Toelichting Waterparagraaf ter plaatse van: LJ Costerstraat (Bauhauslocatie) te Venlo. Projectnummer:

Transcriptie

1 Toelichting Waterparagraaf ter plaatse van: LJ Costerstraat (Bauhauslocatie) te Venlo Projectnummer: Opdrachtgever: Contactpersoon: Witpaard Postbus BD Zwolle Dhr. J. Drenth Datum onderzoek: December 2012 Datum rapport: nuari 2013 Datum definitief Maart 2013 Adviseur Paraaf Gecontroleerd door Paraaf Datum Status ing. J.S.R. van der Veen J.G.M. ten Broeke MSc Definitief

2 Eco Reest BV Industrieweg JP Zuidwolde Tel.: Fax.: KANTOOR APPINGEDAM Opwierderweg 160, Appingedam Postadres: Postbus AC Delfzijl Tel.: Fax.: Eco Reest BV is gecertificeerd volgens NEN-EN-ISO 9001:2008, voor het uitvoeren van milieukundig (water)bodemonderzoek, asbestonderzoek in bodem en puin, grondonderzoek bouwstoffenbesluit, begeleiding bodemsaneringtrajecten, detachering en milieumanagement en lid van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer (VKB). Als aangesloten adviesbureau zorgen we samen met de andere leden voor een betere borging van kwaliteit in de uitvoering van (water)bodemonderzoek en -saneringen. DISCLAIMER Dit rapport is het resultaat van onderzoek verricht voor de planlocatie Bauhaus aan de LJ Costerstraat in Venlo in opdracht van Witpaard. Ten behoeve van de juiste interpretatie van dit rapport is het noodzakelijk te beschikken over de gehele rapportage, inclusief bijlagen. Het rapport is ongeschikt voor toepassing in een juridische context indien: - de paginanummering van het rapport onjuist of onvolledig is - de bijlagen genoemd in de inhoudsopgave (deels) ontbreken - het projectnummer in het rapport en op de bijlage niet overeenkomt We stellen dit rapport alleen ter beschikking aan derden in geval van schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.

3 Pagina 3 van 11 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Algemeen Aanleiding en doelstelling Geraadpleegde bronnen Rapportwijzer LOCATIEGEGEVENS Ligging Locatie Bodemopbouw en Geohydrologie DOORLOPEN STAPPENPLAN VOOR WATERTOETS Algemeen Beslisboom afkoppeling riool en stappen Doorlopen stappen MOGELIJKHEDEN VOOR INFILTRATIE inleiding Beleid en advies Waterschap Toetsing mogelijkheden van infiltratie SLOTSOM 11 BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3a Bijlage 3b Kadastrale situatie Beslisboom Gemeente Venlo Locatietekening met toekomstig plan Locatie verharding/oppervlakten Toelichting Waterparagraaf LJ Costerstraat Bauhaus in Venlo (projectnummer )

4 Pagina 4 van 11 1 INLEIDING 1.1 ALGEMEEN In opdracht van Witpaard is door Eco Reest BV een rapportage opgesteld ter voorbereiding op de waterparagraaf als onderdeel van een bestemmingsplanwijziging. Deze rapportage dient als toelichting op het ruimtelijke plan voor het realiseren van de planlocatie van Bauhaus in Venlo. Door de gemeente kan bij het Waterschap Peel en Maasvallei advies worden ingewonnen omtrent de omgang met water op het perceel. Eco Reest BV verklaart hierbij geen juridische relatie te hebben met (de bedrijfsorganisatie van) de eigenaar van de locatie en/of de opdrachtgever. Eco Reest BV heeft deze rapportage als onafhankelijke organisatie opgesteld. 1.2 AANLEIDING EN DOELSTELLING Aanleiding tot het opstellen van de Waterparagraaf is het doorlopen van de Watertoets ten behoeve van de voorgenomen planontwikkeling op de genoemde locatie. Het te ontwikkelen terrein heeft een oppervlakte van circa 4 hectare. Het doel van de waterparagraaf is een toelichting te geven op de waterhuishoudkundige aspecten van het plan en de benodigde informatie aan te leveren met betrekking tot de toekomstige berging en afvoer van hemelwater. Tevens worden ontwateringseisen aangegeven. 1.3 GERAADPLEEGDE BRONNEN Voor de waterparagraaf zijn de volgende bronnen geraadpleegd: Grondwaterkaart blad 27 West (DGV-TNO, 1985); De ISSO-publicatie 70-1, Omgaan met hemelwater binnen de perceelsgrens (uitgave 2008); Nader Bodemonderzoek CSO, LJ Costerstaat 9-19 Venlo, Rapportnummer: 11B046.R002.JW.LF, Versiedatum: 19 oktober 2012 Beslisboom en toelichting Stappenplan Watertoets Venlo (versie1.01 april 2012); Handreiking Watertoetsproces 3 (december 2009) 1.4 RAPPORTWIJZER In de volgende hoofdstukken worden achtereenvolgens behandeld de locatiegegevens (hoofdstuk 2), de uitwerking van het stappenplan (hoofdstuk 3) en de mogelijkheden voor compensatie (hoofdstuk 4). Toelichting Waterparagraaf LJ Costerstraat Bauhaus in Venlo (projectnummer )

5 Pagina 5 van 11 2 LOCATIEGEGEVENS 2.1 LIGGING LOCATIE De planlocatie Bauhaus aan de Laurens nsz. Costerstraat in Venlo bevindt zich op een industrieterrein aan de noordoostkant van Venlo. Figuur 1. Luchtfoto van de locatie 2.2 BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE Op de bodemkaart van Nederland betreft de oorspronkelijke bodem een haarpodzolgrond, bestaande uit grof zand. Regionaal wordt de volgende bodemopbouw aangetroffen: Hoogte Formatie Bodemopbouw geohydrologie [m-mv] 0-10 Nuenen-groep Fijne zanden met dunne leem- of Matig doorlatende laag kleiinschakelingen Kreftenheye en Veghel Grove zanden en grinden met af 1e watervoerende pakket en toe onbelangrijke kleilenzen Venlo klei Klei met bruinkoollaagjes soms Scheidende lagen met fijne, vaak humeuse of kleihoudende zandinschakelingen Zanden van Venlo Grove tot zeer grove, soms 2e watervoerende pakket grindhoudende zanden met enkele kleilaagjes > 90 Breda Zand met bijmengingen van leem en plaatselijk bruinkool Ondoorlatende basis Tabel 1. Geologie, bodemopbouw en geohydrologie (bron: Dienst Grondwaterverkenning TNO, 1985 kaartblad 52W, 520, 580) Toelichting Waterparagraaf LJ Costerstraat Bauhaus in Venlo (projectnummer )

6 Pagina 6 van 11 De gemiddelde maaiveldhoogte van het onderzoeksgebied is volgens informatie van het Algemeen Hoogtebestand Nederland (AHN) 24m +NAP. Uit uitgevoerd bodemonderzoek in 2012 (CSO, LJ Costerstaat 9-19 Venlo, rapportnummer: 11B046.R002.JW.LF, versiedatum: 19 oktober 2012) blijkt o.a. dat: de toplaag op de locatie kan worden beschouwd als een ophooglaag waar grote hoeveelheden bodemvreemde materialen in kunnen worden aangetroffen die zowel qua aard als samenstelling sterk kunnen variëren. De dikte van deze toplaag/ophooglaag bedraagt circa 0,5 tot 1,0 m; de onderliggende bodem bestaat voornamelijk uit zwak tot matig siltig zand. Op wisselende diepten kunnen kleilagen worden aangetroffen. Deze kleilagen variëren sterk in dikte en zijn lokaal afwezig; de snelle opeenvolging van de klei- en zandlagen hebben lokaal een duidelijke invloed op de grondwaterstanden, en scheiden twee waterpakketten van elkaar (hangwater respectievelijk freatisch grondwater). Uit de grondwaterkaart 1: van TNO, Dienst grondwaterverkenning, blijkt dat de gemiddelde stijghoogte van het freatisch grondwater op de onderzoekslocatie, ongeveer 20 m+ NAP bedraagt. De freatische grondwaterspiegel bevindt zich dus op een diepte van circa 4 m-mv.. Vervolgens blijkt uit het nader onderzoek van CSO dat: Regionaal gezien stroomt het freatisch grondwater / eerste watervoerende pakket globaal in noordwestelijke richting, in de richting van de Maas. Uit stijghoogtemetingen uitgevoerd op de locatie blijkt dat de stromingsrichting lokaal sterk kan afwijken. De onderzoekslocatie is niet gelegen in een grondwaterwin- of beschermingsgebied dat sprake is van infiltratie; binnen een gebied over korte afstand betrekkelijk grote verschillen in stijghoogten optreden, waarschijnlijk als gevolg van de bodemopbouw (wel of geen kleilaagjes); in de watervoerende bodemlagen kan uit de gemeten stijghoogtes niet een duidelijke stromingsrichting van het grondwater worden afgeleid. Toelichting Waterparagraaf LJ Costerstraat Bauhaus in Venlo (projectnummer )

7 Pagina 7 van 11 3 DOORLOPEN STAPPENPLAN VOOR WATERTOETS 3.1 ALGEMEEN De gemeente heeft een afkoppelbeslisboom (Versie 1.01 april 2012) ontwikkeld om te bepalen welke eisen er gelden voor de omgang met hemelwater bij de aanvraag van een omgevingsvergunning (voor de activiteit 'bouw'). en of een aanvraag voor een rioolaansluiting. Deze beslisboom is opgenomen in bijlage 2 Aan de hand van de beslisboom dient voor de vergunningaanvraag te worden aangetoond welke stappen zijn doorlopen en dient te worden aangegeven welke bergingseisen er zijn. De gemeente en het Waterschap zullen het voorstel voor de opname in de waterparagraaf toetsen. 3.2 BESLISBOOM AFKOPPELING RIOOL EN STAPPEN Het vuilwater van de locatie wordt afgevoerd via het gemeentelijk rioolstelsel. Het hemelwater wordt hier van afgekoppeld en is gebaseerd op het stappenplan. Het stappenplan is opgebouwd uit een vijftal modules, te weten: 1. Bepaling omgang hemelwater, 2. Eisen m.b.t. het afvoeren van hemelwater, 3. Toename verhard oppervlak, 4. Situatie wijzigen zonder toename verhard oppervlak 5. Aanvullende eisen noodoverlaten/leegloopvoorzieningen. 3.3 DOORLOPEN STAPPEN Op grond van de bodemopbouw uit de literatuur en de aangetroffen bodemopbouw bij het recentelijk uitgevoerde bodemonderzoek kan worden verondersteld dat de doorlatendheid van de bodem voldoende is (i.c. de K-waarde > dan 0,5 m/dag) en dat het grondwater dieper staat dan 1 m mv. Vervolgens is de locatie momenteel vrijwel geheel verhard en dat zal in de toekomstige inrichting ook het geval zijn a.g.v bebouwing en parkeerterrein. Zie hiervoor ook de luchtfoto van de huidige situatie (figuur 1) en de situatietekening van het toekomstige plan (bijlage 3). Op grond van de aangetroffen grondwaterstand en de (veronderstelde) waterdoorlatendheid wordt geconcludeerd dat aanvullend geohydrologisch onderzoek naar exacte grondwaterstroming(srichting), waterdoorlatendheid (het nauwkeuriger vaststellen van de K- waarde) op dit moment geen meerwaarde heeft. (Wellicht is dit wel aan de orde in het stadium van exacte dimensionering van eventueel noodzakelijke berging). Bij geen wijziging in de uitbreiding van het verhard oppervlak volgen de volgende bergingseisen bij planontwikkeling groter dan m²: Bui Hoeveelheid Voorwaarde 1 T=10 50 mm in 24 uur 2 T=10 50 mm in 24 uur 3 T= mm in 48uur Eis dynamische) berging/infiltreren op eigen terrein (bergen bovengrondwaterstand) Aanvullende eis Een noodoverlaat moet zichtbaar worden ontworpen T.b.v. eigen risico geen water(schade) in gebouwen Tabel 2 Bergingseisen bij meer dan m² (stappenplan Venlo versie 1.01 april 2012) Toelichting Waterparagraaf LJ Costerstraat Bauhaus in Venlo (projectnummer )

