Projectgebonden Risico Analyse Herinrichting Kersenbaan fase 2. Amersfoort

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Projectgebonden Risico Analyse Herinrichting Kersenbaan fase 2. Amersfoort"

Transcriptie

1 Projectgebonden Risico Analyse Herinrichting Kersenbaan fase 2 Amersfoort

2

3 INHOUDSOPGAVE MANAGEMENT SAMENVATTING INLEIDING Omschrijving en doelstelling van de opdracht WETTELIJK KADER Arbeidsomstandighedenweg Gemeentewet Terminologie en de pra trechter Terminologie De PRA trechter HET WERKGEBIED EN DE AFBAKENING VAN HET VERDACHTE GEBIED Het werkgebied Afbakening van het verdacht gebied Evaluatie van de vooronderzoeken Nadere afbakening van het horizontale verdacht gebied Nadere afbakening van het verticale verdacht gebied Nadere afbakening van het verdacht gebied op basis van na oorlogse bodemroering Geplande werkzaamheden en opsporingsgebieden Overige aspecten RISICO EN EFFECTEN VAN EEN ONGECONTROLEERDE EXPLOSIE Risico s in relatie tot een ongecontroleerde explosie van een CE Algemene Risicoanalyse Risicoberekening Kans Berekening van de risicowaarde CONCLUSIE EN ADVIES BIJLAGEN PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 3

4 MANAGEMENT SAMENVATTING Zoals uit de vooronderzoeken van REASeuro (??) en BODAC (??) blijkt, vallen gedeeltes van het werkgebied binnen verdacht gebied. Op basis van onderzoek in voorliggende PRA zijn de overlappende delen van het werkgebied en het verdacht gebied verder afgebakend en vastgesteld. In de Diamantweg kan er CE verwacht worden in de vorm van infanteriemunitie. In het verdachte gebied aan de Arnhemse weg kan CE verwacht worden in de vorm van afwerpmunitie tot en met 500 lbs in afgeworpen toestand. In onderstaand schema is het raakvlak van de werkzaamheden met eventuele CE beschreven en is kort opgesomd hoe de veiligheid geborgd kan worden door middel van vervolgonderzoek. Voor verdere toelichting en samenvatting zie hoofdstuk 6, conclusie en advies. WERKZAAMHEDEN MAATREGEL ARNHEMSEWEG Aanleggen drainagekratten - Oppervlaktedetectie Aanleggen faunapassage - Oppervlaktedetectie Aanleggen molgoten - Oppervlaktedetectie Aanbrengen infiltratieriolering - Oppervlaktedetectie Aanleggen OVL kabel - Oppervlaktedetectie Verwijderen masten - Oppervlaktedetectie Frezen van huidig wegdek - Oppervlaktedetectie Verleggen en verbreden wegdek - Oppervlaktedetectie Aanbrengen aardpennen - Oppervlaktedetectie PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 4

5 WERKZAAMHEDEN MAATREGEL ARNHEMSEWEG Aanbrengen putten en - Oppervlaktedetectie inspectieputten Aanbrengen groenvak - Oppervlaktedetectie Aanbrengen rioolput - Oppervlaktedetectie Aanbrengen rioolleiding - Oppervlaktedetectie WERKZAAMHEDEN DIAMANTWEG MAATREGEL Verleggen en verbreden wegdek - Oppervlaktedetectie Aanbrengen RWA riolering - Oppervlaktedetectie Aanbrengen infiltratieriolering - Oppervlaktedetectie Aanbrengen OVL kabel - Oppervlaktedetectie Aanbrengen geluidsscherm - Oppervlaktedetectie Aanbrengen inspectieput - Oppervlaktedetectie Aanbrengen groenvak - Oppervlaktedetectie PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 5

6 1. INLEIDING 1.1 OMSCHRIJVING EN DOELSTELLING VAN DE OPDRACHT PROJECTNAAM PRA Kersenbaan fase 2 GEMEENTE Amersfoort PROJECTADRES Kersenbaan OPDRACHTNUMMER PRA-01 WERKOMSCHRIJVING Opstellen Projectgebonden Risico Analyse (PRA) DOELSTELLING Beheersen van de OCE werkzaamheden VOORONDERZOEK UITGEVOERD DOOR BODAC en REASeuro AAN TE TREFFEN EXPLOSIEVEN Afwerpmunitie tot 500 lbs en infanteriemunitie In opdracht van de Gemeente Amersfoort is door BODAC een projectgebonden risico-analyse uitgevoerd, gericht op de werkzaamheden ten behoeve van het herinrichten van de Kersenbaan, fase 2. De aanleiding voor het opstellen van de onderhavige project gebonden risico-analyse (PRA) zijn de resultaten van twee historisch vooronderzoeken naar de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven (CE) binnen de begrenzing van de werklocatie. De resultaten van de vooronderzoeken zijn weergegeven in het rapport welke is opgesteld door BODAC met het kenmerk Vooronderzoek ( ) en het vooronderzoek uitgevoerd door REASeuro met het kenmerk 71419/RO ( ). Uit de resultaten van deze onderzoeken is gebleken dat voor het projectgebied een aantoonbaar verhoogd risico geldt voor niet gesprongen explosieven. De aanwezigheid van blindgangers en achtergelaten infanteriemunitie kan een risico vormen in de uitvoeringsfase van het project. De Projectgebonden Risico Analyse (PRA) zal de relatie leggen tussen de mogelijk aan te treffen explosieven zoals deze in het vooronderzoek worden beschreven en de uit te voeren werkzaam-heden. Aanvullend wordt een gefundeerd advies uitgebracht, voor de gehele procesgang tot de fase van oplevering. Bij het opstellen van de onderhavige PRA zijn de volgende documenten gehanteerd: De richtlijnen van de WSCS-OCE, versie 1, 2012; Vooronderzoek (BODAC, ) en 71419/RO (REASeuro, ); Diverse historische luchtfoto s, kaarten en bouwdossiers. Deze PRA bevat de volgende elementen: 1. Vaststellen projectgebied 2. Analyse van de uitgevoerde vooronderzoeken 3. Vaststellen locatie specifieke omstandigheden 4. Identificatie toekomstig gebruik 5. Identificatie van invloedsfactoren 6. Studie van gevaarsfactoren 7. Identificatie van uitwerkingsfactoren 8. Beoordeling van de risico s (scenariostudie) 9. Conclusie en aanbevelingen PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 6

7 2 WETTELIJK KADER De Nederlandse wetgeving kent diverse uitvoerende wetten waarin verplichtingen zijn opgenomen tot het (laten) uitvoeren van onderzoeken waarbij de resultaten van deze onderzoeken worden gebruikt om overheidsinstanties in staat te stellen weloverwogen besluiten te kunnen nemen. Het betreft hier met name onderzoeken gericht op veiligheid (onder meer milieu en externe veiligheid) en de leefomgeving (geluid, inpassing in de omgeving) waarvan de grondslag is terug te vinden in de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht. De Nederlandse wetgeving bevat echter geen verplichtingen tot het (laten) uitvoeren van onderzoeken naar de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven. Voor eisen die ten aanzien van de veiligheid en beveiliging aan het opsporen en tijdelijk opslaan van conventionele explosieven worden gesteld, kan niet worden teruggevallen op de Wet Explosieven voor Civiel Gebruik of de Wet Wapens en Munitie. Conventionele explosieven vallen (ook) niet onder de reikwijdte van deze wetten. De belangrijkste regelgeving met betrekking tot conventionele explosieven volgt uit de Arbeidsomstandighedenwet, waarbij een bepaling is opgenomen inzake de veiligheid, beveiliging van het opsporen en tijdelijk opslaan van conventionele explosieven. Daarnaast bevat de Gemeentewet bepalingen ten aanzien van opsporing en vernietiging van conventionele explosieven. 2.1 ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWET 1988 De Arbeidsomstandighedenwet 1998 is op 18 maart 1999 gepubliceerd in de Staatscourant. De volledige benaming van de Wet luidt: Wet houdende bepalingen ter verbetering van de arbeids-omstandigheden (Arbeidsomstandighedenwet1998). In de volksmond wordt deze Wet ook wel aangehaald als de Arbowet. De Arbeidsomstandighedenwet (of kortweg Arbowet) is een Nederlandse wet die regels bevat voor werkgevers en werknemers om de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van werknemers en zelfstandig ondernemers te bevorderen. Doel is om ongevallen en ziekten, veroorzaakt door het werk, te voorkomen.de Arbowet is een kaderwet. Dat betekent dat hierin geen concrete regels staan maar algemene bepalingen en richtlijnen over het Arbeidsomstandig-hedenbeleid (arbobeleid) in bedrijven. Artikel 4.10 van het Arbeidsomstandighedenwet heeft betrekking op werkzaamheden in relatie tot conventionele explosieven, zoals het opsporen, detecteren, lokaliseren, identificeren, tijdelijk veiligstellen en het overdragen. In het tweede lid van artikel 4.10, wordt gesteld dat een bedrijf dat zich bezighoudt met de voorgenoemde werkzaamheden in het bezit moet zijn van een procescertificaat Opsporen Conventionele Explosieven (WSCS- OCE). De WSCS-OCE bevat eisen waaraan een bedrijf moet voldoen om gecertificeerd te kunnen zijn voor de opsporing van Conventionele Explosieven. Daarnaast bevat de WSCS-OCE eisen op het gebied van de organisatie en het management van het opsporingsbedrijf en de deskundigheid / examinering van het personeel. In de Arbeidsomstandighedenwet is een verplichting jegens de werkgevers opgenomen dat deze de risico's van het werk in kaart moeten brengen. Derhalve dient er tijdens de voorbereiding van een project altijd als eerste de volgende vraag gesteld te worden: zijn er tijdens de uitvoering van het project risico s doordat er zich in het projectgebied mogelijk conventionele explosieven bevinden? Deze vraag kan enkel worden beantwoord door het PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 7

