Blankenburgverbinding Welstandskader. Vlaardingen en Rotterdam Concept 29 mei 2015

Transcriptie

1 Blankenburgverbinding Welstandskader Vlaardingen en Rotterdam Concept 29 mei 2015

2 Inhoudsopgave Inleiding Welstand 2 Toepasselijkheid 2 Opzet kader 2 Hoofdstuk 1: Redelijke eisen van welstand Vormgeving 3 Uitgangspunten 3 Grondslag 3 Hoofdstuk 2: Plannen en visies Ambitiedocument Vormgeving & Inpassing Nieuwe Westelijke Oeververbinding 4 Regionale inpassingsvisie Blankenburgverbinding 4 Vormgevings- en inpassingsplan Blankenburgverbinding 4 Kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding 4 Landschapsplan Kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding 5 A15MaVa: Ambitiedocument Architectuurvisie 5 Landschapsplan A20 5 Hoofdstuk 3: Inpassing Inpassingsambities 7 Een introverte snelweg 7 Landschappen 9 Hoofdstuk 4: Vormgeving Vormgeving op hoofdlijnen 12 Nadere uitwerkingen 13 Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 1

3 Inleiding Landschap Snelweg Open tunnelbak De Blankenburgverbinding (A24) is een nieuwe snelweg, die de A20 en A15 verbindt. Als grotendeels onder het maaiveld gelegen tunnelverbinding kent dit nieuwe tracé een geheel eigen karakter en vormt een unieke, eenmalige inpassingsopgave. Het project van de verbinding bestaat uit de aanleg van de A24, de verbreding van de A20 en aanpassingen aan de A15. Dit welstandskader is opgesteld om voor dit project de toets op redelijke eisen van welstand mogelijk te maken. WELSTAND Het project van de Blankenburgverbinding bestaat uit meerdere opgaven: de aanleg van de Blankenburgverbinding (A24), de benodigde verbreding van de A20 en enkele aanpassingen aan de A15. Elke opgave heeft eigen inpassingsen vormgevingsaspecten, waarbij de nadruk ligt op het nieuwe traject. De bij dit project behorende vergunningplichtige bouw- en kunstwerken worden onderworpen aan een welstandstoets. Bij welstandstoetsing wordt in de regel bekeken of de vormgeving, inpassing en verschijning van bouw- en kunstwerken, inclusief materiaal- en kleurgebruik, aansluiten bij reeds bestaande werken in de omgeving. Omdat de Blankenburgverbinding een geheel nieuwe opgave is, mist de bestaande context houvast. Bij de welstandstoets zal daarom worden bekeken of bouwwerken passen in het streefbeeld voor de weg en voldoen aan de kwaliteitsdoelstelling zoals omschreven in dit welstandskader. Daarbij geldt dat in het ontwerp van de bouw- en kunstwerken coherentie dient te worden gezocht. TOEPASSELIJKHEID Het welstandskader is van toepassing op alle bouwwerken, die onderdeel zijn van het beeld van de Blankenburgverbinding. Hieronder vallen de kunstwerken zelf zoals een tunnel of fly-over maar ook zaken als geluidwerende voorzieningen en wanden van tunnelbakken. De welstandscriteria zijn eveneens van toepassing op werken die aansluiten op of kruisen met de Blankenburgverbinding zonder daar direct onderdeel van uit te maken en op de werkzaamheden voor de verbreding van de A20. Voor bouwwerken die wel onderdeel uitmaken van het project maar geen onderdeel zijn van het beeld van de Blankenburgverbinding zoals de werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van de verbreding van de A15 gelden de welstandscriteria zoals vastgelegd in het gemeentelijke welstandsbeleid met het Ambitiedocument A15 MaVa. De afbeeldingen in het kader zijn niet per se letterlijk toe te passen ontwerpoplossingen. Ze illustreren de te verwachten kwaliteiten, die in het geheel van het project een plaats moeten krijgen. OPZET KADER Het kader bestaat naast deze inleiding uit vier hoofdstukken. Het eerste is Redelijke eisen van welstand, waarin de achtergrond voor de beoordeling uiteen wordt gezet. De tweede is Plannen en visies met een toelichting op andere documenten, die in het kader van de planvorming zijn opgesteld. Het hoofdstuk Inpassing beschrijft de context van het project, waaronder de landschappelijke opgave en het karakter van de bestaande snelwegen. In dit hoofdstuk is ook een beschrijving van het tracé opgenomen. Het vierde en laatste hoofdstuk is Vormgeving. Het beschrijft de opgave voor de ontwerpen van de bouwwerken en bevat de criteria voor toetsing op redelijke eisen van welstand. Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 2

4 Hoofdstuk 1: Redelijke eisen van welstand Het voorliggende welstandskader is de beoordelingsgrondslag voor de vormgeving en inpassing van de Blankenburgverbinding. VORMGEVING In het kader is de inpassing van de verbinding in de omgeving inclusief de aanleg van nieuwe landschapselementen beschreven als context voor de beoordeling van de vormgeving van bouwwerken op redelijke eisen van welstand. Deze opzet past bij de ontwerpopgave van het tracé, dat allereerst zijn plaats moest vinden in een veelzijdige omgeving en vervolgens is ontworpen als een introverte route met een beperkte uitstraling naar de omgeving. Deze context is een gegeven. Wat betreft de vormgeving is aansluiting gezocht bij de weg, die met het concept voor het Vormgevings- en Inpassingsplan Blankenburgverbinding (VIP) is ingeslagen. Wat daarin staat voldoet in beginsel aan redelijke eisen van welstand. Tegelijkertijd leeft het besef, dat het deels referentiebeelden zijn die nog een nadere uitwerking moeten krijgen. Om deze reden is wat betreft de vormgevingsaspecten uitgegaan van de kwaliteiten die het VIP omschrijft. Het welstandskader onderschrijft de kwaliteiten zoals uitgewerkt in het plan, maar is opgesteld vanuit de gedachte dat nieuwe inzichten ontstaan in de loop van een proces en deze een plaats moeten kunnen krijgen. UITGANGSPUNTEN Inzet voor welstand is een goede landschappelijke inpassing en zorgvuldige architectonische vormgeving, zoals dat van een ontwerper met vakmanschap mag worden verwacht. De nadruk ligt wat betreft welstand op het aanzien van de bouwwerken vanuit de openbare ruimte met inbegrip van de beleving vanaf de snelweg zelf. Welstandsniveau Voor het project van de Blankenburgverbinding en de daarbij behorende bouwwerken geldt gezien de bijzondere context en de openbare functie van de snelwegen een hoog niveau van welstand, dat zowel in de nota van Vlaardingen als in die van Rotterdam wordt aangeduid met bijzonder. Criteria De criteria in het hoofdstuk Vormgeving vormen een agenda voor de toetsing van de plannen, die niet los kan worden gelezen van de inpassingsopgave en vormgevingsprincipes zoals die in het hoofdstuk Inpassing worden beschreven. Ze vormen een lijst met wenselijke eigenschappen, die moet worden geïnterpreteerd in het licht van het vakmanschap dat van een ontwerper mag worden verwacht bij het maken van een ontwerp. GRONDSLAG De grondslag voor welstand is het vakmanschap, dat van een ontwerper verwacht mag worden bij het vormgeven van een bouwwerk. Dit vakmanschap is in de welstandsnota van Vlaardingen verwoord in algemene welstandscriteria en in de welstandsnota van Rotterdam in uitgangspunten van welstandstoetsing, die dienen als criteria bij eventuele onvoorziene omstandigheden. Ze richten zich op de zeggingskracht van het ontwerp van het bouwwerk op zichzelf en bezien in zijn omgeving. Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 3

