AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:"

René Kuipersё
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Raad vanstate /1 /V3. Datum uitspraak: 3 februari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant, tegen de mondelinge uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats Amsterdam, van 4 januari 2012 in zaak nr. 11/41463 in het geding tussen: en de vreemdeling de minister voor Immigratie en Asiel.

2 /1 /V3 2 3 februari Procesverloop Bij besluit van 23 december 2011 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht. Bij mondelinge uitspraak van 4 januari 2012, waarvan het proces-verbaal is verzonden op 16 januari 2012, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Het proces-verbaal van deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 23 januari 201 2, hoger beroep ingesteld. Tevens heeft hij daarbij de Afdeling verzocht hem schadevergoeding toe te kennen. Deze brief is aangehecht. De minister, thans: de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2. Overwegingen 2.1. Hetgeen in het hogerberoepschrift is aangevoerd en aan artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 voldoet, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd Het verzoek om schadevergoeding dient reeds hierom te worden afgewezen Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3 /1 A/3 3 3 februari Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. bevestigt de aangevallen uitspraak; II. wijst het verzoek om schadevergoeding af. Aldus vastgesteld door mr. P.A. Offers, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. Ë.C. Brugman, ambtenaar van staat. w.g. Offers lid van de enkelvoudige kamer w.g. Brugman ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 3 februari Verzonden: 3 februari 2012 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, mr. H.H.C. Visser

4 ,MA 23-JAN-2Gt-2 15:12 mm FAXHR. : P. 003 uitspraak RECHTBANK 's-ghavenhage Sector bestuursrecht Zirtinghoudende te Amsterdam zaakaummer: AWB 11 / V-nn Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 4 januari 2012 in de zaak tussen gebor«! op, van (gestelde) Liberiaanse nationaliteit, eiser, gemachtigde: mr. M. Dorgelo. advocaat te Amsterdam en de minister voor Immigratie en Asiel, verweerder, gemachtigde: mr. P.E.G. Heijdanus Meershoek, werkzaam bij de Immigratie en Naturalisatiedienst. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 januari Eiser is In persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn voornoemde gemachtigde» Ook was ter zitting aanwezig MJM J.M. Bakkenboven, als tolk in de Engelse taai. Met inachtneming van artikel 3:ó7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de recbfbank onmiddellijk na sluiting van het onderzoek ter zitting mondeling uitspraak gedaan. De rechtbank heeft hierbij aan partijen medegedeeld dat partijen binnen een week na verzending van een afschrift van deze uitspraak hoger beroep kunnen instellen. Beslissing De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af. Motivering De rechtbank vofgt eiser niet in zijn Stelling dat de gronden de maatregel niet kunnen dragen. Eiser beeft niet betwist dat hij niet beschikt over een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 4.21 van het Vreemdelingenbesluit 2000, geen vaste <voon-/verbiijfplaats heeft, zich niet aan zijn vemektetmijn heeft gehouden en eerder niet rechtmatig in Nederland heeft verbleven. Ook als darechtbankeisers simatio in aanmerking neemt kunnen deze gronden aan de maatregel ten grondslag worden gelegd.

5 U 23-JAN M2 mm FAXNR. : P. 004 Zaaknummer AWB 11/41463 inzake Pagina 2 van 2 Eiser heeft bestreden dat er zicht op uitzetting bestaat. De rechtbank overweegt dat uh het dossier blijkt dat er diverse zaken zijn die dienen ce worden uitgezocht De rechtbank heeft geen aanknopingspunten dat er in 2010 geen laissez-passeitoezegging zou zijn gedaan. De rechtbank gaarder vanuit dat de informatie in het dossier juist is en is van oordeet dat verweerder vooralsnog in de gelegenheid dient te worden gesteld hier onderzoek naar te doen. De rechtbank kan zich wel voorstellen dat verweerder In dit geval met meer dan de gebruikelijke voortvarendheid te werk gaal, gelet op de bijzondere omstandigheden van de onderhavige zaak. Derechtbankis verder van oordeel dat verweerder zich, gelet op deze gronden, niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat in het geval van eiser geen lichter middel dan inbewaringstelling doeltreffend kan worden toegepast* Eiser stelt dat er geen sprake is van het belemmeren of ontwijken van de unzetting en dat hij alle medewerking verleent aan het onderzoek. De rechtbank is echter met verweerder van oordeel dat bljjfct dat eiser medewerking verleent aan bet aantonen dat hij statenloos zou zun, maar dat niet bliikt_dat eiser meewerkt aan het verkrijgen van documenten on grond waarvan hii kan worden verwtiderd naar Liberia. De gang van zaken rond de eerdere uitzettingen naar Liberia il lus oreert dit. Deze uitzettingen vonden al plaats met behulp van escorts omdat eiser niet meewerkte en bij aankomst in Liberia deelde eiser de autoriteiten ter plaatse mede dat hij niet Sam Fetcerson was. Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal MMJ. Moojjex griffier afschrift ift verzonden op: 1 6 Jj\ft m 20$ Cone.: MM Colt D:C VK vaa de Recftfefafe Asasterdam Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (adres: Raad van State, Afdeling bescuurirechcspraalc. Hoger beroep vreemdditigenzaten, Postbus 16113,2500 BC 's-graveohage). De termijn voor het instellen van hoger beroep bedraagt één week. Naast de vereisten waaraan her beroepschrift moet voldoen op grond van artikel 6:S VJQ de Awb (zoals het overleggen via een afcehrift van deze uitspraak) dienr het beroepschrift ingevolge artikel 85, eerste lid, van de Vw 2000 een of meer grieven te bevatten. Artikel 6:6 van de Awb (herstel veizmm) is niet van toepassing.

