductiegesprekken waarin ze o.a. het leerbedrijf op adequate wijze presenteert. Deze introductiegesprekken bereidt ze zorgvuldig voor. Ze ontwikkelt voor de leerlingen een introductieplan, voert dit plan uit of delegeert uitvoering aan de werkbegeleiders. In het introductieplan heeft de praktijkopleider doelstellingen geformuleerd en staan introductieactiviteiten gepland. De praktijkopleider introduceert de leerlingen op organisatieniveau. 2.3 Ondersteunt leerlingen bij het opstellen van hun individuele leerplan De praktijkopleider adviseert en ondersteunt de leerling bij het opstellen van haar individuele leerplan. Ze informeert de leerling over de (on)mogelijkheden in de organisatie en houdt hierbij rekening met de eisen van de onderwijsinstelling. Ze helpt de leerling bij het formuleren van passende leerdoelen. De praktijkopleider zorgt voor differentiatie in de leersituaties. Ze beoordeelt het opgestelde individuele leerplan op haalbaarheid en uitvoerbaarheid. 2.4 Ondersteunt het leertraject van de leerlingen De praktijkopleider ondersteunt het leertraject van de leerling. Ze stemt de begeleiding af op de wensen en behoeften van de leerling, de eisen die aan de leerling worden gesteld en de leerstijl en beginsituatie van de leerling. Ze houdt hierbij rekening met de gestelde doelen en de randvoorwaarden in de organisatie. Ze ondersteunt de leerling bij het plannen en organiseren van de persoonlijke ontwikkeling binnen het leertraject en bewaakt de voortgang van het leerproces en de leerprestaties in relatie tot de kwalificatie en/of leerdoelen. Ze stimuleert de leerling tot steeds meer zelfsturing van het leerproces. Ze voert daarvoor individuele en groepsgerichte begeleidingsgesprekken met leerlingen en nodigt hen uit tot reflectie. De voortgang en wijzigingen houdt zij nauwkeurig bij, schriftelijk en/of digitaal. 2.5 Beoordeelt het leertraject van de leerlingen De praktijkopleider voert ontwikkelingsgerichte (formatieve) en examinerende (summatieve) beoordelingsactiviteiten uit. De praktijkopleider verzamelt en registreert beoordelingsgegevens volgens de geldende procedure. Aan de leerprestaties kent ze een zo objectief mogelijk waardeoordeel toe. De praktijkopleider voert voortgangs- en/of beoordelingsgesprekken met leerlingen en bepaalt afhankelijk van gemaakte afspraken - de (eind)beoordeling, al dan niet in overleg met de onderwijsinstelling. De praktijkopleider bespreekt het verloop en resultaat van het individuele leertraject met de onderwijsinstelling. De beoordelingsgegevens houdt zij nauwkeurig schriftelijk en/of digitaal bij en gaat hier vertrouwelijk mee om. De praktijkopleider, in de rol van assessor, is niet de enige die een waardeoordeel geeft over de (leer)prestaties van de leerling, de onderwijsinstelling geeft veelal ook een waardeoordeel. Wanneer zij beide anders oordelen over dezelfde prestaties van de leerling, dan moeten zij tot een éénduidig oordeel zien te komen. De praktijkopleider is zich bewust van de gevolgen van een beoordeling voor de individuele leerling, voor de eigen organisatie en voor de onderwijsinstelling. 2.6 Evalueert het leertraject De praktijkopleider evalueert regelmatig het individuele leertraject en het verloop van de begeleiding samen met de leerling en de werkbegeleider. Deze evaluatie voert zij uit conform het instellingsbeleid en afspraken met de onderwijsinstelling. Op basis van de evaluatie signaleert en benoemt de praktijkopleider verbeterpunten in de organisatie van de BPV en de werkbegeleiding. Indien mogelijk voert zij verbeteringen in overleg met haar leidinggevende - direct door. De evaluatiegegevens van elk leertraject legt zij vast ten behoeve van de periodieke evaluatie van de BPV. Kernopgaven kerntaak 2 A. Betrokkenheid versus distantie Pagina 13 van
14 B. Eigen identiteit versus diversiteit C. Werkzaamheden zelf uitvoeren versus delegeren van taken D. Belangen, wensen en verwachtingen van leerling, werkbegeleider en onderwijsinstelling versus de belangen, wensen en mogelijkheden van de organisatie of praktijkopleider E. Capaciteiten en kwaliteiten van de leerling versus voorkomen van uitval F. Beoordelen versus begeleiden Competentiematrix kerntaak 2: Coördineren en bewaken van het leertraject van de leerling Kerntaak 2: Coördineren en bewaken van het leertraject van de leerling Competenties Contactueel en communicatief Vraag- en oplossingsgericht Doel- en resultaatgericht Ondernemend en innovatief Inzichtelijk en verantwoord Professioneel en kwaliteitsgericht Begeleiden Beoordelen en examineren Samenwerken Onderhandelen en overtuigen Didactisch handelen Werkprocessen 2.1 Draagt bij aan selectie en aanname van leerlingen X X X 2.2 Introduceert leerlingen X X X 2.3 Ondersteunt de leerling bij het opstellen van hun individuele leerplan 2.4 Ondersteunt en bewaakt het leertraject van de leerling X X X X X X X 2.5 Beoordeelt het leertraject van de leerling X X X X X 2.6 Evalueert het leertraject X X X Kerntaak 3: Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun opleidingstaken 3.1 Coacht werkbegeleiders De praktijkopleider coacht de werkbegeleiders in de begeleiding en beoordeling van leerlingen. Ze voert begeleidingsgesprekken over individuele leerlingen, ze ondersteunt de werkbegeleiders in het kiezen en aanbieden van de juiste leersituatie voor het uitvoeren van de opdrachten, passend bij de individuele leerling. Ze geeft de werkbegeleiders feedback op hun handelen en nodigt hen uit tot reflectie op de uitvoering van hun opleidingstaken. 3.2 Bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders De praktijkopleider levert een bijdrage aan de deskundigheidsbevordering van werkbegeleiders op het gebied van opleiden in de praktijk. De praktijkopleider informeert en instrueert werkbegeleiders over de inhoud en uitvoering van opleidingstaken ten behoeve van het leren, begeleiden en beoordelen in de praktijk. Ze biedt de werkbegeleiders een breed repertoire aan activerende didactische vaardigheden aan en informeert hen over de werkwijze ten aanzien van de begeleiding van de leerlingen. Ze informeert de werkbegeleiders over inhoud en opzet van de kwalificaties, inhoudelijke ontwikkelingen en eventuele wijzigingen. 3.3 Evalueert de begeleiding en beoordeling door werkbegeleiders De praktijkopleider evalueert regelmatig samen met de werkbegeleider de gegeven begeleiding. Deze evaluatie voert zij uit conform het instellingsbeleid. Op basis van de evaluatie signaleert en formuleert de praktijkopleider verbeterpunten in de werkbegeleiding. Indien mogelijk voert zij verbeteringen in overleg Pagina 14 van