5 Hoofdstuk 2: Plannen en visies De basis voor de inpassing en vormgeving van de Blankenburgverbinding is in een aantal visies en plannen vastgelegd. De belangrijkste daarvan zijn het Ambitiedocument Vormgeving en Inpassing, de Regionale Inpassingsvisie en het Vormgevings- en Inpassingsplan, waarvan hieronder de hoofdlijnen zijn samengevat. Verder is het Ambitiedocument A15MaVa van belang ter informatie over de vomgeving van het zuidelijke knooppunt. Samen met dit welstandskader geven deze visies en plannen richting aan de inpassing en vormgeving van het project voor de nieuwe verbinding. Ambitiedocument Vormgeving & Inpassing Nieuwe Westelijke Oeververbinding Het Ambitiedocument Visie Vormgeving en Inpassing voor de Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO) is richtinggevend voor de uitwerking van het tracéontwerp van de Blankenburgverbinding in de planuitwerkingsfase. Het is een startdocument voor het vormgevings- en inpassingsplan, de inpassingsovereenkomst en de uitvoeringsovereenkomst als onderdelen van het (Ontwerp) Tracébesluit (OTB). Het ambitiedocument legt keuzen vast voor de vormgeving en inpassing van de NWO op het niveau van functionele eisen voor de verdere uitwerking. Het dient als kader voor de verdere uitwerking van het ontwerp. De ontwerpambitie van de verbinding gezien vanuit het gebied is het behouden en versterken van de contrasterende landschappen, waarbij de continuïteit van de dwarsstructuren belangrijk is en de effecten op de omgeving geminimaliseerd moeten worden. Gezien vanuit de weg wordt gestreefd naar eenheid in wegbeeld. Vanuit de weggebruiker is de vormgeving van de weg sober en gericht op rust, continuïteit, eenduidigheid en duidelijkheid. Bij de inpassing en de vormgeving in de omge- ving heeft de beleving van de gebruiker van het gebied het primaat. Dit betekent dat de visuele expressie van de snelweg in het maaiveldbeeld tot een minimum beperkt moet worden. Wel moet er ondanks verschillen in de omgeving is sprake zijn van samenhang in verschijningsvorm tussen de verschillende elementen. Regionale inpassingsvisie Blankenburgverbinding De Regionale inpassingsvisie voor de Blankenburgverbinding van juni 2013 beschrijft de visie voor het ontwerp van het tracé als een totaalontwerp waarbij het aanwezige landschap zo min mogelijk wordt aangetast. Het tracé doorsnijdt verschillende gebieden ieder met een eigen historie en eigen landschappelijke karakteristieken: oud polderlandschap, recreatiegebied en industrielandschap. Er moet worden gezocht naar gebiedseigen oplossingen, die recht doen aan de context. Vormgeving van de kunstwerken is integraal onderdeel van het ontwerp en moet bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit. Voor de weggebruiker moet een continu wegbeeld gecreëerd worden, waarbij ook het de relatie met het omliggend landschap beleefbaar blijft. De visie beschrijft de kaders voor het ontwerp zoals de ondergrond, het watersysteem, de cultuurhistorische waarden en de wegenstructuur. Per deel van het tracé bevat het verder een opsomming van opgaven, vraagstukken en inpassingselementen aangevuld met principedoorsneden. Vormgevings- en inpassingsplan Blankenburgverbinding (concept) In het welstandkader is aansluiting gezocht bij de weg, die met het Vormgevings- en Inpassingsplan (VIP) voor de Blankenburgverbinding is ingeslagen. Trefwoorden zijn onder meer sober, terughoudend, rust en continuïteit. Bij het formuleren van de uitgangspunten is rekening gehouden met plannen die al eerder voor het gebied zijn opgesteld, waaronder het Landschapsontwikkelingsplan Midden- Delfland. Het VIP is de verbeelding van de nieuwe wegverbinding op zichzelf en in relatie tot de omgeving. Zoals de naam al aangeeft bestaat het VIP uit twee onderdelen die inhoudelijk één geheel vormen. De uitgangspunten en randvoorwaarden voor de landschappelijke inpassing van de Blankenburgverbinding zijn uitgewerkt en onderbouwd in het Inpassingsplan. De uitgangspunten voor de vormgeving van het wegtracé, de weginrichtingselementen (verlichting, veiligheidsvoorzieningen, bebording, etc.) en de gebouwde objecten zoals tunnelmonden, kunstwerken, dienstgebouwen en geluidsschermen worden omschreven en onderbouwd in het Vormgevingsplan. Doelstelling van het VIP is het onderbouwen van het (ontwerp)tracébesluit. Het borgt de ruimtelijke kwaliteit voor het project en verbeeldt van het plan, maar ook het vastleggen van een inpassingskader en een vormgevingskader voor de realisatie fase. Het zijn met name deze laatste twee, die van belang zijn voor welstand. Het inpassingsplan beschrijft de context voor de bouwwerken, het vormgevingsplan onder meer de manier waarop het ontwerp van de bouwwerken er uit zal zien. Kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding (concept) De overheden in de regio werken aan een Kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding. Dit is een agenda met maatregelen dat komt bovenop de maatregelen die wettelijk verplicht zijn bij de aanleg van de Blankenburgverbinding. Het doel van het programma is om het gebied waarin straks de rijksweg wordt gerealiseerd te voorzien van een extra kwaliteitsimpuls. De ambitie van het kwaliteitsprogramma is hoog. Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 4

