Fietsen met of zonder lage rugpijn: maakt het uit hoe je zit?
|
|
- Karolien Claes
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Arenberggebouw Arenbergstraat Brussel Tel: Fax: Fietsen met of zonder lage rugpijn: maakt het uit hoe je zit? AUTEURS VAN HOOF W., DANKAERTS W. REDACTEUR BLOEMEN D. INSTITUUT Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen (FaBeR) ABSTRACT Fietsen is één van de meest populaire sporten ter wereld. Lage rugpijn (LRP) komt veel voor bij fietsers. Toch zijn er slechts weinig studies die de oorzaken en de specifieke behandeling van LRP bij fietsers hebben onderzocht. In dit artikel bespreken we eerst wat LRP precies is. Verder wordt aangegeven waarom het belangrijk is om deze heterogene groep van LRP patiënten verder te subclassificeren en hoe we deze opdeling kunnen maken. Daarna bespreken we mogelijke verklaringsmechanismen van LRP tijdens het fietsen. We gaan specifiek dieper in op het belang van houdingscontrole t.h.v. de lage rug. De resultaten van recent vergelijkend onderzoek tussen fietsers met en zonder LRP wordt hierbij toegelicht. Tot slot bespreken we de mogelijkheden om houdingsgebonden LRP bij fietsers aan te pakken aan de hand van praktische voorbeelden. De voorgestelde aanpak wordt verder toegelicht a.d.h.v. een casus met pre en post meting. Sleutelwoorden lage rugpijn, fietsers, revalidatie, motorische controle Datum 01/04/2014 Contactadres wannes.vanhoof@kuleuven.be; wim.dankaerts@kuleuven.be Disclaimer: Het hierna bijgevoegde product mag enkel voor persoonlijk gebruik worden afgehaald. Indien men wenst te dupliceren of te gebruiken in eigen werk, moet de bovenvermelde contactpersoon steeds verwittigd worden. Verder is een correcte bronvermelding altijd verplicht!
2 Fietsen met of zonder lage rugpijn: maakt het uit hoe je zit? 1. Inleiding Fietsen is één van de meest populaire sporten ter wereld. Met een racefiets of een mountainbike, met een toerfiets of een stadsfiets, in wedstrijdverband, recreationeel of als vervoersmiddel: vele mensen fietsen. Uit onderzoeksgegevens blijkt dat lage rugpijn (LRP) vaak voorkomt bij fietsers. Volgens deze literatuur heeft 32% tot 60% van de fietsers LRP tijdens het fietsen 1-3. In het algemeen kunnen we stellen dat in de meeste gevallen (85-90%) bij personen met LRP geen aantoonbare afwijking van het musculoskeletaal stelsel (spieren, gewrichten, ligamenten, tussenwervelschijf, enz.) aanwezig is op medische beeldvorming (MRI scan, radiografie, echo, enz.) 4. Deze groep noemen we de niet specifieke LRP - groep 5 6. Wanneer er wel een aantoonbare afwijking van het musculoskeletaal stelsel is (discus hernia, spondylolisthese, modic changes, enz.) spreken we van de specifieke LRP -groep. Bij personen met niet-specifieke LRP ontwikkelen de rugklachten zich vaak als een chronisch (of persistent) fluctuerend probleem 7 8, waarbij opstoten van LRP worden afgewisseld met relatief betere periodes. Dan spreken we van niet specifieke chronische lage rugpijn (NSCLRP). Ook bij fietsers zien we dit patroon. De oorzaak van de LRP klachten kan bij deze heterogene NSCLRP-groep erg verschillen. Het is dus noodzakelijk om deze groep verder te subclassificeren. Op basis van klinische en wetenschappelijke bevindingen weten we dat bij NSCLRP de houdings- en bewegingscontrole een belangrijke rol kan spelen bij het ontstaan en onderhouden van de LRP Onder meer o.b.v. de houdings- en bewegingscontrole kunnen we deze heterogene groep verder opdelen in subgroepen 4. Een belangrijke subgroep binnen deze NSCLRP-groep zijn de patiënten met een maladaptieve [1] motorische controle t.h.v. de lage rug 9. Binnen deze grotere groep is het Flexie Patroon (FP) het meest voorkomende patroon. Bij personen met een FP is er een verminderde motorische controle t.h.v. de laag lumbale regio (onderrug) 11. Hierdoor positioneren deze personen zich in een meer eindstandige flexiehouding [2]. Dit kan zorgen voor weefselirritatie en LRP 12-14, door herhaaldelijke en excessieve overbelasting van de structuren rondom de wervelkolom 15. Het is nu net dit FP dat we vaak zien bij fietsers met LRP Oorzaken van LRP bij fietsers Onderzoek naar de mogelijke oorzaken van LRP bij fietsers is tot op heden eerder schaars. Laboratoriumgebaseerde biomechanische studies suggereren enkele mechanismen die een rol zouden kunnen spelen bij het ontstaan van LRP bij fietsers. Drie van deze mechanismen focussen op een aangehouden lumbale flexie en kunnen vertaald worden naar de subgroep van FP gerelateerde LRP bij fietsers. Ten eerste is er de inwerking van krachten gegenereerd door de [1] Niet goed aangepaste [2] Flexie = het naar voor buigen van de rug; Extensie = het naar achter strekken van de rug 2
3 benen en getransfereerd naar een gebogen en/of gebogen/gedraaide midden- en onderrug Ten tweede is er het flexie-relaxatie fenomeen dat verwijst naar een afwezigheid van spieractivatie van de rugextensoren. Dit fenomeen treedt op bij het overschrijden van het midden van de totale bewegingsmogelijkheid naar flexie Tot slot wordt het kruipfenomeen vermeldt: een vormverandering van visco-elastische structuren onder constante druk Door het aannemen en aanhouden van eindstandige lumbale flexie tijdens het fietsen kunnen al deze mechanismen (individueel of samen) aanleiding geven tot het ontstaan van LRP bij fietsers door overbelasting van de weefselstructuren van de onderrug. Deze hypothese (nl. het aannemen en aanhouden van eindstandige lumbale flexie) werd ook aangetoond bij fietsers tijdens een labotest. Burnett et al. 28 toonden aan dat proefpersonen met NSCLRP (met een FP) een maladaptieve motorisch controle disfunctie vertonen. De toegenomen buiging/draaiing t.h.v. het pijnlijke niveau (in vergelijking met pijnvrije controle subjecten) was klinisch gerelateerd met de ontwikkeling van LRP. Verder onderzoek naar onderliggende mechanismen van LRP tijdens fietsen is een noodzakelijke stap in het ontwikkelen van wetenschappelijk onderbouwde behandelings- en/of preventiestrategieën. 3. Is er een verschil in de controle over de positie van de lage rug tussen fietsers met en zonder LRP? Omdat er tot op heden nog geen studies uitgevoerd werden waarbij de lumbale positie van fietsers in een representatieve veldsituatie wordt gemeten, hebben we vanuit de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen van de KU Leuven een veldstudie uitgevoerd. Het doel van deze studie was te onderzoeken wat het belang is van de motorische controle van de onderrug bij het ontstaan van LRP bij fietsers. We onderzochten aldus of er een verschil is in de controle over de positie van de onderrug tijdens het fietsen tussen fietsers met en zonder LRP. a. Proefpersonen Zeventien mannelijke proefpersonen werden gerekruteerd voor deze studie. De NSCLRP proefpersonen werden gescreend door twee kinesitherapeuten, op basis van strikte inclusie- en exclusie criteria. Enkel de fietsers met een FP29 30 dat klinisch aanzien werd als dominante oorzaak voor het ontwikkelen van LRP tijdens fietsen (en zitten) werden geselecteerd. De NSCLRP (FP) subjecten (LRP-groep, n = 8) werden gematched voor leeftijd (± twee jaar) en geslacht met controle subjecten (controlegroep, n = 9). Deze proefpersonen hadden actueel geen LRP tijdens het fietsen, een voorgeschiedenis zonder significante LRP (nooit interventie nodig gehad) en geen episode van LRP de voorbije drie maanden. Leeftijd, gewicht, lengte en 3
4 BMI waren niet significant verschillend tussen de groepen (p < 0.05). b. Onderzoeksopzet Elke proefpersoon fietste met zijn eigen koersfiets gedurende twee uur aan een intensiteit van 60-70% van de maximale hartslag (leeftijdgebaseerd) op hetzelfde vlakke parcours. De positie en bewegingen van de onderrug werden gemeten met de BodyGuard (Sels Instruments nv, België) (Figuur 1). De BodyGuard bestaat uit een meetelement (strain gauge/rekstrookje) dat verbonden was met een kleine verwerkingseenheid welke de data opslaat voor verdere analyse Het meetelement van de BodyGuard werd met tape bevestigd op de ruggenwervels van S2 en L3 (Figuur 1). Figuur 1: Fietser met BodyGuard en meetelement met tape bevestigd op de ruggenwervels van S2 en L3 (reprinted with permission of the Dutch journal of sports medicine and sports science). Voor de kalibratie van de BodyGuard metingen werden de proefpersonen geïnstrueerd en manueel begeleid om in zit een maximale voorwaartse bekkenkanteling (lumbale extensie/holling) uit te voeren, gevolgd door een maximale achterwaartse bekkenkanteling en rompbuiging tussen de benen (lumbale flexie/bolling). Dit gebeurde op een zitkrukje met heupen en knieën in een flexiehoek van 90. De maximale extensie werd ingesteld als 0% en de maximale flexie als 100%. De posities en bewegingen van de onderrug worden dus uitgedrukt als een percentage van de maximale lumbale flexie beweeglijkheid (% FL ROM) in zit. De intensiteit van de LRP werd gemeten a.d.h.v. de Numerical Pain Rating scale (NPRS), een 11-punten schaal van 0 (geen pijn) tot 10 (ergst denkbare pijn) die valide, betrouwbaar en geschikt is voor klinisch gebruik 34. Een verandering van twee punten op deze schaal wordt gezien als het minimaal klinisch belangrijk verschil 35. De pijnscore werd bevraagd bij het begin en elke 15 minuten tijdens het fietsen, evenals 30 minuten, één, twee en 24 uur na het fietsen. De fietszadelhoek werd opgemeten met een goniometer. c. Resultaten De gemiddelde pijnscores tijdens het fietsen en de follow-up periode worden weergegeven in Figuur 2. De pijnintensiteit van de LRP-groep nam significant toe tijdens het fietsen (p<0.001). De pijnscore piekte naar het einde toe en was significant toegenomen t.o.v. baseline na 90 (p = 0.05), 105 (p = 0.04) en 120 (p = 0.01) minuten fietsen. Tijdens de follow-up periode verminderde de pijn, maar deze bleef tot 24u nadien niet significant verhoogd t.o.v. de baseline. Gedurende de twee uur durende fietsproef had de LRP-groep, in vergelijking met de controlegroep, een significant toegenomen flexiepositie van de onderrug, respectievelijk 74.1 (± 7.9) % t.o.v (± 9.8) % FL ROM (p = 0.018). Figuur 3 geeft de tijd weer die gespendeerd wordt in de buurt van eindstandige buiging (>80% FL ROM). 4
5 De NSCLRP (FP) subjecten namen meer dan 38.5% van de totale fietstijd, een eindstandige positie aan, in vergelijking met slechts 4% voor de controlegroep. Figuur 4 geeft de positie weer van de onderrug van beide groepen tijdens het fietsen. Er was een significant hoofdeffect voor de LRP-groep (p = 0.035). De NSCLRP (FP) subjecten vertoonden een significant toegenomen lumbale flexie. De flexiewaarden veranderden niet over tijd tussen beide groepen (p = 0.076). Er was geen significant interactie-effect tussen de groepen en de houding (p = 0.592). Er was geen significant verschil in de fietszadelhoek tussen beide groepen (p = 0.112). Figuur 2: De gemiddelde pijn scores (NPRS; 0-10) (±SD) tijdens het fietsen en follow-up periode per groep. De gestippelde verticale zwarte lijn geeft het einde van de fietsproef en het begin van de follow-up periode weer. NPRS: numerical pain rating scale, : minuten, u: uur (reprinted with permission of the Dutch journal of sports medicine and sports science). Figuur 3: De tijd, weergegeven als een percentage van de totale 2 uur durende fietsproef die wordt gespendeerd in de verschillende delen (per 10% band) van de mogelijke lumbale flexie ROM (% FL ROM) per groep (reprinted with permission of the Dutch journal of sports medicine and sports science). 5
6 Figuur 4: Percentage van de totale lumbale flexie (% FL ROM) (± SD) over de gehele periode per 12 intervallen van 10 minuten per groep (reprinted with permission of the Dutch journal of sports medicine and sports science). d. Discussie De resultaten van de huidige studie tonen duidelijk aan dat fietsers met NSCLRP (FP) tijdens de twee uur durende fietsproef een significant toegenomen flexiepositie van de onderrug aanhouden in vergelijking met fietsers zonder LRP. Het aanhouden van deze meer eindstandige houding was geassocieerd met een significante toename van LRP tijdens het fietsen. Deze pijn was na 30 minuten fietsen klinisch significant toegenomen (>2/10 op de NPRS) t.o.v. de baseline en deze klinisch significante toename bleef tot twee uur na het fietsen aanwezig. Dit is in overeenstemming met de resultaten van Burnett et al., 28 waarbij in het labo werd aangetoond dat fietsers met NSCLRP (FP) een toegenomen flexie(/rotatie) vertonen t.h.v. de pijnlijke lumbale regio. Andere studies die LRP bij roeien en industrieel werk 39 hebben onderzocht, demonstreerden ook een significant toegenomen lumbale flexie bij LRP subjecten en een geassocieerde verhoogde prevalentie van LRP tijdens deze activiteiten. Bij het naderen van de individuele limiet voor maximale lumbale flexie, vergroten de buigmomenten waardoor de rug meer belast wordt 40. Volgens Adams et al. 41 kunnen flexiewaarden die 75% van de FL ROM overschrijden hoge trekkrachten genereren in de achterste spinale ligamenten. In de huidige studie namen de fietsers met NSCLRP (FP) een aangehouden houding van de onderrug aan die significant dichter lag bij hun maximale flexiewaarden in vergelijking met de controlegroep. Dit suggereert een verhoogde belasting van de weke delen structuren en pijnprovocatie rondom de onderrug en wordt sterk ondersteund door de literatuur De bevindingen van de huidige veldstudie suggereren dat bij een specifiek geselecteerde subgroep van fietsers met NSCLRP tijdens het fietsen een onderliggend maladaptief motorisch controle probleem (FP) aanwezig is t.h.v. de onderrug. Deze toegenomen flexiehouding werd gedurende de volledige twee uur durende fietsproef aangenomen, en ging het optreden van LRP vooraf. Dit suggereert dat het motorische controle probleem inherent aanwezig is en niet een reflexmatige respons is op een toename van de LRP. 6