15 met haar leidinggevende - direct door. De evaluatiegegevens van elk leertraject legt zij vast ten behoeve van de periodieke evaluatie van de BPV-beleidsplan. Kernopgaven kerntaak 3 A. Betrokkenheid versus distantie B. Eigen identiteit versus diversiteit C. Werkzaamheden zelf uitvoeren versus delegeren van taken D. Belangen, wensen en verwachtingen van leerling, werkbegeleider en onderwijsinstelling versus de belangen, wensen en mogelijkheden van de organisatie of praktijkopleider E. Capaciteiten en kwaliteiten van de leerling versus voorkomen van uitval Competentiematrix kerntaak 3: Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun opleidingstaken Kerntaak 3: Competenties Ondersteunen van de werkbegeleiders bij hun opleidingstaken Contactueel en communicatief Vraag- en oplossingsgericht Doel- en resultaatgericht Ondernemend en innovatief Inzichtelijk en verantwoord Professioneel en kwaliteitsgericht Begeleiden Beoordelen en examineren Samenwerken Onderhandelen en overtuigen Didactisch handelen Werkprocessen 3.1 Coacht werkbegeleiders X X X X 3.2 Bevordert de deskundigheid van werkbegeleiders 3.3 Evalueert de begeleiding en beoordeling door werkbegeleiders X X X X X X Kerntaak 4 Werken aan kwaliteit en deskundigheid 4.1 Evalueert de organisatie van de BPV, de leertrajecten en de ondersteuning van de werkbegeleiders De praktijkopleider evalueert periodiek de organisatie van de BPV, de verschillende leertrajecten uit de afgelopen periode, de uitvoering van de coördinerende taken met betrekking tot de opleidingstaken van de werkbegeleiders, alsook de werkbegeleiding door de werkbegeleiders. Deze evaluatie voert zij zelfstandig uit dan wel met één of meerdere betrokkenen. Ze verzamelt relevante gegevens, luistert naar betrokkenen en reflecteert op haar eigen werkzaamheden. Haar bevindingen legt zij vast in een evaluatieverslag. De praktijkopleider signaleert en formuleert verbeterpunten en doet voorstellen gericht op bijstelling. Zij voert in overleg met betrokkenen en/of het management gewenste veranderingen door of levert daaraan een bijdrage. 4.2 Bevordert de eigen deskundigheid De praktijkopleider werkt aan deskundigheidsbevordering. Zij leest vakliteratuur en volgt bijscholingen. Ze vraagt om feedback over haar eigen functioneren en stelt haar handelen bij op basis van steekhoudende feedback. Ze neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega's en anderen over het beroep en levert zo een bijdrage aan visieontwikkeling van de beroepsuitoefening en draagt deze visie ook uit naar anderen. De praktijkopleider houdt ontwikkelingen op het gebied van competentiegericht opleiden, begeleiden en beoordelen van leerlingen en andere ontwikkelingen op het gebied van leren in de praktijk actief bij. Ook houdt ze ontwikkelingen bij met betrekking tot de kwalificaties waarvoor opgeleid wordt in de organisatie. De praktijkopleider profileert zich in de organisatie als deskundige voor het leren in de praktijk door haar deskundigheid uit te dragen en door nieuwe werkwijzen en inzichten toe te passen in haar werkzaamheden. Pagina 15 van
16 Kernopgaven kerntaak 4 C. Werkzaamheden zelf uitvoeren versus delegeren van taken D. Belangen, wensen en verwachtingen van leerling, werkbegeleider en onderwijsinstelling versus de belangen, wensen en mogelijkheden van de organisatie of praktijkopleider Competentiematrix kerntaak 4: Werken aan kwaliteit en deskundigheid Kerntaak 4: Competenties Werken aan kwaliteit en deskundigheid Contactueel en communicatief Vraag- en oplossingsgericht Doel- en resultaatgericht Ondernemend en innovatief Inzichtelijk en verantwoord Professioneel en kwaliteitsgericht Begeleiden Beoordelen en examineren Samenwerken Onderhandelen en overtuigen Didactisch handelen Werkprocessen 4.1 Evalueert de organisatie van de BPV, de leertrajecten en de ondersteuning van de werkbegeleiders 4.2 Bevordert de eigen deskundigheid X X X X X X X Pagina 16 van
17 4. Kernopgaven van de praktijkopleider In dit hoofdstuk worden eerst een toelichting gegeven bij de kernopgaven van de praktijkopleider. Daarna volgt de uitwerking van de kernopgaven van de praktijkopleider. 4.1 Toelichting Elke beroepsbeoefenaar heeft regelmatig te maken met situaties, waarin van haar een aanpak of oplossing wordt verwacht, waarbij een standaardaanpak of oplossing niet volstaat en waarbij het afbreukrisico bij een onjuiste aanpak groot is. Dergelijke situaties worden kernopgaven genoemd, omdat er een afweging gemaakt moet worden tussen verschillende belangen, dan wel verschillende oplossingen die elk hun vooren nadelen hebben. Het gaat om problemen, dilemma s of kansen, waar een praktijkopleider mee te maken heeft bij het uitoefenen van haar beroepsactiviteiten. Het inzetten van het juiste register van gedrag en handelingen bij het oplossen van kernopgaven bepaalt of iemand een meer of minder professionele (en dus succesvolle) beroepsbeoefenaar is. Naast de taken bepalen de kernopgaven over welke competenties de praktijkopleider moet beschikken. 