8 overleggen van een gedegen onderzoek. Deze PRA is een verlengstuk van eerder uitgevoerd vooronderzoek en legt een koppeling met de uit te voeren werkzaamheden. Samengevat heeft één ieder daarin zijn eigen taak: Werkgevers Deze moeten de risico's van het werk in kaart brengen, verbeteringen voorstellen en het gevoerde beleid evalueren: de RIE-procedure (ook wel RI&E: risico-inventarisatie & - evaluatie). Zij moeten voorlichting en instructies geven over deze risico's en over de maatregelen die daartegen genomen zijn; Werknemers Deze moeten de veiligheidsinstructies opvolgen en beschikbaar gestelde beschermingsmiddelen gebruiken; De Inspectie SZW ( voorheen: Arbeidsinspectie) Deze is belast met de toezicht op de naleving van de Arbeidsomstandighedenwet en kan vanuit de door deze wet aan haar toegewezen taken sancties opleggen indien er niet aan de bepalingen van de wet voldaan wordt. Ingeval van incidenten onderzoekt zij altijd het voorval. Al sinds de Tweede Wereldoorlog komt het bijna dagelijks voor dat projecten tijdelijk stil gelegd moeten worden door de vondst van een CE. Door de invoering van de Arbowet is het veiligheidsbewustzijn van opdrachtgevers, werkgevers en werknemers steeds verder ontwikkeld. Deze ontwikkeling heeft er voor gezorgd dat ook het probleem van de achtergebleven explosieven uit de Tweede Wereldoorlog een serieus probleem vormen binnen projecten. Rampen als de vuurwerkontploffing in Enschede en de brand in Volendam hebben het bewustzijn nog verder verscherpt. 2.2 GEMEENTEWET Artikel 160 van de gemeentewet legt de beslissingsbevoegdheid om al dan niet tot opsporing en gecontroleerd vernietigen van conventionele explosieven over te gaan, bij het College van Burgmeesters en Wethouders neer. Daarnaast is de burgemeester verantwoordelijk voor de Openbare Orde en Veiligheid binnen de gemeente. Voor de handhaving van de openbare orde kan de burgemeester noodbevelen en algemeen verbindende voorschriften opstellen voor de locatie waar naar conventionele explosieven wordt gezocht en de directe omgeving daarvan. Deze bevoegdheid volgt uit artikel 175 en 176 van deze Gemeentewet. Om de gemeenten financieel tegemoet te komen aan de uitvoering van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden aangaande conventionele explosieven in de bodem stelt de rijksoverheid financiële middelen aan de gemeente ter beschikking. De rijksfinanciering voor het opsporen van conventionele explosieven is sinds 1 oktober 2009 verlopen en gaat voortaan via een regeling in het gemeentefonds. Het Bijdragebesluit 2006 is ingetrokken. Op hoofdlijnen komt de regeling voor rijksfinanciering van het opsporen van conventionele explosieven op het volgende neer: In de eerste plaats krijgen de gemeenten Amsterdam, Den Haag en Rotterdam een vast bedrag voor het opsporen en ruimen van conventionele explosieven. Deze gemeenten blijken namelijk de achterliggende jaren een stabiele bijdrage voor OCE nodig te hebben gehad en de verwachting is kennelijk dat dit voorlopig stabiel zal blijven. PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 8

9 - In de tweede plaats zijn er de gemeenten die de achterliggende jaren regelmatig een beroep hebben gedaan op het inmiddels vervallen Bijdragebesluit. Deze zogenoemde uitkeringsgemeenten' (nu zijn dat er 27) krijgen middelen uit het gemeentefonds volgens de maatstaf van het aantal nieuwbouwwoningen ( 2.000,00 per woning). Uit onderzoek (AEF, 2008) is, aldus het ministerie van BZK, namelijk gebleken dat er een relatie bestaat tussen het aantal nieuwbouwwoningen in een gemeente en de ingediende declaraties voor het opsporen en ruimen van CE. Periodiek (eenmaal per vier jaar) zal aan de hand van deze maatstaf worden geëvalueerd welke gemeenten als een uitkeringsgemeente moeten worden aangemerkt. Gemeenten die deel uitmaken van de lijst uitkerings- gemeenten, maar nauwelijks kosten spenderen aan het opsporen van conventionele explosieven, worden van de lijst geschrapt. - In de derde plaats zijn er gemeenten die incidenteel worden geconfronteerd met kosten samenhangende met het opsporen van conventionele explosieven, althans die geen uitkeringsgemeente zijn. Voor deze gemeenten is voorzien in een zogenoemde suppletieregeling, ofwel een vangnet. Indien de gemeenteraad besluit tot het opsporen van conventionele explosieven, krijgen deze gemeenten een aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds van 70% van de projectkosten. Uit het gemeenteraadsbesluit moet dan wel blijken dat opsporing en ruiming van conventionele explosieven uit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk is. Gemeenten die regelmatig van deze suppletieregeling gebruik maken, worden in de lijst van uitkeringsgemeenten opgenomen. Het intrekken van het Bijdragebesluit doet niets af aan de bestaande verantwoordelijkheden voor het opsporen en ruimen van conventionele explosieven en de randvoorwaarden en regels waaronder deze werkzaamheden veilig worden uitgevoerd. Zo blijft de certificatieplicht voor bedrijven die conventionele explosieven opsporen onverminderd van kracht. PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 9

10 3 Terminologie en de pra trechter 3.1 TERMINOLOGIE Voor alle OCE gerelateerde werkvlakken worden een viertal gebieden onderscheiden. Voor de verduidelijking worden de gebieden onderstaand toegelicht: Onderzoeksgebied Verdacht gebied Werkgebied Opsporingsgebied Het gebied dat tijdens een vooronderzoek is onderzocht Het gebied waar mogelijk CE aangetroffen kan worden Het gebied waar de geplande werkzaamheden uitgevoerd gaan worden De zone waar het verdacht gebied en het werk gebied elkaar overlappen In het onderstaande schema is de relatie tussen de verschillende gebieden gevisualiseerd. Verdacht gebied Opsporingsgebied Werkgebied Onderzoeksgebied 3.2 DE PRA TRECHTER De resultaten van het vooronderzoek geven aanleiding tot een aantal vragen bij de opdrachtgever. Om de risico s omtrent conventionele explosieven op waarde te kunnen schatten, zal dit in deze PRA verder worden toegelicht. De vragen die relevant zijn voor de opdrachtgever kunnen als volgt worden omschreven: kunnen er risico's ontstaan door de mogelijke aanwezigheid van CE; zijn er risico s door de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven; op welke wijze kunnen deze risico s beheersbaar gehouden worden. Verder wordt in de PRA het volgende geanalyseerd en verwerkt: een nauwkeurige horizontale afbakening van het opsporingsgebied; een nauwkeurige verticale afbakening van het opsporingsgebied; de mogelijkheid tot het verminderen van de risico s. PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 10

11 Om tot een duidelijk beeld van de functie en positie van de PRA te komen, is gekozen om een duidelijk schema weer te geven waarbij het proces in een trechtervorm wordt afgebeeld. Hieruit zijn duidelijk de verschillende stappen te destilleren. Onderzoeksgebied Gebied waarbinnen door de organisatie een vooronderzoek of opsporingsonderzoek wordt uitgevoerd. Verdacht gebied Het deel van het onderzoeksgebied waarbinnen op basis van vooronderzoek de aanwezigheid van CE wordt vermoed. PRA Risicoanalyse voor het toekomstige gebruik van het verdachte gebied Opsporingsgebied Het gebied binnen het verdachte gebied waarbinnen de organisatie opsporingswerkzaamheden gaat uitvoeren Werkgebied Het gebied binnen het verdachte gebied waarbinnen de organisatie werkzaamheden gaat uitvoeren. TRA Analyse van de invloeden van werkzaamheden op CE. Uitwerking van beheersmaatregelen en advies opsporingswerkzaamheden CE PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 11

12 4 HET WERKGEBIED EN DE AFBAKENING VAN HET VERDACHTE GEBIED 4.1 HET WERKGEBIED Het werkgebied betreft de locatie van de voorgenomen herinrichting van de Kersenbaan (fase 2). Dit omvat alle geplande werkzaamheden die in relatie staan met het project. In figuur 1 is de begrenzing van zowel het werkgebied als het in het vooronderzoek gehanteerde onderzoeksgebied weergegeven. Figuur 1: Afbakening van het werkgebied (roze) en het onderzoeksgebied (paars) 4.2 AFBAKENING VAN HET VERDACHT GEBIED Uit de resultaten van de vooronderzoeken blijkt dat met name afwerpmunitie en achtergelaten infanteriemunitie (kleinkaliber, granaatwerpers, handgranaten etc.) binnen de begrenzing van het werkgebied kunnen worden verwacht. De WSCS-OCE geeft zowel ten aanzien van het horizontaal als het verticaal vlak richtlijnen over welke afstanden dienen te worden aangehouden als het gaat om de indringing van een eventueel aanwezig zijnde ongedetoneerd explosief. Dit heeft effect op de afbakening van het verdachte gebied en dus de eventuele vervolgstappen die ondernomen dienen te worden. PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 12

13 Voor de afbakening in het horizontale vlak bevat de WSCS-OCE een tabel met richtafstanden gerekend vanaf het punt waarop zich een bepaalde oorlogshandeling heeft voorgedaan. Voor afbakening in de verticale richting wordt in de WSCS-OCE het uitgangspunt gehanteerd dat verticale penetratie van afwerpmunitie in de bodem verwacht kan worden tot aan een bodemlaag met een weerstand van 10 MPa of groter. Van deze richtafstanden kan in de praktijk worden afgeweken als hier een goede reden voor is. Mocht dit het geval zijn, dan dient er wel aangegeven te worden waarom er afgeweken is van de richtlijn. Voor de berekeningen van de maximale penetratie van munitie is de bodemopbouw van cruciaal belang. Om een betrouwbaar beeld hiervan te krijgen dient er bij voorkeur uitgegaan te worden van de resultaten van bodemkundige sonderingen in en rond het werkgebied. Voor een verdere verticale afbakening is het belangrijk om te weten of de bodem in het werkgebied al dan niet na de oorlog is geroerd, verhoogd of afgegraven. Hierbij wordt, afgezien van de bestudering van luchtfotomateriaal, kaarten en archieven, uitgegaan van de huidige NAP hoogtes afgezet tegen die uit de Tweede Wereldoorlog. In figuur 2 en 3 zijn de beschikbare NAP hoogtes geplot op het werkgebied. De hoogte van het maaiveld ten tijde van de Tweede Wereldoorlog is vastgesteld op van 5,6 meter +NAP. Het huidige maaiveld ligt op laagste punt circa 5,67 meter +NAP. Er kan dus redelijkerwijs vanuit gegaan worden dat het maaiveld niet verhoogd of afgegraven is. 4.3 EVALUATIE VAN DE VOORONDERZOEKEN In opdracht van de gemeente Amersfoort is voor het gehele grondgebied van de gemeente een historisch vooronderzoek uitgevoerd door REASeuro. Op basis van het bij dit vooronderzoek geraadpleegd feitenmateriaal is er een risicokaart opgesteld, een zogenaamde CE-bodembelastingkaart. De onderzoeken hebben als kenmerkt 71419/RO (REASeuro, ) en zijn door de gemeente voor dit onderzoek ter beschikking gesteld. Tevens is er door BODAC op 18 november 2010 een historisch vooronderzoek afgerond welke specifiek gericht is op dit project. Deze draagt als kenmerk. Wij hebben dit vooronderzoek geanalyseerd om te bepalen of en waar er welke soorten ongeëxplodeerde munitie binnen het onderzoeksgebied van de PRA achtergebleven kan zijn. Een samenvatting van de verzamelde relevante feiten en interpretaties is in dit subhoofdstuk omschreven. De stad Amersfoort is de Tweede Wereldoorlog relatief ongeschonden doorgekomen. Grootschalige bombardementen en beschietingen, en dus vergaande verwoesting, bleeft de stad bespaard. Vanwege de mobilisatie in de jaren 30 werd er een groot aantal legerplaatsen, barakken en kazernes aangelegd in rond de stadskern. In de meidagen werden alle bewoners van de stad geëvacueerd in afwachting van de verwachtte confrontatie met de Duitsers. Na vier dagen konden zij weer terugkeren. Ook aan het einde van de oorlog vielen de gevechtshandelingen mee, er werden door de Duitsers wel enkele bruggen opgeblazen. Op 7 en 8 mei wordt de stad bevrijd door de Canadese strijdkrachten. In het vooronderzoek dat door is REASeuro uitgevoerd wordt melding gemaakt van een bombardement door Spitfires in het onderzoeksgebied op 15 december Hierbij is een trein aangevallen en zijn zes bommen van 250 lbs afgeworpen. Er werden destijds geen treffers geobserveerd. REASeuro heeft aan de hand van kraters die zichtbaar zijn op een luchtfoto van 3 februari 1945 vastgesteld dat het betreffende bombardement in de zuidkant van het onderzoeksgebied van deze PRA is uitgevoerd. In het vooronderzoek wordt gesteld dat de WSCS-OCE in het geval van een bombardement op een spoorlijn (line target) voorschrijft om het verdachte gebied op 91 meter vanaf het hart van de spoorlijn te PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 13

