Klas 2 vmbo-t. Docent:...
|
|
- Nathalie Sanders
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Klas 2 vmbo-t Naam: Klas: Docent:...
2 Inleiding In deze reader behandelen we Algemene Muziekleer, Solfège en Instrumentenleer. Deze onderdelen worden elk jaar meer uitgebreid. In de reader vind je de lesstof + oefeningen. De docent geeft aan of je de oefeningen thuis of in de klas moet maken. Aan het eind van het schooljaar wordt de reader ingenomen en becijferd door de docent. Zorg dat je netjes werkt en de reader altijd meeneemt naar de les. De reader wordt één keer verstrekt. Mocht je de reader kwijt raken kun je deze zelf printen vanaf de website Timeline Gedurende het schooljaar leg je jouw resultaten / vooruitgang vast in een de Timeline. De Timeline is in het bezit van de docent en wordt op vaste momenten bijgewerkt. Aan het eind van het schooljaar wordt de Timeline overgedragen aan de docent van het volgende jaar. 2
3 3
4 Het notenschrift Ieder land heeft zijn eigen taal. In Frankrijk spreken ze Frans, in Engeland Engels en in Nederland Nederlands. Er is één taal die in ieder land gesproken wordt: Het notenschrift! Het notenschrift wordt geschreven op een notenbalk. Dit zijn vijf lijntjes die boven elkaar staan. Het onderste lijntje is het eerste lijntje en het bovenste het vijfde lijntje. We tellen dus van beneden naar boven De notenbalk met vijf lijntjes Als je muziek gaat opschrijven moet je van elke toon het volgende aangeven: De toonhoogte: Hoe hoog/ laag moet je de toon spelen Het ritme: Hoe lang moet je de toon laten doorklinken Wanneer precies moet je die toon spelen Toonhoogte Hoe hoog of laag je de toon moet spelen kun je zien aan de plek van de noot op de notenbalk. De noten tekenen we als bolletjes. De bolletjes kunnen op de lijn (=door een lijn heen), of tussen de lijnen staan. 4 Er zijn veel verschillende noten. De namen die we voor de toonhoogte gebruiken komen uit het alfabet. Namelijk A, B, C, D, E, F en G. Na de G komt opnieuw de A, B, C enz. Dezelfde letter kan dus meerdere keren op de notenbalk voorkomen. Alleen hoe hoger de noot op de notenbalk staat, des te hoger de toon ook klinkt. Als je naar de notenbalk hierboven kijkt, valt je misschien op dat de stand van de stokken verschillend is. Onder het 3 e lijntje staan de stokken omhoog aan de rechterkant van het bolletje, boven het 3 e lijntje staand de stokken omlaag aan de linkerkant van het bolletje. Op het 3 e lijntje (de noot B) mag je kiezen.
5 De G-sleutel Vooraan de notenbalk staat de G-sleutel. Deze sleutel geeft aan dat op het tweede lijntje de noot G staat. Er zijn meerdere sleutels, maar de komende tijd zul je alleen met de G-sleutel werken. De G- sleutel Hulplijntje Niet alle noten passen op de notenbalk. Daarom kun je ook gebruik maken van hulplijntjes. Hiermee maak je de notenbalk iets groter dan dat hij eigenlijk is. Je kunt een hulplijntje maken boven en onder de notenbalk. 5 Er kunnen veel meer hulplijntjes voorkomen. Zo kan er ook een 2 e of een 3 e hulplijntje boven of onder de notenbalk komen te staan. Onthoud wel dat wanneer je een 2 e of 3 e hulplijntje gebruikt je ook de andere hulplijntjes erbij moet tekenen.
6 Het klavier Hoog / Laag Bij een piano zitten de hoge tonen aan de rechterkant en de lage tonen aan de linkerkant. Hoe meer je naar rechts gaat op het klavier, hoe hoger het klinkt. Als je naar links gaat zullen de tonen steeds lager gaan klinken. Witte en zwarte toetsen Als je naar de toetsen op een piano kijkt, zie je een afwisseling van witte en zwarte toetsen in een regelmatig patroon. Je hebt telkens een groepje van twee zwarte toetsen en dan van drie zwarte toetsen, dan weer twee enzovoort. De namen van de toetsen Elke toets heeft een naam. Er zijn, net als bij het notenschrift, zeven verschillende namen voor de toetsen namelijk: A B C D E F G. Na de G begin je weer opnieuw met A 6
7 Zwarte toetsen Wanneer je vanaf de C naar de dichtstbijzijnde toets rechts gaat, kom je uit op een zwarte toets. Deze zwarte toets heet een cis (uitspraak cies). Aan de eerste letter kun je zien dat deze zwarte toets van de C is afgeleid. Aan de letters is kun je zien dat je vanaf de C naar rechts bent gegaan, een halve toon hoger. Als je vanaf de D naar de dichtstbijzijnde toets rechts gaat, kom je uit op de zwarte toets dis. De volgende drie zwarte toetsen heten fis, gis en ais. Andersom Je kunt ook andersom rekenen: Wanneer je vanaf de B naar de dichtstbijzijnde toets links gaat, kom je uit op de zwarte toets bes. Aan de eerste letter kun je zien dat deze toets van de B is afgeleid. Aan de letters es kun je zien dat je vanaf de B naar links bent gegaan, een halve toon lager. Wanneer je vanaf de A naar de dichtstbijzijnde toets links gaat, kom je uit op de zwarte toets As. Als je verder door naar links gaat, kom je achtereenvolgens de ges, es en des tegen. 7 Dubbele namen De zwarte toetsen hebben dus dubbele namen! Met een cis en een des wordt dezelfde toets bedoeld en met een dis en een es ook. Aan de naam kun je zien van welke noot hij werd afgeleid. Een cis is afgeleid van de C, een des van een D. De klank van deze noten is wel hetzelfde.
8 Vragen en opdrachten 1. Welke lijn is de eerste lijn van de notenbalk, de bovenste of de onderste? 2. Hoeveel lijnen heeft de notenbalk?.. 3. Hoe heet het teken aan het begin van de notenbalk?.. 4. Wat bedoelen we met notenwaarde? 5. Hoe heten de volgende noten en hoe lang duren ze: 8 Noot Naam Duur
9 Vragen en opdrachten 6. Hieronder zie je een aantal noten staan. Zet de namen van de noten er onder. 7. Als je noten gaat noteren moet dit heel precies gebeuren. Wanneer de noot niet goed te lezen is, speelt de muzikant een verkeerde noot. 9 Teken de gevraagde noten. Maak de bolletjes niet te groot, maar ook niet te klein. Denk bij het tekenen ook om de juiste richting en de lengte van de stokken! Lage G B Lage F Lage C Lage A Hoge E Hoge A Hoge F Hoge C
10 Vragen en opdrachten 8. Noteer de naam van de noten met hulplijnen Zet de maatstrepen op de juiste plaats. Let op de maatsoort! Noteer de naam bij het rustteken a. b. c. d.
11 Kruisen / Mollen In de muziek kan het voorkomen dat een bepaalde noot een halve toon hoger of lager moet klinken. Dit wordt opgelost door er een kruis of een mol voor te zetten. De voortekens # Een kruis verhoogt de noot met een halve toonsafstand Een mol verlaagt de noot met een halve toonsafstand Een herstellingsteken maakt een kruis of mol ongeldig Staat een kruis of mol vooraan de balk, dan geldt deze voor de hele balk. 11 Staat een kruis of mol direct voor een noot, dan zijn ze tot de volgende maatstreep geldig.
12 Als er een kruis voor een noot staat, speel je de zwarte toets rechts van die noot. Achter de nootnaam komen dan de letters is (uitspraak: ies ). Dus: F wordt fis (fies) je schrijft F# G wordt gis (gies) je schrijft G# C wordt cis (cies) je schrijft C# Enz. Als er een mol voor een noot staat, speel je de zwarte toets links van die noot. Achter de nootnaam komen dan de letters es. Dus: B wordt bes je schrijft Bb D wordt des je schrijft Db Enz. Uitzonderingen: A wordt as (i.p.v. aes E wordt es (i.p.v. ees je schrijft Ab je schrijft Eb 12
13 Vragen en opdrachten 1. Zet de volgende woorden op de juiste plek: verhoogt, herstellingsteken, verlaagt Een kruis. Een mol... Een... de noot met ½ toonsafstand. de noot met ½ toonsafstand. maakt een kruis of mol ongeldig. 2. Noteer de naam van de zwarte en de witte toetsen: Vul hieronder de woorden links of rechts in: Als de noten op de notenbalk omhoog gaan, moet je naar..op de piano. Als de noten op de notenbalk omlaag gaan, moet je naar op de piano. Anders gezegd: Lage noten zitten.. en hoge noten zitten.
14 Vragen en opdrachten 4. Hieronder zie je een aantal noten staan. Zet de namen van de noten er onder Hieronder zie je een aantal noten staan. Zet de namen van de noten er onder. Let op: Er staat een kruis vooraan de notenbalk.