6 Uk 23-JAN-2Q1-2 19:12 SßiTCH 9L FAXNR. : P. 001 RAAD VAN STATE SwitchLeaal Advocaten Sinod VH Amsterdam Raad Van State Afdeling bestuursrechtspraak Hoger beroep vreemdelingenzaken Postbus BC 'S GRAVENHAGE Uitsluitend per telefax CC IND Per telefax Datum : 23 januari 2012 Dossiernummer : 12338$ Inzake : i/ind hb maatregel Kenmerk : V-nr INGEKOMEN 2 3 JAN 2012 MÄKNR~rToj2»o o ^yf ~U AAN; \/io "BEHANDELD PD: PAR: SOL switchlegal SwItchLegal Advocaten Singel VH Amsterdam The Netherlands * Leopold de Waelstraat 19 B-2000 Antwerpen Belgium 7: +3 î {0) F: +31 (0) Advocaten; mr. M. Dopgeto mr. M. Heikens mr. BA. Huijgen mr. J.P.L.W, Steyt mr, B.F. van NieveJr Adviseurs: drs. R. van den Hoven van Genderen dr. T, Derksen Swrererfaa(; I.M. de Vries H. Nouz) Geachte heer, mevrouw, Hierbij dien ik namens cliënt de heer door wie îk bepaaldelijk ben gemachtigd hoger beroep in tegen de uitspraak van de Rechtbank 's-gravenhage van 16 januari 2012 gewezen onder nummer AWB 11/ Oient kan zich met deze uitspraak niet verenigen omdat hij niet in staat is om naar Liberia terug te reizen. De Liberiaanse autoriteiten hebben bij herhaling aan hem en aan de Nederlandse staat laten weten dat hij niet weikom Is In Liberia. Client heeft ook bij consulaten van verschillende andere landen west Afrikaanse landen gepoogd om een visum te krijgen om naar Liberia af te reizen. Alle hebben geweigerd hem dit te verstrekken. Het Is onmogelijk om aan de vertrekplicht te voldoen zodat de inbewaringstelling zinloos Is. De inbewaringstelling '\s bevolen omdat de IND over een telefbonnoütie zou beschikken waaruit zou blijken dat de Liberiaanse autoriteiten een toezegging zouden hebben gedaan om een LP aan cliënt af te geven. Deze vermeende toezegging heeft niet geleid tot afgifte van een LP. Er bestaat geen zicht op uitzetting. Ik verzoek u vriendelijk om de uitspraak te vernietigen met veroordeling van de IND ïn de kosten van de procedure In bezwaar, beroep en hoger beroep en dient een schadevergoeding toe te kennen voor de tijd die hij ten onrechte in bewaring heeft doorgebracht. Met vriendelijke groet, SwitchLeçat a/gemene voonvaartión z(ir> van toepassing op aüs aanbiedingen en ovaroonkutrtsten 1

7 4 HA 23-JAW-20V2 19:12 SHMÖL FAXMR. : P. 002 «SOL switchlegal M. Dorgelo,. \~j merel.dorgelo@switchlegal.nl Bljlage(n): Uitspraak rechtbank 's-gravenhage van 16/01/2012 SwitcnL&gel algemene voorwaarden zijn ventoepassing op slle aanbiedingen en overeenkomsten 2

Vergelijkbare documenten

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108397/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep