wonden, krijg je heel wat voor je kiezen! Wat zijn je prioriteiten? Wat zijn de risico s voor het hulpverleningspersoneel?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "wonden, krijg je heel wat voor je kiezen! Wat zijn je prioriteiten? Wat zijn de risico s voor het hulpverleningspersoneel?"

Transcriptie

1 2010 Januari Jaargang 4 Scheepsramp op het Amsterdam- Rijnkanaal, geen ondenkbeeldig scenario. FOTO: MARCEL KRADOLFER Oefening Breuklijn: scenario met actualiteitswaarde De omgeving van Breukelen was op woensdagavond 4 november het toneel van een dubbele multidisciplinaire rampenoefening. Op twee plaatsen tegelijk oefenden de operationele hulpdiensten een groot incidentscenario, met als belangrijkste component de samenwerking en afstemming met Rijkswaterstaat. s Lands nationale beheerder van infrastructuur streeft naar intensieve samenwerking met alle veiligheidsregio s om de afstemming tussen de operationele hulpverlening, het bevoegd gezag en de eigen interne crisisorganisatie zoveel mogelijk te stroomlijnen. Dat brachten de partners op 4 november bij Breukelen in de praktijk. Het grootste en meest complexe scenario speelde zich af op het Amsterdam-Rijnkanaal, waar volgens het scenario drie schepen tegen elkaar waren gebotst: een werkschip, een lege binnenvaarttanker en een partyschip met 50 opvarenden. Het scenario was de input voor het beoefenen van de procedures en processen van het rampbestrijdingsplan voor het Amsterdam-Rijnkanaal. Daarnaast was er een snelwegscenario met een verkeersongeval, inclusief gekantelde tankwagen met gevaarlijke stoffen op de verzorgingsplaats Haarrijn langs de snelweg A2. Bij dit scenario stond het proces incident-management en berging centraal. Actualiteitswaarde Aan actualiteitswaarde ontbrak het bij de oefening op het Amsterdam- Rijnkanaal beslist niet. In het gastenprogramma dat de VRU en Rijkswaterstaat rond de oefening organi- wonden, krijg je heel wat voor je kiezen! Wat zijn je prioriteiten? Wat zijn de risico s voor het hulpverleningspersoneel? Wat kun je en wat kun je niet vanaf de wal, in afwachting van vaartuigen van de waterpolitie en Rijkswaterstaat? Grote effecten Om het scenario hanteerbaar te houden, bevatte de oefening geen gevaarlijke stoffencomponent. In dat geval zou ook een effectgebied in de oefening moeten worden betrokken. Een effectgebied dat in Breukelen aanzienlijk kan zijn. Vlakbij het kanaal ligt een woonwijk met duizenden mensen, waar zich ook scholen, een winkelcentrum, een serviceflat en een zwembad bevinden. Aan de overkant van het kanaal ligt bovendien een groot industrieterrein. Een calamiteit op het kanaal kan dus grote effecten op de omgeving hebben. De nadruk lag bij oefening vru Project DMI zet schouders In dit nummer: onder operationele informatievoorziening pagina 2 seerden, refereerde burgemeester Mik van Breukelen aan een incident dat zich twee dagen vóór de oefening op het kanaal vertrok. Toen vond daadwerkelijk een aanvaring plaats tussen drie schepen. Gewonden vielen er niet, maar de schade en de schrik waren groot. Volgens Mik was de aanvaring hét bewijs dat oefenen in calamiteitenbestrijding van cruciaal belang is, omdat complexe aanvaringsscenario s op het drukst bevaren kanaal van Nederland verre van denkbeeldig zijn. Oefenleider Herman Hogendoorn sprak bij de oefening van een pittig scenario dat met name de als eerste aankomende eenheden het zweet in de handen zal bezorgen. Wanneer je als bevelvoerder van de eerste brandweereenheid op de kanaaldijk arriveert en je wordt geconfronteerd met een brandende binnenvaarttanker én daar vlakbij een gehavend partyschip met vijftig opvarenden en veel gebrul JeugdBRUL is het goud van de toekomst bgc pagina 5 Aan het woord: De ACB van de gemeente Vianen pagina 11 FOTO: WIL GROENHUIJSEN ghor Je kunt mensen niet dwingen tot vaccinatie pagina 15

2 FOTO: MARCEL KRADOLFER Breuklijn op de redding van slachtoffers vanaf het partyschip en de behandeling van de gewonden in een gewondennest op de vaste wal. Ook brandbestrijding aan boord van een binnenvaarttanker kwam aan bod. Tijdens de oefening werd qua coördinatie en commandovoering geoefend tot en met CoPI-niveau. Eerder werden het gemeentelijk beleidsteam van Breukelen en het regionaal beleidsteam ook geoefend met hetzelfde scenario, waarbij deze staven wél met een gevaarlijke stoffenuitstoot en een effectgebied te maken kregen. Aan de oefening is maanden voorbereiding voorafgegaan, waarbij de VRU, gemeente Breukelen en Rijkswaterstaat blijk gaven van een uitstekend partnerschap in veiligheid. Mevrouw Ineke van der Hee, Hoofdingenieur-Directeur van Rijkswaterstaat Utrecht, zegt groot belang te hechten aan deze samenwerking. Crisismanagement is netwerkmanagement. Bij calamiteiten op het water en op de weg in ons beheersgebied, moeten wij soepel kunnen samenwerken met onze partners in de veiligheidsregio s. Daarom trekken we intensief samen op met die partners in de voorbereidende planvorming en in oefeningen. Ik ben blij met de samenwerking met de VRU. Het helpt ons de contacten te stroomlijnen en onze crisisorganisaties goed op elkaar af te stemmen. Het ondernemingsplan van Rijkswaterstaat zegt dat we voor onze omgeving een betrouwbare samenwerkingspartner willen zijn. Dat hopen we tijdens deze samenwerkingsoefening met de VRU in de praktijk te laten zien. Betere informatie = beter beslissen Project DMI zet schouders onder operationele informatievoorziening In 2007 besloot minister Ter Horst dat de rampenbestrijding in Nederland ingrijpend verbeterd moest worden. Daarbij diende onder andere de operationele informatievoorziening aandacht te krijgen. Binnen de VRU werd daarom het project Doorontwikkeling multidisciplinaire informatievoorziening (DMI) opgestart. Inmiddels heeft dit project zijn eerste producten opgeleverd. Welke zijn dat en wat gaat er veranderen? Aan het woord zijn de leden van het projectteam. 2 DDe uitkomsten van de oefening Voyager, een grote landelijke rampenoefening in het Rotterdaamse havengebied in oktober 2007, vormden de aanleiding voor het in gang zetten van een proces dat nog steeds loopt: het naar een hoger niveau tillen van de Nederlandse rampenbestrijding. FOTO: WIL GROENHUIJSEN De operationele informatievoorziening was een van de vier punten die significant verbeterd moesten worden. Een nieuwe aanpak van de operationele informatievoorziening vormt sindsdien een uitdaging waar alle veiligheidsregio s in Nederland mee te maken hebben en dat op landelijk niveau bekend staat als netcentrisch werken. De VRU nam de uitdaging aan met de start van het project DMI. Wie en waarom? Wat is het probleem waar het project een oplossing voor zoekt? Dat is voor de projectleider geen lastige vraag: Bij een ramp of een andere crisis schort het nogal eens aan het voorzien van de beslissers in de crisisteams van de juiste informatie. Ook het informeren, als de beslissing eenmaal genomen is, van de andere kolommen en crisisteams hapert nogal eens. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat een commando plaats incident (CoPI) een situatierapport naar het regionaal operationeel team (ROT)of het gemeentelijk beleidsteam (GBT) stuurt en pas na een uur antwoord krijgt. Dat moet en kan beter. Het uiteindelijke doel van het project is dan ook een snellere en betere beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming mogelijk te maken. Dit gebeurt door het aanleveren van completere informatie over de crisissituatie, resulterend in een multidisciplinair totaalbeeld. Ook het sneller communiceren van besluiten aan de operationele eenheden is een doelstelling, evenals het direct delen van besluiten van de ene kolom (brandweer, GHOR, politie of gemeente) met de andere kolommen. Dit alles wordt multidisciplinair aangepakt, omdat daar de meeste winst te behalen valt. De werkwijze van de politie op dit punt heeft ons daarbij als voorbeeld gediend. Hoe? Een cruciale rol in de plannen van het project wordt gespeeld door de nieuw te formeren sectie informatie die in de toekomst deel gaat uitmaken van de crisisteams op alle niveaus: meldkamer, CoPI, ROT, GBT en RBT (regionaal beleidsteam). Het projectteam: De sectie informatie van een crisisteam bestaat uit één of meerdere personen die zich uitsluitend bezighouden met informatievoorziening. De deeltaken worden over de bezetting Het projectteam DMI van links naar rechts: Jan Willem Mulder, Erik van Borkulo, Meta van Dulken, Cees van Vliet en Salim Dolgunyürek. Op de foto ontbreken Jeroen Keyser en Richtsje Samplonius. van de sectie verdeeld en bestaan onder andere uit het geven van adviezen en het verzamelen, aanvullen, analyseren en inzichtelijk maken (door een grafische weergave) van informatie. De vergaarde informatie wordt bij elkaar gebracht en is toegankelijk voor alle bij de crisisbeheersing betrokken functionarissen. Het gaat er uiteindelijk om dat er zowel tekstueel als grafisch één gedeeld totaalbeeld ontstaat van de crisis en de voortgang van de beheersing ervan. Hoe staan de zaken? Het project doorloopt vier fasen, vanaf het opzetten van het project (1), via de ontwerpfase waarin een passende oplossing binnen de VRU wordt uitgewerkt (2) naar fase (3) van het zorgen voor de mensen, de benodigde middelen (waaronder technische ondersteuning) en het beschrijven van processen. Fase (4) bestaat uiteindelijk uit een pilotfase waarin de plannen worden toegepast onder begeleiding van het projectteam. Inmiddels is het opzetontwerp door het management goedgekeurd en staat het project aan het begin van fase 3. Dat zal naar verwachting in de loop van 2010 een aanvang nemen. Projectteam: Inmiddels hebben we binnen het project al aardig wat bereikt. Zo is het opleidingsplan voor een groot deel ingevuld, is er een blauwdruk van hoe de toekomstige sectie informatie eruitziet, bestaat er een inrichtingsplan dat onder andere de werving en selectie van functionarissen uitwerkt en zijn er beschrijvingen van functies en functionarissen. Voor dat laatste hebben we zelfs al vacatureteksten klaarliggen. Voor wat betreft de ondersteunende kant van de zaak, in de vorm van bijvoorbeeld voertuigen, apparatuur en kleding is onderzoek gedaan waarvan de resultaten zijn vervat in een adviesrapport. Eigenlijk is het wachten nu op de start van de nieuwe VRU-organisatie. Wanneer dat eenmaal gebeurd is, gaan we aan de slag om de plannen gestalte te laten krijgen en de operationele informatievoorziening binnen de regio stevig op de rails te zetten. Daarbij doen we een beroep op iedereen die met de nieuwe aanpak te maken krijgt. Zij zijn het die met hun inzet en motivatie dit project tot een succes kunnen maken. Piet Peeters HET PROJECTTEAM DMI bestaat uit de volgende personen: Salim Dolgunyürek Projectleider Meta van Dulken IM Adviseur en GHOR Cees van Vliet Senior Beleidsmedewerker BGC Jeroen Keyser Medewerker Proactie BRUL Erik van Borkulo Procesmanager Multidisciplinair Oefenen Jan-Willem Mulder Projectmedewerker MultiTeam Richtsje Samplonius Informatiemanager VRU

3 Risicobeheersing bij overstromingen Heel veel water, en dan? Hoog water en alle ellende die dat geeft is binnen de grenzen van de VRU een ernstig en bovendien reëel risico. De grote vraag is hoe dat risico kan worden beheerst, en door wie? Op dat punt hebben zich de afgelopen tijd positieve ontwikkelingen voorgedaan, waarbij de waterwereld en de VRU elkaar op een nieuwe en betere manier hebben gevonden. EElsbeth Beeke-Van der Graaf is bij de VRU degene die dit onderwerp onder haar hoede heeft: Risicobeheersing bij overstromingen is een proces dat voor de VRU in 2003 begon, toen het Algemeen bestuur het besluit nam om dit gestructureerd aan te pakken. In de regio was een risicoanalyse gemaakt aan de hand van de Leidraad maatramp en de Leidraad operationele prestaties. Daar kwam uit dat een overstroming en een ongeval met een transport van gevaarlijke stoffen gekwalificeerd moesten worden als maatramp 5, op een schaal van 1 tot 5. Daar moesten we dus wat mee. Bij een maatramp hoort vervolgens een bepaalde slagkracht om die ramp te kunnen beheersen. De inspanningen die daarmee gemoeid zouden zijn waren redelijkerwijs niet op te brengen, maar ook niet wenselijk om een maatramp 5 te voorkomen. Dus besloot het bestuur om een overstromingsrisico niet alleen preparatief, maar ook proactief aan te pakken. Rond die tijd werden ook de rampbestrijdingsplannen opgesteld, waaruit inzichtelijk werd wat onze repressieve mogelijkheden zijn en hoe we met een overstroming om kunnen gaan. Wiens probleem? In Nederland-waterland zijn de verantwoordelijkheden bij het beheersen van overstromingsrisico s niet altijd even duidelijk. De waterschappen, geografisch ingedeeld volgens de stroomgebieden en niet volgens regioof provinciegrenzen, zijn verantwoordelijk voor de waterkeringen zoals dijken en sluizen. De provincies gaan over de regionale waterkeringen, terwijl de veiligheidsregio s in beeld komen als het gaat om het bestrijden van rampen. Alle partijen komen in beeld bij het beheersen van overstromingsrisico s. Beeke-Van der Graaf: Dat betekent dat je als regio niet over de waterkeringen gaat, terwijl je wel last hebt van de effecten als het water niet wordt tegengehouden. In onze regio loopt boven het knooppunt Oudenrijn de grens tussen de dijkringen 14 en 15 (Nederland is verdeeld in dijkringen), terwijl uit de modellering van een dijkdoorbraak blijkt dat in de praktijk het water doorloopt voorbij de door Verkeer en Waterstaat (V&W) vastgestelde grens, verder dan de Hollandse IJssel, richting Gouda, Alphen aan den Rijn en De Ronde Venen. De vraag ontstaat dan wiens probleem de risicobeheersing van hoog water is. In eerste instantie zei V&W over een overstroming dat lost de regio wel op. Die houding kwam voort uit het elkaar niet kennen. Kentering In die situatie is verandering gekomen. Beeke-Van der Graaf: Er is een tendensverandering gaande. De waterwereld is veel meer het belang van de veiligheidsregio s gaan inzien en heeft de wens geuit om meer met de regio s samen te werken. Zij gaan weliswaar over de keringen, maar als regio geven we aan wat we nog kunnen als het water eenmaal op ons af komt. In het provinciaal waterplan en in het crisisbeheersingsplan is de rol van de regio nu duidelijker. We gaan als VRU met de provincie Utrecht om de tafel zitten en afspreken welke thema s op het gebied van waterveiligheid eerst ter advies aan de regio worden voorgelegd. Deze afspraak is bindend en wordt vastgelegd. Daarnaast is er de Europese regelgeving. Van elk stroomgebied moet een overstromingsrisico-beheersingsplan gemaakt worden. Daarin wordt alles bij elkaar geharkt: welke rol heeft de provincie, de waterschappen, Rijkswaterstaat en de regio s. Het resultaat is één integrale veiligheidsvisie op overstromingsrisico s. De regio s moeten daarvoor input leveren. Het project risicobeheersing overstromingen is officieel nog niet gestart, maar alle aspecten die daarbij een rol spelen zijn inmiddels opgepakt. Vergeleken met een aantal jaren geleden is op dat gebied heel veel winst geboekt. De nieuwe manier van samenwerking tussen regio s en waterwereld biedt daarbij een positief toekomstperspectief. Piet Peeters Concept Regionaal Risicoprofiel gereed De VRU heeft onlangs het concept Regionaal Risicoprofiel opgeleverd. Dit product biedt het regionaal bestuur en de gemeenten een helder inzicht in de fysieke veiligheidsrisico s en het handelingsperspectief voorafgaand aan eventuele incidenten en calamiteiten. Met dit risicoprofiel kan nu een zogenaamde generieke capaciteitenanalyse worden bepaald. De generieke capaciteitenanalyse is de opvolger van Leidraad Operationele Prestaties. Het risicoprofiel en de nog te maken capaciteitenanalyse vormen de basis voor het beleidsplan van de veiligheidsregio. De VRU wil beide producten gelijktijdig laten vaststellen in plaats van één voor één, zoals dit landelijk wel wordt ingestoken. Zodoende kan bij het vaststellen van het risicoprofiel ook gelijk worden vastgesteld hoe de VRU met die risico s wil omgaan. S zicht in de veiligheidsrisico s in de Utrechtse gemeenten in drie producten, die onderling samenhangen. Ten eerste de herziene Leidraad Maatramp, ten tweede het Regionaal Risicoprofiel volgens de landelijke leidraad en ten derde het eigen risicoprofiel van de VRU, gevoed vanuit de regionale risicodatabase RISC. Het Concept Regionaal Risicoprofiel onderscheidt zich door een nieuw sturingsconcept, dat risico s onderscheidt in standaardrisico s, standaardafwijkingen en substantiële afwijkingen. Bij objecten die vallen in de categorie standaardrisico kan in de regel worden volstaan met de capaciteit van de basisbrandweerzorg. Bij standaardafwijkingen is sprake van complexere situaties, waarvoor gecoördineerd grootschaliger optreden nodig is. Afwijkende scenario s aan de top van de sturingsdiehoek vragen bij calamiteiten een gespecialiseerde grootschalige aanpak. Het gaat dan om echte risicobedrijven met een groot extern veilig- Risico s in beeld. Sinds 2007 zijn 2500 kwetsbare objecten en 800 risico-objecten geïnventariseerd. Sinds 2007 zijn in de regio Utrecht 800 risico-objecten en 2500 kwetsbare objecten onderzocht en doorgerekend op veiligheidsrisico s voor gebruikers en de omgeving. Het meewegen van risicoverhogende factoren, zoals bereikbaarheid, bluswatervoorziening, mate van zelfredzaamheid en beschikbare hulpverleningscapaciteit, leidde per object tot een zogenaamde risicoscore. Die score wordt uitgedrukt in een getal, maar dat zegt op zich nog niets, vertelt projectleider René Roke van de VRU. Het is belangrijk om te weten wat het handelingsperspectief is; bijvoorbeeld of een individuele gemeente beter kan investeren in het reduceren van de risico s of in het versterken van de benodigde hulpverleningscapaciteit. Door een bewerkingsslag worden de resultaten zo gepresenteerd dat risico s onderling goed kunnen worden vergeleken en dat bestuurlijke besluitvorming over de meest geëigende strategie mogelijk is. Het Regionaal Risicoprofiel geeft inheidsrisico of gebouwencomplexen waar bij een ongeval gemakkelijk grote aantallen slachtoffers kunnen vallen. Is de VRU op al deze mogelijke scenario s qua capaciteit en expertise goed voorbereid? Het Algemeen Bestuur heeft tijdens de bestuursvergadering in Malmö in 2007 bepaald dat de VRU qua operationele en bestuurlijke slagkracht moet voldoen aan maatrampniveau 2, volgens de Leidraad Maatramp. Adviesbureau AVD brengt momenteel in kaart of de regio inmiddels al aan de eisen van deze opdracht voldoet. René Roke: Met het nieuwe Regionaal Risicoprofiel dat in de loop van 2010 definitief wordt vastgesteld, is overigens niet alleen de benodigde operationele capaciteit in de repressieve fase goed onderbouwd te berekenen. Het inzicht in de fysieke veiligheidsrisico s maakt het ook mogelijk uitspraken te doen over de benodigde capaciteit en expertise aan de linkerkant van de veiligheidsketen. Het risicoprofiel geeft namelijk ook meer inzicht aan welke specifieke deskundigheid op het gebied van proactie en preventie we behoefte hebben. In januari wordt het Concept regionaal risicoprofiel toegelicht aan het bestuur, waarna het rapport verspreid wordt, ter voorbereiding op een laatste ambtelijke consultatie per district. Er is dan ook nog ruimte om het risicoprofiel per gemeente aan te vullen. 3

4 vru V e i l i g h e i d s r e g i o De VRU VooRUit U t r e c h t Ik wil u ten eerste het allerbeste toewensen voor Ik hoop dat het voor u, en voor iedereen die u een warm hart toedraagt, een gezond en gelukkig jaar wordt. Voor Veiligheidsregio Utrecht is 2010 het jaar waarin de nieuwe organisatie van start gaat. Daar waar het traject zijn bestuurlijke afronding nadert, wordt thans ook alle energie gestoken in het plaatsingsproces per 1 maart Ik wil het verder met u hebben over het wetsvoorstel Veiligheidsregio s. De Tweede Kamer heeft dit in april van 2009 in overgrote meerderheid aangenomen. Het woord is nu aan de Eerste Kamer. Zodra deze ook ja zegt, kan de wet daadwerkelijk in werking treden. Doel van de wet Veiligheidsregio s is om doelmatig en op hoog niveau brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en rampenbestrijding en crisisbeheersing onder te brengen onder één regionaal bestuur. Hierdoor kunnen we zorgen voor verbetering van crisis- en rampenbestrijding, het multidisciplinair samenwerken optimaliseren en de organisatie professionaliseren, zodat we de burger beter kunnen beschermen tegen risico s. In onze regio hebben we de afgelopen jaren niet stil gezeten. Vooruitlopend op de wet heeft de VRU met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 2008 een convenant gesloten. Hierin zijn afspraken gemaakt om de kwaliteit van de rampenbestrijding te verbeteren en te komen tot een professioneel georganiseerde Veiligheidsregio Utrecht. Omdat wij steeds op basis van de inhoud de discussie over de inrichting van de VRU hebben gevoerd, ben ik ervan overtuigd dat we (samen met onze partners) de zaken goed hebben voorbereid, zodat uitvoering van de wet geen grote veranderingen met zich meebrengen. Dit wil niet zeggen dat we nu achterover kunnen gaan leunen en rustig gaan afwachten. Nee, ook in 2010 gaan we er samen voor zorgen dat we het ambitieniveau van beste veiligheidsregio willen handhaven, door op het gebied van veiligheid weer met innovatieve en slimme ideeën en oplossingen te komen ten behoeve van de burgers in de regio Utrecht. Graag wens ik u allen hier veel succes en voldoening mee. Hans Wink Opleidingen AED-pilot van start De voorbereidingen voor de start van de VRU-pilot met de Automatische Externe Defibrilator (AED) liggen op schema. Op 24 november zijn de opleidingen voor de brandweerlieden van de pilotkorpsen van start gegaan. Komend jaar zullen de brandweerposten van Achterveld, Renswoude, Zeist-Den Dolder en Utrecht-Tolsteeg bij meldingen van een mogelijke hartstilstand uitrukken als first responder. EEen bespreking van het projectteam op 21 oktober maakte duidelijk dat er nog wel de nodige vragen liggen, die moeten worden beantwoord vóór de start van de proef. Hoe gaan de betrokken brandweerposten deze medische ondersteuningstaak organiseren? Rukken ze uit met een volledige bezetting op de tankautospuit of volstaat een klein team van twee of drie man in een busje of dienstauto? De afspraak is dat per post de meest geëigende oplossing wordt gekozen. Een andere vraag was hoe de alarmering en de verbindingen van de teams worden ingericht Kan een aparte gespreksgroep voor AED-inzet in het leven worden geroepen, waarop de brandweerteams rechtstreeks met de ambulance en de politie kunnen spreken? Die technische details worden in samenwerking met de regionale Alarmcentrale uitgewerkt. Emotionele aspecten Ook kleding en herkenbaarheid van de teams voor het publiek en andere hulpverleners was een van de besproken aandachtspunten en tevens werd gesproken over terugkoppeling van resultaat en nazorg. Er blijkt bij de deelnemende posten behoefte te bestaan om achteraf te horen hoe het met een gereanimeerde patiënt is afgelopen. Met andere woorden, men wil weten of de inzet nut heeft gehad. Mensenlevens redden is immers de drijvende kracht voor brandweerlieden. Maar dan moet ook geregeld worden wat de boodschap en de handelwijze is als een AED-inzet niet succesvol verloopt. Hebben de AED ers dan iets fout gedaan of was overlijden onvermijdelijk? Duidelijk is in ieder geval dat de emotionele aspecten van het project minstens even belangrijk zijn als de technische en organisatorische kant. Na de bespreking in oktober is de opleidingsbehoefte bij de betrokken korpsen in beeld gebracht en is een opleidingsplan gemaakt. In november en december zijn vervolgens alle brandweerlieden van de deelnemende posten opgeleid op het Medisch opleidingscentrum METS in Bilthoven. Trainers van de RAVU verzorgden een herhalingscursus reanimatie en praktijktraining in het gebruik van de AED-apparaten. Ook mensen die al eerder een AED-opleiding hebben gevolgd, dienden de opleidingsavonden bij te wonen. Slagingspercentage Bij de trainingen werd gebruik gemaakt van oefenpoppen, waarop de Basic Life Support routines moesten worden toegepast en in teams van twee personen werden de deelnemers vertrouwd gemaakt met het gebruik van de AED. Maar er was ook aandacht voor situaties die uiteindelijk géén reanimatiegeval blijken te zijn. Als niet hoeft te worden gereanimeerd of gedefibrilleerd, betekent dat niet dat het brandweerteam de patiënt de rug kan toekeren. Ook dan geldt dat eerste hulp moet worden verleend volgens het ABCDE-principe, in afwachting van de ambulanceprofessionals. Dat houdt in: het controleren, veiligstellen en bewaken van ademweg, ademhaling, bloedsomloop, bewustzijn en omgevingsfactoren. kalender Multidisciplinair opleiden en oefenen 2010 Onze branche vráágt om opleidingen en oefeningen, zodat de functionarissen ook multidisciplinair goed voorbereid zijn ten tijde van een ramp. Al deze opleidingen en oefeningen zijn in een handzame kalender weergegeven. Deze kalender treft u met ingang van deze editie in de VooRU. Per maand staat aangegeven welke opleidingen en oefeningen plaatsvinden. Alle teams komen aan bod. Van COPI teams tot RCBT teams, van notulisten en plotters tot burgemeesters. De kalender is samengesteld door vertegenwoordigers van BGC, Bureau GHOR en de BRUL vanuit de Veiligheidsregio Utrecht en BCCB vanuit de politie Utrecht. Heeft u vragen over deze kalender of wilt u informatie? Neemt u dan gerust contact op via (030) of brandweer.o&o@vru.nl Datum Type opleiding/oefening Doelgroep Tijd Locatie Maart 2-4 maart Copi-dagen (3) OvD s, ACB,OWV,LC VRU 2 maart - 21 april Meldkamer dagen voorjaar (10) Centralisten / CaCo RAVU 18 maart ROT-oefening OL, AC-disiplines, ondersteuners, COV communicatieadviseurs maart OvD-dagen (4) bijscholing OvD's, ACB, OWV, LC N.N.B. Uiteraard kregen de instructeurs de onvermijdelijke vraag op welk slagingspercentage de AED-teams kunnen rekenen. Een vraag die volgens de instructeurs moeilijk is te beantwoorden. De ervaringen elders in het land leren dat gemiddeld één op de drie mensen met een hartstilstand na defibrillatie weer een hartritme heeft, Brandweerlieden uit Achterveld en Renswoude oefenden op 24 november met de AED op Rescue-Anne. maar daarmee is nog niet gezegd dat de patiënt ook in leven blíjft of wat de kwaliteit van leven zal zijn. Veel hangt af van de condities waaronder iemand een hartstilstand heeft gekregen en van de termijn die is verstreken tot het arriveren van de first responder. De tijd zal het moeten leren. Het uitgangspunt voor reanimaties blijft: iedere minuut tijdwinst is er één. FOTO: WIL GROENHUIJSEN 4 NB Wijzigingen onder voorbehoud colofon VooR U is het relatiemagazine van Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Het is bedoeld om de partners in rampenbestrijding en crisisbeheersing in de regio én landelijk op de hoogte te houden over de activiteiten van en binnen de VRU. Veiligheidsregio Utrecht bestaat uit de onderdelen Brandweer Utrechts Land (BRUL), Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing (BGC). Ieder onderdeel heeft zijn eigen katern in het blad. Het hoofdkatern bestaat uit multidisciplinair, bestuurlijk en strategisch nieuws voor alle partners. VooR U verschijnt minimaal vier keer per jaar. Hoofd- en eindredactie: Afdeling Communicatie Redactie-adres: Veiligheidsregio Utrecht, t.a.v. afdeling Communicatie, Postbus 3154, 3502 GD Utrecht, redactie@vru.nl Vormgeving: Hendrik Flinterman Druk: ZuidamUithof Adreswijzigingen en of functiewijzigingen: svp doorgeven via adres relaties@vru.nl.

5 B r a n d w e e r U t r e c h t s L a n d Spannend scenario bij de lagedrukwedstrijd. JeugdBRUL is het goud van de toekomst Met een spetterende finale sloot de JeugdBRUL op zaterdag 31 oktober het wedstrijdseizoen 2009 af. De resultaten die jullie vandaag hebben laten zien, zijn het bewijs van kwaliteit die we als regionale jeugdbrandweerorganisatie in vier jaar tijd hebben kunnen realiseren, sprak Jan-Pieter Duhen, voorzitter van de JeugdBRUL aan het eind van een zeer geslaagde dag. Die resultaten rechtvaardigen een stevige beleidsmatige inbedding van de JeugdBRUL in de nieuwe organisatie van de Veiligheidsregio Utrecht. Want de jeugdbrandweer van nu is de professionele brandweer van de toekomst. In dit katern: Verslag Kaderdagen 2009 pagina 6 DDertien jeugdkorpsen namen deel aan de slotwedstrijden op 31 oktober, waarbij sommigen zowel aan de lagedrukwedstrijd als de hogedrukwedstrijd deelnamen. Op de lagedrukbaan kwamen dertien ploegen in actie, op de hogedrukbaan negen. De hogedrukwedstrijd is drie jaar geleden ingevoerd, met de bedoeling de overgang tussen de jeugdbrandweer en de volwassen brandweer zo klein mogelijk te maken. Bij doorstroming naar de echte brandweer zijn de aspiranten dan immers al gewend aan de aspecten van de hogedruk inzetsystematiek. Het belangrijkste verschil is dat jeugdbrandweerlieden geen ademlucht dragen. Spectaculaire wedstrijd Bij de slotwedstrijden had de organisatie alles uit de kast gehaald om er een spectaculair geheel van te maken. De deelnemende ploegen werden met behoorlijke uitdagingen en complicaties geconfronteerd. De wedstrijden werden gehouden in een bedrijvencomplex aan de Rutherfordweg op het Utrechtse industrieterrein Lage Weide, waar zowel de lagedrukbaan als de hogedrukbaan waren uitgezet. Op de lagedrukbaan moest een brandhaard in een stookruimte op de eerste etage van een kantoorpand worden geblust. Bij aankomst kregen de ploegen te maken met de brandstichter die, getooid met bivakmuts en met een jerrycan benzine in zijn hand naar buiten kwam rennen en amok maakte. Ga d r maar aan staan als bevelvoerder van een jeugdploeg. Het opsporen van de slachtoffers op de eerste etage van het pand bleek voor de meeste ploegen geen sine cure. Op de hogedrukbaan ging het om een brand in een vorkheftruck met overslag naar een vrachtwagen en dreigende overslag naar een opslagloods, waarvan de expeditiedeur door de brand werd geblokkeerd. Via een zij-ingang moesten de ploegen hier een binnenverkenning uitvoeren, twee slachtoffers redden en in combinatie met een tweede straal van buiten de brandhaard insluiten. Uiteindelijk ging de ploeg van Scherpenwoude met de eerste prijs op de HD-baan naar huis. De eerste plaats op de LD-baan werd behaald door Vinkeveen. GRIP 2 bij gaslek in De Bilt pagina 8 VRU test grootschalig watertransport pagina 10

