De invloed van afwijkende morele overtuigingen op tolerantie en de gevolgen voor intergroeps relaties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De invloed van afwijkende morele overtuigingen op tolerantie en de gevolgen voor intergroeps relaties"

Transcriptie

1 De invloed van afwijkende morele overtuigingen op tolerantie en de gevolgen voor intergroeps relaties Door: Nelleke Pronk Studentnummer: Datum: Begeleider: Coen Wirtz Aantal woorden: 7852

2 Inhoudsopgave De invloed van afwijkende morele overtuigingen op tolerantie en de gevolgen voor intergroeps relaties Pag. 3 Invloed van afwijkende morele overtuigingen op tolerantie van groepen Pag. 6 Invloed van negatieve emoties op tolerantie van groepen Pag. 14 Invloed van boosheid op tolerantie Pag. 14 Invloed van walging op tolerantie Pag. 17 Invloed van minachting op tolerantie Pag. 19 Conclusie Pag. 20 Literatuurlijst Pag. 23 Abstract In onze multiculturele samenleving worden we dagelijks geconfronteerd met andersdenkenden. Maar wat maakt nu het verschil tussen het wel en niet accepteren van overtuigingen? In deze paper wordt gekeken naar de invloed van afwijkende morele overtuigingen op tolerantie en de gevolgen voor intergroeps realties. Daarbij wordt ook gekeken hoe de morele emoties boosheid, walging en minachting invloed op tolerantie niveau uitoefenen. Uit resultaten blijkt dat tolerantie daalt wanneer mensen geconfronteerd worden met anderen die er een afwijkende morele overtuiging op nahouden wat resulteert in het ontwijken en willen vermijden van contact. Daarnaast blijkt dat mensen anderen op basis van groepslidmaatschap ontwijken wanneer deze groep er afwijkende morele overtuigingen op na houdt. Wanneer gekeken wordt naar morele emoties blijkt dat ze alle drie opgeroepen worden door confrontatie met afwijkende morele overtuigingen. Boosheid heeft tot gevolg dat mensen groepen of individuen willen straffen om zo duidelijk te maken dat het gedrag niet getolereerd wordt. Walging lijkt als indicator voor ernst van de morele grensoverschrijding te fungeren en heeft zo een indirect effect op tolerantie niveau. Over de gevolgen van minachting is niet veel duidelijk. 2

3 De Invloed van Afwijkende Morele Overtuigingen op Tolerantie en de Gevolgen voor Intergroeps Relaties Nederland heeft internationaal het imago van een tolerant land. Maar is dat nog wel zo? In mei 2002 werd Pim Fortuyn vermoord om zijn rechtse ideeën. De dader zag hem als een gevaar voor de maatschappij. Niet lang daarna werd in november 2004 Theo van Gogh vermoord. De dader gaf als reden dat van Gogh een vijand van de islam was. Ook winnen rechtse partijen steeds meer steun onder de bevolking. Geert Wilders met zijn Partij voor de Vrijheid is hier een goed voorbeeld van. Dit zijn een aantal extreme voorbeelden van intolerantie, maar in het dagelijks leven worden mensen er ook mee geconfronteerd. Discriminatie is hier een voorbeeld van. Wat zou er aan deze botsingen van ideologieën ten grondslag liggen? Wellicht dat morele overtuigingen hier meer inzicht in kunnen bieden. Skitka, Bauman en Sargis (2005) beschrijven een morele overtuiging als volgt: een sterke en absolute overtuiging dat iets goed of fout is (p. 896). Morele overtuigingen classificeren gedrag dus in termen van goed en fout of moreel of immoreel. Morele overtuigingen onderscheiden zich van normale attitudes of overtuigingen doordat ze worden ervaren als absolute waarheden. Morele overtuigingen worden dus behandeld als vaststaande feiten. Er valt dus niet over te twisten. Ook gaan morele overtuigingen vaak gepaard met sterke emoties. Wanneer mensen bijvoorbeeld geconfronteerd worden met een afwijkende morele overtuiging kan dat bijvoorbeeld boosheid oproepen. Daarnaast overschrijden morele overtuigingen grenzen van personen en culturen en zijn ze in elke context en bij elke persoon toe te passen. Niet alleen mensen in de eigen omgeving moeten deze overtuiging steunen, maar mensen over de hele wereld zouden dat moeten doen. Hierbij worden geen uitzonderingen gemaakt. Het is duidelijk dat morele overtuigingen heel belangrijk zijn voor mensen, maar wat gebeurd er wanneer mensen met personen of groepen geconfronteerd worden die er afwijkende morele overtuigingen op na houden? Hiervoor hebben we gezien dat morele overtuigingen ervaren worden als absolute waarheden, dat ze te maken hebben met een oordeel over wat goed of fout is, dat er sterke emoties mee gemoeid zijn en dat het een overtuiging is die iedereen moet delen. Ze zijn er van overtuigt dat ze de waarheid in pacht hebben en menen ook dat iedereen die waarheid moet delen. Daarnaast zijn er sterke emoties mee gemoeid. Wanneer beide personen/groepen dit zo ervaren is de kans groot dat zij negatief op elkaar zullen reageren. De emoties die ermee gemoeid zijn 3

4 kunnen hoog op lopen en de tegenstrijdige standpunten van beide partijen kunnen dit alleen maar erger maken. Als mensen dus een persoon of een groep tegen komen die er een afwijkende morele overtuiging op na houdt zou dit een aanleiding kunnen zijn voor conflicten. Om hier een duidelijker beeld van te krijgen is het belangrijk om te kijken naar het effect dat confrontatie met groepen met afwijkende morele overtuigingen heeft op gedrag. In het woordenboek van van Dale wordt tolerantie beschreven als verdraagzaamheid tegenover andersdenkenden. Dit speelt een belangrijke rol in intergroeps relaties. Wanneer het gedrag of de opvattingen van een groep zodanig afwijken dat deze niet langer te rijmen zijn met de norm (of met wat mensen zelf als norm gesteld hebben), worden zij niet langer getolereerd. Dit zou weer implicaties voor gedrag met zich mee kunnen brengen, bijvoorbeeld dat groepen duidelijk gemaakt moet worden wat de norm is en dat zij zich daaraan moeten houden, dat groepen ontweken worden of in extremere mate, dat mensen niet langer gewenst zijn in een land. Uit onderzoek van Witenberg (2007) bleek dat kinderen in de leeftijd van 6 tot 16 jaar, voornamelijk morele onderbouwingen geven voor het wel of niet tolereren van menselijke diversiteit (bijvoorbeeld etniciteit). Kinderen gaven redenen als vrijheid van meningsuiting en mensen rechten als voorwaarde om andere groepen te tolereren. Mensen rechten en vrijheid van meningsuiting zijn voorbeelden van morele overtuigingen. Deze morele overtuigingen waren dus een reden om andere groepen te tolereren. Maar wat gebeurd er als met geconfronteerd worden met anderen die er een afwijkende morele overtuiging op na houden met het tolerantie niveau? Hun eigen morele overtuigingen zijn immers een absolute waarheid en mensen die een afwijkende opvatting daarop nahouden wijken af van hun norm. Zodoende kan dit een daling in tolerantie met zich meebrengen wat weer implicaties voor gedrag kan hebben. In de eerste paragraaf zal onderzocht worden of dit daadwerkelijk het geval is en hoe dit vervolgens ook gedrag beïnvloed. Er zullen onderzoeken besproken worden waarin gekeken wordt naar het effect van morele overtuigingen op tolerantie van mensen met een afwijkende morele overtuiging. Ook zullen enkele implicaties voor gedrag aan de orde komen die het gevolg zijn van een verminderde tolerantie. Uit de definitie van morele overtuigingen van Skitka et al. (2005) kwam al naar voren dat morele overtuigingen zich onder andere onderscheiden van normale overtuigingen doordat deze vaak gepaard gaan met sterke emoties. Emoties spelen dus een rol bij morele overtuigingen, en wanneer een confrontatie met een persoon met een 4

5 moreel afwijkende overtuiging sterke emoties oproept zou dit te maken kunnen hebben met de daling in tolerantie. Wellicht is het zo dat de negatieve emoties die opgeroepen worden door de confrontatie voor de persoon aangeven dat er iets mis is en om die reden een daling in tolerantie veroorzaken, of de confrontatie met afwijkende morele overtuigingen is op zich al voldoende voor een daling in tolerantie, maar emotie versterken dit effect doordat de persoon hier van af kan lezen hoe erg de afwijking is. In deze paper zullen onderzoeken besproken worden die hier meer duidelijkheid over kunnen geven. Dit is belangrijk omdat op die wijze meer inzicht gekregen kan worden over de wijze waarop morele overtuigingen gedrag richting andere groepen beïnvloeden. In deze paper zullen niet alle morele emoties besproken. Ik zal me beperken tot drie negatieve emoties, namelijk boosheid, walging en minachting. Dit omdat deze drie emoties wellicht te maken hebben met een daling in tolerantie. Boosheid wordt opgeroepen als mensen geconfronteerd worden met een situatie waarin iemand in de weg staat van wij hij of zij wil. Gevolg is dat de emotie gedrag aanstuurt om dit duidelijk te maken aan de persoon zodat de situatie veranderd (Gray, 2007). Zodoende zou boosheid een daling in tolerantie teweeg kunnen brengen. Tolerantie kan als gevolg hebben dan mensen meer afstand houden van anderen. Hier zou walging aan ten grondslag kunnen liggen. Walging is namelijk van oorsprong een emotie die ervoor zorgt dat mensen uit de buurt blijven van ongezond voedsel (bijvoorbeeld rottend vlees). Dit zou echter ook in sociale situaties kunnen gelden, waardoor walging leidt tot het ontwijken van mensen of groepen (Schnall, Haidt, Clore & Jordan, 2008). Bij minachting ligt het anders. Morele overtuigingen worden gezien als een universele waarheid (Skitka et al.). Ieder normaal denkend mens zou het er dus mee eens moeten zijn. Wanneer mensen er een afwijkende morele overtuiging op na houden maken zij een fout, waarvan ieder weldenkend mens toch zou moeten weten dat dat niet klopt. Het immers een absolute waarheid. Gevolg zou kunnen zijn dat deze mensen als minder worden gezien. Dit zou zich kunnen uiten in afstandelijkheid, maar ook bijvoorbeeld in mensen links laten liggen en niet serieus nemen. Dit zou vervolgens weer tot intolerantie van mensen of groepen kunnen leiden. Rozin, Lowery, Imada en Haidt (1999) stellen in hun artikel dat minachting vooral gekoppeld is aan je moreel superieur voelen aan een persoon. Dit is ook een logisch gevolg wanneer iemand er een afwijkende morele overtuiging op na houdt omdat die morele overtuiging op voorhand al niet waar is. 5

6 Invloed van Afwijkende Morele Overtuigingen op Tolerantie van Groepen Zoals uit de inleiding blijkt is tolerantie belangrijk intergroeps relaties. Maar in hoeverre hebben confrontaties met afwijkende morele overtuigingen hier invloed op en op wat voor wijze wordt gedrag in intergroeps relaties hier vervolgens door beïnvloedt? Daar zal in deze paragraaf antwoord op gegeven worden. Als eerste is het belangrijk om vast te stellen of tolerantie enkel daalt wanneer mensen geconfronteerd worden met afwijkende morele overtuigingen en niet enkel met afwijkende overtuigingen. Het is namelijk denkbaar dat mensen gewoon toleranter zijn naar anderen die er dezelfde overtuigingen op nahouden en dat de daling in tolerantie niet zozeer met de morele component te maken heeft. Het gezegde soort zoekt soort is er immers niet voor niets. Haidt, Rosenberg en Hom (2003) onderzochten of morele diversiteit invloed had op de voorkeur van studenten om met een moreel afwijkend persoon op de universiteit te zitten, in een klas te zitten of als huisgenoot te hebben. Op deze wijze maakten zij onderscheid tussen verschillende maten van intimiteit. In hun tweede studie namen zij vragenlijsten af onder studenten. Zij onderscheidden hierbij twee verschillende domeinen van diversiteit, namelijk demografische (hieronder vielen naast etniciteit en religie ook interesses) en morele/politieke diversiteit. Uit de resultaten bleek dat morele/politieke diversiteit het minst gewenst was in alle domeinen. Ook bleek dat diversiteit het minst gewenst was bij een huisgenoot en het meest gewenst was bij een klasgenoot. Op de universiteit was diversiteit iets minder gewenst dan bij een klasgenoot. Het verschil tussen de twee soorten diversiteit was kleiner wanneer het om een huisgenoot ging, dan wanneer het om een klasgenoot ging. Hieruit blijkt dat mensen meer afstand willen houden van anderen met een moreel afwijkende overtuiging, dan van mensen die er op andere gebieden afwijkende overtuigingen op na houden. Daarnaast blijkt dat afwijkende overtuigingen op demografisch gebied gewaardeerd worden in situaties zoals de klas of de universiteit, waar men elkaar makkelijker kan ontwijken, terwijl morele diversiteit daar niet gewaardeerd wordt. Hieruit kan geconcludeerd worden dat zelfs wanneer mensen niet hoeven te interacteren met een ander, zij zich storen aan hun afwijkende morele overtuiging en die liever ontwijken. Dit ontwijken is een voorbeeld van gedrag dat volgt op intolerantie van een persoon of groep. In dit geval daalt de tolerantie dus wanneer mensen geconfronteerd worden met een persoon met een afwijkende morele overtuiging. 6

7 Omdat voorkeur een vrij indirecte maat is werd in de derde studie gekeken naar de mate waarin proefpersonen met een ander zouden willen interacteren. Daarnaast werd in de vorige studie gevraagd naar diversiteit. Omdat dit suggestief kan werken werd in deze studie niet direct gevraagd naar diversiteit. Haidt et al. (2003) maakten verschil tussen dating context en les context om zo intimiteit van de situatie te manipuleren. Dit deden ze door in de ene conditie te vragen hoeveel een bepaald statement de wil van de proefpersoon zou beïnvloeden om met iemand op date te gaan, en in de andere conditie om samen met iemand een opdracht te doen voor school. Vervolgens kregen proefpersonen 15 omschrijvingen van personen met daarbij of een morele of een demografische omschrijving, zowel afwijkend als gelijk. Proefpersonen werd gevraagd om aan te geven in hoeverre de omschrijving een positieve of negatieve invloed had op hun wil om te interacteren met deze persoon. Uit de resultaten bleek dat morele diversiteit minder wenselijk was in zowel de dating context als de les context, dan demografische diversiteit. Daarnaast bleek dat demografische afwijking weinig invloed had op de wil om te interacteren met een persoon in les context, terwijl morele afwijking wel de wil om te interacteren met een persoon in les context minder maakte. Uit de hiervoor besproken studies kan geconcludeerd worden dat mensen anderen met een afwijkende morele overtuiging minder tolereren dan mensen met een afwijkende demografische achtergrond. Daarnaast blijkt dit zo in verschillende intimiteits domeinen. Wat helemaal opvalt is dat mensen anderen met een afwijkende morele overtuiging zelfs niet tolereren op een universiteit, waar ze eigenlijk niets te maken hoeven te krijgen met deze persoon. Je ziet dan ook dat demografische diversiteit daar geen enkel probleem vormt. Ondanks dat het verschil in tolerantie tussen demografische en morele diversiteit bij huisgenoten kleiner is, blijft het aanwezig. Dit is interessant voor onze vraagstelling omdat mensen dus zelfs wanneer ze niet direct geconfronteerd worden met een moreel afwijkende overtuiging, ze hier nog bezwaar tegen hebben. Dit verschil wordt gevonden wanneer mensen gevraagd wordt hoe wenselijk diversiteit is en hoe graag ze zouden willen interacteren met een afwijkend persoon. Mensen willen anderen die er afwijkende morele overtuigingen op na houden waar dan ook uit hun buurt houden. Het is nu duidelijk dat mensen anderen met afwijkende morele overtuigingen liever niet in hun buurt willen hebben. In de vorige onderzoeken konden mensen echter een voorkeur aangeven. Hun werd gevraagd hoe graag ze iemand bijvoorbeeld als huisgenoot of klasgenoot wilden en hoe graag ze met iemand de interactie aan zouden 7

8 willen gaan. Dit is uit te leggen als een daling in tolerantie omdat mensen anderen liever niet in hun buurt hebben, maar is geen directe maat van tolerantie. Er is nog meer onderzoek nodig om zekerder te kunnen stellen dat een confrontatie met mensen met een afwijkende morele overtuiging een daling in tolerantie tot gevolg heeft. Daarnaast werd in het vorige onderzoek onderscheid gemaakt tussen demografische en morele diversiteit. Onder demografische diversiteit vielen echter ook dingen als religie. Nu is het denkbaar dat aan religie veel morele overtuigingen gebonden zijn. Het is dus nog belangrijk om te kijken in hoeverre het effect verschilt wanneer het om morele en nietmorele overtuigingen gaat. Wright, Cullum en Schwabb (2008) deden hier onderzoek naar en maten daarnaast tolerantie niveau. De eerste studie keek naar het effect van type overtuiging (moreel vs. niet-moreel) op tolerantie en acceptatie van andere attitudes. Zij vroegen proefpersonen aan te geven op een schaal van 1 tot 8 in hoeverre ze een persoon zouden accepteren die het niet met hun eens zou zijn op verschillende morele en niet-morele standpunten. Uit de resultaten bleek dat proefpersonen mensen met een afwijkende niet-morele attitude meer tolereerden dan mensen met een afwijkende morele attitude. Daarnaast bleken proefpersonen ook toleranter naar anderen in een nietintieme dan in een intieme situatie. Dit effect bleek groter wanneer het om niet-morele attitudes ging dan wanneer het om morele attitudes ging. Dit bevestigt de resultaten uit het onderzoek van Haidt et al. (2003) en voegt daaraan toe dat morele overtuigingen meer invloed hebben op tolerantie dan niet morele overtuigingen. Er kan nu met zekerheid gesteld worden dat een confrontatie met mensen met een afwijkende morele overtuiging een daling in tolerantie tot gevolg heeft en dat dit effect minder sterk is wanneer mensen geconfronteerd worden met mensen met een afwijkende niet-morele overtuiging. Daarnaast komt er nogmaals naar voren dat de mate van intimiteit minder invloed heeft op tolerantie wanneer het om een verschil in morele overtuigingen gaat dan wanneer het om niet morele overtuigingen gaat. Nu duidelijk is dat morele overtuigingen invloed hebben op tolerantie niveau, is het interessant om te kijken hoe deze daling in tolerantie invloed heeft op gedrag, gericht op anderen met een afwijkende morele overtuiging. In de tweede studie keken Wright et al. (2008) naar de mate waarin proefpersonen bereid waren loterij loten met anderen te delen wanneer deze ander een afwijkende morele of een afwijkende niet morele attitude had. Ze kregen tien loten, waarvan hen vervolgens gevraagd werd om er een aantal aan de andere deelnemer te geven, zonder dat deze persoon wist hoeveel loten de proefpersoon te verdelen had en zonder dat ze de andere deelnemer tegen 8