6 Het Kwaliteitsprogramma is gebaseerd op de Regionale Inpassingsvisie. Het gaat over natuur, groen, water, recreatie en geluid. Het strekt zich uit over een gebied dat groter is dan het directe invloedsgebied van de verbinding. De bedoeling is onder meer de natuur te verrijken en het recreatieaanbod te vergroten, vooral voor de inwoners van Vlaardingen en Rozenburg. Ook zijn er extra maatregelen in opgenomen om de geluidbelasting te beperken voor aangrenzende woon- of recreatiegebieden. Het kwaliteitsprogramma bestaat uit vier onderdelen, waarvan het landschapsplan voor dit kader van belang is. Landschapsplan Kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding (concept) Het Landschapsplan Kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding is een regionaal plan om het landschap te versterken als tegenwicht tegen de impact van de nieuwe snelweg. Het is een aanvulling op het wegontwerp door Rijkwaterstaat. Het is de ambitie om door synergie tussen de wettelijke inpassingsmaatregelen en de bovenwettelijke projecten uit het Kwaliteitsprogramma de kansen voor een kwaliteitsslag van het gebied te benutten. Het Landschapsplan geeft een samenhangend beeld van de gewenste landschapsontwikkeling en van de aanknopingspunten voor het wegontwerp. Het omvat een analyse van het bestaande landschap en een plan op hoofdlijnen. Binnen het daarin omschreven beeld zijn deelprojecten uitgewerkt tot op het niveau van een inrichtingsplan: de Krabbeplas, de Zuidbuurtzone, de Boszone, het Oeverbos, de Oostrand van Rozenburg en de Groene Gordel en Boulevard Rozenburg. Doel is prioriteiten te kunnen stellen voor de inzet van de middelen uit het Kwaliteitsprogramma. A15MaVa: Ambitiedocument Architectuurvisie Aan de zuidzijde sluit de Blankenburgverbinding aan op de A15. In het Ambitiedocument Architectuurvisie voor de verbreding van de A15 van augustus 2009 zijn uitgangspunten en architectonische kwaliteitscriteria voor het project vastgelegd. Het document bevat een vormgevingsvisie en specificaties voor de architectur van alle bouwkundige werkzaamheden, die mede als welstandscriteria dienen. Uitgangspunt is om door middel van de vormgeving en inpassing bij te dragen aan een afleesbaar en overzichtelijk landschap en wegtracé. Architectonische specificaties zijn gericht op overzicht en continuïteit in het wegbeeld. Het ontwerp van de wegelementen gaat uit van een samenhangende vormfamilie met geregisseerde verschillen. Steeds moet worden gezocht naar een elegante verschijningsvorm. Kunstwerken krijgen een profilering die de dimensies verzacht en voor het oog lichter maakt, keerwanden worden in beginsel voorzien van groen, materialen zijn duurzaam en degelijk. Landschapsplan A20 Onder de titel De groene weg voorbij heeft Rijkswaterstaat in 2006 een landschapsplan opgesteld voor de A20. Het is een integraal plan dat aandacht besteed aan het landschap, de natuur, het wegbeeld, het weggebruik en milieuaspecten. Het geeft hoofdlijnen voor de inpassing van de weg in het landschap in de vorm van een visie op de onderlinge relaties tussen weg en omgeving. De visie dient als handvat voor de te nemen maatregelen in aanleg, reconstructie en beheer. Basis voor het plan is de aankleding van de weg zo eenduidig mogelijk te maken zonder daarbij de verschillen tussen de locaties uit het oog te verliezen. Ter hoogte van Vlaardingen is de A20 een weg door de stad. De weg omgeven door groen met daarachter een woonwijk met flats, een volkstuinencomplex en sportvelden. Ook het Kethelplein wordt beschreven als groen, met veel ruigtes. Het landschapssplan beschrijft de Aalkeet Buitenpolder als onderdeel van het natuurgebied Midden-Delfland. Tussen Maassluis en Vlaardingen zijn er geen bomenrijen en geleiderails langs de weg, zodat er een onbelemmerd zicht is op het open weidelandschap. Dit soort open gebieden is met het verstedelijken van de regio steeds waardevoller geworden. Zelfs voor de meest argeloze weggebruiker, stelt het landschapsplan, zijn ze opvallend. De weg bevindt zich op maaiveldhoogte en gaat op in de omgeving. Het plan schetst een eindbeeld waarin dit vrije uitzicht behouden blijft. Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 5

