Onderzoek naar de bruikbaarheid van de Screener voor Intelligentie en Licht verstandelijke beperking

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoek naar de bruikbaarheid van de Screener voor Intelligentie en Licht verstandelijke beperking"

Transcriptie

1 Onderzoek naar de bruikbaarheid van de Screener voor Intelligentie en Licht verstandelijke beperking Toepassing bij jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar Masterscriptie Forensische Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen, Universiteit van Amsterdam Student: H.S.P.A. (Hilde) Daamen Studentnummer: Begeleider: dhr. X.M.H. (Xavier) Moonen Tweede beoordelaar: mw. dr. I.B. (Inge) Wissink Amsterdam, mei, 2015

2 Inhoudsopgave Abstract 3 Samenvatting 4 Inleiding 5 Methode 11 Deelnemers aan het onderzoek 11 Materialen 14 Procedure 16 Analyses 17 Resultaten 19 Welke van de 14 items van de huidige SCIL bieden een significante 19 samenhang met de aan- of afwezigheid van een LVB bij jongeren? Hoe is de voorspellende waarde van de totale SCIL voor de aan- of 22 afwezigheid van een LVB bij jongeren? Welke afkapscores dienen bij de SCIL gehanteerd te worden 23 voor jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar? Samenvatting en discussie 24 Dankwoord 31 Literatuurlijst 32 Bijlagen 37 Bijlage 1 De items van de basisvragenlijst LVB 37 Bijlage 2 De veertien items van de definitieve SCIL 40 Bijlage 3 Resultaten analyses 41 2

3 Abstract Research on the utility of the Dutch Screener for Mild Intellectual Disability for persons aging 12 to 24 years. Kaal, Moonen, Van Scheppingen and Nijman (2015) had the aim to adapt a youth version of the Dutch Screener for Mild Intellectual Disability (SCIL) because of the current lack of instruments to determine whether a person in the age of 12 to 24 years functions on the level of a mild intellectual disability (ID). An in-depth study carried out by 445 participants in which information of 445 valid intelligence tests was combined with information gathered by these participants applying the Basis Questionnaire for Mild Intellectual Disability identified that all items of the original SCIL could be used for application with persons older than 13 years but younger than 24. Furthermore it was found that the SCIL- items 4, 8 and 9 seemed to be less useful for juveniles and should be altered. In conclusion, because of differences in scoring between ages, different cut off points were suggested for different age levels. Keywords: Dutch Screener for Mild Intellectual Disability, SCIL, youth, mild intellectual disability, intelligence tests 3

4 Samenvatting Onderzoek naar de bruikbaarheid van de Screener voor Intelligentie en Licht verstandelijke beperking bij jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar. Kaal, Moonen, Van Scheppingen en Nijman (2015) trachtten om de Screener voor Intelligentie en Licht verstandelijke beperking (SCIL) te voorzien van enige aanpassingen zodat deze ook bruikbaar zou kunnen zijn voor jongeren vanwege het gebrek aan instrumenten om jongeren in Nederland te kunnen screenen op het functioneren op het niveau van een licht verstandelijke beperking (LVB). In deze masterscriptie is de bruikbaarheid van de SCIL bij jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar, onderverdeeld in zes leeftijdscategorieën, onderzocht. Bij 445 respondenten is de basisvragenlijst LVB afgenomen. Daarnaast was er van deze respondenten een recente intelligentiescore bekend of is er een valide intelligentietest afgenomen. Door de verkregen informatie van de basisvragenlijsten LVB en de intelligentietests te combineren, bleek dat alle items van de originele SCIL toegepast zouden kunnen worden bij jongeren vanaf 14 jaar en tot en met 23 jaar. Daarnaast bleek dat de items 4,8 en 9 van de SCIL minder bruikbaar zijn voor jongeren en deze zouden indien mogelijk gewijzigd kunnen worden. Tot slot werden er andere afkappunten geadviseerd voor de verschillende leeftijdscategorieën vanwege de verschillen in scores tussen de leeftijden. Trefwoorden: Screener voor Intelligentie en Licht verstandelijke beperking, SCIL, jongeren, licht verstandelijke beperking, LVB, intelligentietesten 4

5 Inleiding Jeugdigen en jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking (LVB) komen meer dan gemiddeld begaafde jeugdigen in aanraking met politie en justitie (Moonen, De Wit, & Hoogeveen, 2011). Ook is er binnen de groep jeugdige delinquenten daadwerkelijk sprake van een oververtegenwoordiging van jeugdigen met een LVB (Collot d Escury, 2007; Hall, 2000). Tussen de 15 en 40 procent van de jeugdige delinquenten zou te maken hebben met LVB-problematiek (Tweede Kamer der Staten-Generaal, 2013). Veelal is echter niet aan deze personen te zien dat zij een beperking hebben. Dit komt voornamelijk doordat de beperking niet uiterlijk zichtbaar is maar vaak tot uiting komt in afwijkend (sociaal) gedrag en zij daarbij hun beperkingen voor anderen zeer goed kunnen verbergen (Kaal, Nijman, & Moonen, 2013). Hierdoor wordt er in de praktijk vaak onvoldoende rekening gehouden met de consequenties die de beperkingen voor de personen met een LVB met zich meebrengen. Om dit te voorkomen is het bijvoorbeeld belangrijk dat het intelligentie- en functioneringsniveau van jeugdige delinquenten bekend is. Het is veelal vanwege tijdsgebrek echter niet mogelijk om een volledige intelligentietest uit te voeren bij jongeren die in aanraking komen met politie of justitie (Hayes, 1999). Bovendien hebben medewerkers in deze settings vaak niet de bevoegdheid om een intelligentietest af te nemen. Hierdoor is het meestal een lange tijd onduidelijk wat de intellectuele mogelijkheden van de jongeren zijn. Het ministerie van Veiligheid en Justitie zou echter graag zien dat hierover meer bekend wordt. Om deze reden is er onderzoek verricht naar de bruikbaarheid van een screener waarmee een vermoeden van een LVB kan worden vastgesteld bij jongeren (zoals jongeren die in aanraking komen met politie of justitie). Een dergelijke screener, de SCIL (Screener voor Intelligentie en Licht verstandelijke beperking), is reeds voor volwassenen beschikbaar (Kaal et al., 2013). Op het moment van het schrijven van deze masterscriptie is er een rapport verschenen gericht op de vraag of de SCIL met enige aanpassingen ook in een jongerenversie uitgebracht kon worden (SCIL-Y) (Kaal, Moonen, Van Scheppingen, & Nijman, 2015). In deze masterscriptie is gekeken of de itemset van de volwassenenversie van deze screener bruikbaar was voor jongeren en jongvolwassenen. Er is onderzocht of de bestaande itemset geschikt was om bij jongeren een vermoeden van het functioneren op het niveau van een LVB te kunnen vaststellen voor de verschillende leeftijden tussen 12 en 24 jaar. In dit onderzoek is de term functioneren op het niveau van een LVB regelmatig gebruikt. De reden hiervan was dat het vaststellen of iemand blijvend voldoet aan alle criteria die van belang zijn bij het vaststellen van een verstandelijke beperking met een eenmalige meting, zeker als dat met een screeningsinstrument 5

6 gebeurt, niet goed mogelijk is. Met het instrument kan het toestandsbeeld in kaart gebracht worden, maar er wordt niet naar de persoon in zijn of haar context en naar zijn of haar verleden gekeken. Het functioneren op het niveau van een LVB zonder dat iemand een LVB heeft kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als iemand geen of slecht onderwijs genoten heeft, als er sprake is van bijkomende psychische problemen of als iemands cognitieve functies achteruit gegaan zijn op basis van ziekte, alcohol- of middelenmisbruik. Zo iemand voldoet dan niet aan de criteria om te mogen spreken van een LVB (zie hierna de paragraaf definitie) maar moet waarschijnlijk wél aangesproken en begeleid worden als ware hij of zij een LVB heeft. Definitie LVB De meest gebruikte internationale definitie van een verstandelijke beperking is de definitie die door de American Association on Intellectual and Developmental Disabilities (AAIDD) ontwikkeld is. De laatste versie van deze definitie luidt in een eigen Nederlandse vertaling: Er is sprake van een verstandelijke beperking als een persoon vóór het achttiende levensjaar significante beperkingen heeft in zijn intelligentie (IQ tussen of lager) en adaptief gedrag ofwel (sociaal) aanpassingsvermogen (Schalock et al., 2010). De grote meerderheid van personen met een verstandelijke beperking kan geclassificeerd worden als persoon met een LVB (Feldman, 2005). Een LVB wordt in Nederland niet op dezelfde manier geclassificeerd als vermeld door de AAIDD (Schalock et al., 2010) en in de DSM-5 (American Psychiatric Association, 2013). In Nederland wordt er onder bepaalde omstandigheden een bredere range voor wat betreft gemeten intelligentie aangehouden. Doordat voornamelijk de beperkingen in het sociaal aanpassingsvermogen zorgen voor problemen in het dagelijks leven, wordt het criterium van de intelligentie in de praktijk in Nederland verbreed naar een IQ score tussen 50 en 85 indien er daarnaast sprake is van problemen met het sociaal aanpassingsvermogen en van bijkomende problemen (Tabel 1) (Landelijk Kenniscentrum LVG, 2006). Onder bijkomende problemen vallen leerproblemen, psychische stoornissen, medisch-organische problemen en problemen in gezin en sociale context. Vervolgens kunnen deze problemen tot uiting komen in ernstige gedragsproblemen. Tot slot kunnen de kenmerken en problemen van personen met een LVB leiden tot een langdurige ondersteuningsbehoefte ofwel tot chroniciteit van de problematiek. In de Nederlandse praktijk behoren dus niet alleen mensen die volgens de DSM-5 een LVB hebben bij de groep mensen met een LVB, maar ook mensen die zwakbegaafd genoemd worden (IQ score tussen 71 en 85) met hierboven genoemde problematiek. Wanneer er in het huidige onderzoek werd gesproken over personen met een LVB, dan werden hier alle personen mee bedoeld die volgens de Nederlandse criteria geclassificeerd kunnen worden als persoon met een LVB. 6