4.2 Uitwerking kernopgaven A. Betrokkenheid versus distantie Om leerlingen en werkbegeleiders te kunnen begeleiden en ondersteunen in hun leer- of werkproces is betrokkenheid noodzakelijk teneinde een goede vertrouwens- en werkrelatie te kunnen opbouwen. De praktijkopleider dient daartoe de leerling en werkbegeleider empatisch, respectvol en concreet tegemoet te treden. Ze kan hierbij problemen op de juiste plaats leggen, objectief blijven waarnemen en beoordelen, en haar eigen professionele grenzen aangeven en bewaken. Zo niet, dan bestaat het risico dat ze te ver doorschiet in haar betrokkenheid wat ten koste zal gaan van de kwaliteit van de begeleiding en beoordeling, respectievelijk het leertraject van de leerling. Een professionele beroepshouding vereist de juiste balans tussen betrokkenheid en distantie. B. Eigen identiteit versus diversiteit De laatste decennia is de diversiteit van de Nederlandse samenleving toegenomen. Van praktijkopleiders wordt verwacht dat zij in staat zijn constructief en effectief te handelen in heterogene, diverse situaties en omstandigheden, zonder daarmee de eigen identiteit te verloochenen. De omgangsvormen, waarden en normen van leerlingen, werkbegeleiders, de organisatie en overige betrokkenen kunnen afwijken van die van de praktijkopleider. De praktijkopleider zal dan een balans moeten zien te vinden tussen de eigen waarden en normen en de (culturele) waarden en normen van anderen. C. Werkzaamheden zelf uitvoeren versus delegeren van taken De praktijkopleider kent haar eigen taakgebied en verantwoordelijkheden. Zij weet en geeft te kennen of zij bekwaam is een bepaalde taak uit te voeren. Hiervoor schat zij in of zij binnen de gestelde randvoorwaarden in staat is de taak naar behoren uit te voeren. Zij kent de grenzen van haar competenties en weet wanneer zij de hulp van een collega of leidinggevende moet inroepen. Bij haar dagelijkse werkzaamheden zal ze moeten beoordelen of een taak bij haar ligt of dat zij deze kan delegeren aan de werkbegeleider. Daar de scheiding tussen het takenpakket van de praktijkopleider en de werkbegeleider niet altijd helder is, staat de praktijkopleider regelmatig voor de keuze de taak zelf op te pakken of deze te delegeren. In haar afweging zal zij nagaan of ze competent is voor de taak en daarvoor de tijd en eventuele middelen heeft dan wel of de werkbegeleider competent is en beschikt over tijd en middelen. Zonodig betrekt de praktijkopleider haar leidinggevende bij haar overwegingen. D. Belangen, wensen en verwachtingen van leerling, werkbegeleider en onderwijsinstelling versus de belangen, wensen en mogelijkheden van de organisatie of praktijkopleider De praktijkopleider staat regelmatig voor de opgave om te gaan met en oplossingen te zoeken voor belangen en wensen van leerling, werkbegeleider of onderwijsinstelling die niet stroken met de belangen en mogelijkheden van de organisatie, dan wel haar eigen mogelijkheden en belangen. Een selectie van de tegenstrijdige belangen waarmee ze te maken kan krijgen: - Wensen en verwachtingen van leerlingen versus wensen en mogelijkheden van de organisatie; - Wensen en verwachtingen van de onderwijsinstelling versus wensen en mogelijkheden van de organisatie; - Wensen en verwachtingen van de werkbegeleider versus wensen en mogelijkheden van de organisatie; Pagina 17 van
18 - Wensen en verwachtingen van de werkbegeleider versus wensen en mogelijkheden van de praktijkopleider; - Wensen van leerling en/of onderwijsinstelling versus de eisen en verplichtingen vanuit wet- en regelgeving (bijvoorbeeld Arbeidsomstandighedenwet, CAO of Arbeidstijdenwet). Van de praktijkopleider wordt verwacht dat zij telkens een afweging maakt tussen de verschillende belangen en in dialoog met de betrokkenen toewerkt naar het verkrijgen van een win-winsituatie. Zij zal daartoe belangen afwegen, prioriteiten stellen, keuzes maken en beslissingen nemen. E. Capaciteiten en kwaliteiten van de leerling versus voorkomen van uitval De praktijkopleider staat voor de opgave om de BPV efficiënt en effectief te organiseren. Dat betekent dat mensen en middelen adequaat moeten worden ingezet om de gewenste resultaten te behalen. Uitval van leerlingen is ongewenst. Enerzijds vanuit de maatschappelijke opdracht van het onderwijs om onderwijsinstellinguitval te beperken, anderzijds vanuit het organisatiebelang om verspilling van kosten en moeite en het niet behalen van het gewenste resultaat (gekwalificeerde beroepsbeoefenaren) te voorkomen. De praktijkopleider krijgt te maken met leerlingen die niet naar behoren functioneren waardoor gewenste resultaten niet behaald zullen worden. Van de praktijkopleider wordt verwacht dat zij een afweging maakt tussen de verschillende belangen van betrokkenen en in dialoog met hen toewerkt naar een oplossing die voor alle betrokken partijen bevredigend is. De praktijkopleider weegt daartoe de verschillende belangen af, zoekt naar oplossingmogelijkheden, brengt verschillende alternatieven in kaart en benoemt de voor- en nadelen hiervan, stelt prioriteiten, maakt keuzes en neemt beslissingen. De praktijkopleider beoordeelt of, en zo ja wanneer en hoe zij haar leidinggevende of het management bij haar afwegingsproces en/of het eindresultaat betrekt. Daarbij houdt zij rekening met het beleid van de instelling. F. Beoordelen versus begeleiden De praktijkopleider staat voor de opgave om de kwaliteit van de beoordeling te waarborgen. Ze maakt de gewenste werkwijze bekend aan onder andere werkbegeleider en leerling. De praktijkopleider bewaakt een scheiding tussen begeleiden en beoordelen. Begeleiden vraagt het opbouwen van een vertrouwensrelatie waarbij de begeleider zich empathisch opstelt, terwijl voor beoordeling juist afstand nodig is. De praktijkopleider streeft naar een scheiding tussen de rol van begeleider en beoordelaar, maar vaak is de praktijk weerbarstig, waardoor deze gewenste scheiding niet altijd te realiseren is. Van de praktijkopleider wordt dan een aanpak verwacht die de kwaliteit van de beoordeling waarborgt. De praktijkopleider bedenkt oplossingen, brengt voor- en nadelen in kaart en maakt een afgewogen keuze die ze kan verantwoorden naar leerling, werkbegeleider, beoordelaar, onderwijsinstelling en management. Pagina 18 van