14 plaatsen. REASeuro heeft echter vastgesteld dat de zichtbare kraters op méér dan deze afstand van de spoorweg liggen, en gaat volgens de omschrijving uit van de voorschriften met betrekking op een zogenaamde pin point target. Deze afbakening bedraagt 230 meter rondom het aanvalsdoel, in dit geval de spoorlijn ter hoogte van de waargenomen kraters. Tevens is er bij het onderzoek van REASeuro naar voren gekomen dat er op basis van een zogenaamde Defence Overprint van het gebied vastgesteld kan worden dat er in het onderzoeksgebied sprake is van enkele loopgraven. In het onderzoek van BODAC wordt vermeld dat er in het Leusderkwartier op 17 september 1944 als gevolg van een luchtaanval op het spoorweg emplacement te Amersfoort enkele brandstoftanks afgeworpen werden. Hierdoor branden enkele huizen af. De dichtstbijzijnde melding van het afwerpen van een brandstoftank is gedaan in de Marconistraat (Leusderkwartier), en valt daarom niet binnen het onderzoeksgebied. Verder wordt er in het stuk vermeld dat er op 24 april 1945 door 12 Spitfires van het 317 e Poolse Squadron het landgoed Nimmerdor wordt gebombardeerd, aan de zuidzijde van het onderzoeksgebied. Hierbij worden 12 stuks 500 lbs en 18 stuks 250 lbs bommen afgeworpen. In het huis bevindt zich volgens het stuk op dat moment het hoofdkwartier van een Nederlandse SS divisie. De overige bombardementen die genoemd worden in het vooronderzoek vallen in hun geheel buiten het onderzoeksgebied en zijn daarom niet relevant voor deze PRA. 4.4 NADERE AFBAKENING VAN HET HORIZONTALE VERDACHT GEBIED Het in het vooronderzoek van BODAC vermelde bombardement geeft aan de villa op het landgoed Nimmerdor, net buiten het onderzoeksgebied van deze PRA, gebombardeerd is met bommen van 250 lbs en 500 lbs. Na nader onderzoek blijkt dat het gebouw dusdanig beschadigd is geraakt, dat het niet meer hersteld kon worden. Ook de bijgebouwen op het landgoed liepen tijdens dit bombardement ernstige schade op. In de WSCS-OCE is gesteld dat de maximale afstand die een afgeworpen bom bij een puntbombardement kan afwijken 181 meter betreft. Daarom wordt het verdachte gebied op afwerpmunitie tot en met 500 lbs gesteld op een straal van 181 rond de villa en de bijgebouwen op het landgoed Nimmerdor. Het gebied is tijdens het opstellen van deze PRA niet verder ingeperkt omdat eventueel beschikbare luchtfoto s van na het bombardement niet in het bezit van Bodac zijn. Deze afbakening is opgenomen in de bijgevoerde kaart met detectiegebieden. Het door REASeuro genoemde bombardement, en de door hun aangegeven op de luchtfoto als zichtbare kraters, blijven na verder onderzoek staan als verdacht gebied. Het gebied wordt echter conform WSCS-OCE verkleind van een straal van 230 meter naar een maximale straal van 181 meter rond de kraters. Dit gebied is verdacht van afwerpmunitie van 250 lbs. Tijdens het bestuderen van de luchtfoto s van 9 februari 1945 en 15 maart 1945 valt op dat er tijdens de vooronderzoeken enkele kraters over het hoofd zijn gezien. Deze zijn ingetekend in de nieuwe inventariseringskaart in de bijlage. Verder zijn er op de luchtfoto s enkele splitterboxen te zien. Ook zijn de reeds bekende sporen en loopgraven ingetekend in deze kaart. De loopgraaf op de kruising tussen de Gasthuislaan en de Vermeerstraat wordt aangemerkt als niet verdacht, daar dit na uitvoerige bestudering een civiele schuilloopgraaf blijkt te zijn (eventueel zelfs leidend naar een schuilkelder onder het wegdek). De loopgraaf welke langs de huidige Diamantweg liep wordt wel gezien als een militaire loopgraaf en de contouren van deze loopgraaf wordt conform WSCS-OCE aangemerkt als verdacht op achtergelaten infanteriemunitie (klein-kaliber munitie, granaatwerpers, handgranaten en geweergranaten). De kraters zijn verdacht op afwerpmunitie met een maximale grootte van 500 lbs op een eerder verklaarde straal van 181 meter rond de inslagpunten. Dit is het PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 14

15 grootste gemelde type munitie welke in de buurt van het onderzoeksgebied is afgeworpen. Op de luchtfoto zijn tevens enkele mangaten te zien langs de weg voor het landgoed Nimmerdor en in de stad. Het aanleggen van de mangaten in de stad wordt ook genoemd in een interview van een ooggetuigen op internet 1. Conform de WSCS-OCE zijn deze mangaten niet verdacht op eventuele munitie en zijn dus niet in de detectiegebieden opgenomen. Ook zijn er in de stad een groot aantal krater-achtige verstoringen te zien. Deze betreffen na nader onderzoek echter geen kraters te zijn, maar uitgravingen van boomwortels. De inwoners van Amersfoort gebruikte het hout voor het stoken van kachels in de barre winter van Figuur 2: Kraters op landgoed Nimmerdor (rood) op een luchtfoto van 15 maart Tevens zijn mangaten zichbaar langs de weg 4.5 NADERE AFBAKENING VAN HET VERTICALE VERDACHT GEBIED SONDERING WEERSTAND IN MPa OP 4m +NAP WEERSTAND IN MPa OP 2M +NAP S32D MPa 7 MPa S32D MPa S32D MPa 28 MPa S32D MPa 18 MPa S32D MPa 10 MPa Door middel van berekeningen op basis van gegevens van bovenstaande sonderingsmetingen (aangevraagd bij het DINOloket) is vastgesteld dat een 500 lbs blindganger tot een maximale diepte van 2m +NAP door kan dringen. Daarom is verticale afbakening van het verdachte gebied aan de Arnhemseweg vastgesteld op 2m+ NAP tot het huidige maaiveld. 1 PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 15

16 Figuur 3: Penetratieberekening voor een bom van 500 lbs bij een grondweerstand van 7 MPa Het verdachte gebied aan de huidige Diamantweg is verdacht door de aanwezigheid van de eerdergenoemde loopgraaf. De verticale afbakening volgens de WSCS-OCE bedraagt 2 meter beneden maaiveld, plus een halve meter. Deze afbakening is op deze diepte vastgesteld daar een loopgraaf (vrijwel) nooit dieper is dan 2 meter. Deze diepte is voldoende voor bescherming tegen granaatscherven en vijandelijk vuur. Naar aanleiding van deze overwegingen wordt de verticale afbakening binnen het verdachte gebied aan de Diamantweg vastgesteld op 2,5 meter beneden maaiveld, op het diepste punt is dit 3,78m +NAP. De bovenkant van de afbakening is gelijk aan het huidige maaiveld. PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 16

17 Figuur 4: Locaties van de gebruikte sonderingen 4.6 NADERE AFBAKENING VAN HET VERDACHT GEBIED OP BASIS VAN NA-OORLOGSE BODEMROERING Niet alleen de historische gegevens kunnen een nadere afbakening van het verdacht gebied betekenen, ook de na-oorlogse grondroeringen van de grond kunnen het nader te onderzoeken gebied drastisch inperken. Zoals reeds eerder vermeld is de eerste stap die gedaan is het vaststellen van de hoogte van het oorlogsmaaiveld. Tevens hebben wij deze hoogte afgezet tegen de huidige maaiveldhoogtes, om te zien of er al dan niet grond is opgebracht of afgegraven. Op basis van de beschikbare bronnen hebben wij vastgesteld dat de grond binnen het onderzoeksgebied niet of nauwelijks is opgehoogd of verlaagd, en dat het oorlogsmaaiveld min of meer gelijk is aan het huidige. De hoogtemetingen die in voorliggend onderzoek zijn gebruikt, zijn weergegeven in afbeelding 5 en 6 Aan de hand van deze informatie wordt vastgesteld dat het verdachte gebied in de horizontale afbakening na de oorlog niet of nauwelijks geroerd is. PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 17

18 Figuur 5: NAP hoogtes ten tijden van WOII (rode stippen) en recente hoogtes (zwart) Figuur 6: NAP hoogtes ten tijden van WOII (rode stippen) en recente hoogtes (zwart) PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 18

19 Verder is er gelet op werkzaamheden die in het verleden in het werkgebied zijn verricht, en in welke mate deze invloed hebben uitgeoefend op de grootte van het verdacht gebied. Na de bestudering van verschillende luchtfoto s en kaartmateriaal (o.a. uit 1952, 1962, 1973, 1982, 1989, 1995 en 2013) kan er geconcludeerd worden dat er zich vrijwel geen zichtbare veranderingen hebben voorgedaan op de locaties waar het verdachte gebied en het werkgebied elkaar raken. Aan de Arnhemseweg, gebied welke verdacht is op afwerpmunitie, is er recentelijk wel een fietspad aangelegd. Op de KLIC melding is er tevens zichtbaar dat zich op deze locatie enkele kabels en leidingen bevinden welke na de oorlog aangelegd zijn. Het betreffen hier een 7 tal kabels en leidingen, waaronder twee lage-spanningsleidingen, een gasleiding en een aantal lokale- en interlokale KPN kabels. De diepte waarop deze zijn aangebracht is niet bekend. Ook het gebied aan de Diamantweg is nauwelijks veranderd na de Tweede Wereldoorlog. Wel lopen er enkele kabels en leidingen onder de weg. Aangezien de exacte ligging en diepte hiervan niet bekend zijn, zorgt dit niet voor een beperking van het verdachte gebied. Figuur 7: Situatie van het werkgebied in 1952 (watwaswaar.nl) PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 19

20 Figuur 8: Situatie van het werkgebied in 1982 (watwaswaar.nl) 4.7 GEPLANDE WERKZAAMHEDEN EN OPSPORINGSGEBIEDEN In dit subhoofdstuk zal kort worden ingegaan op de geplande werkzaamheden binnen de op munitie verdachte gebieden, zodat aan de hand hiervan een koppeling gemaakt kan worden met de eventuele vervolgstappen. De werkzaamheden binnen het op afwerpmunitie verdachte gebied aan de Arnhemse weg bestaan uit het herinrichten en verbeteren van de bestaande verharde weg. Concreet wordt hier een faunapassage en drainage aangelegd en wordt de weg opnieuw verhard. Ook wordt er onder de weg een antiwortelscherm aangebracht en een infiltratieriolering ingegraven, tezamen met de bijbehorende kolken en (inspectie)putten. Bovendien worden er verschillende kabels ingegraven. Als laatste wordt de weg verbreed. Hiervoor wordt een stuk van het talud dat er nu aanwezig is geëgaliseerd. Voor een exacte opsomming, inclusief de dieptes tot waarop de werkzaamheden zullen plaatsvinden, zie onderstaande tabellen. WERKZAAMHEDEN ARNHEMSEWEG DIEPTE TOV NAP (+/-) DIEPTE TOV MV (+/-) Aanleggen drainagekratten +4,98m -1,3m Aanleggen faunapassage +4,88m -1,4m Aanleggen molgoten In wegcunet In wegcunet Aanbrengen infiltratieriolering +3,80m -2,48m Aanleggen OVL kabel +5,63m -0,65m Verwijderen masten +5,28m -1m Frezen van huidig wegdek In wegcunet In wegcunet Verleggen en verbreden wegdek +5,18m -1,10m PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 20