7 Tabel 1 Het model van de LVB-problematiek (Landelijk Kenniscentrum LVG, 2006) LVB-specifieke bijkomende komen tot kenmerken: problematiek: uiting in: Intelligentie: IQ Leerproblemen Psychische stoornis Ernstige Beperkt sociaal Medisch-organische problemen gedragsproblemen aanpassingsvermogen Problemen in gezin en sociale context en leiden tot: Chroniciteit/langdurige behoefte aan ondersteuning Prevalentie van LVB bij jongeren Op grond van statistische overwegingen heeft ongeveer 1,4 procent van de Nederlandse jeugd een LVB (IQ score tussen 50 en 70). Daarnaast heeft ongeveer 13,6 procent een IQ score tussen 70 en 85, wat geclassificeerd kan worden als zwakbegaafd (Stoll, Bruinsma, & Konijn, 2004). Dit zou betekenen dat ongeveer 15 procent van de Nederlandse jongeren geclassificeerd zou kunnen worden als jongere met een LVB als alleen het IQ criterium zou gelden. In het algemeen wordt verondersteld dat intelligentie goed te meten is met een gevalideerde intelligentietest. Het criterium van het beperkt sociaal aanpassingsvermogen is veel moeilijker met een gestandaardiseerd instrument vast te stellen, waardoor exacte cijfers voor wat betreft het aantal jongeren met een LVB (zoals in Nederland gedefinieerd) niet bekend zijn (Ponsioen, 2001). Definitie jongeren Deze masterscriptie was gericht op jongeren en jongvolwassenen en vanwege psychologische en strafrechtelijke redenen werden personen van 12 tot 24 jaar meegenomen in het onderzoek. De SCIL wordt immers onder andere door politie en justitie gebruikt. Er is gekozen voor de leeftijd van 12 jaar als beginpunt van deze leeftijdsrange, omdat deze leeftijd vaak gezien wordt als het begin van de puberteit (Crone, 2008). Daarnaast is dit de leeftijd vanaf wanneer een persoon strafrechtelijk vervolgd kan worden volgens het jeugdstrafrecht (Duits & Bartels, 2011). Vervolgens zijn in dit onderzoek jongeren en jongvolwassenen tot en met maximaal 23 jaar geïncludeerd. Ten eerste omdat jongeren zich volgens de ontwikkelingspsychologie tot 24 jaar in de adolescentie bevinden en daarmee nog in de overgang zitten van kindertijd naar volwassenheid (Ploegmakers-Burg & Stortelder, 2008). Daarnaast is strafrechtelijk gezien de leeftijdsgrens voor 7

8 toepassing van het jeugdstrafrecht sinds 1 april 2014 verbreed tot 23 jaar. Dit adolescentenstrafrecht zorgt ervoor dat er tot de leeftijd van 23 jaar meer rekening gehouden kan worden met de ontwikkeling en de mogelijkheden van adolescenten (Bagga, 2014). Omwille van het creëren van gelijke groepen van 2 jaar is ook de groep jongeren van 23 jaar meegenomen in dit onderzoek. Er zijn dus jongeren en jongvolwassenen van 12 tot en met 23 jaar onderzocht, die allen jongeren zijn genoemd. Relevantie LVB-screener voor jongeren Doordat een LVB veelal niet aan het uiterlijk zichtbaar is, bestaat er een groot risico op overvraging (De Wit, Moonen, & Douma, 2012). Hierdoor krijgen jongeren die in aanraking zijn gekomen met justitie of politie vaak interventies aangeboden die niet goed aansluiten bij hun beperkingen (Noom, Van der Veldt, Van Houdt, & Slot, 2009). Dit kan vervolgens onder andere leiden tot een verhoogd recidiverisico. Om deze reden is het van groot belang dat (het functioneren op het niveau van) een LVB vroegtijdig onderkend wordt, zodat politie en justitie zich in het contact en de bejegening aan kunnen passen aan de mogelijkheden van jongeren met een vermoeden van een LVB. Internationaal gezien zijn screeningsinstrumenten hiervoor zeer belangrijk gebleken in de praktijk: ze kunnen in een kort tijdsbestek een betrouwbare inschatting maken van een vermoeden van een LVB (Hayes, 2002; Mason & Murphy, 2002; Mckenzie & Paxton, 2006). Internationaal wordt een persoon veelal geclassificeerd met een LVB bij een IQ score tot en met 70 à 75. In Nederland wordt echter een breder criterium wat betreft intelligentie gehanteerd. Personen met een IQ score onder 85 kunnen in Nederland, zoals reeds vermeld, geclassificeerd worden als personen met een LVB indien er ook sprake is van een beperkt sociaal aanpassingsvermogen, bijkomende problemen en het vermoeden van chroniciteit. Door dit verschil in definitie zijn de instrumenten van Hayes (2002), Mason en Murphy (2002) en Mckenzie en Paxton (2006) niet geschikt voor het gebruik in Nederland. Om deze reden is recent de SCIL ontwikkeld. Met dit screeningsinstrument is het mogelijk om op grond van de definitie die in de Nederlandse praktijk wordt gehanteerd op een vermoeden van een LVB te kunnen screenen (Kaal et al., 2013). De SCIL is tot op heden alleen voor volwassenen gevalideerd en dus (nog) niet geschikt om jongeren op een vermoeden van het functioneren op het niveau van een LVB te kunnen screenen. Het is echter juist belangrijk om vroeg te kunnen weten of iemand beperkingen heeft in de intelligentie en sociale aanpassing zodat hier in de begeleiding en bejegening op ingespeeld kan worden (De Wit et al., 2012). McKenzie, Paxton, Murray, Milanesi en Murray (2012) hebben om 8

9 deze reden de Child and Adolescent Intellectual Disability Screening Questionnaire (CAIDS-Q) ontwikkeld. Dit is een voor kinderen en jeugdigen aangepaste versie van het screeningsinstrument voor volwassenen, de Learning Disability Screening Questionnaire (McKenzie & Paxton, 2006). De CAIDS-Q is ontwikkeld naar aanleiding van de behoefte naar een screeningsinstrument voor LVB bij jeugdigen tussen 8 en 18 jaar die in het strafrechtsysteem en in de hulpverlening in het Verenigd Koninkrijk terecht komen. De CAIDS-Q bestaat uit zeven items die snel en gemakkelijk af te nemen en te scoren zijn door niet-professionals. Dit screeningsinstrument wordt voldoende valide en betrouwbaar geacht en er wordt zowel naar de intelligentie als naar het adaptief gedrag gekeken (McKenzie, Paxton, Michie, et al., 2012). Het is echter gebleken dat op een LVB niet op elke leeftijd op dezelfde manier gescreend kan worden. Dit komt doordat dat kinderen en jeugdigen vaardigheden op verschillende leeftijden ontwikkelen (Murray & McKenzie, 2014). Om deze reden is er bij de CAIDS-Q gebruik gemaakt van normen voor drie verschillende leeftijdgroepen: 6 tot en met 7 jaar en 11 maanden, 8 tot en met 11 jaar en 11 maanden en 12 jaar tot en met 18 jaar (McKenzie & Murray, 2015). Bovendien kan internationaal gezien een vermoeden van een verstandelijke beperking bij jeugdigen vastgesteld worden met de verkorte Wechsler Intelligence Scale for Children - fourth edition (WISC-IV) (Crawford, Anderson, Rankin, & MacDonald, 2010). Deze test bevat zeven subtests en blijkt nauwkeuriger te zijn in het vaststellen van het functioneren op het niveau van een verstandelijke beperking dan de CAIDS-Q (McKenzie, Murray, Murray, & Murray, 2013). De verkorte WISC-IV is echter een verkorte intelligentietest en in tegenstelling tot de CAIDS-Q niet ontwikkeld als screeningsinstrument. Een voordeel van de CAIDS-Q ten opzichte van de verkorte WISC-IV is dat niet-professionals de CAIDS-Q af mogen nemen, terwijl men voor de afname van de verkorte WISC-IV gekwalificeerd dient te zijn. Bovendien kost het afnemen van de CAIDS-Q veel minder tijd. Daarnaast kan men met de CAIDS-Q meerdere criteria van een verstandelijke beperking meten (met name adaptieve aspecten), terwijl met de verkorte WISC-IV alleen de intelligentie gemeten kan worden (McKenzie, Paxton, Michie, et al., 2012; McKenzie et al., 2013). Met de WISC-IV kan dus niet bepaald worden of de intellectuele beperkingen zich voordoen vóór het achttiende levensjaar en of er daarnaast sprake is van significante beperkingen in adaptief gedrag oftewel het (sociaal) aanpassingsvermogen. Om deze redenen heeft een screeningsinstrument als de CAIDS-Q enkele voordelen die een verkorte intelligentietest niet heeft. De CAIDS-Q kan echter niet in Nederland gebruikt worden aangezien dit screeningsinstrument ontwikkeld is op basis van een definitie die niet in Nederland wordt gehanteerd. Volgens het ministerie van Veiligheid en Justitie is er echter wel behoefte aan een LVBscreener voor Nederlandse jongeren. Dit zou van groot belang kunnen zijn voor de praktijk. Aan de 9