15 Toonduur Toonduur geeft aan hoe lang je een noot precies moet spelen. Binnen de muziek werken we niet met secondes maar met tellen. De toonduur geeft dus aan hoeveel tellen je een noot moet spelen. Hoe lang een noot duurt kun je zien aan de vorm van de noot. Hoe lang een noot duurt noem je notenwaarde. De lengte geef je weer in tellen. Noot Naam Duur Hele noot Halve noot 4 tellen 2 tellen 15 Kwartnoot 1 tel Achtste noot ½ tel Zestiende noot ¼ tel Twee achtsten achter elkaar krijgen de vlaggetjes aan elkaar. Dus in plaats van : krijg je: Deze twee zijn dus precies hetzelfde.
16 Maat Wanneer je een noot moet spelen kun je zien aan de plaats in de maat en aan het aantal tellen dat de andere noten in die maat duren. Een maat is een vakje in de notenbalk. Maatsoort Hoeveel tellen er in elke maat moeten staan kun je zien aan de maatsoort. De maatsoort staat vooraan de notenbalk. Het onderste getal is altijd een 8 of een 4. Deze 8 of 4 geeft de teleenheid aan. Wanneer er een 8 staat is de teleenheid achtsten, wanneer er een 4 staat is de teleenheid kwarten. Vierkwartsmaat Zesachtste maat 16 Een maatsoort bestaat uit 2 cijfers Het bovenste getal geeft aan hoeveel tellen er in de maat zitten. Het onderste getal geeft de teleenheid aan. 2 tellen in elke maat 3 tellen in elke maat De kwartnoot krijgt één tel De kwartnoot krijgt één tel Een teken voor een vierkwartsmaat
17 Rusten In een muziekstuk hoor je niet voortdurend geluid. Soms zijn er kortere of langere stiltes. De stiltes worden door een rustteken aangegeven in de notenbalk. 17 Punten Door een punt achter een noot te zetten, wordt die noot met de helft van zijn duur verlengd. Voorbeeld:
18 Vragen en opdrachten 1. Vul elke maat aan met één noot. 2. Hoeveel tellen duren deze noten en rusten Dit is een. Deze noot duurt nu..tellen. 4. Welke maat is fout? Zet er een kruisje boven.
19 Tempo Tempo heeft te maken met de snelheid van een stuk muziek. In de populaire muziek wordt de snelheid gemeten in BPM = beats per minuut. In de klassieke muziek, maar ook in allerlei andere stijlen wordt het tempo op een andere manier aangegeven. Er wordt dan gebruikt gebruik gemaakt van Italiaanse tempoaanduidingen. De meest voorkomende zijn: Tempoaanduidingen Allegro - Snel Andante - Gaande Langzaam - Adagio Accelerando - Versnellen Ritenuto - Vertragen A tempo - Het voorgaande tempo hervatten 19 Voor popmuziek gebruiken we Engelse termen om het tempo mee aan te geven: Snel - Fast Gaande - Medium Langzaam - Slow
20 Dynamiek Een ander woord voor dynamiek is toonsterkte. Je zegt ook wel geluidsterkte. Het gaat dus bij dynamiek om hoe sterk of hoe zacht de muziek klinkt. Hier heb je dynamische tekens voor d.w.z. tekens die aangeven hoe sterk (hard) of zacht je de muziek moet spelen. Een aantal dynamische tekens zijn: Dynamische tekens Pp - pianissimo (heel zacht) P - piano (zacht) Mf - mezzo forte (matig hard) F - forte (hard) Ff - fortissimo (heel hard) < - crescendo (harder worden) > - diminuendo of decrescendo (zachter worden) 20
21 Vragen en opdrachten 1. Sorteer deze noten van laag naar hoog. 2. Zit er een hele of een halve toonsafstand tussen de twee noten in elke maat? Noteer: ½ of 1 onder de maten. Tip: maak gebruik van het toetsenbord op blz. 7! Vul in: F is de afkorting van, dit wil zeggen: P is de afkorting van, dit wil zeggen: MF is de afkorting van., dit wil zeggen: Pp is de afkorting van.., dit wil zeggen: Ff is de afkorting van, dit wil zeggen:
22 Belangrijke begrippen / aanduidingen in de muziek Herhalingsteken Het gedeelte dat tussen de herhalingstekens staat, wordt 2x gespeeld Prima volta Deze aanduiding wordt gebruikt als de laatste maten van de herhaling verschillend zijn: 1. spelen tot en met prima volta Secunda volta Deze aanduiding wordt gebruikt als de laatste maten van de herhaling verschillend zijn: 2. herhaling - prima volta overslaan maar verdergaan met secunda volta D.C. Da capo Hernemen vanaf het begin D.C. al Fine Da capo al Fine Hernemen vanaf het begin, maar eindigen waar "Fine" staat. D.S. Dal segno Hernemen vanaf het teken Coda Na een herhaling wordt het stuk uitgevoerd tot het eerste codateken en vervolgd bij het tweede codateken. 22 Intro Afkorting van introductie. Inleiding van een song of stuk Refrein Een gedeelte van een song dat letterlijk wordt herhaald De tekst en melodie blijven hetzelfde. Couplet Onderdeel van een song waarbij de tekst veranderd maar de melodie hetzelfde blijft. Verbindingsboog Twee losse noten kun je combineren tot één klinkende toon. Dat gebeurt met behulp van een boog. Sound De klankkleur van een instrument of muziekstuk Opmaat Een onvolledige maat aan het begin van een muziekstuk Melodie Als je een liedje zingt, zing je de melodie. Een melodie bestaat uit hoge en lage tonen. Melodie-instrumenten zijn o.a. : piano, gitaar, blokfluit, saxofoon,dwarsfluit, klarinet, trompet.
23 Puzzel 23
24 Akkoorden Een akkoord is een stapeling van drie (of meer) verschillende tonen. Als je weet hoe een akkoord opgebouwd is kun je alle andere akkoorden gemakkelijk herleiden. En dus ook heel veel liedjes spelen op basis van een akkoordenschema. Let op: Een akkoord bestaat uit een stapeling van een grote en een kleine terts. Een grote terts is de afstand tussen bijv. C en E Op de afbeelding hierboven kun je zien dat je 4 stapjes (= 4 halve toonafstanden) zet van de C naar de E Een kleine terts is de afstand tussen bijv. D en F Op de afbeelding hierboven kun je zien dat 3 stapjes (= 3 halve toonafstanden) zet van de D naar de F 24 We hebben twee soorten: 1. Majeurakkoord Stelregel: het majeurakkoord wordt gevormd door een grote terts +kleine terts. Dus vanaf de C zijn dat 4 stapjes + 3 stapjes C-akkoord bestaat dus uit: C, E en G 2. Mineurakkoord Stelregel: het mineurakkoord wordt gevormd door een kleine terts + grote terts. Dus vanaf de A zijn dat 3 stapjes + 4 stapjes Am-akkoord bestaat dus uit: A, C, E Met bovenstaande informatie kun je alle andere akkoorden ook uitrekenen. Denk eraan dat je bij het berekenen van de akkoordtonen altijd een letter in het alfabet overslaat! Dus: het D-akkoord bestaat uit D, F#, A en niet D, Gb, A! het Abm-akoord bestaat uit Ab, Cb, Eb en niet Ab, B, Eb!
25 Andere akkoorden Naast de belangrijkste akkoorden (majeur en mineur) komen we heel soms ook andere akkoorden tegen. 1. Septiemakkoorden Als je nog een terts bovenop het akkoord zet dan ontstaat er een septiemakkoord. We onderscheiden diverse soorten. De belangrijkste: a. dominant septiem: symbool: C7 C7 bestaat uit: C, E, G, Bb b. majeur septiem: symbool: Cmaj7 Cmaj7 bestaat uit: C, E, G, B c. mineur septiem symbool: Cm7 Cm7 bestaat uit: C, Eb, G, Bb 25 Verdieping d. overmatig dominant symbool: C+7 of Caug7 Caug7 bestaat uit: C, E, G#, Bb 2. Diminished (verminderd) akkoord (dim) Stelregel: een dim akkoord wordt gevormd door een kleine terts + kleine terts. Dus vanaf de B zijn dat 3 stapjes + 3 stapjes Bdim bestaat dus uit: B, D, F 3. Augmented (overmatig) akkoord (aug) Stelregel: een aug akkoord wordt gevormd door een grote terts + grot terts. Dus vanaf de C zijn dat 4 stapjes + 4 stapjes Caug (ook wel aangeduid als C+) bestaat dus uit: C, E, G#
26 Omkeringen van akkoorden Een akkoord kan op allemaal verschillende manieren en in allemaal verschillende combinaties voorkomen. De noten van een akkoorden kunnen heel ver uit elkaar liggen. Als je bijvoorbeeld de laagste C op de piano speelt en de hoogste E en G, dan heb je nog steeds het akkoord van C. Een C akkoord is C,E,G. Omkeringen Ook als je de volgorde van de noten van een akkoord door elkaar husselt, blijft het hetzelfde akkoord. Wanneer je een drieklank uit zo door elkaar husselt dat de grondtoon niet meer de laagste toon is, spreken we van een omkering. Wanneer de oorspronkelijk middelste toon van een drieklank nu de laagste toon is, spreken we van een 1 e omkering. Wanneer de oorspronkelijke hoogste toon van een drieklank nu de laagste toon is, spreken we van een 2 e omkering. Wanneer een drieklank niet door elkaar is gehusseld, maar de grondtoon gewoon de laagste toon is, heet dat de grondligging. Voorbeeld: C akkoord in grondligging: C E G 26 C akkoord in 1 e omkering: E G B C akkoord in 2 e omkering: G C E Waarom omkeringen? Als je gebruik maakt van omkeringen, kun je sneller en handiger van het ene naar het andere akkoord gaan. De sprong van een C-akkoord in grondligging naar een F-akkoord in grondligging is een redelijk grote afstand. Als je van een C-akkoord in grondligging naar het F-akkoord in 2 e omkering gaat, hoef je veel minder te schuiven. Je mag zelf weten wanneer je omkeringen gebruikt. Beslis zelf wat je handig en mooi vindt. Het is wel het beste om het laatste akkoord van een nummer in de grondligging te spelen.
27 Hoe kun je een omkering herkennen? Bij een majeur- en mineurakkoord heb je steeds maar 2 of 3 toetsen ertussen zitten. Als er 4 toetsen tussen twee tonen zitten, heb je te maken met een omkering. Voorbeeld: D F Bes Je hebt hier niet te maken met een D- akkoord, maar met een omkering van het Besakkoord. Tussen F en Bes zitten namelijk 4 toetsen. Hoe kun je een omkering herkennen op notenschrift? Voorbeeld: Hieronder zie je drie keer het C-akkoord e omkering grondligging 2 e omkering
28 Vragen en opdrachten 1. Noteer de volgende akkoorden in de toetsen hieronder afgebeeld: C akkoord F akkoord 28 Em akkoord A akkoord
29 Vragen en opdrachten 2. Noteer de volgende akkoorden in de toetsen hieronder afgebeeld: C7 akkoord Fmaj7 akkoord 29 Em7 akkoord A7 akkoord
30 Vragen en opdrachten Verdieping Noteer de volgende akkoorden in de toetsen! F akkoord 1 e omkering C akkoord 2 e omkering 30 G akkoord 2 e omkering A akkoord 1 e omkering
31 Vragen en opdrachten Verdieping 1. Welk akkoord is dit? a. G- akkoord b. G- akkoord 1 e omkering c. G- akkoord 2 e omkering d. Em akkoord 2. Welk akkoord is dit? a. C- akkoord b. Cm akkoord c. Am akkoord 2 e omkering d. C- akkoord 1 e omkering 3. Welk akkoord is dit? a. Am- akkoord b. Em- akkoord grondligging c. Em- akkoord 1 e omkering d. Em- akkoord 2 e omkering Welk akkoord is dit? a. D- akkoord b. Dm- akkoord 1 e omkering c. D- akkoord 1 e omkering d. Dm- akkoord 2 e omkering 5. Welk akkoord is dit? a. Am- akkoord 2 e omkering b. Am- akkoord 1 e omkering c. A- akkoord 1 e omkering d. Dm- akkoord 2 e omkering
32 32 Hoe hoor je of een toon hoger of lager is dan de vorige? Wat zijn intervallen? En hoe noteer je een ritme dat je hoort?
33 Intervallen Alle verschillende afstanden tussen muzieknoten hebben een naam gekregen. Deze namen hoef je niet te weten om muziek te kunnen maken, maar helpen je wel bij het leren, schrijven en herkennen van muziek. Als we twee noten op de notenbalk gaan vergelijken met elkaar, dan kunnen ze vlak bij elkaar liggen, of verder van elkaar vandaan. Een C en een D bijvoorbeeld liggen naast elkaar, maar een C en een G liggen verder van elkaar. Deze afstand in hoogte tussen twee noten op de notenbalk noemen we een interval. Intervallen moet je op je gehoor kunnen herkennen en visueel kunnen benoemen. Een interval is de afstand tussen twee tonen. 33 Als we hierboven de eerste C vergelijken met alle andere noten, dan zie je dat we een heleboel verschillende intervallen kunnen hebben. De afstand van de eerste C tot elke andere noot is een ander interval. In de muziek hebben we het niet vaak over hele grote afstanden tussen noten en zijn de namen van deze hele grote intervallen niet zo belangrijk. We kijken vaak alleen maar van de C tot aan de volgende C. Als we dan alle afstanden gaan tellen, zien we in totaal 7 verschillende intervallen. Het kleinste interval is van C naar D en het grootste interval is van C naar de volgende C. Er is ook een naam voor als we twee noten op precies dezelfde hoogte vergelijken, wat eigenlijk het allerkleinste interval is, zodat er in totaal 8 verschillende intervallen zijn. Intervallen Prime eenklank Kwint van 1 naar 5 Secunde van 1 naar 2 Sext van 1 naar 6 Terts van 1 naar 3 Septiem van 1 naar 7 Kwart van 1 naar 4 Octaaf van 1 naar 8 (dezelfde toon)
34 Het kleinste interval dat we kunnen tegenkomen, is twee noten op precies dezelfde hoogte op de notenbalk. We noemen dit interval de prime. De prime wordt ook wel de éénklank genoemd omdat allebei de noten dezelfde klank (toonhoogte) hebben. Een secunde is de afstand van de 1 e toon van een toonladder naar de 2 e toon. Er zijn twee verschillende secundes, een grote en een kleine. Een grote secunde bestaat uit een hele afstand en een kleine secunde bestaat uit een halve afstand. Een terts is de afstand van de 1 e toon van een toonladder naar de 3 e toon. Er zijn twee verschillende tertsen, een grote en een kleine. Een grote terts bestaat uit 2 hele afstanden, en een kleine terts bestaat uit een hele en een halve afstand. Een kwart is de afstand van de 1 e toon van een toonladder naar de 4 e. Een kwint is de afstand van de 1 e toon van een toonladder naar de 5 e toon. Een sext is de afstand van de 1 e toon van een toonladder naar de 6 e toon. Er zijn twee verschillende, een grote en een kleine. Een grote sext bestaat uit een kwint en een hele afstand, en een kleine sext bestaat uit een kwint en een halve afstand. Een septiem is de afstand van de 1 e toon van een toonladder naar de 7 e toon. Er bestaat een groot en een klein septiem. Een octaaf is de afstand tussen een toon en dezelfde toon, maar dan hoger of lager. De hoogste van de twee krijgt meestal een teken om aan te geven dat deze de hogere is. 34
35 TIP voor het horen van intervallen Om je de intervallen te kunnen voorstellen kun je de eerste tonen van een lied zingen. De intervallen met een vinkje moet je in dit leerjaar kunnen onderscheiden. Kleine secunde Für Elise of I don t know how to love him Grote secunde Vader Jacob Kleine terts Toen onze mop een mopje was Grote terts Er is een kindeke of één, twee, drie, vier hoedje van papier Reine kwart Overmatige kwart Verminderde kwint Wilhelmus Maria uit de West Side Story 35 Reine kwint Altijd is Kortjakje ziek Kleine sext Where do I begin (Love Story) Grote sext Berend Botje Klein septiem Somewhere uit de West Side Story Groot septiem Een groot septiem wil oplossen naar de grondtoon (het octaaf) Octaaf Somewhere over the Rainbow
36 Vragen en opdrachten 1. Geef de naam van de volgende intervallen Noteer de gevraagde intervallen. Teken eerst de lage C en vervolgens de tweede noot behorende bij het interval er bovenop. Secunde Terts 36 Kwart Kwint Octaaf
37 Vragen en opdrachten - ritme
38 Vragen en opdrachten - ritme 1. De docent tikt één van de onderstaande ritmes. Geef aan welk ritme getikt wordt. a. b. 2. Schrijf het ritme op dat geklapt wordt. Dit ritme duurt VIER tellen. a. b. c. 38 d. 3. Schrijf het ritme op dat geklapt wordt. Dit ritme duurt ZES tellen. a. b. c.
39 Vragen en opdrachten - Melodie 1. Waar zit de fout in de melodie? Zet een kruisje bij de noot die fout wordt gespeeld. 2. Waar zit de fout in de melodie? Zet een kruisje bij de noot die fout wordt gespeeld. 3. Je ziet vijf motiefjes. Je krijgt elk motief te horen. Daarna hoor je het nog een keer, alleen iets hoger, iets lager of op dezelfde toonhoogte. Kruis steeds één van de drie rondjes aan hoger 0 lager 0 op dezelfde toonhoogte 0 hoger 0 lager 0 op dezelfde toonhoogte 0 hoger 0 lager 0 op dezelfde toonhoogte 0 hoger 0 lager 0 op dezelfde toonhoogte 0 hoger 0 lager 0 op dezelfde toonhoogte
40 Luisteroefening De docent speelt verschillende intervallen. Schrijf op welk interval je hoort. Secunde, terts, kwart, kwint of octaaf. 1:. 2:. 3:. 4:. 5:. 6:. 7:. 8:. 9:. 10:. 40 1:. 2:. 3:. 4:. 5:. 6:. 7:. 8:. 9:. 10:.
41 Luisteroefening De docent speelt verschillende intervallen. Schrijf op welk interval je hoort. Secunde, terts, kwart, kwint of octaaf. 1:. 2:. 3:. 4:. 5:. 6:. 7:. 8:. 9:. 10:. 41 1:. 2:. 3:. 4:. 5:. 6:. 7:. 8:. 9:. 10:.
42 Luisteroefening De docent speelt verschillende intervallen. Schrijf op welk interval je hoort. Secunde, terts, kwart, kwint of octaaf. 1:. 2:. 3:. 4:. 5:. 6:. 7:. 8:. 9:. 10:. 42 1:. 2:. 3:. 4:. 5:. 6:. 7:. 8:. 9:. 10:.
43 Luisteroefening De docent speelt verschillende akkoorden. Schrijf op welk akkoord je hoort: Mineur of Majeur 1:. 2:. 3:. 4:. 5:. 6:. 7:. 8:. 9:. 10:. 43 1:. 2:. 3:. 4:. 5:. 6:. 7:. 8:. 9:. 10:.
44 44
45 Instrumentenleer Er zijn ontzettend veel muziekinstrumenten, je hebt ze in allerlei soorten en maten. Allemaal maken ze geluid. Hoe dit geluid klinkt (de klankkleur van een instrument), is afhankelijk van de vorm van het instrument, het materiaal waarvan het is gemaakt en heel belangrijk: hoe je het instrument in trilling brengt. Geluiden zijn luchttrillingen die door ons oor kunnen worden waargenomen. De geluidstrilling begint bij een klankbron (bijv. de snaar van een gitaar), en plant zich voort door de lucht. Deze trilling wordt opgevangen door het trommelvlies in het oor en daarna vertaald naar onze hersenen als geluid. Muziekinstrumenten worden ingedeeld naar de manier waarop ze in trilling worden gebracht, anders gezegd: de manier waarop het geluid wordt gemaakt. We verdelen de muziekinstrumenten in vier groepen: 1. Blaasinstrumenten 2. Snaarinstrumenten 3. Slagwerk 4. Elektronische instrumenten 45 Je zou ook een 5 e groep kunnen maken, namelijk de toetsinstrumenten. Deze instrumenten hebben een gezamenlijk kenmerk: het toetsenbord. Vaak zie je bij een toetsinstrument niet hoe het geluid gemaakt wordt, je drukt een toets in en hoort geluid. Afhankelijk van de manier waarop het geluid wordt geproduceerd worden de toetsinstrumenten onderverdeeld in boven genoemde groepen. Bij de piano wordt een snaar in trilling gebracht door een hamertje met vilten kop (snaarinstrument). Bij het klavecimbel komt een snaar in trilling door een pen die aan de snaar tokkelt (snaarinstrument). Bij een pijporgel en accordeon wordt lucht in een buis in trilling gebracht (blaasinstrument). Bij een synthesizer en keyboard wordt de klank elektronisch opgewekt (elektronische instrumenten).
46 Blaasinstrumenten Blaasinstrumenten zijn instrumenten, waarbij het geluid wordt geproduceerd door lucht te blazen in of over het instrument. Ook de blaasinstrumenten worden onderverdeeld in verschillende groepen. Houtblazers Houtblazers zonder riet dwarsfluit blokfluit panfluit Dubbelriet hobo fagot Enkel riet klarinet saxofoon doedelzak Koperblazers Scherp van klank trompet trombone Zacht van klank 46 hoorns tuba Toetsinstrumenten die worden bespeeld m.b.v. lucht accordeon orgel
47 Snaarinstrumenten Snaarinstrumenten zijn instrumenten waarbij het geluid wordt geproduceerd door de trilling van een snaar. De snaarinstrumenten worden ingedeeld naar de wijze waarop de snaar in trilling wordt gebracht: getokkeld, gestreken of aangeslagen. Strijkinstrumenten viool altviool cello contrabas Tokkelinstrumenten luit harp gitaar mandoline ukelele, banjo Toetsinstrumenten met snaren klavecimbel piano 47
48 Slaginstrumenten Slaginstrumenten zijn instrumenten waarbij de klank wordt voortgebracht door de trilling van een gespannen vel. De belangrijkste groep instrumenten waar het vel de klankbron is, zijn de trommen. Trommen worden bespeeld met de handen, vingers of stokken. met een vel trom pauk (Europa) drumstel conga s, bongo s (Latijns - Amerika) djembe (Afrika) tabla (India, Pakistan) Zonder vel xylofoon marimba metallofoon klokkenspel klokken (buisklokken) gong 48 Overige slaginstrumenten bekkens triangel claves
49 Elektrische instrumenten Elektrische instrumenten worden elektrofonen genoemd. Ze worden verdeeld in twee groepen: - elektrisch versterkt - elektronische instrumenten Bij elektrisch versterkte instrumenten wordt de klank op het instrument gemaakt en vervolgens met een element versterkt. Bij elektronische instrumenten wordt de klank in het instrument gemaakt. Je drukt bijv. een toets in het een keyboard en de klank wordt van de geheugenchip gehaald. Elektrisch versterkt elektrische gitaar elektrische basgitaar elektrische viool elektrische piano Elektronisch synthesizer elektronisch orgel keyboard drumcomputer elektronisch drumstel 49
50 Vragen en opdrachten Zet de naam van het instrument bij het juiste plaatje:
51 Vragen en opdrachten Plaats de volgende instrumenten bij de juiste hoofdgroep: Viool, drumstel, hoorn, cello, banjo, tamboerijn, bongo s, accordeon, blokfluit, gitaar, harp, keyboard, piano, trompet, panfluit, saxofoon, elektrische gitaar, trompet, dwarsfluit, djembe, elektrische basgitaar, contrabas, klarinet, doedelzak. Blaasinstrumenten. Snaarinstrumenten. 51 Slaginstrumenten. Elektrische instrumenten.
52 Vragen en opdrachten 1. Welke vier hoofdgroepen van instrumenten zijn er? 2. Waardoor komt de klank tot stand bij blaasinstrumenten?.. 3. Welke drie manieren van bespelen kennen we bij snaarinstrumenten? Welke drie manieren van bespelen kennen we bij slaginstrumenten? 5. Welke twee soorten elektrische instrumenten kennen we?......
53 Vragen en opdrachten Plaats de volgende blaasinstrumenten in de juiste groep: Blokfluit, hobo, klarinet, trombone, trompet, saxofoon, panfluit, doedelzak, fagot, dwarsfluit, hoorn, tuba, accordeon, orgel, bariton, mondharmonica. Houtblazers Koperblazers Toetsinstrumenten die worden bespeeld m.b.v. lucht 53
54 Vragen en opdrachten Plaats de volgende snaarinstrumenten in de juiste groep: Viool, mandoline, klavecimbel, altviool, cello, harp, gitaar, contrabas, ukelele, banjo, luit, piano Strijkinstrumenten Tokkelinstrumenten Overige slaginstrumenten 54
55 Vragen en opdrachten Plaats de volgende slaginstrumenten in de juiste groep: Bekkens, xylofoon, gong, klokkenspel, pauk, trom, triangel, claves, metallofoon, drumstel, conga s, trom, marimba, djembe, klokken (buisklokken), tabla Slaginstrumenten met vel Slaginstrumenten zonder vel Toetsinstrumenten met snaren 55
56 Vragen en opdrachten Plaats de volgende elektrische instrumenten in de juiste groep: Elektrische gitaar, synthesizer, keyboard, elektrische basgitaar, elektrische piano, drumcomputer, elektronisch orgel, elektrische viool, elektronisch drumstel Elektrisch versterkt Elektronisch 56
57 Luisteroefening De docent laat verschillende fragmenten horen. Schrijf op welk instrument je hoort. Fragment 1:. Fragment 2:. Fragment 3:. Fragment 4:. Fragment 5:. 57 Fragment 6:. Fragment 7:. Fragment 8:. Fragment 9:. Fragment 10:.
58 Luisteroefening De docent laat verschillende fragmenten horen. Schrijf op welk instrument je hoort. Fragment 1:. Fragment 2:. Fragment 3:. Fragment 4:. Fragment 5:. 58 Fragment 6:. Fragment 7:. Fragment 8:. Fragment 9:. Fragment 10:.
59 Luisteroefening De docent laat verschillende fragmenten horen. Schrijf op welk instrument je hoort en bij welke groep het instrument hoort, kies uit: blaasinstrumenten, snaarinstrumenten, slaginstrumenten en elektrische instrumenten. Instrument Groep Fragment 1:.. Fragment 2:.. Fragment 3:.. Fragment 4:.. 59 Fragment 5:.. Fragment 6:.. Fragment 7:.. Fragment 8:.. Fragment 9:.. Fragment 10:..
60 Luisteroefening De docent laat verschillende fragmenten horen. Schrijf op welk instrument je hoort en bij welke groep het instrument hoort, kies uit: blaasinstrumenten, snaarinstrumenten, slaginstrumenten en elektrische instrumenten. Instrument Groep Fragment 1:.. Fragment 2:.. Fragment 3:.. Fragment 4:.. 60 Fragment 5:.. Fragment 6:.. Fragment 7:.. Fragment 8:.. Fragment 9:.. Fragment 10:..
61 Puzzel Muziekinstrumenten 61 Horizontaal 3. Een strijkinstrument 4. Een snaarinstrument met zes snaren 6. Een snaarinstrument met vier snaren 7. Een slaginstrument 9. Een elektronisch instrument 10. Dit instrument hoort bij de koperblazers 13. Een blaasinstrument met dubbel riet 14. Een koperblaasinstrument Verticaal 1. Een toetsinstrument met snaren 2. Een blaasinstrument met enkel riet 5. Een slaginstrument zonder vel 6. Een houten blaasinstrument 8. Een slaginstrument met vel 11. Een slaginstrument met vel 12. Een tokkelinstrument
62 Notities 62
63 Notities 63
64 Notities 64
65 Notities 65
66 Notitie notenbalk 66
67 Notitie notenbalk 67
68 Notitie notenbalk 68
69 Notitie notenbalk 69
Instrumentenleer klas 2
Klas 2 Instrumentenleer Er zijn ontzettend veel muziekinstrumenten, je hebt ze in allerlei soorten en maten. Allemaal maken ze geluid. Hoe dit geluid klinkt (de klankkleur van een instrument), is afhankelijk
Nadere informatieDe notenbalk met vijf lijntjes
Klas 2 Het notenschrift Ieder land heeft zijn eigen taal. In Frankrijk spreken ze Frans, in Engeland Engels en in Nederland Nederlands. Er is één taal die in ieder land gesproken wordt: Het notenschrift!
Nadere informatieKlas 1 vmbo-t. Docent:...
Klas 1 vmbo-t Naam: Klas: Docent:... Inleiding In deze reader behandelen we Algemene Muziekleer, Solfège en Instrumentenleer. Deze onderdelen worden elk jaar meer uitgebreid. In de reader vind je de lesstof
Nadere informatieKlas 2 Naam: Klas: Docent:... Algemene Muziekleer Solfège Instrumentenleer Hermann Wesselink College
Klas 2 Naam: Klas: Docent:... Inleiding In deze reader behandelen we Algemene Muziekleer, Solfège en Instrumentenleer. Deze onderdelen worden elk jaar meer uitgebreid. In de reader vind je de lesstof +
Nadere informatieKlas 1 Naam: Klas: Docent:...
Klas 1 Naam: Klas: Docent:... Inleiding In deze reader behandelen we Algemene Muziekleer, Solfège en Instrumentenleer. Deze onderdelen worden elk jaar meer uitgebreid. In de reader vind je de lesstof +
Nadere informatieHoe hoog of laag je de toon moet spelen kun je zien aan de plek van de noot op de notenbalk.
Als je muziek gaat opschrijven moet je van elke toon het volgende aangeven: De toonhoogte: - Hoe hoog/laag moet je de toon spelen Het ritme: - Hoe lang moet je de toon laten doorklinken - Wanneer precies
Nadere informatieDe namen van de noten komen uit het alfabet. We gebruiken de eerste zeven letters: A B C D E F G Na de G komt opnieuw de noot A.
blz. 1 Toonhoogte a Eeuwen lang hebben mensen gezocht naar een goede manier om muziek op te schrijven. De eerste voorbeelden van genoteerde muziek komen uit de 9e eeuw. Deze vorm van muziekschrift was
Nadere informatieTheorie A examen G I T A A R
Theorie A examen G I T A A R De stemming van de gitaar is e b g D A E E E N P A A R S P E C I A L E E F F E C T E N Z I J N : G O L P E : T I K O P D E K L A N K K A S T G L I S S A N D O : H O O R B A
Nadere informatie1. Het ritme wat ik voor ga spelen bestaat uit twee bouwstenen en extra halve noot. Schrijf de nummers van de goede bouwstenen op de juiste plek.
Werkblad B Les 1 Naam:. 1. Het ritme wat ik voor ga spelen bestaat uit twee bouwstenen en extra halve noot. Schrijf de nummers van de goede bouwstenen op de juiste plek.. Het ritme wat ik voor ga spelen
Nadere informatieTHEORIE A INHOUD. Hoofdstuk 1 Het muziekschrift blz. 2. Hoofdstuk 2 Notenwaarden en rusttekens blz. 2 / 3. Hoofdstuk 3 Maatsoorten I blz.
THEORIE A INHOUD Hoofdstuk 1 Het muziekschrift blz. 2 Hoofdstuk 2 Notenwaarden en rusttekens blz. 2 / 3 Hoofdstuk 3 Maatsoorten I blz. 3 Hoofdstuk 4 Tempo blz. 4 Hoofdstuk 5 Dynamische tekens blz. 4 Hoofdstuk
Nadere informatiealgemene muziekleer voor het schriftelijke examen ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET A-EXAMEN
ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET A-EXAMEN 1 INHOUDSOPGAVE DE SLEUTELS... 3 DE NAMEN VAN DE NOTEN... 4 NOTEN EN RUSTEN... 5 VOORTEKENS... 6 HERHALINGSTEKENS... 7 HERHALINGSTEKENS - OVERZICHT... 8 DYNAMIEK...
Nadere informatiesamengesteld bovenste cijfer is 4 of meer
Werkblad C Les 1 Naam:.. enkelvoudig bovenste cijfer is 2 of samengesteld bovenste cijfer is 4 of meer regelmatig onregelmatig 2-delig (binair) -delig (ternair) 2 2 2 2 4 8 2 4 8 4 4 4 6 6 12 4 2 8 4 8
Nadere informatieAlgemene muziektheorie. Algemene. A-examen. Muziektheorie. Samenstelling: Hans Buld Hans Hilgerink Rob Holleman 1
Algemene muziektheorie Algemene A-examen Muziektheorie Samenstelling: Hans Buld Hans Hilgerink Rob Holleman 1 Inhoud 1 Noten en notenbalken 3 2 Sleutels 4 4 De maat 6 5 Maatsoorten 6 6 De opmaat 7 7 Tempo
Nadere informatieBegrippenlijst Muziek Begrippenlijst
Begrippenlijst Muziek Begrippenlijst Begrippenlijst door Quantain 1014 woorden 9 januari 2018 6 6 keer beoordeeld Vak Methode Muziek Intro Instrumenten Blaasinstrumenten Hout 5. 6. 7. 8. 9. Dwarsfluit;
Nadere informatieTHEORIEBOEK fase 1. Inhoudsopgave
THEORIEBOEK fase Inhoudsopgave Het notenstelsel Waarde van noten en rusten 3 Verlenging van noten en rusten 4 Metrum, maat en ritme 5 Maatsoorten 6 Maatsoorten voorbeelden 7 Toonsterkte 8 Articulatie 9
Nadere informatieDe hele noot Deze noot duurt 4 tellen
HERHALING KLAS 1. In de eerste klas heb je geleerd hoe je een melodie of een ritme moet spelen. Een ritme is een stukje muziek dat je kunt klappen of op een trommel kunt spelen. Een ritme bestaat uit lange
Nadere informatieALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET B-EXAMEN
ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET B-EXAMEN INHOUDSOPGAVE TEMPO AANDUIDINGEN... 3 INTERVALLEN... 4 MAATSOORTEN EN RITME TRIOLEN... 5 MAATSOORTEN EN RITME - SYNCOPEN... 6 MAATSOORTEN EN RITME - HET SWINGRITME...
Nadere informatieBegrippenlijst muziektheorie
Begrippenlijst muziektheorie Hieronder staat de begrippenlijst muziektheorie. De meeste begrippen worden uitgelegd in diverse video s op pabowijzer als onderdeel van het boek Nieuw Geluid. ISBN: 978 90
Nadere informatieTHEORIE B. Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon. Een melodie die voorgespeeld wordt opschrijven (melodisch dictee).
THEORIE B Wat moet je leren : Basisstof (laatste twee bladen). Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon. De grote terts toonladders t/m drie kruizen en mollen. Voortekens van
Nadere informatie1 Notatie en toonstelsel
-3- Inhoud 1 Notatie en toonstelsel 5 2 De notenwaarden en de rusttekens 7 3 Maat en ritme.. 7 4 Maatsoorten. 8 5 De opmaat 8 6 Rusttekens in maatsoorten 9 7 Een stip (of 2 stippen) achter de noot, de
Nadere informatieInstrumentenleer klas 3
Klas 3 Instrumentenleer Er zijn ontzettend veel muziekinstrumenten, je hebt ze in allerlei soorten en maten. Allemaal maken ze geluid. Hoe dit geluid klinkt (de klankkleur van een instrument), is afhankelijk
Nadere informatie?Theorie. Kort overzicht met de belangrijkste dingen die je wilt of moet weten over muzieknotatie.
?Theorie Kort overzicht met de belangrijkste dingen die je wilt of moet weten over muzieknotatie Deel2: Muziektheorie Tom Overtoom - De Muziekclub TH - pag 27 Noten en notatie = hele noot ( tellen) = hele
Nadere informatieTHEORIE EXAMEN A 2019
THEORIE EXAMEN A 2019 LUISTERVRAGEN VRAAG 1 Je hoort 4 grote tertstoonladders, geef aan of ze goed of fout klinken. Je hoort eerst een voorbeeld: Voorbeeld: goed fout Toonladder 1 goed fout Toonladder
Nadere informatiealgemene muziekleer voor het schriftelijke examen ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET C-EXAMEN
ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET C-EXAMEN 1 INHOUDSOPGAVE VOORTEKENS... 3 DE KWINTENCIRKEL... 4 DE KWINTENCIRKEL - HULP... 5 ARTICULATIE... 5 INTERVALLEN CONSONANT EN DISSONANT... 7 DE STAMTONEN EN DE MAJEUR-
Nadere informatieOnthoud wel dat dit alleen een oefening is. Als je dit examen goed maakt, betekent dat niet dat je genoeg weet voor het echte examen!
Theorie Examen A01 Niveau A Dit examen kun je maken om te oefenen voor je theorie examen. Het examen bestaat uit 3 onderdelen; Luistervragen, Leervragen en Inzichtvragen. Je kunt in totaal 8 halen, maar
Nadere informatieTheorie voor het HAFABRA examen A
Theorie voor het HAFABRA examen A Versie 1 - oktober 2009. Theorie voor het HAFABRA examen A Inleiding... 3 Hoofdstuk 1: noten, notennamen, notenbalk en sleutels... 4 1.1 Stamtonen, notenbalk en sleutels...
Nadere informatieLes 1 C 1 D 1 E 1/2 F 1 G 1 A 1 B 1/2 C. Zeven letters voor alle noten. De zwarte toetsen. Deze kom je niet vaak tegen!
Zeven letters voor alle noten Les 1 HET MUZIKALE ALFABET We gebruiken de eerste 7 letters van het alfabet om de muzieknoten een naam te geven: A, B, C, D, E, F en G. Als je die op een piano speelt, gebruik
Nadere informatieBasale muziektheorie. Basale Muziek Theorie.
Basale muziektheorie Basale Muziek Theorie www.rogierijmker.nl 2 Inleiding 3 De notenbalk 4 Het systeem 4 De sleutels 5 De notennamen 5 Voortekens 6 Notenwaarden 8 Verbindingsbogen en legatobogen 10 Herhalingstekens
Nadere informatieHet Notenstelsel. Noten worden geschreven door of tussen de lijnen van de notenbalk.
Het Notenstelsel Voor notennamen gebruiken we de eerste zeven letters van het alfabet: A, B, C, D, E, F en G. Na de G komt weer de A. Noten worden geschreven en kun je dus zien. Tonen zijn klanken die
Nadere informatieVoorwoord voor docenten
Voorwoord voor docenten Dit is de eerste versie van de lesmethode van het Leerorkest in Amsterdam. In de toekomst willen we deze methode graag nog verder uitwerken met extra oefeningen, werkbladen en een
Nadere informatieTHEORIE C. Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon
THEORIE C Wat moet je leren : Basisstof (laatste twee bladen) Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon De grote en kleine terts toonladders t/m drie kruizen en mollen De grote
Nadere informatieSamenvatting Muziek Muziek theorie B-examen
Samenvatting Muziek Muziek theorie B-examen Samenvatting door een scholier 640 woorden 5 april 2004 6,5 110 keer beoordeeld Vak Methode Muziek Centraal examen Theorie uit B- examen voor piano. Tempo: Zeer
Nadere informatieVoorwoord voor docenten
Voorwoord voor docenten Dit is de eerste versie van de lesmethode van het Leerorkest in Amsterdam. In de toekomst willen we deze methode graag nog verder uitwerken met extra oefeningen, werkbladen en een
Nadere informatie1. Het ritme wat ik voor ga spelen, bestaat uit 2 bouwstenen en een extra halve noot. Schrijf de nummers van de juiste bouwstenen op de goede plek.
Werkblad A Les 1 Naam:... 1. Het ritme wat ik voor ga spelen, bestaat uit 2 bouwstenen en een extra halve noot. Schrijf de nummers van de juiste bouwstenen op de goede plek. a. b. c. d. 2. Het ritme wat
Nadere informatieHagelandse Academie voor Muziek en Woord L 1 NAAM:... Hagelandse academie voor Muziek en Woord - AMV L1 : Theorie p.
Hagelandse Academie voor Muziek en Woord THEORIE L 1 NAAM:... Hagelandse academie voor Muziek en Woord - AMV L1 : Theorie p. We schrijven noten op een NOTENBALK. Die bestaat uit 5 lijnen. We tellen ze
Nadere informatieANTWOORDBLAD A-EXAMEN SLAGWERK THEORIE 2017
ANTWOORDBLAD A-EXAMEN SLAGWERK THEORIE 2017 LUISTERVRAGEN 1 Op de opname staan 6 klanken van het drumstel, omcirkel de volgorde van de gespeelde instrumenten. Voor dat de oefening begint hoor je een voorbeeld
Nadere informatieDit keer ga je aan de slag met het fantastische stuk River flows van Yurima waarin je zult ontdekken;
River flows Yiruma Dit keer ga je aan de slag met het fantastische stuk River flows van Yurima waarin je zult ontdekken; - dat het eigenlijk uit 2 thema s bestaat waarop gevarieerd wordt - de basistheorie
Nadere informatieNOTEN LEZEN VOOR DUMMIES
NOTEN LEZEN VOOR DUMMIES Door Ingrid Brandse Beste Harlem Nocturners, Als nieuw redactielid van Jif & Vim werd mij onlangs gevraagd om het één en ander uit te leggen over het notenschrift. De bedoeling
Nadere informatieLesweek 11: Overzicht. Vervolgcursus
Vervolgcursus Lesweek 11: Overzicht Inleiding Deze bonus lesweek krijgt u van onlinepianoles.nl omdat wij graag willen dat u in de toekomst nog veel meer gaat pianospelen en u zichzelf hierin verder ontwikkelt.
Nadere informatie5,3. Samenvatting door M woorden 3 november keer beoordeeld
Samenvatting door M. 1581 woorden 3 november 2016 5,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Muziek Muziek op maat Wat is een kruis? -Verhoogt de toon met ½ - een toets rechtsboven de vorige - is (E en B ontbreken)
Nadere informatieBegrippenlijst door M woorden 3 november keer beoordeeld
Begrippenlijst door M. 1590 woorden 3 november 2016 4 24 keer beoordeeld Vak Methode Muziek Muziek op maat Wat is een kruis? -Verhoogt de toon met ½ - een toets rechtsboven de vorige - is (E en B ontbreken)
Nadere informatieLes 4. keer zo lang als een kwartrust, een kwartrust is weer twee keer zo lang als een achtste rust, en een achtste is twee keer een zestiende.
Notenwaarden en rusten Les 4 TELLEN TELLEN! Om muziek duidelijk op te schrijven gebruiken we noten van verschillende lengte. Anders gezegd: we gebruiken verschillende notenwaarden. En bij elke notenwaarde
Nadere informatiealgemene muziekleer voor het schriftelijke examen ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET D-EXAMEN
ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET D-EXAMEN 1 INHOUDSOPGAVE MAATSOORTEN... 3 - ENKELVOUDIG SAMENGESTELD REGELMATIG en ONREGELMATIG... 3 VORMLEER - DE LIEDVORM... 4 VORMLEER - DE POPSONG... 5 VORMLEER - HET MENUET...
Nadere informatieAfdeling I. 1. Zet er zelf een G- of F-sleutel voor (Wat voor instrument speel je?) en benoem dan de volgende noten:
- 1 - Notatie en toonstelsel Afdeling I 1. Zet er zelf een G- of F-sleutel voor (Wat voor instrument speel je?) en benoem dan de volgende noten:. Noteer de noten op de notenbalk. Zet weer de juiste sleutel
Nadere informatieNoten lezen voor gitaar
Noten lezen voor gitaar Voor leerlingen, die met gitaarlessen beginnen, maar nog niet met het notenbeeld bekend zijn. www.coumou.nl Vernieuwde editie: Tekst geredigeerd door H. Coumou-Gerbrandy. - 2 -
Nadere informatieMOWGLI VAN DE WOLVENHORDE LESMAP
MOWGLI VAN DE WOLVENHORDE LESMAP DE KOPERBLAZERS (voor DKO) In deze les komen de verschillende instrumentengroepen aan bod. Er wordt dieper in gegaan op de koperblazers: welke instrumenten zijn koperblazers,
Nadere informatieInleiding. Beste cursist, ... Waarom deze cursus?
