Feedback geven en confronteren

Transcriptie

1 Feedback geven en confronteren Masterclass Hans van Oosten

2 Definitie feedback Feedback is wat je anderen teruggeeft over hoe zij op jou overkomen (hun communicatie, hun gedrag), hoe dit door jou geïnterpreteerd en beleefd wordt en wat het bij je teweeg brengt. Als daar een kritische noot in zit, vertel je ook hoe jij het graag anders zou willen zien. Hans van Oosten

3 1. Luisteren 2. Samenvatten 3. Doorvragen = LSD BELANGRIJKE VAARDIGHEDEN: En: 4. Confronteren 5. Feedback geven 6. Doelen stellen 7. Omgaan met weerstanden 8. Structureren 9. Adviseren 10.Reflecteren van gevoelens

4 Wat je denkt Wat je onder woorden kunt brengen Wat je zegt Wat de ander verstaat

5 Componenten van feedback Kritische kanttekening Positieve bekrachtiging

6 De sandwich methode oud

7 De sandwich methode 1) Ik vind dat je [iets specifieks positiefs wat je waarneemt] goed doet. 2) Wat mij zou helpen/wat je zou kunnen verbeteren [feedback] 3) Over het algemeen genomen vind ik dat je [iets algemeens wat je waarneemt] goed doet.

8 De sandwich methode nieuw Vraag Vertel Vraag

9 De sandwich methode nieuw Vraag de feedback ontvanger zijn eigen bijdrage/gedrag/prestatie te evalueren Start interactief gesprek over hetgeen de feedback ontvanger inbrengt en vertel ook eigen evaluatie over prestatie (positief en negatief) Vraag wat feedback ontvanger verstaan heeft en eventueel welke veranderingspunten hij/zij meeneemt (en hoe daaraan wordt gewerkt) en geef suggesties

10 Niet teveel in een keer...

11 Specifiek en concreet Een handig hulpmiddel is vooraf antwoord te geven op deze vragen: Wie (Wie doet iets? Wie waren erbij betrokken?) Wat (Wat gebeurde er?) Waar (Waar gebeurde het?) Wanneer (Wanneer vond de gebeurtenis plaats? Hoe lang duurde het?) Hoe (Hoe gebeurde het?)

12 Regels voor geven van feedback Beschrijf gedrag dat je hebt waargenomen Geef aan welk effect dat gedrag op je heeft Maak de stap naar de ander Eventueel: Geef advies voor alternatief gedrag

13 Regels voor ontvangen van feedback Luister en vraag zonodig om toelichting Toon waardering Beoordeel de feedback Doe iets met de feedback

14 Tips voor feedback Zorg voor een gezamenlijk belang Creëer een sfeer van veiligheid Beschrijf waargenomen gedrag Zorg dat de feedback actueel is Geef ik-boodschappen Wees specifiek en concreet Geef advies Geef alleen feedback als gedrag te veranderen is

15 Pro-activiteit & feedback Feedback geven Feedback ontvangen Feedback vragen (pro-actief)

16 Verschil in feedback? Onder: feedback geven aan iemand in een ondergeschikte positie Gelijk: feedback geven aan iemand in een gelijkwaardige positie Boven: feedback geven aan iemand in een hogere positie

17 johari venster Bekend aan zichzelf Onbekend aan zichzelf Bekend aan anderen openbaar, publiek gebied blind gebied Onbekend aan anderen verborgen gebied onbekend gebied

18 niet-toegestaan deel johari venster Bekend aan zichzelf Onbekend aan zichzelf Bekend aan anderen openbaar, publiek gebied blind gebied Onbekend aan anderen verborgen gebied onbekend gebied 'De schaduw' kant

19 onverwachte inzichten zelfonthulling Bekend aan zichzelf Onbekend aan zichzelf Bekend aan anderen openbaar, publiek gebied blind gebied feedback Onbekend aan anderen verborgen gebied onbekend gebied

20 extern/ omgeving 1. ontkenning 4. betrokkenheid verleden toekomst 2. weerstand 3. exploratie intern/zelf

21 Confronteren 1 Confrontatie richt zich op een specifiek functioneringsprobleem, is specifiek en gericht op verandering met behoud van een positieve relatie.

22 Confronteren 2 Confronteren Bekritiseren Probleem Persoon Specifiek Algemeen Verandering Beschuldiging Relatie Zelf stoom afblazen

23 Confronteren 3 Wanneer confronteren? Persoon neemt geen verantwoordelijkheid (meer) voor het eigen (leer)traject, voelt zich geen eigenaar meer. Hoe te zien, waar zoekt de cursist de oorzaak van het probleem? Buiten zichzelf Binnen zichzelf Nergens: toeval/lot

24 Confronteren 4 Confronteren wordt soms moeilijker gemaakt dan nodig is, bijv.: 1. We vermijden het confronteren van het probleem zo lang mogelijk; als er geconfronteerd wordt, is het de laatste strohalm 2. We hebben geen duidelijke prestatiecriteria geformuleerd, waarmee betrokkene zelf hun functioneren sturing kunnen geven; 3. We geven betrokkenen niet op tijd of niet voldoende feedback, zodat die zijn functioneren niet op de verwachtingen kan afstemmen. 4. We geven onvoldoende waardering voor een positieve prestatie.

25 opdracht Maak tweetallen. Een van jullie is coach, de ander is cursist. Je hebt als coach een voortgangsgesprek met een lid van je trainingsgroep. Je bent ontevreden over de voortgang, degene die je aanspreekt lijkt zijn/haar motivatie volledig kwijt te zijn. Daar wil je hem/haar mee confronteren. Na 10 minuten wisselen van rol Feedback aan elkaar