10 hand van de uitslag op een screeningsinstrument kan alleen een vermoeden van het functioneren op het niveau van een LVB vastgesteld of uitgesloten worden. Om dit vermoeden te verifiëren of falsificeren is altijd vervolgonderzoek noodzakelijk. Vanwege tijdsgebrek is het in de praktijk echter vaak niet mogelijk om een volledig diagnostisch onderzoek uit te voeren (Hayes, 1999; Kaal et al, 2013). In alle gevallen en zeker wanneer het totaal aantal gemaakte foute antwoorden van een persoon op de vragen van de screener dicht bij het afkappunt (gerelateerd aan de IQ score van 85) ligt, moet er echter aanvullend diagnostisch onderzoek gedaan worden. Om deze reden is het zeer relevant dat er een screeningsinstrument zou zijn waarmee in een korte tijd een betrouwbare inschatting gemaakt kan worden of vervolgonderzoek naar het voorkomen van een LVB noodzakelijk is voor personen van alle leeftijden, dus ook voor personen in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar. Daarom is er in het huidige onderzoek gekeken of de items van de huidige SCIL ook gebruikt kunnen worden bij jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar. Daarnaast zijn jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot en met 23 jaar meegenomen in het onderzoek, omdat er voor de oorspronkelijke validering van de SCIL voor volwassenen geen onderscheid is gemaakt in leeftijd (Kaal et al., 2013). Het was echter denkbaar dat er verschillen waren tussen de meest accurate itemsets of normen van de SCIL voor verschillende leeftijdscategorieën. Daar sloot de centrale vraagstelling van het huidige onderzoek op aan: Kan er met de items van de SCIL voldoende betrouwbaar op een vermoeden van een licht verstandelijke beperking gescreend worden bij jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar? Om een antwoord te krijgen op deze vraagstelling zijn de volgende deelvragen opgesteld: (1) Welke van de 14 items van de huidige SCIL hebben een significante samenhang met de aan- of afwezigheid van een LVB bij jongeren? (2) Hoe is de voorspellende waarde van de totale SCIL voor de aan- of afwezigheid van een LVB bij jongeren? (3) Welke afkapscores dienen bij de SCIL gehanteerd te worden voor jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar? Deze deelvragen zijn beantwoord voor zes verschillende leeftijdscategorieën: 12- en 13-jarigen, 14- en 15-jarigen, 16- en 17-jarigen, 18- en 19-jarigen, 20- en 21-jarigen en 22- en 23-jarigen. Op deze manier is achterhaald of de items van de SCIL bruikbaar zouden zijn voor jongeren of dat de huidige items verschillende voorspellende waarden hadden op de verschillende leeftijden. Er is gekozen om leeftijdscategorieën te hanteren in plaats van iedere afzonderlijke leeftijd apart te 10

11 onderzoeken, omdat het aantal deelnemers van het onderzoek per leeftijd te klein was om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Wanneer er twee leeftijdsgroepen bij elkaar werden genomen, werden de onderzoeksgroepen groter en konden er betrouwbaardere uitspraken gedaan worden. De vraag was dus of alle items van de huidige SCIL passend waren voor jongeren om een betrouwbare inschatting te kunnen maken van een vermoeden van een LVB. Het was namelijk goed voorstelbaar dat jongeren op diverse items van de SCIL anders en minder goed scoorden. Waar deze grens echter lag, zou mogelijk met de in dit onderzoek gebruikte dataset uitgewezen kunnen worden. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat personen vaardigheden op verschillende leeftijden eigen maken en hierdoor op jongere leeftijd bepaalde vaardigheden missen om een screener betrouwbaar af te kunnen nemen (Murray & McKenzie, 2014). Volgens Bornholt, Spencer, Fisher en Ouvrier (2004) zou een screeningsinstrument bij jonge kinderen om deze reden wel cognitieve vaardigheden kunnen onderzoeken, maar complexe, sociale vaardigheden beheersen zij nog onvoldoende. Daarnaast wordt de cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen gekenmerkt door veel en snelle veranderingen. Hierdoor stelden Bornholt en collega s (2004) dat het rekening houden met de leeftijd een cruciaal punt is bij het afnemen van een screeningsinstrument bij kinderen. Ook hanteren intelligentietesten andere normen voor verschillende leeftijden. Zo hanteert de WISC-III per vier maanden andere scores (Kort et al., 2005). Om deze reden werd ook verwacht dat de jeugdversie van de SCIL (de SCIL-Y) mogelijk pas vanaf een bepaalde leeftijd geschikt zou zijn om het functioneren op het niveau van een LVB te onderzoeken en dat er verschillende afkapscores nodig zouden zijn voor de verschillende leeftijdscategorieën. Methode Deelnemers aan het onderzoek Alle respondenten van deze masterscriptie hebben deelgenomen aan het onderzoek naar de SCIL-Y of aan het onderzoek naar de SCIL. Ten eerste zijn alle deelnemers van het onderzoek naar de SCIL-Y meegenomen in de dataset voor deze masterscriptie (Kaal et al., 2015). Daarnaast zijn voor dit onderzoek de gegevens gebruikt van alle jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot en met 23 jaar die deelgenomen hebben aan het onderzoek naar de volwassenenversie van de SCIL (Kaal et al., 2013). Door alle respondenten van het onderzoek naar de SCIL-Y en een deel van de respondenten van het onderzoek naar de SCIL bij elkaar te nemen, zijn voor deze masterscriptie in totaal 445 jongeren in de onderzoekspopulatie geïncludeerd, die ten tijde van de afname van de basisvragenlijst LVB voor het SCIL respectievelijk SCIL-Y onderzoek 12 tot en met 23 jaar oud 11

12 waren. De meeste jongeren zijn geworven via scholen in heel Nederland, het ging hierbij om leerlingen van scholen voor (speciaal) basisonderwijs, (speciaal) voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger beroepsonderwijs. Daarnaast hebben jongeren deelgenomen aan de onderzoeken naar de SCIL(-Y) die gevraagd zijn via instellingen. Hierdoor zijn er ook justitiabelen, personen die werken bij een sociale werkplaats en personen die in een zorginstelling zitten voor mensen met een verstandelijke beperking onderzocht. Van deze jongeren waren er 242 mannelijk (54.4%) en 203 vrouwelijk (45.6%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten was ten tijde van het onderzoek jaar (SD = jaar). De respondenten zijn onderverdeeld in zes leeftijdscategorieën. Deze categorieën, met het bijbehorende aantal deelnemers per categorie, zijn in aantal en in percentage weergegeven in Tabel 2. Tabel 2 Respondenten per leeftijdscategorie in aantal en in percentage (N = 445) Leeftijdscategorie Aantal respondenten Percentage Cumulatief jaar % 20.4% jaar % 46.7% jaar % 68.5% jaar % 79.1% jaar % 89.9% jaar % 100.0% Het was belangrijk om te weten of er binnen de leeftijdscategorieën een juiste verdeling was van het aantal jongeren met en zonder een LVB. Volgens Field (2009) wordt de externe validiteit vergroot wanneer iedere afzonderlijke groep uit minimaal 30 jongeren zou bestaan. Zoals in Tabel 3 te lezen is, was dit in het huidige onderzoek niet het geval bij de drie oudste leeftijdscategorieën. Dit werd als een beperking gezien, waar in de discussie dieper op ingegaan is. 12