LEER NOTEN LEZEN INLEIDING Inleiding Beste cursist, Waarom deze cursus? Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je wilt leren noten lezen: Misschien ben je een zanger(es) die het fijn vindt om mee
Nadere informatieA-EXAMEN THEORIE Slagwerk 2018
A-EXAMEN THEORIE Slagwerk 2018 1 Naam: LUISTERVRAGEN 1 Op de band staan 7 noten. Luister goed of de gespeelde noot lager, hoger of gelijk is aan de voorafgaande noot. Noot 2 is lager hoger gelijk dan noot
Nadere informatieANTWOORDBLAD D-EXAMEN THEORIE 2017
ANTWOORDBLAD D-EXAMEN THEORIE 017 LUISTERVRAGEN Je hoort vier drieklanken. Geef aan of ze majeur, mineur, overmatig of verminderd zijn Punten 1 1. majeur mineur overmatig verminderd. majeur mineur overmatig
Nadere informatieHagelandse Academie voor Muziek en Woord OEFENINGEN BOEK L2 NAAM:... Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p.
Hagelandse Academie voor Muziek en Woord OEFENINGEN BOEK L2 NAAM:... Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 1 Oefenblad 1 Wijzigingstekens 3-4 Oefenblad 2 Hele en halve
Nadere informatieEarz bestaat uit 'modules'. De inhoud hiervan is willekeurig te gebruiken en te combineren binnen een door de docent te maken spel.
INHOUD www.earz.nl info@earz.nl Deze handleiding mag zonder toestemming worden gekopieerd en vermenigvuldigd. Earz bestaat uit 'modules'. De inhoud hiervan is willekeurig te gebruiken en te combineren
Nadere informatieLes 2. Als je op een piano alleen de witte toetsen gebruikt, kun je meteen de majeur- toonladder van C spelen: C D E F G A B C.
Les 2 TOONLADDERS Witte toetsen Als je op een piano alleen de witte toetsen gebruikt, kun je meteen de majeur- toonladder van C spelen: C D E F G A B C. De majeur-toonladder Je hebt het al gezien in het
Nadere informatieIntroductie in de muziektheorie oftewel Hoe zit muziek nou in elkaar?
Introductie in de muziektheorie oftewel Hoe zit muziek nou in elkaar? Tom Overtoom - e Muzelinck Inleiding Muziek klinkt zo vanzelfsprekend dat we er vaak niet bij stilstaan dat wat wij heel gewoon vinden
Nadere informatie1 Notatie en toonstelsel
3 Inhoud 1 Notatie en toonstelsel. 5 2 Maatsoorten 2.1 Enkelvoudige en samengestelde maatsoorten.. 6 2.2 Tweedelige en driedelige maatsoorten 6 2.3 Regelmatige en onregelmatige maatsoorten.. 7 3 De syncope..
Nadere informatiewat betekent: wat betekent: al fine allegro wat betekent: wat betekent: andante crescendo cresc. wat betekent: wat betekent: da capo
al fine allegro andante crescendo cresc. da capo decrescendo decresc. diminuendo dim. forte levendig en snel tot het einde versterken gaande verzachten herhalen vanaf het begin luid verzachten legato lento
Nadere informatieDe Notenboom. AMV-methode - Deel 1. Johan Peeters. Leerlingenboek
De Notenboom AMV-methode - Deel 1 Johan Peeters Leerlingenboek INHOUD Solsleutel (vioolsleutel). pagina 3 Hoog en laag.. pagina 4 Noten schrijven.. pagina 5 Notenbalk.. pagina 5 Sol en mi.. pagina 6 Ademhalingsteken.
Nadere informatieEEN SELECTIE UIT: Algemene Muziekleer. Ch.Hendrikx & L.Jakobs
EEN SELECTIE UIT: Algemene Muziekleer Ch.Hendrikx & L.Jakobs versie 2009 Inhoud Notatie... 2 Sleutels, hulplijnen,... 2 Octaafaanduiding... 3 Voortekens... 4 Notenwaarden en rusten... 8 Toonladders...
Nadere informatieKlas 3. Docent:... Hermann Wesselink College
Klas 3 Naam: Klas: Docent:... Inleiding In deze reader behandelen we Algemene Muziekleer, Solfège en Instrumentenleer. Deze onderdelen worden elk jaar meer uitgebreid. Dit jaar zul je een aantal onderdelen
Nadere informatie1 Notatie en toonstelsel. 2 Maatsoorten. 2.1 Enkelvoudige en samengestelde maatsoorten
3 Inhoud 1 Notatie en toonstelsel. 5 2 Maatsoorten 2.1 Enkelvoudige en samengestelde maatsoorten.. 5 2.2 Tweedelige en driedelige maatsoorten 6 2.3 Regelmatige en onregelmatige maatsoorten.. 7 3 De syncope..
Nadere informatieCopyright Co Atpress
Het Ei van Co Beknopte gebruiksaanwijzing Akkoordenschuifsysteem van Co Atpress (Kees Jaspers) Het in twee kleuren uitgevoerde akkoordenschuifsysteem Het Ei van Co berust geheel op algemene muziektheoretische
Nadere informatieIntervallen. Een interval is de afstand tussen twee tonen. Dit kan melodisch of harmonisch zijn.
Intervallen Intervallen Een interval is de afstand tussen twee tonen. Dit kan melodisch of harmonisch zijn. De benaming is hetzelfde voor zowel melodisch als harmonisch. Voor de uitleg gebruik ik C groot.
Nadere informatieHagelandse Academie voor Muziek en Woord THEORIE L2 NAAM:... Hagelandse academie voor muziek en woord - AMV L2 : Theorie p.
Hagelandse Academie voor Muziek en Woord THEORIE L2 NAAM:... Hagelandse academie voor muziek en woord - AMV L2 : Theorie p. Wijzigingstekens 3 Toonladder van Fa groot 3-4 Fasleutel 4 Syncope 4 Triool 5
Nadere informatieTheorie voor het HAFABRA examen B
Theorie voor het HAFABRA examen B Versie 1 - oktober 2009. Theorie voor het HAFABRA examen B Inleiding... 3 Hoofdstuk 1: maat en ritme... 4 1. Maataccenten. Zware en lichte maatdelen... 4 Dus:... 6 1.2
Nadere informatieHandleiding bij de website van het lesmateriaal van de SamenDOOR!-dag met philharmonie zuidnederland
Handleiding bij de website van het lesmateriaal van de SamenDOOR!-dag met philharmonie zuidnederland Op 27 juni vindt de SamenDOOR!-dag plaats. Jullie leerlingen treden samen met philharmonie zuidnederland
Nadere informatieEen handige link met wat basisinformatie over akkoorden is: http://studwww.ugent.be/~mfvhauwe/wauter/reason/notenenakkoorden.html
Een handige link met wat basisinformatie over akkoorden is: http://studwww.ugent.be/~mfvhauwe/wauter/reason/notenenakkoorden.html Ze gaan er helaas er niet zo diep op in, maar om snel wat dingen duidelijk
Nadere informatie2,5. Samenvatting door een scholier 1026 woorden 27 juli keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1026 woorden 27 juli 2012 2,5 7 keer beoordeeld Vak Methode Muziek Muziek op maat H1 middeleeuwen Nieuwe ontwikkelingen in de middeleeuwen - Muziek werd gespeeld in kerken
Nadere informatieEPTA. Muziektheorie A1-A2-B. MANSARDA - SINTRA muziekuitgaven. Landelijk Graadexamen Systeem. European Piano Teachers Association
MANSARDA - SINTRA muziekuitgaven e-mail: mansarda-sintra@planet.nl internet: www.mansarda-sintra.com Rozenstraat 23 1271 NS Huizen tel: 035-5239454 Muziektheorie Landelijk Graadexamen Systeem A1-A2-B EPTA
Nadere informatieDe opbouw van notenladders
De opbouw van notenladders Door Dirk Schut Voorwoord Iedereen kent de notennamen wel: a, bes, b, c, cis, d, es, e, f, fis, g en gis, maar wat stellen deze namen voor en waarom vinden we juist deze noten
Nadere informatieAlgemene muziektheorie. Algemene. B-examen. Muziektheorie
Algemene muziektheorie Algemene B-examen Muziektheorie 20 1 Intervallen Bij het A-examen heb je al geleerd dat een interval een afstand is tussen twee tonen. Je kent de: Prime (1) Secunde (2) Terts (3)
Nadere informatie1.2 Maatwisseling, polyritmiek, polymetriek en hemiool
1 Inhoud 1 Maat en ritme 1.1 Onderwerpen uit C....2 1.2 Maatwisseling, polyritmiek, polymetriek en hemiool...2 2 Toonladders 2.1 Onderwerpen uit C....3 2.2 De pentatonische toonladder, hele toonstoonladder
Nadere informatieToonladders en 3-klanken. Toonladders en 3-klanken. Toonladders en 3-klanken. PHCC-G Walk-in. Beginselen van muziek-theo-rie.