21 WERKZAAMHEDEN ARNHEMSEWEG DIEPTE TOV NAP (+/-) DIEPTE TOV MV (+/-) Aanbrengen aardpennen Onbekend Onbekend Aanbrengen putten en inspectieputten +4,88m -1,40m Aanbrengen groenvak +5,18m -1,10m Aanbrengen rioolput +4,10m -2,18m Aanbrengen rioolleiding +4,20m -2,08m WERKZAAMHEDEN DIAMANTWEG DIEPTE TOV NAP (+/-) DIEPTE TOV MV (+/-) Verleggen en verbreden wegdek +3,20m -2,74m Aanbrengen RWA riolering +3.60m -2,34m Aanbrengen infiltratieriolering +3,75m -2,19m Aanbrengen OVL kabel +5,29m -0,65m Aanbrengen geluidsscherm Minimaal Minimaal -4,50m +2,44m Aanbrengen inspectieput +3,50m -2,44m Aanbrengen groenvak +4,84m -1,10m Er kan aan de hand van de dieptes van de individuele werkzaamheden gesteld worden dat de diepste ingrepen in de Diamantweg liggen op minimaal 4,5 meter beneden het maaiveld. Dit betekend dat er niet-geroerde grond geraakt wordt en dat er op deze locatie vervolgonderzoek noodzakelijk is. Dit gebied is echter tot een diepte van 2,5 meter beneden maaiveld verdacht, en er zal dus alleen oppervlaktedetectie noodzakelijk zijn tot deze diepte. Het detectiegebied op deze locatie betreft de loop van de loopgraaf, plus één meter aan weerszijden hiervan. In het verdacht gebied binnen de Arnhemseweg zitten de diepste werkzaamheden op 2,48 meter beneden het maaiveld. Hier dient oppervlaktedetectie plaats te vinden. Indien er alleen gegraven wordt in de oude ingravingen van kabels en leidingen hoeft er geen vervolgonderzoek plaats te vinden op deze locatie. Het detectiegebied dient ten minste even breed en diep te zijn als de geplande werkzaamheden, plus één meter aan weerszijden van de ingrepen. De exacte afbakening van de detectiegebieden is weergegeven in de bijlage. De maatregelen per werkzaamheid zijn weergegeven in onderstaande tabellen. WERKZAAMHEDEN MAATREGEL ARNHEMSEWEG Aanleggen drainagekratten - Oppervlaktedetectie Aanleggen faunapassage - Oppervlaktedetectie Aanleggen molgoten - Oppervlaktedetectie Aanbrengen infiltratieriolering - Oppervlaktedetectie PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 21

22 WERKZAAMHEDEN MAATREGEL ARNHEMSEWEG Aanleggen OVL kabel - Oppervlaktedetectie Verwijderen masten - Oppervlaktedetectie Frezen van huidig wegdek - Oppervlaktedetectie Verleggen en verbreden wegdek - Oppervlaktedetectie Aanbrengen aardpennen - Oppervlaktedetectie Aanbrengen putten en inspectieputten - Oppervlaktedetectie Aanbrengen groenvak - Oppervlaktedetectie Aanbrengen rioolput - Oppervlaktedetectie Aanbrengen rioolleiding - Oppervlaktedetectie WERKZAAMHEDEN DIAMANTWEG Verleggen en verbreden wegdek MAATREGEL - Oppervlaktedetectie Aanbrengen RWA riolering - Oppervlaktedetectie PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 22

23 WERKZAAMHEDEN DIAMANTWEG MAATREGEL Aanbrengen infiltratieriolering - Oppervlaktedetectie Aanbrengen OVL kabel - Oppervlaktedetectie Aanbrengen geluidsscherm - Oppervlaktedetectie Aanbrengen inspectieput - Oppervlaktedetectie Aanbrengen groenvak - Oppervlaktedetectie 4.8 OVERIGE ASPECTEN Opstellen projectplan Alvorens met de werkzaamheden wordt aangevangen, dient er een projectplan overeenkomstig de WSCS OCE te worden opgesteld. Het projectplan dient de uit te voeren detectiewijze gedetailleerd te beschrijven, waarbij alle activiteiten en handelingen worden geïnventariseerd. In dit gedocumenteerd plan worden de onderlinge relaties tussen betrokken partijen, alsmede de (planmatige) voortgang, afspraken, toezicht, documentatie en procedures vastgelegd teneinde het project op adequate en veilige wijze uit te kunnen voeren. Het projectplan en de beschrijving van de werkmethoden dienen te borgen dat alle geïdentificeerde risico s die zich tijdens de uitvoering van het detectie-onderzoek kunnen voortdoen, op adequate wijze worden vermeden of beheerst. Het projectplan wordt voor aanvang van de werkzaamheden ter accordering en ondertekening aangeboden aan de opdrachtgever en de gemeente waarbinnen het opsporingsgebied is gelegen. Kabels en leidingen In het werkgebied bevinden zich volgens de aangeleverde KLIC melding verschillende kabels en leidingen, waaronder gasleidingen. Kabels en leidingen kunnen enerzijds de detectiewerkzaamheden bemoeilijken. Dit vanwege het feit dat bij detectiewerkzaamheden in de regel gebruik wordt gemaakt van magnetometers. Metaal- en spanningvoerende leidingen veroorzaken een magnetisch veld hetgeen ook door de magnetometers wordt gemeten, waardoor afhankelijk van de meetwaarden een situatie kan ontstaan waarbij eventuele aanwezige CE wordt gemaskeerd (en derhalve tijdens de detectie niet worden gesignaleerd). In dergelijke gevallen kan het desbetreffende gebied niet worden vrijgegeven aan de hand van louter detectie. PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 23

24 Een ander bijkomend aspect is dat gezien de aard van de te verrichte werkzaamheden eventueel aanwezige kabels en/of leidingen kunnen worden beschadigd. Daarnaast speelt ook het veiligheidsaspect een rol. Derhalve dienen voor de uitvoering van de vervolgwerkzaamheden de juiste locaties van kabels en/of leidingen binnen de begrenzing van het werkgebied meegenomen worden in de overwegingen. In te zetten hulpmiddelen Indien tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden hulpmiddelen worden ingezet waarvoor aanvullende voorzieningen dienen te worden getroffen, dient rekening te worden gehouden dat de te treffen aanvullende voorzieningen op zich mogelijk eveneens kunnen leiden tot een verhoogd risico op het ongewenst detoneren van een CE. In dit kader dient bijvoorbeeld te worden gedacht aan het leggen van zware rijplaten voor graafmachines en andere handelingen die kunnen leiden tot trillingen, het toucheren of beweging van mogelijke CE. Ingeval dergelijke handelingen worden overwogen, wordt aangeraden deze handelingen ter beoordeling aan een senior OCE deskundige voor te leggen. Benadrukt wordt dat onder voornoemde handelingen mede wordt verstaan het nemen van grondmonsters, het uitvoeren van sonderingen en overige metingen in de bodem. Handelingen bij aantreffen explosief Indien tijdens het uitvoeren van de metingen daadwerkelijk een (mogelijk) explosief wordt aangetroffen, zal deze moeten worden benaderd. Bewust wordt hier gesproken van een mogelijk explosief, omdat magnetometers enkel ferromagnetische metalen detecteren. Met andere woorden: een brok ijzer met een magnetisch veld gelijkend op die van een te verwachte explosief zal als mogelijk explosief worden aangemerkt tot aan het moment waarop tijdens het benaderen duidelijkheid zal worden verkregen of het in casu een explosief betreft dan wel een ander metalen object. Ingeval binnen het vrij te geven gebied daadwerkelijk een explosief wordt aangetroffen, dient deze dus te worden verwijderd alvorens een aanvang kan worden gemaakt met de (nog resterende) werkzaamheden. Naast voornoemde aspecten kunnen door de EODD aanvullende eisen worden gesteld ten aanzien van het benaderen van het (mogelijke) explosief. Deze aanvullende eisen kunnen zich beperken tot het verlenen van assistentie tijdens de verwijdering, maar kunnen ook beduidend meer zijn dan voornoemd. Eén en ander is afhankelijk van de situatie ter plaatse en de mening hieromtrent van de EODD aangaande het verwijderen van het explosief onder veilige omstandigheden te kunnen uitvoeren. PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 24

25 5 RISICO EN EFFECTEN VAN EEN ONGECONTROLEERDE EXPLOSIE 5.1 RISICO S IN RELATIE TOT EEN ONGECONTROLEERDE EXPLOSIE VAN EEN CE De mogelijke aanwezigheid van CE vormt een risico in de uitvoeringsfase van het project. Er bestaat een kans dat een ongecontroleerde explosie wordt veroorzaakt door effecten die ontstaan door de geplande (civieltechnische) werkzaamheden. Daar waar projecten uitgevoerd worden waar zich conventionele explosieven in de bodem bevinden is dit reëel gevaar altijd aanwezig. Het is echter zo dat de kans dat een conventioneel explosief spontaan tot detonatie komt erg klein is. Maar het effect hiervan zou daarentegen enorm groot zijn. Voor wie of wat geldt dit risico: personeel en materieel in een risicogebied; indirect betrokkenen (psychische gevolgen); opdrachtgevers (stijging van de kosten, stagnatie etc.); openbare orde en veiligheid. Het is meestal onduidelijk waarom bommen na het afwerpen niet zijn afgegaan. Een mogelijke oorzaak is het disfunctioneren van het ontstekingsmechanisme door een mechanisch defect. Door veroudering kunnen veiligheden (blokkeringen) onbetrouwbaar worden, waardoor een blindganger in een instabiele toestand kan komen te verkeren. Beroering van blindgangers is een van de oorzaken waardoor een blindganger alsnog tot detonatie kan komen. Dergelijke bewegingen kunnen worden veroorzaakt door het direct raken van een explosief dan wel als gevolg van trillingen in de bodem van werkzaamheden die in de directe nabijheid van een explosief worden uitgevoerd. Op het maaiveld zijn meestal versnellingen van zo'n 0,15 m/s² aanwezig, ook bij afwezigheid van werkzaamheden. Voorwerpen gaan schuiven als de wrijvingskracht tussen het voorwerp en de ondersteuning wordt overwonnen. Dat is voor horizontale versnellingen bij ongeveer 1 m/s². Ook grond verliest dus zijn samenhang als de versnelling groter wordt dan 1 m/s². Werkzaamheden in de bodem gaan ten alle tijde gepaard met trillingen. Het stationair draaien van machines, het ontgraven, het laten vallen van grote hoeveelheden grond etc. Door het uitvoeren van werkzaamheden verband houdende met het herinrichten van de Kersenbaan ontstaan dus ook trillingen in de grond. Deze trillingen bestaan uit drie type golven, namelijk: Rayleigh-golf; Compressiegolf; Schuifspanningsgolf. De Rayleigh-golven hebben een circa twee maal zo hoge energie/intensiteit als de compressie en de schuifspanningsgolven samen. De Rayleigh-golf verplaatst zich langs de oppervlakte van de bodem in een cirkelvormig patroon. De compressie- en schuifspanningsgolven daarentegen verplaatsen zich sferisch (bolvormig). In dit geval is echter niet de Rayleigh-golf aan de oppervlakte maatgevend, maar juist de compressie- en schuifspanningsgolven die onder het maaiveld optreden. Uiteraard bepaald de opbouw van de bodem de reikwijdte van de trillingen. In zand zullen trillingen niet zo ver reiken als bijvoorbeeld in klei. Ondanks dat er voorbeelden van zijn, leert de ervaring dat het praktisch onmogelijk is dat ontstekingsmechanismen door natuurlijke achtergrondtrilling in werking worden gesteld. PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 25

26 Onderzoek heeft aangetoond dat tijdens het zetten van geluidsschermen of het aanbrengen van riolering trillingen optreden die per definitie groter zijn dan 1 m/s², met dien verstande dat naarmate de afstand van het te plaatsen object groter wordt, de trillingen in de bodem afnemen. De grens waarop trillingen groter dan 1 m/s² meetbaar zijn, is hierbij gesteld op 10 meter. Uit het voornoemde kan derhalve worden afgeleid dat, afhankelijk van de wijze waarop objecten in de bodem worden aangebracht de invloedzone van dergelijke trillingen groter dan wel kleiner kan zijn. Bepalend hiervoor zijn de trillingen die met apparatuur worden voortgebracht en de mate waarin de specifieke bodemlagen remmend werken ten aanzien van het voortplanten van trillingen. Bovenstaande dient te worden gelezen als richtlijn. Voor de uitvoering geldt dat de waarde van 1,0 m/s 2 niet mag worden overschreden in niet vrijgegeven gebieden. Indien wordt gekozen voor een werkmethode die deze waarde overschrijdt dan zal het verdachte gebied waarin deze waarde wordt overschreden onderzocht dienen te worden op de aanwezigheid van CE. Samenvattend kan worden gesteld dat ongewenste detonatie van explosieven binnen het plangebied kan ontstaan door: - het direct raken van een explosief (directe verplaatsing); - het bewegen van het explosief als gevolg van trillingen groter dan 1 m/s ALGEMENE RISICOANALYSE Bij een risicoanalyse worden bedreigingen benoemd en in kaart gebracht. Per bedreiging wordt de kans van het optreden ervan bepaald en wordt vervolgens berekend wat de schade zou zijn als een bedreiging realiteit wordt. Op grond van een risicoanalyse kunnen de volgende maatregelen worden genomen: Preventie Repressie Correctie Acceptatie Manipulatie Voorkomen dat er iets gebeurd, of het verminderen van de kans hierop Het beperken van de schade wanneer een bedreiging optreed Het instellen van maatregelen die worden geactiveerd zodra er iets is gebeurd om het effect hiervan (deels) terug te draaien Geen maatregelen treffen, men accepteert de kans op een ongeval Het wijzigen van parameters in de berekening om tot een gewenst resultaat te komen De bedoeling van een risicoanalyse is dat er na de analyse wordt vastgesteld op welke wijze de risico's beheerst of teruggebracht kunnen worden tot een aanvaardbaar niveau. Op voorhand hoeft niet ieder risico te worden afgedekt: wanneer de kosten van de maatregelen om een risico te beperken hoger zijn dan de mogelijke schade, dan kan besloten worden het risico te accepteren. Het permanent uitvoeren van risicoanalyses wordt Risico Management (ook wel Risk Management of Risk Control) genoemd. De risicoanalyse die is gehanteerd, berust op een kwalitatieve methode: er worden schattingen van de mogelijke risico's gemaakt. PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 26

27 5.3 RISICOBEREKENING Risico is de kans dat een gebeurtenis plaatsvindt vermenigvuldigd met het gevolg van die gebeurtenis en de kans dat een bepaald scenario waarin de eerder genoemde kans plaatsvindt voorkomt (dit in tegenstelling tot het begrip onzekerheid waarbij de kansen niet bekend zijn). Het risico is tevens de blootstelling vermenigvuldigd met het gevolg en de waarschijnlijkheid. Bij dit laatste gaat het voornamelijk om langdurige processen, bij de eerste definitie gaat het vaak om plotselinge gebeurtenissen. Uitgedrukt in een simpele formule ziet de berekening er als volgt uit: Risico = Blootstelling (B) x Kans bij blootstelling (K) x Gevolg (G) Dit geldt alleen letterlijk als het gevolg in een getal of bedrag is uit te drukken. Bij afbreukrisico wordt gesproken over de schade of risico s die een werknemer kan toebrengen bij het niet zorgvuldig vervullen van zijn taak. Een belangrijke vraag in het geheel is: wie draagt nu de verantwoordelijkheid voor de uiteindelijke acceptatie van de risico s en voor welk deel wordt de verantwoordelijkheid gedragen? Meestal komt het neer op de volgende opsomming: RISICO Stagnatie Financiële gevolgen Psychische schade Wettelijke kaders ARBO regelgeving Bepalen ondergrens aanvaardbare risico s Openbare orde en veiligheid VERANTWOORDELIJK Alle betrokkenen Alle betrokkenen Alle betrokkenen Alle betrokkenen Alle betrokkenen Het bevoegd gezag De keuze tussen het wegnemen van de risico s door het verwijderen van alle conventionele explosieven en het verminderen van deze risico s tot een maatschappelijk aanvaardbaar resultaat dient te worden genomen voordat aan eventuele werkzaamheden begonnen wordt. Deze keuze dient te worden gebaseerd op de aard van de risico s en de kosten van een eventueel vervolgonderzoek. 5.4 KANS Uit de vooronderzoeken en dit PRA is het volgende naar voren gekomen met betrekking tot de eventuele aanwezigheid van CE in de bodem binnen het werkgebied: - er is aantasting van de bodem waarneembaar als gevolg van bombardementen waarneembaar op de luchtfoto s; het onderzoeksgebied is kleinschalig bewerkt na afloop van de Tweede Wereldoorlog; er bevinden zich Duitse verdedigingswerken in het gebied, wijzend op aanwezigheid van achtergebleven munitie; er hebben verschillende geallieerde bombardementen plaatsgevonden in het gebied. De kans op ongeëxplodeerde munitie binnen het werkgebied is dus aanzienlijk, en er dient zoals reeds vermeld vervolgonderzoek plaats te vinden binnen het in dit PRA vastgestelde detectiegebieden. Voor de kans op een ongecontroleerde explosie door de invloeden van civieltechnische werkzaamheden in het geplande werkgebied wordt het volgende bepaald: PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 27

28 op die locaties waar infrastructurele elementen in de bodem worden gebracht, is er een geringe kans op een ongecontroleerde explosie ten gevolge van trillingen in de ondergrond en/of beroering van een conventioneel explosief; op locaties waar beroering van de grond zal plaatsvinden (o.a. ontgraven), is er een kans op een ongecontroleerde explosie ten gevolge van trillingen in de ondergrond en/of beroering van een conventioneel explosief. In de omgeving bevinden er zich veel infrastructurele voorzieningen op en onder het huidige maaiveld. Daarnaast bevinden er zich woningen in de nabijheid van het projectgebied, bestemd voor permanente bewoning. Uit het voornoemde mag en moet worden afgeleid dat zich op ieder moment van de dag personen in de buurt van het opsporingsgebied bevinden. De gevolgen van een ongecontroleerde explosie kunnen van zeer klein tot desastreus zijn. Mensen en levende have in de omgeving kunnen ernstig gewond raken of zelfs worden gedood. Door de explosie kan brand, kortsluiting, etc. ontstaan door hete scherven die worden rondgeslingerd. Wanneer een ongecontroleerde explosie zich voordoet dient er dus rekening te worden gehouden met ernstige gevolgen. Het bepalen van veiligheidsafstanden vindt plaats op basis van de vermoedelijke soort en diepteligging van CE. Bepalend hierbij is het soort CE in relatie tot de diepte ten opzichte van het maaiveld. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ingedrongen en niet ingedrongen CE. Onder ingedrongen CE verstaan we CE met minimaal een boven dekking van 15 maal de diameter van het CE. Op basis vooronderzoek is vastgesteld dat binnen het gebied afwerpmunitie kan worden aangetroffen. Om een beeld te geven van mogelijke risico s is hier als voorbeeld een geallieerde vliegtuigbom tot 500 lbs gebruikt. Dit is het zwaarst gemelde afgeworpen type afwerpmunitie binnen het onderzoeksgebied. Deze heeft een explosieve inhoud tot circa 250 kilogram. Hierbij hoort een maximale schervengevarenzone van meter ingeval van explosie van een niet ingedrongen CE. Deze straal wordt geadviseerd als beheersmaatregel tegen scherfwerking, tijdens eventuele demontagehandelingen of tijdens een niet-afgedekte vernietiging. Deze straal kan door het toepassen van een beschermings-constructie worden teruggebracht tot 200 meter. Het risicogebied is in onderstaande tabel weergegeven. NETTO GEWICHT VAN EXPLOSIEF SCHERVENGEVARENZONE GEVARENZONE OVERIGE FRAGMENTEN SCHERVENGEVARENZONE MET BESCHERMINGSCONSTRUCTIE xx nvt nvt nvt nvt nvt nvt xx xx PRA Conventionele Explosieven Herinrichting Kersenbaan fase 2: PRA 01 (concept) 28

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding PLS-NGE Datum: 6 juli 2015 Kenmerk: 2015-10-83-BR-01 Aan: Mw. E. Luggenhorst Projectbureau Herstructurering glastuinbouw Huissen-Angeren Van: F.G.J. Barink (BeoBOM) Betreft: Aanwezigheid NGE binnen projectgebied

Nadere informatie

De heer R. Kievits Postbus CD Papendrecht

De heer R. Kievits Postbus CD Papendrecht Projectgebonden Risico-Analyse Opsporen Conventionele Explosieven Kanaalkade Oost tehellevoetsluis Datum : 18 december 2013 Kenmerk : 13040136/MBO/rap2 Versie : 2 Auteur : de heer ing. M. Botermans Vrijgave

Nadere informatie

1 INLEIDING VOORGESCHIEDENIS VERGOEDING VIA GEMEENTEFONDS AANVRAAG SUPPLETIE-UITKERING

1 INLEIDING VOORGESCHIEDENIS VERGOEDING VIA GEMEENTEFONDS AANVRAAG SUPPLETIE-UITKERING Inhoudsopgave 1 INLEIDING...4 1.1 OPBOUW...4 2 VOORGESCHIEDENIS...5 2.1 HISTORISCH VOORONDERZOEK GOUDA...5 2.2 EERDERE SUBSIDIEVERZOEKEN...5 3 VERGOEDING VIA GEMEENTEFONDS...6 3.1 INCIDENTELE GEBRUIKERS...6

Nadere informatie

Opsporingsgebied: Gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal

Opsporingsgebied: Gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal Projectnummer: 0513GPR3372.4 Opsporingsgebied: Gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal Inhoudsopgave 1 Het onderzoek... 3 1.1 Achtergrond... 3 1.2 Doel van het onderzoek... 3 1.3 Opsporingsgebieden...

Nadere informatie

rocetrr Op po en Conwntionele E Plo ienen Project: OCE Langeraar Oost Projec'tnummer: Kenmerk: PvO-001 Datum: 24 mei 2013

rocetrr Op po en Conwntionele E Plo ienen Project: OCE Langeraar Oost Projec'tnummer: Kenmerk: PvO-001 Datum: 24 mei 2013 Proces-verbaal van oplevering Opdrachtgever: Gemeente Nieuwkoop Projec'tnummer: 51 3051 1 Kenmerk: 5130511-PvO-001 Datum: 24 mei 2013.'åe:ú.'' -"-' '*c -.: {S'r 1- l. rocetrr Op po en Conwntionele E Plo

Nadere informatie

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING Homoetstraat te Doornenburg

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING Homoetstraat te Doornenburg AVG Explosieven Opsporing Nederland De Grens 7-6598 DK Heijen Prof. Asserweg 24-5144 NC Waalwijk Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0416-700220 oce@avg.eu www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel Datum: 4 december 2015 Projectnr.: 150108 Status: V2.0 definitief Gemeente Houten: Opdrachtgever 1 Armaex B.V.: Directeur¹

Nadere informatie

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863 SAMENVATTING PROJECTLEIDER Datum: 17-04-2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 17bes00489 Chantal Akkermans Frederik Stouten PLS Prinses Irenestraat te Elst Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 27 maart

Nadere informatie

FAQ Bommenkaart. Aan Van Henriette van Hoek, Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017

FAQ Bommenkaart. Aan Van Henriette van Hoek, Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017 FAQ Bommenkaart Aan Van Henriette van Hoek, 020-2544154 Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017 Hoe kan ik de bommenkaart raadplegen? De bommenkaart is digitaal ontsloten via het dataportaal van gemeente

Nadere informatie

Versie : 1 : J. Bellemans / J. van Voorst Vader. IDDS Explosieven : Dhr. ing. M. Botermans (bedrijfsleider) Datum :

Versie : 1 : J. Bellemans / J. van Voorst Vader. IDDS Explosieven : Dhr. ing. M. Botermans (bedrijfsleider) Datum : DETECTIERAPPORT Hooghkamer UW6 Voorhout in de gemeente Teylingen Datum : 18 april 2016 Kenmerk : 15110367/JVV/rap1 Status : definitief Versie : 1 Auteur : J. Bellemans / J. van Voorst Vader Opdrachtgever

Nadere informatie

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen SAMENVATTING PROJECTLEIDER Datum: 9-4-2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 17bes00457 GEM Westeraam Gemeente Overbetuwe PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen Inleiding Naar

Nadere informatie

Projectgebonden Risicoanalyse (PRA)

Projectgebonden Risicoanalyse (PRA) Toelichting concept methode Projectgebonden Risicoanalyse (PRA) Antoon Meijers lid Commissie Vooronderzoek & risicoanalyse VEO Huidige Toestand: Naar aanleiding van een vooronderzoek (cf. WSCS-OCE) is

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE EN TEKSTVOORSTEL

INHOUDSOPGAVE EN TEKSTVOORSTEL Notitie : 3VEO-CER.07024.V Voor : CCvD-OCE Van : Commissie Vooronderzoek en risicoanalyse Datum : 28 november 2013 Betreft : definitief voorstel methode PRA Deze notitie bevat een tekstvoorstel voor toevoeging

Nadere informatie

RAPPORTAGE CE ONDERZOEK OOSTELIJKE RONDWEG, SOESTERBERG

RAPPORTAGE CE ONDERZOEK OOSTELIJKE RONDWEG, SOESTERBERG AVG Explosieven Opsporing Nederland De Grens 7-6598 DK Heijen Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax : 0485-802084 info@explosievenopsporing.com www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie

Inleiding. Termen en definities en reikwijdte van de PRA

Inleiding. Termen en definities en reikwijdte van de PRA Notitie : 3VEO-VOO.06301.N Voor : werkveld OCE Datum : 16 juli 2013 Betreft : concept methode Projectgebonden Risicoanalyse (PRA) Status : concept ter consultatie, reacties uiterlijk indienen op 30 augustus

Nadere informatie

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Datum : 14 november 2014 Projectnaam : Spooruitbreiding Utrecht Centraal Leische Rijn Projectnummer : GJZ-B-227105.01.01 Steller : Herman Punte

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink Datum: 22 november 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: EU17-193 dhr. H. de Baaij dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Martinuskerk Nijmeegsestraat, Gendt Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek van 7 november j.l.,

Nadere informatie

Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert

Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert INHOUDSOPGAVE pagina 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Probleemstelling 1 1.3 Doelstelling 1 1.4 Opdracht 1 1.5 Verantwoording

Nadere informatie

Versie : 1 : J. Bellemans / W. Wisselink. : Dhr. F. Schreiner : Postbus 149 : 2215 ZJ Voorhout

Versie : 1 : J. Bellemans / W. Wisselink. : Dhr. F. Schreiner : Postbus 149 : 2215 ZJ Voorhout DETECTIERAPPORT Hooghkamer UW6 Voorhout in de gemeente Teylingen Datum : 4 oktober 2016 Kenmerk : 15110367/WWI/rap2 Status : definitief Versie : 1 Auteur : J. Bellemans / W. Wisselink Opdrachtgever : Gemeente

Nadere informatie

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 2 2.1 Algemeen... 3 2.2 Onderzoeksgebied... 3 2.3 Literatuur- en archiefonderzoek... 3 2.4 Historisch overzicht... 3 2.4.1 Historisch overzicht onderzoeksgebied...

Nadere informatie

l llllllll Il lllllll llll lllll llll llllll lllll lllll lllll llll llll

l llllllll Il lllllll llll lllll llll llllll lllll lllll lllll llll llll l llllllll Il lllllll llll lllll llll llllll lllll lllll lllll llll llll Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder( s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink Datum: 21 juli 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2017-BB-76-01 dhr. T. Meulendijks dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Karbrugsevoetpad 4, Huissen Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 10 juli j.l. met betrekking

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid Datum: 28 oktober 2016 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2016-BB-68 dhr. J. Bongers dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Europaplein Zuid Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 18 oktober j.l. naar de mogelijke aanwezigheid

Nadere informatie

Adviesnota voor de raad

Adviesnota voor de raad Adviesnota voor de raad Onderwerp Verzoek suppletie Gemeentefonds opsporen en ruimen conventionele explosieven Tweede Wereldoorlog Datum collegebesluit dinsdag 6 november 2012 Datum raadsvergadering donderdag

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Aanleiding en vraagstelling

1. Inleiding. 2. Aanleiding en vraagstelling Notitie : 3VEO-VOO.05667.V Voor : betrokkenen OCE werkveld Van : secretariaat Datum : 16 april 2013 Betreft : handreiking vooronderzoeken BRL-OCE versus WSCS-OCE 1. Inleiding Op 1 juli 2012 is het Werkveldspecifiek

Nadere informatie

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Wijk en Aalburg Bosseweg 4

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Wijk en Aalburg Bosseweg 4 ProcesVerbaal van Oplevering OCE Wijk en Aalburg Bosseweg 4 OCE I Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal een woord met veel inhoud voor BODAC, onderdeel van de

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider)

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider) Datum: 23-12-2016 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider) Gemeente Overbetuwe PLS Spoorkruisingen Elst Noord Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op

Nadere informatie

1. Door het gehele document zijn tekstuele en redactionele wijzigingen aangebracht.

1. Door het gehele document zijn tekstuele en redactionele wijzigingen aangebracht. Voor : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 30 januari 2014 Notitie : 4SCVE-EVA.07221.N Betreft : toelichting op wijzigingsvoorstellen WSCS-OCE d.d. januari 2014 Op 1 juli 2012 is versie

Nadere informatie

MEMO. Inleiding. Datum : 21 december 2010 (definitief) Aan : Marcel van Hout. Van : Arjan Matser tel. 026-377 4430

MEMO. Inleiding. Datum : 21 december 2010 (definitief) Aan : Marcel van Hout. Van : Arjan Matser tel. 026-377 4430 Datum : 21 december 2010 (definitief) Aan : Marcel van Hout Van : Arjan Matser tel. 026-377 4430 Betreft : Historisch en na oorlogsonderzoek conventionele explosieven (CE) inclusief werkadvies voor projectlocatie

Nadere informatie

Onderwerp Onderzoek, opsporing en ruiming explosieven bij gebiedsontwikkeling

Onderwerp Onderzoek, opsporing en ruiming explosieven bij gebiedsontwikkeling Collegevoorstel Inleiding Uit rapporten uit of na de Tweede Wereldoorlog blijkt dat op verschillende plaatsen in de Nederlandse bodem mogelijk nog een aanzienlijke hoeveelheid explosieven (de zogenaamde

Nadere informatie

Proces verbaal van oplevering

Proces verbaal van oplevering 2011 Proces verbaal van oplevering Proces verbaal van oplevering Explosievenonderzoek Koningsven Ottersum Projectnummer Leemans S2011.033 Documentnummer S2011.033-01 Opdrachtgever Teunesen Zand en Grint

Nadere informatie

3921 Opsporen van conventionele explosieven 1 INLEIDING 2 CE PROBLEMATIEK: EEN KORTE TERUGBLIK. Arjan D. Hol 1

3921 Opsporen van conventionele explosieven 1 INLEIDING 2 CE PROBLEMATIEK: EEN KORTE TERUGBLIK. Arjan D. Hol 1 Opnemen onder: 3920 Explosieven Arjan D. Hol 1 3921 Opsporen van conventionele explosieven 1 INLEIDING Regelmatig bericht de media over bommen uit de Tweede Wereldoorlog die geruimd worden door de Explosieven

Nadere informatie

DETECTIERAPPORT FIETSBRUG NOORD CUIJK-MOOK

DETECTIERAPPORT FIETSBRUG NOORD CUIJK-MOOK AVG Explosieven Opsporing Nederland Prof. Asserweg 24 5144 NC Waalwijk Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax : 0485-802084 oce@avg.eu www.explosievenopsporing.com DETECTIERAPPORT

Nadere informatie

2 Algemene informatie en voorlichting Algemene informatie explosieven Voorlichting voor aanvang werkzaamheden...

2 Algemene informatie en voorlichting Algemene informatie explosieven Voorlichting voor aanvang werkzaamheden... Inhoudsopgave 1 Inleiding en doelstellingen... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Historisch vooronderzoek... 3 1.3 Doelstellingen werkprotocol... 4 1.4 Onderzoekslocatie... 4 2 Algemene informatie en voorlichting...

Nadere informatie

Proces Verbaal van oplevering

Proces Verbaal van oplevering Bodemspecialismen Proces Verbaal van oplevering Projectgebied: Vooraard vallend Heijmans Wegen BV / Bodemspecialismen Graafsebaan 3 5248 JR Rosmalen Opdrachtgever Gemeente Veldhoven Datum rapport Documentnummer

Nadere informatie

BELEID NIET GESPRONGEN EXPLOSIEVEN (NGE)

BELEID NIET GESPRONGEN EXPLOSIEVEN (NGE) BELEID NIET GESPRONGEN EXPLOSIEVEN (NGE) Auteur: Marjolein Teunissen Afdeling: Bestuurszaken Versienummer: 1.0 Datum: 16 juni 2011 Corsanummer: T11.05114 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Projectgebonden Risico Analyse. Landgoed De Beek Naarden

Projectgebonden Risico Analyse. Landgoed De Beek Naarden Projectgebonden Risico Analyse Landgoed De Beek Naarden Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal een woord met veel inhoud voor BODAC, onderdeel van de Den Ouden

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt Datum: 28 juli 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2017-BB-78-01 dhr. T. Meulendijks dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 14 juli j.l. met betrekking

Nadere informatie

WATERBODEMDETECTIE KORNWERDERZAND GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN

WATERBODEMDETECTIE KORNWERDERZAND GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN WATERBODEMDETECTIE KORNWERDERZAND GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN Detectierapportage Pagina 1 van 13 Detectierapportage naar conventionele explosieven Vismigratierivier Kornwerderzand te Gemeente Súdwest-Fryslân

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Aanleg A1 locatie Muiden

Onderzoekslocatie: Aanleg A1 locatie Muiden Projectnummer: 0814GPR3606.4 Onderzoekslocatie: Aanleg A1 locatie Muiden Inhoudsopgave 1 Inleiding en doelstellingen... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Historisch vooronderzoek... 3 1.3 Doelstellingen werkprotocol...

Nadere informatie

PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM

PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM INHOUD Historisch Vooronderzoek Noodzaak Zuurstoffabriek De Alblas De Risocokaart Voor- en nadelen Hoe te werken met de risicokaart Vervolgstappen Financiën Vragen

Nadere informatie

Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren

Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren Datum: Kenmerk: 2 juni 2016 16P077 definitief rapport 1 Distributielijst - RHDHV - Bombs Away B.V. Opdrachtgever Dhr. R. Van Bruchem RHDHV Opgesteld: Dhr. M.C. Bosma

Nadere informatie

Proces-Verbaal van Oplevering Explosievenonderzoek Wallen van Sluis te Sluis

Proces-Verbaal van Oplevering Explosievenonderzoek Wallen van Sluis te Sluis Proces-Verbaal van Oplevering Explosievenonderzoek Wallen van Sluis te Sluis Explosievenonderzoek Wallen van Sluis te Sluis I Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal

Nadere informatie

BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK

BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK Opsporing Conventionele Explosieven Guido de Jong (HbR) Programma 1. Waar hebben we het over? 2. Historie en vooronderzoek Rotterdam 3. OCE proces Verdieping

Nadere informatie

Hieronder is uiteengezet wat de meest relevante feiten zijn voor het onderzoeksgebied wat betreft de mogelijke aanwezigheid van CE.

Hieronder is uiteengezet wat de meest relevante feiten zijn voor het onderzoeksgebied wat betreft de mogelijke aanwezigheid van CE. Briefrapportage Saricon bv Aan: Havenbedrijf Rotterdam N.V. Van: Saricon: E.R. Beute, M. van Riel, MA, Datum : 27 augustus 2015 Betreft:, Theemswegtracé Rotterdam Inleiding Sinds 2012 werkt Saricon in

Nadere informatie

PROJECTGEBONDEN RISICO ANALYSE RWZI Treurenburg

PROJECTGEBONDEN RISICO ANALYSE RWZI Treurenburg PROJECTGEBONDEN RISICO ANALYSE RWZI Treurenburg AVG Geoconsult Heijen BV De Grens 7-6598 DK Heijen Postbus 160-6590 AD Gennep AVG Milieutechniek Heijen BV K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax :

Nadere informatie

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst OCE Vathorst I Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal een woord met veel inhoud voor BODAC, onderdeel van de Den Ouden

Nadere informatie

Rapportage van bevindingen Explosievenonderzoek OCE Maasbracht Havenstraat 19 Gemeente Maasgouw

Rapportage van bevindingen Explosievenonderzoek OCE Maasbracht Havenstraat 19 Gemeente Maasgouw Rapportage van bevindingen Explosievenonderzoek OCE Maasbracht Havenstraat 19 Gemeente Maasgouw Rapportage van bevindingen Explosievenonderzoek OCE Maasbracht Havenstraat 19 Gemeente Maasgouw Document

Nadere informatie

Gemeente De Wolden (DR) Postbus AA ZUIDWOLDE.

Gemeente De Wolden (DR) Postbus AA ZUIDWOLDE. >Retouradre5: EODD - Sm Scheickkazerne - Postbus 109, 3769 ZJ SOESTERBERG. Gemeente De Wolden (DR) Postbus 20 7920 AA ZUIDWOLDE. Commando land Opruimingsdienst Sm Scheickkazerne Zeisterspoor 12 3769 AP

Nadere informatie

Quickscan Bilthoven Leijenseweg

Quickscan Bilthoven Leijenseweg Quickscan Bilthoven Leijenseweg Bodem en NGCE Datum: 12 april 2012 EDMS: 3081203 Status: definitief 1 Projectnaam: Projectleider GJZ: Projectnummer: Bilthoven Leijenseweg Bart de Moor R-342000.20.10.01.04

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Meteren, 11 maart 2015 Rijksstraatweg 69 4194 SK METEREN Postbus

Nadere informatie

Projectnummer: GPR Opsporingsgebied: Bestemmingsplan de Bredius te Muiden

Projectnummer: GPR Opsporingsgebied: Bestemmingsplan de Bredius te Muiden Projectnummer: GPR4909.1 Opsporingsgebied: Bestemmingsplan de Bredius te Muiden Inhoudsopgave 1 Het onderzoek... 3 1.1 Achtergrond... 3 1.2 Doel van het onderzoek... 4 1.3 Opsporingsgebied, onderzoeksdiepte

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Explosievenonderzoek Stationsomgeving Winterswijk Deelproject Driemark

Plan van Aanpak. Explosievenonderzoek Stationsomgeving Winterswijk Deelproject Driemark Plan van Aanpak Explosievenonderzoek Stationsomgeving Winterswijk Deelproject Driemark Opdrachtgever: Gemeente Winterswijk Afdeling Landschap en Ruimte Koekkoek taxatie & advies Auteur: G. Koekkoek Haaksbergen

Nadere informatie

BODAC ELK Explosieven opsporingsbedrijf. Postadres: Postbus XX Schijndel M Schijndel TeL (073) Fax (073)

BODAC ELK Explosieven opsporingsbedrijf. Postadres: Postbus XX Schijndel M Schijndel TeL (073) Fax (073) AFSCHRIFT BODAC ELK Explosieven opsporingsbedrijf re) Hermalen 7 Postadres: Postbus 12 5481 XX Schijndel 5480 M Schijndel TeL (073) 543 10 10 Fax (073) 549 83 60 ING nr. 068.49.29.481 E-mail info@bodac.n1

Nadere informatie

MEMO. Datum : 9 november Aan : Bart Lagerberg. Van : Clemens Hendriksen Lennert Wigman (CT) Adviseurs Milieu & CE

MEMO. Datum : 9 november Aan : Bart Lagerberg. Van : Clemens Hendriksen Lennert Wigman (CT) Adviseurs Milieu & CE Datum : 9 november 2017 Aan : Bart Lagerberg Van : Clemens Hendriksen Lennert Wigman (CT) Adviseurs Milieu & CE Betreft : Quick scan + naoorlogs onderzoek conventionele explosieven (CE) project nieuwbouw

Nadere informatie

: Aanvraag Rijksbijdrage in de kosten voor de opsporing van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog : RVB Datum voorstel

: Aanvraag Rijksbijdrage in de kosten voor de opsporing van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog : RVB Datum voorstel RVB16-77 I Voorlegger Nummer voorstel : Aanvraag Rijksbijdrage in de kosten voor de opsporing van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog : RVB16-77 Datum voorstel : 15 januari 217 Onderwerp

Nadere informatie

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen. In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen. Relevante wet-en regelgeving BHV1 1. Arbeidsomstandighedenwet (van kracht sinds 1 januari 2007) N.B. Achter de artikelen

Nadere informatie

KlokBouwOntwikkeling BV T.a.v. dhr D. Lemmers Postbus AA Nijmegen

KlokBouwOntwikkeling BV T.a.v. dhr D. Lemmers Postbus AA Nijmegen KlokBouwOntwikkeling BV T.a.v. dhr D. Lemmers Postbus 40018 6504AA Nijmegen Kenmerk: 2016-BB-41 Rotterdam, 1 september 2016 Betreft: Oosterhout, Overbetuwe, Hoge Wei 1 en 2 Geachte heer Lemmers, Naar aanleiding

Nadere informatie

Armaex B.V. Projectgebonden risicoanalyse Risicoanalyse CE Dijkversterking zeesluis te IJmuiden

Armaex B.V. Projectgebonden risicoanalyse Risicoanalyse CE Dijkversterking zeesluis te IJmuiden Armaex B.V. Projectgebonden risicoanalyse Risicoanalyse CE Dijkversterking zeesluis te IJmuiden Datum: 20 november 2018 Projectnummer: 180166.0001 Status: V.3.0. Definitief Verantwoordelijk voor rapport:

Nadere informatie

2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N Algemene informatie CE n in de bodem

2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N Algemene informatie CE n in de bodem 2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N 2.1. Algemene informatie CE n in de bodem Ten behoeve van de voorgenomen werkzaamheden zullen er grondroerende werkzaamheden verricht worden. Bij het roeren van de ondergrond

Nadere informatie

Datum Contactpersoon Doorkiesnummer

Datum Contactpersoon Doorkiesnummer HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN 03 mei 2018 /1107 veilige dijken droge voeten schoon water Gemeente Montfoort College van Burgemeester en wethouders Postbus 41 3417 ZG MONTFOORT Datum Contactpersoon

Nadere informatie

Projectgebonden Risico Analyse Achterweg 3-5 in Ellecom Gemeente Rheden

Projectgebonden Risico Analyse Achterweg 3-5 in Ellecom Gemeente Rheden Projectgebonden Risico Analyse Achterweg 3-5 in Ellecom Gemeente Rheden ONDERDEEL VAN ORTAGEO GROEP WWW.ORTAGEO.NL ExploVision B.V. info@explovision.nl www.explovision.nl Einsteinstraat 12a 7601 PR ALMELO

Nadere informatie

~ : Gemeente Barneveld : Explosive Clearance Group BV : Baron van Nagelstraat : 396-014 : 27-11-2014 : 396-014-ER-01 : Definitief

~ : Gemeente Barneveld : Explosive Clearance Group BV : Baron van Nagelstraat : 396-014 : 27-11-2014 : 396-014-ER-01 : Definitief EXPLOSIVE CLEARAHC.B GROUP Eindrapportage detectie- en benaderonderzoek 'Baron van Nagelstraat 172', gemeente Barneveld. Opdrachtgever Opdrachtnemer Projectnaam ECG Projectnummer ECG Datum rapport Documentcode

Nadere informatie

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014 Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord Conventionele Explosieven (CE n) Datum Status definitief Colofon Referentienummer RW1929-28/14-005-909 Uitgegeven door Rijkswaterstaat Midden-Nederland Informatie Telefoon

Nadere informatie

Lidl Nordlaan, Velp Gemeente Rheden

Lidl Nordlaan, Velp Gemeente Rheden Detectierapportage Lidl Nordlaan, Velp Gemeente Rheden IDDS Explosieven B.V. Datum : 4 januari 2018 Kenmerk : 17090594/CKU/DR1 In opdracht van : Maas & Nienhuis Civiel Adviesbureau B.V. (namens Lidl Nederland

Nadere informatie

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv Toetsing Vooronderzoek CE Opdrachtgever: KWS lnfra bv Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: 51 40526-TVO-00 I 16 april2014 CErrt Opsporen Conventionele Explosieven Status: Definitief WSCS - OCE

Nadere informatie

Briefrapportage. 1. Inleiding. Saricon bv

Briefrapportage. 1. Inleiding. Saricon bv Briefrapportage Saricon bv Aan: Gemeente Rotterdam, S.Y.P.Y. Tjan Van: L.J. van Oudheusden; E.R. Beute Datum : 27-09-2013 Betreft: 1. Inleiding Saricon heeft in opdracht van de gemeente Rotterdam een (beperkt)

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland) Tekst van de regeling Wijzigingsverordening APV Ede 2012 De raad van de gemeente Ede; gelet op artikel 2:15, eerste lid, en 2:16 van de Algemene wet bestuursrecht; besluit: vast te stellen de volgende

Nadere informatie

Quickscan Conventionele Explosieven. OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839. Onderzoekslocatie anno 1944 (bron:

Quickscan Conventionele Explosieven. OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839. Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: Quickscan Conventionele Explosieven OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839 Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: www.topotijdreis.nl) ONDERDEEL VAN ORTAGEO GROEP WWW.ORTAGEO.NL ExploVision B.V. info@explovision.nl

Nadere informatie

Milieutechniek Heijen BV. Aannemer Projectnummer Goedgekeurd door: Vrijgegeven door: Versie AVG Milieutechniek Heijen BV Postbus AD Gennep

Milieutechniek Heijen BV. Aannemer Projectnummer Goedgekeurd door: Vrijgegeven door: Versie AVG Milieutechniek Heijen BV Postbus AD Gennep Milieutechniek Heijen BV De Grens 7-6598 DK Heijen Postbus 160-6590 D Gennep VG Milieutechniek Heijen BV K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax : 0485-802084 info@explosievenopsporing.com www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie

PROCES VERBAAL VAN OPLEVERING WSCS-OCE INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3. 2 Resultaten grondradar en dieptedetectie tuinen Grondradardetectie 5

PROCES VERBAAL VAN OPLEVERING WSCS-OCE INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3. 2 Resultaten grondradar en dieptedetectie tuinen Grondradardetectie 5 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3 2 Resultaten grondradar en dieptedetectie tuinen 5 2.1 Grondradardetectie 5 2.2 Dieptedetectie tuinen 6 3 Handmatige dieptedetectie 7 3.1 Voorbereidende werkzaamheden 7 3.2

Nadere informatie

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst OCE Vathorst I Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal een woord met veel inhoud voor BODAC, onderdeel van de Den Ouden

Nadere informatie

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING CE ONDERZOEK MOSKEE TAWHIED TE ROERMOND

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING CE ONDERZOEK MOSKEE TAWHIED TE ROERMOND AVG Explosieven Opsporing Nederland De Grens 7-6598 DK Heijen Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax : 0485-802084 info@explosievenopsporing.com www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie

Bijlage 13 Opsporing Explosieven

Bijlage 13 Opsporing Explosieven Bijlage 13 Opsporing Explosieven (ontwerp) De Vlierlanden NL.IMRO.0175.wonen2012bp0001-on01 678-720 Projectnummer:0414GPR4383 Opsporingsgebied: Ontwikkelingsgebied Ommen-Oost Rapportage Projectnummer:

Nadere informatie

Project Harselaarstunnel te Barneveld

Project Harselaarstunnel te Barneveld Projectnummer: Projectgebied: GPR5307.1 Project Harselaarstunnel te Barneveld Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 2 0 Samenvatting resultaten van de projectgebonden risicoanalyse... 3 1 Inleiding... 6

Nadere informatie

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten Eind 2013 is er een tweetal incidenten geweest in midden Limburg, waarbij door graafwerkzaamheden een ondergrondse leiding is geraakt. Hierdoor verontreinigde

Nadere informatie

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting In deze bijlage zijn voorbeeld planregels met betrekking tot archeologie en cultuurhistorie opgenomen voor nieuwe bestemmingsplannen in de gemeente

Nadere informatie

Bijlage 2 Stroomschema processtappen omgaan met CE op hoofdlijnen

Bijlage 2 Stroomschema processtappen omgaan met CE op hoofdlijnen Bijlage 2 Stroomschema processtappen omgaan met CE op hoofdlijnen Werkzaamheden vóór Opsporing; Detectieonderzoek Opsporing; + Ruiming Onderzoek gereed uitgevoerd, niet, onderzoek CE gereed (Rapport VO

Nadere informatie

Bestemmingsplan de Bredius te Muiden

Bestemmingsplan de Bredius te Muiden Projectnummer: Projectgebied: 0115GPR4909 Bestemmingsplan de Bredius te Muiden Rapportage Projectnummer: 0115GPR4909 Datum: 12-02-2015 Betreft: Projectgebonden risicoanalyse Conventionele Explosieven ter

Nadere informatie

Detectie rapportage CE onderzoek Eckmanshof Blitterswijck, Gemeente Venray. Projectnummer Opdrachtgever: Van Der Horst Ontwikkeling

Detectie rapportage CE onderzoek Eckmanshof Blitterswijck, Gemeente Venray. Projectnummer Opdrachtgever: Van Der Horst Ontwikkeling Detectie rapportage CE onderzoek Eckmanshof Blitterswijck, Gemeente Venray Projectnummer 1056069 Opdrachtgever: Van Der Horst Ontwikkeling Aannemer Postbus 160 6590 AD Gennep Opgesteld door R. Berns Uitvoerder

Nadere informatie

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers 1. Wetgeving 1.1 Arbowet In januari 2007 is de Arbowet 2007 van kracht geworden. Het begrip Arbo staat voor Arbeidsomstandigheden en heeft betrekking op Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW). De Arbowet

Nadere informatie

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht Postbus 92 Industrieweg 24 www.saricon.nl Tel. +31 (184) 422 538 KvK-nummer: 23.063.102 3360 AB Sliedrecht 2261 HJ Sliedrecht

Nadere informatie

Proces Verbaal van Oplevering

Proces Verbaal van Oplevering Proces Verbaal van Oplevering CE-bodemonderzoek Barneveld waterberging overgangszone Esvelderbeek Opdrachtgever: Gemeente Barneveld OPSPOREN CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN Riel Explosive Advice & Services Europe

Nadere informatie

Adviesmemo archeologie zonnepark Grondbank Zuidplas

Adviesmemo archeologie zonnepark Grondbank Zuidplas ONDERWERP Advies memo archeologie aanleg zonnepark locatie Grondbank Zuidplas DATUM 10-8-2016 PROJECTNUMMER C05058.000205.0120 ONZE REFERENTIE VAN Ineke de Jongh AAN gemeente Zuidplas KOPIE AAN Frank Gierman

Nadere informatie

Projectnummer: 1211GPR2855.1

Projectnummer: 1211GPR2855.1 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ten behoeve van een te realiseren hoge druk gasleiding van Donkerbroek naar Ureterp Deeltracé 1 Projectnummer: 1211GPR2855.1 In opdracht

Nadere informatie

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING CE ONDERZOEK REIGERSKANT ESCH

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING CE ONDERZOEK REIGERSKANT ESCH AVG Explosieven Opsporing Nederland De Grens 7-6598 DK Heijen Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax : 0485-802084 info@explosievenopsporing.com www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie

ontwerpvoorstel aan de raad

ontwerpvoorstel aan de raad pagina 1 van 5 ontwerpvoorstel aan de raad Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten: 1 in te stemmen met het voorleggen van een subsidieaanvraag aan het ministerie

Nadere informatie

Aanvullende notitie. Projectnummer: 1014GPR Projectgebied: Verlegging van een leidingtracé langs de A1 tussen Bunschoten en Amersfoort

Aanvullende notitie. Projectnummer: 1014GPR Projectgebied: Verlegging van een leidingtracé langs de A1 tussen Bunschoten en Amersfoort Aanvullende notitie Projectnummer: 1014GPR4708.1 Projectgebied: Verlegging van een leidingtracé langs de A1 tussen Bunschoten en Amersfoort Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 2 1 Inleiding... 3 1.1 Achtergrond...

Nadere informatie

Bladnr. 1 van VOOR HET BOUWWERK: Besteknr. REA Het project bestaat uit de herinrichting van de Noorderweg e.o. te Soest.

Bladnr. 1 van VOOR HET BOUWWERK: Besteknr. REA Het project bestaat uit de herinrichting van de Noorderweg e.o. te Soest. Kennisgevingsformulier Besteknr. REA 2012-09 d.d. - BESTEK + NOTA - Bladnr. 1 van 2 1 VOOR HET BOUWWERK: Besteknr. REA2012-09 Het project bestaat uit de herinrichting van de Noorderweg e.o. te Soest. 2

Nadere informatie

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: 110301.001725) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ Nijkerk Het betreft het plangebied voor het toekomstige

Nadere informatie

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet? 1 Arbo 17 de meest gestelde vragen in de schoonmaak 1 Arbo Arbeidsomstandigheden hebben de laatste decennia veel aandacht gekregen, en terecht. Vaak is al gebleken dat met soms eenvoudige werkplekaanpassingen,

Nadere informatie

Stand van zaken werkzaamheden

Stand van zaken werkzaamheden Nummer 22 - april 2014 Met de nieuwsbrief Kersenbaan houden wij u op de hoogte over de aanleg van de Kersenbaan. In deze editie leest u meer over de stand van zaken van de werkzaamheden, de bouwvergunningaanvraag

Nadere informatie

PROCESVERBAAL VAN OPLEVERING VERKLARING VRIJ VAN EXPLOSIEVEN

PROCESVERBAAL VAN OPLEVERING VERKLARING VRIJ VAN EXPLOSIEVEN PROCESVERBAAL VAN OPLEVERING VERKLARING VRIJ VAN EXPLOSIEVEN Adviseur: Opdrachtgever: T&A Survey BV Postbus 20670, 1001 NR AMSTERDAM Tel: 020 6651368 Fax: 020 6685486 Internet: www.ta-survey.nl Hoogheemraadschap

Nadere informatie

N76, Zwartberg, gemeente Genk

N76, Zwartberg, gemeente Genk Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in maart een archeologienota

Nadere informatie

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: 24-3-2017 Notitie: Motivering archeologie Motivering aspect archeologie bij aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuw horecagebouw op de locatie Goirlesedijk

Nadere informatie

Rapportage. Projectnummer: 1110GPR Datum:

Rapportage. Projectnummer: 1110GPR Datum: Rapportage Projectnummer: 1110GPR2291.2 Datum: 11-11-2011 Betreft: Projectgebonden Risico Analyse naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van station Driebergen-Zeist,

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

Projectgebonden Risicoanalyse naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied "N320 te Culemborg".

Projectgebonden Risicoanalyse naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied N320 te Culemborg. Projectgebonden Risicoanalyse naar het risico op het aantreffen van conventionele eplosieven in het onderzoeksgebied "N320 te Culemborg". 27 juli 2012 285-012-PRA-01 Pagina 2 van 21 Distributielijst: -

Nadere informatie

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Agendapuntnr.: 14 Nr.: 142585 Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Geachte raad, Aan de gemeenteraad Samenvatting:

Nadere informatie