7 Tevens werd er bij de personen met NSCLRP bij aanvang en accumulatie van LRP tijdens het fietsen geen passende positionele aanpassing waargenomen om de flexiespanning te verminderen t.h.v. de pijnlijke lumbale wervelzuil. Deze bevindingen versterken de hypothese van de aanwezigheid van een inherent onderliggend motorische controle probleem bij de fietsers met NSCLRP (FP). Door de kleine steekproefgrootte en de specifiek geselecteerde subgroep van fietsers met NSCLRP (FP) kunnen de resultaten niet veralgemeend worden naar alle fietsgerelateerde LRP. Ze zijn beperkt tot subjecten met een FP gerelateerd maladaptief motorisch controle probleem. 4. Wat kunnen we doen om LRP bij fietsers aan te pakken? We weten nu dat er bij een subgroep van fietsers met NSCLRP tijdens het fietsen een onderliggend maladaptief motorisch controle probleem (FP) aanwezig is t.h.v. de onderrug. Als gevolg hiervan positioneren fietsers met LRP hun onderrug eindstandiger en aangehouden naar flexie tijdens het fietsen. Ons lijkt het zinvol om tijdens de revalidatie/preventie van rugklachten tijdens het fietsen dit maladaptief motorisch controle probleem actief te benaderen. Door de fietser inzicht en controle aan te leren over de positie van de onderrug, wordt de onderrug in minder eindstandige flexie gepositioneerd. Tijdens deze eerste fase van de revalidatie wordt er geen specifieke core-stability training gegeven (dit kan uiteraard wel later tijdens de verdere revalidatie aan bod komen). Wel ligt de nadruk op het aanleren van een subtiele en gelokaliseerde voorwaartse bekkenkanteling, waardoor de fietser iets meer lordoseert t.h.v. de onderrug (de onderrug holler maakt). Ook bij nietfietsers met LRP (en een FP) wordt het aanleren en controleren van de lumbale lordose (holling) aangeraden om LRP te verbeteren Om de positie en controle over de onderrug te verbeteren zijn er verschillende factoren die aangepast kunnen worden. We kunnen deze opdelen in twee grote groepen. De niet persoonlijk aanpasbare factoren en de persoonlijk aanpasbare factoren. Met de niet persoonlijk aanpasbare factoren bedoelen we alle variabelen die te maken hebben met de fietsafstelling (geometrische variabelen): de maat van het kader, de zadel hoek 2, het type van zadel 43, de zadelhoogte 44, pedaallengte, reikafstand 44, stuurpenlengte, stuurhoogte, naloop, type van kader en fiets 2, enz. Een optimale fietsafstelling is uiteraard essentieel, want al deze variabelen hebben een invloed op hoe een fietser op zijn fiets zit 44. Er zijn verschillende studies die suggereren dat aanpassingen aan deze geometrische variabelen effectief zijn in het verminderen van LRP. Zo zouden bepaalde types van zadels een voorwaartse bekkenkanteling stimuleren 43. Het veranderen van de zadelhoek zou LRP tijdens het fietsen met 72% kunnen verbeteren 2. Daarnaast spelen ook de persoonlijk aanpasbare factoren volgens ons een cruciale rol. Hiermee bedoelen we de actieve controle van een fietser over zijn houdings- en bewegingspatroon van de onderrug 11. Dit is volgens ons minstens even belangrijk als de fietsafstelling zelf. 7
8 Vergelijk het met een bureaustoel; een goede bureaustoel is belangrijk, maar als je niet weet hoe je er op moet zitten heeft dat weinig zin. Het is dus belangrijk dat een eventueel maladaptief motorisch controle probleem t.h.v. de onderrug (zie boven) ook actief en gericht wordt aangepakt. Een fietser moet worden aangeleerd hoe hij/zij op zijn fiets moet zitten. Dit kadert binnen wat wij noemen een Classification- Based Cognitieve Functionele Therapie (CB-CFT). Hierbij wordt de fietser aangeleerd om controle te krijgen over zijn houdings- en bewegingspatroon en dit binnen een multidimensioneel kader In de klinische praktijk blijkt deze CB-CFT effectief te zijn in het behandelen van LRP Bij fietsers werd dit echter nog nooit onderzocht. Daarom hebben we vanuit onze onderzoeksgroep musculoskeletale revalidatie van de Faculteit Bewegingsen Revalidatiewetenschappen van de KU Leuven een case study bij een fietser met NSCLRP (FP) uitgevoerd. We onderzochten a.d.h.v. pre- en post interventie metingen of het toepassen van deze CB-CFT effectief zou zijn in het verminderen van de LRP en het verbeteren van het houdings- en bewegingspatroon tijden het fietsen. 5. Case study a. Inleiding De casus die we onderzochten was een 19 jarige mannelijke fietser (72.2kg, 186cm) met een voorgeschiedenis van 5 jaar NSCLRP. Hij vertoonde een FP in zijn houdings- en bewegingsgedrag. Hij kreeg voornamelijk LRP tijdens het fietsen en zitten. Zijn gemiddelde pijnscore (NPRS) tijdens het fietsen was 5/10. Tijdens dagdagelijkse activiteiten bedroeg dit 2/10. Hij fietste met zijn koersfiets een gemiddelde van 400km/week. Verder deed hij reeds zes jaar aan competitie, maar o.w.v. zijn LRP was hij hier recent mee gestopt. Hij had een medial cut-out zadel en zijn zadelhoek was 1 naar voor gekanteld. Zijn fiets werd reeds afgesteld door een professional zonder enig resultaat naar zijn rugklachten toe. b. CB-CFT - interventie De fietser onderging een CB-CFT interventie om zijn maladaptieve motorische controle (FP) t.h.v. zijn onderrug te verbeteren. Deze bestond uit verschillende stappen. Tijdens een educatiesessie werd het onderliggend mechanisme van zijn LRP duidelijk uitgelegd. Dit cognitief aspect is essentieel om de fietser inzicht te geven in zijn LRP, de relatie tussen zijn maladaptieve motorische controle, aangehouden eindstandige flexiepositie en de ontwikkeling van LRP. Tijdens de oefensessies werd aangeleerd hoe hij actief en op een subtiele manier controle kon krijgen over zijn onderrug. Hierbij lag de focus op het aanleren van bekkenkantelingen in zit. Om ook controle te krijgen over de voorwaartse bekkenkantelingen in verschillende en meer functionele posities kreeg hij thuisoefeningen mee. Deze moesten dagelijks uitgevoerd worden. Als laatste werd de aangeleerde controle geïntegreerd in dagdagelijks activiteiten en tijdens het fietsen (Figuur 5). 8
9 Figuur 5: Houding van de fietser op de fiets, Links: gewoonte houding, Rechts: aangeleerde houding tijdens de CB-CFT c. Pre post meting De fietser moest twee fietsproeven afleggen. Eén vóór de start van de interventie (Fietsproef 1: geen - CB- CFT/BFB [3] ) en één een maand na de interventie (Fietsproef 2: CB-CFT/BFB). Bij beide fietsproeven moest hij 2 uur buiten fietsen, op hetzelfde vlak parcours aan 60-70% van zijn maximale hartslag (leeftijd gebaseerd). Bij fietsproef 2 werd bovendien gevraagd om de aangeleerde controle t.h.v. de onderrug te gebruiken (Figuur 5). Ook kreeg hij, d.m.v. de BodyGuard, extra biofeedback (BFB) over de positie van zijn onderrug. Deze BFB bestond uit een geluid (piep) en trillingen wanneer hij een bepaalde flexiewaarde (%Fl ROM) overschreed (bepaald o.b.v. de data van de eerste fietsproef). Ook hier werd de BodyGuard (Sels Instruments nv, Belgium) gebruikt om de houdingen en bewegingen van de onderrug te meten De NPRS werd gebruikt om intensiteit van de LRP te meten. De pijnscore werd bevraagd bij het begin en elke 15 minuten tijdens het fietsen, evenals 30 minuten, één, twee en 24 uur na het fietsen. Aan de fietsafstelling werd niets veranderd. Na CB-CFT (met BFB) interventie was er een significante daling in de gemiddelde (± SD) flexie positie van de onderrug (p < 0.001). De waarden daalden van 82.2% (± 5.2) Fl ROM tijdens Fietsproef 1 (geen CB-CFT/BFB) naar 56.6 % (± 3.6) Fl ROM tijdens Fietsproef 2 (CB- CFT/BFB) (Figuur 6). Dit was geassocieerd met een significante vermindering van LRP tijdens het fietsen (p = 0.01) (Figuur 7). Tijdens Fietsproef 1 (geen CB-CFT/BFB) nam de LRP gradueel toe tot 7/10 terwijl de positie van de onderrug hetzelfde bleef. Tijdens Fietsproef 2 (CB-CFT/BFB) was de LRP significant minder en bleef deze 0/10 tot 90 minuten om dan kort toe te nemen tot 2/10 en terug te dalen tot 0/10 op het einde van de fietsproef (Figuur 7). Het zitcomfort tijdens het fietsen bleef hetzelfde (5/50 op de Category Partioning scale, CP ). De gemiddelde pijnscore tijdens het fietsen (gemiddelde pijn over de laatste week) daalde van 5/10 (vóór Fietsproef 1) naar 2/10 vóór Fietsproef 2 en de LRP tijdens dagdagelijkse activiteiten van 2/10 naar 1.5/10. d. Bespreking casus Uit deze case study bleek dat een fietsspecifieke CB-CFT interventie met het gebruik van BFB zeer effectief was in het verbeteren van de positie van de onderrug tijdens het fietsen en dat dit geassocieerd is met een significante daling van de LRP. Het vermoeden dat een onderliggend en inherent aanwezig motorisch controle probleem t.h.v de onderrug (als persoonlijk aanpasbare factor) een cruciale factor kan zijn in de revalidatie/preventie van LRP bij fietsers, wordt ondersteund door deze case study. Tijdens Fietsproef 1 (geen [3] BFB: BioFeedback 9
10 Figuur 6: Percentage (± SD) van de totale lumbale flexie (% FL ROM) (± SD) van de fietser per 12 intervallen van 10 minuten (in totaal 2 uur), tijdens Fietsproef 1 = geen CB-CFT/BFB en Fietsproef 2 = CB-CFT/BFB. SD: standaard deviatie, CB-CFT: classification-based cognitieve functionele therapie, BFB: biofeedback, Alarmwaarde: waarde waarboven de fietser BFB kreeg tijdens Fietsproef 2 (reprinted with permission of the Dutch journal of sports medicine and sports science). Figuur 7: De gemiddelde pijnscore (NPRS; 0-10) van de fietser tijdens en na het Fietsproef 1 = geen CB-CFT/BFB en Fietsproef 2 = CB-CFT/BFB. De vertikaal gestippelde lijn geeft het einde van de fietsproeven weer. NPRS: numerical pain rating scale, CB-CFT: classification-based cognitieve functionele therapie, BFB: biofeedback, :minuten, h: uren, post: tijd na het einde van de fietsproef (reprinted with permission of the Dutch journal of sports medicine and sports science). CB-CFT/BFB) nam de pijn gradueel toe terwijl de positie van de onderrug hetzelfde bleef. Bij Fietsproef 2 (CB- CFT/BFB) daarentegen kon de fietser een meer optimale (minder eindstandige) positie behouden wat gepaard ging met een significante daling en uitstelling van de LRP. Ook in andere sporten zoals bv. roeien en in de klinische praktijk wordt een gelijkaardige CB-CFT interventie voorgesteld en blijkt deze effectief te zijn. Verder vermelden we nog dat de fietser rapporteerde dat hij zich comfortabeler voelde op zijn fiets en (subjectief) het gevoel had dat hij meer kracht kon leveren met de benen. De relatie tussen de positie van de rug en het ontwikkelen van kracht is onderwerp van lopend onderzoek door onze onderzoeksgroep. Bij (telefonisch) follow-up (na 2 ½ maand) rapporteerde de fietser dat hij nog steeds kon fietsen zonder LRP en dat hij zelfs het rijden van wedstrijden had hervat (na een afwezigheid van een jaar vanwege LRP). Hij had ook veel minder LRP tijdens dagdagelijks activiteiten (bv. bij langdurig zitten). De niet persoonlijk aanpasbare variabelen (fietsafstelling) werden niet 10
11 veranderd. De fietsafstelling bleef ongewijzigd. In dit kader lijkt het ons nuttig te vermelden dat de fiets reeds afgesteld werd door een professional. Zo was hij overgegaan tot het plaatsen van een medial cut-out zadel en was het zadel reeds 1 naar voor gekanteld was. Desondanks had de fietser nog steeds last van LRP tijdens het fietsen. Het was pas na de CB-CFT interventie dat er een significante verandering van positie en LRP was. Dit ondersteunt het belang van het ingrijpen op modifieerbare persoonlijke factoren. Het is geenszins onze mening om te besluiten dat enkel deze persoonlijk aanpasbare factoren belangrijk zijn voor de revalidatie van LRP bij fietsers. Met deze casus kunnen we wel aantonen dat dit een cruciale factor is. Verder onderzoek is belangrijk om de relatieve bijdrage van het veranderen van de persoonlijk- en niet persoonlijk aanpasbare factoren uit te klaren. Vermoedelijk is een combinatie van optimalisatie van beide factoren essentieel. 6. Conclusies Ons recent onderzoek heeft aangetoond dat er een duidelijk verschil is in de positie van de onderrug tijdens het fietsen bij fietsers met en zonder LRP. Fietsers met LRP hebben een maladaptief motorisch controle probleem t.h.v. de onderrug waardoor ze zichzelf eindstandiger positioneren op de fiets. Deze aangehouden en eindstandigere houding is geassocieerd met een toename in LRP tijdens fietsen. Een behandelingsstrategieën (CB-CFT) gericht op het verminderen van deze eindstandige flexiepositie tijdens het fietsen d.m.v. het actief veranderen van een persoonlijk aanpasbare factor (motorische controle t.h.v. onderrug) blijkt effectief te zijn in het verbeteren van de houding van de onderrug en een vermindering van de LRP tijdens het fietsen. 7. Take home messages LRP komt vaak voor bij fietsers en meestal is er geen specifiek aantoonbaar letsel. De NSCLRP-groep is een heel heterogene groep, subclassificatie is noodzakelijk. Een belangrijke subgroep binnen de NSCLRP-groep zijn de patiënten met een maladaptieve motorische controle t.h.v. de lage rug. Bij een subgroep van fietsers met NSCLRP is een onderliggend maladaptief motorisch controle probleem (FP) aanwezig t.h.v. de onderrug. Ze hebben een significant toegenomen en aangehouden flexiepositie van de onderrug in vergelijking met fietsers zonder LRP. Deze uitgesproken en aangehouden flexiepositie van de lage rug is gerelateerd aan LRP bij fietsers. Om de positie en controle over de onderrug te verbeteren zijn er verschillende factoren die aangepast kunnen worden: de niet persoonlijk aanpasbare factoren en de persoonlijk aanpasbare factoren. Er bestaat een specifieke aanpak voor LRP bij fietsers. CB-CFT gericht op het verminderen van de eindstandige flexiepositie tijdens het fietsen d.m.v. het actief veranderen van een persoonlijk aanpasbare factor (motorische controle t.h.v. de onderrug) blijkt 11