19 5. Competenties van de praktijkopleider 5.1 Toelichting competenties Dit hoofdstuk beschrijft de competenties van de praktijkopleider. In de voorafgaande hoofdstukken is het beroep van de praktijkopleider beschreven. Er staat in wat de praktijkopleider doet (kerntaken) en welke afwegingen zij maakt en wat ze daarbij belangrijk vindt (kernopgaven). Deze informatie vormt de input voor het beschrijven van de competenties. Bij het beschrijven van de competenties wordt uitgegaan van de volgende definitie: Een competentie is een geïntegreerd geheel van kennis, inzicht, vaardigheden, houding en persoonlijke eigenschappen waarmee op adequate wijze adequate resultaten kunnen worden behaald in een beroepscontext. (Vlaar e.a., 2006, p.30). Het gaat om het feitelijke gedrag wat men van de beroepskracht mag verwachten in de dagelijkse praktijk. Het is een gedragsrepertoire, een cluster van vaardigheden, kennis, attituden, eigenschappen en inzichten. Competenties verwijzen naar individuele vermogens en worden altijd binnen een context bezien. Die context (de werksituatie of beroepsuitoefening) bepaalt namelijk de inkleuring en bepaalt wat adequaat handelen is. In de beschrijving van de competentie-resultaten zijn de competenties ingekleurd naar de kerntaak waarbinnen ze door de praktijkopleider toegepast worden. Anders gezegd, door het toepassen van competenties binnen haar beroepscontext en beroepsactiviteiten realiseert de praktijkopleider bepaalde resultaten, De beoogde resultaten zijn benoemd in de competentiebeschrijving. In elke kolom resultaten is met cijfers aangegeven in welke kerntaken deze competenties van toepassing zijn en waarbij dus een resultaat gerealiseerd dient te worden. De competenties zijn opgedeeld in generieke en vakspecifieke competenties. De generieke competenties zijn gebaseerd op de NIZW-competentieset (NIZW heet sinds 2007 Movisie). Deze competenties zijn in min of meerdere mate in elke beroepsgroep binnen zorg en welzijn noodzakelijk en zijn niet direct verbonden aan een bepaalde beroepsgroep of beroependomein (Vlaar e.a., 2006, p.58). De vakspecifieke competenties zijn een aanvulling op de generieke competenties en zijn kenmerkend voor het beroep van de praktijkopleider. Deze competenties zijn deels afgeleid van de vakspecifieke NIZW- competenties (Vlaar e.a., 2006) en vervolgens door Calibris verder ontwikkeld voor de praktijkopleider. 5.2 Overzicht competenties praktijkopleider Generieke competenties: 1. Contactueel en communicatief 2. Vraag- en oplossingsgericht 3. Doel- en resultaatgericht 4. Ondernemend en innovatief 5. Inzichtelijk en verantwoord 6. Professioneel en kwaliteitsgericht Vakspecifieke competenties: 7. Begeleiden 8. Beoordelen en examineren 9. Samenwerken 10. Onderhandelen en overtuigen 11. Didactisch handelen Pagina 19 van
Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Praktijkopleider
Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure Praktijkopleider Kwalificatie: Praktijkopleider Crebonummer: 90350 Niveau : 4 Geldig vanaf: 1 augustus 2012 Deel A: Beeld van de beroepengroep Praktijkopleider
Nadere informatieKerntaak 1: Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject
Kerntaak 1: Organiseren, coördineren en bewaken van het opleidingstraject Werkproces 1.1: Inventariseert gegevens voor het BPV-beleidsplan De praktijktopleider inventariseert gegevens voor het opstellen
Nadere informatieNEDERLANDSE KANO BOND Aangesloten bij: NOC*NSF / European Canoe Association / International Canoë Fédération Commissie Opleidingen
Profiel Trajectbegeleider / Leercoach Kwalificatieprofiel trajectbegeleider Algemene informatie Onder regie van datum: december 2005 versie: 3 NOC*NSF Ontwikkeld door KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking
Nadere informatiedatum: december 2005 versie: 3 KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking met CINOP 0 vakman/vakvrouw niveau 4
Profiel trajectbegeleider Kwalificatieprofiel trajectbegeleider Algemene informatie Onder regie van datum: december 2005 versie: 3 NOC*NSF Ontwikkeld door KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking met
Nadere informatieCompetentieprofiel werkbegeleider
Competentieprofiel werkbegeleider Voor verzorgenden en verpleegkundigen Ontwikkeld door: Hennie Verhagen (Evean) Joukje Stellingwerf (Puur Zuid) Maaike Hakvoort (ZGAO) Brenda van der Zaag (ROC TOP) Kim
Nadere informatieRollen, verantwoordelijkheden en taken docent-praktijkopleider-werkbegeleider-teamleider (leerafdelingen)
Rollenmatrix Rollen, verantwoordelijkheden en taken docent-praktijkopleider-werkbegeleider-teamleider (leerafdelingen) Toelichting vooraf: o Als uitgangsmateriaal zijn de overzichten van taken en verantwoordelijkheden
Nadere informatieCompetentieprofiel van de opleider CHVG
Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider per competentiegebied 0. Competentiegebied: handelen als expert De opleider beantwoordt aan het competentieprofiel van de betreffende
Nadere informatieVOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk
VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk 2010-2013 volgens het kwalificatiedossier Jeugdzorg 2011. 1=startniveau, 2= aardig eindje op weg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak
Nadere informatie2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*