6 brul B r a n d w e e r U t r e c h t s L a n d Inbedding in VRU JeugdBRUL-voorzitter Jan Pieter Duhen kijkt met trots terug op de geslaagde wedstrijden èn op de vier jaar die de regionale samenwerking van jeugdbrandweren inmiddels achter zich heeft. Volgend jaar wordt het eerste lustrum gevierd. Negentien van de 25 brandweerkorpsen in de regio heeft inmiddels een jeugdbrandweer en dat stemt volgens Duhen tot tevredenheid. Omdat de jeugdbrandweer als Voorkomen van brandoverslag op de hogedrukbaan. een belangrijke kweekvijver voor de professionele brandweer wordt gezien, heeft hij een notitie geschreven voor het managementteam van de VRU, met als doel de JeugdBRUL beleidsmatig stevige aandacht te geven in de nieuwe organisatie van de VRU. Duhen: De notitie is een verkenning van de positionering van de Jeugd- BRUL binnen de VRU. Het streven is om net als bij de professionele brandweerkolom ook bij de jeugdbrandweer naar een grotere eenheid en uniformiteit te groeien. Nu is er nog geen eenduidige koers en zijn de jeugdploegen heel divers in organisatie en uitrusting. We willen onderzoeken of de VRU ook de jeugdkorpsen structureel kan gaan ondersteunen en faciliteren, bijvoorbeeld door hen ook gebruik te laten maken van diensten als verwerving van materieel en uitrusting. Bovendien zal er ook personele capaciteit en dus geld nodig zijn voor het jeudbrandweerbeleid en uitvoering daarvan. Hoe we dat kunnen invullen in de nieuwe VRU-organisatie zal nader moeten worden onderzocht. Qua doelstellingen is alle aandacht er volgens Duhen op gericht om de jeugdbrandweer stevig te verankeren als startpunt voor het brandweervak. De winnende ploegen van Scherpenwoude en Vinkeveen. Om die reden heeft ook de jeugdbrandweer in de afgelopen jaren al zijn eigen professionaliseringsslag gehad. Bij de korpsen met een jeugdbrandweer stroomt gemiddeld de helft van de jeugdleden door naar de volwassen brandweer. Op het moment dat ze daar beginnen met hun echte brandweeropleiding hebben ze dan al een goede basis. Rob Frek, directeur Veiligheidszorg van de VRU, bevestigt dat de Jeugd- BRUL onderwerp van gesprek is bij de inrichting van de nieuwe organisatie. Ook hij hecht grote waarde aan het instandhouden van een professionele jeugdbrandweer als kweekvijver voor toekomstige brandweerlieden. Het is belangrijk dat we de JeugdBRUL op een goede manier in de organisatie inbedden. De hoofdlijnennotitie die er nu ligt is een aanzet daartoe. De jeugdbrandweer verdient onze beleidsmatige aandacht. Het is geweldig wat de JeugdBRUL in vier jaar tijd bereikt heeft. Hiermee hebben we echt goud voor de toekomst in handen. De JeugdBRUL-slotwedstrijden op 31 oktober werden na de prijsuitreiking afgesloten met een feestelijke barbecue, waarbij 150 mensen aanwezig waren. Meer aandacht voor actualiteit op Kaderdagen 2009 In de laatste oktoberweek was het KNVB-sportcentrum in Zeist weer het domein van de jaarlijkse kaderdagen van de VRU. Repressief leidinggevenden van de brandweer konden kennis nemen van de voortgang van regionale projecten en ontwikkelingen en van lessen en ervaringen uit de brandweerpraktijk. Met name aan het delen van ervaringen uit de actualiteit blijkt bij de doelgroep een grote behoefte. Dat bleek uit de evaluatie van de Kaderdagen in Het jaarlijks terugkerende programma voor kennisbevordering en bijscholing mag zich verheugen in een hoge waardering van de kaderleden en officieren van dienst uit de regio. Zij gaven de Kaderdagen vorig jaar gemiddeld een 7,6. Blusmiddelen van de toekomst De Nederlandse brandweer is tot op heden terughoudend bij de invoering van nieuwe blustactieken en innovatieve blusmiddelen. Blussen doen we volgens de vanouds aangeleerde routine met hoge druk van binnen uit of door massaal te plonzen van buiten af. Het delen van succesvolle praktijkervaringen met nieuwe blusmiddelen kan echter bijdragen aan een attitudeverandering, zoals bleek uit een presentatie tijdens de kaderdagen. 6 RRonald v.d. Brink van de regionale brandweer Gooi & Vechtstreek vertelde hoe het One-Seven schuimsysteem de brandbestrijding in Hilversum een nieuwe dimensie heeft gege- De blusbom in actie, aërosolwolk boven het KNVB-complex. ven. Blussen met lucht zou je het kunnen noemen. Één deel water op zeven delen schuim, wordt met luchtdruk bij 8 bar in de brandhaard gespoten. Het blijkt een wondermiddel: het blussend rendement van het mengsel is 80 procent, waar de standaard hogedrukblussing met water slechts een rendement van 30 procent haalt. Het koelend oppervlak van het drukluchtschuim is dan ook vele malen groter en bovendien is het waterverbruik voor het mengsel minimaal, waardoor omvangrijke gevolgschade door bluswater tot het verleden behoord. Als bijkomend voordeel geldt dat het blusmiddel door zijn luchtig karakter in vaste stijgleidingen zonder drukverlies naar honderd meter hoogte kan worden gepompt en horizontaal zonder drukverlies tot een afstand van meer dan een kilometer. Waarom het onesevensysteem nog niet standaard door alle Nederlandse brandweerkorpsen wordt gebruikt? Wie het weet mag het zeggen. Veilige condities Hetzelfde geldt voor de blusbom; een houder met aërosol-blusstof, die door middel van een pyrotechnische ontsteker wordt geactiveerd. Toegegeven, de aërosolwolk die vrijkomt kan groter zijn dan de rookpluim van de brandhaard die ermee wordt bestreden, maar ook dit product kent nauwelijks restschade. De blusbom zou hèt middel kunnen zijn tegen lastig bereikbare brandhaarden in afgesloten ruimten. Blust hij de brand niet volledig, dan wordt die tenminste gesmoord en de vrijgekomen aërosolwolk voorkomt herontsteking èn flashover. Dat schept dus veilige condities voor een binnenaanval om de klus af te maken. Ook voor dit middel geldt dat ervaringen uit de praktijk het bewijs van effectiviteit moeten leveren. In dat opzicht is Henk van Luinen, commandant van de brandweer Hillegom- Noordwijkerhout een goede pleitbezorger voor de blusbom. Zijn korps wist er zelfs een grote uitslaande brand in een woning mee te bestrijden, in een situatie waarin de bluswatervoorziening dun was en het opbouwen van grootschalig watertransport te lang op zich liet wachten. Hoewel de bom in principe is berekend op het blussen van binnenbranden in ruimten met een relatief beperkte inhoud, verspreidde de luchtstroom in het brandende pand de stof zodanig dat vrijwel al het zichtbare vuur verdween. Zien is geloven...

7 Kennisverspreiding moet beter De lessen van De Punt Indrukwekkend was de presentatie tijdens de Kaderdagen over de lessen van de brand in De Punt in mei Hans de Haas en Theo Seubers van brandweer Tynaarlo en Bas Luinge van het korps Aa en Hunze namen de moeite om dagelijks heen en weer te pendelen tussen het hoge noorden en Zeist om hun verhaal te doen. Met maar één doel voor ogen: zoveel mogelijk brandweerlieden laten leren van de lessen van een dramatische brand die drie collega s het leven kostte. DDie lessen hebben niet alleen betrekking op het relatief onbekende fenomeen rookgasexplosie waardoor de drie brandweerlieden tijdens de binnenaanval in de scheepsloods in de Punt werden verrast, maar ook op de enorme impact die de dood van de drie brandweercollega s had op de Brandweer Tynaarlo en op de zeer lange nasleep die het incident kent. Die nasleep zal naar verwachting nog jaren duren; de gecoördineerde nazorg duurt tot op de dag van vandaag voort en ook de juridische nasleep over de schuldvraag rond het ontstaan van de brand loopt nog. Begin oktober verscheen ook het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de gebeurtenissen in de Punt. Het was het zoveelste moment waarop de emoties in Tynaarlo weer werden aangesproken en de nazorgorganisatie weer op scherp stond. Discussie over de lessen van De Punt. Enorme belasting Hans de Haas en zijn collega s concluderen dat de verschrikkelijke gebeurtenis de sfeer en de verhoudingen binnen het korps blijvend hebben veranderd en dat de vele onderzoeken die kort na de brand van start gingen een enorme belasting vormden voor het korps. Een belasting die gelukkig nog enigszins beperkt kon worden gehouden door al die onderzoeken te laten coördineren door een speciale coördinatiecommissie. Het voordeel van die aanpak was dat betrokkenen in plaats van talloze keren maar één keer hun verhaal hoefden te doen om de feiten op tafel te krijgen. En wat kunnen wij leren van de lessen van De Punt?, hield gespreksleider Guy Roumans de aanwezige Utrechtse kaderleden na de presentatie voor. Hoe kunnen wij de conclusies van de onderzoeken omzetten in een veiliger repressieve inzetpraktijk? Binnenbrand. Welke risico's liggen er op de loer? Doen wij zelf wel genoeg om te leren van dergelijke incidenten? Alle onderzoeksrapporten zijn te downloaden op internet en alle vakbladen hebben er vol mee gestaan, maar doen we ook iets met die informatie? Actieve kennisdeling De conclusie na een rondje discussie onder de deelnemers was dat het verschijnen van rapporten en artikelen in vakbladen kennelijk niet genoeg is om een verandering in de inzetpraktijk te realiseren. Uit de reacties op de presentatie bleek dat een andere, meer actieve, manier van kennisdeling nodig is. Menig bevelvoerder en officier gaf aan dat bijvoorbeeld de specifieke risico s van toepassing van bepaalde bouw- en isolatiematerialen in relatie tot brandgedrag onvoldoende bekend zijn en in de opleidingen niet structureel worden meegenomen. Hetzelfde geldt voor de gevaren van het nog relatief onbekende fenomeen rookgasexplosie, de boosdoener in De Punt. De algemene conclusie was dat presentaties zoals over de brand in De Punt tijdens de kaderdagen een groot leereffect hebben en veel breder moeten worden verspreid. Nu krijgen alleen de kaderleden het verhaal te horen, maar dit moeten eigenlijk àlle brandweerlieden in de regio weten, merkte een deelnemer aan de workshop op. Overigens gaven verschillende leidinggevenden aan zich wel degelijk te hebben laten beïnvloeden door de lessen van De Punt. Ook in onze regio wordt inmiddels zeer terughoudend gehandeld bij branden in complexe gebouwen en industriepanden. Niet meer naar binnen gaan bij twijfel over de veiligheid voor het personeel is meer regel dan uitzondering. Onacceptabele risico s? Het vak brandweerman is gevaarlijk. Dat waren alle deelnemers aan de workshop Veilig repressief optreden met presentator Ramón Müller van Brandweer Utrecht eens. Een van de punten waarom Müller de presentatie gaf, had hier ook rechtstreeks mee te maken: ongevallen en bijna-ongevallen bij brandweeroptreden. Müller ondersteunde zijn verhaal met een boeiende Power Point presentatie waarin hij de brand aan de Oude Gracht als uitgangspunt had genomen. Doel van de workshop was: Veilig leidinggeven bij repressief optreden Veiligheidsbewustzijn creëren en/of verhogen Leren van incidenten via casussen Discussiëren over Veilig Repressief Optreden Ramón Müller vertelde dat bewust was gekozen voor een incident uit de eigen regio. De bedoeling was te leren van deze casus en niet te wijzen naar personen die actief zijn geweest bij het incident in termen als goed of fout. Een van de deelnemers aan de workshop was zelf actief geweest tijdens de brand die centraal stond in de presentatie van Müller. Dit zorgde voor een goede interactie tussen de brenger van het verhaal en de ontvangers, die ook gezamenlijk de discussie aangingen over waar de grens ligt tussen acceptabele en onacceptabele risico s. Van de bewuste brand zijn opnames gemaakt vanuit een politiehelikopter. Deze had de beschikking over een warmtebeeldcamera. Deze camera maakt het mogelijk om vuurhaarden waar te nemen door de rookontwikkeling heen. De beelden maakten zichtbaar dat een brand woedde onder het dak waarop brandweerlieden aan het werk waren. Dit alles opende letterlijk de ogen van de deelnemers. Iets wat op het eerste gezicht een aanvaardbaar risico leek, was dit bij nader inzien dus niet! Na afloop van zijn presentatie gooide Müller nog een paar pittige stellingen de zaal in. Een daarvan was: Brandbestrijding is niet gevaarlijk, totdat we vergeten dat het gevaarlijk is! Honderd procent veiligheid bereiken we nooit, we moeten wel blijven nadenken over de risico s die we aangaan. Een boeiende workshop met genoeg stof tot nadenken. De casus in beeld: gecompliceerde brand aan de Oude Gracht in Utrecht in juni Ramón Müller was tevreden over de inbreng van de deelnemers: De deelnemers zijn enthousiast aan de gang gegaan met de stellingen en er zijn zinvolle discussies gevoerd over het onderwerp Veilig repressief optreden. De overige dagen heeft Hans Hobe van Brandweer Amersfoort hetzelfde onderwerp besproken aan hand van een casus uit Amersfoort: De brand in het Armando museum. Arthur van Colmjon FOTO: ANEO KONING 7

8 brul B r a n d w e e r U t r e c h t s L a n d GRIP 2 bij gaslek in De Bilt Meldingen van gaslekkage behoren doorgaans tot de routine-incidenten voor de brandweer. Het gebeurt regionaal tientallen keren per jaar. Meestal gaat het om kleine lekkages, binnen of buiten, maar het kan ook ernstiger uitpakken. Zoals in De Bilt op 5 november jongstleden. Bij wegwerkzaamheden in de Tuinstraat griste een graafmachine een complete afsluiter van een regionale aardgasdistributieleiding. Het gevolg was een forse multidisciplinaire inzet, gedeeltelijke ontruiming van een woonwijk en opschaling naar GRIP 2. H Het gaslek in de vroege ochtend van 5 november was tot op kilometers afstand hoorbaar. Het bulderende geraas overtuigde niet alleen de omwonenden van de ernst van de situatie, maar ook de in de wijk woonachtige brandweerlieden, toen zij kort vóór acht uur de prio-1 melding van het gaslek op hun pager ontvingen. Zakboekje als leidraad Brandweer De Bilt rukte uit met twee tankautospuiten en de HV en ook de politie rukte met meerdere eenheden uit. Bij aankomst van de eerste eenheid realiseerde bevelvoerder Ernst Uit voorzorg werd een waterkanon ingezet bij het lek. veldkamp van brandweerpost de Bilt zich direct dat hij met een ernstige situatie te maken had. Er was sprake van een groot lek met een zo krachtige uitstroom dat die zelfs een boomkruin in de nabijheid van het lek in beweging bracht. Mijn eerste prioriteit was dan ook het ontruimen van de omliggende woningen door ploegen met ademlucht en voorzien van explosiemeter." Officier van Dienst Peter Dekker arriveerde kort na de eerste eenheid ter plaatse. Aan de hand van de richtlijnen voor gasleidingincidenten in het operationeel zakboekje van de VRU bepaalde hij het te ontruimen en af te zetten gebied op 200 meter rond het lek. Die veiligheidsafstand is gebaseerd op de mogelijke hittestraling die kan vrijkomen als het gas zou ontbranden. Gelukkig is dat niet gebeurd bij het breken van de afsluiter, anders zouden wellicht enkele huizenblokken hebben vlamgevat. We hebben wel preventief waterkanonnen in stelling gebracht om ontsteking van het gas te voorkomen en bij het alsnog ontbranden direct de woningen te kunnen koelen. Vanwege de ernst van de situatie schaalde Dekker op naar GRIP-1. Leidinggevenden van politie, brandweer, GHOR en gemeente formeerden een CoPI en ook burgemeester Gerritsen en zijn woordvoerster meldden zich ter plaatse. Door een gunstige samenloop hoefde de gemeente zelf geen opvang voor de geëvacueerde bewoners te regelen. Enkele straten verderop bevindt zich een dienstencentrum voor ouderen, dat na de plotselinge toestroom van mensen zijn Spoedevacuatie in De Bilt. deuren vervroegd opende en zorgde voor opvang en koffie. De burgemeester sprak daar de geschrokken bewoners toe. Tijdrovende klus Het stabiliseren van de situatie kostte relatief veel tijd. Een eerste complicatie was dat de storingsploeg van het gasdistributiebedrijf vast kwam te zitten in de ochtendspits. De ploeg werd door een brandweerescorte opgehaald. Vervolgens nam het veilig afsluiten van de getroffen leiding ook nog de nodige tijd in beslag. In de verachting dat door die afsluiting een deel van de gemeente De Bilt zonder gas kwam te zitten en omdat bedrijven Brandweer benedenwinds last hadden van binnenkomend gas in de luchtverversing, werd rond 10 uur verder opgeschaald naar GRIP 2. Het gemeentelijk be- in actie leidsteam en het ROT werden bijeengeroepen en ook de regionale meetplanorganisatie werd geactiveerd. Er kon echter ook weer snel worden afgeschaald, omdat rond 11 uur de druk van de leiding was en het gevaar voor de omgeving was geweken. Drie uur waren verstreken vanaf het moment van melding tot aan het afsluiten van de leiding. OvD Peter Dekker zegt dat hij dit opvallend lang vond duren. Al met al is het voor de Biltse woonwijk relatief goed afgelopen. Rond het middaguur konden de bewoners weer terug naar hun woningen, nadat brandweerlieden voor de zekerheid nog metingen hadden uitgevoerd. De les die het Biltse korps overhoudt aan het incident is dat er bij de brandweer geen goed overzicht is van waar belangrijke hoofdgasleidingen lopen. In dit geval ging het om een regionale transportleiding van 20 centimeter doorsnede met een druk van 8 bar. Maar in en rond de gemeente bevinden zich ook zwaardere transportleidingen van de Gasunie met een druk van veertig bar. De mogelijke effectcirkel bij incidenten met dergelijke leidingen is aanmerkelijk groter. Een goede informatiepositie van de brandweer ten aanzien van deze ondergrondse risicobronnen is dan ook cruciaal. Die informatiepositie is volgens Dekker en Veldkamp nu niet optimaal. Een les die Veldkamp als bevelvoerder trekt is dat hij bij de ontruiming van de woningen wel zijn personeel met beschermende uitrukkleding en ademlucht op pad stuurde, maar zich niet realiseerde dat de geluidsdruk rond het lek dermate hoog was dat gehoorbeschadiging op korte afstand van het lek een serieus risico was. In feite zou je in dergelijke situaties ook gehoorbescherming moeten dragen. Het is een les voor de toekomst. 8 Bilthovense manege kreunt onder sneeuwlast Een manege in het Leyensebos bij Bilthoven is op maandagmiddag 21 december ontruimd, omdat het gebouw onder het gewicht van de dikke sneeuwlaag dreigt te bezwijken. De spanten waarop het dak rust zijn op meerdere plaatsen gebroken en het dak buigt op twee plaatsen door. Op het golfplaten dak ligt een laag van 20 tot 25 centimeter sneeuw. DDe Bilthovense brandweer en ambtenaren van de gemeentelijke afdeling Bouw- en Woningtoezicht, hebben een onderzoek ingesteld en hebben vastgesteld dat het niet mogelijk is de sneeuw veilig van het dak te verwijderen. Zij achtten de situatie dermate gevaarlijk dat niemand meer in de directe nabijheid van het gebouw mag komen. De omgeving van de manege werd daarop met linten en dranghekken afgezet. Omdat niet te voorzien is wat er met de wanden van het houten gebouw gebeurt als het dak bezwijkt, zijn uit voorzorg drie naastgelegen paardenstallen ontruimd. Voor naar schatting 50 paarden moest tijdelijk vervangende woonruimte worden gevonden. Gelukkig hoefde Gemeente De Bilt niet het Opvang- en Verzorgingsproces in werking te stellen. De manege heeft met behulp van een lokale stallenbouwer noodonderkomens voor de edele viervoeters op het terrein geregeld. Ook regelden verschillende eigenaren zelf opvang voor hun paarden. De brandweer was behulpzaam bij het realiseren van de noodhuisvesting op het terrein, onder andere door met behulp van de autoladder enkele afdekzeilen boven de noodbehuizing te bevestigen. Het gebouw is waarschijnlijk niet meer te redden. Paarden uit een naast de manege gelegen stal worden geëvacueerd.