12 effectief te zijn om de houding van de onderrug te verbeteren en de LRP tijdens het fietsen te verminderen. Persoonlijk aanpasbare factoren blijken een cruciale factor te zijn. Verder onderzoek is belangrijk om de relatieve bijdrage van het veranderen van de persoonlijk- en niet persoonlijk aanpasbare (vb. fietsafstelling) factoren uit te klaren. 8. Referenties 1. Callaghan MJ, Jarvis C. Evaluation of elite British cyclists: the role of the squad medical. British Journal of Sports Medicine 1996;30(4): Salai M, Brosh T, Blankstein A, Oran A, Chechik A. Effect of changing the saddle angle on the incidence of low back pain in recreational bicyclists. Br. J. Sports Med. 1999;33(6): Clarsen B, Krosshaug T, Bahr R. Overuse Injuries in Professional Road Cyclists. American Journal of Sports Medicine 2010;doi: / Dankaerts W, O'Sullivan P, Burnett A, Straker L. Differences in sitting postures are associated with nonspecific chronic low back pain disorders when patients are subclassified. Spine 2006;31(6): Dillingham T. Evaluation and management of low back pain: an overview. State of the Art Reviews 1995;9: Waddell G. The Back Pain Revolution. New York: Churchill Livingstone Croft P, Macfarlane G, Papageorgiou A, Thomas E, Silman A. Outcome of low back pain in general practice: a prospective study. BMJ 1998;316(7141): Burton AK, McClune TD, Clarke RD, Main CJ. Long-term follow-up of patients with low back pain attending for manipulative care: outcomes and predictors. Man Ther 2004;9(1): O'Sullivan P. Diagnosis and classification of chronic low back pain disorders: maladaptive movement and motor control impairments as underlying mechanism. Manual Therapy 2005;10(4): Dankaerts W, O'Sullivan P, Burnett A, Straker L. Altered patterns of superficial trunk muscle activation during sitting in nonspecific chronic low back pain patients: importance of subclassification. Spine 2006;31(17): O'Sullivan PB. Lumbar segmental 'instability': clinical presentation and specific stabilizing exercise management. Manual Therapy 2000;5(1): Pope MH. Risk indicators in low back pain. Ann. Med. 1989;21(5): McKenzie R. The Lumbar Spine: Mechanical Diagnosis and Therapy. Waikanae, New Zealand Spinal Publications Dunk N, Kedgley A, Jenkyn T, Callaghan J. Evidence of a pelvis-driven flexion pattern: Are the joints of the lower lumbar spine fully flexed in seated postures? Clinical Biomechanics 2009;24:
13 15. O'Sullivan PB, Burnett A, Floyd AN, Gadsdon K, Logiudice J, Miller D, et al. Lumbar repositioning deficit in a specific low back pain population. Spine 2003;28(10): Burnett A, Cornelius M, Dankaerts W, O'Sullivan PB. Spinal kinematics and trunk muscle activity in cyclists: a comparison between healthy controls and non-specific chronic low back pain subjects-a pilot investigation. Man Ther 2004;9(4): Nachemson A. Back pain: delimiting the problem in the next millennium. International Journal of Law and Psychiatry 1999;22(5-6): Burnett A, O'Sullivan P, Ankarberg L, Gooding M, Nelis R, Offermann F, et al. Lower lumbar spine axial rotation is reduced in end-range sagittal postures when compared to a neutral spine posture. Man Ther 2008;13(4): Floyd WF, H. SP. The function of the erectores spinae muscles in certain movements and postures in man. J Physiol 1955;129(1): Kuslich S, Ulstrom C, Michael C. The tissue origin of low back pain and sciatica: a report of pain response to tissue stimulation during operations on the lumbar spine using local anesthesia. Orthop. Clin. North Am. 1991;22: McGill SM, Kippers V. Transfer of loads between lumbar tissues during the flexion-relaxation phenomenon. Spine 1994;19(19): Gupta A. Analyses of myo-electrical silence of erectors spinae. J. Biomech. 2001;34(4): Callaghan J, Dunk N. Examination of the flexion relaxation phenomenon in erector spinae muscles during short duration slumped sitting. Clinical Biomechanics 2002;17(5): O'Sullivan P, Dankaerts W, Burnett A, Chen D, Booth R, Carlsen C, et al. Evaluation of the flexion relaxation phenomenon of the trunk muscles in sitting. Spine 2006;31(17): Mork P, Westgaard R. Back posture and low back muscle activity in female computer workers: A field study. Clinical Biomechanics 2008;doi: /j.clinbiomech McGill S, Brown S. Creep response of the lumbar spine to prolonged full flexion. Clinical Biomechanics 1992;7: Little JS, Khalsa PS. Human lumbar spine creep during cyclic and static flexion: creep rate, biomechanics, and facet joint capsule strain. Ann. Biomed. Eng. 2005;33(3): Burnett AF, Cornelius MW, Dankaerts W, O'Sullivan PB. Spinal kinematics and trunk muscle activity in cyclists: a comparison between healthy controls and non-specific chronic low back pain subjects-a pilot investigation. Manual Therapy 2004;9(4): O'Sullivan PB. 'Clinical instability' of the lumbar spine: its pathological basis, diagnosis and conservative management. In: Jull GA, Boyling JD, editors. Grieve s Modern Manual Therapy, 3rd ed. Amsterdam: Elsevier 2005:
14 30. Ford JJ, Ian Story, McMeeken J. The test-retest reliability and concurrent validity of the Subjective Complaints Questionnaire for low back pain. Man Ther 2009;14: O'Sullivan K, Galeotti L, Dankaerts W, O'Sullivan P, O'Sullivan L. The reliability of a wireless monitor for measurement of lumbar spine posture[abstract]. Manual Therapy 2009;14:S O'Sullivan K, Campbell A, O'Sullivan P, O'Sullivan L, Dankaerts W. Validity of a novel wireless posture monitor. Submitted for publication to Manual Therapy - under review Van Hoof W, Volkaerts K, O'Sullivan K, Verschueren S, Dankaerts W. Comparing lower lumbar kinematics in cyclists with low back pain (flexion pattern) versus asymptomatic controls field study using a wireless posture monitoring system. Manual Therapy 2012;17(4): Williamson A, Hoggart B. Pain: a review of three commonly used pain rating scales. J. Clin. Nurs. 2005;14(7): Ostelo RW, Deyo RA, Stratford P, Waddell G, Croft P, M. VK, et al. Interpreting change scores for pain and functional status in low back pain: towards international consensus regarding minimal important change. Spine 2008;33(1): Caldwell JS, McNair PJ, Williams M. The effects of repetitive motion on lumbar flexion and erector spinae muscle activity in rowers. Clin Biomech 2003;18(8): Perich D, Burnett A, O Sullivan P. Low back pain and the factors associated with it: Examination of adolescent female rowers. In: Schwameder H, Srtutzenberger G, Fastenbauer V, Lidinger S, Muller E, editors. 24th symposium of the international society of biomechanics in sports. The University of Salzburg 2006: Ng L, Burnett A, O'Sullivan P. Spinopelvic kinematics and trunk muscle activation in prolonged ergometer rowing: mechanical etiology of non-specific low back pain in adolescent rowers [abstract](edited by Y. Kwon, J. Shim, J. Shim, I. Shin). Seoul National University 2008: O'Sullivan P, Mitchell T, Bulich P, Waller R, Holte J. The relationship between posture and back muscle endurance in industrial workers with flexionrelated low back pain. Manual Therapy 2006;11(4): Dolan P, Adams M. Influence of lumbar and hip mobility on the bending stresses acting on the lumbar spine. Clin Biomech 1993;8(4): Adams M, McNally D, Chinn H, Dolan P. Posture and the compressive strength of the lumbar spine. Clinical Biomechanics 1994;9(1): Panjabi M. The stabilizing system of the spine. Part I. Function, dysfunction, adaptation, and enhancement. J. Spinal Disord. 1992;5(4): Bressel E, Larson BJ. Bicycle seat designs and their effect on pelvic angle, trunk angle, and comfort. Med. Sci. Sports Exerc. 2003;35(2): de Vey Mestdagh K. Personal perspective: in search of an 14