Competentiekaart verzorgende IG (de eisen ten aanzien van loopbaan en de burgerschapsdimensies zijn in de kaart verwerkt, behalve de politiek-juridische dimensie die geheel op school wordt behandeld) Competentiekaart
Nadere informatieBPV. Profiel praktijkopleider. Norm. Toelichting. Aanpak. Prestatie
pagina 1 4 Profiel praktijkopleider Norm Een praktijkopleider speelt in het leerbedrijf een cruciale rol in het succesvol opleiden van onderwijsdeelnemers tot goed geschoolde vakmensen. Het is daarom dat
Nadere informatieCompetentiescan voor werkbegeleider competentiegericht opleiden
Competentiescan voor werkbegeleider competentiegericht opleiden Inleiding De werkbegeleider competentiegericht opleiden speelt een bepalende rol bij het leerproces in de praktijk: het opleiden, coachen,
Nadere informatieBijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio
Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement f. Functie procesmanager multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub f Besluit personeel
Nadere informatieOverzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten
Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten Kerntaak 1 Organiseert het leerproces van de (lerende) medewerker in de praktijk Werkproces Prestatie-indicator Examenproduct
Nadere informatieProfiel Praktijkbegeleider. Kwalificatieprofiel Praktijkbegeleider Algemene informatie. Specifieke informatie. datum: december 2005 versie: 4
Profiel Praktijkbegeleider Kwalificatieprofiel Praktijkbegeleider Algemene informatie datum: december 2005 versie: 4 Onder regie van NOC*NSF Ontwikkeld door KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking met
Nadere informatieCompetentieprofiel Werkbegeleider
Competentieprofiel Werkbegeleider Calibris Kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport Postbus 131 3980 CC Bunnik T 030 750 7000 F 030 750 7001 I www.calibris.nl E info@calibris.nl
Nadere informatie1. Interpersoonlijk competent
1. Interpersoonlijk competent De docent BVE schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer in het contact met deelnemers en tussen deelnemers, en brengt een open communicatie tot stand. De docent BVE geeft
Nadere informatieLEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden
Leercoaches begeleiden studenten in hun leertraject, studievoortgang en ieontwikkeling binnen de Netwerkschool ROC Nijmegen. Deze notitie uit 2013 beschrijft de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en kerntaken
Nadere informatieKinderopvang Dikkertje Dap. BPV Beleidsplan. Document: 3.12 Eigenaar: Gerrie Behet. Versie: Pagina 1 van 8
1 Versie: 21-04-2015 Pagina 1 van 8 2 Inhoudsopgave Pag. Inleiding 3 Missie 4 Visie opleiden De Beroepspraktijk Vorming (bpv) 5 1. Voorwaarden voor het leerproces Taken en verantwoordelijkheden van alle
Nadere informatieToelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg
Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar
Nadere informatieInstructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar
Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER : Alle DOSSIERCREBO : Alle KWALIFICATIE : Alle KWALIFICATIECREBO : Alle NIVEAU : Alle COHORT : Vanaf 2015
Nadere informatieKeuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137
Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015
Nadere informatieProeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep
Proeve van Bekwaamheid kerntaak 2 Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep ROC van Amsterdam,augustus 2007 Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor
Nadere informatieGezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van:
Gezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van: 2 Gezamenlijke aanpak BPV In de Verbeteragenda BPV van MKB Nederland en VNO-NCW is naar aanleiding van een onderzoek naar de ervaringen van leerbedrijven
Nadere informatieVoorwoord. Den Haag, Augustus 2010, drs. K. Keep, manager Kenniscentrum PMLF. Profielschets, PRAKTIJKBEGELEIDER PMLF November 2010
Voorwoord Voor u ligt de profielschets praktijkbegeleider PMLF. Deze profielschets is gebaseerd op een, door de gezamenlijke kenniscentra ontwikkeld model en is geactualiseerd door het kenniscentrum PMLF
Nadere informatieZorginnovaties en technologie
Keuzedeel mbo Zorginnovaties en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0138 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport
Nadere informatieOpleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:
Opleidingsgebied ICT Kwalificatiedossier en kerntaak Applicatie- en mediaontwikkeling 2012-2013, 2013-2014 Kerntaak 3: Implementeren van de applicatie of (cross)media-uiting Kwalificatie en crebocode Applicatieontwikkelaar
Nadere informatieVOORTGANGSRAPPORTAGE PRAKTIJK KINDEROPVANG BBL vlg het Kwalificatiedossier 2011
VOORTGANGSRAPPORTAGE PRAKTIJK KINDEROPVANG BBL vlg het Kwalificatiedossier 2011 K1: Pedagogisch werker = 3; de gewoon getypte onderdelen behoren bij de kwalificatie van niveau 3 en van niveau 4. K2: Gespecialiseerd
Nadere informatie2.3 Wanneer ben je een goede werkbegeleider? Methodisch werken als werkbegeleider 18
15 De werkbegeleider Samenvatting De werkbegeleider heeft een belangrijke rol binnen zorg- en welzijnsorganisaties. Zij helpt de student zich het vak eigen te maken en leert tegelijkertijd zelf hoe zij
Nadere informatieServicedocument. Profiel. BPV-Begeleider Onderwijs
Servicedocument Profiel BPV-Begeleider Onderwijs Maart 2011 Colofon Profiel van de BPV-begeleider Onderwijs Betrokkenen bij dit document MBO Raad Nicoline Adèr - Werkgroepleider Examenprofielen BTG GWS
Nadere informatieProfiel Praktijkopleider juli 2013. Standaard rapportopmaak 2
Profiel Praktijkopleider juli 2013 Standaard rapportopmaak 2 Profiel Praktijkopleider 2013 Kenwerk 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 4 3 Overzicht van het profiel... 6 4 Kerntaak en werkprocessen Praktijkopleider...