9 Nieuw wagenpark voor Utrechtse Heuvelrug Maar liefst vijf nieuwe voertuigen werden op 21 november overgedragen aan de brandweer van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Drie tankautospuiten voor de posten Doorn, Maarn en Driebergen, een knikarm-autoladder en een OVD-voertuig. Het was de officiële afsluiting van een vervangingsproject binnen het korps, want de voertuigen zijn al eerder dit jaar gefaseerd in gebruik genomen. TTwee van de nieuwe eenheden zijn beslist niet standaard te noemen. Zo is de autoladder voorzien van een knikarm, waarmee ook de voordelen van een hoogwerker in het voertuig zijn geïntegreerd. Zo kan er onder andere mee over de nok van een dak heen worden gewerkt. Ook de tankautospuit van Maarn onderscheidt zich door zijn bijzondere opbouw. Die is verlaagd uitgevoerd, omdat de eis van het korps was dat de wagen onder de lage tunnel onder het spoor Utrecht-Arnhem en de rijksweg A12 door moest kunnen rijden. De doorrijhoogte van die tunnel is slechts 2.60 meter. Daarom bevinden zich op de verlaagde opbouw geen ladderpakket, zuigslangen en dergelijke op het dak en zelfs de gebruikelijke lichtbalk is vervangen door blauwe flitsers in de dakrand. Met de DDe stichting Brandweer Soest helpt is opgericht in Aanvankelijk was ons doel een hulpactie op te zetten om de brandweer in het Indonesische Banda Atjeh te helpen bij de wederopbouw na de Tsunami van december 2004, vertelt Ron Lettinga, voorzitter van de stichting. We hebben in 2005 verschillende activiteiten uitgevoerd om fondsen te werven voor dat doel, waaronder een open dag met inzamelingactie, maar door een samenloop van omstandigheden hebben we het geld dat daarmee is binnengehaald nog niet kunnen besteden. Een van de redenen was dat er na internationale contacten twijfels rezen of onze hulp wel op een goede manier zou worden besteed. De activiteiten van de stichting hebben vervolgens een tijdlang op een laag pitje gestaan, maar zijn in 2007 weer opgepakt. De Soester weldoeners richten sindsdien hun aandacht op vijf nieuwe voertuigen zit Brandweer Utrechtse Heuvelrug er qua rollend materieel weer voor lange tijd goed bij. De nieuwe voertuigen hebben gezamenlijk anderhalf miljoen euro gekost. De officiële overdracht op 21 november werd bijgewoond door een groot aantal korpsleden en oudgedienden, maar ook door enkele wethouders en leden van de gemeenteraad. Commandant Guy Roumans zei verheugd te zijn met deze belangstelling van de lokale politiek. U heeft welwillend het benodigde geld beschikbaar gesteld voor de vervanging van de brandweervoertuigen. Als korps zijn wij dankbaar voor uw wijze besluitvorming. Nu kunt u met eigen ogen zien wat wij met dat geld hebben gedaan. Burgemeester Naafs sprak op zijn beurt zijn waardering uit voor het korps. Oost-Europa waar nog schrijnende tegenstellingen bestaan tussen zwaar onderbedeelde vrijwillige brandweerkorpsen op het platteland en hun veel beter uitgeruste beroepscollega s in de steden. Inmiddels is al ontwikkelingshulp geleverd aan een korps in Moldavië, dat nieuwe helmen en uitrusting nodig had. Een deel van het geld van de inzamelingsactie uit 2005 wacht echter nog altijd op een goede bestemming. Het is goed dat we vandaag live aanwezig kunnen zijn bij de zichtbare uitvoering van een raadsbesluit. In 2007 hebben we een materieel- en materiaalplan voor de brandweer opgesteld, bedoeld om de kwaliteit van het rollend materieel en de uitrusting op het vereiste niveau te brengen en te houden. Vandaag kunnen wij zien dat aan dat besluit daadwerkelijk uitvoering is gegeven. Hiermee zijn stappen gezet om de kwaliteit van het materieel van Brandweer Utrechtse Heuvelrug voor de komende tien jaar op het vereiste peil te brengen. Niet omdat het leuke speeltjes zijn voor de brandweerlieden, maar omdat het korps dit materieel nodig heeft voor de uitoefening van zijn taken. Gezocht: natuurbrandbestrijdingsvoertuig voor Polen De stichting Brandweer Soest helpt is dringend op zoek naar een tweedehands 4x4 tankautospuit, om een klein vrijwillig brandweerkorps nabij de Poolse hoofdstad Warschau uit de brand te helpen. Het korps zit dringend verlegen om een voertuig voor natuurbrandbestrijding, maar krijgt die niet van de eigen overheid. De Soester stichting, die via contacten in het Europese brandweernetwerk van de Poolse hulpvraag hoorde, heeft aangeboden om in Nederland op zoek te gaan naar een geschikt tweedehands voertuig. Het huidige blusvoertuig van de brandweer van Grabów nad Pilica in Polen is verouderd en niet geschikt voor natuurbrandbestrijding. FOTO: RONALD CHRISTIAANS Ronald Christiaans, initiatiefnemer en secretaris van de stichting vervolgt. We hebben nu contact met een dorpje in de buurt van Warschau, dat zit te springen om een geschikt 4x4 natuurbrandbestrijdingsvoertuig. Relaties binnen het Nederlandse brandweernetwerk leidden eerder al tot de toezegging van een voertuig door een korps in Oost-Nederland, wegens vervanging van een 4x4-eenheid. Door vertraging in de levering van het nieuwe voertuig is die vervanging echter op de lange baan geschoven. Christiaans: Daarom zijn we nu op zoek naar een alternatief. Ik hoop dat er een korps is, binnen of buiten onze regio, dat ons op korte termijn kan helpen. Voor contact met de stichting Brandweer Soest helpt: Ronald Christiaans, tel FOTO: MARCEL KRADOLFER Gehoord op de achterbank Het nut van Plan-plus Terwijl wij na een uitruk terugreden naar de post, vond er tussen de ploegleden een stevige discussie plaats. Rode draad was de zinvolheid van de eenhedenbevelprocedure. De bevelvoerder en Officier van Dienst leren op het Engelse Fire Service College dat die procedure een stapsgewijze manier is om tot een bevel te komen. Met de aanvulling van de gecombineerde theorie kijken, denken en doen, van de onderzoekers Klein en Etzoili, wordt ook inzichtelijk hoe je in de praktijk tot een besluit komt. Het analyseren van de opdracht is de eerste stap. Daarop volgt beoordeel de toestand, maak het inzetplan, geef bevelen en besluit met geef leiding en controleer. Een belangrijke taak voor de bevelvoerder is voordurende controle op het effect van de inzet. Blijkt na controle dat het effect onvoldoende is, dan treedt plan-plus in werking. Een gelijktijdig uitgedacht noodplan, voor als het eerste plan niet werkt. Elke leidinggevende draagt de verantwoordelijkheid voor zijn of haar eigen bevel. Na bijzondere incidenten kan het nuttig zijn om na een paar dagen een evaluatie te houden met de groep. Het doel is om lering uit het gebeurde te trekken. Ongelooflijk, wat een theoretisch geneuzel van die kleine Etzoili, klonk het uit de geïrriteerde mond van een van de waterploegleden. Die gast gaat al over de kook van een aanstekervlam! Wat weet die nu van stress en bevelen? Allemaal onzin, weg ermee. Een collega van de aanvalsploeg keek hem fronsend aan en zei: Jij bent zeker blijven hangen in je Donald Duckies? Mij interesseert het namelijk wel om te weten hoe mensen tot een beslissing komen. Mogelijk kun je daar zelf ook iets mee. Wat vindt jij ervan Frits?, vroeg de chauffeur. Tja, zei ik, een bevelvoerder of OvD die tijdens een repressieve inzet een pas op de plaats maakt om goed te controleren of de inzet het gewenste effect heeft, snapt precies het proces. Als je ervaart dat het inzetbevel na eigen waarneming en inbreng van je ploegleden niet het gewenste resultaat oplevert, treedt je plan-plus in werking. Een nieuw inzetbevel voor een beter resultaat. Eenzelfde beeld heb ik bij het stopzetten van het plaatsingsproces net voor de start van de nieuwe VRU organisatie. Ook dat begon met een analyse Planplus van de opdracht, beoordeel toestand, maak inzetplan, geef bevelen, geef leiding en controleer. Tijdens de geef bevelen en controleer fase van het proces ontstond er veel onrust onder de betrokkenen. De leidinggevende controleerde voortdurend en constateerde na overleg met zijn ploegleden en andere betrokkenen dat het effect van de inzet niet het gewenste resultaat had. Er volgde een evaluatie met de groep om lering te trekken uit hetgeen gebeurde. Een typisch resultaat van kijken, denken en doen. Het resultaat werd dus een plan-plus. Een nieuw inzetbevel, dat voor een gedragen eindresultaat gaat. Ik ervaar zelf mijn gevulde Moreton rugzak als een zeer waardevol instrument, dat overal op toepasbaar is. Blijkbaar was ik niet de enige die dat in de gaten had, toch? Frits Juvert 9

10 brul B r a n d w e e r U t r e c h t s L a n d VRU test grootschalig watertransport De VRU heeft in november alle slangleidingen en watervoerende armaturen van zijn grootschalig watertransportsystemen gecontroleerd en getest. De operatie werd uitgevoerd op een taxibaan van de voormalige vliegbasis Soesterberg. Een ideale omgeving om kilometers 150 mm slangleiding uit te rijden zonder te worden gehinderd door verkeer en zonder dat de VRU het verkeer hindert. DDe VRU heeft in totaal 12 kilometer zesduims slangleiding in beheer; 1 kilometer voor elk van de zes dompelpomp/slangencombinaties en nog eens twee aanvullende slangenhaakarmbakken met elk drie kilometer slang. Het materiaal is in de jaren 80 en 90 door het ministerie van BZK aan de regio s verstrekt en de VRU heeft deze specialistische taken over diverse brandweerkorpsen in de regio verspreid. Reden voor de test is dat bij een grote bedrijfsbrand in Mijdrecht in juli is vastgesteld dat niet alle dompelpompcombinaties een identieke bepakking hebben. Ook bleek dat de twee ingezette korpsen met dompelpomcombinatie elk een andere werkwijze hanteerden. Reden om de uitrustingen voor grootschalig watertransport te testen op compleetheid en technische staat. Voor de test is een inventarislijst gemaakt waarin staat welke uitrusting op de haakarmbakken aanwezig moet zijn en wat de technische specificaties van alle onderdelen zijn. In twee weken tijd zijn alle zes de dompelpompcombinaties en bijbehorende uitrusting gecheckt om na te gaan of het materiaal nog aan de specificatie-eisen voldoet en volledig inzetbaar is. Het materiaal is al bijna twintig jaar oud en wordt niet heel frequent ingezet. Om de kilometerslange slangleidingen en de slangenkoppelingen op lekkage te testen, zijn ze over de volle lengte uitgelegd op de vliegbasis en met behulp van een tankautospuit onder een druk van tien bar gezet. Lekkende slangen zijn daarbij direct vervangen. De VRU wil het materiaal in de toekomst vaker op soortgelijke wijze testen om de inzetbaarheid te allen tijde te waarborgen. In 2010 worden alle dompelpompen nog één keer op kosten van het rijk gereviseerd. Wat daarna het lot is van de voorzieningen voor grootschalig watertransport, is nog niet bekend. kalender Opleidingen oefeningen BRUL in 2010 Onze branche vráágt om opleidingen en oefeningen, zodat de brandweerfunctionarissen goed voorbereid zijn ten tijde van een ramp. Al deze opleidingen en oefeningen zijn in een handzame kalender weergegeven. Deze kalender treft u met ingang van deze editie in de VooRU. Per maand staat aangegeven welke opleidingen en oefeningen plaatsvinden. Allerlei opleidingen en oefeningen komen aan bod. Van Manschap en Bevelvoerder opleiding NIEUWE stijl tot BHV basiscursus, van oefeningen voor Grootschalige optredens tot realistische trainingen in Zweden. De kalender is samengesteld door vertegenwoordigers van de BRUL in nauwe afstemming met de korpsen. Heeft u vragen over deze kalender of wilt u informatie? De afdeling opleiden en oefenen beantwoordt ze graag. Zij zijn bereikbaar via of brandweer.o&o@vru.nl Datum Type opleiding/oefening Doelgroep Locatie Lopende opleidingen BRUL januari december 2010 Functiegerichte opleiding Bevelvoerder (NIEUWE STIJL) januari december 2010 Januari Functiegerichte opleiding Manschap A (NIEUWE STIJL) Opleidingen BRUL januari M001 instructeur 30 jan april M004 Brandweerduiker praktijk buitenwater januari Regionale preventisten- Jaar 3 januari - december oefenleiders januari juni OGS OVD's januari december OGS Instructeurs/bevelvoerders januari december RSTV Instructeurs/bevelvoerders Opleidingen BHV 13 januari Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 19 januari Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 21 januari Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 23 januari Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 25 januari Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 29 januari Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 30 januari Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord Oefeningen BRUL 10 januari Natuurbrandbestrijding Flankcommandant Februari Opleidingen BRUL februari M110 Manschap A - Kerntaak 1 Brand Opleidingen BHV 1 februari Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 3 februari Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 6 februari Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 8 februari Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 9 februari AED BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Locatie opdrachtgever 10 februari AED BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Locatie opdrachtgever 11 februari Basis BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord Moduul Brandbestrijding en ontruiming Datum Type opleiding/oefening Doelgroep Locatie Vervolg opleidingen BHV februari : 20 februari Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 23 februari Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 24 februari Basis BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord Moduul Eerste Hulp 27 februari Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord Oefeningen BRUL 2 februari Zweden Realistisch Oefenen VRU 1 beginners 4 februari Zweden voorbereidingsavond week 8 8 februari Zweden Realistisch Oefenen VRU 1 beginners 10 februari Zweden Realistisch Oefenen VRU 2 gevorderden 11 februari Zweden voorbereidingsavond week 7 14 februari Natuurbrandbestrijding Flankcommandant 16 februari Zweden - voorbereidingsavond week 9 17 februari Zweden voorbereidingsavond week 7 21 februari Natuurbrandbestrijding Luchtsurveillance 23 februari Zweden voorbereidingsavond week 9 28 februari Zweden voorbereidingsavond week 8 Maart Opleidingen BRUL 2 maart - april Meldkamer dagen voorjaar (10) Centralisten / CaCo RAVU 2-4 maart Copi-dagen (3) OvD's, ACB, OWV, LC VRU 11 maart Beheerder Brandmeldinstallaties (BBMI) Brandweer Amersfoort Centrum Beheerders Brandmeldinstallaties uit arbeidsorganisaties Opleidingen BHV 1 maart Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 2 maart Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 3 maart Zweden voorbereidingsavond week 10 4 maart Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 9 maart Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord 15 maart Herhaling BHV BHV functionarissen uit arbeidsorganisaties Brandweer Amersfoort Noord Oefeningen BRUL 6 maart Natuurbrandbestrijding praktijkinzet Eenheden 4X4 7 maart Zweden Realistisch Oefenen VRU 1 beginners NB: Wijzigingen onder voorbehoud 10

11 B u r e a u G e m e e n t e l i j k e C r i s i s b e h e e r s i n g Nieuwe geluiden uit een oude gemeente Aan het woord: de ACB van de gemeente Vianen De enige Utrechtse gemeente ten zuiden van de Lek kreeg al in 1336 stadsrechten en heeft een aantal monumentale gebouwen uit z n rijke historie weten te behouden. Maar Vianen is niet alleen oud. Op het vlak van de gemeentelijke crisisbeheersing klinken nieuwe geluiden. Annemieke van Herk kijkt als adviseur crisisbeheersing graag verder dan de historisch gebaande paden. FOTO: PIET PEETERS In dit katern: FOTO: WIL GROENHUIJSEN WWie de Voorstraat inloopt ziet direct hoeveel geschiedenis Vianen bewaard heeft. Maar het prachtige stadhuis is ook een symbool van hoe oud en nieuw elkaar kunnen aanvullen: aan het oorspronkelijke gebouw uit 1425 is een nieuw gedeelte gebouwd, dat gebruikmaakt van de oude gevel van een buurpand. Eenmaal binnen is goed te zien hoe harmonieus nieuwen oudbouw op elkaar aansluiten en hoe moderne lijnen de laat-middeleeuwse bakstenen respecteren. In dit in november vorig jaar geopende gebouw werkt Annemieke van Herk, sinds twee jaar ACB van de gemeente Vianen. Na een studie integrale vei- ligheidskunde aan de Hogeschool Utrecht was ze werkzaam in de gemeenten Utrecht en Lansingerland. Annemieke vult zowel openbare orde en veiligheid (80%) als de fysieke veiligheid/crisisbeheersing (20%) in en valt binnen de gemeentelijke organisatie onder de stafafdeling Bestuursen managementondersteuning. Stad en fusie Van Herk: De huidige gemeente Vianen heeft een krappe inwoners en is op 1 januari 1986 ontstaan uit een fusie van de kernen Vianen, Hagestein, Everdingen en Zijderveld. Sinds 2002 maakt de stad deel uit van de provincie Utrecht. De gemeente heeft exclusief het bestuur - zo n 190 gemeenteambtenaren in dienst, een aantal waaruit wordt geput voor de invulling van de gemeentelijke taken bij de crisisbeheersing. Dat levert geen problemen op, we kunnen de actiecentra prima vullen en hebben een behoorlijke reservepot van mensen die in eerste instantie geen rol in de centra hebben. Daarnaast kunnen we altijd terugvallen op de regionale pool, het is prettig om daar op te kunnen rekenen als een incident langer duurt en je aan aflossing moet gaan denken. Voor wat betreft potentiële crises bestaan onze aandachtspunten IOOV-toets stelt drie VRUgemeenten op de proef pagina 12 Strategie risicocommunicatie in de maak pagina 13 VRU eindigt als tweede bij Publieke Veiligheid Award pagina 14

12 bgc B u r e a u G e m e e n t e l i j k e C r i s i s b e h e e r s i n g uit de beide snelwegen waar Vianen aan ligt (de A2 en de A27), het Merwedekanaal en de Lek. Risicobedrijven in de zin van de Brzo heeft Vianen niet. Samenwerking Vianen heeft niet gekozen voor een hard ACB-piket. Van Herk: Als je echt met een hard piket wilt werken, moet je dat goed aanpakken en moeten er veel zaken geregeld worden. Samen met mijn plaatsvervanger draai ik een kanspiket, waarbij ik in eerste instantie via Communicator wordt gealarmeerd. Mochten wij beiden niet beschikbaar zijn, dat fungeert mijn leidinggevende als achtervang. Bij een crisis gaan mijn plaatsvervanger of ik naar het CoPI. Als er sprake is van een (kern-)bt, dan ga ik naar het BT en mijn plaatsvervanger naar het CoPI. Daarnaast helpen we als ACB en van een aantal omliggende gemeenten elkaar. We hebben geen formeel samenwerkingsverband, maar in het informele circuit zijn de contacten dusdanig goed dat we elkaar bij nacht en ontij kunnen bellen. Een andere focus Van Herk denkt dat het tijd is voor een andere focus van de gemeentelijke crisisbeheersing. Voor wat betreft traditionele incidenten zijn we goed voorbereid, maar voor de multidisciplinaire aanpak bij maatschappelijke onrust ligt dat anders. Er zou veel meer aandacht uit moeten gaan naar situaties als de komst van een veroordeelde pedoseksueel in een woonwijk, het verdrinken van een kind of het verschijnen van een film als Fitna. Burgers kunnen zelf veel informatie vinden op het internet, zijn goed geinformeerd en stellen een gemeente voor een grotere uitdaging dan bijvoorbeeld een grote brand in een bedrijfspand, iets waarmee gemeenten relatief veel ervaring hebben. Het is belangrijk om te kijken hoe we met die maatschappelijke onrust om moeten gaan en hoe we dat als gemeente aanpakken. In die richting zouden we ons meer moeten ontwikkelen. Experts of niet? Een crisis ziet Van Herk met gerustheid tegemoet. In zijn algemeenheid hebben we een nuchtere grondhouding ten opzichte van crises. We nemen ze serieus, maar kijken naar wat we in de basis goed geregeld moeten hebben. Als het komt, dan komt het en dan moet je handelen naar bevind van zaken. Als gemeente ontwikkel je je steeds verder en zet je iedere keer een nieuwe stap. Maar je moet dat wel doseren. Zo zijn de regionale pools nog maar net geïntroduceerd, en wordt nu al gedacht aan de introductie van expertteams. In Vianen zeggen we: regel eerst de pools goed en ga dan verder. Poolvorming en expertteams kunnen hun waarde bewijzen, uiteindelijk moet het uitgangspunt zijn dat FOTO: WIL GROENHUIJSEN In Vianen zeggen we: regel eerst de pools goed en ga dan verder. Poolvorming en expertteams kunnen hun waarden bewijzen, uiteindelijk moet het uitgangspunt zijn dat de crisis het hoofd geboden wordt. Als gemeente heb je echter ook je wettelijke verantwoordelijkheden bij een crisissituatie en moet je dus zelf de kennis en vaardigheden in huis hebben om een crisis tot een goed einde te brengen. de crisis het hoofd geboden wordt. Als gemeente heb je echter ook je wettelijke verantwoordelijkheden bij een crisissituatie en moet je dus ook zelf de kennis en vaardigheden in huis hebben om een crisis tot een goed einde te brengen. Verder kun je niet aan de ene kant je mensen voorbereiden en oefenen, maar bij een echte crisis een expertteam laten invliegen. Misschien moet je wel denken aan een adviserend manager die de beslissers influistert maar werkt met onze mensen in de actiecentra. Niet omdat we de wijsheid in pacht hebben maar omdat het goed is om de klus met je eigen mensen te klaren. Pas bij een kennis- of capaciteitsprobleem ga je aan de bel trekken. Kijk dus eerst naar je eigen kunde en naar de pools voordat je aan expertteams gaat denken. Kleinschaligheid kan daarbij z n voordelen hebben. In kleinere gemeenten is extra capaciteit soms sneller te organiseren. Voorbereiding Op het gebied van opleiden en oefenen is er ook het een en ander geregeld. Van Herk: We hebben een bestuurlijk vastgelegd O&O-plan voor 2008 en 2009, met als voordeel dat iedereen precies weet wat er verwacht wordt. We kiezen bewust voor een tweejaarlijks plan omdat we vooruit willen kijken. In het plan verwoorden we noodzaak en uitvoering van de voorbereiding en ligt de focus op opleidingsverplichtingen in het kader van de poolvorming. Het is prettig dat het bestuur en de organisatie weet wat er de komende tijd aan opleiding op hen afkomt. Omdat het bestuurlijk is vastgesteld zijn de uitgangspunten bovendien helder. Piet Peeters IOOV-toets stelt drie VRU-gemeenten op de proef Laat maar zien! Op 9 november ging bij medewerkers van drie Utrechtse gemeenten de telefoon: de Inspectie openbare orde en veiligheid (IOOV) toetste op die avond de alarmering, opkomst en kennis van de crisisorganisaties van de gemeenten Amersfoort, Houten en De Ronde Venen. De VooRU mocht embedded meekijken en was getuige van de gang van zaken bij de toetsalarmering op een herfstige maandagavond. We raakten onder de indruk. FOTO: PIET PEETERS HHet is tegen half acht als twee personenauto s de lege parkeerplaats bij het Amersfoortse stadhuis opdraaien. In het donker worden kratten uitgeladen met hesjes, portofoons, laptops en stapels papieren. Iemand kijkt op zijn horloge nog een kwartier, dan gaan we beginnen. Een gemeenteambte- naar kijkt verbaasd naar de ongewone samenscholing. De neveningangen van het stadhuis worden voorzien van een aanwijzing dat de hoofdingang moet worden gebruikt en de porto s worden getest. Als embedded journalist trek ik een IOOV-hesje aan, helm en scherfvest mogen in de auto blij- met hun kennis over gemeentelijke crisisbeheersing. De reacties op de vragenlijst zijn gemengd, er zijn kritische geluiden te horen over de vragen die gesteld worden. Het zijn algemene vragen en vragen over slechts een aantal primaire processen, terwijl mensen juist inhoudelijke vragen over hun eigen proces verwachten. Dat laat onverlet dat in een mum van tijd de hal gevuld is met medewerkers die alles wat maar enigszins vlak is gebruiken als ondergrond voor het invullen van de vragenlijst. Het is een gemoedelijke drukte. Verdorie, de burgemeester was er weer als eerste zegt een woordvoerder teleurgesteld. En dat klopt. Burgemeester Van Vliet kijkt tevreden toe hoe uiteindelijk rond de honderd collega s gehoor geven aan de oproep. Op een totaal aantal van ongeveer 120 ambtenaren met een rol in de crisisorganisatie is dat een score om trots op te zijn, zeker als je bedenkt dat een groot aantal van hen niet in een hard piket is ingedeeld. De eerste vraag die ze na binnenkomst aan de inspecteurs stelde is of ze al koffie hadden gehad. Het is een vakvrouw en een gastvrouw, een heel tevreden gastvrouw. Als Amersven. De telefoon gaat: de alarmering voor de eerste gemeente is eruit. Het is maandagavond 9 november, uur. Een tevreden gastvrouw Aan de oefening is dit keer geen scenario gekoppeld, de alarmering geeft wel aan dat het om een GRIP 3 situatie gaat. Hierbij wordt de gehele gemeentelijke crisisorganisatie gealarmeerd. Het duurt niet lang voordat de draaideur van de hoofdingang van het Amersfoortse stadhuis in beweging komt en de eerste mensen met de telefoon in de hand binnenlopen. Ze worden ontvangen door een inspecteur die aan elk van hen een vragenlijst uitreikt met daarop een nummer. Aan dat nummer wordt in een registratiesysteem de tijd van binnenkomst gekoppeld. Na het inleveren van de lijst wordt de betreffende persoon geregistreerd als opgekomen en worden vragenlijst en opkomsttijd meegenomen in de statistieken. 90 Minuten na alarmering stopt de registratie. Het geeft twee aspecten aan waar het bij deze toets om gaat: hoeveel personen die een rol vervullen in de gemeentelijke crisisorganisatie komen binnen 90 minuten op, en hoe is het gesteld

13 FOTO: PIET PEETERS foorter sta ik stilletjes te genieten, maar dat blijft tussen ons. Beeldvorming De toets wordt afgerond met een interview met de kernbezetting van het gemeentelijk beleidsteam, waarbij de Inspectie aan de hand van antwoorden op een aantal vragen ( hoe bereikt u als burgemeester de operationeel leider? De operationeel leider bereikt mij! ) zich een beeld vormt van aanpak en werkwijze van een gemeente bij een crisis van coördinatieniveau GRIP 3 of 4. Het is geen overhoring of kennistest, de Inspectie kijkt naar voorbereiding, planvorming en waar een gemeente in de praktijk van een grote crisis tegen aan loopt. On- dertussen spelen zich in Houten vergelijkbare taferelen af. Ook daar laat een VRU-gemeente zien wat ze waard is. De Ronde Venen heeft bij aanvang van de toets helaas aangegeven niet mee te zullen doen. Zij zullen op een ander tijdstip alsnog een vergelijkbare toets vanuit de VRU ondergaan. Achter de schermen Rozemarijn Hartkamp van het BGC licht toe wat er zich achter de schermen bij de VRU heeft afgespeeld: In het najaar van 2007 was de VRU bij de ADR II toets (waarbij een ramp op het Amsterdam-Rijnkanaal werd geënsceneerd) al eens doorgelicht, maar dat betrof toen alleen het operationele deel, niet de gemeentelijke toets. Die heeft nu dus plaatsgevonden. De VRU was van te voren ingelicht dat de regio getoetst werd. We wisten om welke gemeenten het ging en wanneer de toets plaats zou vinden, maar hebben dat natuurlijk onder de pet gehouden. Het was de missie van het BGC om de 29 VRU-gemeenten zo goed mogelijk voor te bereiden. Dat hebben we onder andere gedaan door een voorlichtingsbijeenkomst te organiseren waarbij ook de IOOV aanwezig was. In een presentatie werd uitgelegd wat de toets inhield en hoe er getoetst werd. Daarnaast hebben de adviseurs crisisbeheersing middels een presentatie van Roel de Graaf intern de gemeentelijke processen nog eens doorgenomen en op scherp gesteld, iets wat ze heel goed gedaan hebben. Naast een opkomstregistratie, individuele vragenlijsten en een interview met het beleidsteam bestond de toets ook uit een vragenlijst die de gemeente moest invullen. Deze komt nagenoeg overeen met een instrument dat wij zelf ontwikkeld hebben en door de VRU-gemeenten gebruikt wordt als zelfdiagnose voor het basiszorgniveau. Voor dit instrument is de VRU genomineerd voor de Publieke Veiligheid Award Voor ons was dit een leuke mix, omdat het nu zowel door onszelf als door de IOOV gebruikt wordt. De Inspectie was daar erg enthousiast over. Naast dit alles hebben we de burgemeesters een brief gestuurd ter voorbereiding op de toets. Ze zijn erg blij dat we samen met de gemeentelijke organisaties de toets goed voorbereid hebben, de gemeenten hadden gewoon zin om te laten zien wat ze hadden voorbereid. Er waren heel wat gemeenten teleurgesteld dat zij niet aan de beurt waren. Ondersteuning Het BGC heeft een bereikbaarheidspiket dat bij een crisis gebeld kan worden. Dat is bij de toets ook gebeurd. Van tevoren hadden we aan gemeenten gevraagd om na te denken over bgc B u r e a u G e m e e n t e l i j k e C r i s i s b e h e e r s i n g FOTO: PIET PEETERS wat ze aan ondersteuning nodig zou kunnen hebben uit de regionale pools. Dat was lastig in te schatten omdat aan de alarmering geen scenario was gekoppeld. Daarom hebben wij een indicatie gegeven hoeveel mensen per proces minimaal nodig waren om het verantwoord te kunnen laten draaien. De Inspectie geeft geen concrete aantallen, maar wil zien dat een gemeente bij een crisis de eerste acht uur kan functioneren. We moeten de rapportage nog afwachten, maar we zijn blij met wat Amersfoort en Houten op 9 november hebben laten zien. Piet Peeters Transportrisico s kenmerken de regio Utrecht, het centrale vervoersknooppunt van Nederland. Strategie voor risicocommunicatie in de maak De overheid heeft de verplichting om de burgers te informeren over veiligheidsrisico s in hun omgeving. Tot dusver was dat een verantwoordelijkheid van de gemeenten. Daarin komt binnenkort verandering. De Wet op de veiligheidsregio s legt de verantwoordelijkheid voor deze taak namelijk neer bij de besturen van de veiligheidsregio s. In een aantal regio s heeft risicocommu- nicatie al in meer of mindere mate vorm gekregen; andere regio s oriënteren zich nog. Een projectgroep van de Provincie Utrecht, de VRU, gemeenten en milieudiensten, werkt ook voor onze regio aan een strategie voor risicocommunicatie. OOm de burgers effectief te informeren, zij bezorgd over? Om daarachter te ontwikkeling van een voor de VRU slechts op bescheiden schaal in praktijk gebracht. De vuurwerkramp in moet er wel eerst inzicht zijn in de komen is afgelopen zomer een zogeheten belevingsonderzoek uitgevoerd Enschede in 2000 heeft voor een keer- nieuw taakveld. risicoperceptie onder de bevolking. Hoe kijken burgers aan tegen risicobronnen in hun omgeving? Waar zijn se gemeenten. De eerste stap naar de meenten van oudsher hadden werd de rijksoverheid tot de conclusie dat onder inwoners in een aantal Utrecht- De risicocommunicatietaak die gepunt gezorgd. Die gebeurtenis bracht 13

14 bgc B u r e a u G e m e e n t e l i j k e C r i s i s b e h e e r s i n g de bevolking actiever en vollediger moest worden geïnformeerd over de fysieke veiligheidsrisico s in de woonen werkomgeving. Het Rijk heeft daar subsidies voor beschikbaar gesteld, die de provincies over gemeenten en veiligheidsregio s verdelen. Zo ook in Utrecht. VRU eindigt als tweede bij Publieke Veiligheid Award Veiligheidsregio Utrecht is er niet in geslaagd om de prestigieuze Publieke Veiligheid Award 2009 in de wacht te slepen. De uitreiking vond op donderdagavond 3 december plaats in Arnhem. De Veiligheidsregio Utrecht was genomineerd met haar project Basiszorgniveau Bevolkingszorg. Uiteindelijk is de VRU als tweede geëindigd, achter de uiteindelijke winnaar, Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland, die met een vernieuwende aanpak rond bosbestrijding met de Award naar huis ging. Met Basiszorg Bevolkingszorg (BZN) kan een gemeente door middel van een zelfdiagnose instrument toetsen hoe de stand van zaken is met betrekking tot de locale crisisbeheersingsorganisatie en of deze op een zodanig niveau is om een crisis te bestrijden. BZN is op initiatief van de Veiligheidsregio ontwikkeld door en voor gemeenten. De gebruikte normen en kwaliteitseisen zijn afkomstig van de landelijke richtlijnen, de (concept) wet Veiligheidsregio s en regionale afspraken. Het belangrijkste doel van BZN is dat het gemeenten helpt om zich goed voor te bereiden op crises. Verder kan het gebruikt worden als rapportage aan het college van Burgemeester & Wethouders. Het project is tot stand gekomen in goede samenwerking tussen de Veiligheidsregio Utrecht (bureau gemeentelijke crisisbeheersing) en de Utrechtse gemeenten. De VRU wil het projectteam, bestaande uit Rozemarijn Hartkamp (VRU), Marion Schilder (VRU), Niek van der Vlerk (Nieuwegein), Carolien Moerdijk (Utrecht) en Mathijs Paf (ex ACB Veenendaal) hartelijk danken voor de inzet voor het project. In de Veiligheidsregio Utrecht hebben gemeenten het instrument gebruikt in de voorbereiding van de toets die pas geleden door de Inspectie OOV is uitgevoerd in onze regio. Een aantal andere Veiligheidsregio s heeft interesse voor het instrument. Tot slot wil de VRU iedereen bedanken die in de afgelopen periode heeft gestemd op het project van de VRU. Wij zijn trots op de aandacht onder andere vanwege de nominatie voor het project. Arthur van Colmjon Eén van de concrete producten die de afgelopen jaren is opgeleverd, is de provinciale risicokaart. Nu de verantwoordelijkheid bij het bestuur van de veiligheidsregio komt te liggen is een overgangssituatie ontstaan. De provincie en de VRU trekken daarom samen met enkele gemeenten en milieudiensten op in een project om de risicocommunicatie op een nieuwe leest te schoeien. Uitgangspunt hierbij is dat de communicatie moet aansluiten op de risicobeleving van de bevolking. Uit het onderzoek moet blijken in hoeverre die beleving van plaats tot plaats verschilt. Urgentie De urgentie om risicocommunicatie in de regio Utrecht gestructureerd vorm te geven is groot, verklaart Geert Geujen van communicatieadviesbureau Actorion. Het bureau is door de projectgroep benaderd om te ondersteunen bij de opbouw van de risicocommunicatie. In 2007 heeft de provincie Utrecht in de peiling Milieuhinder ook vragen gesteld over de beleving van veiligheidsrisico s. De urgentie om risicocommunicatie in de regio Utrecht gestructureerd vorm te geven is groot. Daaruit kwam naar voren dat mensen zich weinig zorgen maken over omgevingsrisico s, maar dat het transport van gevaarlijke stoffen de meeste aandacht heeft. Dat past bij het beeld van de Utrechtse regio die een landelijk knooppunt is van auto-, spooren vaarwegen. Nu de VRU formeel verantwoordelijk wordt voor risico- De risicokaart van de provincie Utrecht. communicatie, komen vragen aan de orde over de inrichting van die taak. Hoe is het nu georganiseerd? Wie doet wat? Welke diensten en producten moeten nog worden ontwikkeld en hoe moet de risicocommunicatie worden ingebed in de organisatie? Op een eerste projectbijeenkomst in januari dit jaar, spraken de projectpartners af dat een meer gedetailleerd onderzoek naar risicobeleving onder burgers nodig is om risicocommunicatie goed te kunnen organiseren. De peiling in 2007 ging daarvoor niet ver genoeg. Steekproef Dat verdiepende onderzoek is afgelopen zomer uitgevoerd in de gemeenten Amersfoort, Veenendaal en Woerden, die zich bereid hadden verklaard mee te werken. Geert Geujen verwacht dat het eindrapport met aanbevelingen in februari 2010 kan worden aangeboden aan de betrokken gemeentebesturen en aan het bestuur van de VRU. Het rapport geeft niet alleen inzicht in de risicobeleving, maar zal ook adviezen over de strategie en uitvoering van risicocommunicatie bevatten. Voor het onderzoek zijn in totaal ongeveer vijfduizend mensen benaderd, waarvan uiteindelijk bijna duizend respondenten hebben meegedaan. Aan de hand van een schriftelijke vragenlijst is hen gevraagd in hoeverre zij zich zorgen maken over risicobronnen en risicosituaties in hun omgeving en welke informatie zij daarover willen. De lijst maatramptypen vormde het uitgangspunt voor het onderzoek. In elke gemeente is een willekeurige steekproef onder personen ouder dan 18 jaar getrokken. Daarnaast is in Amersfoort en Woerden een tweede steekproef getrokken van mensen die in de nabijheid van de spoorlijn wonen. In Veenendaal ging het om omwonenden van een bedrijf. Door de uitkomsten van die twee steekproeven in elke gemeente met elkaar te vergelijken wilden de onderzoekers vaststellen of mensen die in de buurt van dergelijke specifieke risicolocaties wonen die risico s anders beoordelen dan de mensen die elders wonen. De uitkomsten van het recente onderzoek lijken het beeld van de peiling uit 2007 te bevestigen, maar de rapportage is nog niet helemaal compleet. Geujen: In januari 2010 buigen we ons als projectgroep over de meest geschikte risicocommunicatiestrategie in Utrecht. Risicocommunicatie is een nieuwe taak voor de veiligheidsregio s en moet in feite zo goed als helemaal vanaf het begin worden opgebouwd. Met de uitkomsten van het belevingsonderzoek hebben we in ieder geval houvast bij het bepalen van onze koers. We weten dan op hoofdlijnen welke risico s de burgers bezig houden en waar de aandacht zich op moet richten. kalender Per maand staat aangegeven welke opleidingen en oefeningen er plaatsvinden. Heeft u vragen over deze kalender of wilt u informatie? Neemt u dan gerust contact op via (030) of r.de.graaf@vru.nl Opleidingen en oefeningen BGC in 2010 Datum Type opleiding/oefening Doelgroep Tijd Januari 12 januari Basisopleiding crisisbeheersing Adviseurs crisisbeheersing N.N.B. 26 januari Basisopleiding crisisbeheersing Adviseurs crisisbeheersing N.N.B. Februari 4 februari Basisopleiding crisisbeheersing Adviseurs crisisbeheersing N.N.B. 9 februari Basisopleiding crisisbeheersing Adviseurs crisisbeheersing N.N.B. 14 NB: Wijzigingen onder voorbehoud

15 G e n e e s k u n d i g e H u l p v e r l e n i n g b i j O n g e v a l l e n e n R a m p e n Je kunt mensen niet dwingen tot vaccinatie Twee weken na de aankondiging van minister Ab Klink werden in de Veiligheidsregio Utrecht ruim kinderen en volwassenen gevaccineerd tegen de Mexicaanse griep. Hoewel de draaiboeken klaar lagen, was de organisatie een hele klus. FOTO: BUREAU GHOR In dit katern: FOTO: WIL GROENHUIJSEN V Vergaderen, regelen, bellen, afstemmen en controleren. En dat alles twee weken lang tot in de late uurtjes. Angela van der Putten (hoofd infectieziekten en hygiëne GG&GD Utrecht) en Judith Ludding (Algemene Gezondheidszorg GGD Midden-Nederland) kijken terug op een hectische novembermaand. Maar als ik zie dat we op het klanttevredenheidsonderzoek bijna een 9 scoorden, hebben we het goed gedaan, vindt Van der Putten. Opbouwen en inrichten Elke regio had een draaiboek met daarin geschikte vaccinatielocaties. Maar dan moet die locatie wel beschikbaar zijn en helemaal worden ingericht, zegt Van der Putten. De kleedkamers in sporthallen waren ideaal voor de EHBO en doktoren. Maar in de Jaarbeurs moesten deze kamers nog worden opgebouwd. Ook het regelen van voldoende medewerkers was een hele klus. Er waren namenlijsten, maar niet ie- dereen kan aan het reguliere werk onttrokken worden en ook zijn er mensen ziek, legt Ludding uit. En bij de bezetting gaat het niet alleen om de verpleegkundigen, maar ook over de verkeersregelaars, het eventuele animatieteam en de opbouwers van de priklijn'. Snel keuzes maken De grote uitdaging bij deze operatie is het snel maken van keuzes, want de klok tikt door. Niet alleen in de voorbereiding, maar ook tijdens de operatie zelf. Voor medewerkers die verhinderd waren, moest snel vervanging komen, geeft Ludding als voorbeeld. Een les die tijdens de eerste ronde is geleerd, is dat er s ochtends vroeg een duidelijke piek was. Rond half elf werd het rustig. De meeste mensen komen toch voor werktijd, vermoedt Ludding. Om de doorstroming te bevorderen, was er voor de baby's speciale uit- en aankleedtafels. Sommige ouders lieten de kleding op het aankleedkussen liggen en liepen na de prik terug, wat voor oponthoud zorgde. Vrij snel hingen er bordjes met aanwijzingen die de doorstroom bevorderden. Spookverhalen Dagen voor de vaccinatie kwamen verschillende telefoontjes bij de GGD binnen. Ouders wilden weten of ze hun kind met koorts een andere keer mochten laten vaccineren. Maar ook vroeg een vrouw of het waar was dat ze na de inenting onvruchtbaar zou zijn, kan Van der Putten zich herinneren. Internet is een grote bron van spookverhalen. Als iemand een onwaarheid vertelt, gaat het met een muisklik de hele wereld over, zegt Van der Putten. Het opkomstpercentage in Utrecht en Amsterdam viel tegen. Toch zijn Van der Putten en Ludding tevreden. We hebben de mogelijkheid geboden, verduidelijkt Van der Putten. Je kunt mensen niet dwingen. Vaccinatie is een eigen keuze. Dat veel mensen wel de Incidenten zonder duidelijke oorzaak vragen landelijk protocol pagina 16 Interview met Gert-Jan Ludden, projectleider OTO traject pagina 17 Bureau GHOR haalt HKZdeadline pagina 18

16 Hoge drukcommunicatie Publieksvriendelijkheid insteek bij griepvaccinatie Al vanaf de eerste griepgevallen in ons land deze zomer, maakte senior communicatieadviseur Veiligheid Rob Aarsen van de Gemeente Utrecht een (deel) van zijn tijd vrij om de GG&GD Utrecht bij te staan. Voor en tijdens de massavaccinatie was hij er meer dan fulltime mee bezig. We hebben er wel steeds rekening mee gehouden dat er nog een massavaccinatie zou komen. Maar toen het besluit viel, was het toch alle hens aan dek. Waar normaal zes weken voorbereiding voor staat, moest nu in twee weken gebeuren. Dat betekent vooral doen. moeite namen om, zoals inwoners van kleine dorpen, kilometers te rijden voor de vaccinatie, maakt duidelijk dat veel ouders het wel belangrijk vonden hun kinderen in te laten enten. De ervaring van deze operatie nemen ze mee naar de tweede ronde van de griepvaccinatie, medio december. Ludding: We updaten het draaiboek met dingen waar we nu tegenaan liepen. Het was hard werken, maar het gaf een speciaal gevoel. Alleen door intensief samen te werken hebben we de klus geklaard. Joke Schaapman FOTO S: WIL GROENHUIJSEN V Veel tijd om plannen te maken was er niet, vertelt Aarsen. De communicatiemedewerkers gingen aan de slag, met de griepdraaiboeken als checklist. We zijn als GG&GD Utrecht, GGD Midden Nederland en communicatiecollega s uit omliggende gemeenten in Zeist bij elkaar gaan zitten om in één dag alle advertenties, persberichten en webteksten te schrijven. Om de dagelijkse stroom telefoontjes te beantwoorden, schakelde de gemeente Utrecht haar eigen klantcontactcentrum in. Miranda van Zoest van de GGD Midden Nederland deed een beroep op een callcenter. De meeste vragen gingen over tijd, locatie en wat te doen met koortsige kinderen. Aan de telefoon stond publieksvriendelijkheid voorop. Wie belde kreeg te horen dat er enige rek mogelijk was. Voor alle andere communicatiekanalen was de richtlijn: streng communiceren, in de wetenschap dat er soepel zou worden gevaccineerd. Streng Het kwam de communicatiemedewerkers af en toe op boze gezichten bij de pers te staan, aldus Aarsen. Maar hij heeft geen moment getwijfeld of van de lijn moest worden afgeweken. We wilden voorkomen dat mensen dachten dat alles mogelijk was. Dan hadden we woensdagmiddag een massatoeloop gekregen en de volgende dag vragen van diezelfde pers kunnen beantwoorden over lange wachttijden en mogelijk chaos. Uit het klanttevredenheidsonderzoek dat de GG&GD Utrecht tijdens de vaccinatierondes hield, blijkt dat daarvan nu geen sprake is geweest. Mensen waren te spreken over de soepele organisatie en de vriendelijkheid van de medewerkers. Ze gaven gemiddeld een 8,9. Ook Aarsen zelf kijkt tevreden terug. Het was geen officiële crisissituatie, maar het had wel degelijk crisisachtige kantjes. Veel vraag in korte tijd. De GG&GD werkte met een actiecentrum waar communicatie deel van uitmaakte. Dat was geen overbodige maatregel. Doordat in Utrecht van acht uur s ochtends tot acht uur s avonds werd geprikt, hadden wij hier bijvoorbeeld de eerste vaccinatiedag vijf cameraploegen rondlopen van omroepen die de laatste stand van zaken wilde meenemen in hun avondjournaals. Dan moet je wel zorgen dat er iemand is die voor de camera inhoudelijk informatie kan geven.. Geen crisis Een punt dat tijdens een evaluatie over de hele griepaanpak aandacht vraagt, zijn volgens Aarsen de lijnen tussen de verschillende partners in de witte kolom onderling en met externe partijen als de gemeenten. Omdat er officieel geen sprake is van een crisissituatie ontbreken de duidelijke hiërarchische lijnen die dan in werking treden. Was er bijvoorbeeld in onze gemeente iemand overleden, dan hadden we ter plekke moeten bedenken wie daarover officieel het woord had moeten voeren, het ziekenhuis of de burgemeester. Het is goed om daar nog eens naar te kijken. Joke Schaapman Incidenten zonder duidelijke oorzaak vragen landelijk protocol Multidisciplinair evalueren? Vraag iedereen Voor de evaluatiebijeenkomst van het incident bij het Amersfoortse bedrijf Stater op 23 november, nodigde bureau GHOR Utrecht ook directeur Wilfred Brand van Stater als spreker uit. Het was een belangrijke les van dit incident, aldus Charlotte Meiss. Multidisciplinair evalueren kan bij dit soort incidenten niet zonder de getroffen organisatie. 16 H Het eerste uur was chaos, daarna kwam de regie. Directeur Brand van Stater kijkt terug op het incident op 16 juni 2008, toen 26 medewerkers van het bedrijf onwel werden nadat zij een vreemde geur hadden waargenomen. Het incident heeft ons niet overvallen. We zijn op alles voorbereid; hebben draaiboeken en middelen paraat. Maar wat me, vooral achteraf, wel erg is opgevallen, is de impact die het heeft op je medewerkers. Tot weken na dato had het grote invloed op de werkvloer. De hulpverlening kwam snel, maar rommelig op gang doordat er verschillende meldingen bij verschillende meldkamers binnen waren gekomen en uit gingen. Brand verbaast zich er enigszins over dat de hulpdiensten naderhand geen contact met Stater hebben gezocht om het verloop van de calamiteit en de opvang te evalueren. Achteraf kunnen we gelukkig vaststellen dat alles goed is gekomen. Maar op de dag zelf was er sprake van een gigantische calamiteit. Daar zou je toch op willen terugkijken, ook om van elkaar te leren. Brand is blij dat die evaluatie er uiteindelijk kwam, al moesten betrokkenen erg diep graven in hun geheugen. Wel wijst hij erop hoe belangrijk het is dat de lessen die eruit kunnen worden getrokken ook een vervolg krijgen. Het was nu redelijk vrijblijvend. Het zou goed zijn als iemand dat naar zich toe trok. Herkenbare liaison Eén van de leerpunten is wat Brand betreft dat de verschillende hulpverleningsdiensten één liaison zouden moeten aanstellen, die het overzicht houdt; een herkenbare contactper- soon die alle checklijstjes inclusief telefoonnummers bij de hand heeft en die in de gaten houdt of alles wat gecommuniceerd moet worden ook gecommuniceerd is. Wij kunnen ons met draaiboeken en oefeningen voorbereiden op een calamiteit. Maar voor ons blijft het per definitie een incident. Je verwacht van de mensen voor wie calamiteiten wel dagelijks werk zijn, dat zij je ondersteunen. Dat er een vast contactpersoon is die je steeds kunt aanspreken als je vragen FOTO: BUREAU GHOR hebt en die jou wijst op relevante zaken. Over de professionaliteit van de verschillende kolommen is Brand zeer te spreken, over de samenwerking tussen die kolommen iets minder. Juist daarom is een multidisciplinaire evaluatie zo waardevol, stelt hij. Bij een GRIP I is dat bij de Veiligheidsregio Utrecht echter niet vanzelfsprekend, licht Meiss van bureau GHOR Utrecht de late evaluatie toe. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft ernaar gekeken en de verschillende disciplines en meldkamers hebben zelf geëvalueerd. Dat is vaak voldoende bij een incident van dit niveau. Dat uiteindelijk toch tot een multidisciplinaire terugblik is besloten, vindt ze juist bij dit incident van waarde. We hebben recent een aantal calamiteiten gehad waarbij de bron onbekend was. Het is goed de specifieke vragen die dat aan de hulpverlening stelt goed in kaart te hebben. Onbekende bron Het is bij een incident met onbekende bron erg zoeken naar de balans tussen adequate zorg en het voorkomen dat

17 Protocol Vanwege de vele vragen en onzekerheden die komen kijken bij een incident met onbekende oorzaak, pleit Meiss voor duidelijke richtlijnen en liefst een landelijk protocol. Wanneer is het wel en wanneer niet noodzakeje het ontstaan van ziekteverschijnselen voedt, aldus Meiss. Wel of niet opschalen is in deze gevallen echt lastig. Je weet niet waarmee je te maken hebt. Je kunt alleen aan de hand van de klachten terugredeneren wat het geweest kan zijn en hoe ernstig het is. Die ernst mag je niet onderschatten. Aan de andere kant is het lastig uitleggen dat er niets aan de hand is als het geel en rood ziet van het materieel. Eén van de dingen die bureau GHOR heeft geleerd van het incident in Amersfoort is dat slachtoffers altijd serieus genomen moeten worden. Dat voorkomt onzekerheid en daarmee veel problemen en klachten na verloop van tijd. Ook de opmerkin- gen die Brand maakte tijdens de multidisciplinaire discussie in november, geleid door Marc Ruijten van Crisis- Tox Consult, neemt bureau GHOR mee in de voorbereiding op een volgend incident met onbekende bron. We willen dat er voor het bedrijf altijd één contactpersoon is. Dat kan iemand van ons zijn, maar er zou ook iemand van het bedrijf deel kunnen uitmaken van het COPI. lijk om een GAGS (gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen, red.) ter plekke te laten komen, geeft ze als voorbeeld. Oorzaak onbekend, wil niet zegen dat er geen oorzaak is. Dit soort incidenten vraagt heel veel aandacht en zorg. Ook vanwege de impact die het heeft. Menselijk, maar ook bedrijfseconomisch. Stater heeft gelukkig uitstekende uitwijkplannen, zowel om de veiligheid van haar medewerkers als om de bedrijfscontinuïteit te waarborgen. Daar kunnen wij nog wat van leren. Maar feit blijft dat driehonderdvijftig man op straat staan en dat het bedrijf tijdelijk plat gaat. Daar moet je adequaat op kunnen reageren. Joke Schaapman ghor G e n e e s k u n d i g e H u l p v e r l e n i n g b i j O n g e v a l l e n e n R a m p e n Posterpresentatie voor wereldcongres Samen met een collega uit Rotterdam Rijnmond heeft hoofd Proactie en Preventie Charlotte Meiss, van bureau GHOR Utrecht een posterpresentatie gemaakt over een standaardaanpak van incidenten met een onbekende oorzaak voor het Wereldcongres voor Spoedeisende Geneeskunde in Vancouver. Ook staan de eerste lijnen van een Nederlands protocol. Dit zal de komende tijd verder worden uitgewerkt. Gert-Jan Ludden, projectleider OTO-traject: Afstemming in de hele keten is van belang voor acute zorg bij rampen Opleiden, trainen en oefenen (OTO) is in de gehele witte kolom van groot belang voor een goede, complete acute zorg na calamiteiten. Nog lang niet alle ketenpartners onderkennen dit belang, maar dat zal de komende jaren zeker veranderen, stelt Gert-Jan Ludden, projectleider OTO bij het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ). De overheid stelt tien miljoen euro per jaar beschikbaar om te kunnen werken aan opleiden, trainen en oefenen. Zodat alle zorgpartners zich de komende jaren optimaal kunnen voorbereiden op de acute zorg na rampen of calamiteiten. DDe zorgsector zou zich veel beter kunnen voorbereiden op rampen in de regio, stelde minister Ab Klink in Hij droeg de zorg hiervoor op aan het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) in elf traumaregio's, met in elke regio een erkend traumacentrum. Met het ondertekenen van het convenant Opleiden, Trainen en Oefenen in 2008, werd ook het OTO-traject onderdeel van het ROAZ. Hiervoor stelt de minister de komende jaren jaarlijks een bedrag van tien miljoen euro beschikbaar. Projectleider Gert-Jan Ludden is verantwoordelijk voor het OTO-traject in de regio Midden-Nederland, de regio gekoppeld aan het traumacentrum van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU). Achterstand snel ingelopen Hoewel in 2008 reeds afgesproken werd meer aandacht te besteden aan de gezamenlijke inspanningen van zorgaanbieders op het gebied van voorbereiding op geneeskundige hulpverlening bij rampen, ging dit traject in Utrecht pas in juli 2009 van start. Een trage start, erkent Ludden, maar hij is van mening dat de regio deze achterstand snel zal inlopen. Zorgsector is monodisplinair ingesteld, terwijl het toverwoord bij rampen natuurlijk multidisciplinair is Voor we daadwerkelijk aan de slag kunnen, moest er een risico-analyse worden opgesteld voor de regio, een meerjarenplan OTO en een praktisch jaarplan OTO. In juli van dit jaar gingen we hiermee van start en reeds in september gaf het ROAZ groen licht voor de plannen. Jaarplan als basis In het meerjarenplan OTO staat beschreven waar de regionale ketenpartners in 2012 moeten staan. Het jaarplan voor 2009 beschrijft dat alle betrokken partijen in de witte kolom stapje voor stapje naar een hoger niveau gebracht zullen worden, bijvoorbeeld door het aanbieden van kick-off bijeenkomsten, masterclasses en trainingen en workshops voor verschillende doelgroepen in de keten. We willen 'awareness', draagvlak, creëren binnen de organisaties en een 'sense of urgency' tussen de oren krijgen. Zo was er begin december een workshop Risico- en Crisiscommunicatie; een workshop voor communicatiemedewerkers van alle zorginstanties. Sommige trainingen zullen de instellingen zelf verzorgen en aanbieden, bijvoorbeeld in de vorm van E-learning systematieken. Andere workshops en trainingen verzorgt het ROAZ voor instanties uit de hele regio. Pluriformiteit in de zorgsector Ludden benadrukt nog eens dat álle ketenpartners met het OTO-traject We starten relatief simpel met oefeningen en opleidingen binnen de eigen organisatie aan de slag gaan. Het gaat niet alleen om ziekenhuizen, ambulances of GGD, maar ook om instanties in de geestelijke gezondheidszorg, thuiszorg en om verloskundigen, tandartsen, fysiotherapeuten. De hele witte kolom wordt betrokken. Het verlenen van acute zorg na rampen en ongevallen leeft bij veel zorgaanbieders nauwelijks. De zorgsector is een pluriforme sector die zich met name richt op het eigen specifieke, primaire proces. De praktijk leert dat de meeste zorgpartners monodisciplinair gericht zijn. Iedereen heeft de handen vol aan de eigen werkzaamheden, er is nauwelijks ruimte voor afstemming met andere instanties. Terwijl het toverwoord bij een crisis natuurlijk multidisciplinair is. Aan ons de taak alle partijen bij elkaar te brengen en te zorgen voor meer afstemming in de keten. Daar ligt een eervolle taak en een mooie uitdaging voor de komende jaren, concludeert de projectleider tevreden. Het OTO-traject zal de komende tijd stap voor stap bij alle zorgorganisaties worden geïntroduceerd. We beginnen heel klein, met relatief simpele oefeningen in de eigen organisatie. Gaandeweg zal de diversiteit in oefeningen, opleidingen en systematieken toenemen. We streven naar een structurele betrokkenheid, willen de betrokken medewerkers voortdurend scherp houden. Zij moeten het uiteindelijk zelf doen! Sleutelrol voor GHOR Ludden is vol vertrouwen dat hij zijn opdracht met succes zal uitvoeren. Ik hoef deze klus niet alleen te klaren. Het ROAZ trekt dit project samen met de GHOR. De GHOR heeft niet alleen veel kennis over geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen, maar onderhoudt ook prima contacten in de zorgsector. Zonder hen zouden we dit niet kunnen doen. Joke Schaapman 17

18 ghor G e n e e s k u n d i g e H u l p v e r l e n i n g b i j O n g e v a l l e n e n R a m p e n Bureau GHOR Utrecht haalt HKZ-deadline Certificering betekent kwaliteitsverbetering Alle bureaus GHOR in Nederland moeten voor eind van dit jaar HKZ zijn gecertificeerd. Utrecht kwam 13 november succesvol door de audit. Samen met een externe adviseur Franklin Bockstael zette het bureau GHOR Utrecht alles op alles om de deadline te halen. Niet alleen vanwege de wettelijke verplichting, maar ook voor de ketenpartners en burgers in de Veiligheidsregio Utrecht. Het certificaat staat voor een eenduidige werkwijze en inzicht in de processen. Dat betekent dat als er iets misgaat, je daar ook op kunt sturen. De basis voor kwaliteitsverbetering. 18 DDe HKZ certificering was voor het bureau GHOR Utrecht een vervolgverhaal met onderbrekingen. In 2004 werd een begin gemaakt met de certificering. Maar een jaar later werd het traject op een laag pitje gezet vanwege de verhuizing naar de Kobaltweg. De operationele organisatie vroeg even alle aandacht. Toen die weer goed op orde was, kon de draad van het certificeringstraject worden opgepakt. Het bureau nam met Peter Goos een aandachtsfunctionaris kwaliteit in dienst en riep voor de planning en voortgangsbewaking de hulp in van adviesbureau Quality-4Systems, dat ruime ervaring heeft in het begeleiden van zorgorganisaties en bureaus GHOR naar het gewenste kwaliteitsniveau. Hoofd Preparatie, Repressie en Nazorg Hans Broekman kijkt met een positief gevoel op deze keuze terug. Het is goed om met een buitenstaander te reflecteren. Dat maakt dingen snel duidelijk en scheelt dus veel tijd. Dubbele slag Het bureau GHOR moest om het certificaat te bemachtigen een dubbele slag leveren. Om aan de kwaliteitscriteria te voldoen, moesten medewerkers zich een nieuwe manier van denken en werken eigen maken. Iedereen moet het kwaliteitsdenken meenemen in zijn handelingen. Een vergadering ingaan met een halve agenda en de aanzet tot een rapport, is er niet meer bij. Alle processen en werkwijzen liggen vast en moeten worden Uniform Voor een HKZ-certificaat moeten alle primaire processen (processen en procedures) in een organisatie zijn vastgelegd. Dat geldt dus ook voor meldingen van vragen en klachten. Het grote voordeel hiervan is dat de vragende partij zeker weet dat er iets met zijn vraag wordt gedaan en bovendien op de hoogte wordt gehouden hoe het daarmee staat. Zo had een piketfunctionaris van de GHOR een klacht over de kleding. Na een bericht dat de klacht in behandeling werd genomen, werd de piketfunctionaris ook meegedeeld hoe deze zou worden opgelost. Binnenkort hebben we een pasavond voor de nieuwe uniformen, vertelt hoofd Preparatie, Repressie en Nazorg Hans Broekman. Ook dat geven we even door. Tot iedereen op straat hetzelfde uniform draagt, weet de piketfunctionaris hoe ver wij daarmee zijn. gevolgd. Dat moet inslijten, aldus Broekman. Daarbij moest het bureau GHOR de certificeringseisen ook voortdurend inpassen, afstemmen en laten aansluiten op het beleid van de VRU. We moesten dingen regelen die ook de andere disciplines in de organisatie raken. Vooral met kaderstellende beleidsstukken was dat zoeken. Het beleid dat de VRU voert, is niet altijd het beste beleid voor de GHOR, omdat het voor alle drie de disciplines moet werken, licht Goos toe. Een kwestie van geven en nemen, voegt Broekman toe. Voorsprong Dat het bureau GHOR Utrecht dit jaar het certificaat behaalde, is niet vanzelfsprekend. Op het moment dat duidelijk werd dat de Veiligheidsregio Utrecht in 2010 gaat reorganiseren, rees de vraag of het certificeringstraject niet moest worden ontwikkeld in de nieuwe organisatie. Dat toch besloten werd het bewijs in 2009 nog te halen, is niet alleen positief voor de kwaliteit van de geneeskundige hulp bij rampen in de regio, stellen Broekman en Goos. Ook de VRU kan er in haar reorganisatietraject haar voordeel mee doen. De vernieuwde organisatie gaat gebruik maken van het INKmodel, dat even als het HKZ uitgaat van een cyclus van plannen, uitvoeren, evalueren en verbeteren. Wij laten ze het voorbeeld in huis zien. We kunnen ze zo bij de hand nemen om INK stap voor stap in te voeren. Joke Schaapman kalender Opleidingen oefeningen GHOR in 2010 Per maand staat aangegeven welke opleidingen en oefeningen er plaatsvinden. Heeft u vragen over deze kalender of wilt u informatie? Neemt u dan gerust contact op met Erik Verhaagh, (030) of e.verhaagh@vru.nl Datum Type opleiding/oefening Tijd Locatie Februari 9 februari CGV Bijeenkomst VRU Gebouw 17 februari HAC Bijeenkomst VRU Gebouw Maart 8 maart OvD-G Bijeenkomst VRU Gebouw 9 maart HGN Bijeenkomst VRU Gebouw 11 maart Oefenen met nieuwe middelen VRU Gebouw 24 maart De HS-GHOR in het ROT NNB NB: Wijzigingen onder voorbehoud Een schoolvoorbeeld van HKZ HKZ streeft naar een gesloten cirkel voor kwaliteitszorg, waarin verbeterpunten bewezen worden opgemerkt en verwerkt. Bureau GHOR Utrecht kon aan de hand van twee oefeningen een ongeval met gevaarlijke stoffen op het BASF-terrein en de oefening Breuklijn, waarbij twee schepen op elkaar botsten - laten zien dat het die cyclus beheerst. HKZ begint bij de planning en organisatie, aldus aandachtsfunctionaris kwaliteit Peter Goos. Alles moet worden vastgelegd, van presentielijst tot evaluatieverslag. De resultaten van het laatste moeten terugkomen in de voorbereiding op een volgende ramp of de organisatie van een volgende oefening. De auditors waren tevreden over hoe wij dat hadden gedaan.

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Plan van Aanpak Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Inspectie Veiligheid en Justitie 7 september 2015 1. Inleiding Aanleiding Op zaterdag 25 juli 2015, omstreeks 15:40

Nadere informatie

Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008

Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008 Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008 Bevindingen onderzoekscommissie Brand met dodelijke afloop in De Punt op 9 mei 2008 Ira Helsloot Overzicht presentatie Woord vooraf Korte herhaling: van

Nadere informatie

AGENDAPUNT 2015.02.16/08

AGENDAPUNT 2015.02.16/08 AGENDAPUNT 2015.02.16/08 Voorstel voor de vergadering van: het algemeen bestuur Datum vergadering: 16 februari 2015 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: AED Mevrouw mr. R.G. Westerlaken-Loos en de

Nadere informatie

Crisismanagement Groningen. Basismodule

Crisismanagement Groningen. Basismodule Crisismanagement Groningen Basismodule Doel van de module Kennismaken met crisismanagement Groningen Inzicht krijgen in rollen en taken Beeld krijgen bij samenwerken in de crisis-organisatie Programma

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 10 juli

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

brandweer Nieuwegein Zuid Jij ook? Kom bij de brandweer!

brandweer Nieuwegein Zuid Jij ook? Kom bij de brandweer! I brandweer Nieuwegein Zuid Jij ook? Kom bij de brandweer! Brandweer Veiligheidsregio Utrecht zoekt vrijwilligers Werken bij de brandweer: voor sommigen is het een droom, voor anderen een roeping. Werken

Nadere informatie

Gevaren De kans op een ongeval met gevaarlijke stoffen is klein, maar de gevolgen kunnen groot zijn.

Gevaren De kans op een ongeval met gevaarlijke stoffen is klein, maar de gevolgen kunnen groot zijn. BIJLAGE 7 Burgemeester en wethouders gemeente Purmerend afdeling Vergunningen, Beleid & Advies Postbus 15 1440 AA PURMEREND Bezoekadres: Prins Bernhardplein 112 1508 XB Zaandam Postadres: Postbus 150

Nadere informatie

GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar

GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar Quickscan GRIP 1, OGS Alkmaar, 17 mei 2016 Incident 17 mei 2016 Ongeval gevaarlijke stoffen aan de Kogerpolder 10, Starnmeer

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC Datum vergadering: 26 maart 2012 Agendapunt: Gez. 1. Datum: 7 maart 2012 Contactpersoon: Angela van der Putten Telefoon: 06-10037299 E-mail: a.van.der.putten@utrecht.nl

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar

GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar Quickscan GRIP 2, brand industriepand Alkmaar, 30 april 2016 Incident 30 april 2016 Brand in een industriehal aan de Noorderkade-Noorderstraat

Nadere informatie

Woensdag. februari. Wat doet BOT-MI? Brandweerscheurkalender 2012

Woensdag. februari. Wat doet BOT-MI? Brandweerscheurkalender 2012 Woensdag 15 Wat doet BOT-MI? februari Het BOT-mi is een samenwerkingsverband van zes ministeries en de daaraan verbonden kennisinstellingen. Het heeft expertise in huis op diverse gebieden zoals het uitvoeren

Nadere informatie

Boerendijk AH Woerden (tijdens kantooruren)

Boerendijk AH Woerden (tijdens kantooruren) De opleidingseisen voor vrijwilligers zijn gelijk aan die voor beroepsbrandweerlieden. We verwachten van je dat je bereid bent om voor je opleiding een deel van je vrije tijd op te offeren. De basisopleiding

Nadere informatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Veiligheidregio Haaglanden Brandweer Haaglanden Bijlage 5.3 C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Nadere informatie

Brandweer Bedum. Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken. Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum

Brandweer Bedum. Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken. Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum Brandweer Bedum Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum Koos Poelma Commandant Brandweer 10 mei 2012 Programma Prestaties brandweerzorg Bedum 2011 Risico

Nadere informatie

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Bijlage: Organogram crisisorganisatie 04-06-2010 1 Inleiding De toets Basisscholing

Nadere informatie

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland 1. Overzicht Incident 30 mei 2017 Zeer grote brand, agrarisch bedrijf, Venhuizen Gemeente Drechterland GRIP 1 Omschrijving Op dinsdag

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 In het Slotdocument van het VGS-congres 2013 Gemeentesecretaris in Veiligheid staat een leidraad voor

Nadere informatie

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas In the hot seat NIBHV Ede 24 november 2015 de crisis samen de baas Programma: Inleiding workshop Film: Samenwerking tijdens een GRIP incident Sitting in the hot seat: CoPI Even voorstellen Ymko Attema

Nadere informatie

Monodisciplinaire evaluatie inzet Bevolkingszorg. Betreft: inzet woningbrand Paulus Potterstraat te Almere op 7 januari 2015

Monodisciplinaire evaluatie inzet Bevolkingszorg. Betreft: inzet woningbrand Paulus Potterstraat te Almere op 7 januari 2015 Monodisciplinaire evaluatie inzet Bevolkingszorg Betreft: inzet woningbrand Paulus Potterstraat te Almere op 7 januari 2015 Inleiding: Op 7 januari 2015 is er in de Paulus Potterstraat te Almere een woningbrand

Nadere informatie

GRIP-teams en kernbezetting

GRIP-teams en kernbezetting GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig

Nadere informatie

Bijlage E: Observatievragen

Bijlage E: Observatievragen Bijlage E: Observatievragen Inhoudsopgave Waarnemervragen Meldkamer (MK) Waarnemervragen Commando Plaats Inicident (CoPI) Waarnemervragen Regionaal Operationeel Team (ROT) Waarnemervragen Team Bevolkingszorg

Nadere informatie

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. 1 Inhoud Processen per kolom / hulpdienst Netcentrisch werken GRIP-opschaling

Nadere informatie

GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon

GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon 1. Overzicht Incident 6 april 2017 Zeer grote brand, kringloopwinkel Saartje Gemeente Hollands Kroon GRIP 2 Omschrijving Op

Nadere informatie

Specialisten van de VRU. Hoogtereddingsteam: voor redden op hoogte én diepte

Specialisten van de VRU. Hoogtereddingsteam: voor redden op hoogte én diepte Specialisten van de VRU Hoogtereddingsteam: voor redden op hoogte én diepte Nederland gaat de lucht in. Figuurlijk althans. De druk op de beschikbare ruimte wordt steeds groter en dus wordt er steeds hoger

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

BHV-procedures bij incidenten

BHV-procedures bij incidenten BHV-procedures bij incidenten Inclusief instructieblad met toelichting. Bij bedrijfshulpverlening voor ongevallen, brand en ontruiming is het belangrijk dat de BHV ers goede instructies en werkprocedures

Nadere informatie

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten

Nadere informatie

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Inhoud Veiligheidsregio algemeen Rol van de veiligheidsregio

Nadere informatie

5. Beschrijving per organisatie en

5. Beschrijving per organisatie en 5. Beschrijving per organisatie en taken secties in de hoofdstructuur 5.1 In organieke zin worden binnen de hoofdstructuur het RBT, BT, ROT, CoPI de GMK/ CMK, de secties en de actiecentra onderscheiden.

Nadere informatie

Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor

Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor Datum 18 mei 2011 Steller E. Koning Afdeling C&R Versie 1.3 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Evaluatie... 4 2.1 Populatie... 4 2.2 Bekendheid

Nadere informatie

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland Resultaten en lessen voor de toekomst drs. A.A.M. Brok Voorzitter veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, portefeuillehouder jaar van transport en veiligheid

Nadere informatie

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat 26 januari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 26 januari 2017 GRIP 1 Zeer grote brand portiekflat Gemeente Alkmaar, Cornelis Evertsenplein 31. Omschrijving

Nadere informatie

ECCvA/U Lbr: 07/40

ECCvA/U Lbr: 07/40 Brief aan de leden T.a.v. het college en gemeenteraad informatiecentrum tel. (070) 3738020 uw kenmerk bijlage(n) onderwerp Brandweerontwikkelingen Samenvatting ons kenmerk ECCvA/U200700611 Lbr: 07/40 datum

Nadere informatie

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s De 8 meest gestelde vragen Infopunt Veiligheid Al langer wordt algemeen erkend dat de bestrijding van rampen en crisis niet binnen de eigen

Nadere informatie

I K B E N B R A N D W E E R

I K B E N B R A N D W E E R IK BEN BRANDWEER Waar staat de brandweer voor? Wie zijn wij? Wat doen wij? En hoe willen wij gezien worden? Behulpzaam, deskundig en daadkrachtig. Dat is de brandweer. Maar wat betekent dit voor jou en

Nadere informatie

Samenwerken aan Brandveiligheid

Samenwerken aan Brandveiligheid Gemeente Leiderdorp Gemeente Leiderdorp Wie zijn wij als Brandweer Hollands Midden? Wat mag u van ons verwachten en hoe zijn we aan elkaar verbonden? Samenwerken aan Brandveiligheid Missie Brandweer Hollands

Nadere informatie

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie

Nadere informatie

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden ü Aanleiding MOED ü Algemene informatie brandweer in de veiligheidsregio ü Inhoud MOED ü Samenvatting uitspraken algemeen bestuur 1. Aanleiding MOED De wereld

Nadere informatie

Presterend Vermogen. Veiligheidsregio. September 2016 Project K&V Tijs van Lieshout

Presterend Vermogen. Veiligheidsregio. September 2016 Project K&V Tijs van Lieshout Presterend Veiligheidsregio September 2016 Project K&V Tijs van Lieshout VenJ is verantwoordelijk voor systeem 1. Strategie Nationale Veiligheid 2. Interdepartementaal stelsel Crisisbesluitvorming 3. Veiligheidsregio

Nadere informatie

Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011

Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011 Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011 Goed voorbereid zijn, heb je zelf in de hand Ernout van Gils Beleidsadviseur Veiligheid Beleid en Strategie Datum: 1 december 2011 INHOUD

Nadere informatie

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Agendapuntnr.: 14 Nr.: 142585 Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Geachte raad, Aan de gemeenteraad Samenvatting:

Nadere informatie

Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn.

Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn. Belangrijkste informatie Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn. Het bestuur van de VRK zet kanttekeningen

Nadere informatie

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel 1. Inleiding 1.1 Veiligheidsregio Drenthe en het Regionaal risicoprofiel De Veiligheidsregio Drenthe heeft

Nadere informatie

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland Brandweer Amsterdam-Amstelland Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig Advies Externe Veiligheid Bestemmingsplan De 5G s In Amsterdam Zuid Oost Referentie: 13/RoEv-2015 Datum: 9 april 2015 Behandeld door: K.

Nadere informatie

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Waarom een addendum? Het beleidsplan 2012-2015 is op 7 juli 2011 in een periode waarop de organisatie volop in ontwikkeling

Nadere informatie

VEILIGE LEEFOMGEVING

VEILIGE LEEFOMGEVING Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Samen werken aan een VEILIGE LEEFOMGEVING Continuïteit van de samenleving Veilige leefomgeving Zelfredzame samenleving Veilige bouwwerken Effectieve hulpverlening Beschermen

Nadere informatie

Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer J. Groeneweg Afdeling Bedrijven G660 Postbus HG NIJMEGEN

Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer J. Groeneweg Afdeling Bedrijven G660 Postbus HG NIJMEGEN Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer J. Groeneweg Afdeling Bedrijven G660 Postbus 9105 6500 HG NIJMEGEN Sector Brandweer Groenewoudseweg 275 6524 TV Nijmegen Postbus

Nadere informatie

De oranje kolom in de Veiligheidsregio

De oranje kolom in de Veiligheidsregio De oranje kolom in de Veiligheidsregio Visiedocument voor de verankering van de gemeentelijke kolom in de Veiligheidsregio Zeeland - Vastgesteld in Kring van Zeeuwse gemeentesecretarissen d.d. 12 april

Nadere informatie

Product 1. Generieke risico-analyse en beheer.

Product 1. Generieke risico-analyse en beheer. Product 1. Generieke risico-analyse en beheer. Periodiek 1) inventariseren en analyseren van de incidentele en structurele risico s en het daarop afstemmen van het gemeentelijk en regionaal risicobeheer,

Nadere informatie

De repressieve consequentie van een preventieve oplossing

De repressieve consequentie van een preventieve oplossing De repressieve consequentie van een preventieve oplossing Casus Maxum Megastore Brielle 16-5-2014 Ing. R. van den Dikkenberg MCDM 1 Inhoud presentatie Waarom onderzoek en onderzoeksvraag Kenmerken pand

Nadere informatie

Veiligheidregio s en zorginstellingen Samen werken aan zorgcontinuïteit

Veiligheidregio s en zorginstellingen Samen werken aan zorgcontinuïteit Veiligheidregio s en zorginstellingen Samen werken aan zorgcontinuïteit Ivonne Vliek Veiligheidsregio Utrecht i.vliek@vru.nl / 088-878 4137 GHOR BGC Geneeskundige Hulpverlening Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing

Nadere informatie

SYMPOSIUM ONDERWIJS EN CRISIS

SYMPOSIUM ONDERWIJS EN CRISIS SYMPOSIUM ONDERWIJS EN CRISIS Paul Geurts Bestuursadviseur openbare orde en veiligheid gemeente Tilburg Niko van den Hout Coördinator BHV & crisismanagement Onderwijsgroep Tilburg Fysieke calamiteiten

Nadere informatie

Ferwert, 28 mei 2013.

Ferwert, 28 mei 2013. AAN: de raad van de gemeente Ferwerderadiel Sector : I Nr. : 15/36.13 Onderwerp : Brandrisicoprofiel Veiligheidsregio Fryslân Ferwert, 28 mei 2013. 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio

Nadere informatie

GRIP 1, XTC-laboratorium.

GRIP 1, XTC-laboratorium. GRIP 1, XTC-laboratorium. 09 februari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 9 februari 2017 GRIP 1, XTC-laboratorium Gemeente Alkmaar, Hamsterkoog 13 K. Omschrijving Op donderdag 9 februari 2017

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG a 1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 16 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen DOEN WAAR JE GOED IN BENT De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen DIT MOET ANDERS In 2009 besloot het bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe om crisisbeheersing op een andere manier vorm te geven

Nadere informatie

Met deze brief bieden wij u onze jaarstukken 2015, het beleidsplan en de begroting 2017 van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord aan.

Met deze brief bieden wij u onze jaarstukken 2015, het beleidsplan en de begroting 2017 van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord aan. Gemeenteraden in Noord-Holland Noord Telefoon 06-52562303 Onze referentie U2016/2751 E-mail pvesseveld@vrnhn.nl Uw referentie - Bijlagen 6 Uw bericht van - Aanbieding financiële stukken en beleidsplan

Nadere informatie

Het Regionaal Risicoprofiel 2015-2018 Nieuwsbrief over de actualisatie van het Regionaal Risicoprofiel Zaanstreek-Waterland

Het Regionaal Risicoprofiel 2015-2018 Nieuwsbrief over de actualisatie van het Regionaal Risicoprofiel Zaanstreek-Waterland Het Regionaal Risicoprofiel 2015-2018 Nieuwsbrief over de actualisatie van het Regionaal Risicoprofiel Zaanstreek-Waterland Nieuwsbrief voor professionals met een functie in risico- en/of crisisbeheersing

Nadere informatie

VRBZO. Wat doet VRBZO? Zie film

VRBZO. Wat doet VRBZO? Zie film VRBZO Wat doet VRBZO? Zie film Inhoud van de begroting wordt bepaald door Algemeen Bestuur (burgemeesters) Gemeenteraden geven hun zienswijze hierover Gemeentelijke bijdrage 2020: 42,6 mln Verdeling van

Nadere informatie

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Echt-Susteren Postbus 450 6100 AL Echt. Geacht College,

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Echt-Susteren Postbus 450 6100 AL Echt. Geacht College, College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Echt-Susteren Postbus 450 6100 AL Echt datum 17 december 2008 uw kenmerk behandeld door Dhr. B.J.J. Verbugt ons kenmerk 2008501495 doorkiesnummer +31 (077)

Nadere informatie

Communicatie: functies & uitdagingen. Expertmeeting Veiligheidsberaad 13 februari 2014

Communicatie: functies & uitdagingen. Expertmeeting Veiligheidsberaad 13 februari 2014 Communicatie: functies & uitdagingen Expertmeeting Veiligheidsberaad 13 februari 2014 Vraag: wie is verantwoordelijk voor de crisiscommunicatie? Scenario: oproep demonstratie op internet Er circuleert

Nadere informatie

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD 2012 Inhoudsopgave Inleiding...2 Bedrijfsprocessen...2 Regionaal Beleidsteam...6 Gemeentelijk Beleidsteam...10 Regionaal Operationeel Team...12

Nadere informatie

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Calamiteitencoördinator (CaCo) Dit erratum geeft invulling aan de huidige taakopvatting en werkwijze van de CaCo en dient

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement u. Functie officier van dienst Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub u Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort

Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort Jan Hazeleger Kenny Essers Plv Hfd Repressie Chef Preparatie Utrecht Amersfoort 30/06/2008 1 Waar gaan we het over hebben Aanleiding

Nadere informatie

GRIP 1 Stadhuis Den Helder 28 september 2016, gemeente Den Helder

GRIP 1 Stadhuis Den Helder 28 september 2016, gemeente Den Helder GRIP 1 Stadhuis Den Helder 28 september 2016, gemeente Den Helder Multidisciplinaire Quickscan GRIP 1 Stadhuis Den Helder, 28 september 2016 1. Overzicht Incident 28 september 2016 Middelbrand in het stadhuis

Nadere informatie

VAARDIGHEIDSTOETS Provinciaal

VAARDIGHEIDSTOETS Provinciaal VAARDIGHEIDSTOETS Provinciaal DATUM: 13 april 2019 PLAATS: Smilde KLASSE: 112 Let op! Er geldt een verplichte rijroute! ALGEMEEN BRANDWEER WEDSTRIJD COMITE SMILDE -2- Datum: 13 april 2019 Voorwoord Burgemeester

Nadere informatie

Beslisnotitie Veiligheidsregio Hollands Midden

Beslisnotitie Veiligheidsregio Hollands Midden B.1 1. Algemeen Onderwerp: Beslisnotitie Veiligheidsregio Hollands Midden Implementatie Slachtoffer Informatie Systematiek (SIS) in de VRHM en opzeggen convenanten Nederlandse Rode Kruis Opgesteld door:

Nadere informatie

Han Rozemeijer: sectormanager Ambulancezorg, GGD, veiligheidsregio Kennemerland

Han Rozemeijer: sectormanager Ambulancezorg, GGD, veiligheidsregio Kennemerland RAV S NOORD-HOLLAND EN FLEVOLAND KOMEN MET ÉÉN BOVENREGIONAAL GEWONDENSPREIDINGSPLAN In de provincies Noord-Holland en Flevoland zijn vijf Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV s) werkzaam, die ieder

Nadere informatie

Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018

Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018 Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018 BASISINFORMATIE INCIDENT Incident omschrijving Brand in laboratorium nabij kerncentrale Lingen Plaats Lingen, Duitsland Datum 6-12-2018 Incidentnr.

Nadere informatie

U vult deze vragenlijst Beleving Incident anoniem in. Beleving Incident (versie 0.1) * 1. Datum invullen vragenlijst?

U vult deze vragenlijst Beleving Incident anoniem in. Beleving Incident (versie 0.1) * 1. Datum invullen vragenlijst? Beleving Incident (versie 0.1) Deze vragenlijst stelt collega's in de gelegenheid om hun persoonlijke beleving op het gebied van veiligheid aan te geven, zoals die is ervaren bij een incident waarbij zij

Nadere informatie

RAADSINFORMATIE- AVOND. Gemeente de Bilt, 6 december 2018

RAADSINFORMATIE- AVOND. Gemeente de Bilt, 6 december 2018 RAADSINFORMATIE- AVOND Gemeente de Bilt, 6 december 2018 Programma 1. De Veiligheidsregio Utrecht (VRU) 2. Regionaal risicoprofiel 3. Kadernota 2020 4. Op weg naar Beleidsplan 2020 2023 Gemeente de Bilt

Nadere informatie

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Als het misgaat bij de communicatie in een crisis, dan is dit vaak een gebrek aan duidelijkheid op de vragen: wie doet wat, wie

Nadere informatie

REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ

REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ MET 4 BELANGRIJKE VRAGEN AAN U Gespreksnotitie bij REGIONAAL BELEIDSPLAN VRGZ 2016-2019 VRGZ 2.0 - Integraal werken aan veiligheid in Gelderland-Zuid VEILIGHEID, DAAR ZIJN WE SÁMEN VERANTWOORDELIJK VOOR

Nadere informatie

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren December 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doel... 2 3. Doelgroep... 2 4. Kritische proceselementen... 2 5. Uitvoering: activiteiten

Nadere informatie

GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik

GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik 1. Overzicht Incident Zaterdag 29 april 2017 Ammoniaklekkage Zwaagdijk Gemeente Medemblik GRIP 1 Omschrijving Op zaterdag 29 april 2017 krijgt de

Nadere informatie

Veiligheidszorg op Maat. Samen naar een nieuw dekkingsplan

Veiligheidszorg op Maat. Samen naar een nieuw dekkingsplan Veiligheidszorg op Maat Samen naar een nieuw dekkingsplan Veiligheidszorg op Maat In deze brochure staan de bestuurlijke uitgangspunten voor het nog op te stellen dekkingsplan veiligheidszorg, waarover

Nadere informatie

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers.

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers. 10 TIPS VOOR DE ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER Helpt de minderzelfredzame medebewoner vluchten. Is aanspreekpunt voor externe hulpdiensten. //////////////////////////////////////////

Nadere informatie

GRIP 1, zeer grote brand industriepand 1 juni 2016, gemeente Hollands Kroon

GRIP 1, zeer grote brand industriepand 1 juni 2016, gemeente Hollands Kroon GRIP 1, zeer grote brand industriepand 1 juni 2016, gemeente Hollands Kroon Quickscan Grip 1, zeer grote brand industriepand Hollands Kroon, 1 juni 2016 Incident 1 juni 2016. Zeer grote brand in een industriepand/agrarisch

Nadere informatie

# Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm

# Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm # Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm Rust, ruimte & overzicht 2 Uitrukken 1 Controle MS 2 Bericht 3 Bovenwinds aanrijden 4 Veilig aanrijden 5 Berichtgeving 6 Commando s 3 OGS melding 1 GEVI-nummer 2 Stofnaam

Nadere informatie

Zelfredzaamheid en burgerhulp. Nancy Oberijé

Zelfredzaamheid en burgerhulp. Nancy Oberijé Zelfredzaamheid en burgerhulp Nancy Oberijé 2 oktober 2014 1 Doel 1. Bewustwording en kennis opdoen van fenomeen zelfredzaamheid/burgerhulp 2. Meningsvorming over mogelijkheid benutten zelfredzaamheid/burgerhulp

Nadere informatie

Dekkingsplan 2012 BRANDWEER BRABANT-NOORD. Presentatie: algemene toelichting

Dekkingsplan 2012 BRANDWEER BRABANT-NOORD. Presentatie: algemene toelichting Dekkingsplan 2012 BRANDWEER BRABANT-NOORD Presentatie: algemene toelichting Inhoud presentatie: Dekkingsplan Regionale Brandweer Brabant Noord Inspectierapport Ter Plaatse Hoe nu verder? Dekkingsplan:

Nadere informatie

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen Toetsingskader en positiebepalingssystematiek (definitieve versie) Inhoudsopgave Inleiding. Verdeling in oordeel, hoofdonderwerpen, onderwerpen, hoofd- en subaspecten. Banden voor positiebepaling. Prestatieniveaus.

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Inhoudsopgave Grip op hulpverlening 4 Routinefase 6 GRIP 1 8 GRIP 2 12 GRIP 3 18 GRIP 4 24 Gebruikte afkortingen 30 4 Grip op hulpverlening Dit boekje bevat de samenvatting

Nadere informatie

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden 33 Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 34 Veiligheidsregio Haaglanden HlMlIIlil

Nadere informatie

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 1 Inleiding Op 14 juni 2012 heeft in de avonduren de oefening Prisma plaatsgevonden. Hiermee is uitvoering gegeven aan het gestelde in artikel 2.5.1. van het Besluit

Nadere informatie

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen Draaiboek Brand 2016 Het Draaiboek Brand is onderdeel van het Protocol Grootschalige calamiteiten van het Verbond van Verzekeraars. In het draaiboek is beschreven hoe de coördinatie vanuit de branche Brand

Nadere informatie

Evaluatiebeleid Leren van incidenten

Evaluatiebeleid Leren van incidenten Bijlage A bij agendapunt 13: Herziening evaluatiebeleid [AB20170213-13] Evaluatiebeleid Leren van incidenten Documentnummer: 16.0022824 Versie vastgesteld door DB, d.d. 23-01-2017 Versie 1.0, 10 januari

Nadere informatie