8 Pagina 8 van 11 Het genoemde zichtbaar ontwerpen van de noodoverlaat betekent in onderhavig geval, i.c. grondwater op diepte en goede doorlatendheid van de bodem, dat het water bij deze buien geïnfiltreerd kan worden. Voor de infiltratievoorziening geldt dan: Geen leegloopvoorziening naar gemeentelijk stelsel noodzakelijk Noodoverlaat aansluiten op gemeentelijk stelsel Noodoverlaat bovengronds aanbrengen tenzij u hiervan gemotiveerd mag afwijken. Noodoverlaat voorzien van terugslagklep en overstortmuur Toepassen bodempassage/ bodemfilter (als onderdeel van de infiltratievoorziening) In het toekomstige plan (bijlage 3) wordt nu rekening gehouden met wadi s, in combinatie met begroeiing/groenvoorziening. Voor het vasthouden en bergen van hemelwater wordt doorgaans als vuistregel gehanteerd dat de oppervlakte van de voorziening waarin het water wordt vastgehouden of geborgen circa 10% van de oppervlakte bebouwd/verhard moet zijn als deze voorziening de enige is om het hemelwater te verwerken. In het huidige plan is de aangegeven oppervlakte (circa 2,5 a 3 %) van de oppervlakte bebouwd/verhard en is ontoereikend (in deze voorziening zou circa 2,7 meter water geborgen moeten worden). Deze oppervlakte wordt vergoot of er worden aanvullende maatregelen op de planlocatie getroffen. Mogelijkheden hiervoor zijn ondergrondse buffering, buffering op daken, gebruik van open verhardingen, gebruik van grindkoffers etc. De exacte plaatsen op het terrein, de oppervlakte (m² ) en de diepte (m³) van de wadi s of deze andere voorzieningen worden gedimensioneerd en vastgesteld bij de definitieve planvorming. Toelichting Waterparagraaf LJ Costerstraat Bauhaus in Venlo (projectnummer )

9 Pagina 9 van 11 4 MOGELIJKHEDEN VOOR INFILTRATIE 4.1 INLEIDING In dit hoofdstuk wordt aan de hand van de beschikbare locatiegegevens of en in welke vorm berging en infiltratie van hemelwater mogelijk zijn op de onderzoekslocatie Tevens worden de afvoervoorwaarden van het waterschap besproken. Omdat infiltratie/buffering mogelijk is kan worden (en is reeds) gekozen voor een infiltratievoorziening in de vorm van wadi s. Op voorhand is bekend en er van uitgegaan dat de bodem tot aan en juist onder het freatisch grondwater lagen klei aanwezig zijn met een slechte waterdoorlatendheid. Op locatieniveau kan en zal het infiltrerende water voldoende snel infiltreren tot aan het grondwaterniveau (ca. 4 m mv). Plaatselijk is dit niet mogelijk, als er ondiep een kleilaag aanwezig is, waardoor hij infiltratie wateroverlast kan optreden. Het verdient daarom op voorhand aanbeveling om ondergrondse infiltratievoorzieningen daar te plaatsen waar geen ondiepe (slecht doorlatende) kleilagen aanwezig zijn en dit voorafgaand te verifiëren met bodemonderzoek of eventueel K-waarde bepalingen. 4.2 BELEID EN ADVIES WATERSCHAP Het waterbeleid en de uitgangspunten voor voorzieningen van het Waterschap zijn als volgt samen te vatten: Afkoppeling Beleid van het waterschap is om te proberen 100% van het verhard oppervlak af te koppelen en het schone regenwater te infiltreren in de bodem. De volgende stap is het bergen van water. Pas wanneer vasthouden en bergen niet mogelijk is kan gekozen worden voor afvoeren. Aanlegvoorziening De infiltratievoorziening dient boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand te worden aangelegd, om te voorkomen dat grondwater in de voorziening stroomt. Leegloopconstructie U moet de leegloop constructie boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand aanleggen. U moet de uitstroom beperken tot 1 l/s/ha. De hiervoor benodigde uitstroomdiameter kunt u bepalen uit de grafiek. Dimensionering Als de constructie een noodoverloop heeft op het riool, gelden voor de bergingscapaciteit van de voorziening de eisen van de gemeente (vaak afhankelijk van de capaciteit van het riool). Voor een infiltratievoorziening met overloop op eigen terrein adviseren wij de voorziening te dimensioneren op basis van de T=10 mm-kaarten van uw gemeente. En 84 mm moet u op eigen terrein kunnen bergen. Een infiltratievoorziening met overloop op openwater moet voldoen aan de eisen van het waterschap: boven de infiltratie voorziening moet u een dynamische buffer realiseren waarin een bui van 50 mm (T=10) kan worden geborgen. Daarboven vragen wij een waakhoogte van ongeveer 0,5 meter te hanteren. Bij een bui van 62,5mm (T=100) mag de voorziening tot aan de rand gevuld zijn. Toelichting Waterparagraaf LJ Costerstraat Bauhaus in Venlo (projectnummer )

10 Pagina 10 van 11 Noodoverloopconstructie Een noodoverloopconstructie zorgt ervoor dat het water op gecontroleerde wijze wegstroomt als de voorziening door extreme omstandigheden vol is en gaat overlopen. Het overtollige water moet stromen naar een plek waar het geen overlast kan veroorzaken. Dit kan zijn: naar een laagte op eigen perceel naar aangrenzend openwater naar het riool Het waterschap heeft de voorkeur dat u een noodoverloop over het maaiveld aanlegt (geen ondergrondse aansluiting op het riool). Vanuit een infiltratievoorziening kan dit plaatsvinden via de blad- en zandvang. 4.3 TOETSING MOGELIJKHEDEN VAN INFILTRATIE De ISSO-publicatie 70-1, Omgaan met hemelwater binnen de perceelsgrens (uitgave 2008), geeft criteria voor de mogelijkheden van infiltratie. In figuur 3 is het beslisschema weergegeven waarmee wordt getoetst. Puntsgewijs wordt hier het beslisschema doorlopen: In het onderzoeksgebied zijn uit de veldwerkgegevens slecht doorlatende lagen bekend die een belemmering kunnen vormen voor infiltratie op een diepte tot ca. 4 m -mv. De doorlatendheid van de bodem op locatiegrootte is voldoende voor infiltratiemogelijkheden. Figuur 3. Beslisschema voor infiltratie (bron: ISSO publicatie 70.1, 2008) Toelichting Waterparagraaf LJ Costerstraat Bauhaus in Venlo (projectnummer )

11 Pagina 11 van 11 5 SLOTSOM De toplaag van de bodem op de locatie kan worden beschouwd als een ophooglaag waar grote hoeveelheden bodemvreemde materialen in kunnen worden aangetroffen die zowel qua aard als samenstelling sterk kunnen variëren. De dikte van deze toplaag/ophooglaag bedraagt ca. 0,5 1,0 m. De onderliggende bodem bestaat voornamelijk uit zwak tot matig siltig zand. Op wisselende diepten kunnen kleilagen worden aangetroffen. Deze kleilagen variëren sterk in dikte en zijn lokaal afwezig. De klei- en zandlagen hebben lokaal een duidelijke invloed op de grondwaterstanden en infiltreren van regenwater. Het freatisch grondwater bevindt zich op ca 4 m mv. Regionaal gezien stroomt het freatisch grondwater / eerste watervoerende pakket globaal in noordwestelijke richting, in de richting van de Maas. De stromingsrichting kan lokaal sterk afwijken a.g.v. storende kleilagen. De gemeente heeft een afkoppelbeslisboom (Versie 1.01 april 2012) ontwikkeld om te bepalen welke eisen er gelden voor de omgang met hemelwater bij de aanvraag van een omgevingsvergunning. Op de locatie zijn, gezien de bodemopbouw en de lage grondwaterstand, voldoende mogelijkheden om tegemoet te komen aan de eisen van gemeente en waterschap ten aanzien van afkoppelen/infiltreren en bufferen van hemelwater. Vooralsnog is daar in de ontwerpfase reeds rekening mee gehouden in de vorm van aanleg van wadi s. Deze zijn te gebruiken als buffer en voor infiltratie. De in het ontwerp aangegeven oppervlakte hiervoor is echter ontoereikend. Dit betekent dat het oppervlakte uitgebreid moet worden of dat er andere compenserende maatregelen moeten worden genomen. Bij definitieve planvorming worden hierin keuzes gemaakt en gedimensioneerd. Geadviseerd wordt ter plaatse van de geprojecteerde wadi s bodemonderzoek uit te voeren om storende en slecht of ondoorlatende kleilagen vast te stellen en hiermee rekening te houden met de dimensionering van de wadi s. Eco Reest BV J.G.M. ten Broeke Toelichting Waterparagraaf LJ Costerstraat Bauhaus in Venlo (projectnummer )

12 BIJLAGE 1 Behoort bij rapport: LJ Costerstraat (Bauhauslocatie) Venlo

13

14 BIJLAGE 2 Behoort bij rapport: LJ Costerstraat (Bauhauslocatie) Venlo

15 Afkoppel beslisboom Gemeente Venlo Geachte lezer, Inleiding Voor u ligt de zogenaamde afkoppel-beslisboom van de Gemeente Venlo. De afkoppelbeslisboom is een stappenplan, bedoeld als hulpmiddel om te bepalen welke eisen er gelden voor de omgang met hemelwater bij de aanvraag van een omgevingsvergunning (voor de activiteit 'bouw'). en of een aanvraag voor een rioolaansluiting. De basis voor dit stappenplan ligt bij de beleidsdoelstellingen die in het Gemeentelijk Rioleringsplan Venlo (GRP+) zijn omschreven en in paragraaf 3.4 verder zijn uitgewerkt. De gestelde eisen dragen bij om te voldoen om die doelstellingen te behalen en zo het gemeentelijke stelsel toekomstbestendig te maken. Door onder andere in te spelen op voorspelde klimaatontwikkelingen, waartoe we in de toekomst rekening dienen te houden met intensievere regenbuien. Regenwater is relatief schoon en hoeft niet te worden gezuiverd. Infiltratie in de bodem van regenwater vermindert de verdroging, houdt het grondwater op peil en zorgt dat er minder water te snel naar de beken en de Maas loop. Tot slot zal de kwaliteit van het oppervlakte water schoner worden doordat er tijdens extreme buien minder rioolwater via noodoverlaten overstorten op de beken en de Maas. Structuur Het stappenplan is opgebouwd uit een vijftal modules, te weten; [1]Bepaling omgang hemelwater, [2]Eisen m.b.t. het afvoeren van hemelwater, [3]Toename verhard oppervlak, [4]Situatie wijzigen zonder toename verhard oppervlak en [5]Aanvullende eisen noodoverlaten/leegloopvoorzieningen. In module [1] wordt de locale situatie bepaald, deze is van grote invloed op de verdere stappen. De aanwezigheid van oppervlaktewater is van belang wanneer een voorziening (infiltratie en/of berging) niet inpasbaar is op het terrein. Hemelwater kan dan overstorten of afvoeren [2] naar het oppervlakte water, hierbij worden wel door de beheerder aanvullende eisen gesteld. Verder is het van belang in hoeverre de bestaande verhardingssituatie zal wijzigen. Het realiseren van een terrasoverkapping [4] heeft een andere impact heeft dan het bouwen van een loods in een weiland [3], hiervoor gelden dus andere eisen. Indien er, wat betreft verhard oppervlak, geen vergroting plaats vindt dan worden er wel degelijk bergingseisen gesteld [4]. In module [5] zijn de aanvullende eisen beschreven voor het toepassen van een noodoverlaat en/of leegloopvoorziening. Conclusie Bergingseis De conclusie is telkens een gestelde bergingseis. De bergingseisen bevatten een bepaalde theoretische bui bv T=2, deze bui komt gemiddeld 1 keer in de 2 jaar voor, de bui T=100 gemiddeld 1 keer per 100 jaar. Deze buien hebben een bepaalde hoeveelheid hemelwater die valt in een bepaalde tijd. Op deze theoretische buien worden voorzieningen gedimensioneerd, er wordt dan berekend hoeveel water in de voorziening geborgen moet worden voordat deze zal overlopen. Om materiële schade te voorkomen vragen we u door te (laten) rekenen wat de gevolgen zijn bij een extreme bui T=100. Hiermee kunnen wellicht bepaalde keuzes gemaakt worden om schade te voorkomen. Bij uw vergunningaanvraag dient u, aan te tonen welke stappen u heeft doorlopen en wat de bergingseis(en) is/zijn. Op basis van de bergingseis dient u dan een principe ontwerp van een voorziening aan te leveren. Dit ontwerp zal worden getoetst door de Gemeente Venlo en/of oppervlaktewaterbeheerder. Versie 1.0

16 Afkoppel beslisboom Gemeente Venlo Detailbeschrijving Module [5] omschrijft de aanvullende eisen ten aanzien van een noodoverlaat. Deze noodoverlaat treedt in werking wanneer de voorziening volledig is gevuld en het blijft regenen. Bij bergingseis 4 is er geen overlaat, bijvoorbeeld omdat de kosten voor het aansluiten van een overlaat duurder is dan het vergroten van de voorziening. Het zichtbaar maken van een overlaat (bovengrondse afstroming) heeft de voorkeur, zodat slecht werkende voorzieningen eerder opgemerkt worden. Overlaten worden bij voorkeur aangesloten op oppervlaktewateren zoals vijvers, beken of de maas, dit om de piek zo snel mogelijk te lozen, aangezien het gemeentelijke stelsel tijdens pieken waarschijnlijk ook zwaar belast is. Tot slot wordt er een onderscheid gemaakt tussen een bergingsvoorziening en een infiltratievoorziening. Een infiltratievoorziening is een bak met doorlatende wanden waardoor het water in de bodem kan infiltreren. De hoeveelheid water welke kan infiltreren is onder andere afhankelijk van de bodemdoorlatendheid (k-waarde), deze verschilt per locatie. Een bergingsvoorziening, toegepast bij een lage bodemdoorlatendheid, is strikt genomen een gesloten bak met een gedoseerde afvoer (max. 1 liter per seconde per hectare), in de praktijk kan deze bak met doorlatende wanden uitgevoerd worden zodat er wel wat water geïnfiltreerd kan worden. Versie 1.0

17 G:\AutodeskMap 3D\SBIBV\ZONDER NUMMER\Huver, Maicle\Beslisboom Afkoppelen\Beslisboom dwg Pag. A Afkoppel beslisboom Gemeente Venlo Versie 1.01 april 2012 Digitale versie van dit bestand is te downloaden op: A20 A1 Start Zijn er specifieke omgevings eisen vanuit GRP of bestemmingsplan? A1.2 Zie eisen GRP of bestemmingsplan A1.1 Mogelijke verwijzing in GRP of bestemmingsplan naar deze afkoppel beslisboom Ga naar: B1 pag B Leeswijzer Vraag met ja / nee keuze Eindconclusie met verwijzing naar eis Tussentijdse conclusie Eindkeuze evt. met verwijzing naar eis B5.1 Vervolg procedure Potentieel vervolg Tracject codering Samenvatting van gestelde eis Toelichting * Statische berging = netto inhoud van de berging ** Dynamisch berging = netto inhoud van de berging vermindert met de leegloop als gevolg van infiltratie / leegloopvoorziening over de bijbehorende tijdseenheid (24 of 48uur) *** Nadere detaillering ter goedkeuring afdeling Openbare Werken Gemeente Venlo

18 Pag. B Bepaling omgang hemelwater B40 B1 Bodemdoorlatendheid (k-waarde) 1) minimaal 0,5m / dag B1.2 B2 Grondwaterstand minimaal 1m - maaiveld B2.2 Dimensioneren infiltratievoorziening B1.1 B2.1 B30 Dimensioneren bergings- en leegloopvoorziening B5 Voorziening inpasbaar op perceel B5.1 Ga naar: C10 pag C Ov Bb Bv No Nb Nv onverhard / niet aangesloten op riool (tuin / terras) bestaande bouw op riool (huis, overkapping) bestaande verharding op riool (oprit) nieuwe bouw/verharding overlappend bestaande bouw / verharding nieuwe bouw nieuwe verharding B6 B5.2 Is er oppervlakte water in nabijheid? B6.2 Ga naar: C30 pag C Ov Ov B6.1 B7 Bb Nb Bestaande situatie reeds bebouwd en/of verhard B7.1 Afbeelding 1 Bv No Nv B8 B7.2 Toename verhard opp. Bb+Bv+Nb+Nv-No B(b+v) 2) zie afbeelding 1, 2 en toelichting B8.2 B90 Toename verhard oppervlak Bereken de eis voor de nieuwe delen Nv, Nb Afstromend regenwater bestaande situatie Afstromend regenwater nieuwe situatie B8.1 No Nieuwbouw overlappend op bestaand aangesloten verhard oppervlak B100 Bb Bestaande bebouwing aangesloten op het riool Nb Nieuwe bouw Ov Niet aangesloten verhard oppervlak water infiltreren of bergen (bv regenton) Geen toename verhard oppervlak Bereken de eis voor het overlappende deel No Bereken óók het overlappende oppervlak No Ga naar: D1 pag D Bv Bestaand aangesloten verhard oppervlak Afbeelding 2 Nv Nieuw verhard oppervlak Ov Onverhard oppervlak water infiltreerd Ga naar: E1 pag E 1) Indien de K-waarde nog niet bekend is; kies 2) Reeds aangesloten verhard opp. nieuwe situatie reeds aangesloten verhard oppervlak op gem. stelsel Lees de vraag als: Stroomt in de nieuwe situatie meer verhard oppervlak naar het gem. stelsel dan in de bestaande sitautie?

19 G:\AutodeskMap 3D\SBIBV\ZONDER NUMMER\Huver, Maicle\Beslisboom Afkoppelen\Beslisboom dwg Pag. C Eisen met betrekking tot het afvoeren van hemelwater C10 Hemelwater afvoeren Bij voorkeur zichtbaar (bovengronds) C2 Is er oppervlakte water in nabijheid? C1.1 C40 Hemelwater afvoeren naar gemeentelijk stelsel Afvoereis B B Afvoereis B: Er dient een maatwerk oplossing gezocht te worden voor de hemelwaterafvoer. Afvoeren op gemeentelijk stelsel ontwerpen en dimensioneren van de aansluiting in overleg met gemeente Venlo Compenserende maatregelen zijn vereist! C2.2 C30 Hemelwater infiltreren of bergen op eigen terrein. (Nood)overlaat op oppervlakte water Leegloopvoorziening oppervlaktewater, bij slechte bodemdoorlatendheid of hoge GWS, op Bij voorkeur zichtbaar (bovengronds) C50 Hemelwater afvoeren (na berging) naar oppervlakte water Afvoereis A Afvoereis A: Overleg met oppervlakte waterbeheerder over (aanvullende) eisen o.a. berging en aansluiting (Maas => RWS, Beken en vijvers => Waterschap Peel & Maasvallei, gemeente Venlo of Aparticulier eigendom)

20 Pag. D Toename verhard oppervlak D50 D1 Toename (afvoerend) verhard oppervlak Toename meer dan 100m² D1.2 D2 Systeem keuze o.a. afhankelijk van nabijheid gemeentelijk stelsel Absoluut systeem Geen noodoverlaat of leegloopvoorziening op gemeentelijk stelsel D2.2 Bergingseis 4 Toename minder dan 100m² Systeem met noodoverlaat naar gemeentelijk stelsel D1.1 D2.1 D30 D40 Bergingseis 2 Bergingseis 3 2 Bergingseisen: T=2 (20mm in 1 uur) (statische*) berging/infiltreren op eigen terrein (bergen boven grondwaterstand) T.b.v. eigen risico doorrekenen / in beeld brengen gevolgen bui T=100 (84mm in 48 uur), eis: geen water(schade) in gebouwen Aanvullende eisen zie pag. F 3 Bergingseisen: T=10 (50mm in 24 uur) (dynamische**) berging/infiltreren op eigen terrein (bergen boven grondwaterstand) T.b.v. eigen risico doorrekenen gevolgen bui T=100 (84mm in 48 uur), eis: geen water(schade) in gebouwen Aanvullende eisen zie pag. F 20mm = 20 liter per m2 50mm = 50 liter per m2 G:\AutodeskMap 3D\SBIBV\ZONDER NUMMER\Huver, Maicle\Beslisboom Afkoppelen\Beslisboom dwg 4 Bergingseisen: T=25 (71mm in 48 uur) (dynamische**) berging/infiltreren op eigen terrein (bergen boven grondwaterstand) Absoluut systeem dus geen noodoverlaat In beeld brengen gevolgen bui T=100 (84mm in 48 uur), eis: geen water(schade) in gebouwen Geen leegloopvoorziening naar gemeentelijk stelsel 71mm = 71 liter per m2

21 G:\AutodeskMap 3D\SBIBV\ZONDER NUMMER\Huver, Maicle\Beslisboom Afkoppelen\Beslisboom dwg Pag. E Situatie wijziging zonder toename verhard oppervlak E1 Afvoeren verhard oppervlak nieuwe/gewijzigde situatie. Nb+Nv-No (zie afbeelding 1 pag. B) E1.1 E1.2 E1.3 Maximaal 100m² Van 100m² tot 2.000m² Meer dan 2.000m² Bergingseis 1 Bergingseis 2 Bergingseis 3 Bergingseisen: 4mm bergen/infiltreren op eigen terrein (= ca. 35x overstort / jaar) (bergen boven grondwaterstand) Aanvullende eisen zie pag. F 1 2 Bergingseisen: T=2 (20mm in 1 uur) (statische*) berging/infiltreren op eigen terrein (bergen boven grondwaterstand) T.b.v. eigen risico doorrekenen / in beeld brengen gevolgen bui T=100 (84mm in 48 uur), eis: geen water(schade) in gebouwen Aanvullende eisen zie pag. F 3 Bergingseisen: T=10 (50mm in 24 uur) (dynamische**) berging/infiltreren op eigen terrein (bergen boven grondwaterstand) T.b.v. eigen risico doorrekenen gevolgen bui T=100 (84mm in 48 uur), eis: geen water(schade) in gebouwen Aanvullende eisen zie pag. F 4mm = 4 liter per m2 20mm = 20 liter per m2 50mm = 50 liter per m2

22 G:\AutodeskMap 3D\SBIBV\ZONDER NUMMER\Huver, Maicle\Beslisboom Afkoppelen\Beslisboom dwg Pag. F Aanvullende eisen t.a.v. noodoverlaat en eventuele leegloopvoorziening F20 F1 Is de bergingseis 1, 2 of 3? F1.1 Bergingseisen conform eis 4 Absoluut systeem heeft géén koppeling met gemeentelijk stelsel. F1.2 F40 F3 Zijn er beperkingen waardoor bovengronds / zichtbaar aanbieden niet mogelijk is? F3.1 Noodoverlaat zichtbaar ontwerpen F3.2 F50 Motiveer uw antwoord in de aanvraag of overleg. F6 Bodemdoorlatendheid (k-waarde) minimaal 0,5m / dag F6.1 F6.2 F7 Grondwaterstand minimaal 1m - maaiveld F7.1 F7.2 Infiltratievoorziening:*** geen leegloopvoorziening naar gemeentelijk stelsel noodzaakelijk noodoverlaat aansluiten op gemeentelijk stelsel Noodoverlaat bovengronds aanbrengen tenzij u hiervan gemotiveerd mag afwijken. Noodoverlaat voorzien van terugslagklep en overstortmuur Toepassen bodempassage/ bodemfilter (als onderdeel van de infiltratievoorziening) Bergingsvoorziening:*** Leegloopvoorziening max. 1liter/seconde/hectare naar gemeentelijk noodoverlaat aansluiten op gemeentelijk stelsel Noodoverlaat bovengronds aanbrengen tenzij u hiervan gemotiveerd mag afwijken Noodoverlaat voorzien van terugslagklep en overstortmuur