Nadere informatiegestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.
VOORTGANGSRAPPORTAGE Praktijk PW 4 Jeugdzorg 2009-2011 naam: klas: loopbaanbegeleider: 1=startniveau, 2= aardig eindje onderweg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak 1 Opstellen van een activiteitenprogramma
Nadere informatieCompetentieprofiel praktijkopleider verpleegkundig specialist
Competentieprofiel praktijkopleider verpleegkundig specialist vastgesteld door het CSV op 17 november 2014 I Werkbegeleiding II Toetsing en beoordeling III Coördinatie en organisatie Begeleidt de vios
Nadere informatieMensen met niet-aangeboren hersenletsel
Keuzedeel mbo Mensen met niet-aangeboren hersenletsel gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0067 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn
Nadere informatieCompetenties directeur Nije Gaast
Competenties directeur Nije Gaast De s voor directeuren van Nije Gaast zijn vertaald in vijf basiss. De beschrijving is gebaseerd op de schoolleiderscompententies die landelijk zijn vastgesteld en zijn
Nadere informatieMensen met niet-aangeboren hersenletsel
Keuzedeel mbo Mensen met niet-aangeboren hersenletsel behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee de positie van keuzedelen in de kwalificatiestructuur
Nadere informatieVOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk BOL Leerjaar 3 Praktijk 2010-2012
VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk BOL Leerjaar 3 Praktijk 2010-2012 volgens het kwalificatiedossier Kinderopvang 2009. naam: klas: loopbaanbegeleider: 1=startniveau, 2= aardig eindje op weg 3= beginnend
Nadere informatieExamenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT
Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT Sector: ESB&I Gevalideerd door: de paritaire commissie ECABO Vaststellingsdatum: 7 oktober 2014 Examenprofielnummer: EXPRO.16 1 Inleiding
Nadere informatieDe CBP: Competentie Beoordeling Praktijk
De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat
Nadere informatieServicedocument. Profiel. Werkbegeleider in het leerbedrijf
Servicedocument Profiel Werkbegeleider in het leerbedrijf Maart 2011 Colofon Profiel van de werkbegeleider in de BPV Betrokkenen bij dit document MBO Raad Nicoline Adèr - Werkgroepleider Examenprofielen
Nadere informatieCompetentieprofiel Afstudeerscriptiebegeleider Praktijkopleiding RA
Competentieprofiel Praktijkopleiding RA rapport Competentieprofiel. pagina 2 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 Leeswijzer... 5 2. Competentieprofiel... 6 Colofon... 6 Beroepsbeschrijving... 6 Beschrijving
Nadere informatieMensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag
Keuzedeel mbo Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee
Nadere informatieOpleidingswijzer. Opleiding Praktijkopleider Crebo 90350 Niveau 4 Cohort 2013-2014 Kwalificatiedossier 2012. Studieduur WSF 1
Opleidingswijzer Opleiding Praktijkopleider Crebo 90350 Niveau 4 Cohort 2013-2014 Kwalificatiedossier 2012 Geldigheid en vaststelling Deze Opleidingswijzer is geldig voor het volgende opleidingstraject:
Nadere informatieSERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV?
SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV? Inleiding Op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB) zijn er aan de beroepspraktijkvorming (bpv) vereisten
Nadere informatieOpleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:
Opleidingsgebied ICT Kwalificatiedossier en kerntaak Applicatie- en mediaontwikkeling 2012-2013, 2013-2014 Kerntaak 1: Ontwerpen van de applicatie, (cross)media-uiting of game Kwalificatie en crebocode
Nadere informatieNieuwe. Handleiding voor leerlingen/stagiairs Versie 2013
Nieuwe Handleiding voor leerlingen/stagiairs Versie 2013 Inhoud Inleiding... 3 1. De Nieuwe Praktijkwijzer... 4 2. Wat gebruik je op welk moment?... 5 Aansluiting bij het BPV Protocol... 8 2 Inleiding
Nadere informatieProfiel schoolopleider en schoolcoördinator 1
Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1 Dit profiel bevat de taken en competenties voor de schoolopleider en de schoolcoördinator, geordend naar de bekwaamheidsgebieden van de Velon beroepsstandaard.
Nadere informatieNieuwe. Handleiding Versie 2012
Nieuwe Handleiding Versie 2012 Inhoud Inleiding... 3 1. De Nieuwe Praktijkwijzer... 4 2. Doel van de Nieuwe Praktijkwijzer... 5 3. Uitgangspunten voor de (Nieuwe) Praktijkwijzer... 5 4. Instrumenten van
Nadere informatieSWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen
SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent
Nadere informatieLeraar basisonderwijs LB
Leraar basisonderwijs LB Functiewaardering: 43343 43333 43 33 Salarisschaal: LB Werkterrein: Onderwijsproces -> Leraren Activiteiten: Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen
Nadere informatieDEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL EN COMPETENTIEPROFIEL
Huis voor Gezondheid vzw Lakensestraat 76 bus 7 1000 Brussel t. 02 412 31 6 f. 02 412 31 69 info@huisvoorgezondheid.be www.huisvoorgezondheid.be ond. nr. 821.4.683 DEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL
Nadere informatieTrajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)
Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K0137 480 SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) D1 Voorlichting en advies geven aan cliënten over technologische hulpmiddelen
Nadere informatieDe planning is realistisch, efficiënt en afdoende afgestemd met de betrokkenen.