13 Tabel 3 Verdeling van respondenten met en zonder LVB per leeftijdscategorie (N = 445) Leeftijdscategorie Aantal respondenten Aantal respondenten Totaal aantal zonder LVB met LVB respondenten jaar jaar jaar jaar jaar jaar Bij alle respondenten is de basisvragenlijst LVB afgenomen (met onder andere daarin de items die in de uiteindelijke versie van de SCIL zitten). Daarnaast is er een intelligentiescore vastgesteld aan de hand van een Wechsler intelligentietest (versie voor jongeren respectievelijk voor volwassenen afhankelijk van de leeftijd) indien een recente IQ score ten tijde van de afname van de basisvragenlijst nog onbekend was. De gemiddelde IQ score van de respondenten was 85 (SD = 15.4). Van de totale onderzoeksgroep voldeden daarbij 223 respondenten (50.1%) aan de Nederlandse classificatie voor een LVB aan de hand van de score op een Wechsler intelligentietest, waarbij afhankelijk van de leeftijd van de Nederlandse Wechsler Intelligence Scale for Children-III (WISC-III) of Wechsler Adult Intelligence Scale-III (WAIS-III) gebruik gemaakt is. Zij hadden dan een meest recent gemeten IQ score onder de 85, maar boven de 49. De overige respondenten voldeden niet aan de classificatie LVB. Zij hadden een meest recent gemeten IQ score van 85 of hoger. Internationaal wordt vaak een IQ score van 70 als grensscore van verstandelijke beperking gezien. De respondenten zijn, met het oog op die in verschillende definities gehanteerde IQ scores, derhalve opgesplitst in drie categorieën, die gepresenteerd zijn in Tabel 4. Ook is er hierbij een onderscheid gemaakt tussen jongens en meisjes, om te kunnen achterhalen of geslacht mogelijk van invloed was op eventuele verschillen tussen de categorieën voor wat betreft de IQ score. Om dit te onderzoeken is er gekeken of er systematische verschillen waren tussen het aantal jongens en meisjes per subcategorie, daarbij gebruik makend van de Pearson Chi-Square toets. Hieruit bleek dat er geen significant verschil was tussen de verdeling van jongens en meisjes over de drie categorieën, χ 2 (2) =.31, p =.856). Om deze reden is er in de verdere analyses geen onderscheid gemaakt tussen jongens en meisjes. 13

14 Tabel 4 Aantal respondenten onderverdeeld in drie categorieën wat betreft IQ (N = 445) Categorie IQ Aantal respondenten Jongens Meisjes Totaal 50 tot (9.2%) 34 (7.6%) 75 (16.9%) 70 tot (18.7%) 65 (14.6%) 148 (33.3%) 85 en hoger 118 (26.5%) 104 (23.4%) 222 (49.9%) Totaal 242 (54.4%) 203 (45.6%) 445 (100%) Door in het onderzoek zowel respondenten met een LVB als zonder een LVB mee te nemen (ingedeeld op grond van de score op een van beide Wechsler intelligentietests) kon achterhaald worden of de classificatie al dan niet LVB op grond van een intelligentietest overeenkwam met de classificatie al dan niet functioneren op het niveau van een LVB zoals onderzocht met de SCIL(- Y). Voor de deelname aan het onderzoek ontvingen de respondenten een beloning. Wanneer alleen de basisvragenlijst LVB afgenomen hoefde te worden, kregen zij een klein presentje in de vorm van bijvoorbeeld douchegel, oordopjes of een pen. Indien van de jongere echter nog geen IQ score bekend was en er daarom ook een WISC-III of WAIS-III afgenomen diende te worden, en de afname dus veel langer duurde, kreeg de jongere een Iris check van 10 Euro. Materialen Basisvragenlijst LVB / SCIL Voor het huidige onderzoek is bij alle jongeren gebruik gemaakt van de basisvragenlijst LVB die eerder afgenomen is (zie Bijlage 1). In de analyses ten behoeve van onderhavig onderzoek zijn echter alleen de 14 items (bestaande uit 16 vragen) meegenomen die in de definitieve SCIL zijn opgenomen (zie Bijlage 2). Van deze items is bij jongeren tot 18 jaar echter niet het item Wat is de hoogste opleiding (school) die je hebt afgemaakt? gebruikt, maar was dat vervangen door het item Wat is de hoogste opleiding (school) die je hebt gevolgd?. De reden hiervan was dat jongeren op jonge leeftijd nog geen (hogere) school afgemaakt konden hebben en het oorspronkelijke item dus geen goed beeld kon geven van een vermoeden van een LVB bij jongeren onder 18 jaar. Het vervangen item gaat namelijk alleen over de hoogste opleiding die iemand tot nu toe heeft gevolgd, maar dus (nog) niet heeft afgemaakt. Doordat er verder alleen items meegenomen zijn uit de definitieve SCIL kon er gekeken worden of de huidige items in de SCIL ook bruikbaar waren om 14

15 op een vermoeden van een LVB bij jongeren (12 tot en met 17 jaar) te screenen. Daarnaast kon er een vergelijking gemaakt worden met de scores van jongvolwassenen (18 tot en met 23 jaar), waarbij van deze personen gebruikgemaakt is van de door hun behaalde SCIL scores. De scores op de SCIL bestonden uit de antwoorden op de vragen en de uitgewerkte opdrachten. Alle items zijn omgescoord, wat inhield dat van ieder uniek antwoord op een item aan de hand van de handleiding van de SCIL is gekeken welke score het antwoord verdiende. Uit de onderzoeksgegevens bleek dat jongeren soms bij een antwoord weet ik niet hadden gegeven. Bij het scoren van de SCIL wordt het niet (kunnen of willen) geven van een antwoord als fout gescoord (Kaal et al., 2013; Van Kuijk, 2011). De reden hiervan is dat het zeer aannemelijk is dat wanneer iemand aangeeft een antwoord niet te weten of niet te willen geven, hij of zij ook het juiste antwoord niet weet. Om deze reden is er ook in het huidige onderzoek voor gekozen om de antwoorden weet ik niet als fout te scoren. Overige gegevens die ontbraken zijn als missende waarden ingevoerd in het databestand. Er waren bij de jongeren tot en met 17 jaar drie missende waarden bij item 1 en één bij item 3. Daarnaast was de manier van scoren als volgt: voor ieder goed antwoord kreeg de respondent op de SCIL twee punten, bij deels goede antwoorden werd bij de items 2, 8, 11, 12, 13 en 14 van de SCIL één punt toegekend, en wanneer een antwoord totaal niet correct was dan kreeg de respondent geen punten voor dat item. Op deze manier was het niet alleen mogelijk was om de totaalscores van jongeren met elkaar te vergelijken, maar ook om de scores op de afzonderlijke items onderling te vergelijken. Uiteindelijk zijn alle scores van de items van één persoon bij elkaar opgeteld. Bij de volwassenenversie van de SCIL betekende een score van 19 of lager dat er vermoedelijk sprake was van (het functioneren op het niveau van) een LVB. Bij een score van 20 of hoger was er vermoedelijk geen sprake van een LVB. Of dezelfde scoringswijze voor jongeren aangehouden kon worden voor het vermoeden van wel/geen sprake van een LVB is in deze masterscriptie onderzocht. Wechsler intelligentietesten Daarnaast is bij jongeren van wie nog geen recente intelligentiegegevens beschikbaar waren de WISC-III (12- tot en met 16-jarigen) of WAIS-III (16-jarigen en ouder) afgenomen. De WISC- III is een intelligentietest voor kinderen van 6 tot en met 16 jaar, waarbij de algemene intelligentie wordt bepaald aan de hand van 13 verbale en performale subtests (Kort et al., 2005). Ook de WAIS- III is een intelligentietest, maar deze is bedoeld om de algemene intelligentie van (jong)volwassenen in de leeftijd van 16 tot en met 85 jaar te bepalen (Wechsler, 2005). De WAIS- III bestaat uit 16 verbale en performale subtests. Gezien de leeftijden die gehanteerd worden bij 15

16 beide Wechsler intelligentietesten kon er bij het onderzoek naar de SCIL-Y voor 16-jarigen gekozen worden voor de WISC-III of de WAIS-III. Er was geen vast protocol waaraan men zich diende te houden bij de keuze voor de intelligentietest bij 16-jarigen. Bij deze leeftijd kon of de WISC-III of de WAIS-III afgenomen worden. De scores op de WISC-III en WAIS-III zijn niet zo maar volledig vergelijkbaar, daar het om twee verschillende intelligentietesten gaat. Beide testen maken echter deel uit van de set Wechsler intelligentietesten, die allen zijn ontworpen volgens de visie van Wechsler op intelligentie. Mede hierdoor komen de constructen van de WISC-III en WAIS-III veelal overeen (Kort et al., 2005; Wechsler, 2005). Ook zijn zowel de WISC-III als de WAIS-III verbale intelligentietests, wat inhoudt dat bij beide intelligentietests taal van belang is. Taal wordt gezien als een belangrijk element van de intelligentie. Om deze reden is het overigens ook begrijpelijk dat non-verbale en verbale tests moeilijk met elkaar te vergelijken zijn (Kaldenbach, 2012). Gezien het feit dat de WISC-III en de WAIS-III allebei verbale intelligentietests zijn, ontstaat er bij de vergelijking tussen de scores op deze tests geen ruis op het gebied van taal. Bovendien kennen de tests veel overeenkomsten, omdat ze uit dezelfde soort taken bestaan. Om deze redenen is er in het huidige onderzoek voor gekozen om de scores op de WISC-III en WAIS-III te zien als intelligentiescores die wel voldoende vergelijkbaar waren. Hierdoor werd het ook niet als een bezwaar gezien dat er bij 16-jarigen gekozen kon worden voor een afname van of de WISC-III of de WAIS-III. Het was voor het onderzoek met name van belang dat er werd gekeken naar het verschil tussen de jongeren met een totaal IQ score (TIQ) onder en boven 85. Om te achterhalen of de SCIL daadwerkelijk bruikbaar was voor jongeren, is gekeken of er met behulp van de SCIL(-Y) een vermoeden van een LVB kon worden vastgesteld wanneer iemand daadwerkelijk een Wechsler totale IQ score had onder de 85 (sensitiviteit). Daarnaast zou er geen vermoeden van een LVB moeten zijn vastgesteld bij een persoon met een IQ score van 85 of hoger (specificiteit). Het uiteindelijke doel van het onderzoek was om te onderzoeken of de 14 items van de SCIL daadwerkelijk bruikbaar waren voor jongeren in de leeftijdsgroepen van 12 tot en met 23 jaar. Procedure Deze masterscriptie is uitgevoerd in het kader van twee grotere onderzoeken naar de bruikbaarheid van de SCIL en de SCIL-Y. De respondenten voor de onderzoeken voor de SCIL en SCIL-Y werden geworven via instellingen en scholen. De afname van de instrumenten voor het onderzoek zijn in een één-op-één situatie uitgevoerd volgens een standaard afnameprocedure (deze is indien gewenst op te vragen). Doordat de verschillende testafnemers deze procedure volgden, kregen alle deelnemers dezelfde instructies. Bij alle deelnemers is de basisvragenlijst LVB 16