7 Inpassing: verdekte verbinding VLAARDINGEN Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 6

8 Hoofdstuk 3: Inpassing In dit hoofdstuk wordt de inpassing van de weg in het afwisselend landschap nader toegelicht als randvoorwaarde voor welstand. De A24 doorsnijdt de sferen en past zich daaraan aan, maar moet tegelijkertijd een eigen karakter hebben. Vanuit de logica van de samenhang van het project en het streven naar een overtuigend totaalbeeld is er voor gekozen de twee aansluitingen onderdeel uit te laten maken van de consistente vormgevingsidentiteit van de Blankenburgverbinding, die zich als overgangselement voegt in het beeld van de twee bestaande routes. Voor de verbreding van de A20 is het bestaande karakter het uitgangspunt. Inpassingsambities Voor de inpassing van de weg zijn drie hoofdambities geformuleerd, waarmee de Blankenburgverbinding te gast is in een veelzijdig landschap zonder de boventoon te voeren. De eerste ambitie is het behouden en versterken van kenmerken uit omgeving zoals open weidegebied, recreatiegebeid en industrielandschap. De route loopt vanaf de nieuw te realiseren knoop in de A15 langs de rand van Rozenburg om van daar onder het water van Het Scheur door te duiken naar het Oeverbos waarna het verder gaat door het voormalig baggerdepot De Rietputten, het historisch polderlandschap van de Zuidbuurt, langs de rand van de Krabbeplas om in De Aalkeet-Buitenpolder aan te knopen op de A20. Verder maakt ook de A20 vanaf de nieuwe aansluiting tot aan het Kethelpein deel uit van het project voor de Blankenburgverbinding. Elk van deze landschappelijke eenheden heeft een eigen inpassing, die de context vormt voor de weg en de bijbehorende bouwwerken. De tweede ambitie is het minimaliseren van het effect van de weg op natuur en leefbaarheid met als voorbeeld het behoud van het vrije zicht op het landschap. Aan de noordoever snijdt de route door het cultuurhistorisch waardevolle veenweidegebied van Midden-Delfland, waarvan het patroon van sloten en dijken in de regel eeuwenoud is. Het lint van de Zuidbuurt met monumentale boerderijen ligt gaaf in het gebied. Het gebied tussen het spoor en de Zuidbuurt is van belang voor de ruimtelijke relatie tussen landschap en cultuurhistorisch waardevol lint. In dit deel zijn aansluiting op het bestaande landschapspatroon en een verdiepte ligging van belang. Op de Zuidoever loopt de route langs de groene rand Rozenburg. Het gebied vormt een onderbenutte bufferzone tussen het dorp en de industriële Botlekzone. Met het doorzetten van de kenmerkende populierensingels langs de tunneltoerit wordt het groene bastion rond Rozenburg gecompleteerd. De derde ambitie is het functioneel behoud en de versterken van structuren en netwerken zoals de dijken maar ook het fijnmazige netwerk van fietsen voetpaden. De Blankenburgverbinding doorkruist het bestaande landschap. Hoewel de weg in veel gevallen verdekt of zelfs onzichtbaar aanwezig is, vormt hij toch een fysieke doorsnijding van het gebied. Veel wegen en paden in dit gebied liggen in oost-westrichting in verband met de aanwezigheid van de rivier en de daaraan gelegen band van steden. Ook de kaden en dijken lopen in deze richting. Met het oog op het versterken van de veelal dwars over de weg verlopende landschappelijke eenheden is het behoud en zo nodig herstel of aanvullen van bestaande kruisende verbindingen en structuren een belangrijk uitgangspunt. Daarbij gaat het zowel over verkeers- en recreatieve verbindingen als over waterstructuren en ecologische verbindingen. Een introverte snelweg Vanuit de inpassingsambities is de weg in het bestaande landschap uitgezet als ee combinatie van tunnels en open tunnelbakken. De resulterende aaneenschakeling van tunnels en open tunnelbakken zorgt er voor dat de weggebruiker zich over de drie-en-een-halve kilometer van het nieuwe tracé voor een groot deel tussen wanden bevindt: hetzij tunnelwanden hetzij wanden van open tunnelbakken. In de beleving van de weggebruiker is dit één samenhangend tracé, van knoop tot knoop. Een introverte traverse, voor het grootste deel verdiept en begeleid door wanden, en met slechts een beperkte relatie tot het doorkruiste landschap. De route van de nieuwe verbinding voegt zich naar de omgeving met een eigen karakteristiek. Het ruimtelijk karakter van de verbinding is te omschrijven als introvert. De nieuwe verbinding is in zichzelf gekeerd. De weggebruiker heeft slechts een beperkte relatie met het landschap dat hij doorkruist. In plaats van een doorsnijding van het bestaande landschap toont de weg zich slechts af en toe als een discontinu fragment, zo bescheiden mogelijk ingepast en ondergeschikt aan het beeld en de structuur van het landschap als verdekte verbinding. Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 7

9 Landschap: deelgebieden Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 8

10 Zuidbuurt Polder Tunnelmond en Oeverbos Landschappen De opgave voor de inpassing is sterk gebonden aan de eigenschappen en waarde van de omgeving. Knoop A20 De A20 knoop ligt midden in het open veenweidelandschap van Midden-Delfland op de noordoever. Behoud van het brede panorama met kilometerslange zichtlijnen door het karakteristieke open polderlandschap van Midden- Delfland is van belang. In dit waardevolle landschap zijn schermen, wallen en andere belemmeringen niet op hun plaats. Hier zijn schermen, grondlichamen en fly-overs niet op hun plaats. Het knooppunt met de aansluiting op de Blankenburgverbinding verzinkt met onderdoorgangen onder het maaiveld om de landschappelijke kwaliteit te behouden. Het verkeer op de weg verdwijnt uit beeld. Aalkeet-Buitenpolder - Krabbeplas De Aalkeet-Buitenpolder is onderdeel van het karakteristieke open veenweidelandschap van Midden-Delfland. De A20 en A24 liggen tussen het weideland en het recreatiegebied van de Krabbeplas. De plas wordt in de huidige situatie afgezoomd door rietkragen. In het kader van de BBV krijgen deze een meer robuust karakter en worden ze doorgezet tot rond de knoop. De rietkragen verzachten het beeld doordat zij boven het wegniveau uitsteken. De rietkragen vormen een visuele buffer tussen het recreatiegebied en de snelwegen. Ook wordt de historische verkavelingsstructuur hier teruggebracht in een (deels nieuw) slotensysteem, waardoor de hele rietzone vanuit het landschap en vanuit de weg als een geheel ervaren kan worden. Zuidbuurtzone In de Zuidbuurtzone ligt de weg geheel onder het maaiveld. Uitgangspunt is het volledig behouden van het historische landschapsbeeld met zijn door erfbeplanting omgeven boerenhoeves als coulissen in het open landschap. De tunnel komt zo diep te liggen dat er voldoende gronddekking is voor weideland en de open waterverbindingen ter weerszijden van de Zuidbuurt op natuurlijke wijze te handhaven zijn. Het bestaande maaiveld wordt als het ware terug gerestaureerd waarbij het wegprofiel van de Zuidbuurt in ruimtelijk beeld en materialisatie ongewijzigd blijft. Alleen bij de zuidelijke tunnelmond, in het bos, zal het landschap iets opbollen, passend in het beeld van kreekruggen. Deze opbolling geeft het recreatieve pad langs de rand van het open gebied van de Zuidbuurtzone een mooi zicht over de omgeving. Een terug te planten bosperceel met essen herstelt de bosrand en maskeert het zicht op de zuidelijke tunnelmond van de Aalkeettunnel. Het dienstgebouw van de tunnel is gesitueerd aan de Zuidbuurt op een manier die vergelijkbaar is met de andere landelijke bebouwing langs deze weg, op een met groen afgezoomd erf en bereikbaar met een bruggetje over de watergang. Transformatiezone De zone van de Aalkeet-Binnenpolder tussen het spoor Rotterdam Hoek van Holland (de Hoekse lijn) en de Maassluissedijk is in de tweede helft van de twintigste eeuw getransformeerd van een open veenweidelandschap naar een afwisseling van open gebieden zoals de Rietputten en beboste percelen zoals het Volksbos. Hier komt de weg tussen de twee tunnels boven het maaiveld in het gebied van de Rietputten en bereikt zijn hoogste punt op de Kanteldijk. Vanaf de weg is hier even zicht op ruig rietlandschap dat is ontstaan op een voormalig baggerslibdepot. De Rietputten hebben een grote ecologische waarde en maken onderdeel uit van de ecologische Hoofdstructuur (EHS). Vanwege natuurwaarde van het gebied dient de nieuwe weg een zo minimaal mogelijk ruimtebeslag te hebben. De wanden van de open toerit van de Blankenburgtunnel maken onderdeel uit van de waterkering en worden zo lang mogelijk doorgezet om een brede impact van de weg hier te voorkomen. Het gebied heeft, door deels overjarig riet als gevolg van zeer extensief beheer, een afwisselend beeld met hier en daar ook jong opschot van struiken en bomen, wat het beeld extra verzacht. Dit beeld wordt zo dicht mogelijk naar de weg gebracht. Het riet dient door te groeien tot op het talud van de weg. Hiermee is er een visuele verbinding tussen de twee delen van dit deelgebied. De Delfslandsedijk De Delflandsedijk vormt een van de oudste lijnen in het gebied. De daarop gelegen weg behoudt haar huidige verloop. Om de BBV overlangs te kunnen passeren betekent dit dat de weg ter plaatse van de kruising omhoog moet met ongeveer vier meter. Dit wordt gerealiseerd door middel van een nieuw steil en deels artificieel talud op het bestaande dijkprofiel, zodat de historische dijk leesbaar blijft en tevens de aangrenzende bebouwing met uitzondering van een woning op de hoek van het perceel behouden kan blijven. Oeverbos Het bestaande parkachtige landschap van het Oeverbos, met bos en grasvelden, wordt opgeschoond en voorzien van een uitzichtheuvel. Deze heuvel geeft zowel uitzicht op Het Scheur als op het achterland. De heuvel wordt aan twee kanten geflankeerd door grote bospercelen bestaande uit bomen en een Knoop A15 Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 9

11 onderlaag van struweel. Langs de oever wordt het zicht vanaf de heuvel gefocust door het plaatsen van een boomgroep. Hierdoor blijft ruim zicht op Het Scheur en een kleine doorkijk richting Rozenburg. De tunnelmond van de Blankenburgtunnel en het dienstgebouw op de kop daarvan worden ingepakt in een nieuwe boszone. Deze boszone krijgt een dichte, gesloten beplanting met bomen en doornstruweel waarin de tunnelmond schuil gaat. Groene Gordel Rozenburg De bestaande Groene Gordel rond Rozenburg wordt gekenmerkt een lagere parkachtige zone in combinatie met hoog opgaande beplanting in de vorm van populierensingels. In het kader van het BBV project worden geluidweringen aangelegd in de vorm van aarden wallen tegen het bestaande dijkprofiel, die deel uitmaken van de waterkerende dijkringrond Rozenburg. De geluidswallen worden begroeid met gras en voorzien van een dubbele rij populieren, waarmee de bomenrand rond Rozenburg wordt gecompleteerd. Samen met de weg vormt het groen een buffer tussen het dorp en tussen het dorp en de industriële Botlekzone. Langs de oevers van Het Scheur wordt ter plaatse van de tunnel alleen laagblijvende beplanting opgenomen om de weggebruikers die de tunnelmond vanaf de A15 knoop benaderen het uitzicht hebben op de passerende schepen niet te ontnemen. Knoop A15 In de aaneenschakeling van havenpanorama s en industriële objecten langs de A15 vormt de locatie in de huidige situatie een van de weinige groene en landschappelijk getinte uitzonderingen. De blik langs de groene enclave van Rozenburg vormt een herkenningspunt voor de weggebruiker, die wordt versterkt door de bocht en het hoogteverschil. In de nieuwe situatie zal de knoop als een groen oriëntatiepunt langs de Havenroute worden ervaren. De knoop wordt ingepast in een glooiend heuvellandschap van gras, in aansluiting op de geluidswallen langs de oostzijde van Rozenburg. De heuvel begeleidt de A15 in de bocht. De flyovers van de Blankenburgverbinding kruisen overlangs en landen op het hogere deel. De hoogste fly-over geeft een blik over het havengebied en een doorkijk naar de rivier, alvorens de tunneltoerit in te duiken. De knoop grenst aan het parklandschap met bomen rond Rozenburg, maar is met kruidenrijk gras veel opener. Een bijzonder landschappelijk element is de leidingstrook, die het tracé van de A15 volgt aan de noordzijde. Deze doorsnijdt de knoop letterlijk. In de strook kunnen geen ondersteuningen staan, de viaducten scheren er overheen. Keerwanden ter weerszijden van de leidingstrook markeren de snede en, gezien vanuit de tunnel, de toegang tot het havengebied. A15 De A15 slingert door het Rotterdamse havengebied als een brede bundel infrastructuur van weg, spoor en leidingen. De Blankenburgverbinding heeft gevolgen voor het traject tussen aansluiting met de Welplaatweg en de Thomassentunnel. De belangrijkste ingreep is de ongelijkvloerse aansluiting van de Blankenburgverbinding ter hoogte van Rozenburg. De route is te karakteriseren als een havenweg met daarlangs kranen, windmolens, raffinaderijen, elektriciteitsmasten en haveninstallaties. De Landschapsvisie voor het MaVaproject uit 2008 zet in op een ruim wegbeeld en het beleven van de wereldhaven. Brede grasbermen begeleiden de voor een groot deel verhoogd gelegen weg en geven een onbelemmerd zicht op de havenactiviteiten. Samenhang, continuïteit, ingetogenheid en doorgaande lijnen zijn in het MaVa-project kernbegrippen. Binnen een rustig en overzichtelijk geheel kunnen knooppunten en oeververbindingen fungeren als oriëntatie- en herkenningspunten, die de route herkenbaar en leesbaar maken. Bij het ontwerp voor kunstwerken en andere gebouwde elementen gestreefd naar een elegante verschijningsvorm, waarbij in praktijk aansluiting is gezocht bij de vormgeving van knooppunt Ridderster. Bij verkeerspleinen worden grondtaluds en waterpartijen ingezet als landschappelijke middelen. Groene traverse A20 Snelweg A20 vormt een aaneenschaking van stedelijke en landelijke gebieden, die begint bij knooppunt Gouwe bij Gouda en loopt tot knooppunt Westerlee in het Westland. Aan de noordzijde van Rotterdam maakt de A20 onderdeel uit van de Ruit van Rotterdam. De kunstwerken langs de route hebben een robuuste vormgeving zonder sterke onderlinge samenhang of uitgesproken beeld. Het tracé is in het Landschapsplan A20 gedefinieerd als groene corridor. Met steeds meer en steeds hogere geluidschermen vanwege de aanleg van de aansluiting op de A4 en de Blankenburgverbinding verandert het aanzien. De inzet is echter om het groene karakter van de te handhaven met schermen voorzien van begroeiing aan de wegzijde en aan de omgevingszijde staat opgaand groen wat in samenhang met de bestaande beplanting van deze groenstedelijke zone zorgt voor een gelaagde opbouw.. Doorzicht op strategische plaatsen verzorgt de visuele koppeling tussen de weg en de omgeving en tussen de twee zijden van de weg. Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 10

12 Vormgeving: continue lijn tunnel VLAARDINGEN tunnel Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 11

13 Hoofdstuk 4: Vormgeving Eén stijl Een verdiepte weg door het landschap Doorgaande lijnen Uitgangspunt voor de vormgeving van de Blankenburgverbinding is, dat deze zich met een eigen karakter voegt naar de omgeving. De nieuwe verbinding is in zichzelf gekeerd. De weggebruiker heeft slechts een beperkte relatie met het landschap. Dit hoofdstuk begint het een beschrijving van de vormgeving met criteria op hoofdlijnen voor de A24 van de knoop met de A15 tot en met de knoop met de A20. Ook opgenomen zijn criteria voor werken in het kader van de Blankenburgverbinding, die behoren bij de verbreding van de A20. Hiermee is het speelveld bepaald voor het ontwerp van de bouwwerken, die deel uitmaken van de nieuwe weg. Voor verschillende ontwerponderdelen is daaropvolgend een meer gedetailleerde beschrijving gemaakt aangevuld met eventuele aanvullende criteria voor nadere uitwerking. De beschrijvingen en criteria van zowel de hoofdlijnen als de uitwerkingen samen vormen de overwegingen voor de welstandstoets, die worden geïnterpreteerd in het licht van de inpassing en het vakmanschap dat mag worden verwacht van de ontwerper. VORMGEVING OP HOOFDLIJNEN De Blankenburgverbinding is grotendeels een aaneenschakeling van tunnels en open tunnelbakken Schaal: in één 1:500lome slingerbeweging van polder naar haven. De weggebruiker bevindt zich over de drie-en-een-halve kilometer van het nieuwe tracé voor een groot deel tussen de wanden van tunnels en tunnelbakken. De samenhang van het tunneltracé wordt benadrukt in continue lijnen van knoop tot knoop, zodat er rust en eenheid is in het wegbeeld. Vanuit de logica van de samenhang van het project en het streven naar een overtuigend totaalbeeld is er voor gekozen de aansluitingen op de A15 en A20 onderdeel uit te laten maken van de consistente vormgevingsidentiteit van de Blankenburgverbinding en deze te voegen in het beeld van de twee bestaande routes. De Blankenburgverbinding moet als nieuwe en unieke tunnelverbinding van knoop tot knoop integraal worden vormgegeven aan de hand van onderstaande ontwerpthema s en criteria. Eén stijl De opgave is voor de vormgeving van de A24 een terughoudende en tegelijk herkenbare beeldtaal te ontwikkelen. Consistentie is daarbij een kernbegrip, dus zowel in de te kiezen ontwerpoplossingen en als in de uitwerking daarvan. Er moet één beeldtaal ontstaan die zich niet opdringt maar wel afleesbaar is van de grote lijn tot in de uitwerking van het detail. De vormgeving is zorgvuldig, ingetogen en consistent Bouwwerken voegen zich naar de stijl van de route en het rustige wegbeeld, waarin de tunnelmonden bijzondere elementen zijn De vormgeving is op het oog terughoudend, bijvoorbeeld zonder nadrukkelijke randen of stapeling van elementen Verdekte verbinding De weg dient vanuit de omgeving gezien zo veel mogelijk afwezig te zijn. De weg is zoveel mogelijk te gast in het landschap. De verdekte inpassing wordt ingezet om de kenmerkende landschappelijke eenheden van het gebied te behouden. Er is daarbij een verschil tussen de noord- en de zuidoever. Met name op de noordoever worden de landschappelijke patronen zo veel mogelijk over de weg heen doorgezet, en is de weg daaraan ondergeschikt. Voorbij de groene Boulevard op de zuidoever echter vormt de weg juist de scheiding tussen twee contrasterende landschappen, de groene enclave Rozenburg aan de westzijde en de industriële Botlek ten oosten van de weg. Bouwwerken voegen zich in de context van landschap en zijn daaraan ondergeschikt Het landschap loopt in beginsel tot aan de rand van de weg door De visuele expressie van de snelweg is vanuit de omgeving gezien bescheiden ingepast Continue lijn De weg en de kunstwerken moeten gezien worden als samenhangend en herkenbaar met geregisseerde verschillen. De Blankenburgverbinding is in de beleving van de weggebruiker één samenhangend tracé, voor het grootste deel verdiept en begeleid door wanden. De samenhang van het tunneltracé wordt benadrukt door continue lijnen. Eenheid in de vormgeving van de wanden moet zorgen voor rust en eenheid in het wegbeeld. De vormgeving van tunnelmonden, viaducten en weginrichtingselementen is consistent, sober en ingetogen. De samenhang van het tunneltracé wordt benadrukt in continue lijnen van knoop tot knoop De lijnen van de weg zijn vloeiend met zo min mogelijk overgangen en hebben geen incidentele onderbrekingen Aansluitingen tussen bouwdelen vormen geen onderbreking van de ritmiek en respecteren de symmetrie van het wegbeeld Symmetrie Kenmerkend voor de BBV is een symmetrisch wegprofiel van twee maal drie rijstroken. Deze symmetrie dient zich ook op vanzelfsprekende Vloeiend verloop Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 12

14 Symmetrie over de as van de weg Vervlechting interieur en exterieur bij tunnelmond Integratie elementen tunnelmond wijze te vertalen in het ontwerp van tunnels, open tunnelbakken, tunnelmonden en kunstwerken. Leidend beginsel voor de vormgeving van de bouwwerken die het wegbeeld bepalen is symmetrie over de as van de weg Detaillering Naast aandacht voor kleur en materiaal dient veel zorg te worden besteed aan detaillering en belijning van de verschillende te ontwerpen elementen. Een zorgvuldige uitgewerkte en consistente toegepaste detaillering bepaalt voor een belangrijk deel de visuele kwaliteit van het gebouwde resultaat. In lijn met het Ambitiedocument Architectuurvisie A15 MaVa is gekozen voor het gebruik van verjongingen en het verzachten van dimensies. De detaillering is verzorgd met oog voor detail In de detaillering lijnen subtiel beëindigen en verzachten van dimensies, bijvoorbeeld door verjongen of afronden Naden tussen elementen op vanzelfsprekende wijze opnemen in de vormgeving Terughoudende kleuren Vanuit het streven naar rust en terughoudendheid in het beeld wordt de grondtoon van het project gevormd door neutrale tinten en grijstinten, die zoveel mogelijk wegvallen tegen omgeving en de Hollandse wolkenluchten. De kleuren van het wegbeeld zijn neutraal en terughoudend ten opzichte van het omgevingsbeeld Subtiele kleuraccenten zijn denkbaar Materiaal Algemeen uitgangspunt is de toepassing van duurzame materialen met een naturel uitstraling, die op een onderhoudsarme wijze verouderen of eenvoudig te onderhouden zijn, zoals schoon beton, rvs of blank geanodiseerd aluminium. Textuur is daarbij een aandachtspunt. Wanneer een materiaal gecoat dient te worden dan wordt uitgegaan van daarop afgestemde grijstinten. Subtiele kleur- of materiaalaccenten zijn denkbaar, maar mogen niet contrasteren. Materialen zijn duurzaam, eenvoudig te onderhouden en bestand tegen veroudering zoals schoon beton, helder glas en blank geanodiseerd aluminium Voor elementen die zich tevens dienen te voegen in de lokale landschappelijke context, zoals de bovengrondse delen van dienstgebouwen, worden de materialen daarop afgestemd Reclame Reclames zijn niet gewenst. Om deze reden zijn er geen criteria opgenomen. Verbreding A20 Voor de werken ten behoeve van de verbreding van de A20 geldt het huidige wegbeeld als uitgangspunt. De vormgeving van bestaande kunstwerken is uitgangspunt bij aanpassingen Aanpassingen zijn niet incidenteel vormgegeven, maar leiden tot een nieuw geheel NADERE UITWERKINGEN De opgave voor de vormgeving moet samenhangen, maar elk type bouwwerk heeft tegelijkertijd een eigen logica. Om de afstemming tussen de stijl van de verbinding en de typologie nader te duiden is op de volgende pagina s voor een aantal onderdelen een nadere toelichting opgenomen met waar nodig aanvullende criteria. Tunnels en tunnelbakken A24 Voor een groot deel van het tracé van de Blankenburgverbinding leidt de weg door tunnels en tunnelbakken. Deze zijn voor de weggebruiker gezichtsbepalend. De tunnels en tunnelbakken vormen niet alleen een essentiële factor in het realiseren van de gewenste continuïteit maar ook in de herkenbare eenheid van het wegbeeld. Gevraagd wordt één doorgaande sfeer met een eenduidige vormgeving en vloeiende overgangen, waarin de tunnelmonden te zien zijn als identiteitsdragers voor de verbinding. Tunnelmonden Het ontwerp van de tunnelmonden dient als onderdeel van een integrale ontwerpopgave opgevat te worden. Geen optelsom van generieke elementen, maar een ontworpen integratie van de specifieke elementen. De tunnelmonden hebben ieder een eigen geometrie, programma en inpassingsopgave. Voor de tunnelmonden gelden de volgende aanvullende criteria: De tunnelmonden hebben in hun architectuur een goed herkenbare onderlinge verwantschap De architectuur van de tunnelmonden versterkt de symmetrie van het wegbeeld en integreert daarin elementen zoals wanden, lamellen, stempels en schermen tot een beeldmerk Duurzame materialen, zorgvuldige detaillering Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 13

15 Dienstgebouwen Zuidbuurt als zelfstandige volumes in lint Maaiveld loopt door tot tegen de slanke randafwerking Visueel vrijliggend viaduct onderliggend wegennetwerk De overgang tussen open toerit en gesloten verkeersbuis is vloeiend en vervlochten (geen harde overgangen) Open tunnelbakken en keerwanden De wandafwerking van de open tunnelbakken en de keerwanden van toeritten en onderdoorgangen is mede gezichtsbepalend voor het tracé. Voor de wanden van de tunnelbakken gelden de volgende aanvullende criteria: De wanden van de tunnelbakken en toeritten zijn dragers van het wegbeeld en over de hele route gelijksoortig van uitvoering De wanden van de tunnelbakken hebben een eigen ritmiek en textuur Barriers zijn geïntegreerd in de wandafwerking en vormen een doorgaande band De randafwerking van de open tunnelbakken bepaalt in belangrijke mate hoe de tunnelverbinding zich toont in het landschap. Vanuit de wens de weg gezien vanuit het landschap zo min mogelijk te tonen en de beplanting tot aan de rand te laten doorlopen is dit een detail, dat aandacht verdient. Voor de randafwerking van de tunnelbakken gelden de volgende aanvullende criteria: De randafwerking is slank en terughoudend vormgegeven De randafwerking legt een minimaal ruimtebeslag op het maaiveld Waar de wand doorloopt in een borstwering blijft deze laag en wordt voorzien van een enkele handrailing Dienstgebouwen De uitstraling van het bovengrondse volume van de dienstgebouwen is eenvoudig, helder, compact en functioneel. Ze hebben een abstract karakter dat past bij de schaal van de verbinding. De dienstgebouwen zijn uitgevoerd in op de situering afgestemd hoofdmaterialen die passen in het landschapsbeeld. Om een veelheid aan losse elementen te voorkomen zijn openingen onderdeel uit van de gevelarchitectuur of worden ze er door afgeschermd. De noodzakelijke installaties worden opgenomen in het architectonische volume door middel van geperforeerde vlakken of lamellenschermen met daarachter gevelopeningen of installatiepatio s. Voor de dienstgebouwen gelden de volgende aanvullende criteria: De dienstgebouwen zijn zoveel mogelijk onder het maaiveld gelegen en geïntegreerd in het ontwerp van de tunnelmonden De delen boven het maaiveld zijn of onderdeel van de vormgeving van de tunnelmond of afgestemd op de directe omgeving, waarbij eventuele (antenne)masten met respect voor het landschap en met een logische plaatsing ten opzichte van de gebouwen een plek moeten krijgen Het bovengrondse deel van de dienstgebouw heeft een abstracte en eigentijdse architectuur met een zorgvuldige detaillering, waarin gevelopeningen en installaties zijn geïntegreerd De materialisering en kleur van de dienstgebouwen zijn afgestemd op de omgeving Het hoofddienstgebouw aan de Zuidbuurt bestaat uit volumes met symmetrische zadeldaken Viaducten De viaducten die bij het project horen zijn onder te verdelen in verschillende categorieën. De viaducten over de A24 en die in de knoop met A15 behoren tot één familie. Stoer en elegant zijn de trefwoorden, die hier van toepassing zijn. Ook hier speelt het samenbrengen van de beleving vanuit de weg en die vanuit de omgeving een belangrijke rol. Zo ontstaat een grote mate van verwantschap, die ruimte laat voor geregisseerde verschillen. Bindende elementen zijn een heldere opzet van de structuur en een eenvoudige belijning in combinatie met een verjongende en afgeronde profilering van de elementen die het beeld verzachten. Voorzieningen zoals hemelwaterafvoeren en bekabeling zijn niet nadrukkelijk zichtbaar. Voor de viaducten van de A24 in de knoop met de A15 gelden de volgende aanvullende criteria: De viaducten hebben een vloeiend verloop De viaducten zijn op hoofdlijnen stevig vormgegeven en in hun afwerking elegant, zoals gebruikelijk bij de recente kunstwerken in de A15 De viaducten worden ondersteund met afgeronde pijlers op ruim bemeten en gelijke of geleidelijk transformerende tussenafstanden De viaducten hebben in beginsel een gelijke constructiehoogte en een op dezelfde wijze vormgegeven randelement, dat gelijk dienst doet als borstwering De constructies van de brugdekken zijn aan de onderzijde vlak en gesloten, waarbij eventuele zichtbare belijning vloeiend en regelmatige is De viaducten raken elkaar niet en liggen vrij op de landhoofden Voor de viaducten over de A24 van het onderliggende wegennetwerk gelden de volgende aanvullende criteria: De viaducten over de A24 zijn vormgegeven als verbindingen, die onderdeel vormen van het landschap boven de tunnelverbinding De viaducten liggen visueel vrij van de toeritten en de wanden van de tunnelbakken De viaducten hebben schijfvormige pijlers, die slank en open zijn vormgegeven Voor de viaducten in de A20 gelden de volgende aanvullende criteria: Voor verbreding van de viaducten in de A20 geldt is voortzetting van de bestaande vormgeving uitgangspunt Doorgaande vloeiende lijnen viaducten knoop A15 Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 14