Kerntaak 1 Stuurt werkplaats aan 1.1 werkproces: Plant en verdeelt werkzaamheden De deelnemer heeft bij het plannen van de werkorders voldoende rekening gehouden met wat de werkplaats aankan (afgestemd
Nadere informatieBijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s
Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement h. Functie docent Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub h Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1 Algemene
Nadere informatieITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)
ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed
Nadere informatieToelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg
Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Het werken aan en en de relatie daarvan met de voortgangsrapportage Gedurende de verdiepingsfase
Nadere informatieKerntaak 3 opleiding doktersassistent: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
Proeve van bekwaamheid Kerntaak 3 opleiding doktersassistent: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Ter beoordeling van de werkprocessen 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4 worden (onderzoeks)opdrachten
Nadere informatiegezamenlijke aanpak bpv
BPVprotocol gezamenlijke aanpak bpv In de Verbeteragenda bpv van MKB Nederland en VNO-NCW is naar aanleiding van een onderzoek naar de ervaringen van leerbedrijven met de bpv: Beroepspraktijkvorming in
Nadere informatieKeuzedeel mbo. Arbeidsparticipatie. behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo
Keuzedeel mbo Arbeidsparticipatie behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee de positie van keuzedelen in de kwalificatiestructuur
Nadere informatieOpleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind
Opleidingsgebied ICT Kwalificatiedossier en kerntaak ICT- en mediabeheer 2012-2013 Kerntaak 2: Implementeren van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen Kwalificatie en crebocode ICT-beheerder 95321
Nadere informatieAantekenformulier van het assessment PDG
Aantekenformulier van het assessment PDG Kandidaat: Assessor: Datum: Een startbekwaam docent voldoet aan de bekwaamheidseisen voor leraren in het tweedegraadsgebied (zie competentie 1 t/m 7 op de volgende
Nadere informatieGespreksformulieren LA personeel Dommelgroep
Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep (versie mei 2012) FUNCTIONERINGSGESPREK leraar basisonderwijs (LA) Naam: Geboortedatum: Huidige school: Leidinggevende: Huidige functie: Datum vorig gesprek:
Nadere informatiePuberbrein als Innovatiekans. Beschrijving van de 4 basiscompetenties
Puberbrein als Innovatiekans Beschrijving van de 4 basiscompetenties Samenwerken Plannen en organiseren Omgaan met (onverwachte) veranderingen Reflecteren Toelichting beschrijving van de basiscompetenties
Nadere informatieEen verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.
Specificaties Medewerker maatschappelijke zorg Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Coachend begeleiden en sociaal activeren Cursus Gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg,
Nadere informatieCompetentieprofiel Assessor/Praktijkbeoordelaar Kern competentie Toelichting Praktijkbeoordelaar Voorbereiding assessment
Competentieprofiel Assessor/Praktijkbeoordelaar Kern competentie Toelichting Praktijkbeoordelaar Voorbereiding assessment bereidt het assessment voor informeert kandidaat over de praktische kant van het
Nadere informatieBijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s
Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement aa. Functie specialist opleiden en oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub aa. Besluit personeel veiligheidsregio
Nadere informatieLeerdoelenmatrices lmp 1.5_GEREV.doc. Leerdoelenmatrices LMP per werkproces op basis van servicedocument Versie 1.
Leerdoelenmatrices LMP per werkproces op basis van servicedocument Versie 1.0 BD/24 juni 2009 1 Toelichting op de matrices Leerdoelenmatrix beroepsbekwaam 1. cognitief-reflectief 2. vakmatig-methodisch
Nadere informatieSpelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen
Specificaties Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Titel: Soort: Werksituatie: Spelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen Cursus PW peuterspeelzaal, kinderdagverblijf BSO 4 t/m 8 jaar
Nadere informatieVoorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning
Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor de opleiding Helpende Zorg & Welzijn, niveau 2, voor de kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Deze proeve sluit
Nadere informatieProeve van bekwaamheid (leerbedrijf) Examenproject (gesimuleerde beroepsomgeving)
Opleidingsgebied Commercieel dossier en kerntaak Medewerker marketing en communicatie 2009 2010/2010 2011 Uitstroom en crebocode 90531 Toetsnaam en toetscode* Zet marketing en/of communicatieactiviteiten
Nadere informatieFunctiebeschrijving Operationeel Manager Naschoolse Opvang (NSO)
Functiebeschrijving Operationeel Manager Naschoolse Opvang (NSO) FUNCTIE-INFORMATIE Functienaam Operationeel Manager Codering 102 Organisatie Stichting Professionele Kinderopvang Bonaire Functieschaal
Nadere informatieAlle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld
BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:
Nadere informatieSamenwerkingsovereenkomst ROCKO
Samenwerkingsovereenkomst ROCKO Partijen: Summa College, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw T. van Hoogstraten, Korein, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer P. Notten, Kinderopvanggroep,
Nadere informatiePortfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:
Pro-U assessment centrum Eigendom van: Blad 1 Persoonlijke gegevens Naam en voorletters Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Mobiel nummer Onderwijsinstelling E-mailadres Docentbegeleider Geboortedatum
Nadere informatieBeroeps Praktijk Vormingsplan
Beroeps Praktijk Vormingsplan Hoofdstuk en artikelindeling 1. Algemene informatie 1.1 Inleiding 1.2 Doelgroep 1.3 Profiel erkende gastouder als leerbedrijf 1.4 Profiel bemiddelingsmedewerker 1.5 Profiel
Nadere informatieOpleiding Verzorgende IG PROEVE
Opleiding Verzorgende IG PROEVE Uitleg Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2015-2016 Crebocode: 95530 Februari 2015 Naam student: Proeve Cohort 2012-2013 verzorgende IG
Nadere informatie1. Algemene informatie over kwalificatie
1. Algemene informatie over kwalificatie In dit hoofdstuk wordt het beroep nader omschreven. A. unctiebenaming Leider Sportieve Recreatie B. Typering kwalificatie Werkomgeving De Leider Sportieve Recreatie
Nadere informatieBeoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:
Nadere informatieTrajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4)
Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K0138 480 SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4) D1 K1 Multidisciplinair samenwerken m.b.t. de inzet
Nadere informatieBeroepspraktijkvorming op de werkvloer
Beroepspraktijkvorming op de werkvloer Compact kwalificatiedossier Fashion management Junior productmanager fashion - niveau 4 Beroepspraktijkvorming op de werkvloer Compact kwalificatiedossier Fashion
Nadere informatieAssisteren bij Sport en Recreatie
Keuzedeel mbo Assisteren bij Sport en Recreatie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0006 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en
Nadere informatieFunctiecompetentieprofiel Praktijkopleider
Functiecompetentieprofiel Praktijkopleider Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Algemene opmerkingen... 3 3 Korte typering... 4 4 Overzicht van de werkprocessen... 5 5 Kerntaken en werkprocessen... 7 1 Inleiding
Nadere informatieBeoordelingsformulieren: Uitleg Beoordeling. A: Is in ontwikkeling, maar nog niet op het reproductieve niveau
Beoordelingsformulieren: Uitleg Beoordeling A: Is in ontwikkeling, maar nog niet op het reproductieve niveau B: Reproductief niveau. Op reproductief niveau handelt de beroepsbeoefenaar volgens routines
Nadere informatieMEDEWERKER ACTIES EN EVENEMENTEN
Waarvoor ben ik aangenomen? (Doel) Het organiseren en uitvoeren van acties en evenementen en het bieden van administratieve en organisatorische ondersteuning. Welke positie neem ik in de organisatie in?