17 afgenomen en van wie er nog geen recente IQ score bekend was, is er ook een Wechsler intelligentietest afgenomen (een WISC-III of WAIS-IIII afhankelijk van de leeftijd). Wanneer alleen de basisvragenlijst LVB afgenomen hoefde te worden duurde het onderzoek ongeveer een half uur. Indien er ook een intelligentietest afgenomen diende te worden, duurde het onderzoek ongeveer twee uur per deelnemer. Alle deelnemers hebben een toestemmingsformulier ondertekend voor deelname aan het onderzoek. Daarnaast dienden voor jongeren onder de 16 jaar ook de ouders/verzorgers een toestemmingsformulier te ondertekenen. De toestemmingsformulieren zijn telkens aangepast voor de specifieke locaties, want deze konden enigszins van elkaar verschillen. Net als de afnameprocedure zijn deze toestemmingsformulieren indien gewenst ook op te vragen. Analyses Om te achterhalen of de huidige items voor alle leeftijdscategorieën van 12 tot en met 23 jaar geschikt waren of dat er verschillen waren tussen de verschillende leeftijden is er gebruik gemaakt van statistische analyses. Alle gegevens en volledige antwoorden op de items van de deelnemers zijn ingevoerd in SPSS 21.0 (Corp, 2012). Voor deze masterscriptie is gebruik gemaakt van een afhankelijke variabele de aanwezigheid van het vermoeden van het functioneren op het niveau van een LVB op grond van de totale IQ score op de Wechsler intelligentietest en van 14 onafhankelijke variabelen, namelijk de items uit de SCIL. Bij alle analyses is een betrouwbaarheidsniveau van 95% aangehouden oftewel een alfa van.05. Wanneer een p waarde echter kleiner was dan.001 werd deze bij de resultaten weergegeven als p <.001, zodat het zichtbaar was dat het ging om een sterk significante uitkomst (American Psychological Association, 2010). Bovendien werd de leeftijd van de respondenten in jaren weergegeven, zodat alle afzonderlijke leeftijdscategorieën met elkaar vergeleken konden worden. Ten eerste is voor de deelvraag Welke van de 14 items van de huidige SCIL hebben een significante samenhang met de aan- of afwezigheid van een LVB bij jongeren? de samenhang tussen de afzonderlijke items met de aan- of afwezigheid van een LVB van de totale onderzoeksgroep berekend. Om te onderzoeken of ieder van de 14 items van de SCIL, met twee of drie antwoordmogelijkheden, daadwerkelijk een significante samenhang had met de aan- of afwezigheid van een LVB bij de in het onderzoek geïncludeerde jongeren aan de hand van de score op een valide intelligentietest werd gebruik gemaakt van de Pearson Chi-Square toets. Vervolgens is er aan de hand van een ANOVA gekeken of er verschillen waren tussen de gemiddelden van het TIQ en de totale SCIL score voor de zes geconstrueerde leeftijdscategorieën. Hiermee kon aangetoond worden of de leeftijdscategorieën mogelijk samen genomen konden worden voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen in deze masterscriptie, of dat er juist ingegaan diende te 17

18 worden op de verschillen tussen de leeftijdscategorieën. Indien door het toepassen van de ANOVA aangetoond werd dat er daadwerkelijk verschillen zaten tussen de scores van de leeftijdscategorieën zou er voor iedere leeftijdscategorie onderzocht moeten worden of ieder item van de SCIL een significante samenhang had met de aan- of afwezigheid van een LVB. Voor deze analyse werd, net als dat dit onderzocht werd voor alle geïncludeerde jongeren, gebruik gemaakt van de Pearson Chi- Square toets. In plaats van naar de totale onderzoeksgroep te kijken, werd er voor deze analyse echter per leeftijdscategorie gekeken. Vervolgens werd voor de deelvraag Hoe is de voorspellende waarde van de totale SCIL voor de aan- of afwezigheid van een LVB bij jongeren? gebruik gemaakt van een Receiver Operating Characteristic (ROC)-analyse. Deze ROC-analyse werd voor de totale onderzoeksgroep uitgevoerd, maar daarna ook per leeftijdscategorie. Op deze manier kon zowel naar de voorspellende waarde van de SCIL(-Y) op de aan- of afwezigheid van een LVB voor de totale onderzoeksgroep gekeken worden, als ook voor iedere leeftijdscategorie. Hierdoor kon vastgesteld worden of de SCIL(-Y) voor elke leeftijdscategorie bruikbaar was of mogelijk pas vanaf een bepaalde leeftijd. Een ROC-analyse geeft een area under the curve (auc) weer (Fawcett, 2006). De auc biedt een weergave van de voorspellende waarde van de SCIL(-Y) oftewel de kans dat iemand met een LVB (zoals vastgesteld met een valide intelligentietest) ook als zodanig werd gedetecteerd met gebruikmaking van de SCIL(-Y). De auc geeft een waarde aan waarin de sensitiviteit en de specificiteit van de SCIL(-Y) in verhouding met elkaar zijn weergegeven (Kaal et al., 2013). Indien de voorspellende waarde van de SCIL(-Y) voor jongeren perfect was, dan was de auc gelijk aan 1.0. Dit was echter niet realistisch (ieder instrument kent wel een afwijking) en er werd in deze masterscriptie een minimum van.85 gehanteerd voor het vaststellen van een voldoende voorspellende waarde. Dit minimum is gehanteerd, omdat deze masterscriptie in het kader van een groter onderzoek naar de bruikbaarheid van de SCIL(-Y) is uitgevoerd en bij dat onderzoek is op voorhand een minimale auc van.85 vastgesteld. De reden hiervan was dat het ministerie van Veiligheid en Justitie hoge eisen stelde aan de bruikbaarheid van de screener, mede doordat de screener op individueel niveau gebruikt diende te kunnen worden (Kaal et al., 2015). Een auc van.50 of lager betekent overigens dat de voorspellende waarde gelijk is aan het bepalen op grond van toeval, wat voor de screener niet wenselijk was. Tot slot werd ook voor de deelvraag Welke afkapscores dienen bij de SCIL gehanteerd te worden voor jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar? gebruik gemaakt van een ROCanalyse. Er is voor de totale onderzoeksgroep een ROC-analyse uitgevoerd, maar daarnaast voor iedere leeftijdscategorie afzonderlijk. Op deze manier kon er gekeken worden of er verschillende afkapscores gehanteerd dienden te worden bij jongeren in verschillende leeftijdscategorieën. Indien 18

19 uit de overige analyses namelijk bleek dat er verschillen in de beantwoording van de SCIL(-Y) waren tussen de leeftijdscategorieën, leek het gebruik van verschillende afkapscores voor de verschillende leeftijden aannemelijk. Om deze deelvraag te kunnen beantwoorden werd er bij de ROC-analyse gekeken naar de scores van de sensitiviteit en de specificiteit van de SCIL, die beide zo hoog mogelijk dienden te zijn bij de gekozen afkapscore. Het was voor de SCIL(-Y) het belangrijkste dat jongeren met een IQ score onder de 85 met de screener werden herkend als iemand die vermoedelijk functioneert op het niveau van een LVB (sensitiviteit). Het was daarbij ook wenselijk, maar minder belangrijk, dat jongeren met een IQ score boven de 84 door de screener werden gekenmerkt als personen waarbij geen vermoeden van functioneren op het niveau van een LVB was (specificiteit). Wanneer een persoon met een vermoeden van een LVB namelijk niet als zodanig herkend werd met gebruikmaking van de SCIL(-Y), had dit meer negatieve gevolgen, zoals overvraging of het ontzeggen van extra ondersteuning als dat iemand ten onrechte geacht werd op het niveau van een LVB te functioneren. Derhalve als een persoon met een valide IQ score van 85 of hoger door de screener werd herkend als een persoon waarbij sprake zou zijn van een vermoeden van een LVB, werd dit als minder hinderlijk gezien. Er diende namelijk toch nog aanvullend diagnostisch onderzoek uitgevoerd te worden wanneer een persoon op de SCIL(-Y) een score behaalde die vlakbij het afkappunt lag. Voor de SCIL(-Y) werd er dus gestreefd naar een zo hoog mogelijke sensitiviteit, waarbij gepoogd werd om ook de specificiteit zo hoog mogelijk te laten zijn. Resultaten De resultaten van de beschreven analyses worden hieronder per deelvraag weergegeven. Welke van de 14 items van de huidige SCIL bieden een significante samenhang met de aan- of afwezigheid van een LVB bij jongeren? In eerste instantie is onderzocht of alle items van de huidige SCIL (inclusief het aangepaste item 2 voor jongeren onder de 18 jaar) een significante samenhang hadden met de aan- of afwezigheid van een LVB bij alle jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar. Bij alle items bleek dat de antwoorden van de groep met een LVB significant in de verwachte richting verschilden met de antwoorden van de groep zonder een LVB. Dit hield in dat alle items uit de SCIL, inclusief het vervangen item 2, significant samenhingen met de aan- of afwezigheid van een LVB bij de totale groep van jongeren van 12 tot en met 23 jaar (zie Tabel A1, Bijlage 3). Aan de hand van een ANOVA werd in lijn van de verwachtingen gevonden dat er significante verschillen bestonden tussen de gemiddelde SCIL scores in de zes leeftijdscategorieën 19