15 optimum cycling posture. Appl. Ergon. 1998;29(5): Vibe Fersum K, O'Sullivan P, Skouen JS, Smith A, Kvale A. Efficacy of classification-based cognitive functional therapy in patients with non-specific chronic low back pain: A randomized controlled trial. Eur J Pain 2013;17(6): Perich D, Burnett A, O'Sullivan P, Perkin C. Low back pain in adolescent female rowers: a multi-dimensional intervention study. Knee Surg. Sports Traumatol. Arthrosc. 2010;DOI /s O'Sullivan P. The efficacy of specific stabilizing exercise in the management of chronic low back pain with radiological diagnosis of lumbar segmental instability. PhD Thesis, Curtin University of Technology, Western Australia Dankaerts W, O'Sullivan PB, Burnett AF, Straker LM. The use of a mechanism-based classification system to evaluate and direct management of a patient with non-specific chronic low back pain and motor control impairment- A case report. Man Ther 2007;12(2): O'Sullivan K, Galeotti L, Dankaerts W, O'Sullivan L, O'Sullivan P. The between-day and inter-rater reliability of a novel wireless system to analyse lumbar spine posture. Ergonomics 2011;54(1): Shen W, Parsons K. Validity and reliability of rating scales for seated pressure discomfort. International Journal of Industrial Ergonomics 1997;20: Thorpe AM, O Sullivan PB, Burnett A, Caneiro J-P. Assessing the efficacy of a specific physiotherapy intervention for the prevention of low back pain in female adolescent rowers: A field study. New Zeeland Journal of Sports Medicine 2009;36(2). 15
Onderzoek naar de oorzaak van (chronische) lage rugpijn
Onderzoek naar de oorzaak van (chronische) lage rugpijn In de laatste 13 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de oorzaak van lage rugpijn. Voornamelijk het veelvuldig voorkomen van lage rugpijn en het
Nadere informatieIs de behandeling van lage rugklachten door middel van tractie evidence based? Dr Peter Verspeelt Fysische geneeskunde en revalidatie 24 oktober 2015
Is de behandeling van lage rugklachten door middel van tractie evidence based? Dr Peter Verspeelt Fysische geneeskunde en revalidatie 24 oktober 2015 Wat is de invloed van tractie op een lumbale
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321)
Auteur(s): F. Roelants, P. van Kempen Titel: Rugspieractiviteit tijdens het schaatsen Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 313-321 Deze online uitgave mag, onder duidelijke
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. Global Perceived Effect (GPE)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Global Perceived Effect (GPE) 31-03-2014 Review: R.A.H.M. Swinkels Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende
Nadere informatieParamedisch OnderzoekCentrum
Manueeltherapeutische classificaties voor lage-rugpijn: uitdaging voor de toekomst. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Prof.dr. Janusz Bromboszcz Opbouw Relevantie van classificaties voor MT Profielen KNGF-richtlijn
Nadere informatiePreventie van rugklachten: van kind tot volwassene
Preventie van rugklachten: van kind tot volwassene Raf Maiori Kinesitherapeut/Bewegingsconsulent raf.maiori@zol.be Multidisciplinair PijnCentrum Ziekenhuis Oost-Limburg Stalenstraat 2 3600 Genk 089/32
Nadere informatiePARAMEDISCH CURSUSSEN & OPLEIDINGEN. Brochure
2018 PARAMEDISCH CURSUSSEN & OPLEIDINGEN LAGE RUGPIJN PAIN AND MOTOR INTERACTIONS Brochure OPLEIDINGSINSTITUUT CIVA B.V. Organisatie cursus Organiserende instelling CIVA B.V. Adresgegevens Rumpenerstraat
Nadere informatieCase report klinische lumbale instabiliteit Blind varen op Tampascore kan leiden tot minder adequate therapie
FysioPraxis oktober 2009 Rubriek: CASUÏSTIEK, DIAGNOSTIEK EN BEHANDELEN Tekst en beeld: Huub Vossen, drs. Katrien Bartholomeeusen en Paul Huisman Case report klinische lumbale instabiliteit Blind varen
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatiePARAMEDISCH CURSUSSEN & OPLEIDINGEN. Brochure
2018 PARAMEDISCH CURSUSSEN & OPLEIDINGEN LAGE RUGPIJN PAIN AND MOTOR INTERACTIONS Brochure OPLEIDINGSINSTITUUT CIVA B.V. Organisatie cursus Organiserende instelling CIVA B.V. Adresgegevens Rumpenerstraat
Nadere informatieHuisarts of hometrainer?
Huisarts of hometrainer? In het literatuuroverzicht werden zes studies opgenomen. Vier studies onderzochten het effect van training op ziekteverzuim, drie daarvan bestudeerden tevens de effecten op klachten
Nadere informatieNekhernia s, zijn wetenschappers hun gezonde verstand kwijt?
Nekhernia s, zijn wetenschappers hun gezonde verstand kwijt? 1. Als lumbale hernia s slechts 2,8 maal zoveel voorkomen bij astronauten en men dit vooral wijt aan versterkte hydratie van de nucleus pulposus
Nadere informatie25 jaar whiplash in Nederland
25 jaar whiplash in Nederland Vanuit een fysiotherapeutisch perspectief Maarten Schmitt M.Sc 1 2 Fysiotherapeut & manueeltherapeut Hoofd van de Divisie Onderwijs Stichting Opleidingen Musculoskeletale
Nadere informatieAdherence aan HWO en meer bewegen
Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.
Nadere informatieSamenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie
Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder
Nadere informatieUITKOMSTEN WAT IS EEN UITKOMST? 30/04/2013. A is beter dan B? C is goedkoper dan D? Uitkomst = Het effect van een bepaalde interventie op
UITKOMSTEN WAT IS EEN UITKOMST? A is beter dan B? C is goedkoper dan D? Mijn innovatie is beter dan de concurrentie Uitkomst = Het effect van een bepaalde interventie op Bijvoorbeeld: Mortaliteit Kwaliteit
Nadere informatieExtend of injury problem : incidence & severity. Etiology & Mechanisms. Developing & introducing preventive measures
R. Meeusen, I.Aerts, J. Verschueren, E. Cumps, E. Verhagen Vrije Universiteit Brussel dept. Human Physiology 1. Inleiding 2. Epidemiologie en etiologie Risico profielen 3. Ontwikkeling van screening en
Nadere informatieAcute Low Back Pain Screenings Questionnaire (ALBPSQ)
Acute Low Back Pain Screenings Questionnaire (ALBPSQ) S.J. Linton en K. Halldén, 1996 Instructie DOEL(GROEP): Prognostische en inventariserende vragenlijst De Acute Low Back Pain Screening Questionnaire
Nadere informatieAcute Low Back Pain Screening Questionnaire (ALBPSQ) S.J. Linton & K. Halldén (1996)
Acute Low Back Pain Screening Questionnaire (ALBPSQ) S.J. Linton & K. Halldén (1996) DOEL(GROEP): Inventariserende vragenlijst De Acute Low Back Pain Screening Questionnaire (ALBPSQ) is een biopsychosociaal
Nadere informatieEvidence based medicine proof oefentherapie voor lage rugpijn Prof. Dr. Ulrike Van Daele Vakgroep Movant opleiding Revaki
24 oktober 2015 Evidence based medicine proof oefentherapie voor lage rugpijn Prof. Dr. Ulrike Van Daele Vakgroep Movant opleiding Revaki 2 Lifetime prevalentie LRP: 84% Prevalentie chronische LRP: 23%
Nadere informatieRevalidatie en preventie meer dan alleen spieren trainen. Lorenzo d Hont [ Master Sportfysiotherapeut]
Revalidatie en preventie meer dan alleen spieren trainen Lorenzo d Hont [ Master Sportfysiotherapeut] Patiënt X VKB-R 2014 30 tot 40 maal grotere kans op een VKB recidief Na 12 maanden ondervindt 28%
Nadere informatieSTEP Nederland: www.step.nl - Deldenerstraat 47-7551AB HENGELO (O) - 074 250 28 28 - step@step.nl
BIJ RUGKLACHTEN, BLESSURES EN RSI BEVORDEREN VAN ZELFREDZAAMHEID LEER MENSEN HOE ZIJ ZELF DE PREVENTIE VAN FYSIEKE OVERBELASTING KUNNEN REALISEREN PREVENTIEF EN CURATIEF INHOUD 01. INLEIDING 02. BUKKEN
Nadere informatieFysius werkt samen met u aan een leven zonder rugpijn.
Rugpijn? Rugpijn is niet vanzelfsprekend Volgens het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) heeft 1 op de 5 volwassenen last van terugkerende rugklachten. Dit zijn 2,6 miljoen mensen die
Nadere informatieGEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD
RESULTATEN ANALYSE 2014 GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD De Rughuis Methode heeft aangetoond dat de gezondheidstoestand en kwaliteit van leven bij patiënten met chronische rugklachten enorm kan toenemen.
Nadere informatieChronificatie van postoperatieve pijn
Chronificatie van postoperatieve pijn Dr. Baeyens Malika, ASO Dienst anesthesie 5 december 2017 Wat is pijn? IASP definition (1994) An unpleasant sensory and emotional experience associated with actual
Nadere informatieVictor Niemeijer Sportarts SMA Elkerliek
Victor Niemeijer Sportarts SMA Elkerliek Onderzoek lage rug en heup core stability The Fifa 11 + Epidemiologie - 60-90% van alle mensen maakt een keer een episode van aspecifieke lage rugpijn door - Incidentie
Nadere informatieBent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.
Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten
Nadere informatieTrainingen sturen vanuit het labo en op het veld
Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Trainingen sturen vanuit het labo en op het veld AUTEURS VANBEKBERGEN J., PELGRIM K. REDACTEUR MEYLEMANS S. INSTITUUT Katholieke
Nadere informatieCoach Information Supply
Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Coach Information Supply AUTEUR VERTALING INSTITUUT PROF. DR. MANFRED MUCKENHAUPT PUT KOEN Katholieke Universiteit Leuven,
Nadere informatieEvy Dhondt, Jessica Van Oosterwijck, Barbara Cagnie, Rahmat Adnan, Stijn Schouppe, Jens Van Akeleyen, Tine Logghe, Lieven Danneels
VK Symposium + Colloquium Topsport & Wetenschap 2015 Predictoren van therapietrouw en respons op een ambulant multimodaal revalidatieprogramma voor patiënten met chronische lage rugpijn: een cohort studie
Nadere informatiee-exercise bij knie en heup artrose
e-exercise bij knie en heup artrose Ontwikkeling, evaluatie en implementatie Corelien Kloek (TiU, NIVEL, UMCU, HU) Daniël Bossen (HvA), Joost Dekker (VUmc), Dinny de Bakker (TiU, NIVEL), Cindy Veenhof
Nadere informatiehttp://www.psychfysio.nl/nieuws/6_04_1.html Jelle Heisen Anamnese
http://www.psychfysio.nl/nieuws/6_04_1.html Jelle Heisen Anamnese Wat is de hulpvraag in termen van ICF en gerelateerd aan het functioneren van de patiënt in zijn / haar context? 1 inventarisatie concrete
Nadere informatieR. H. M. Goossens Technische Universiteit Delft. Axia Profit & Axia Pro Ondersteuningkracht en spieractiviteit
R. H. M. Goossens Technische Universiteit Delft Axia Profit & Axia Pro Ondersteuningkracht en spieractiviteit Ondersteuningskracht en spieractiviteit gemeten op de rug tijdens zitten op de fit en R.H.M.
Nadere informatieCoach Profession Profile
Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Coach Profession Profile AUTEUR PROF. DR. HELMUT DIGEL / PROF. DR. ANSGAR THIEL VERTALING PUT K. INSTITUUT Katholieke Universiteit
Nadere informatiePOSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OK (LUMBOSACRALE) DISCECTOMIE/LAMINECTOMIE
VERSIE JANUARI 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OK (LUMBOSACRALE) DISCECTOMIE/LAMINECTOMIE 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische
Nadere informatieType Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla
Nadere informatieCOMPRESSIE- of TRACTIETHERAPIE bij ASPECIFIEKE NEKPIJN: WAT HELPT?
Paramedisch OnderzoekCentrum POC COMPRESSIE- of TRACTIETHERAPIE bij ASPECIFIEKE NEKPIJN: WAT HELPT? Prof.dr. Rob Oostendorp Ann Pattyn MSc Dr. Wendy Scholten-Peeters Prof.dr. William Duquet Fysiotherapie
Nadere informatie- 172 - Prevention of cognitive decline
Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22739 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22739 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Barzouhi, Abdelilah el Title: Paradigm shift in MRI for sciatica Issue Date: 2013-12-03
Nadere informatieExecutief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression
Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:
Nadere informatieHoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het
Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve
Nadere informatiesamenvatting 127 Samenvatting
127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.
Nadere informatieRevalidatieschema na een collagene meniscus implantatie (CMI)
1 Revalidatieschema na een collagene meniscus implantatie (CMI) Locatie: Nevenletsel: Let op: dit schema is een richtlijn die hulp kan bieden bij het revalideren na een meniscushechting. Let te allen tijde
Nadere informatieBehandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar
Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen
Nadere informatieMindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht
Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Flip Kolthoff, psychiater Radboud Universitair Centrum voor Mindfulness, GGZ Noord-Holland-Noord Flip Kolthoff, VUmc, 20-01-2012 1 Inleiding Flip Kolthoff,
Nadere informatieT:+32(0)3 230 19 75 www.esdproducts.eu - info@esdproducts.eu F:+32(0)3 230 19 78
Zit u wel goed? Beeldschermwerk kan nog veel gezonder In de huidige normen voor bureaustoelen worden richtlijnen gegeven m.b.t. de zithoogte, de zitdiepte enz. Tevens wordt een opsomming gemaakt van diverse
Nadere informatieWERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?
WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE
Nadere informatieChronische instabiliteit van de enkel
Chronische instabiliteit van de enkel Een update Dr. Wim Jorissen, 24 maart 2012. Recidiverende enkeldistortio s Recidiverende enkeldistortio s met vaak een gevoel van instabiliteit Recidiverende enkeldistortio
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatie(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom
(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom Instituut: Sportrevalidatie Hilversum Verwijzer: Alle verwijzers Periode: 1-1-2016 t/m 31-12-2017 Fysiotherapeut: Alle fysiotherapeuten Inleiding Dit rapport
Nadere informatiePijn. Wat is pijn 1,2,3? Hoe ontstaat pijn 1,3?
Pijn Wat is pijn 1,2,3? Pijn is een natuurlijk beschermingsmechanisme. Pijn geeft aan dat er een mogelijke beschadiging is van een deel van het lichaam. Denk maar eens aan het vastpakken van een te hete
Nadere informatieBalans en stabiliteitstraining een brede kijk op motorlearning
Balans en stabiliteitstraining een brede kijk op motorlearning Cursusprogramma Heerenveen Wij behouden ons het recht voor kleine wijzigingen aan te brengen in dit programma wanneer het leerproces dit vraagt.
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieRunning head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN
Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural
Nadere informatieTriage Risk Screening Tool (TRST)
Triage Risk Screening Tool (TRST) Meldon (2003) Meetinstrument Triage Risk Screening Tool Afkorting TRST Auteur Meldon Onderwerp Functionele, mentale, psychosociale beoordeling Doelstellingen Meten van
Nadere informatieEpidurale en periradiculaire injecties bij chronische rugklachten is geen te verzekeren prestatie
Onderwerp: Epidurale en periradiculaire injecties bij chronische rugklachten is geen te verzekeren prestatie Samenvatting: Soort uitspraak: Datum: 10 juli 2007 Uitgebracht aan: Er is onvoldoende evidence
Nadere informatieLanger leven? LICHAAMSBEWEGING EN Meer bewegen. Marjolein Visser. ACA Congres 2012
ACA Congres 2012 LICHAAMSBEWEGING EN SUCCESVOL OUDER WORDEN Meer bewegen - Afdeling Gezondheidswetenschappen, Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen, Vrije Universiteit; - Afdeling Epidemiologie en
Nadere informatieINVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Nadere informatieBerekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016
70 kg Berekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016 Voedingstoestand Daling van het gewicht (BMI) en ALSFRS-R gerelateerd, wijst
Nadere informatieDenken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Nadere informatieFysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten
Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,
Nadere informatieFerrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43,
SESSING SCALE Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, 37-40. Meetinstrument Sessing scale Afkorting - Auteur
Nadere informatieIs intra-articulair hyaluronzuur nuttig bij de behandeling van cuffscheuren in de schouder?