9 zouden komen. Uit de resultaten bleek dat proefpersonen minder loten aan de ander gaven wanneer deze een afwijkende morele overtuiging had dan wanneer deze een afwijkende niet-morele overtuiging had. de proefpersoon een afwijkende morele overtuiging bevatte dan wanneer het een afwijkende niet-morele overtuiging bevatte. Mensen zijn minder bereid anderen die een afwijkende morele overtuiging hebben te laten delen in hun voordeel, terwijl dit effect minder is wanneer anderen een afwijkende niet morele overtuiging hebben. Het ging in dit onderzoek echter om een situatie waarin de proefpersoon er van overtuigd was dat hij of zij niet met de ander zou interacteren en waarin de proefpersoon geheel anoniem zou zijn. In de realiteit worden mensen echter vaak direct geconfronteerd met anderen met een afwijkende morele overtuiging en het is dan ook interessant om te kijken of het hebben van een afwijkende morele overtuiging invloed heeft op gedrag richting anderen in face to face settings. In de derde studie keken Wright et al. (2008) dan ook naar oriëntatie op discussie partner en afstand van discussie partner, wanneer deze partner een afwijkende morele of een afwijkende niet morele overtuiging had dan de proefpersoon zelf. Dit deden ze door proefpersonen te vragen een stoel bij te trekken (de andere deelnemer met een afwijkende morele/niet-morele overtuiging had zijn stoel al neergezet) en vervolgens de afstand van de twee stoelen te meten, en de mate waarin de stoel naar de andere deelnemer toe gericht was. Wanneer proefpersonen over een morele kwestie zouden discussiëren oriënteerden zij zich minder op de ander en namen zij meer afstand van de ander, dan wanneer zij over een niet-morele kwestie zouden discussiëren. Hieruit kan afgeleid worden dat wanneer mensen verwachten in gesprek te gaan met iemand met een afwijkende morele overtuiging, zij meer afstand houden en zich minder op de ander oriënteren. Wellicht dat ze minder openstaan voor wat de ander te vertellen heeft of dat ze de confrontatie liever niet aan willen gaan en om die reden meer afstand houden. Het zou aan kunnen duiden dat proefpersonen de ander op voorhand al afwijzen. Ook dit is een voorbeeld in daling van tolerantie. Het is nu duidelijk dat confrontaties met afwijkende morele overtuigingen, dalingen in tolerantie teweeg brengen en dat dit effect veel minder is wanneer mensen geconfronteerd worden met afwijkende niet-morele overtuigingen. Maar wat maakt nou dat morele overtuigingen wel invloed uitoefenen op tolerantie en niet-morele overtuigingen niet? Het zou hier kunnen gaan om de sterkte van attitudes. Morele attitudes worden gezien als een universele waarheid waardoor het aannemelijk is dat deze attitudes zeer sterk zijn. Wellicht dat dit de invloed op tolerantie zou kunnen 9

10 verklaren. Skitka, Bauman en Sargis (2005) deden onderzoek waarin ze morele attitudes met sterke attitudes vergeleken. Zij onderzochten of een afwijkende attitude van iemand tot gevolg had dat proefpersonen grotere sociale en fysieke afstand hielden van deze persoon. Ze keken hierbij in hoeverre sterkte van morele attitude hierop invloed uitoefenden. In de tweede studie onderzochten de onderzoekers in hoeverre mensen sociale afstand wensten te houden van mensen met een moreel afwijkende attitude ten opzichte van een sterke attitude door ze te vragen in hoeverre ze het goed zouden vinden als of iemand met een afwijkende morele/niet-morele overtuiging bijvoorbeeld hun buurman of hun president zou zijn. Daarnaast maten ze attitude sterkte aan de hand van vragenlijsten. Uit de resultaten bleek dat mensen meer sociale afstand wensten van mensen met een afwijkende sterke morele overtuiging. Daarnaast bleek dat proefpersonen mensen met een afwijkende zwakke morele overtuiging meer tolereerden. Ook bleek dat attitude sterkte geen invloed had op de mate waarin proefpersonen sociale afstand prefereerden van mensen met een afwijkende attitude. Het effect was dus te danken aan een moreel afwijkende overtuiging en niet een sterke overtuiging. Dat mensen een voorkeur voor sociale afstand hebben wanneer iemand er een afwijkende morele overtuiging op na houdt, wil niet direct zeggen dat men zijn of haar gedrag daar ook op aanpast wanneer iemand interacteert met een persoon met een afwijkende morele attitude. Het is dus ook belangrijk om te kijken naar een fysieke maat. In de derde studie keken Skitka et al. (2005) hoe dicht proefpersonen bij een persoon gingen zitten nadat ze te horen hadden gekregen wat voor een attitude die persoon had. Hieruit bleek dat de afstand tussen proefpersoon en de ander groter werd naar mate proefpersonen een sterkere morele attitude hadden, niet wanneer proefpersonen een sterke niet-morele attitude hadden. Naast dat dit onderzoek de resultaten van Wright et al. (2008) bevestigt, namelijk dat mensen meer afstand houden van anderen met een afwijkende morele attitude, komt hieruit ook naar voren dat de sterkte van een morele overtuiging ook invloed heeft op de afstand van de ander, maar dat sterke niet morele overtuigingen hier geen invloed op heeft. Wanneer een morele overtuiging sterker is, wordt de afstand tussen proefpersonen groter, terwijl wanneer een niet-morele overtuiging sterker is, dan wordt de afstand niet groter. Sterkte van overtuiging speelt dus enkel een rol wanneer het om morele overtuigingen gaat, maar niet wanneer het om niet-morele overtuigingen gaat. 10

11 Het is nu duidelijk dat mensen meer afstand bewaren van anderen met een afwijkende morele overtuiging. De vorige onderzoeken zijn echter gedaan in een setting waarvan mensen wel verwachten te interacteren met een persoon met een afwijkende morele overtuiging, maar waar proefpersonen niet face to face geconfronteerd werden met de ander. Gezien ze in eerste instantie al meer afstand bewaren is het wellicht interessant om te kijken wat er gebeurd wanneer proefpersonen gedwongen worden om samen te werken met mensen die er een afwijkende morele overtuiging op na houden. In hun vierde studie onderzochten Skitka et al. (2005) het gedrag van proefpersonen in kleine attitude homogene, of attitude heterogene groepen. Deze groepen moesten een procedure verzinnen om een moreel probleem, een niet moreel probleem of een probleem waar proefpersonen sterke attitudes over hadden op te lossen. Er werd naar groepsklimaat gekeken door twee observatoren los van elkaar te laten scoren in hoeverre er spanning heerste in de groep en in mensen defensief op elkaar reageerden. Daarnaast werd de proefpersonen gevraagd aan te geven in hoeverre ze goede wil en zich coöperatief voelden. Ook werd gekeken of de groep tot een consensus beslissing kwam. Hieruit bleek dat proefpersonen in een heterogene morele attitude groep minder goede wil voelden en zich minder coöperatief voelden ten opzichte van hun groepsleden dan proefpersonen die in een heterogene niet-morele attitude groep, een heterogene sterke attitude groep, of een homogene groep zaten. Observatoren zagen meer spanning in heterogene groepen die een moreel probleem moesten behandelen dan in de andere groepen. Daarnaast rapporteerden zij ook dat proefpersonen in heterogene morele groepen defensiever reageerden dan proefpersonen in andere groepen. Als laatste bleek dat 56 % van de morele groepen tot een consensus beslissing kwam, in tegenstelling tot 80 % van de niet-morele groepen. Wanneer het om een moreel probleem gaat geven mensen dus minder snel mee waardoor er minder vaak een consensus beslissing uit komt. Daarnaast lijkt het erop dat mensen, wanneer zij er een morele overtuiging op na houden die niet gesteund wordt door de ander, ze deze niet de kans willen geven om zich te laten overtuigen van de anders gelijk. Ze reageren defensiever en gespannen. Dit blijkt nogmaals niet aan de sterkte van de attitude te liggen zoals in studie drie ook naar voren kwam, maar aan het type attitude, namelijk moreel of niet moreel. Er werd niet rechtstreeks tolerantie gemeten, maar het feit dat mensen defensief reageren, minder coöperatief zijn en minder geneigd zijn concessies te doen om zo tot consensus te komen, geeft wel aan dat mensen minder tolerant zijn naar mensen met een afwijkende morele overtuiging. Zij houden 11

12 erg vast aan hun eigen overtuiging en staan niet open voor andere meningen. Het tolerantie niveau is dus lager. Het is al een aantal keer naar voren gekomen dat mensen anderen met een afwijkende morele overtuiging ontwijken. Zo houden ze meer afstand (Wright et al., 2008; Skitka et al., 2005), reageren defensiever en zijn minder geneigd om samen te werken (Skitka et al., 2005). Dit zijn voorbeelden van gedrag die uit intolerantie voort komen. Het ging hier steeds om intolerantie van een persoon. Uit onderzoek van Rozin, Markwith en McCauley (1994) blijkt echter dat dit nog veel verder gaat. Zij onderzochten in hoeverre proefpersonen bereid waren een kledingstuk van een ander persoon te dragen of een voorwerp van een andere persoon te gebruiken. Proefpersonen gaven dit aan op een schaal van 1 tot 100. Deze persoon had of een morele grens overschreden, had een besmettelijke ziekte, of een ongeluk gehad. Uit de resultaten bleek dat mensen minder bereid waren om een kledingstuk te dragen of een voorwerp te gebruiken van een persoon die een morele grens had overschreden (deze persoon was bijvoorbeeld homo of veroordeeld voor moord) dan wanneer de trui eerder door een onbekende was gedragen waar geen verdere informatie over verstrekt werd. Wat interessant is in dit onderzoek is dat een pure morele kwestie zoals een moord plegen of homo zijn dus invloed heeft op zoiets simpels als de mate waarin iemand wel of niet bereid is een T-shirt van deze persoon aan te trekken. Dit kan je ook zien als ontwijken van een persoon en duidt daarmee nogmaals op intolerantie van een persoon met een afwijkende morele overtuiging. Je zou zelfs kunnen zeggen dat mensen op geen enkele manier geassocieerd willen worden met een persoon die er een afwijkende morele overtuiging op na houdt. Tot nu toe zijn onderzoeken besproken waaruit bleek dat afwijkende morele overtuigingen een negatieve invloed hebben op tolerantie van andere personen. Daarnaast is ook gedrag in groepssituaties aan bod gekomen. Dit ging echter steeds over interpersoonlijk gedrag. In het onderzoek van Rozin et al. (1994) kwam al naar voren dat mensen ook anderen op basis van hun groepslidmaatschap (homo s) ontwijken, maar dit ging nog steeds over interpersoonlijk gedrag. Voordat er een uitspraak gedaan kan worden over het effect van afwijkende morele overtuigingen op tolerantie van groepen zal gekeken moeten worden naar intergroeps gedrag. Skitka, Bauman en Mullen (2004) onderzochten de gevolgen van de terroristische aanslag op 11 september 2001 op tolerantie van de daders. Uit de resultaten bleek dat mensen na de aanslag veel morele verontwaardiging voelden, zij de outgroup (in dit geval de groep waartoe de 12