20 (F(5, 439) = 26.6, p =.000), waarbij de jongeren onder de 18 gemiddeld genomen lagere SCIL scores hadden dan de jongvolwassenen van 18 jaar of ouder (t(443) = 10.3, p =.000). Ook de gemiddelde IQ scores (F(5, 439) = 13.3, p =.000) bleken tussen de zes leeftijdscategorieën te verschillen. Voor deze masterscriptie was het met name interessant om naar de verschillen in de significante samenhang met de aan- of afwezigheid van een LVB per leeftijdscategorie te kijken. Om deze reden zijn per leeftijdscategorie dezelfde analyses uitgevoerd als voor de hele onderzoeksgroep. Op deze wijze kon namelijk gekeken worden of alle items daadwerkelijk bij iedere leeftijdscategorie een significant verschil lieten zien tussen de groepen met en zonder een LVB. Voor iedere leeftijdscategorie worden hierna de items besproken die een significante samenhang lieten zien. Om de leesbaarheid van deze masterscriptie te vergroten, is er daarnaast voor gekozen om de resultaten van alle leeftijdscategorieën per item in één tabel te zetten (zie Tabel A2, Bijlage 3). Op deze manier kan er in één oogopslag gekeken worden welke items een significante samenhang lieten zien met de aan- of afwezigheid van een LVB bij iedere leeftijdscategorie. 12- en 13-jarigen Bij de jongste leeftijdscategorie, 12- en 13-jarigen, gold dat de helft van de items van de SCIL een significante samenhang had met de aan- of afwezigheid van een LVB. Het ging hierbij om de items speciaal onderwijs (χ 2 (1) = 21.3, p =.000), hoogste opleiding (χ 2 (2) = 22.0, p =.000), som 10-6,95 (χ 2 (1) = 8.3, p =.004), spellen STORM (χ 2 (2) = 7.8, p =.020), spreekwoord (χ 2 (1) = 8.4, p =.004), rekenen (χ 2 (2) = 9.2, p =.010) en schrijven (χ 2 (2) = 21.4, p =.000). De overige items lieten geen significant verschil zien tussen een LVB en geen LVB op 12- en 13-jarige leeftijd. 14- en 15-jarigen Op 14- en 15-jarige leeftijd lieten 10 van de 14 items een significant verschil zien tussen de scores van jongeren met en zonder een LVB. Bij deze leeftijdscategorie was dat het geval bij de volgende items: speciaal onderwijs (χ 2 (1) = 19.2, p =.000), hoogste opleiding (χ 2 (2) = 45.3, p =.000), hulpverlening (χ 2 (1) = 4.2, p =.041), som 10-6,95 (χ 2 (1) = 7.8, p =.005), som 3 januari (χ 2 (1) = 21.8, p =.000), spreekwoord (χ 2 (1) = 21.9, p =.000), rekenen (χ 2 (2) = 30.6, p =.000), schrijven (χ 2 (2) = 15.1, p =.001), lezen (χ 2 (2) = 9.5, p =.009) en klok tekenen (χ 2 (2) = 13.6, p =.001). 20

21 16- en 17-jarigen Bij de 16- en 17-jarigen hadden bijna alle items een significante samenhang met de aan- of afwezigheid van een LVB. Slechts bij twee items, namelijk bij spellen STORM en klok tekenen, was er geen sprake van significantie. Bij de overige items van de huidige SCIL was er bij 16- en 17- jarigen wel sprake van een significante samenhang met de aan- of afwezigheid van een LVB: speciaal onderwijs (χ 2 (1) = 20.9, p =.000), hoogste opleiding (χ 2 (2) = 51.9, p =.000), hulpverlening (χ 2 (1) = 11.3, p =.001), gezin/familie (χ 2 (1) = 6.0, p =.014), som 10-6,95 (χ 2 (1) = 13.1, p =.000), som 19 januari (χ 2 (1) = 4.3, p =.039), som 3 januari (χ 2 (1) = 9.2, p =.002), krant/tijdschrift (χ 2 (1) = 4.9, p =.026), spreekwoord (χ 2 (1) = 16.7, p =.000), rekenen (χ 2 (2) = 11.1, p =.004), schrijven (χ 2 (2) = 17.4, p =.000) en lezen (χ 2 (2) = 8.9, p =.012). 18- en 19-jarigen In vergelijking met de vorige leeftijdscategorie lieten bij de leeftijdscategorie 18- en 19- jarigen veel minder items een significant verschil zien tussen een LVB en geen LVB. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de steekproef van 18- en 19-jarigen alsmede de steekproeven van 20- en 21-jarigen en 22- en 23-jarigen in het huidige onderzoek beduidend kleiner waren dan de steekproeven in de leeftijdscategorieën onder de 18 jaar (zie tabel 4), wat de kans op het vinden van significante verschillen kleiner maakte. Slechts bij zeven items was dit in de steekproef van en 19-jarigen het geval, namelijk bij de items hoogste opleiding (χ 2 (2) = 6.9, p =.032), hulpverlening (χ 2 (1) = 11.5, p =.001), som 19 januari (χ 2 (1) = 8.6, p =.003), som 3 januari (χ 2 (1) = 5.0, p =.025), krant/tijdschrift (χ 2 (1) = 3.9, p =.048), lezen (χ 2 (2) = 10.9, p =.004) en klok tekenen (χ 2 (2) = 11.5, p =.003). 20- en 21-jarigen Ook in de steekproef bestaande uit en 21-jarigen had maar een beperkt aantal items een significante samenhang met een LVB. In het geval van deze leeftijdscategorie ging het om de volgende vijf items: speciaal onderwijs (χ 2 (1) = 17.3, p =.000), hoogste opleiding (χ 2 (2) = 12.0, p =.003), hulpverlening (χ 2 (1) = 12.8, p =.000), som 3 januari (χ 2 (1) = 5.5, p =.019) en klok tekenen (χ 2 (2) = 9.0, p =.011). 21

22 22- en 23-jarigen Daarentegen hadden bij de beperkte steekproef van en 23-jarigen maar liefst 12 van de 14 items een significante samenhang met de aan- of afwezigheid van een LVB. Het ging hier om de volgende items: speciaal onderwijs (χ 2 (1) = 20.8, p =.000), hoogste opleiding (χ 2 (2) = 14.5, p =.001), hulpverlening (χ 2 (1) = 8.8, p =.003), som 10-6,95 (χ 2 (1) = 4.0, p =.047), som 19 januari (χ 2 (1) = 9.1, p =.002), som 3 januari (χ 2 (1) = 5.0, p =.025), spellen STORM (χ 2 (2) = 9.3, p =.010), spreekwoord (χ 2 (1) = 19.23, p =.000), rekenen (χ 2 (2) = 14.8, p =.001), schrijven (χ 2 (2) = 19.4, p =.000), lezen (χ 2 (2) = 17.9, p =.000) en klok tekenen (χ 2 (2) = 7.6, p =.022). Hoe is de voorspellende waarde van de totale SCIL voor de aan- of afwezigheid van een LVB bij jongeren? Vervolgens is er met een ROC-analyse onderzocht hoe de voorspellende waarde van de SCIL(-Y) was voor de aan- of afwezigheid van een LVB bij alle geïncludeerde jongeren. Hierbij werd gebruik gemaakt van de totaalscore op de SCIL(-Y) en het al dan niet hebben van een LVB op basis van de uitslag op een valide intelligentietest. Zoals eerder genoemd, is er in deze masterscriptie voor gekozen om een minimum auc van.85 te hanteren om te mogen spreken over een voldoende voorspellende waarde aangezien dit onderzoek aansloot bij een groter onderzoek met dit criterium. Uit de ROC-analyse bleek dat de voorspellende waarde van de totaalscore op de SCIL(-Y), op basis van de auc,.909 (p <.001) was. Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen in deze masterscriptie is echter voornamelijk naar de verschillen tussen de leeftijdscategorieën gekeken, dus dat gold ook voor de vraag hoe de voorspellende waarde van de SCIL(-Y) was. Om deze reden is vervolgens voor alle leeftijdscategorieën een ROC-analyse uitgevoerd. Voor de leeftijdscategorie 12- en 13-jarigen moest de voorspellende waarde van de SCIL(- Y) onvoldoende geacht worden, aangezien de auc.827 (p <.001) was en zich hierdoor onder de vastgestelde minimale auc bevond. Daarentegen was de voorspellende waarde bij de overige leeftijdscategorieën wel voldoende. Zo was de auc bij 14- en 15-jarigen.897 (p <.001), bij 16- en 17-jarigen.913 (p <.001) en bij 18- en 19-jarigen.916 (p <.001). Bij 20- en 21-jarigen was de auc waarde.865 (p <.001) en bij 22- en 23-jarigen was die waarde.955 (p <.001). Voor de beeldvorming is in Figuur 1 de ROC-curve van de totale voorspellende waarde van de SCIL(-Y) weergegeven met daarnaast de laagste (auc.827, behorende bij 12- en 13-jarigen) en de hoogste 22