Is intra-articulair hyaluronzuur nuttig bij de behandeling van cuffscheuren in de schouder? Dr. P. Verspeelt Fysische geneeskunde en Revalidatie 15 november 2014 Wat is hyaluronzuur? 2 suikermolecules
Nadere informatieDe Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:
Nadere informatieEen literatuuroverzicht. Behandeling van MTSS bij atleten; een gerandomiseerde studie. Maarten Moen Sportarts
Een literatuuroverzicht Behandeling van MTSS bij atleten; een gerandomiseerde studie Maarten Moen Sportarts MTSS komt door tractie van de tibialis posterior aan het periost waardoor periostitis ontstaat.
Nadere informatieSportletsels bij wielrenners Sportletsels bij wielrenners. Acute letsels >> val of botsing. Hoofdletsel 22 % Knie Arm 50 %
Sportletsels bij wielrenners Sportletsels bij wielrenners Acuut Chronisch Dr.F.Nelde Fysische geneeskunde en Revalidatie Sportgeneeskunde Acute letsels >> val of botsing Hoofdletsel 22 % Knie Arm 50 %
Nadere informatieRode Vlaggen. Cursus. Directe Toegankelijkheid Oefentherapie
Rode Vlaggen Cursus Directe Toegankelijkheid Oefentherapie Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm
Nadere informatieWat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?
De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve
Nadere informatieWat weten we nu eigenlijk van hielklachten zoals fasciosis plantaris en hielspoor? [+ tips en oefeningen]
Door: Marjolein Stegeman Wat weten we nu eigenlijk van hielklachten zoals fasciosis plantaris en hielspoor? [+ tips en oefeningen] Zo n 1 op de 10 Nederlanders heeft wel eens last van zijn hiel, in 80%
Nadere informatieSTEP bij rugklachten, een behavioral approach. A. en J.H. Bruggeman, H.J. Kooke. Onderzoek bij BAF
STEP bij rugklachten, een behavioral approach. A. en J.H. Bruggeman, H.J. Kooke De titel doet menigeen waarschijnlijk direct denken aan graded activty en/of graded exposure, interventierichtingen waar
Nadere informatiePrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen
Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of
Nadere informatieHOOFD /HALS / NEKPIJNKLACHTEN STATE OF THE ART
HOOFD /HALS / NEKPIJNKLACHTEN STATE OF THE ART drs. John Bos Literatuur KNGF Richtlijn Nekpijn. KNGF 2016. (red. Bier JD, Scholten Peeters G.G.M., Staal JB et al) Neck Pain: Clinical Practice Guidelines
Nadere informatieHET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE
HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Vrije Universiteit Brussel UMC St Radboud, Nijmegen NPi, Amersfoort 1 NVMT 4e LUSTRUM VAN HARTE PROFICIAT 2 WAAROM
Nadere informatieWetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten?
Samenvatting 403 Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten? Lage rugpijn (LRP) is wereldwijd de meest voorkomende oorzaak van beperkingen. Dit blijkt uit studies naar ziektelast
Nadere informatieEnergieverbruik bij beginnende skiërs en snowboarders
Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Energieverbruik bij beginnende skiërs en snowboarders AUTEUR Aerenhouts D., De Raedemaeker L., Clarys P. en Zinzen E. REDACTEUR
Nadere informatieRE-BOOK IT Re-use knowledge
RE-BOOK IT Re-use knowledge Eco and euro friendly secondhand student books www.rebookit.be info@rebookit.be www.facebook.com/rebookit Agoralaan Gebouw D Kantoor B111 3590 Diepenbeek Kempische Steenweg
Nadere informatiePatient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)
Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported
Nadere informatieDysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly
DYSPHAGIA RISK ASSESSMENT FOR THE COMMUNITY-DWELLING ELDERLY (DRACE) Miura, H., Kariyasu, M., Yamasaki, K., & Arai, Y. (2007). Evaluation of chewing and swallowing disorders among frail community-dwelling
Nadere informatieCerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.
* Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale
Nadere informatieStudie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling
Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken
Nadere informatie2nd BBS Newsletter. Geachte collega s,
2 februari2016 2nd BBS Newsletter Geachte collega s, De Belgian Back Society (BBS) verheugt zich om u allen een prachtig nieuw jaar toe te wensen. U vindt in deze tweede nieuwsbrief vooral informatie betreffende
Nadere informatieSLIJTAGE BESTAAT NIET! ARTHROSE WEL. TJITTE KAMMINGA
SLIJTAGE BESTAAT NIET! ARTHROSE WEL. TJITTE KAMMINGA TJITTE KAMMINGA - Docent fysiotherapie HS Leiden - Fysiotherapeut / manueel therapeut - Trainer Haagatletiek en zelf actief hardloper - Auteur Hardlopen
Nadere informatieNVMT- Symposium 2013
NVMT- Symposium 2013 State of art lage rugpijn Tekst: Huub Vossen, redacteur NVMT Impressie van het NVMT Symposium 13 april 2013, Back to the future Het NVMT symposium Back to the future werd dit jaar
Nadere informatieBijlage 2 Meetinstrumenten
Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2.1 Functiescore De Bie et al. De Bie et al. (1997) gebruikten de functiescore als prognostisch instrument om lichte van ernstige letsels te onderscheiden. De functiescore
Nadere informatieEffecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:
Nadere informatieDe Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatieChronische pijn, een benadering vanuit de neurowetenschappen
Chronische pijn, een benadering vanuit de neurowetenschappen maar het zit toch niet tussen mijn oren John van der Meij Trilemma: Praktijk voor Training, Coaching en Therapie (Oegstgeest) Instituut voor
Nadere informatieHardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst. Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen
Hardlooponderzoek in Nederland nu en in de toekomst Marienke van Middelkoop, Erasmus MC Sjouke Zijlstra, UMC Groningen Hardloopblessures - Lange afstand lopen worden steeds populairder - Ook steeds meer
Nadere informatieCOPDnet transmuraal ketenzorgmodel
COPDnet transmuraal ketenzorgmodel integrale zorg in een geïntegreerde zorgketen LAN, Conferentie, 19 januari 2018 dr. A.J. (Alex) van t Hul Uitgangspunten/ aannames: 1. Uitkomsten van zorg voor mensen
Nadere informatieEvidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog
Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies
Nadere informatieFysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag?
Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Prof. dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut Amersfoort UMC St Radboud, Nijmegen Werkgroep Onderzoek Kwaliteit AANDACHTSPUNTEN doel conventionele
Nadere informatieSummary 136
Summary 135 Summary 136 Summary The objectives of this thesis were to develop of a mouse model of neuropathic pain and spinal cord stimulation (SCS) and to increase the efficacy of spinal cord stimulation
Nadere informatiehoofdstuk 4 & 7 hoofdstuk 3 & 6 hoofdstuk 2 hoofdstuk 5 Hoofdstuk 2 tot en met 5 hoofdstuk 6 en 7 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 hoofdstuk
Samenvatting De Lokomat is een apparaat dat bestaat uit een tredmolen, een harnas voor lichaamsgewichtondersteuning en twee robot armen die de benen van neurologische patiënten kunnen begeleiden tijdens
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatie(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1
(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological
Nadere informatiePijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)
Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.
Nadere informatieRunning head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende
Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie
Nadere informatieSt. Thomas's Risk Assessment Tool In Falling Elderly Inpatients
St. Thomas's Risk Assessment Tool In Falling Elderly Inpatients (STRATIFY) Oliver, D., Britton, M., Seed, P., Martin, F. C., and Hopper, A. H. (1997) "Development and Evaluation of Evidence Based Risk
Nadere informatie