13 daders behoorden) naar beneden haalden, de ingroup probeerden te versterken en dat de waargenomen dreiging steeg. Deze factoren leidden tot een daling in politieke tolerantie van de groep waartoe de daders behoorden. Het gaat hier om een daling in politieke tolerantie als gevolg van een actie van meerdere individuen. De grensoverschrijdende actie (de terroristische aanslag) werd echter in naam van een groep tegen een andere groep gedaan. Gevolg was dat mensen minder tolerant werden ten opzichte van de groep waartoe de daders behoorden. In die zin kan gesproken worden van intergroeps gedrag. Morele verontwaardiging van een morele grensoverschrijding heeft dus een daling in tolerantie als gevolg. Nu is het overschrijden van een morele grens iets anders dan geconfronteerd worden met mensen met een afwijkende morele overtuiging. Toch valt het te vergelijken. Wanneer mensen met een persoon of situatie geconfronteerd worden waarin hun morele grens overschreden wordt, dan zal de schender er zeer waarschijnlijk een andere morele overtuiging op na houden. Het is namelijk aannemelijk dat iemand conform zijn of haar morele overtuigingen handelt gezien men die ziet als een universele waarheid. Wanneer mensen deze conclusie trekken, wordt de confrontatie met een persoon of situatie waarin een morele grens overschreden wordt dus automatisch een confrontatie met een persoon of groep met een afwijkende morele overtuiging. Uit de hiervoor besproken onderzoeken blijkt dat tolerantie niveau daalt wanneer mensen geconfronteerd worden met anderen met een afwijkende morele overtuiging (Haidt et al., 2003; Wright et al., 2008). Dit beïnvloedt vervolgens gedrag richting deze anderen. Mensen ontwijken deze personen door bijvoorbeeld letterlijk afstand van ze te nemen, minder samen te werken en zelfs kleding van deze personen te ontwijken (Wright et al.; Skitka et al., 2005, Rozin et al., 1994). Als je kijkt naar intergroeps contact dan blijkt als eerste dat mensen anderen ontwijken omdat zij lid zijn van een groep waarvan zij weten dat deze groepsleden er afwijkende morele overtuigingen op na houden. Dit zie je terug in het onderzoek van Rozin et al., waaruit blijkt dat mensen een trui van een homofiel persoon minder graag aan willen trekken. Daarnaast zie je ook dat wanneer een aantal individuen uit naam van een groep een morele grens overschrijden van mensen, hun politieke tolerantie ten aanzien van deze hele groep daalt (Skitka et al., 2004). Er is zodoende reden om aan te nemen dat confrontatie met moreel afwijkende overtuigingen in intergroeps context ook een rol speelt. 13

14 Dat tolerantie van groepen daalt wanneer zij er een afwijkende morele overtuiging op na houden is inmiddels duidelijk. Maar wat is de rol van emoties in dit geheel? Uit de beschrijving van morele overtuigingen van Skitka et al. (2005) kwam al naar voren dat sterke emoties kenmerkend zijn voor morele overtuigingen en dat dit ook één van de dingen is die morele overtuigingen anders maakt dan niet-morele overtuigingen. Daarnaast bleek uit het onderzoek van Skitka et al. (2004), naar aanleiding van de aanslag op 11 september 2001, dat een daling in politieke tolerantie samenhing met een stijging van boosheid. Het is dus denkbaar dat negatieve emoties invloed zullen hebben op tolerantie en wellicht ook gedrag richting groepen met een afwijkende morele overtuiging kunnen sturen. Wellicht dat de daling in tolerantie ook deels verklaard kan worden door de emoties die opgeroepen worden door een confrontatie met moreel afwijkende groepen. In de volgende paragraaf zal dan ook een aantal negatieve emoties bespreken die gerelateerd zijn aan morele overtuigingen. De Invloed van Negatieve Emoties op Tolerantie van Groepen Om meer duidelijkheid te krijgen over de rol van emoties bij confrontatie met moreel afwijkende overtuigingen en tolerantie zullen in deze paragraaf drie morele emoties besproken worden, namelijk boosheid, walging en minachting. Er zal vooral gekeken worden naar de invloed op gedrag in intergroeps context om zo een duidelijker beeld te krijgen van de gevolgen van een confrontatie met afwijkende morele overtuigingen. Daarnaast zal ook gekeken worden of en hoe emoties bijdragen aan de daling in tolerantie wanneer mensen geconfronteerd worden met groepen met een afwijkende morele overtuiging. De invloed van boosheid op tolerantie Wanneer mensen boosheid ervaren is dat vaak omdat iemand in de weg staat van wat zij willen. Gevolg van deze emotie is vaak dat ze gedrag vertonen om de persoon dit duidelijk te maken, zodat er iets aan deze situatie veranderd (Gray, 2007). Wanneer iemand er een afwijkende morele overtuiging op na houdt, is dat in strijd met wat een persoon als absolute waarheid beschouwt. Daarnaast zijn morele overtuigingen gelinkt aan wat iemand als goed of fout ziet en zelfs wat iemand als goed of fout voor iedereen ziet. Het is dus aannemelijk dat wanneer zij geconfronteerd worden met een persoon of groep met een afwijkende morele overtuiging zij boosheid zullen ervaren. 14

15 Rozin, Lowery, Imada en Haidt (1999) vonden hier bewijs voor. Zij deden onderzoek naar morele emoties, waaronder boosheid. Ze probeerden ze daarnaast te koppelen aan specifieke situaties. Zij legden proefpersonen morele grensoverschrijdingen voor en vroegen hun daar een emotie aan te koppelen op verschillende manieren, namelijk door een emotie woord te selecteren, door een gezichtsuitdrukking te selecteren, of door zelf de passende gezichtsuitdrukking te tonen. Uit de resultaten bleek dat proefpersonen boosheid vaak koppelden aan de schending van individuele rechten. Hieruit blijkt dat boosheid het gevolg kan zijn van een morele grens die overschreden wordt en dat dit voornamelijk het geval is wanneer het om individuele rechten gaat die geschonden worden. Eerder in deze paper is al uitgelegd dat het overschrijden van een morele grens te vergelijken is met geconfronteerd worden met een afwijkende morele overtuiging. Boosheid kan dus volgen op een confrontatie met een persoon met een afwijkende morele overtuiging. Het is echter nog de vraag op wat voor wijze gedrag richting andere groepen beïnvloed zal worden doordat mensen boosheid ervaren. Skitka, Bauman, Aramovich en Morgan (2006) deden onderzoek naar de invloed boosheid als gevolg van de terroristische aanslagen van 11 september 2001 op steun voor politiek beleid naar aanleiding hiervan. Hieruit bleek dat mensen die boosheid ervoeren, grotere steun betuigden voor de oorlog tegen terrorisme. Na de aanslag van 11 september, waarbij mensen dus geconfronteerd werden met anderen met een afwijkende morele overtuiging ervoeren mensen boosheid, waardoor zij confronterende acties steunden, zoals hier de oorlog tegen terrorisme. Dit kan je ook uitleggen als intolerantie. Mensen tolereren gedrag van een groep niet en steunen vervolgens de oorlog tegen terrorisme, wat eigenlijk neerkwam op een oorlog tegen Afghanistan, het land van herkomst van de daders. Er werd dus een groep verantwoordelijk gehouden voor een actie van een aantal individuen. De aanslag van 11 september was echter wel ook een aanval op het land waarin de proefpersonen woonden waardoor de oorlog tegen het terrorisme een soort vergeldingsactie kan zijn. Het is echter de vraag of dit effect ook optreedt wanneer mensen geconfronteerd worden met anderen met een afwijkende morele overtuiging, maar wanneer mensen niet zelf direct aangevallen worden. Pagano en Huo (2007) keken hiernaar. Zij onderzochten de relatie tussen morele emoties en steun voor verschillende politieke acties na de oorlog tegen Irak. Zij vroegen proefpersonen op een schaal van 1 15

16 tot 7 aan te geven in hoeverre ze politieke acties steunden in Irak en in hoeverre ze bepaalde emoties ervoeren ten opzichte van de situatie in Irak. Uit de resultaten bleek dat boosheid om het gedrag van Saddam Hussein tot gevolg had dat proefpersonen Saddam Hussein wilden straffen en wilden voorkomen dat hij nogmaals de kans kreeg om zijn volk zo kwaad te doen. Het onderzoek werd gedaan onder Amerikanen, die dus boosheid ervoeren naar aanleiding van het gedrag van Saddam Hussein richting zijn Irakese bevolking. De proefpersonen werden dus zelf niet direct aangevallen, maar ze werden wel geconfronteerd met een afwijkende morele overtuiging. Als gevolg daarvan ervoeren ze boosheid, wat ertoe leidde dat ze de dader (Saddam Hussein) wilden straffen en wilden voorkomen dat hij zijn volk nog meer kwaad zou doen. Dit sluit aan bij de bevindingen van Skitka et al. (2006) die constateerden dat boosheid leidde tot confronterend gedrag, namelijk steun voor oorlog, wat ook geïnterpreteerd kan worden als straffen van de daders. In de hiervoor besproken onderzoeken gaat het echter wel om steunen van gedrag. Dit is een vrij indirecte meetvorm en bewijst niet dat mensen daadwerkelijk zelf ander gedrag zullen gaan vertonen. Mullen en Nadler (2008) onderzochten gedrag van proefpersonen nadat zij een stuk gelezen hadden waarin de uitkomsten inconsistent waren aan hun eigen morele overtuiging. Uit de resultaten bleek dat proefpersonen bozer waren wanneer de uitspraak inconsistent was met hun morele overtuiging dan wanneer deze consistent was met hun morele overtuiging. Gevolg was dat proefpersonen vaker een pen meenamen die niet van hun was, wanneer de uitkomst inconsistent was met hun eigen morele overtuigingen. In een tweede studie hadden de onderzoekers drie condities, namelijk één waarin boosheid opgewekt werd als gevolg van een schending van morele overtuigingen, één waarin gewoon boosheid opgewekt werd en één waarin een neutrale staat werd opgewekt. Hierna speelden de proefpersonen een spel waarin ze vals konden spelen. Hieruit bleek dat proefpersonen zowel in de morele als de boosheid manipulatie evenveel boosheid ervoeren, maar dat proefpersonen in de morele manipulatie vaker vals speelden dan in de boosheid manipulatie. Hieruit blijkt dat mensen boosheid ervaren en sneller immoreel gedrag gaan vertonen, wanneer zij geconfronteerd worden met iemand met een afwijkende morele overtuiging. Ook blijkt dat enkel boosheid als gevolg van schending van morele overtuigingen, en niet boosheid in het algemeen, dit effect heeft op gedrag. Dit sluit ook 16

17 aan op de hiervoor besproken onderzoeken die aangaven dat boosheid leidde tot het willen straffen van de dader en in oorlog willen gaan tegen terrorisme. Deze oorlog zou je ook kunnen zien als immoreel gedrag. Wanneer mensen groepen tegenkomen met afwijkende morele overtuigingen willen ze deze groep straffen, voorkomen dat zij handelen conform hun afwijkende morele overtuigingen en zijn mensen dus eerder geneigd om zelf immoreel gedrag te vertonen. Dit zijn allemaal voorbeelden van intolerantie. Het zijn namelijk gedragingen gericht op het duidelijk maken dat deze afwijkende morele overtuigingen niet gewenst zijn. Het zijn echter wel allemaal confronterende gedragingen. Het ontwijkende gedrag wat in de vorige paragraaf een aantal keer naar voren kwam lijkt niet uit boosheid als gevolg van een confrontatie met afwijkende morele overtuigingen voor te komen. Wellicht dat Walging hier een uitkomst biedt. De invloed van walging op tolerantie Zoals in de inleiding al aangegeven werd is walging van oorsprong een emotie die vooral gericht is op het ontwijken van gevaarlijk voedsel. In de inleiding werd echter ook aangegeven dat het denkbaar is dat walging een rol speelt in sociale situaties. Zo toonden Jones en Fitness (2008) deden onderzoek naar de rol van walging bij het schenden van morele overtuigingen en biases die hierdoor toegepast worden in bijvoorbeeld rechtszaken. In hun eerste studie toonden zij aan dat mensen walging ervaren wanneer een morele overtuiging geschonden wordt. Daarnaast bleek uit de tweede dat proefpersonen die gevoeliger waren voor het voelen van walging de schending weerzinwekkender vonden. Daarnaast waren zij eerder geneigd een aangeklaagde schuldig te verklaren omdat zij ten eerste vaker dachten dat hij schuldig was, maar ook minder informatie nodig hadden om te bewijzen dat iemand schuldig was. Daarnaast bleek uit het eerder besproken onderzoek van Rozin et al. (1999), waarin gekeken werd naar morele emoties en situaties waarin deze emoties voorkomen, dat walging voornamelijk gekoppeld werd aan schending van puurheid en schenden van heilige dingen. Hier kan je bijvoorbeeld zonden onder verstaan. Ook dit bleek uit zowel woorden en emoties die aan situaties gekoppeld werden als uit emoties die mensen toonden in reactie op een bepaalde situatie. Walging wordt dus opgeroepen wanneer mensen geconfronteerd worden met een afwijkende morele overtuiging en mensen die gevoeliger zijn voor het voelen van walging vinden een schending van een morele overtuiging erger. Wanneer mensen 17

18 geconfronteerd worden met moreel afwijkende overtuigingen dan kan walging ervaren worden. Dit is voornamelijk het geval wanneer moralen van puurheid en heilige dingen geschonden worden. Daarnaast kan je ook zeggen dat het gedrag al beïnvloed. Het feit dat mensen minder informatie nodig hebben om een persoon schuldig te verklaren, zou ook uitgelegd kunnen worden als intolerantie. Uit onderzoek van Jones en Fitness (2008) bleek al dat walging als indicator wordt gebruikt om aan te geven hoe ernstig een morele grensoverschrijding is. Het is echter nog niet duidelijk hoe walging vervolgens gedrag beïnvloedt. Schnall, Haidt, Clore en Jordan (2008) keken in hoeverre walging invloed had op het vormen van een moreel oordeel. Hieruit bleek dat proefpersonen nadat er walging bij hun geïnduceerd was door proefpersonen in een kamer te zetten die smerig rook, in een smerige kamer te zetten, te laten schrijven over een walgelijk moment, of door walging te induceren aan de hand van een video clip, ze zwaardere morele oordelen velden dan wanneer er geen walging geïnduceerd was. Daarnaast bleek dat dit enkel het geval voor morele oordelen, niet voor niet morele oordelen. Dit effect was sterker voor proefpersonen die gevoelig zijn voor hun lichaam sensaties dan voor proefpersonen die minder gevoelig zijn voor hun lichaam sensaties. Daarnaast vonden Schnall, Benton en Harvey (2008) dat zuiverheid (je schoon voelen) ook invloed had op het vellen van een moreel oordeel. Zij claimen dat er een relatie bestaat tussen fysieke en morele puurheid. Omdat morele grensoverschrijdingen walging oproepen vermoeden zij dat fysieke puurheid/schoonheid dit gevoel kan verminderen waardoor het morele oordeel ook minder zwaar wordt. Zij toonden aan dat dit het geval was. Proefpersonen werden geprimed door ze een taak te laten doen waarin ze zinnen moesten vormen door een aantal woorden te onderstrepen. In de reinheid conditie bevatte deze sets voor de helft reine woorden zoals puur, schoon en gewassen, in de neutrale conditie bevatte deze sets enkel neutrale woorden. Wanneer proefpersonen geprimed waren met een reinheid prime gaven zij minder zware morele oordelen. Ook bleken proefpersonen minder zware morele oordelen te geven wanneer zij de kans kregen om eerst hun handen te wassen. Hieruit blijkt dat walging dus een rol speelt bij het vellen van een moreel oordeel en dat dit minder gemaakt kan worden door fysieke reinheid te herstellen. Wanneer veel walging wordt ervaren, wordt een morele grensoverschrijding en dus ook een moreel afwijkende overtuiging als erger gezien. Je ziet dat walging morele oordelen sterker maken. Wanneer mensen een ander sterker veroordelen is het denkbaar dat hun gedrag 18

19 ook extremer wordt richting anderen. De ander wordt immers sterker als immoreel gezien. Gezien de emotie walging van oorsprong ervoor zorgde dat mensen gevaarlijk voedsel ontweken, zou dit logischer wijs, vertaald naar een sociale situatie, ertoe leiden dat mensen anderen met een afwijkende morele overtuiging ontwijken. Hoe meer walging mensen ervaren hoe sterker dit effect dan zal zijn. Hier is echter nog geen sluitend bewijs voor. De invloed van minachting op tolerantie Over minachting is weinig duidelijk onderzoek gedaan. Uit eerder besproken onderzoek van Rozin et al. (1999) bleek wel dat minachting voornamelijk gekoppeld wordt aan situaties waarin gemeenschappelijke codes gebroken worden. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met hiërarchie. Wanneer een groep die lager in de hiërarchie staat zich bijvoorbeeld niet aan de regels houdt en zich gedraagt zoals die laag van de hiërarchie voorschrijft, dan ervaart men minachting. Proefpersonen gaven dit aan door woorden en emoties die met minachting te maken hebben meer aan deze situaties te koppelen dan aan andere situaties. Daarnaast bleek het ook uit emoties die mensen toonden in reactie op een bepaalde situatie. Ondanks het feit dat duidelijk is dat minachting een morele emotie is en getriggered wordt wanneer bepaalde morele grenzen overschreden worden is verder niet veel duidelijk over gevolgen voor tolerantie en gedrag richting andere groepen. Hier zal nog meer onderzoek naar gedaan moeten voordat hier een uitspraak over gedaan kan worden. Uit de hiervoor besproken onderzoeken blijkt dat boosheid, walging en minachting opgeroepen worden wanneer een morele grens overschreden wordt. Daarnaast bleek al eerder uit onderzoek van Skitka et al. (2004) dat boosheid een daling in tolerantie te weeg bracht. Verder kwam naar voren dat boosheid ertoe leidde dat mensen beleid steunden dat ervoor zorgde dat de daders gestraft werden (Skitka et al., 2006; Pagano & Huo, 2007) en dat de dader niet de kans kreeg zijn slachtoffers nog meer kwaad te doen (Pagano & Huo). Dit is ook een vorm van intolerantie; het gedrag wordt niet langer geaccepteerd en om dit te laten merken moeten er acties ondernomen worden. Daarnaast waren mensen zelf eerder geneigd immoreel gedrag te vertonen (Mullen & Nadler, 2008). Het is mogelijk dat mensen dit voor zichzelf goedpraten, of dit toestaan omdat de dader (degene die de morele grens overschrijdt) zich ook niet aan 19

20 de regels houdt en alleen op die wijze gestopt kan worden. Het doel heiligt hier dan de middelen. Walging blijkt door mensen gebruikt te worden als indicator voor de ernst van de morele grensoverschrijding. Hoe meer walging mensen ervaren, hoe sterker hun morele oordeel wordt (Schnall et al., 2008). Daarnaast bleek ook het omgekeerde mogelijk. Wanneer mensen meer fysieke reinheid ervaren, blijkt hun morele oordeel af te zwakken (Schnall et al.). Skitka et al. (2005) gaven aan dat sterkte van morele overtuiging invloed heeft op de afstand die mensen van anderen met een moreel afwijkende overtuiging houden. Hoe meer men dus overtuigt was van zijn of haar morele overtuiging, hoe groter en belangrijker het verschil met de ander met de afwijkende morele overtuiging, hoe groter de afstand. Wanneer walging een moreel oordeel dus sterker maakt, wat tot gevolg heeft dat het verschil met de ander met de afwijkende morele overtuiging (waar vervolgens een moreel oordeel over geveld wordt) groter en belangrijker wordt, wat tot gevolg zou kunnen hebben dat mensen dus ook meer afstand houden van anderen en dus ook minder tolerant zijn. Op die wijze zou walging dus indirect invloed uit kunnen oefenen op tolerantie niveau. Minachting is minder duidelijk. Dat het opgeroepen wordt wanneer een morele grens wordt overschreden is duidelijk, maar wat vervolgens de gevolgen voor gedrag zijn, daar is nog geen onderzoek naar gedaan. Het valt echter wel te beredeneren. Minachting zorgt er bijvoorbeeld voor dat je de ander als minder ziet. Wanneer je iemand als minder ziet en je jezelf boven een ander voelt staan dan kan dat bijvoorbeeld leiden tot anderen niet serieus nemen of niet naar anderen willen luisteren. Zij hebben dan toch niets waardevols in te brengen. Daarnaast worden morele overtuigingen ervaren als een absolute waarheid over dingen die goed of slecht zijn. Het is dus zeer denkbaar dat mensen minachting voelen wanneer iemand er een andere morele overtuiging op na houdt. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot afstandelijk gedrag. Uit het onderzoek van Wright et al. (2008) en Skitka et al. (2005) kwam dit naar voren als gevolg van confrontatie met afwijkende morele overtuigingen. Voordat hier echter conclusies aan verbonden kunnen worden is onderzoek nodig dat dit ondersteund. Conclusie Tolerantie niveau daalt wanneer mensen geconfronteerd worden met anderen met een afwijkende morele overtuiging. Dit uitte zich qua gedrag in meer afstand wensen en nemen van anderen, defensiever reageren, minder willen delen en minder 20

21 coöperatie. Mensen wilden zelfs voorwerpen die door een moreel afwijkende persoon gebruikt waren liever niet gebruiken. Wellicht dat ze niet met die persoon geassocieerd willen worden. Ook op intergroeps niveau bleken mensen minder tolerant wanneer een lid van een bepaalde groep een morele grens overschreed. Ze ontweken mensen op basis van hun groepslidmaatschap omdat dit groepslidmaatschap impliceerde dat ze er afwijkende morele overtuigingen op na hielden. Gevolg daarvan was dat mensen minder tolerant waren naar alle leden van deze groep. Wanneer werd gekeken naar de negatieve emoties boosheid, walging en minachting, bleek dat deze alle drie opgeroepen werden wanneer een morele grens werd overschreden. Of deze emoties de daling in tolerantie kunnen verklaren is nog speculeren. Je ziet dat boosheid heel direct gerelateerd is aan gedrag wat gericht is op straffen en confronteren van daders, waarvan het doel is het duidelijk maken dat bepaald gedrag niet getolereerd wordt. Bij walging zie je echter dat de emotie meer als indicator van de ernst van de morele grensoverschrijding fungeert. Het is dus moeilijk om te zeggen of walging een daling in tolerantie veroorzaakt of versterkt. Daarnaast is het nog niet zeker dat walging een daling in tolerantie met zich mee brengt. Minachting bleek wel opgeroepen te worden door morele grensoverschrijdingen, maar implicaties voor gedrag zijn nog niet bekend. Dit brengt meteen suggesties voor vervolgonderzoek met zich mee. Om meer duidelijkheid te krijgen over de invloed van minachting op gedrag en misschien wel de invloed daarvan op tolerantie zal nog onderzoek gedaan moeten worden. Zoals al eerder aangegeven is het ook nog niet duidelijk of walging een daling in tolerantie veroorzaakt. Ook hier zal meer onderzoek voor nodig zijn dat bijvoorbeeld kijkt naar de gevolgen voor gedrag en dat kijkt of mensen daadwerkelijk ontwijkinggedrag gaan vertonen. Daarnaast is er tot nu voornamelijk onderzoek gedaan naar interpersoonlijk gedrag. Het kwam al wel naar voren dat voorwerpen die door een homo gebruikt waren liever niet gebruikt werden op basis van zijn groepslidmaatschap. Toch is dit het enige echte onderzoek op intergroeps niveau, waaruit niet duidelijk blijkt of mensen op basis van hun groepslidmaatschap of op basis van afwijkende morele overtuigingen ontweken worden. Er is wel een onderzoek dat kijkt naar tolerantie van groepen naar aanleiding van 11 september, maar dit is een beperkte manier van intergroeps gedrag onderzoeken als het om de invloed van morele overtuigingen gaat. De terroristische aanslag was namelijk een directe aanval die om die reden alleen al een tegenreactie op zou kunnen roepen. Om een nog sterkere onderbouwing te hebben voor enkel afwijkende morele overtuigingen kan beter gekeken worden naar groepen mensen die enkel om morele 21

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Journalistiek en radicalisering Wat is het verband?

Journalistiek en radicalisering Wat is het verband? Journalistiek en radicalisering Wat is het verband? Omgaan met radicalisering Doelen Deze aanbevelingen zijn bedoeld voor journalisten. Het is niet uw taak om de samenleving te veranderen of om radicalisering

Nadere informatie

Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf

Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf Opdracht door een scholier 1930 woorden 14 maart 2003 6,2 18 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing 0. Geef een korte argumentatie waarom jij tegen of voor de doodstraf

Nadere informatie

Moral misfits: The role of moral judgments and emotions in derogating other groups

Moral misfits: The role of moral judgments and emotions in derogating other groups UvA-DARE (Digital Academic Repository) Moral misfits: The role of moral judgments and emotions in derogating other groups Wirtz, C. Link to publication Citation for published version (APA): Wirtz, C. (2014).

Nadere informatie

TOLERANTIE LEERDOEL OPDRACHT 1

TOLERANTIE LEERDOEL OPDRACHT 1 LEERDOEL Je kunt een beschrijving geven van tolerantie. Je hebt het inzicht om uit te leggen wat tolerantie voor jezelf en je omgeving betekent. OPDRCHT 1 ekijk de onderstaande cartoons. eschrijf per cartoon

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20466 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Lelieveld, Gert-Jan Title: Emotions in negotiations : the role of communicated

Nadere informatie

Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl)

Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl) Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl) Inleiding Je handtekening zetten speelt een belangrijke rol in je leven. Als consument

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in dutch)

Samenvatting. (Summary in dutch) Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Dutch summary

Nederlandse samenvatting Dutch summary 110 Ethics in Economic Decision-Making Nederlandse samenvatting Dutch summary We maken in het dagelijks leven vele beslissingen. Een groot deel van deze beslissingen bepaalt niet alleen onze eigen (financiële)

Nadere informatie

Omgaan met radicalisering: Doelen

Omgaan met radicalisering: Doelen Religieuze leiders Omgaan met radicalisering: Doelen Deze aanbevelingen zijn bedoeld voor religieuze leiders die regelmatig contact hebben met leden van de gemeenschap. Doel van deze cursus is dat u: Zich

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

3. Meer dan de helft van de 57 miljoen niet-schoolgaande kinderen leeft in Afrika bezuiden de Sahara. Juist Bron: www.un.org

3. Meer dan de helft van de 57 miljoen niet-schoolgaande kinderen leeft in Afrika bezuiden de Sahara. Juist Bron: www.un.org of fout 1. In Afrika bezuiden de Sahara is het aantal personen in extreme armoede gestegen tussen 1990 en 2010. 290 miljoen in 1990, 414 miljoen in 2010. 2. Tussen 2000 en 2011 is het aantal niet-schoolgaande

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel Resultaten LHBT-Veiligheidsmonitor 2015: Kwart maakte afgelopen jaar een onveilige situatie mee; veiligheidsgevoel onder transgenders blijft iets achter. De resultaten van het jaarlijkse buurtveiligheidsonderzoek

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Levensbeschouwing hoofdstuk 2.

Levensbeschouwing hoofdstuk 2. Levensbeschouwing hoofdstuk 2. Boek Menswaardigheid In deze module ging het om de vraag hoe je kunt bepalen waardoor/waarom bepaalde levenshoudingen niet deugen. We hebben ontdekt dat het begrip menswaardigheid

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

Bottom-Up Influences in Representative Negotiations: How Representatives Affect Intra-Inter Group Relations Ö. Saygi

Bottom-Up Influences in Representative Negotiations: How Representatives Affect Intra-Inter Group Relations Ö. Saygi Bottom-Up Influences in Representative Negotiations: How Representatives Affect Intra-Inter Group Relations Ö. Saygi 1 Samenvatting Tijdens het schrijven van mijn proefschrift in het tijdperk van de Arabische

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave 5

INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave 5 INHOUDSOPGAVE INLEIDING 7 WAT IS ACCEPTATIE? 15 WAT MAAKT ACCEPTEREN ZO LASTIG? 29 ACCEPTEREN, HOE DOE JE DAT? 45 1. GEDACHTEN 52 2. LICHAMELIJKE ERVARINGEN 55 3. GEVOELENS 58 4. HERINNERINGEN 61 WAT BRENGT

Nadere informatie

Verbloemend gedrag. Om beter met het verbloemende gedrag van je naaste om te gaan, is het belangrijk dat je begrijpt waar het gedrag vandaan komt.

Verbloemend gedrag. Om beter met het verbloemende gedrag van je naaste om te gaan, is het belangrijk dat je begrijpt waar het gedrag vandaan komt. Verbloemend gedrag Samenvatting Hieronder hebben we de inhoud van de aflevering Verbloemend gedrag samengevat. Gemakkelijk om er nog eens bij te pakken. Wat is verbloemend gedrag? Sommige mensen zijn zich

Nadere informatie

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees Evaluatierapport Workshop ADHD Fontys PABO Limburg Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees Inhoudsopgave Pag. 1. Inleiding 2 2. Deelnemers/respondenten 2 3. Opzet en inhoud evaluatie 2 4. Resultaten 2

Nadere informatie

Feedback. Wat is feedback?

Feedback. Wat is feedback? Feedback Wat is feedback? Letterlijk vertaald is feedback terugvoeding. Het is het proces waarin informatie teruggevoerd wordt in een informatieverwerkend systeem, in dit geval de mens. Als het om mensen

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Docenten en jeugdwerkers

Docenten en jeugdwerkers Docenten en jeugdwerkers Omgaan met radicalisering: Doelen Deze aanbevelingen zijn bedoeld voor docenten op middelbare scholen en alle andere professionals die regelmatig contact hebben met jongeren. Doel

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

Bijlage 20 Proces van classificeren beïnvloedingentactieken: gemaakte indelingen

Bijlage 20 Proces van classificeren beïnvloedingentactieken: gemaakte indelingen Bijlage 20 Proces van classificeren beïnvloedingentactieken: gemaakte indelingen Met behulp van de korte beschrijvingen is geprobeerd om de beïnvloedingstactieken die bij elkaar horen bij elkaar te zetten

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Grenzen. Wat zijn grenzen en hoe stel je ze? July 5, 2016 Opgesteld door: Sheila Neijman

Grenzen. Wat zijn grenzen en hoe stel je ze?  July 5, 2016 Opgesteld door: Sheila Neijman Grenzen Wat zijn grenzen en hoe stel je ze? WWW.HEART4HAPPINESS.NL July 5, 2016 Opgesteld door: Sheila Neijman Grenzen Wat zijn grenzen en hoe stel je ze? In mijn leven heb ik ervaren dat ik het heel erg

Nadere informatie

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Florien M. Cramwinckel 1, Kees van den Bos 1, Eric van Dijk 2, Anneke Bruin 1, Simone

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40167 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Mooijman, Marlon Title: On the determinants and consequences of punishment goals

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Samenvatting [Summary in Dutch]

Samenvatting [Summary in Dutch] [Summary in Dutch] Werken als vrijwilliger voor een organisatie, bloed doneren of geld geven aan daklozen zijn enkele voorbeelden van prosociaal gedrag. Prosociaal gedrag betreft alle handelingen die gericht

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Ja 59% 12% 9% 12% 31% 56% 61% 77% 81% 74% 82% Nee 40% 88% 90% 88% 69% 42% 39% 22% 19% 25% 18% Weet niet/geen mening 1% 0% 0% 0% 1% 2% 0% 1% 0% 1% 0%

Ja 59% 12% 9% 12% 31% 56% 61% 77% 81% 74% 82% Nee 40% 88% 90% 88% 69% 42% 39% 22% 19% 25% 18% Weet niet/geen mening 1% 0% 0% 0% 1% 2% 0% 1% 0% 1% 0% Vervolging Wilders Gisteren heeft het Hof in Amsterdam het OM de opdracht gegeven Geert Wilders te vervolgen in het kader van zijn uitspraken en media-activiteiten. Wat vindt Nederland hiervan? Vindt u

Nadere informatie

Worksheet EFT bij Emoties

Worksheet EFT bij Emoties Worksheet EFT bij Emoties Inleiding Ik wil af van mijn angst, dit verdriet, deze onzekerheid, die twijfel.! Zo n bekende en begrijpelijke wens, sommige gevoelens en negatieve gedachten lijken soms al zo

Nadere informatie

Deel 9/12. Leer je invloed effectief aanwenden om je doelen te bereiken

Deel 9/12. Leer je invloed effectief aanwenden om je doelen te bereiken Beantwoord eerst de volgende vragen: 1. Welke inzichten heb je gekregen n.a.v. het vorige deel en de oefeningen die je hebt gedaan? 2. Wat heb je er in de praktijk mee gedaan? 3. Wat was het effect op

Nadere informatie

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen

Nadere informatie

Mc. 1: 1-11 PG te Sexbierum-Pietersbierum Sixtustsjerke 11 jan. 2015. Grote en kleine Geliefde van God - Gemeente van Christus,

Mc. 1: 1-11 PG te Sexbierum-Pietersbierum Sixtustsjerke 11 jan. 2015. Grote en kleine Geliefde van God - Gemeente van Christus, Mc. 1: 1-11 PG te Sexbierum-Pietersbierum Sixtustsjerke 11 jan. 2015 Ds. A.J.Wouda Grote en kleine Geliefde van God - Gemeente van Christus, Het weer is onrustig De wereld is onrustig En veel mensen, sommigen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Het aantal oudere mensen in onze maatschappij groeit en de komende jaren zal dit alleen nog maar meer toenemen. De verwachting is dat het aantal mensen dat 65 jaar

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Coöperatie en communicatie:

Coöperatie en communicatie: Nederlandse Samenvatting (summary in Dutch) 135 Coöperatie en communicatie: Veranderlijke doelen en sociale rollen Waarom werken mensen samen? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord op deze vraag vrij

Nadere informatie

Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009)

Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009) Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009) Meteen nadat de Mexicaanse griep voor het eerst in het nieuws kwam (eind april 2009) is via Peil.nl onderzoek hiernaar gedaan onder de Nederlandse bevolking.

Nadere informatie

Enkele reis Europa Enkele reis Europa.indd 3 Enkele reis Europa.indd : :19

Enkele reis Europa Enkele reis Europa.indd 3 Enkele reis Europa.indd : :19 Enkele reis Europa Ali (27 jaar): In Irak zou niet meer Naam: Ali Leeftijd: 27 jaar Komt uit: Irak Woont in België: 3,5 jaar Ik ben kunstenaar. Ik maak kalligrafieën. Dat zijn teksten met mooi versierde

Nadere informatie

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344 Rapport Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Limburg-Zuid zijn meldingen van geluidsoverlast vanaf 22 oktober 2009 tot heden, welke

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 17 mei 2006 Rapportnummer: 2006/182

Rapport. Datum: 17 mei 2006 Rapportnummer: 2006/182 Rapport Datum: 17 mei 2006 Rapportnummer: 2006/182 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de minister-president zijn brief van 14 november 2004 over diens optreden na de moord op cineast Theo van Gogh op

Nadere informatie

H A P P I L Y E V E R A F T E R..

H A P P I L Y E V E R A F T E R.. H A P P I L Y E V E R A F T E R.. I N 5 S T A P P E N M E E R G E L U K I N J E R E L A T I E A A N D A C H T V E R T R O U W E N Y V O N N E T H U I J S W W W. B R E I N - P O W E R. C O M A C C E P T

Nadere informatie

filosofie havo 2015-I

filosofie havo 2015-I Opgave 3 Wat is de Wat 11 maximumscore 1 Een goed antwoord bevat het volgende element: een uitleg dat Eggers zich met morele vraagstukken bezighoudt: hij vraagt zich af wat hij zelf vanuit zijn eigen normen

Nadere informatie

Tolerantieklimaat sportverenigingen Noord-Holland Noord Samenvatting I&O Research Art.1 Bureau Discriminatiezaken NHN Maart 2014

Tolerantieklimaat sportverenigingen Noord-Holland Noord Samenvatting I&O Research Art.1 Bureau Discriminatiezaken NHN Maart 2014 Tolerantieklimaat sportverenigingen Noord-Holland Noord Samenvatting I&O Research Art.1 Bureau Discriminatiezaken NHN Maart 2014 I Handen schudden voor de wedstrijd, heldere communicatie met ouders en

Nadere informatie

Kind & echtscheiding. Geen lid van het gezin? ook dan kun jij een kind steunen!

Kind & echtscheiding. Geen lid van het gezin? ook dan kun jij een kind steunen! Kind & echtscheiding Geen lid van het gezin? ook dan kun jij een kind steunen! Kind in een echtscheidingssituatie Per jaar belanden ongeveer 70.000 kinderen in een echtscheiding. De gevolgen van een echtscheiding

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28740 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Kadrouch-Outmany, Khadija Title: Islamic burials in the Netherlands and Belgium.

Nadere informatie

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model Samenvatting Hoewel bekend is dat roken schadelijk is voor de gezondheid, beginnen adolescenten nog steeds met roken. Om dit te veranderen is het nodig een beter inzicht te krijgen in de factoren die

Nadere informatie

Communicatie, discriminatie en conflict

Communicatie, discriminatie en conflict Communicatie, discriminatie en conflict 1 Inhoud Communicatie Het communicatieproces Misverstanden Categorisatie Ingroup/ outgroupdifferentiatie Stereotypen Discriminatie 2 Communicatie (6.2-6.4) Communicatie

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Hoe eerlijker en nauwkeuriger u deze lijst invult, hoe meer waarde hij zal hebben.

Hoe eerlijker en nauwkeuriger u deze lijst invult, hoe meer waarde hij zal hebben. Beïnvloedingsstijlen Vooraf: De uitkomst van deze beweringenlijst geeft u inzicht in de wijze waarop u door anderen wordt ervaren als u in situaties bent waarin u anderen wilt beïnvloeden. Hoe eerlijker

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Check list voor de selectie van relevante partners

Check list voor de selectie van relevante partners Bijlage 1. Check list voor de selectie van relevante partners Bij de speurtocht naar geschikte partners kunnen zichzelf onderstaande vragen stellen NAAST de specifiek op onderwijszorg gerichte vragen.