Toonladders en 3-klanken PHCC-G Walk-in Beginselen van muziek-theo-rie Noodzakelijke kennis bij gebruik van muziekprogramma's Akkoorden-hulpje bij melodiën Theo Henrichs - 29 Toonladders en 3-klanken Agenda
Nadere informatieSamenvatting Muziek Periode 6
Samenvatting Muziek Periode 6 Samenvatting door Lotte 843 woorden 3 jaar geleden 0 keer beoordeeld Vak Muziek Muziek periode 6 10. Tempo Lento langzaam Largo breed, ruim; wordt gebruikt om een langzaam
Nadere informatie, 7 traptreden (een septet heeft 7 spelers) Het octaaf is het interval tussen bijvoorbeeld een lage d en een hoge d, of een lage gis en een
De intervallen De afstand tussen twee tonen noem je een interval. Ze hebben eeuwenoude namen: prime, secunde, terts, kwart en kwint die afstammen van de Latijse rangtelwoorden (primus: eerste, secundus:
Nadere informatieODM theoretisch toelatingsexamen
ODM theoretisch toelatingsexamen Gehoortest Herkennenbenoemen enof noteren: Majeur- vs mineurtonaliteit Maatsoorten herkennen Intervallen tm het octaaf Drieklanken in grondligging en omkering Melodische
Nadere informatieANTWOORDBLAD B-EXAMEN SLAGWERK THEORIE 2017 LUISTERVRAGEN
ANTWOORDBLAD B-EXAMEN SLAGWERK THEORIE 2017 LUISTERVRAGEN Je hoort het liedje Sweet Home Alabama. A. Met wat voor een Instrument begint dit liedje? Punten 1 Gitaar B. In welke maat begint de Drummer te
Nadere informatieSOLFEGE GEHOORVORMING
SOLFEGE GEHOORVORMING TIPS & TRICKS ArtEZ Conservatorium Reinier Maliepaard 1 INHOUDSOPGAVE 1. intervallen 2. toonladders 3. melodie 4. meerstemmigheid 5. horen en lezen ArtEZ Conservatorium Reinier Maliepaard
Nadere informatieTheorie op de gitaar. Muziektermen. Een woordenlijst
Theorie op de gitaar Muziektermen Een woordenlijst Inhoud Dynamiek... 3 Tempo... 4 Techniek... 5 Vorm... 6 De gitaaronderdelen... 7 2 Dynamiek Alles wat met hard en zacht te maken heeft. Volume zouden
Nadere informatie2 punten. 3 punten. 4 punten. 1 punt. 3 punten
Speel het vierde stuk uit één van je boeken. Hoeveel verschillende tonen kennen we. 1 2 Schrijf in ritme het woord pianoleerling in kwarten en achtsten. Is dit het ritme van Kortjakje, Vader Jacob, Zie
Nadere informatieWeek 3 Nog meer noten
LEER NOTEN LEZEN WEEK 3 NOG MEER NOTEN Week 3 Nog meer noten Nog meer... In de eerste les leerde je de noten van c tot c zonder kruizen of mollen ervoor. In deze les leer je nog meer noten die verder gaan
Nadere informatieNOTENSCHRIFT. Jeanne qui sautte uit de 17e eeuw, melodie en baspartij.
NOTENSCHRIFT Inleiding Als je duizend mensen de vraag zou stellen: Wat is muziek? zou je waarschijnlijk duizend en één antwoorden krijgen. Een goede vergelijking is misschien wel die met een internationale
Nadere informatieAan de slag bij het orkest
Aan de slag bij het orkest Een introductie van het symfonieorkest Groep 7-8 en VO onderbouw Docentenhandleiding Vooraf Voor u ligt de docentenhandleiding bij de educatieve website Introductie van het symfonieorkest
Nadere informatieGehoor AMV1. deel 1. mi sol la vierde noot 2 achtste noten vierde rust. Cecilia Gehoor deel1.indd 1 18/06/ :11:48
Gehoor MV1 deel 1 of mi sol la vierde noot 2 achtste noten vierde rust 1 ecilia Gehoor deel1.indd 1 18/06/2014 10:11:48 Naam: Oefening 1 Welke prent past bij de muziek? Welke niet? lfred Schnittke Geboren:
Nadere informatieEindexamen Muziek havo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 punt toegekend. T. Susato - Pavane en Gaillarde La Donna 1 eerste zin: gamba( s); ook goed: (bas)vedel(s) 1 herhaling: blokfluit(en)
Nadere informatieOnline beginnerscursus. Piano
Online beginnerscursus Piano Docent: Elize van den Berg 1 Inhoud Inleiding 3 Les 1 Het toetsenbord verkennen 4 Les 2 C-positie, centrale C-positie en het notenschrift 5 Les 3 Intervallen 10 Les 4 Het akkoord
Nadere informatieEnsemble. Harmonieorkest
Instrumenten en orkesten Orkestvormen Symfonieorkest Groot orkest dat bestaat uit strijkinstrumenten, hout- en koperblazers en slagwerk. De woorden symfonie en orkest zijn afkomstig uit het Grieks. Symfonie
Nadere informatieKempische Steenweg 400 3500 Hasselt Tel. : 011 27 84 60 www.musart.be. Basistheorie m.b.t. de toelatingsproeven voor het 4 e en 5 e jaar
Kempische Steenweg 400 3500 Hasselt Tel. : 011 27 84 60 www.musart.be Basistheorie m.b.t. de toelatingsproeven voor het 4 e en 5 e jaar 1. INTERVALLEN OF TOONAFSTANDEN 1.1. Inleiding De onderlinge verhouding
Nadere informatieBijlage 1. Familie: Instrument: Familie: Instrument: Eigenschappen. Eigenschappen. Familie: Instrument: Familie: Instrument: Eigenschappen
download extra exemplaren op www.defi lharmonie.be/lesmap en blaasinstrumenten fagot en blaasinstrumenten klarinet en blaasinstrumenten dwarsfluit 2 2 enkel riet op mondstuk geplaatst warm en vol lucht
Nadere informatieTHEORIE D. Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,vierklank,grondtoon,leidtoon,mineur, majeur,modaal.
THEORIE D Wat moet je leren : Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,vierklank,grondtoon,leidtoon,mineur, majeur,modaal. De grote en kleine terts toonladders. Kerktoonladders : dorisch. De
Nadere informatieOp zoek naar muziek Een introductie van de instrumenten van het symfonieorkest Groep 5-6 Docentenhandleiding
Op zoek naar muziek Een introductie van de instrumenten van het symfonieorkest Groep 5-6 Docentenhandleiding Vooraf Voor u ligt de docentenhandleiding bij de educatieve website Introductie van het symfonieorkest
Nadere informatieMuziek en meer MUZIEK METHODE VOOR BASISONDERWIJS GROEP 6
Muziek en meer MUZIEK METHODE VOOR BASISONDERWIJS GROEP 6 Muziek en meer MUZIEK METHODE VOOR BASISONDERWIJS GROEP 6 1.1. Lied allemaal voor jou tekst & muziek: Jennemieke Snijders 3 Opdracht 1.1.a. Omcirkel
Nadere informatieMUZIEK EN WISKUNDE: samen klinkt het goed! INTERVALLEN: KWINT EN OCTAAF
LES 1 INTERVALLEN: KWINT EN OCTAAF Basis notenleer We hebben 7 notennamen: do re mi fa- sol la si (-do) Deze notennamen kunnen we ook wel in letters weergeven: C D E F G A B (-C) Als we dan terug bij do
Nadere informatieExamenopgaven VBO-MAVO-C 2003
Examenopgaven VO-MVO-C 2003 tijdvak 1 maandag 19 mei 09.00 11.00 uur MUZIEK C Naam kandidaat Kandidaatnummer anwijzingen voor de kandidaat: 1 Van 9.00-9.10 uur heb je de tijd om de vragen in te zien. 2
Nadere informatieAkkoorden spelen. o1 PIANO
Akkoorden spelen o1 PIANO Een lied bestaat uit een melodie die begeleid wordt door harmonie. Een leuke goedklinkende melodie zal mooier worden en meer karakter krijgen als er passende harmonieuze akkoorden
Nadere informatieD-examen extra informatie
D-examen extra informatie Hieronder staan nog een aantal nieuwe onderwerpen bij het D-examen genoemd. Deze onderwerpen staan nog niet op de website van Muziekschool Oost-Gelderland. Intervallen groter
Nadere informatieMuziek Reader. Sociaal Agogisch Werk. Cohort: 2014-2015. Onderdeel van: creatieve basisvaardigheden
Muziek Reader Sociaal Agogisch Werk Cohort: 2014-2015 Onderdeel van: creatieve basisvaardigheden Lessen creatieve basisvaardigheden Muziek, Beeldend en Drama Als s.a.w. er maak je contact met mensen. Dit
Nadere informatieWorkshop Pbones Een project van philharmonie zuidnederland voor de groepen 5 t/m 8 van het basisonderwijs
Workshop Pbones Een project van philharmonie zuidnederland voor de groepen 5 t/m 8 van het basisonderwijs Inhoud Voorwoord 1 Lesactiviteit 1: Introductie op het project en de trombone 3 Lesactiviteit 2:
Nadere informatieHet notenschrift De basis
Vervolgcursus Lesweek 1: Het notenschrift De basis Inleiding In deze eerste lesweek van de gevorderden cursus wordt de basis besproken van het notenschrift. Hoe ziet het notenschrift eruit en hoe kunt
Nadere informatie