Nadere informatieCompetentieprofiel Praktijkbegeleider in de handel
Competentieprofiel Praktijkbegeleider in de handel Sector: Branche: Beroepengroep: Versie: Handel Detailhandel, Groothandel en Internationale handel Praktijkbegeleider 3 december 2010 (definitief) Waar
Nadere informatieMiddelbaar beroepsonderwijs (zie verder uitleg na dit schema) Beroeps Opleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema)
Lijst met afkortingen voor de bloemist-winkelier m.b.t. het onderwijs Gebruikte term Toelichting MBO BOL BBL deelnemer BPV protocol Beroeps Praktijk Vorming (afgekort BPV) BPV verlener BPV-begeleider BPV-deelnemer
Nadere informatieMBO-beroep in beeld. Contactcenter teamleider mbo-beroep, niveau 4. Bent u HR-adviseur? Bent u praktijkopleider, begeleidt u een stagiair?
MBO-beroep in beeld Contactcenter teamleider mbo-beroep, niveau 4 In deze uitgave beschrijven we de inhoud van een mbo-beroep. Zo weet u wat u van iemand mag verwachten die gediplomeerd is in dit vakgebied.
Nadere informatieWielertrainer 3. Kwalificatieprofiel
Wielertrainer 3 Kwalificatieprofiel 30-05-2017 Wielertrainer 3 Kwalificatieprofiel Inhoudsopgave 1 Algemene informatie over kwalificatie 2 A. Functiebenaming B. Typering kwalificatie C. Kenmerken kwalificatie
Nadere informatieEindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)
Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Student: Opleidingsassessor: Studentnummer:. Veldassessor:. Datum: Een startbekwaam
Nadere informatieWielertrainer 3 Kwalificatieprofiel
Kwalificatieprofiel Inhoudsopgave 1 Algemene informatie over kwalificatie 2 A. Functiebenaming B. Typering kwalificatie C. Kenmerken kwalificatie D. In- en doorstroom 2 Overzicht van kerntaken en werkprocessen
Nadere informatieOpleidingswijzer. Opleiding MBO Praktijkopleider Crebo Niveau 4 Cohort Kwalificatiedossier Studieduur
Opleidingswijzer Opleiding MBO Praktijkopleider Crebo 90350 Niveau 4 Cohort 2012-2013 Kwalificatiedossier 2012 Geldigheid en vaststelling Deze Opleidingswijzer is geldig voor het volgende opleidingstraject:
Nadere informatieBIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE
BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE In deze bijlage is het waarderingskader en de normering voor de voorschoolse educatie opgenomen. De toelichting op de aanpassing van het waarderingskader
Nadere informatieTrainer-coach 3 Kwalificatieprofiel
Trainer-coach 3 Kwalificatieprofiel INHOUDSOPGAVE A. FUNCTIEBENAMING... 2 B. TYPERING KWALIFICATIE... 2 C. KENMERKEN KWALIFICATIE... 3 D. IN- EN DOORSTROOM... 3 A. KERNTAAK 3.1 GEVEN VAN TRAININGEN...
Nadere informatieOpleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind
Opleidingsgebied ICT Kwalificatiedossier en kerntaak ICT- en mediabeheer 2012-2013 Kerntaak 1: Ontwikkelen van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen Kwalificatie en crebocode ICT-beheerder 95321
Nadere informatieInstructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl
Instructie student Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER DOSSIERCREBO KWALIFICATIE NIVEAU COHORT KERNTAAK VERSIE : 1v1 Augustus 2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Stappenplan 4 3. Instructie
Nadere informatieInzoomen op de cliënt en zijn omgeving
Beoordelingseenheid B Proeve van Bekwaamheid Inzoomen op de cliënt en zijn omgeving Crebonummer: 92661 en 92662 Opleiding Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen
Nadere informatieCompetentieprofiel mentor jeugdzorg 1
Competentieprofiel mentor jeugdzorg 1 Karin Kleine, projectleider Ontwikkeling traineeship HBO-afgestudeerden Marjolein van Dijk, opleidingsadviseur Jeugdzorg Nederland 3 juli 2013 1 Dit document is geschreven
Nadere informatieCompentieprofiel Adjunct-directeur AB
1. Onderwijskundig leiderschap Gericht op het primaire proces Kwaliteitszorg 2. Visiegericht leiderschap Organisatieontwikkeling 3. Aansturen van professionals Aansturen van professionals Interpersoonlijk
Nadere informatieFunctiebeschrijving schoolcoördinator BO
Functiebeschrijving schoolcoördinator BO FUNCTIE INFORMATIE Functienaam Schoolcoördinator PO (met lesgevende taken) Salarisschaal 10 Werkterrein Management -> schoolmanagement - lesgeven Activiteiten Beleids-
Nadere informatieExaminering in de beroepspraktijk van het mbo
Examinering in de beroepspraktijk van het mbo Een uitdagend evenwicht Halvard Jan Hettema Servicepunt examinering mbo 23 november 2016 Geheel van maatregelen Betrouwbaarheid van afname in de reële beroepscontext
Nadere informatie