16 Modulair scherm A4 en A20 Houten scherm A20 Tweezijdige beplanting geluidswering Geluidweringen en vandalismeschermen In tegenstelling met de weginrichtingselementen die tot het functionele systeem van de weg behoren en daarmee locatieonafhankelijk zijn, bemiddelen geluidweringen en vandalismeschermen als het ware tussen de snelweg en zijn omgeving. Het zijn visuele filters. Al naar gelang hun mate van transparantie kunnen zij zowel verhullen als onthullen. Er wordt zowel aandacht besteed aan het uiterlijk van de omgevingszijde als aan het uiterlijk van de wegzijde. Ze moeten op weloverwogen wijze zijn geïntegreerd zonder achterkantkarakter. Steeds dient de afweging gemaakt te worden tussen de wens tot vrij zicht vanaf de weg op de omgeving, en de behoefte aan visuele afscherming van de weg vanuit de omgeving. Aan de wegzijde zijn visuele rust en continuïteit de belangrijkste vormgevingsaspecten, afgestemd op de snelheid van de weggebruiker. Transparante delen worden toegepast waar doorzicht op of vanuit de omgeving gewenst is. Transparante delen sluiten in een vloeiende lijn aan op de dichte schermdelen, danwel door middel van een overlap. Uit oogpunt van een rustig wegbeeld dienen overgangen met sprongen en abrupte knikken vermeden te worden. Voor geluidweringen en vandalismeschermen gelden de volgende aanvullende criteria: Geluidweringen en vandalismeschermen hebben een doorgaande ritmiek Hoogteverschillen in alignement hebben een vloeiend verloop Beëindigingen en overgangen tussen aansluitende schermen zijn geleidelijk danwel uit te voeren als harde overgang (geen getrapte vormen) Geluidsschermen hebben visueel lange lengtes met vloeiende overgangen en zonder onderbrekingen, uitbuigingen of knikken Transparante delen van geluidweringen uitvoeren in helder glas Vluchtdeuren integreren Schermen op viaducten in de knoop met de A15 maken integraal deel uit van de randdetaillering, waarbij schermen die verder doorlopen dan een viaduct worden geplaatst op een plint met een vormgeving vergelijkbaar aan de randafwerking van het viaduct Voor geluidweringen en vandalismeschermen langs de A20 gelden de volgende aanvullende criteria: Weringen en schermen op kunstwerken volgen het wegprofiel, staan achter de randafwerking van de betreffende kunstwerken, waarbij geluidweringen ter hoogte van het onderliggende wegen- en waternetwerk transparant zijn uitgevoerd Weringen hebben twee zichtzijden en zijn zo geplaatst dat er ruimte is voor begroeiing Keerwanden Leidingstrook A15 Langs de A15 vormt de aansluiting van de Blankenburgverbinding een groen oriëntatiepunt. Niet de kunstwerken maar het grondlichaam fungeert hier als landmark voor de weggebruiker. Het beeld van de knoop wordt bepaald door een heuvellandschap van glooiende grastaluds, doorsneden door de Leidingstrook. Het uiterlijk van de keerwanden ter weerszijden van de Leidingstrook langs de A15 sluit aan bij het stoere karakter van het havenlandschap. De keerwanden worden uitgevoerd danwel bekleed met een doorgaand verticaal vlak van stalen damwanden. Voor de keerwanden langs de Leidingstrook A15 gelden de volgende aanvullende criteria: Keerwanden hebben een vormgeving in lijn met de A15 MaVa, die aansluit op de vormgeving van de Blankenburgverbinding met een eigen landschappelijke kwaliteit Keerwanden en viaducten visueel van elkaar los houden Grondkeringen en overige keerwanden Met het oog op een rustig en groen wegbeeld zijn artificiële grondkeringen te vermijden. Waar dat niet mogelijk is, moeten ze een onopvallend en vanzelfsprekend karakter hebben door ze uit te voeren als gewapende grondconstructie. Waar keerwanden langs de A15 of A20 wel nodig zijn, moeten ze in vormgeving en uitvoering aansluiten op bestaande keerwanden. Voor de keerwanden gelden de volgende aanvullende criteria: Keerwanden sluiten aan bij vormgeving van vergelijkbare keerwanden in dezelfde route Keerwanden die aansluiten op kunstwerken hebben een afdekker gelijk uitgevoerd als de randafwerking van het kunstwerk Keerwanden die niet aansluiten op een kunstwerk voorzien van een onopvallende betonnen afdekker. OVERIGE BOUWWERKEN Verbindingen in het onderliggende wegennetwerk dienen een vanzelfsprekende vormgeving te hebben, die aansluit bij het beeld van de te behouden wegdelen. Voor lokale kunstwerken en duikers geldt, dat deze buiten dit kader vallen en moeten worden vormgegeven zoals gebruikelijk in het gebied. Transparant scherm biedt doorzicht Welstandskader Blankenburgverbinding Gemeenten Vlaardingen en Rotterdam Twan Jütte Stedenbouw Architectuur Concept 29 mei 2015 Pagina 15