een Mundell-Fleming analyse
|
|
- Greta Jacobs
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Maleisië en de Azië-crisis een Mundell-Fleming analyse 3 juni 2003 versie 2 Macro-economie Emiel Afman basisvak Catharina Koops
2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Zuidoost-Azië ten tijde van de crisis Aanleiding Het aanvankelijke succes De crisis Overzicht 5 3. De rol van het IMF en haar oplossingen Het generale doel Het monetaire beleid De wisselkoers Begrotingspolitiek Liberalisatie en andere doelen 8 4. Maleisië: een afwijkend beeld Waarom anders? Hoe anders? Kapitaalrestricties Andere beleidsmaatregelen Mundell-Fleming, toegepast Waarom het Mundell-Fleming model? Maleisië, het IMF en Mundell-Fleming Maleisië, kapitaalrestricties en Mundell-Fleming Resultaten van het Maleisische beleid Conclusies 15 Literatuurlijst 16 2
3 1. Inleiding In juli 1997 brak in Azië een financiële crisis uit: de landen die dertig jaar lang als mirakels bestempeld werden, de high performance economies die de hele wereld versteld deden staan en waarvan sommigen zeiden dat ze de westerse wereld spoedig achter zich zouden laten, stortten in elkaar. Als een olievlek spreidde de financiële crisis zich uit. Land na land viel ten prooi aan de crisis: de oosterse tijgers van voorheen bleken slechts van papier. Paper tiger - A Chinese expression first used by chairman Mao meaning a person, country etc., that appears outwardly powerful or important but is actually weak or ineffective. (Oxford English dictionary, 2 nd edition) Thailand, het land waar alles begon, vroeg meteen om hulp bij het IMF die ook daadwerkelijk haar assistentie verleende (in de vorm van kredieten). Vrijwel alle door de crisis geteisterde landen deden hetzelfde. Een land echter week af: Maleisië heeft zich niet willen committeren aan de maatregelen die het IMF oplegde aan de Zuidoost-Aziatische landen om de wederopbouw na de crisis te bewerkstelligen (en de negatieve effecten te beperken). Terwijl het IMF pleitte voor liberalisatie en het loslaten van vaste wisselkoersen (onder een restrictief monetair beleid), koos de Maleisische overheid voor een andere strategie: het opleggen van kapitaalrestricties, een vaste wisselkoers en een ruim monetair beleid. Vraag is of dit een betere oplossing is, en of daarmee kritiek op de IMFmaatregelen gerechtvaardigd kan worden. Derhalve staat in dit werkstuk de volgende vraag centraal: Hebben de Maleisische autoriteiten er goed aan gedaan om (in tegenstelling tot het IMF beleid) kapitaalrestricties op te leggen ter bestrijding van de Azië-crisis? Dit werkstuk heeft als doel de beleidsmaatregelen in een theoretisch kader te plaatsen om zo een antwoord te vinden op de hierboven verwoorde probleemstelling. Hiertoe zullen wij de klassieke vreemde eend in de bijt Maleisië analyseren met behulp van het Mundell-Fleming model en aanverwante literatuur. Allereerst zullen we in hoofdstuk 2 een overzicht geven van Zuidoost-Azië ten tijde van de crisis, vervolgens bespreken we in hoofdstuk 3 de rol van het IMF en haar oplossingen, gevolgd door een beschrijving van het de wijze waarop Maleisië hiervan afweek (hoofdstuk 4). Uiteindelijk volgt in hoofdstuk 5 een analyse van beide situaties met behulp van het Mundell-Fleming model, waaraan wij in het zesde hoofdstuk onze conclusies zullen verbinden. 3
4 2. Zuidoost-Azië ten tijde van de crisis 2.1 Aanleiding Het aanvankelijke succes Drie decennia leek het fantastisch te gaan met de Aziatische landen: Indonesië, Korea, Maleisië en Thailand werden alom bewonderd om hun economische prestaties. Het indrukwekkende succes dat zij boekten op het gebied van groei, inflatiebeheersing, macro-economische stabiliteit, besparingen en een bloeiende export leidde ertoe dat niemand de crisis zag aankomen. Ook het feit dat Latijns- Amerika, dat eveneens van een ontwikkelingseconomie was uitgegroeid tot een economisch succes, gedurende de jaren tachtig in crisis verkeerde deed in Azië geen waarschuwingsbellen rinkelen. De Aziatische landen immers, kenden niet de fiscale tekorten, publieke schulden, te snelle monetaire expansie of de structurele problemen die in Latijns-Amerika ten grondslag lagen aan de crisis. Dit alles leidde er echter toe dat, op het moment dat werkelijke problemen zich begonnen aan te dienen, Azië deze weigerde in te zien. Ook zij geloofde in de kracht van haar eigen succes, en dacht niet dat de problemen werkelijk zo groot waren als ze leken. Zelfs het IMF, die de problemen wel zag, en bijvoorbeeld Thailand hier ook expliciet op gewezen heeft, geloofde dat de landen zelf nog genoeg reserves hadden om een eventuele crisis het hoofd te bieden. Dit bleek echter niet het geval De crisis In feite is de Azië-crisis het gevolg van een samenspel van drie factoren: a. Exporten verminderden sterk halverwege de jaren negentig door verschillende oorzaken, zoals de appreciatie van de dollar t.o.v. de yen 1, de devaluatie van de yuan in 1994 en het verlies dat een aantal markten leed ten gevolge van het nakomen van het North American Free Trade Agreement. Hierdoor ontstonden toenemende tekorten op de lopende rekening, waardoor de vaste wisselkoers ten opzichte van de dollar moeilijk te handhaven was. b. De Aziatische landen waren niet in staat de enorme kapitaalinstroom, afkomstig van buitenlandse investeerders die grote mogelijkheden zagen in Azië, op een adequate manier op te vangen. Als gevolg van een slecht functionerend bankwezen, nauwelijks bestaande corporate governance en een ernstig gebrek aan transparantie binnen de financiële sector ontstond een inefficiënte allocatie van de buitenlandse investeringen. c. Een vals gevoel van zekerheid, veroorzaakt door een regime van vaste wisselkoersen, zorgde ervoor dat schulden in Azië in dollars aangegaan werden. 1 Vele van de door de crisis getroffen landen hadden een vaste wisselkoers ten opzichte van de dollar. Een devaluatie van de yen tegenover de dollar en bijgevolg tegen de aan de dollar gekoppelde valuta, maakte producten uit deze landen duurder voor Japan. Hierdoor liep de export naar Japan een grote klap op. Met name Thailand werd hierdoor erg geraakt (Japan was de belangrijkste handelspartner van Thailand). 4