Nadere informatie

Discussie De invloed van boodschappen met meerderheids- en minderheidssteun

Discussie De invloed van boodschappen met meerderheids- en minderheidssteun 5 Discussie De theorievorming over meerderheids- en minderheidsinvloed is door de jaren heen gekenmerkt geweest door een aantal controverses. De eerste controverse betreft de verwerking van boodschappen

Nadere informatie

VOORTGEZET ONDERWIJS MEER DAN HET VOOROORDEEL

VOORTGEZET ONDERWIJS MEER DAN HET VOOROORDEEL VOORTGEZET ONDERWIJS MEER DAN HET VOOROORDEEL 1 Algemene informatie Beste docent, Voor u ligt de toolkit die RADAR voor u heeft ontworpen. Vanuit de resultaten van de Diverscity-meter is deze toolkit voor

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

Stichting PIV & Vrije Universiteit (IGER) Excuses aan verkeersslachtoffers de rol van veroorzakers en verzekeraars

Stichting PIV & Vrije Universiteit (IGER) Excuses aan verkeersslachtoffers de rol van veroorzakers en verzekeraars Stichting PIV & Vrije Universiteit (IGER) de rol van veroorzakers en verzekeraars Mr. Liesbeth Hulst, M.Sc. Prof. mr. Arno Akkermans Hoezo excuses? Grootschalig empirisch onderzoek onder naasten ernstig

Nadere informatie

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier Vraag 1 Hoe heb je zielsliefde ontdekt, en ontdekte je zielsliefde het ook op dat moment? Ik ontmoette haar op mijn werk in de rookruimte. We konden

Nadere informatie

WERKEN MET WEERSTAND

WERKEN MET WEERSTAND WERKEN MET WEERSTAND Weerstand wordt gewoonlijk gezien als een negatieve kracht. Maar weerstand kan ook als een positieve kracht gezien worden, die mensen versterkt en waarmee doelen bereikt kunnen worden.

Nadere informatie

Onderzoek artsenbezoek De rol van emotie bij een bezoek aan de medisch specialist in opdracht van Zilveren Kruis

Onderzoek artsenbezoek De rol van emotie bij een bezoek aan de medisch specialist in opdracht van Zilveren Kruis Onderzoek artsenbezoek De rol van emotie bij een bezoek aan de medisch specialist in opdracht van Zilveren Kruis 1 Onderzoeksverantwoording Onderzoek Artsenbezoek Doel onderzoek TNS NIPO heeft in opdracht

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Cardiovasculaire toestandsveranderingen in gesimuleerde werkomgevingen

Hoofdstuk 3: Cardiovasculaire toestandsveranderingen in gesimuleerde werkomgevingen Een inspirerende nieuwe fase in het onderzoek naar mens-computer interactie heeft zich aangediend met het ontstaan van adaptieve automatisering. Binnen dit onderzoeksgebied worden technologische systemen

Nadere informatie

Liefdevol kraken zetten in vastgeroeste patronen. Maak het verschil!

Liefdevol kraken zetten in vastgeroeste patronen. Maak het verschil! Liefdevol kraken zetten in vastgeroeste patronen Maak het verschil! Doel Masterclass Kraak je eigen waarheden en daarmee de vastgezette patronen in je organisatie Contracteer en organiseer de condities

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Samenvatting door A. 2079 woorden 29 juni 2014 6,4 2 keer beoordeeld Vak Anders H1 Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Moraal

Nadere informatie

Het doel van deze check-up is een self-assessment van je capaciteiten onder druk.

Het doel van deze check-up is een self-assessment van je capaciteiten onder druk. SAT self-service check-up voor het omgaan met heftige emoties In welke mate ben je in staat te herstellen van de emoties die je uit je controle brachten terug naar Stabiliteit, Aanpassing en Transformatie?

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 november 2007 Rapportnummer: 2007/271

Rapport. Datum: 23 november 2007 Rapportnummer: 2007/271 Rapport Datum: 23 november 2007 Rapportnummer: 2007/271 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat: een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Utrecht

Nadere informatie

Kennismakingsvragen:

Kennismakingsvragen: Kennismakingsvragen: 1. Als je op een onbewoond eiland belandde, welke 3 dingen zou je dan in ieder geval bij je willen hebben? 2. Wat is je vroegste jeugdherinnering? 3. Wat heeft je doen besluiten om

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Oefening: Profiel en valkuilen vragenlijst

Oefening: Profiel en valkuilen vragenlijst Oefening: Profiel en valkuilen vragenlijst Dit is een korte vragenlijst die bedoeld is om een aantal van je denkbeelden, attitudes en gedrag in werksituaties in kaart te brengen. Wees zo eerlijk mogelijk

Nadere informatie

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren De invloed van inductie programma's op beginnende leraren Op basis van door NWO gefinancierd wetenschappelijk onderzoek heeft Chantal Kessels, Universiteit Leiden in 2010 het proefschrift 'The influence

Nadere informatie

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL KINDEREN LEKKER IN HUN VEL 1. Welkom wij zijn Karin Hallegraeff en Noelle van Delden van Praktijk IKKE Karin stelt zich voor en er komt een foto van Karin in beeld. Noelle stelt zich voor en er komt een

Nadere informatie

Sessie 1 19 Introductiebijeenkomst

Sessie 1 19 Introductiebijeenkomst Inhoud I Introductie op het begrip Theory of Mind 7 II Visie op de behandeling van de mens met autisme 9 III Overzicht van de ToM-behandeling 13 IV Programma ToM-behandeling 15 V Gebruik van het werkboek

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Aandacht

Nederlandse samenvatting Aandacht Nederlandse samenvatting Aandacht Stel je bent op een feestje en je hebt een interessant gesprek met iemand die je al tijden niet meer hebt gesproken. De verhalen van deze oude bekende zijn dusdanig interessant

Nadere informatie

Parasja Ki Tetze [als je ten strijde trekt] Deuteronomium 21:10-25:19

Parasja Ki Tetze [als je ten strijde trekt] Deuteronomium 21:10-25:19 Parasja Ki Tetze [als je ten strijde trekt] Deuteronomium 21:10-25:19 We zullen leren hoe we 1) Het hoofdthema (onderwerp) van een Parasja (wekelijkse Torah-lezing) kunnen begrijpen. 2) Thematische verbindingen

Nadere informatie

Doel. Spel. www.ihots.nl. Duur: - Groep - Individueel. Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief.

Doel. Spel. www.ihots.nl. Duur: - Groep - Individueel. Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief. www.ihots.nl Doel Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief Spel Alle spellen Gebruik deze spiekbrief telkens wanneer je een spel start in de ihots app. Laat je inspireren door de

Nadere informatie

Luisteren is geen trucje

Luisteren is geen trucje Luisteren is geen trucje Luisteren is geen vaardigheid, al wordt er wel vaak zo over gesproken. Luisteren is veel meer een kwestie van houding, zelfs van zijn. Dat klinkt je wellicht zweverig in de oren,

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch)

Samenvatting (Dutch) Samenvatting (Dutch) 162 Hier zal een korte samenvatting gegeven worden van de resultaten van het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift. Affect, Gemoedstoestand en Informatieverwerking Om te overleven

Nadere informatie

TOELICHTING MELDING ONRECHTMATIGE INFORMATIE

TOELICHTING MELDING ONRECHTMATIGE INFORMATIE TOELICHTING MELDING ONRECHTMATIGE INFORMATIE Vraag 1 Bij deze vraag dient u aan te geven wie de verzoeker is van deze melding. Eventuele correspondentie over de melding zal naar deze persoon worden verstuurd.

Nadere informatie

Taboes in het onderwijs. Door Martien Schreurs Universitair docent filosofie en educatie aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht.

Taboes in het onderwijs. Door Martien Schreurs Universitair docent filosofie en educatie aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Taboes in het onderwijs Door Martien Schreurs Universitair docent filosofie en educatie aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Wat gaan we doen? Inzichtelijk maken dat taboes in het onderwijs

Nadere informatie

Doelstelling: Het zich bewust worden van factoren, die van invloed zijn op de loopbaan.

Doelstelling: Het zich bewust worden van factoren, die van invloed zijn op de loopbaan. Vragenlijst carrièrefactoren Doelstelling: Het zich bewust worden van factoren, die van invloed zijn op de loopbaan. Als er beslissingen genomen moeten worden ten aanzien van de loopbaan speelt wat u uiteindelijk

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde ambtenaar van het regionale politiekorps Utrecht heeft gelogen en niet objectief is geweest inzake de inhoud van een brief van verzoeker

Nadere informatie

Arrangement 1 De Luisterthermometer

Arrangement 1 De Luisterthermometer Arrangement 1 De Luisterthermometer DEEL 2 De medewerker Naam: Organisatie: Manager: Datum: Luisterprincipe 2 Luisteren is geven 2.1 Gehoord zijn Je hebt de afgelopen weken vast een keer met je manager

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting TOESTAAN MET TEGENZIN. HET BEOEFENEN EN BEVORDEREN VAN TOLERANTIE.

Nederlandse samenvatting TOESTAAN MET TEGENZIN. HET BEOEFENEN EN BEVORDEREN VAN TOLERANTIE. Nederlandse samenvatting TOESTAAN MET TEGENZIN. HET BEOEFENEN EN BEVORDEREN VAN TOLERANTIE. Inleiding Het bevorderen van tolerantie blijft een voortdurende academische en praktische uitdaging. Meer dan

Nadere informatie

Doodstraf in Nederland

Doodstraf in Nederland Doodstraf in Nederland Naar aanleiding van een onderzoek in De Volkskrant van 5 april 2008 waar een vraag is gesteld over de doodstraf in relatie tot Trots op Nederland heeft een uitgebreid onderzoek plaatsgevonden

Nadere informatie