23 A1 Zijn er specifieke omgevings eisen vanuit GRP of bestemmingsplan? A1.2 A20 Zie eisen GRP of bestemmingsplan Start Afkoppel beslisboom Gemeente Venlo A1.1 Mogelijke verwijzing in GRP of bestemmingsplan naar deze afkoppel beslisboom Pag. B Pag. C Bepaling omgang hemelwater B40 Eisen met betrekking tot het afvoeren van hemelwater Dimensioneren B2.2 infiltratievoorziening Afvoereis B: Er dient een maatwerk oplossing gezocht te worden voor de C40 hemelwaterafvoer. C10 B Afvoeren op gemeentelijk stelsel C2 Hemelwater Hemelwater afvoeren ontwerpen en dimensioneren Is er oppervlakte afvoeren water in nabijheid? naar gemeentelijk van de aansluiting in overleg met C1.1 B5 Ga naar: Bij voorkeur zichtbaar stelsel gemeente Venlo C10 (bovengronds) Voorziening inpasbaar pag C Afvoereis B Compenserende maatregelen op perceel B5.1 zijn vereist! B1 B2 Bodemdoorlatendheid (k-waarde) Grondwaterstand B1.2 Ga naar: minimaal 0,5m / dag minimaal 1m - maaiveld B1 pag B B1.1 B2.1 B30 Dimensioneren bergings- en leegloopvoorziening C2.2 Ov onverhard / niet aangesloten op riool (tuin / terras) Bb bestaande bouw op riool (huis, overkapping) Bv bestaande verharding op riool (oprit) No nieuwe bouw/verharding overlappend bestaande bouw / verharding Nb nieuwe bouw Nv nieuwe verharding Ov Ov Pag. A Bb Nb Nv Afbeelding 1 B5.2 B6 Ga naar: C30 Is er oppervlakte pag C water in nabijheid? B6.2 Afvoereis A: C30 Overleg met oppervlakte waterbeheerder over Hemelwater infiltreren of C50 bergen op eigen terrein. (aanvullende) eisen o.a. berging en aansluiting (Nood)overlaat op B6.1 oppervlakte water Hemelwater afvoeren (Maas => RWS, Leegloopvoorziening (na berging) Beken en vijvers => Waterschap Peel B7 oppervlaktewater, bij naar oppervlakte water & Maasvallei, gemeente Venlo of Bestaande situatie Aparticulier eigendom) reeds bebouwd en/of Afvoereis A B7.1 slechte verhard bodemdoorlatendheid of hoge GWS, op Bij voorkeur zichtbaar (bovengronds) B7.2 B90 B8 Toename verhard opp. Toename Bb+Bv+Nb+Nv-No verhard oppervlak B8.2 B(b+v) Bereken de eis voor 2) zie afbeelding 1, 2 en de nieuwe toelichting delen Nv, Nb B8.1 B100 Geen toename verhard oppervlak Bereken de eis voor het overlappende deel No Ga naar: E1 pag E Ga naar: D1 pag D 1) Indien de K-waarde nog niet bekend is; kies 2) Reeds aangesloten verhard opp. nieuwe situatie reeds aangesloten verhard oppervlak op gem. stelsel Lees de vraag als: Stroomt in de nieuwe situatie meer verhard oppervlak naar het gem. stelsel dan in de bestaande sitautie? Pag. D D1 Toename (afvoerend) verhard oppervlak Toename minder dan 100m² D1.1 Toename verhard oppervlak Toename meer dan 100m² D1.2 D2 Systeem keuze o.a. afhankelijk van nabijheid gemeentelijk stelsel Systeem met noodoverlaat naar gemeentelijk stelsel D2.1 Absoluut systeem Geen noodoverlaat D2.2 of leegloopvoorziening op gemeentelijk stelsel D50 Bergingseis 4 4 Bergingseisen: T=25 (71mm in 48 uur) (dynamische**) berging/infiltreren op eigen terrein (bergen boven grondwaterstand) Absoluut systeem dus geen noodoverlaat In beeld brengen gevolgen bui T=100 (84mm in 48 uur), eis: geen water(schade) in gebouwen Geen leegloopvoorziening naar gemeentelijk stelsel 71mm = 71 liter per m2 D30 D40 Pag. E Situatie wijziging zonder toename verhard oppervlak Bergingseis 2 Bergingseis 3 E1 Afvoeren verhard oppervlak nieuwe/gewijzigde situatie. Nb+Nv-No (zie afbeelding 1 pag. B) E1.1 E1.2 E1.3 Maximaal Van 100m² Meer dan 100m² tot 2.000m² 2.000m² Bergingseis 1 Bergingseis 2 Bergingseis 3 Bergingseisen: Bergingseisen: T=10 (50mm in 24 uur) T=2 (20mm in 1 uur) (statische*) 2 berging/infiltreren op eigen terrein 3 (dynamische**) berging/infiltreren op eigen terrein (bergen boven (bergen boven grondwaterstand) grondwaterstand) T.b.v. eigen risico doorrekenen / in T.b.v. eigen risico doorrekenen beeld brengen gevolgen bui T=100 gevolgen bui T=100 (84mm in 48 (84mm in 48 uur), eis: geen uur), eis: geen water(schade) in water(schade) in gebouwen gebouwen Aanvullende eisen zie pag. F Aanvullende eisen zie pag. F 20mm = 20 liter per m2 50mm = 50 liter per m2 1 2 Bergingseisen: 4mm bergen/infiltreren op eigen terrein (= ca. 35x overstort / jaar) (bergen boven grondwaterstand) Aanvullende eisen zie pag. F 4mm = 4 liter per m2 Bergingseisen: T=2 (20mm in 1 uur) (statische*) berging/infiltreren op eigen terrein (bergen boven grondwaterstand) T.b.v. eigen risico doorrekenen / in beeld brengen gevolgen bui T=100 (84mm in 48 uur), eis: geen water(schade) in gebouwen Aanvullende eisen zie pag. F 20mm = 20 liter per m2 3 Bergingseisen: T=10 (50mm in 24 uur) (dynamische**) berging/infiltreren op eigen terrein (bergen boven grondwaterstand) T.b.v. eigen risico doorrekenen gevolgen bui T=100 (84mm in 48 uur), eis: geen water(schade) in gebouwen Aanvullende eisen zie pag. F 50mm = 50 liter per m2 Aanvullende eisen: pag F Leeswijzer Eindconclusie met verwijzing naar Vraag met ja / nee keuze eis Tussentijdse conclusie Eindkeuze evt. met verwijzing naar eis Samenvatting van gestelde eis Vervolg procedure Potentieel vervolg B5.1 Tracject codering Toelichting * Statische berging = netto inhoud van de berging ** Dynamisch berging = netto inhoud van de berging vermindert met de leegloop als gevolg van infiltratie / leegloopvoorziening over de bijbehorende tijdseenheid (24 of 48uur) *** Nadere detaillering ter goedkeuring afdeling Openbare Werken Gemeente Venlo Pag. F Aanvullende eisen t.a.v. noodoverlaat en eventuele leegloopvoorziening F20 Bergingseisen F1 conform eis 4 Absoluut Is de bergingseis F1.1 1, 2 of 3? systeem heeft géén koppeling met gemeentelijk stelsel. F1.2 F40 F3 Zijn er beperkingen Noodoverlaat waardoor bovengronds / zichtbaar F3.1 zichtbaar aanbieden niet mogelijk ontwerpen is? F3.2 F50 F6 Motiveer uw antwoord in Bodemdoorlatendheid (k-waarde) de aanvraag of F6.1 minimaal 0,5m / dag overleg. F6.2 F7 Grondwaterstand minimaal 1m - maaiveld F7.1 F7.2 Infiltratievoorziening:*** Bergingsvoorziening:*** geen leegloopvoorziening Leegloopvoorziening max. naar gemeentelijk stelsel 1liter/seconde/hectare naar noodzaakelijk gemeentelijk noodoverlaat aansluiten op noodoverlaat aansluiten op gemeentelijk stelsel Noodoverlaat bovengronds gemeentelijk stelsel aanbrengen tenzij u hiervan Noodoverlaat bovengronds gemotiveerd mag afwijken. aanbrengen tenzij u hiervan Noodoverlaat voorzien van gemotiveerd mag afwijken terugslagklep en overstortmuur Noodoverlaat voorzien van Toepassen bodempassage/ terugslagklep en bodemfilter (als onderdeel van de infiltratievoorziening) overstortmuur 1) Bv No Afstromend regenwater bestaande situatie Afstromend regenwater nieuwe situatie Nieuwbouw overlappend op bestaand aangesloten verhard oppervlak Bestaande bebouwing aangesloten op het riool Bestaand aangesloten verhard oppervlak Nv Nieuw verhard oppervlak Afbeelding 2 Nieuwe bouw Niet aangesloten verhard oppervlak water infiltreren of bergen (bv regenton) Onverhard oppervlak water infiltreerd Bereken óók het overlappende oppervlak No Aanvullende eisen: pag F Versie 1.01 april 2012 Bv No Bb Nb Ov Ov

24 BIJLAGE 3 Behoort bij rapport: LJ Costerstraat (Bauhauslocatie) Venlo

25

26