23 voorspellende waarde (auc.955, behorende bij 22- en 23-jarigen) die afkomstig zijn van de analyses toegespitst per leeftijdscategorie. Figuur 1 (I) De voorspellende waarde van totale SCIL score (auc.909), (II) de laagste voorspellende waarde (auc.827) voor 12- en 13-jarige jongeren en (III) de hoogste voorspellende waarde (auc.955) voor 22- en 23-jarige jongeren weergegeven in ROC-curves I II III Welke afkapscores dienen bij de SCIL gehanteerd te worden voor jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar? Tot slot is er ook met behulp van een ROC-analyse gekeken naar welke afkapscores geschikt waren voor de diverse categorieën jongeren. Er is hierbij gekeken naar de afkapscores afkomstig uit de analyse, met de bijbehorende scores van de sensitiviteit en de specificiteit van de screener. De gewenste afkapscores zijn bepaald door te kijken naar de scores waarbij de sensitiviteit zo hoog mogelijk was, maar waarbij ook sprake was van een zo hoog mogelijke specificiteit. In eerste instantie is onderzocht naar wat de beste afkapscore voor de totale onderzoeksgroep was. In het geval van alle in het onderzoek geïncludeerde jongeren bleek dat een afkapscore van 17.5 het best gehanteerd kon worden, met een sensitiviteit van 85.2% en een specificiteit van 83.8%. Dit hield in dat er bij een score van 17 of lager een vermoeden was van het functioneren op het niveau van een LVB en dat er bij een score van 18 of hoger juist geen vermoeden was van een LVB. Daarnaast hield de bijbehorende sensitiviteitscore in dat er bij ongeveer 85 procent van de jongeren met een LVB (gemeten met een valide IQ test) ook uit de SCIL(-Y) een vermoeden van een LVB naar voren kwam. Bovendien betekende de genoemde specificiteitscore dat zo n 83 procent van de jongeren zonder een LVB (gemeten met een valide IQ test) ook als zodanig werd geclassificeerd door de SCIL(-Y). 23

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB)

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Zwakzinnigheid (DSM-IV-TR) Code Omschrijving IQ-range Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Xavier Moonen Orthopedagoog/GZ-Psycholoog Onderzoeker Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Licht verstandelijke beperking onder cliënten van CVD Havenzicht nachtopvang in 2017

Licht verstandelijke beperking onder cliënten van CVD Havenzicht nachtopvang in 2017 Licht verstandelijke beperking onder cliënten van CVD Havenzicht nachtopvang in 2017 Augustus 2018 Colofon Licht verstandelijke beperking onder cliënten van CVD Havenzicht nachtopvang in 2017 Auteurs:

Nadere informatie

Bijzonder lector Zuyd Hogeschool Heerlen Docent en onderzoeker UvA Beleidsadviseur Koraal Groep Sittard Voorzitter Landelijk Kenniscentrum LVB

Bijzonder lector Zuyd Hogeschool Heerlen Docent en onderzoeker UvA Beleidsadviseur Koraal Groep Sittard Voorzitter Landelijk Kenniscentrum LVB Screening en nader onderzoek bij kinderen en jongeren die functioneren op het niveau van een licht verstandelijke beperking (LVB) Dr. Xavier M.H. Moonen Bijzonder lector Zuyd Hogeschool Heerlen Docent

Nadere informatie

GGNet:ScreenerLVB. 23 april 2013

GGNet:ScreenerLVB. 23 april 2013 GGNet:ScreenerLVB 23 april 2013 1 Dr. Xavier M.H. Moonen Orthopedagoog/GZ-Psycholoog Docent en onderzoeker Universiteit van Amsterdam Beleidsadviseur Koraal Groep Sittard Voorzitter Landelijk Kenniscentrum

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Verdiepingssessie SCIL:

Verdiepingssessie SCIL: Studiedag Oog voor laag IQ 16-06-2017 Verdiepingssessie SCIL: Samenvatting prevalentie onderzoek in de algemene S-GGZ Korte presentatie van de SCIL Blik op de SCIL, instructie en SCIL uitslag: En nu? expertisecentrum

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

De invloed van LVB en PTSS op behandelresultaten. Birgit Seelen-de Lang (GZ psycholoog) Berry Penterman (Psychiater) GGZ Oost Brabant, FACT

De invloed van LVB en PTSS op behandelresultaten. Birgit Seelen-de Lang (GZ psycholoog) Berry Penterman (Psychiater) GGZ Oost Brabant, FACT De invloed van LVB en PTSS op behandelresultaten Birgit Seelen-de Lang (GZ psycholoog) Berry Penterman (Psychiater) GGZ Oost Brabant, FACT 19 juni 2019 Vignet 33 jarige man, boerenzoon. Sinds 2010 bekend

Nadere informatie

PROGRAMMA. 1. Cognitief profiel 2. Adaptief functioneren 3. Handelingsgericht Arrangeren

PROGRAMMA. 1. Cognitief profiel 2. Adaptief functioneren 3. Handelingsgericht Arrangeren PROGRAMMA 1. Cognitief profiel 2. Adaptief functioneren 3. Handelingsgericht Arrangeren (H)Erkenning van LVB HERKENNEN VAN EEN LVB 30% http://www.nji.nl/nl/licht-verstandelijkbeperkte-jeugd/richtlijnen

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Beoordeling Sociaal Aanpassingsvermogen (BSA)

Beoordeling Sociaal Aanpassingsvermogen (BSA) Instrument Beoordeling Sociaal Aanpassingsvermogen (BSA) De BSA is een screeningsinstrument waarmee het sociaal aanpassingsvermogen bij jeugdigen (4 t/m 23 jaar) in kaart kan worden gebracht. Met het instrument

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

Handleiding interviews leefklimaat onderzoek bij kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

Handleiding interviews leefklimaat onderzoek bij kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking Handleiding interviews leefklimaat onderzoek bij kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking Auteurs: Evelyn Heynen Peer van der Helm Xavier Moonen Deze handleiding is mogelijk gemaakt

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Als ik de dokter niet begrijp!

Als ik de dokter niet begrijp! Als ik de dokter niet begrijp! LVB de snelweg naar EPA? Prevalentie onderzoek LVB in de S-GGZ Jeanet Nieuwenhuis, psychiater en junior onderzoeker VGGNet Dr. Eric Noorthoorn, senior onderzoeker GGNet Prof

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Het Screeningsinstrument voor Intelligentie en Licht verstandelijke beperking (SCIL) toegepast bij dak- en thuislozen

Het Screeningsinstrument voor Intelligentie en Licht verstandelijke beperking (SCIL) toegepast bij dak- en thuislozen Het Screeningsinstrument voor Intelligentie en Licht verstandelijke beperking (SCIL) toegepast bij dak- en thuislozen Resultaten Evaluatie SCIL April 2018 Inleiding Achtergrond en doelstelling De focus

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Evaluatieonderzoek naar de Effectiviteit van de Zomercursus Plezier op School bij Kinderen met Verschillende Mate van Angstig en Stemmingsverstoord Gedrag en/of Autistische Gedragskenmerken Effect Evaluation

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

IQ weten? Doe de test! Sterker in de samenleving.

IQ weten? Doe de test! Sterker in de samenleving. IQ weten? Doe de test! Sterker in de samenleving. Powered by Pluryn Marc is een jongen met complexe problemen. Om de juiste ondersteuning te krijgen, wil zijn omgeving weten wat zijn intelligentieniveau

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Hieronder staan de antwoorden beschreven voor de vragen die jullie beantwoord hebben tijdens de IOF bijeenkomst. Mochten jullie naar

Nadere informatie

signaleringsinstrumenten voor psychosociale problemen bij 0 4 jarigen in de JGZ

signaleringsinstrumenten voor psychosociale problemen bij 0 4 jarigen in de JGZ signaleringsinstrumenten voor psychosociale problemen bij 0 4 jarigen in de JGZ TNO CHILD HEALTH Marianne de Wolff en Meinou Theunissen marianne.de wolff@tno.nl meinou.theunissen@tno.nl 1. Validatieonderzoek

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar:

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: is er een relatie met een verkorte versie van de NVP-J? Personality Characteristics and Cyberbullying among youngsters of 11

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Nederlandstalige NonSpeech test (NNST) 4 november 2011 Review: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier 2010-11 5

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier 2010-11 5 Samenvatting Aanleiding Zowel in de politiek als bij DJI bestaat al lang de wens tot het ontwikkelen van beleid en het programmeren van onderzoek ten aanzien van licht verstandelijk beperkte (LVB) gedetineerden.