5 2.2 Overzicht Terugkijkend naar de economische situatie in Azië in de paar jaar voorafgaand aan de crisis, is het gemakkelijk te beweren dat men had moeten zien dat er iets mis zou gaan. Steeds groter wordende tekorten op de lopende rekening (veroorzaakt onder andere door verzwakte exporten), en de massale kapitaalinstromen leidden ertoe dat een crisis uitbrak in Thailand. Op 2 juli 1997 nam de speculatieve druk op de Thaise baht dermate grote vormen aan dat niet verhinderd kon worden dat de valuta werd losgekoppeld van de Amerikaanse dollar. Een gecontroleerde devaluatie van 15% resulteerde in een vrije val van de munt. Een kettingreactie volgde: als een dergelijke crisis zich kon voordoen in Thailand, was de kans groot dat dit ook zou gebeuren in andere Aziatische landen. Immers, deze hadden dezelfde problemen als Thailand: een zwakke financiële sector, een groot tekort op de lopende rekening en grote externe (vaak in US dollar genoteerde) schulden. Investeerders trokken massaal hun geld terug uit de regio, en de crisis spreidde zich uit. Dat was het moment waarop het IMF te hulp schoot. Zij verleende krediet aan de verschillende landen en legde hen tegelijkertijd zware hervormprogramma s (gericht tegen zaken als corruptie t/m benzineprijzen) op, in ruil voor het geld. Alle landen hebben hieraan gehoor gegeven, op een na: Maleisië. 5
6 3. De rol van het IMF en haar oplossingen 3.1 Het generale doel Toen het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in maart haar werkzaamheden liet aanvangen, had zij voornamelijk als doel het systeem van vaste wisselkoersen, het Bretton-Woods (BW), te begeleiden en te steunen waar en wanneer noodzakelijk. Dit deed zij door het verstrekken van korte termijn krediet aan landen met betalingsbalans(bb)-problemen, opdat het aantal herschikkingen binnen het systeem zo klein mogelijk kon blijven 3. Het Fonds interfereerde niet met de nationale soevereiniteit van een land, bleef in haar aanpak zeer technisch en liet de sociale en politieke beleidskeuzes volledig vrij aan de nationale overheden. Met andere woorden, het IMF hield zich verre van moraliteit en vormde slechts een soort lender of last resort voor landen met bbproblemen, opdat de stabiliteit van het BW-systeem zoveel mogelijk gegarandeerd werd. Na de val van het systeem van Bretton-Woods in 1971, moest het IMF op zoek naar een nieuw raison d être. Zij vond dit in een herstructurering van de financiële systemen van landen met bb-problemen, maar gaat daarbij veel verder dan in het verleden. Wanneer het IMF vandaag de dag geconfronteerd wordt met een land, dat op zoek is naar fondsen om een Bb-tekort te financieren, dan wil het IMF zo snel mogelijk een evenwicht herstellen, zonder de vrijheid van handel en betalingen aan te tasten. Protectionistische maatregelen zijn uit den boze. Aangezien de leningen van het IMF conditioneel zijn 4, verwerft het Fonds zich een grote machtspositie. Het IMF kan zo bepalen op welke terreinen het desbetreffende land haar beleid dient aan te passen. Het Fonds gaat ervan uit dat Bb-problemen gemeenschappelijke oorzaken hebben, en dat aanpassingen gemakkelijk kunnen worden bereikt door een keuze te maken uit de volgende alternatieven van beleid: 1 monetair beleid, door bijvoorbeeld een plafond te stellen aan de monetaire expansie 2 wisselkoersbeleid, een devaluatie 3 aanpassingen van sociaal beleid, bijvoorbeeld een bevriezing van de lonen (ter bevordering van de concurrentiepositie, door lagere productiekosten) of een afname van de overheidsuitgaven 4 het stellen van doelen voor groei en de netto buitenlandse schuldpositie 5 beleid gericht op de prijsvorming, en dan het tegengaan van prijsdistorties door bijvoorbeeld handel meer te liberaliseren 2 H. Jager, The Post War International Monetary System: Facts, Reader Internationale Economische Betrekkingen: Monetaire Stelsels (basisvak):aanvulling en Toelichting, april Van 1 tot 22 juni 1944 vond op Bretton-Woods de International Monetary Conference plaats, waar de Articles of Agreement werden opgesteld, welke op 27 december 1945 door 29 overheden werden ondertekend. 3 Het Bretton-Woods akkoord behelsde een monetair systeem met vaste, doch aanpasbare wisselkoersen. 4 Over deze conditionaliteit is veel discussie gaande. Mogelijk is de machtspositie van het IMF hierdoor te groot (zie bijvoorbeeld Feldstein 1998 Refocusing the IMF). 6
7 Het IMF pakte begin jaren 80 met succes de Latijns-Amerikaanse schuldencrisis aan. Toen de Aziëcrisis zich in juli 1997 manifesteerde met de val van de Thaise Bath, en spoedig als gevolg van besmetting (contagion) andere Aziatische valuta en aandelen snel in waarde afnamen, kwam het IMF met een omvangrijk steunpakket van fondsen en maatregelen. Zij bouwde hierbij voort op haar Latijns-Amerikaanse ervaringen. In de eerste plaats kwam het Fonds met omvangrijke kredieten voor Thailand, Indonesië en Korea over de brug om korte termijn financieringsproblemen op te lossen en zo goed als het ging de overheden geloofwaardig te houden (door te voorkomen dat zij in default zou raken). Kredietfaciliteiten (external credit lines) dienden bewaard te blijven en een massale kapitaal uitstroom voorkomen. Maar het bleef niet bij het verstrekken van (korte termijn) krediet. Het IMF legde condities op, onder meer voor wat betreft het monetaire- en begrotingsbeleid, alsook voor wat betreft de wisselkoers. 3.2 Het monetaire beleid De in crisis verzeilde landen voerden in opdracht van het IMF tijdelijk een zeer restrictieve monetaire politiek. Dit deden de overheden om twee redenen. In de eerste plaats om de tendens tot exchange rate overshooting 5 te minimaliseren, en ten tweede om de economische stabiliteit in de regio te herstellen. Prijsstijgingen dienden tegengegaan te worden, en een gematigde groei van de monetaire geldhoeveelheid draagt hier aan bij. Tegenstanders van het IMF beleid (bijvoorbeeld Stiglitz in zijn Globalization and its discontents ) stellen dat deze restrictieve politiek de economische activiteit in de regio ernstig belemmerd heeft en de crisissituatie heeft verslechterd. 3.3 De wisselkoers Het IMF streefde naar stabiele wisselkoersen op een lager niveau dan voorheen. Een devaluatie bevordert de concurrentiepositie van een land, en draagt daardoor bij aan het saldo op de lopende rekening. Tijdens de crisis jaren, viel er in de meeste landen een massale uitstroom van kapitaal te constateren maar dit werd gecombineerd met een zeer restrictieve monetaire politiek om de reële rente op peil te houden. 5 Exchange rate overshooting: Het fenomeen dat de wisselkoers op de korte termijn meer verandert dan op de lange termijn. 7
8 De bijgevolg hoge rentevoet zorgde wel voor additioneel gevaar voor niet presterende leningen, zowel in de financiële als commerciële sector. Veel grote ondernemingen in Zuidoost-Azië kenden een high leverage, een grote verhouding van vreemd vermogen versus eigen vermogen. Hierdoor stegen de kosten van kapitaal sterk, en raakten deze ondernemingen in de problemen met een groot aantal faillissementen tot gevolg. 3.4 Begrotingspolitiek In tegenstelling tot de Latijns-Amerikaanse landen kenden de Zuidoost-Aziatische landen aanvankelijk overschotten op de begroting. Dit fundamentele verschil heeft niet tot een aanpassing van de IMF condities geleid: de Zuidoost-Aziatische landen werden gedwongen tot soberheid. Het restrictieve monetaire beleid en hoge rentestanden gingen nu gepaard met een zuinige overheid. Investeringen stagneerden, kapitaal werd duurder en vreemd kapitaal trok weg. In feite haalden de IMF -economen hiermee de fundamenten voor de (over)succesvolle jaren voorafgaand aan de crisis weg. In hoeverre dit beleid in crisisjaren effectief is, valt te bezien. Keynes zou zich omdraaien in zijn graf. 3.5 Liberalisatie en andere doelen De Azië-crisis ontpopte zich op een manier, welke onwaarschijnlijk ware geweest indien de lokale instituties anders waren ingericht. De getroffen landen hadden alle te maken met een slechte local governance. Instituties waren naar oordeel van het IMF en de westerse wereld niet goed ingericht. Crony Capitalism, eigendomsstructuren die een sterke inmenging van kapitaalbezitters in s lands bestuur mogelijk maken, waren aan de orde van de dag. Vooral in Indonesië, maar ook in Maleisië (Johnson, Mitton 2002) 6. Deze structuren staan een vrije markt in de weg. Een van de uiteindelijke doelen van het IMF is een vrije wereldeconomie, waarin goederen, geld en mensen vrij kunnen bewegen. Het IMF gebruikte de conditionaliteit van haar leningen om ingrijpende hervormingen van haar financiële instituties en substantiële veranderingen in de economische structuren en politieke gedragingen op te leggen 7. Ondanks de wenselijkheid van deze veranderingen, zijn ze niet direct nodig om een land financieel gezond te krijgen. 6 Auteurs tonen aan dat bedrijven met een politieke connectie tijdens Mahathirs regime van kapitaalcontroles sterk in marktwaarde stegen, en significant meer dan bedrijven zonder deze connectie. 7 In deze zin lijken de IMF condities voor Azië meer op de aanpak van Rusland, dan op de wijze waarop het IMF in Latijns-Amerika assisteerde. 8
9 4. Maleisië: een afwijkend beeld 4.1 Waarom anders? Ook Maleisië volgde in het begin de maatregelen die het IMF voorstelde. Maar deze bleken niet te werken. Integendeel, de economische situatie in de Aziatische landen ging vaak juist nog verder achteruit. In juni 1998 sprak de president van Maleisië, Mahathir, als volgt: "Initially, we thought that IMF strategies were very good. But they have damaged our economy. We're trying to figure out how to manage our economy after the damage has been done." 8 Tijdens de crisis in Latijns-Amerika leidden te grote openbare tekorten en lakse monetaire politiek tot een op hol geslagen inflatie. Indertijd had het IMF, terecht, budgettaire versobering opgelegd, evenals een strakker monetair beleid. Het Fonds eiste dat de betrokken regeringen een dergelijk beleid zouden navolgen, als voorwaarde om hulp te verkrijgen. In 1997 legde het IMF Thailand dezelfde eisen op. Soberheid, zo verklaarden de leiders van het Fonds, zou het vertrouwen in de Thaise economie herstellen. Naarmate de crisis zich verder uitbreidde in Oost-Azië en zelfs toen de aanwijzingen van het mislukken van het beleid zich opstapelden, gaf het IMF nauwelijks een krimp. Het bleef dezelfde maatregelen opleggen aan elke natie in moeilijkheden die zich meldde bij het IMF. Dat was een vergissing (Stiglitz 2002). In de eerste plaats boekten de Oost-Aziatische landen, in tegenstelling tot de landen in Zuid-Amerika, reeds overschotten op hun begrotingen. In Thailand stapelde de overheid zelfs zulke grote overschotten op dat ze in feite de economie de broodnodige investeringen ontzegde in onderwijs en infrastructuur allebei noodzakelijk voor de economische groei. De andere Aziatische landen voerden reeds een strak monetair beleid: de inflatie was er laag en afnemend (in Zuid-Korea bijvoorbeeld bedroeg de inflatie een eervolle vier procent). Het probleem bestond niet in ondoordacht beleid, zoals in Latijns-Amerika, het probleem lag bij een onvoorzichtige privé-sector bankiers bijvoorbeeld, die bijdroegen aan een slechte allocatie van kapitaal. President Mahathir zag dit spoedig in, en was hierin weliswaar niet de enige, maar wel de enige die tegen het IMF in ging. Hij besloot, een dergelijk beleid als desastreus voor Maleisië bestempelend, niet langer te doen wat het Fonds voorstelde, maar zijn eigen maatregelen door te voeren. 9 8 New York Times, juni Dr. Mahathir, eerst premier en vervolgens president van Maleisie, stond bekend om zijn krachtige persoonlijkheid, en zijn weerzin tegen het bemoeiallerige Westen. Daarom is het ook niet verbazingwekkend dat juist hij niet wilde doen wat het IMF hem opdroeg. 9
10 4.2 Hoe anders? Op 1 september 1998 besloot Maleisië een beleid van kapitaalrestricties in te voeren. Het Maleisische optreden bevatte maatregelen om de internationale handel in de lokale munt en de bewegingen van buitenlands geld te reglementeren. Het was bedoeld om het land te beschermen tegen financiële speculanten 10 en tegen de toenemende verwarring in de financiële wereld. De belangrijkste punten van het nieuwe Maleisische beleidspakket waren: Kapitaalrestricties 1. De Maleisische ringgit werd officieel gekoppeld aan de Amerikaanse dollar bij een waarde van RM 3,80 op één dollar. (In feite hield dit een appreciatie in van 10% t.o.v. de wisselkoers vlak vóór de invoering van de kapitaalrestricties.) 2. Secundaire aandelenmarkten werden gesloten opdat alleen via de beurs van Kuala Lumpur gehandeld kon worden. Bovendien moesten buitenlanders die lokale aandelen kochten, deze een jaar lang behouden. (Dit alles om speculatieve manipulatie vanuit het buitenland buiten te sluiten). 3. Financiële activa uitgedrukt in ringgit zoals cash- en spaardeposito s moesten terug naar het land gebracht worden. (Dit werd bewerkstelligd doordat het land deze activa niet langer erkende of aanvaardde na de limiet van één maand.) 4. Reizigers die in het land verbleven mochten niet meer dan 1000 RM im- of exporteren, en een onbeperkt bedrag in vreemde valuta. 5. -Inwoners hadden toestemming nodig voor investeringen in het buitenland. -Betalingen voor export zouden uitsluitend in vreemde valuta gebeuren. -Binnenlandse kredietmogelijkheden aan buitenlandse banken en effectenmakelaars waren niet langer toegestaan. -Inwoners moesten voorafgaand toestemming verkrijgen tot het doen van betalingen aan buitenlanders voor bedragen in vreemde valuta boven RM Inwoners mochten geen kredietfaciliteiten in ringgit krijgen van buitenlanders. 10 Buitenlandse instituties leenden ringgits en kochten daarvoor dollars om zodra de koers van de ringgit in elkaar zou storten winst te behalen. Door deze speculatie was het monetaire beleid niet effectief, en bovenstaande maatregelen noodzakelijk. 10
11 4.2.2 Andere beleidsmaatregelen - Monetaire beleid: in reactie op de nadelige gevolgen van het door het IMF opgelegde strakke monetaire beleid, besloot Maleisië dit te verruimen en zich flexibeler op te stellen. - De wisselkoers: in september 1998 werd de ringgit gefixeerd tegenover de dollar, dit behelsde een feitelijk appreciatie van 10%. In de eerste zeven maanden van 1998 namen de exporten als gevolg van de sterk depreciërende munt explosief toe (met zo n 40% 11 ). Met de vaste wisselkoers, liepen de exporten niet terug, zij het dat de sterke groei wel enigszins vertraagd werd. Belangrijke voordelen van deze hogere fixatie zijn i) de buitenlandse schulden in waarde afnemen en ii) dat hiermee de gehele economie in een lager prijspeil raakt en de inflatie zo geremd wordt. - Begrotingsbeleid: de overheid besloot een expansief begrotingsbeleid te voeren, wat weliswaar in de daaropvolgende jaren geleid heeft tot begrotingstekorten, maar zijn doel bereikte voor wat betreft economische groei en herstel. Dit omstreden beleid, dat recht tegen het IMF beleid inging, heeft wel degelijk vruchten afgeworpen voor Maleisië. Direct na de invoering van de kapitaalrestricties ging het beter met de economie van het land, terwijl het deze natie vlak daarvoor juist steeds slechter verging. In vergelijking met het IMF programma heeft, achteraf bezien, het Maleisische beleid sneller economisch herstel bewerkstelligd, een kleinere afname in werkgelegenheid en reële lonen, en een sneller hestel van de aandelenmarkt (Kaplan, Rodrik 2001). In het volgende hoofdstuk zullen wij nagaan of het Mundell-Fleming model deze waarnemingen ondersteunt
12 5. Mundell-Fleming, toegepast 5.1 Waarom het Mundell-Fleming model? Het Mundell-Fleming model beschrijft een kleine, open economie met perfecte kapitaalmobiliteit. In feite is het een uitbreiding van het klassieke IS/LM model, waarin de bewegingen (en evenwichten) op de geldmarkt (d.m.v. de LM curve) en de goederenmarkt (d.m.v. de IS curve) binnen een gesloten economie beschreven worden. Door het erbij betrekken van de effecten van de internationale handel en kapitaalstromen (d.m.v. de FE curve) wordt het model toepasbaar op een open economie. Bij het model worden de volgende aannames gemaakt: Prijzen zijn sterk rigide Het gaat om een open economie Het gaat om een klein land Er is sprake van perfecte kapitaalmobiliteit. Wij zullen nu dit model toepassen op Maleisië, dat vóór de uitbraak van de crisis beschouwd kon worden als een kleine, open economie met perfecte kapitaalmobiliteit en een vaste wisselkoers 12. Allereerst zullen we bekijken wat er volgens het model gebeurd zou zijn als Maleisië de rest van Oost-Azië gevolgd was en had gedaan wat het IMF voorstelde. Vervolgens bekijken wij wat er volgens het model gebeurd moet zijn nu Maleisië dat zo gehandeld heeft en een eigen beleid van kapitaalrestricties heeft geïmplementeerd. 5.2 Maleisië, het IMF en Mundell-Fleming i Figuur 1 IS LM Wat het IMF voorstelde Y FE Door het volgen van een restrictief monetair beleid zal de LM curve naar links verschuiven. De IS-curve zal zich aanpassen door een endogene verandering van de wisselkoers, en de afname in overheidsuitgaven Een nieuw evenwicht zal ontstaan waarbij Y uiteindelijk op een lager niveau zal eindigen. 12 De Maleisische ringgit kon beschouwd worden als pegged t.o.v. een mandje valuta s, bestaande uit de munten van de belangrijkste handelspartners van Maleisië en enkele grote industrielanden. 12
13 5.3 Maleisië, kapitaalrestricties en Mundell-Fleming Binnen het paradigma van het Mundell-Fleming model worden kapitaalrestricties weerspiegeld in een verticale FE-curve. Kapitaalverkeer zal geen rol meer spelen in het tot stand komen van de rente, waardoor de nationale rente volledig onafhankelijk van de wereldrente tot stand komt. Figuur 2 Hoe het ook kan i IS FE LM Het ruime monetaire beleid dat Maleisië in werkelijkheid handhaafde zorgt voor een verschuiving naar rechts van de LM curve. De lagere rente, en verbeterde lopende rekening, als mede grotere overheidssubsidies en uitgaven doen de IS curve naar rechts verschuiven. Y De FE curve verschuift naar rechts door een depreciatie van de reële wisselkoers (hiervan is sprake aangezien de inflatie met succes bestreden is, zie tabel 1) 5.4 Resultaten van het Maleisische beleid Hieronder worden de kerncijfers en wisselkoers weergegeven. Tabel 1 toont na de implementatie van de kapitaalrestricties toenames in de nationale groei en lopende rekening. De nationale begroting raakt in evenwicht geraakt en vertoont in 2000 zelfs een surplus. Figuur 3 geeft de wisselkoers weer. Duidelijk herkenbaar is de depreciatie naar een hoger niveau totdat de Maleisische Centrale Bank besluit de koers te fixeren. Tabel 1: Macro-economische kerncijfers voor Maleisië Growth Inflation Investment (a) Budget Deficits (a) Current Account (a) External Debt ($Bill) % of GDP % Short term (b) Reserves ($Bill) (a):percent of GDP (b):imf Source: Goldman Sachs, except as noted 13 Dornbusch,
14 Figuur 3: wisselkoers (bron: wereldbank) 5 Wisselkoers 4,5 exchange rate (ringgit/dollar) 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 apr-90 apr-91 apr-92 apr-93 apr-94 apr-95 apr-96 apr-97 apr-98 apr-99 apr-00 apr-01 apr-02 apr-03 time 14
15 6. Conclusies Een toepassing van het Mundell-Fleming model op de Maleisische praktijk biedt naar onze mening voldoende fundament voor Mahathirs keuzes. Kapitaalrestricties in combinatie met een vaste wisselkoers (in het MF-model weerspiegeld door een verticale FE-curve) leiden bij een ruim monetair en expansief fiscaal beleid tot een toename van het nationale inkomen. In zoverre ondersteunt dit onderzoek de door de Maleisische overheid geïmplementeerde maatregelen. Kapitaalrestricties lijken de stabiele omgeving te bieden om een crisis met succes te lijf te gaan. Wel dient nadrukkelijk vermeld te zijn, dat het invoeren van kapitaalrestricties in deze stringente vorm niets anders dan een korte termijn -maatregel kan zijn. Het creëert distorties waar in deze tekst niet verder op ingegaan is, maar waar wel bij stilgestaan mag worden. Vrij verkeer van kapitaal is waardevol. Op de lange termijn kan men zich afvragen of Maleisië geholpen is bij dit gedrag. Wat gebeurt er bij een eventuele volgende crisissituatie? Kan een buitenlandse investeerder zijn geld dan nog wel terugzien? Wordt Maleisië zo minder aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders? We zullen het in de toekomst gaan zien! Dit leeronderzoek is zuiver macro-economisch van aard. Wat het onderzoek dus niet gedaan heeft is zich meer inzicht verwerven in de micro-economische verbanden. Johnsen en Mitton (2003) stellen dat de kapitaalrestricties een gordijn voltrekken, waarachter sommige ondernemingen met politieke connectie buitengewone winsten behalen. Ook op dit gevaar mag gewezen worden. Gebleken is wel dat de IMF maatregelen niet leidend en zeker niet bindend dienen te zijn. Al is het maar omdat er goede alternatieven denkbaar zijn 15
16 Literatuur Aghevli, B., juni The Asian Crises: Causes and Remedies, Finance & Development Dornbusch, R.,. augustus Malaysia: was it different? NBER Working Paper no. W Feldstein, M. maart/april Refocusing the IMF. Foreign Affairs Gärtner, M., 2003, Macro Economics, FT Prentice Hall Jager, H., Reader IEB 2: Monetaire Stelsels: Aanvulling en Toelichting, april 2003 Johnsen, S., Mitton, T., Cronyism and capital controls: evidence from Malaysia. Journal of Financial Economics, 67, Kaplan, E., Rodrik, D., februari Did the Malaysian Capital Controls work? NBER Working paper no W8142 Mankiw, N.G., 2000 (4 th edition), Macro Economics, Worth publishers Pilbeam, K., 1998 (2 nd edition), International Finance, Palgrave publishers Stiglitz, J., 2002, Globalization and its discontents, Penguin books Internet
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieHoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model
Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide
Nadere informatieDe conclusies van het IMF betreffende de betalingsbalans en het monetair beleid zijn onderverdeeld in drie aspecten:
SAMENVATTING BELANGRIJKSTE CONCLUSIES IN HET RAPPORT D.D. 19 SEPTEMBER 2011 NAAR AANLEIDING VAN DE BESPREKINGEN IN HET KADER VAN DE 2011 ARTIKEL IV CONSULTATIES VAN HET IMF 1. HOOFDTHEMA Het belangrijkste
Nadere informatieHoofdstuk 24 Valutamarkt
Hoofdstuk 24 Valutamarkt Open vragen 24.1 Een valutahandelaar van een bank die in dollars handelt, krijgt op een gegeven moment de volgende gegevens op zijn beeldscherm (we gaan ervan uit dat het verschil
Nadere informatieInternationale varkensvleesmarkt 2012-2013
Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieDEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)
VERSIE DEEL : Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 8 punten). Veronderstel een economie waar drie goederen worden geproduceerd. Alles wat in een jaar
Nadere informatieMacro-economie examenvragen
Macro-economie examenvragen Deel II 1. Indien de reële productie en het arbeidsaandeel constant blijven, dan kan het aantal tewerkgestelde personen van het ene jaar op het andere slechts toenemen indien.
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10
Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 Sarajane Marilfa Omouth Paramaribo, juni 2015 1. Inleiding De totale
Nadere informatieMACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD
pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn
Nadere informatieValutamarkt. fransetman.nl
euro in dollar wisselkoers Wisselkoers (ontstaat op valutamarkt) Waarde van een munt uitgedrukt in een andere munt Waardoor kan de vraag naar en het aanbod van veranderen? De wisselkoers van de euro in
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 Een vooruitblik op de schuld, de schuldenlastbetalingen in 2013-2045
Nadere informatieStatistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012
Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren
Nadere informatieDe Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau
Chapter 6 Samenvatting (Dutch summary) De Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau van de staatsschuld kan leiden tot oplopende rentelasten die economisch herstel tegengaan. In
Nadere informatieEconomische prognose IMF voor het GOS
Economische prognose IMF voor het GOS Jan Limbeek Twee keer per jaar, in april en september of oktober, publiceert het IMF zijn World Economic Outlook, waarin het zijn economische verwachtingen voor de
Nadere informatieDebt Sustainability Analysis (DSA)
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Debt Sustainability Analysis (DSA) Een analyse naar de kwetsbaarheid van de Surinaamse Staatsschuld in 2014-2018 Malty Dwarkasing Sarajane Omouth
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatiePerscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie
Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de
Nadere informatieInleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1
Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Vraag 1 Bin. Munt/Buit. munt Hoeveelheid buitenlandse munt Beschouw bovenstaande grafiek met op de Y-as de hoeveelheid binnenlandse
Nadere informatieDEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)
DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) 1. De grafiek hieronder geeft de participatiegraad voor Nederland, de V.S. en de 12 kernlanden
Nadere informatie: Macro-economie voor Bedrijfseconomie
TENTAMEN inclusief antwoorden Vaknaam : Macro-economie voor Bedrijfseconomie Vakcode : 330091 Datum tentamen : donderdag 16 mei 2013 Duur tentamen : 3 uur Docent : Dr. B.J.A.M. van Groezen ANR : 649627
Nadere informatieSamenvatting Economie Internationale Handel
Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg
Nadere informatieIn economische termen is geld de voorraad bezittingen die direct voor handen is om transacties te doen. Geld heeft drie functies:
Hoofdstuk 4 Monetair beleid gaat over de nationale munt, valuta en bankieren. Monetair beleid wordt bepaald door de centrale bank. Fiscaal beleid gaat over overheidsuitgaven en belastingheffing. Samen
Nadere informatieSamenvatting. (Summary in Dutch)
(Summary in Dutch) Inflatie is de stijging van het algemeen prijspeil. De jaren 70 en 80 van de vorige eeuw waren periodes van relatief hoge inflatiecijfers in West-Europa, terwijl lage inflatie en deflatie
Nadere informatieHoofdstuk 5: Internationale betrekkingen
Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Economie VWO 2011/2012 www.lyceo.nl H5: Internationale betrekkingen Economie 1. Inkomen 2. Consument 3. Producenten 4. Markt en Overheid 5. Internationale betrekkingen
Nadere informatieEuropa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering
Europa in crisis George Gelauff Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering Opzet Baten en kosten van Europa Banken en overheden Muntunie en schulden Conclusie 2 Europa in crisis Europa veruit
Nadere informatie27 april 2010 Emerging Markets Monthly Report
27 april 2010 Emerging Markets Monthly Report Door Wim-Hein Pals, Head Robeco Emerging Markets Equities Vanwege hogere economische groei en sterkere financiële balansen, zijn de opkomende markten aantrekkelijker
Nadere informatieKoopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.
Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn. 1. De Wereldbank berichtte onlangs dat de Chinese economie binnen afzienbare tijd de grootste economie van
Nadere informatieCRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context
CRB 2016-0510 SR/LVN 03.02.2016 Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context 2 CRB 2016-0510 Overzicht groei sinds 1996 Onder invloed van de conjuncturele
Nadere informatieFysiek goud is de ultieme veilige haven en zou de basis moeten vormen van ieder vermogen.
Fysiek goud is de ultieme veilige haven en zou de basis moeten vormen van ieder vermogen. Goud is al duizenden jaren simpelweg een betaalmiddel: geld. U hoort de term steeds vaker opduiken in de media.
Nadere informatieVeranderingen in de syllabus voor het eindexamenprogramma 2017
Veranderingen in de syllabus voor het eindexamenprogramma 2017 100% 100% Gini coefficient = A/A+B Gini =0 dan helemaal gelijke verdeling Gini = 1 dan helemaal ongelijke verdeling Ink Ink A A B B 0% personen
Nadere informatieValutamarkt. De euro op koers. Havo Economie 2010-2011 VERS
Valutamarkt De euro op koers Havo Economie 2010-2011 VERS 2 Hoofdstuk 1 : Inleiding Opdracht 1 a. Dirham b. Internet c. Duitsland - Ierland - Nederland - Griekenland - Finland - Luxemburg - Oostenrijk
Nadere informatie1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur
Samenvatting door een scholier 1067 woorden 13 juli 2001 4 44 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting:Internationale Handel Hoofdstuk 1: ****Nederland Handelsland**** 1.1 Export/Import: de waarde van
Nadere informatieUNIFORM EINDEXAMEN VWO 2015
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EINDEXAMEN VWO 2015 VAK : ECONOMIE 1 DATUM : DINSDAG 16 JUNI 2015 TIJD : 07.45-10.15 UUR Aantal opgaven bij dit vak : 3 Aantal pagina s : 5; Calculator
Nadere informatieToetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase
Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Opgave 1 Sinds 1 juni 1998 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de centrale banken van andere
Nadere informatieHOOFDSTUK 19: OEFENINGEN
1 HOOFDSTUK 19: OEFENINGEN 1. Op de beurs van New York worden de volgende koersen genoteerd : 100 JPY = 0,8 USD ; 1 GBP = 1,75 USD en 1 euro = 0,9273 USD. In Tokyo is de notering 1 USD = 140 JPY. In Londen
Nadere informatieMondiale onevenwichtigheden en de financiële crisis
Sinds eind jaren negentig kampt de wereldeconomie met sterk toenemende onevenwichtigheden op betalingsbalansen. Er zijn steeds sterkere aanwijzingen dat de ontwikkelingen achter deze mondiale onevenwichtigheden
Nadere informatieNaslagwerk Economie van Duitsland. Hoofdstuk 8: Financiële stelsel. 8.1 Overzicht
Naslagwerk Economie van Duitsland 8.1 Overzicht Het Duitse bankenstelsel is anders georganiseerd dan in de meeste andere landen. Naast een centrale bank, de Bundesbank, de reguliere zaken en retailbanken
Nadere informatie= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.
1 De wisselmarkt 1.1 Begrip Wisselkoers = de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. bv: prijs van 1 USD = 0,7
Nadere informatie2018D19763 LIJST VAN VRAGEN
2018D19763 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Financiën, heeft over de brief van de Minister van Financiën van 16 februari 2018 met zijn toelichting op de opbouw van het Nederlandse handelsoverschot
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieOpdracht 1 Macro-economie [30p]
Opdracht 1 Macro-economie [30p] De effectieve vraag van land Angeloziё bestaat uit de voorgenomen consumptie van de gezinnen en de voorgenomen investeringen van de bedrijven. In dit land was het Bruto
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatiePraktische opdracht Economie Euro
Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2013
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2013 Een vooruitblik op de schuld, de schuldenlastbetalingen in 2014-2050
Nadere informatieSamenvatting Economie Internationale handel
Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting door een scholier 1484 woorden 7 oktober 2003 5,5 44 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Internationale handel HS 1 Nederland handelsland Par.
Nadere informatieEconomische prognose IMF voor het GOS
Economische prognose IMF voor het GOS Jan Limbeek Twee keer per jaar, in april en september of oktober, publiceert het IMF zijn World Economic Outlook, waarin het zijn economische verwachtingen voor de
Nadere informatieUIT De Philips curve in het kort
Philips ontdekt een verband (korte termijn). De econoom Phillips zag in de gegevens van eind jaren 50 tot en met eind jaren 60 een duidelijk (negatief) verband tussen werkloosheid en inflatie. De theorie
Nadere informatieMacro-economische gegevens
Macro-economische gegevens In de handreikingen en de opgaves voor de werkstukken die je voor deze cursus moet maken, zal je kennismaken met enkele belangrijke bronnen voor macro-economische gegevens. De
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)
Nadere informatieInnovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit
Samenvatting door een scholier 1633 woorden 8 juni 2007 6,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel. Hoofdstuk 1 Nederland handelsland. Nederland afhankelijk van handel omdat het
Nadere informatieEindtermen VWO. Domein E. Wisselkoersen
Eindterm VWO Domein E Wisselkoers Domein E Wisselkoers Eindterm 19: e valuta (van e bepaald land): De vraag naar e valuta wordt bepaald door: a) Export op de lopde reking (van de betalingsbalans) Het buitland
Nadere informatieWall Street of niet, dat is de vraag
Wall Street of niet, dat is de vraag 1. Beleggers hebben geen leuke tijd achter de rug. 2011 was een moeilijk beleggingsjaar. Het begon goed, alsof het ingezet herstel na het bloedbad van 2008/2009 zich
Nadere informatieDe groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld
Samenvatting door een scholier 1909 woorden 17 april 2007 4,8 30 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Import: goederen uit het buitenland kopen Export: producten aan het buitenland verkopen Uitvoersaldo:
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Internationale handel
Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting door een scholier 1819 woorden 4 mei 2004 8,2 97 keer beoordeeld Vak Economie INTERNATIONALE HANDEL COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 3 Hoofdstuk
Nadere informatieSamenvatting Economie Internationale Handel
Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 2653 woorden 21 januari 2002 7 392 keer beoordeeld Vak Economie Internationale handel Hoofdstuk 1 Nederland Handelsland Er is
Nadere informatieHoofdstuk 27 Landenrisico
Hoofdstuk 7 Landenrisico Open vragen 7. Het IMF verdeelt de wereldeconomie in industrielanden, opkomende industrielanden en ontwikkelingslanden. Binnen de opkomende industrielanden en ontwikkelingslanden
Nadere informatieHandel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8
betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste
Nadere informatieAanwezig: - Wilgenhaege Fondsen Management B.V. vertegenwoordigd door de heer R.G.A. Steenvoorden en de heer R.L. Voskamp.
NOTULEN van de jaarlijkse algemene vergadering van Participanten van Steady Growth Fund, gevestigd en kantoorhoudende te Polarisavenue 97, 2132 JH Hoofddorp (de vennootschap) gehouden te Hoofddorp op 28
Nadere informatieUitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is daarmee een macro-economisch model. Het model maakt sterk gebruik van het marktmodel uit
Nadere informatieUIT De Phillips curve in het kort
Phillips ontdekt een verband (korte termijn). De econoom Phillips zag in de gegevens van eind jaren 50 tot eind jaren 60 een duidelijk (negatief) verband tussen werkloosheid en inflatie. Phillips stelde
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2001-I
Opgave 1 Hoge druk op de arbeidsmarkt Gedurende een aantal jaren groeide de economie in Nederland snel waardoor de druk op de arbeidsmarkt steeds groter werd. Het toenemende personeelstekort deed de vrees
Nadere informatieTwaalf grafieken over de ernst van de crisis
Twaalf grafieken over de ernst van de crisis 1 Frank Knopers 26-04-2012 1x aanbevolen Voeg toe aan leesplank We hebben een aantal grafieken verzameld die duidelijk maken hoe ernstig de huidige crisis is.
Nadere informatieMarktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.
Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave
Nadere informatieHoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming
Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Elke beslissing heeft consequenties voor de toekomst en deze consequenties kunnen voordelig of nadelig zijn. Als de extra kosten de voordelen overschrijden,
Nadere informatieTURBULENTE TIJDEN. KOEN DE LEUS Hasselt, 23/11/2016
TURBULENTE TIJDEN KOEN DE LEUS Hasselt, 23/11/2016 Wereld: lage(re) groei-omgeving Financieel Forum - Hasselt 23/11/2016 2 IMF: Groundhog day Financieel Forum - Hasselt 23/11/2016 3 Wereldhandel vertraagt
Nadere informatiebruto inkomen (per persoon)
Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur
Economische wetenschappen 1 en recht Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven
Nadere informatieVoorjaarsprognose : naar een licht herstel
EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Voorjaarsprognose 2012-13: naar een licht herstel Brussel, 11 mei 2012 Na de productiekrimp eind 2011 wordt de EU-economie nu geacht in een milde recessie te verkeren.
Nadere informatieEindexamen economie vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een
Nadere informatieCPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken
CPB Notitie Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage maart 2003 1 De Nederlandse economie blijft ondermaats presteren. Dit geldt zelfs indien door een voorspoedig
Nadere informatieMarktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).
Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad
Nadere informatieDebt Sustainability Analysis (DSA)
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Debt Sustainability Analysis (DSA) Een analyse naar de kwetsbaarheid van de Surinaamse Staatsschuld in 2013-2017 Malty Shanti-Devi Dwarkasing
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1978-1979 15 333 Wijziging middenkoersen slangvaluta Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage,
Nadere informatieEconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht
EconomieeenInleiding 1: Wereldreis o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht o Wat is macro-economie? o Concepten, variabelen o Overzicht boek = structuur cursus en lessen #1 1 Op wereldreis Inleiding
Nadere informatieStarten in een dal, profiteren van de top
M200715 Starten in een dal, profiteren van de top drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, november 2007 2 Starten in een dal, profiteren van de top Ondernemers die in 2003 een bedrijf begonnen, waren zich
Nadere informatieHuishoudens bouwen hun effectenportefeuille af
Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden
Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 13 april 2015 pagina 1 Inleiding De uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis hebben grote macro-economische onevenwichtigheden
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden
Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 8 december 2014 pagina 1 Inleiding De uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis hebben grote macro-economische onevenwichtigheden
Nadere informatieBijlage: Technische invulling Stabiliteit en Groeipact verdrukt onbedoeld publieke investeringen
Bijlage: Technische invulling Stabiliteit en Groeipact verdrukt onbedoeld publieke investeringen In deze bijlage wordt uiteengezet waarom en op welke wijze de huidige methodiek uit het Stabiliteit en Groei
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte
Nadere informatieVerdieping: Kan een land failliet gaan?
Verdieping: Kan een land failliet gaan? Korte omschrijving werkvorm De leerlingen lezen fragmenten uit artikelen over wat het betekent als Griekenland failliet gaat en maken daar verwerkingsvragen over.
Nadere informatieEen herbezinning op de koers van het imf
Een herbezinning op de koers van het imf Hoofdstuktitel Ontwikkelingen in het internationale monetaire en financiële stelsel hebben het Internationale Monetaire Fonds (IMF) in het verleden herhaaldelijk
Nadere informatieMacro-economische gegevens
Macro-economische gegevens Luc Hens 9 februari 2015 In de handreikingen en de opgaves voor de werkstukken die je voor deze cursus moet maken, zal je kennismaken met enkele belangrijke bronnen voor macro-economische
Nadere informatieExamen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl)
Economie 1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 17 mei 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 65 punten te behalen; het examen bestaat uit
Nadere informatieDEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)
VERSIE 1 DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) 1. Veronderstel een economie waar drie goederen worden geproduceerd. Alles wat in een
Nadere informatieMarktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).
Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad
Nadere informatie3e kwartaal 2016 Den Haag, oktober 2016
Kwartaalbericht 3e kwartaal 2016 Den Haag, oktober 2016 Samenvatting cijfers per 30 september 2016 Dekkingsgraad (UFR): 99,7% Beleidsdekkingsgraad: 99,1% Belegd vermogen: 24,3 miljard Rendement 2016 t/m
Nadere informatieCPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003
CPB Notitie Datum : 3 juli 2003 Bijstelling meerjarencijfers 2004-2007 1 Inleiding De analyse van het Hoofdlijnenakkoord in mei 2003 in CPB Notitie 2003/49 is gebaseerd op het voorzichtige scenario van
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte
Nadere informatiePraktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie
Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie Praktische-opdracht door een scholier 3907 woorden 17 juni 2004 6,1 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvattingen: Deelvraag 1: De Economische en
Nadere informatieIvan Van de Cloot Chief economist Itinera Institute. Executive professor UAMS. Roekeloos
Ivan Van de Cloot Chief economist Itinera Institute Executive professor UAMS Roekeloos Roekeloosheid bij wie werkt met geld van iedereen Falende banken Gokkende politici De eurocrisis En de democratie?
Nadere informatieF L A S H N O T E
F L A S H N O T E 18.05.2016 BRAZILIË - AFZETTINGSPROCEDURE TEGEN DILMA ROUSSEFF 18.05.2016 De springplank van Brazilië naar economische en politieke vooruitgang is in aantocht, maar het land staat voor
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Internationale Handel
Begrippenlijst Economie Internationale Handel Begrippenlijst door een scholier 1948 woorden 10 maart 2004 6,4 29 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1, Nederland Handelsland arbeidsproductiviteit De
Nadere informatie