Nadere informatie

10 VeROudeRINg VAN de TeSTNORMeN 10.1 AANWIJzINgeN VOOR een MINdeR STeRk flynn-effect

10 VeROudeRINg VAN de TeSTNORMeN 10.1 AANWIJzINgeN VOOR een MINdeR STeRk flynn-effect 10 VEROUDERING VAN DE TESTNORMEN Een belangrijk, en voor de diagnostiek uitermate lastig probleem, is de veroudering van testnormen. De prestatie op intelligentietests van personen van dezelfde leeftijd

Nadere informatie

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen tussen Leeftijdsgroepen Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles between Age Groups Rik Hazeu Eerste begeleider:

Nadere informatie

HANDREIKING EVIDENT EN KENNELIJK STABIELE KINDKEMERKEN Algemene uitgangspunten

HANDREIKING EVIDENT EN KENNELIJK STABIELE KINDKEMERKEN Algemene uitgangspunten HANDREIKING EVIDENT EN KENNELIJK STABIELE KINDKEMERKEN Algemene uitgangspunten Het vaststellen van een stoornis bii (her-)indicatie. De toegang tot het speciaal onderwijs of leerlinggebonden financiering

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

Tussenrapportage Toetstijden FVT DJI per februari 2012

Tussenrapportage Toetstijden FVT DJI per februari 2012 TGO TOEGEPAST GEZONDHEIDS ONDERZOEK Tussenrapportage Toetstijden FVT DJI per februari 2012 dr. Roel Bakker dr. G.J. Dijkstra TGO A. Deusinglaan 1, Gebouw 3217 Postbus 58285 9713 AV Groningen (050) 3632857

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Fysieke Vaardigheid Toets DJI

Fysieke Vaardigheid Toets DJI Fysieke Vaardigheid Toets DJI Naar normering van toetstijden dr. R.H. Bakker dr. G.J. Dijkstra TGO, februari 2013 TGO Fysieke Vaardigheid Toets DJI: naar normering van toetstijden 1 TGO Fysieke Vaardigheid

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Geen idee wat je iq is? Snel duidelijkheid met intelligentietesten van Pluryn

Geen idee wat je iq is? Snel duidelijkheid met intelligentietesten van Pluryn Geen idee wat je iq is? Snel duidelijkheid met intelligentietesten van Pluryn Geen idee wat je IQ is? Marc is een jongen met complexe problemen. Om de juiste ondersteuning te krijgen wil hij weten wat

Nadere informatie

De Relatie tussen het Adaptief en Cognitief Functioneren van Dak- en Thuisloze Jongeren en het Wel of Niet Hebben van een Psychiatrische Diagnose

De Relatie tussen het Adaptief en Cognitief Functioneren van Dak- en Thuisloze Jongeren en het Wel of Niet Hebben van een Psychiatrische Diagnose De Relatie tussen het Adaptief en Cognitief Functioneren van Dak- en Thuisloze Jongeren en het Wel of Niet Hebben van een Psychiatrische Diagnose The Relationship between Adaptive and Cognitive Functioning

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Verstandelijk beperkte pa0ënten

Verstandelijk beperkte pa0ënten Verstandelijk beperkte pa0ënten Michiel Vermaak Arts voor Verstandelijk Gehandicapten Cephir Seminar Erasmus MC Maandag 25 januari 2016 Disclosure belangen spreker Michiel (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum IDS-2 Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren HTS Report ID 256-867 Datum 27.09.2018 IQ screening Testleider: - INLEIDING IDS-2 - scorehulp 2/5 Inleiding De intelligentie- en ontwikkelingsschalen

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

FACTSHEET DEFINITIE EN ACHTERGRONDEN LVB OP CURAÇAO

FACTSHEET DEFINITIE EN ACHTERGRONDEN LVB OP CURAÇAO FACTSHEET DEFINITIE EN ACHTERGRONDEN LVB OP CURAÇAO Kennisbank Jeugdontwikkeling www.desaroyodihubentut.cw DEFINITIE 0 1 Enkele jaren geleden is de Federatie Antilliaanse Jeugdzorg (FAJ) samen met de William

Nadere informatie

De (h)erkenning van jongeren met een lichte verstandelijke beperking Dr. M. van Nieuwenhuijzen

De (h)erkenning van jongeren met een lichte verstandelijke beperking Dr. M. van Nieuwenhuijzen De (h)erkenning van jongeren met een lichte verstandelijke beperking Dr. M. van Nieuwenhuijzen ISBN 978 90 8850 154 8 NUR 847 2010 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam Rede (in verkorte vorm) uitgesproken bij

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking

Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking S.N. Kuik (2014, ongepubliceerd) Inleiding Het in Gesprek gaan met iemand met een LVB vergt nogal wat van Gespreksvoerders.

Nadere informatie

Beschrijving zorgclustermodel ggz. Voor deelnemers aan pilotfase 2

Beschrijving zorgclustermodel ggz. Voor deelnemers aan pilotfase 2 Beschrijving zorgclustermodel ggz Voor deelnemers aan pilotfase 2 Inhoud In document treft u de volgende informatie aan: 1. De beslisboom met de indeling van de zorgclusters; 2. De beschrijving van de

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Procedure advies en aanmelding september 2014. Samenwerken aan Passend Onderwijs voor elke leerling

Procedure advies en aanmelding september 2014. Samenwerken aan Passend Onderwijs voor elke leerling Procedure advies en aanmelding september 2014 Voorbereiding PO Juni Planningsafspraken met bureau School & Onderwijs Service (SOS) 2 toetsmomenten(dagdelen): NIO en PMT-K2 Drempelonderzoek Voorbereiding

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Which Factors are associated with Quality of Life after Cancer Treatment? Mieke de Klein Naam student: A.M.C.H. de Klein Studentnummer:

Nadere informatie

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen Het gebruik van tabak, alcohol, cannabis en drugs bij jongens met en zonder PIJmaatregel Samenvatting Annelies Kepper Violaine Veen Karin Monshouwer

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

Persoonlijke psychiatrie

Persoonlijke psychiatrie Persoonlijke psychiatrie 21 juni 2017 Intelligentie en psychiatrie Dr. Marianne C. Kasius Intelligentieverdeling Normaal = Optimaal? Importantie Mental and nervous disease is the most important group

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

M. Tierens. W. Magez. K. Van Parijs. Normen: Jongens versus Meisjes?

M. Tierens. W. Magez. K. Van Parijs. Normen: Jongens versus Meisjes? M. Tierens W. Magez K. Van Parijs Normen: Jongens versus Meisjes? 2 CoVaT-CHC BASISVERSIE: NORMEN: JONGENS VERSUS MEISJES? M. Tierens, W. Magez & K. Van Parijs (2016) 1. Inleiding Bij psychologische tests

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Datum 17 oktober 2011 Onderwerp Reactie op advies "Zorg voor ingesloten licht verstandelijk beperkte jongeren"

Datum 17 oktober 2011 Onderwerp Reactie op advies Zorg voor ingesloten licht verstandelijk beperkte jongeren 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming T.a.v. prof. mr. P.B. Boorsma, algemeen voorzitter Postbus 30137 2500 GC Den Haag Schedeldoekshaven 100

Nadere informatie

De MMSE bij geriatrische patiënten

De MMSE bij geriatrische patiënten De MMSE bij geriatrische patiënten Een kritische blik en guidelines bij een der meest gekende, maar mogelijks ook een der meest verkeerd gebruikte screeningstesten Drs. Michael Portzky UZ Gent/ PC St Jan

Nadere informatie

Screening van LVB in de jeugdstrafrechtketen Evaluatie van de pilot SCIL 14-17

Screening van LVB in de jeugdstrafrechtketen Evaluatie van de pilot SCIL 14-17 Screening van LVB in de jeugdstrafrechtketen Evaluatie van de pilot SCIL 14-17 Screening van LVB in de jeugdstrafrechtketen Evaluatie van de pilot SCIL 14-17 - SAMENVATTING - Auteurs Willemijn Smit Lisanne

Nadere informatie

Screening van cognitieve stoornissen in de verslavingszorg

Screening van cognitieve stoornissen in de verslavingszorg Screening van cognitieve stoornissen in de verslavingszorg aan de hand van de Montreal Cognitive Assessment (MoCA-D) Carolien J. W. H. Bruijnen, MSc Promovendus Vincent van Gogh cbruijnen@vvgi.nl www.nispa.nl

Nadere informatie

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores Inhoud Voorwoord 9 1 Inleiding 13 1.1 Kenmerken van de SON-R 6-40 13 1.2 Geschiedenis van de SON-tests 14 1.3 Aanleiding voor de revisie van de SON-R 5V-17 17 1.4 De onderzoeksfasen 18 1.5 Indeling van

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument ComVoor Voorlopers in communicatie 31 oktober 2011 Review M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie