EFFECTMETING MIDDELEN INZAKE RESTAURATIE VAN RIJKSMONUMENTEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EFFECTMETING MIDDELEN INZAKE RESTAURATIE VAN RIJKSMONUMENTEN"

Transcriptie

1 EFFECTMETING MIDDELEN INZAKE RESTAURATIE VAN RIJKSMONUMENTEN

2 INHOUDSOPGAVE pagina 1. SAMENVATTING 1 2. INLEIDING 5 3. VOORRAAD MONUMENTEN Omvang voorraad Behoefte nieuwe 6 4. BOUWTECHNISCH VERVAL VAN MONUMENTEN 8 5. EFFECT VAN SUBSIDIES EN INVESTERINGEN Overzicht subsidies Laag-rentende lening NRF Gebruik van de regelingen Investeringen op de subsidiabele ingrepen Effecten subsidies en investeringen op de STAND VAN ZAKEN PER Totale ONTWIKKELINGEN IN DE BEHOEFTE NA Doelstelling 2011 ten opzichte van huidige situatie Voorraad per Restauratieachterstand Gewenste Behoefte per Raming per zonder extra middelen Monumentenvoorraad Verdergaand verval Subsidies Behoefte 2011 zonder inzet van restauratie subsidies Raming benodigde subsidiemiddelen voor restauratie 22 Bijlage 1 Berekening verdergaand verval S /HB/TD 21 februari 2005 / Versie: definitief

3 1. SAMENVATTING Jaarlijks ontvangt de Tweede Kamer van het Kabinet een overzicht van de resultaten van de beleidsinspanningen in het voorgaande jaar. Voor de sector is daarom inzicht nodig in de effecten van de door het Rijk gepleegde investeringen. De divisie Bouwcentrum van PRC is nu gevraagd een indicatie te geven van de van rijks per 1 januari Voor deze meting is gebruik gemaakt van de benaderingswijze die eind 2000 is gebruikt voor de effectmeting per 1 januari 2001 (zie rapport Monumentenzorg: van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording ). Het betreft een modelmatige benadering, waarbij rekening is gehouden met onder andere het effect van subsidies en het voortschrijdend verval (veroudering) van. Wij maken bij deze meting gebruik van de ramingsgegevens uit Op basis van input van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg over aantallen, verstrekte subsidies en gereed gemelde restauraties is met behulp van deze benadering een indicatie verkregen van de stand van zaken per 1 januari Deze stand van zaken geeft een indicatie van de huidige, de ontwikkeling van de, de voorraad en het effect van de ingezette middelen. Voorraad rijks In eerste instantie zijn de ontwikkelingen in de voorraad rijks onderzocht. Als gevolg van het Monumenten Selectie Project (MSP) is de voorraad rijks in de periode toegenomen tot rijks. Bij het bepalen van het aantal rijks is rekening gehouden met een nieuwe methode van tellen per 1 januari 1997, waarbij complexen met meerdere nu als één geheel worden geregistreerd. Na 2005 zal de voorraad rijks nagenoeg gelijk blijven. Er zijn na 2005 geen MSP meer die aan de voorraad worden toegevoegd. Overzicht subsidies In de periode tussen 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004 is circa 375 miljoen euro aan subsidies vanuit de Rijksdienst voor de Monumentenzorg beschikbaar gesteld. Grofweg kunnen deze subsidies in drie categorieën ingedeeld worden: - Restauratiesubsidies toegekend conform de BRRM (totaal 228 miljoen); - Restauratiesubsidies voor uitzonderlijk grote restauraties (kanjers, 102 miljoen); - Onderhoudsubsidies (45 miljoen). Deze worden geacht een deel van het verdergaand bouwtechnisch verval van de rijks tegen te gaan. Subsidies maken investeringen los; er is ingeschat dat circa 284 miljoen euro door anderen wordt uitgegeven op de subsidiabele ingrepen. Het NRF heeft in september 2002 de Restauratiefonds Hypotheek regeling voor eigenaren van rijks ingevoerd. Via deze regeling kunnen eigenaren van rijks voor het uitvoeren van restauraties een lening bij de NRF afsluiten tegen een zeer lage rente. In totaal is via deze regeling 94,5 miljoen euro aan laag-rentende leningen verstrekt op subsidiabele ingrepen. S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

4 Behoefte per Om de per 1 januari 2005 te kunnen inschatten, is gebruik gemaakt van een model waarin rekening gehouden wordt met de volgende aspecten: 1. De toename van de als gevolg van de toename van het aantal rijks (MSP-panden). 2. De toename van de als gevolg van verdergaand verval van de. 3. De afname van de als gevolg van investeringen, welke al dan niet met subsidies tot stand komen. Door de resultaten van 1, 2 en 3 te combineren, is een schatting ontstaan van de per 1 januari Tabel 1.1 Totale per 1 januari 2005 (alle bedragen x 1 miljoen euro) toename door MSP toename door verdergaand verval afname door onderhoud afname door subsidies en laagrentende leningen woonhuizen/boerderijen kerkelijke gebouwen overige Totaal Alle genoemde bedragen hebben prijspeil januari Om de te vertalen naar prijspeil januari 2005, kan de hiervoor berekende grofweg met 14,03% verhoogd worden (bron: BDB-indexcijfers voor onderhoud en vervanging). Per saldo betekent dit dat de onder de rijks per geschat wordt op miljoen euro. Aangezien er een aanzienlijk verschil is tussen de voorraad in 2001 en 2005, zijn de geconstateerde achterstanden niet direct vergelijkbaar. Om die reden worden de effecten uitgedrukt in het te restaureren percentage van de voorraad. In 2001 bedroeg het te restaureren percentage 40% van de voorraad. In 2005 wordt dit percentage ingeschat op 33%. Ontwikkelingen na 2005 In 2001 is de achterstand van de gemeten via de zogenaamde raming, welke door de gemeenten zelf is uitgevoerd. In Het Strategisch Plan voor de Monumentenzorg is geformuleerd dat er naar gestreefd wordt dat de restauratieachterstand op 1 januari 2011 is teruggebracht tot 10% van de voorraad. Onderzocht is of extra middelen nodig zijn om deze doelstelling te realiseren. S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

5 Bij dit onderzoek is van de volgende aannamen uitgegaan: - Het Monumenten Selectie Project is op 1 januari 2005 afgerond. Vooralsnog is het niet bekend of er tussen 2005 en 2011 aan de voorraad worden toegevoegd. In de berekening wordt aangenomen dat de voorraad op 1 januari 2011 gelijk is aan de voorraad op 1 januari Deze aanname is ook toegepast op de verschillende categorieën. - Aangenomen wordt dat vanaf 1 januari 2005 de RdMz geen restauratiesubsidie meer verleend aan belastingplichtige eigenaren. Zij kunnen voor de financiering van de restauraties een aanvraag indienen voor een laag-rentende lening bij het NRF. - In de Objecten Data Bank van de RdMz is om privacy redenen niet aangegeven of de eigenaar van een monument belastingplichtig is. Aangenomen wordt dan ook dat de staat van onderhoud van rijks niet afhangt van het type eigenaar. - Als gevolg van verdergaand verval en gebrek aan onderhoud zal de stijgen. Gesteld kan worden dat het verdergaand verval groter zal zijn indien minder wordt geinvesteerd in het onderhoud. Evenzo zal het verdergaand verval kleiner zijn indien meer wordt geïnvesteerd in onderhoud. - Voor zover bekend heeft de RdMz in totaal in de jaren 2005 tot en met 2010 circa 335 miljoen euro ter beschikking voor het verstrekken van subsidie aan niet-belastingplichtige eigenaren van. - Aangenomen wordt dat een lineair verband aanwezig is tussen de in euro s en het aantal met restauratieachterstand. Uitgaande hiervan wordt de gewenste bij rijks van niet-belastingplichtige eigenaren per geraamd op 376 miljoen euro (prijspeil jan 2001). Onderzocht is vervolgens hoeveel extra geld nodig is om in 2011 een te restaureren voorraad te bereiken van 10 procent, ofwel een van 376 miljoen euro. Tabel 1.2 Totale per 1 januari 2011 (alle bedragen x 1 miljoen euro, prijspeil januari 2001) toename door voorraad toename door verdergaand verval afname door onderhoud afname door subsidies en laagrentende leningen woonhuizen/boerderijen kerkelijke gebouwen overige Totaal S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

6 Volgens de modelmatige benadering wordt de doelstelling (de restauratieachterstand is op 1 januari 2011 teruggebracht tot 10% van de voorraad) gehaald indien de totale investeringen in subsidiabele ingrepen 794 miljoen euro bedragen (prijspeil januari 2001). Deze investeringen van 794 miljoen euro komen overeen met een bedrag van 480 miljoen euro aan subsidiemiddelen in de periode (prijspeil januari 2001). Het hier geraamde totaal benodigde subsidiebedrag voor restauratie (480 miljoen euro) is fors hoger dan de beschikbare subsidiemiddelen in van 275 miljoen euro. Uit deze analyse volgt dat circa 205 miljoen euro subsidie middelen (prijspeil 1 januari 2001) extra nodig zijn om de doelstelling uit Het Strategisch Plan voor de Monumentenzorg te verwezenlijken. Omgerekend naar prijspeil 1 januari 2005 betekent dat circa 234 miljoen euro aan extra subsidie middelen. Aanbevelingen In de berekeningen wordt conform het onderzoek in 2000 veelvuldig gebruik gemaakt van aannamen en parameters. Mutaties in aannamen en parameters kunnen grote invloed hebben op de uitkomsten van dit onderzoek. De basis van dit onderzoek ligt deels in de raming 1997 en 2001 en deels in ervaringen die de RdMz de afgelopen jaren heeft opgedaan. Voor een toetsing van deze op de modelmatige benadering gebaseerde resultaten is het raadzaam een nieuwe meting uit te voeren. S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

7 2. INLEIDING Jaarlijks ontvangt de Tweede Kamer van het Kabinet een overzicht van de resultaten van de beleidsinspanningen in het voorgaande jaar. Voor de sector is daarom inzicht nodig in de effecten van de door het Rijk gepleegde investeringen. De divisie Bouwcentrum van PRC is nu gevraagd een indicatie te geven van de van rijks per 1 januari Voor deze meting zal gebruik worden gemaakt van de benaderingswijze die eind 2000 is gebruikt voor de effectmeting per 1 januari 2001 (zie rapport Monumentenzorg: van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording ). Het betreft een modelmatige benadering, waarbij rekening is gehouden met onder andere het effect van subsidies en het voortschrijdend verval (veroudering) van. Wij maken bij deze meting gebruik van de ramingsgegevens uit Op basis van input van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg over aantallen, verstrekte subsidies en gereed gemelde restauraties is met behulp van deze benadering een indicatie verkregen in de stand van zaken per 1 januari Deze stand van zaken geeft een indicatie van de, de ontwikkeling in de, de voorraad en het effect van de ingezette middelen. Om de in te schatten worden achtereenvolgens de volgende stappen doorlopen: - het vaststellen van de voorraad rijks per 1 januari 2005 (hoofdstuk 3); - het inschatten van de toename als gevolg van de groei van het aantal rijks per 1 januari 2005 (hoofdstuk 4); - het corrigeren van de op basis van bouwtechnisch verval in de periode 2001 tot en met 2004 (hoofdstuk 4); - het corrigeren van de op basis van investeringen in de periode 2001 tot en met 2004 (hoofdstuk 5). Op basis van de hiervoor aangegeven modelmatige benadering is vervolgens in hoofdstuk 7 geschat hoeveel extra middelen nodig zijn om de doelstelling uit Het Strategisch Plan voor de Monumentenzorg (de werkvoorraad te restaureren moet op 1 januari 2011 zijn teruggebracht naar 10%) te realiseren. S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

8 3. VOORRAAD MONUMENTEN 3.1 Omvang voorraad De voorraad is vanaf eind jaren negentig tot 2003 aanzienlijk toegenomen via het Monumenten Selectie Project (MSP). In dit project zijn objecten uit de periode geselecteerd die uiteindelijk rijksmonument konden worden. Daarnaast is de afgelopen jaren de voorraad rijks anders weergegeven. Tot 2001 werden alle rijks, die behoren bij een bepaald complex, als aparte rijks beschouwd, terwijl tegenwoordig alle rijks die behoren bij een bepaald complex gezamenlijk één rijksmonument vormen. In het vervolg van deze rapportage wordt van deze laatste situatie uitgegaan. De per wordt geschat op basis van de per Gezien het belang van beide momenten is de voorraad op beide momenten in beeld gebracht. De voorraad rijks is afgeleid van de gegevens uit de Objecten Data Bank van de RdMz. In onderstaande tabel wordt de voorraad rijks (exclusief de rijks in het bezit van de RGD) per type rijksmonument (cbs-categorie) weergegeven. Tabel 3.1 Voorraad rijks per cbs-categorie cbs-categorie voorraad voorraad toename voorraad toename voorraad abs abs abs % openbare gebouwen % verdedigingswerken % kerkelijke gebouwen % kerkelijke onderdelen/objecten % woonhuizen % delen van geb/woonhuizen % liefdadige instellingen/hofjes % boerderij % molens % weg en waterwerken % horeca instellingen % kastelen, landhuizen e.d % losse objecten % Totaal % 3.2 Behoefte nieuwe In de voorraad van 2001 zijn MSP-panden opgenomen, die op dat moment reeds de status rijksmonument hadden verkregen. Aan de hand van de van deze ob- S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

9 jecten in de raming van 2001, is de ingeschat van de MSP-panden die in de periode zijn toegevoegd aan de voorraad rijks. Van de die in 2001 aan de raming meededen, zijn opgevoerd met. Deze verdeling is gebruikt om het aantal met in te schatten dat in de periode toegevoegd werd. Vervolgens is de toename zelf ingeschat, zoals uit de volgende tabellen blijkt. Tabel 3.2 Aantal MSP met voorraad MSP MSP met toename MSP toename MSP met woonhuizen boerderij kerkelijke gebouwen overige Totaal Tabel 3.3 Groei als gevolg van groei in voorraad gem per MSP monument met toename MSP met totale groei door groei aantal (x 1.000) woonhuizen boerderij kerkelijke gebouwen overige Totaal Als gevolg van de MSP- die in de periode aan het bestand rijks zijn toegevoegd, is hierboven modelmatig berekend dat de tussen 2001 en 2005 met circa 253 miljoen euro is toegenomen door de groei van het aantal. S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

10 4. BOUWTECHNISCH VERVAL VAN MONUMENTEN Door veroudering neemt de restauratieachterstand van de voorraad toe. Dit wordt veroorzaakt door het verdergaand bouwtechnisch verval van. Ook die nu geen hebben, worden geacht een toename van te hebben. In bijlage 1 is de berekeningswijze van dit effect gegeven. Er kan gesteld worden dat die nu bouwtechnisch minder goed zijn in de toekomst een relatief grotere stijging zullen ondervinden dan die nu bouwtechnisch goed zijn. Tevens is rekening gehouden met het feit dat een groot deel van de toename van de weggenomen wordt door investeringen, waarbij subsidiëring vanuit de RdMz niet gebruikt wordt (zie bijlage 1). De toename van de per jaar per monument in de periode tussen januari 2001 en december 2004 is berekend op: Tabel 4.1 Toename per jaar per monument die nu hebben die nu geen hebben woonhuizen/boerderijen 1.362,-- 521,-- kerkelijke gebouwen , ,-- overige 6.577, ,-- Het aantal dat in 2005 heeft is afgeleid van de raming 2001, de toegekende subsidie voor restauraties en de aanvragen bij het NRF voor gebruik van de Restauratiefonds Hypotheek. Tabel 4.2 Aantal met aantal met op toename MSP met afname aantal met door restauratie subsidies afname aantal met door RfH van NRF aantal met op woonhuizen/boerderijen kerkelijke gebouwen overige Totaal Het aantal met in 2001 tot en met 2004 wordt geschat op het gemiddelde van het aantal met op 1 januari 2001 en het aantal met op 1 januari Het aantal met in 2001 tot en met S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

11 2004 wordt geraamd op rijks (het gemiddelde van en rijks). Met behulp van het aantal met is de toename te ramen als gevolg van bouwtechnisch verval. Tabel 4.3 Toename door bouwtechnisch verval bij met aantal met in jaarlijkse toename per monument dat nu heeft totale toename woonhuizen/boerderijen ,-- 126,9 kerkelijke gebouwen ,-- 214,0 overige ,-- 85,9 Totaal ,8 Tabel 4.4 Toename door bouwtechnisch verval bij zonder aantal zonder jaarlijkse toename per monument dat nu geen heeft totale toename woonhuizen/boerderijen ,-- 30,9 kerkelijke gebouwen ,-- 137,3 overige ,-- 43,7 Totaal ,8 Totaal neemt de in de periode als gevolg van bouwtechnisch verval toe met 638,5 miljoen euro (426,7+211,8). In deze berekening is rekening gehouden met investeringen door eigenaren of derden om dit verval te voorkomen. Deze investeringen staan los van de subsidies, daar dit effect separaat in het volgende hoofdstuk ingeschat wordt. Door verdergaand verval van de voorraad stijgt de. Dit effect wordt groter naarmate minder financiële middelen beschikbaar wordt gesteld. Om het effect van achteruitgang in beeld te brengen, is verondersteld dat de achteruitgang 100% is in het geval er geen extra middelen beschikbaar wordt gesteld. In het geval dat naast de reguliere geldstroom extra subsidiemiddelen beschikbaar wordt gesteld weegt de achteruitgang voor minder dan 100% mee. Op basis van de extra subsidie middelen die in 2001 tot en met 2004 beschikbaar zijn gesteld wordt aangenomen dat de achteruitgang in 2001 tot en met 2004 voor 75% meeweegt. De totale toename van de in 2001 tot en met 2004 op basis van verdergaand verval van de voorraad wordt daardoor geraamd op 479,0 miljoen euro. S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

12 5. EFFECT VAN SUBSIDIES EN INVESTERINGEN 5.1 Overzicht subsidies In de periode tussen 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004 is circa 375 miljoen euro subsidies vanuit de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in de voorraad geïnvesteerd. Grofweg kunnen deze subsidies in drie categorieën ingedeeld worden: - Restauratiesubsidies toegekend conform de BRRM; - Restauratiesubsidies voor uitzonderlijk grote restauraties (kanjers); - Onderhoudsubsidies. Restauratiesubsidies (totaal: 227,9 miljoen): - BRRM: 203,6 miljoen euro. De BRRM (zowel oude als nieuwe regeling) kent het principe dat men subsidies mag toekennen ten laste van budgetten in de toekomst. - Extra BRRM: 8,8 miljoen euro. In 1996 is extra geld beschikbaar gesteld. In de periode 2001 t/m 2004 is hiervan 8,8 miljoen euro ingezet voor uitbreiding van de BRRM-gelden. De RdMz heeft per jaar per cbs-categorie aangegeven hoeveel restauratiesubsidies hebben gekregen en welke bedragen daarmee gemoeid zijn. Naast deze reguliere subsidieregeling is rekening gehouden met de volgende restauratiesubsidies waarvan de RdMz per cbs-categorie heeft aangegeven hoeveel hoeveel subsidie hebben gekregen: - BRHB en BRHB extra, totaal 1,8 miljoen euro; - Verzuringsgeld, totaal 4,7 miljoen euro; - Extra steunregeling, totaal 1,4 miljoen euro; - Interne voorziening, totaal 7,8 miljoen euro. Kanjers (totaal: 102,1 miljoen euro) De kanjersubsidies zijn bedoeld om die te restaureren, waar de de beschikbare middelen van een gemeente of provincie ver overstijgen. Dit geld wordt derhalve grotendeels voor restauratie van kerken en overige gebruikt. Van de RdMz is een lijst met objecten verkregen welke in 2001 t/m 2004 subsidie hebben gekregen uit dit kanjerfonds. Onderhoudsgelden (totaal: 44,6 miljoen euro) Daar restauraties veelal het gevolg zijn van achterstallig onderhoud, zijn parallel aan de restauratiesubsidies ook de onderhoudssubsidies verhoogd. Hieronder volgt een overzicht van de regelingen en de hoeveelheid ingezette subsidies in de periode 2001 tot en met 2004: - BROM regulier: 12,3 miljoen euro - BROM extra: 1,8 miljoen euro - BROM molens: 3,8 miljoen euro - BROM artikel 11: 17,5 miljoen euro - BROM artikel 11 extra: 9,2 miljoen euro De RdMz heeft per jaar per cbs-categorie aangegeven hoeveel restauratiesubsidies hebben gekregen en welke bedragen daarmee gemoeid zijn. S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

13 De onderhoudsgelden hebben indirect effect op de afname van de restauratieachterstand. Ze worden geacht een deel van het verdergaand bouwtechnisch verval van de rijks tegen te gaan. In dit onderzoek is verondersteld, dat een gegeven bedrag aan investeringen in het onderhoud een twee maal zo groot bedrag aan afname van het verval bewerkstelligt. Dit betekent bijvoorbeeld, dat een investering in het onderhoud van kerken van 1 miljoen een afname van het verval van de kerken van 2 miljoen met zich meebrengt. 5.2 Laag-rentende lening NRF De NRF heeft in september 2002 de Restauratiefonds Hypotheek regeling voor eigenaren van rijks ingevoerd. Via deze regeling kunnen eigenaren van rijks voor het uitvoeren van restauraties een lening bij de NRF afsluiten tegen een zeer lage rente. De eigenaren komen dan niet in aanmerking voor subsidie via de RdMz. Restauratiefonds Hypotheek (van NRF) (totaal: 94,5 miljoen euro) Het NRF heeft aangegeven hoeveel rijks gebruik hebben gemaakt van deze regeling, inclusief het leningbedrag dat ze ontvangen hebben en de aan de restauratie gekoppelde subsidiabele kosten. 5.3 Gebruik van de regelingen Uit gegevens die door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg verstrekt zijn is afgeleid hoeveel procent van de gelden toegekend worden aan van een bepaalde categorie. Onderstaande tabel toont de resultaten van deze analyse. Tabel 5.1 Gebruik van de regelingen per categorie (naar saldo) restauratie subsidies kanjers onderhoudsgelden laag-rentende lening NRF woonhuizen/boerderijen 34% 12% 2% 65% kerkelijke gebouwen 40% 47% 75% 1% overige 27% 40% 23% 35% Totaal 100% 100% 100% 100% Bovenstaande tabel laat bijvoorbeeld zien dat 12% van de totale subsidiegelden uit het kanjerfonds gaan naar de woonhuizen/boerderijen. 5.4 Investeringen op de subsidiabele ingrepen Subsidies maken investeringen los. Voor de verhouding subsidies RdMz en laag-rentende lening NRF versus de investeringen op de subsidiabele ingrepen van anderen, wordt de volgende verdeling aangehouden welke een gewogen gemiddelde is van de verschillende investeringsmogelijkheden (bron RdMz). S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

14 Tabel 5.2 Relatie tussen subsidies RdMz, laag-rentende leningen NRF en bijdragen door derden restauratie subsidies onderhoudsgelden leningen subsidie (RdMz) bijdragen derden subsidie (RdMz) bijdragen derden laagrentende (NRF) bijdragen derden woonhuizen/boerderijen 51,5% 48,5% 50,0% 50,0% 74,9% 25,1% kerkelijke gebouwen 61,8% 38,2% 50,0% 50,0% 66,9% 33,1% overige 59,5% 40,5% 50,0% 50,0% 31,6% 68,4% In eerdere onderzoeken is gesproken over een multiplier tussen subsidies en investeringen van ruim 3. Deze is niet vergelijkbaar met de bovenstaande verhoudingen, daar in de multiplier ook investeringen voor luxe, isolatie en dergelijke is opgenomen. Omdat dit geen effect heeft op de zijn die investeringen buiten dit onderzoek gehouden. In dit rapport gaat het puur om de investeringen op subsidiabele ingrepen. 5.5 Effecten subsidies en investeringen op de Op basis van de subsidies en laag-rentende leningen is een indicatie te krijgen van de totale investering in de zorg tussen 2001 en Eigenaren van rijks die bij onderhoud of restauratie geen beroep doen op het verkrijgen van subsidies of laag-rentende leningen komen hier niet aan bod. Bij de berekening van het bouwtechnisch verval wordt rekening gehouden met de verwachte subsidiabele investeringen van deze groep eigenaren. De modelmatige berekening van de totale subsidiabele investeringen in de zorg tussen 2001 en 2004 blijkt uit de volgende vier tabellen: Tabel 5.3 Opbouw investeringen restauratiesubsidies Subsidie RdMz Bijdragen derden Totale investering woonhuizen/boerderijen 76,8 72,3 149,1 kerkelijke gebouwen 90,2 55,8 146,0 overige 60,9 41,4 102,3 Totaal 227,9 169,5 397,4 S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

15 Tabel 5.4 Opbouw investeringen kanjers Subsidie RdMz Bijdragen derden Totale investering woonhuizen/boerderijen 12,7 12,0 24,7 kerkelijke gebouwen 48,1 29,8 77,8 overige 41,3 28,1 69,3 Totaal 102,1 69,8 171,9 Tabel 5.5 Opbouw investeringen onderhoudsgelden Subsidie RdMz Bijdragen derden Totale investering woonhuizen/boerderijen 0,9 0,9 1,8 kerkelijke gebouwen 33,3 33,3 66,7 overige 10,4 10,4 20,8 Totaal 44,6 44,6 89,3 Tabel 5.6 Opbouw investeringen restauratiefonds hypotheek Laag-rentende lening bij NRF Bijdragen derden Totale investering woonhuizen/boerderijen 76,6 25,6 102,2 kerkelijke gebouwen 0,7 0,3 1,0 overige 17,3 37,4 54,7 Totaal 94,5 63,4 157,9 S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

16 6. STAND VAN ZAKEN PER Totale De totale per 1 januari 2005 wordt als volgt berekend: Tabel 6.1 Totale per 1 januari 2005 (alle bedragen x 1 miljoen euro) toename door MSP toename door verdergaand verval afname door onderhoud afname door subsidies en laagrentende leningen woonhuizen/boerderijen kerkelijke gebouwen overige Totaal Alle genoemde bedragen hebben prijspeil januari Om de te vertalen naar een prijspeil van januari 2005, kan de hiervoor berekende grofweg met 14,03% verhoogd worden (bron: BDB-indexcijfers voor onderhoud en vervanging). Per saldo betekent dit dat de onder de rijks per geschat wordt op miljoen euro. De modelmatig bepaalde totale is in het tijdsbestek van 1 jan 2001 tot 1 januari 2005 toegenomen van miljoen tot miljoen euro, een stijging van 4,7 %. Onderstaande tabel toont aan welke gevolgen de diverse onderdelen hebben gehad bij de totstandkoming van deze stijging. Tabel 6.2 Impact van onderdelen op de stijging van de 1 jan 2001 (pp jan 2001) toename voorraad verdergaand verval investeringen bij onderhoud investeringen bij restauraties prijspeil mutaties 1 jan 2005 (pp jan 2005) woonhuizen/boerderijen 100,0% 12,4% 14,7% -0,4% -34,2% 13,0% 105,4% kerkelijke gebouwen 100,0% 8,0% 26,8% -13,6% -22,8% 13,8% 112,2% overige 100,0% 22,2% 29,1% -12,5% -67,9% 10,0% 80,9% Totaal 100,0% 11,9% 22,6% -8,4% -34,2% 12,9% 104,7% Indien geen rekening gehouden wordt met inflatie en de stijging van de voorraad is via de modelmatige berekening de totale afgenomen van miljoen euro op 1 januari 2001 naar miljoen euro, een daling van 20%. S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

17 7. ONTWIKKELINGEN IN DE BEHOEFTE NA 2005 In 2001 is de achterstand van de gemeten via de zogenaamde raming, welke door de gemeenten zelf is uitgevoerd. In Het Strategisch Plan voor de Monumentenzorg is geformuleerd dat er naar gestreefd wordt dat de restauratieachterstand 1 op 1 januari 2011 is teruggebracht tot 10% van de voorraad. In dit hoofdstuk wordt via de modelmatige benadering geraamd of deze doelstelling gehaald kan worden, eventueel door de inzet van extra middelen. Om te kunnen inschatten of extra middelen nodig zijn wordt achtereenvolgens: - een indicatie gegeven van de gewenste per die overeenkomt met de doelstelling uit Het Strategisch Plan voor de Monumentenzorg - via de modelmatige benadering uit voorgaande hoofdstukken de per geschat. - een raming gemaakt van de eventueel benodigde extra middelen Voor deze stappen is het volgende van belang: Aangenomen wordt dat vanaf 1 januari 2005 de RdMz geen restauratiesubsidie meer verleend aan belastingplichtige eigenaren. Zij kunnen voor de financiering van de restauraties een aanvraag indienen voor een laag-rentende lening bij het NRF. Het aantal rijks in bezit van belastingplichtige eigenaren is in het door PRC begin 2004 uitgevoerde onderzoek Second opinion berekening budgettaire consequenties BRIM aan bod gekomen. In dit onderzoek is per cbs-categorie een inschatting gemaakt van het aantal eigenaren naar type eigenaar. Tabel 7.1 Aantal eigenaren naar type percentage belastingplichtige eigenaren percentage nietbelastingplichtige eigenaren woonhuizen/boerderijen 84% 16% kerkelijke gebouwen 0% 100% overige 17% 83% Onbekend is of de rijks in het bezit van belastingplichtige eigenaren er qua onderhoud slechter of beter voorstaan dan rijks in het bezit van nietbelastingplichtige eigenaren. Uit de Objecten Data Bank van de RdMz kan om privacy redenen geen inzicht worden verkregen in het type eigenaar van een rijksmonument, zodat niet per rijksmonument bekend is welk type eigenaar daar van toepassing is. Aangenomen wordt dan ook dat de staat van onderhoud van rijks niet afhangt van het type eigenaar. 1 Bij de term restauratieachterstand betreft het uit te voeren restauraties. Bij de term betreft het uit te voeren restauraties én partiële restauraties. S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

18 7.1 Doelstelling 2011 ten opzichte van huidige situatie Voorraad per Het Monumenten Selectie Project is op 1 januari 2005 afgerond. Vooralsnog is het niet bekend of tussen 2005 en 2011 aan de voorraad worden toegevoegd. Na 2005 gaat waarschijnlijk het project Wederopbouw van start, waarvan nog niet bekend is welke gevolgen dit zal hebben voor de voorraad in In de berekening wordt aangenomen dat de voorraad op 1 januari 2011 gelijk is aan de voorraad op 1 januari Deze aanname is ook toegepast op de verschillende categorieën. Tabel 7.2 Monumentenvoorraad per voorraad woonhuizen/boerderijen kerkelijke gebouwen overige Totaal Restauratieachterstand Voor een goed beeld van de doelstelling in Het Strategisch Plan voor de Monumentenzorg is het van belang te weten wat de restauratieachterstand is per januari 2001 en De restauratieachterstand per januari 2001 is afgeleid van de raming in 2001 (aantal met restauratieachterstand = het aantal rijks met minimaal één r ). Voor het inschatten van de restauratieachterstand per januari 2005 is gebruik gemaakt van de verhouding tussen per en de per (prijspeil januari 2001). Aangenomen wordt dat deze verhouding tussen restauratieachterstand in 2001 en 2005 overeenkomt met de verhouding tussen de in beide jaren. Tabel 7.3 Aantal met restauratieachterstand per januari 2001 en 2005 aantal met restauratieachterstand 1 jan jan 2005 t.o.v. 1 jan 2001 aantal met restauratieachterstand 1 jan 2005 woonhuizen/boerderijen % kerkelijke gebouwen % overige % Totaal S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

19 Tabel 7.4 Percentage restauratieachterstand per januari 2001 en 2005 voorraad met restauratie achterstand voorraad met restauratie achterstand aantal aantal % aantal aantal % woonhuizen/boerderijen % % kerkelijke gebouwen % % overige % % Totaal % % Gewenste 2011 De restauratieachterstand is de afgelopen jaren afgenomen van 40% in 2001 tot 33% eind Aangenomen is (zie hiervoor) dat er een vaste verhouding bestaat tussen de in euro s en het aantal met restauratieachterstand. Uitgaande van deze verhouding wordt een indicatie gegeven van de gewenste per Tabel 7.5 Gewenste per (x ) (pp 2001) aantal met restauratieachterstand 1 jan 2005 voorraad aantal met restauratieachterstand 1 jan 2011 gewenste (x ) (pp 2001) woonhuizen/boerderijen kerkelijke gebouwen overige Totaal Het deel van de dat voor rekening komt van de RdMz: Tabel 7.6 Gewenste per 1 januari 2011 (voor rekening van RdMz) gewenste (x ) (pp 2001) percentage nietbelastingplichtige eigenaren gewenste van belang voor RdMz (x ) (pp 2001) woonhuizen/boerderijen % 36 kerkelijke gebouwen % 253 overige % 88 Totaal S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

20 Uitgaande van de hiervoor omschreven aannames wordt de gewenste per welke van belang is voor de RdMz geraamd op 376 miljoen euro (prijspeil jan 2001) Behoefte per In hoofdstuk 6 is aangegeven dat de per 1 januari 2005 wordt geschat op miljoen euro (prijspeil januari 2001). Het deel van de dat voor rekening komt van de niet-belastingplichtige eigenaren wordt geschat op miljoen euro (zie tabel 7.7). Tabel 7.7 Behoefte per 1 januari 2005 (voor rekening van RdMz) (alle bedragen x 1 miljoen euro, prijspeil 1 januari 2001)) toename per (prijspeil jan 2001) percentage nietbelastingplichtige eigenaren toename per van belang voor RdMz (prijspeil jan 2001) woonhuizen/boerderijen % 121 kerkelijke gebouwen % 968 overige % 197 Totaal Raming per zonder extra middelen Om de per te ramen, is de modelmatige benadering uit de voorgaande hoofdstukken toegepast. Er wordt rekening gehouden met: - voorraad - verdergaand verval - beschikbare subsidiemiddelen Monumentenvoorraad Aangenomen is dat de voorraad niet wijzigt tussen 2005 en De totale neemt daardoor niet toe op basis van het aantal rijks Verdergaand verval In 2011 heeft nog slechts 10% van de een restauratieachterstand. De overige 90% heeft geen restauratieachterstand. Aangenomen wordt dat deze percentages evenredig over de categorieën zijn verdeeld en restauraties gelijkmatig over de jaren plaatsvinden. Voor de raming van het verdergaand verval is het van belang een indicatie te hebben van het aantal met en het aantal zonder (zie hoofdstuk S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

21 4). Aangenomen wordt dat de verhouding tussen het aantal met en het aantal met restauratieachterstand voor 2001 en 2011 gelijk is. Tabel 7.8 Aantal met in 2011 aantal met 2001 aantal met restauratie achterstand 2001 aantal met restauratie achterstand 2011 aantal met 2011 woonhuizen/boerderijen kerkelijke gebouwen overige Totaal Op basis van de gegevens uit de raming 2001 en de methodiek van verdergaand verval (zie bijlage 1) is de toename van op basis van verdergaand verval geraamd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het gemiddeld aantal met en zonder in de periode Het gemiddeld aantal met in de periode is gelijk aan (zie tabel 7.8 en tabel 4.2). Tabel 7.9 Toename door bouwtechnisch verval bij met aantal met in jaarlijkse toename per monument dat nu heeft totale toename woonhuizen/boerderijen ,-- 118,9 kerkelijke gebouwen ,-- 128,4 overige ,-- 81,1 Totaal ,4 Tabel 7.10 Toename door bouwtechnisch verval bij zonder aantal zonder in jaarlijkse toename per monument dat nu geen heeft totale toename woonhuizen/boerderijen ,-- 77,8 kerkelijke gebouwen ,-- 315,4 overige ,-- 99,4 Totaal ,7 S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

22 Het deel van de dat voor rekening komt van de RdMz: Tabel 7.11 Toename door bouwtechnisch verval (voor rekening van RdMz) toename door bouwtechnisch verval (prijspeil jan 2001) percentage nietbelastingplichtige eigenaren toename door bouwtechnisch verval van belang voor RdMz (prijspeil jan 2001) woonhuizen/boerderijen 196,7 16% 31,9 kerkelijke gebouwen 443,8 100% 443,8 overige 180,6 83% 150,2 Totaal 821,1 626,0 Totaal neemt de in de periode als gevolg van bouwtechnisch verval toe met circa 626 miljoen euro. In deze raming is rekening gehouden met investeringen door eigenaren of derden om dit verval te voorkomen. Deze investeringen staan los van de subsidies. Door verdergaand verval van de voorraad stijgt de. Dit effect wordt groter naarmate minder financiële middelen beschikbaar wordt gesteld. Om het effect van achteruitgang in beeld te brengen, is verondersteld dat de achteruitgang 100% is in het geval er geen extra middelen beschikbaar wordt gesteld. In het geval dat naast de reguliere geldstroom extra subsidiemiddelen beschikbaar wordt gesteld weegt de achteruitgang voor minder dan 100% mee. Op basis van de extra inzet die in 2005 tot en met 2010 wordt gepleegd om de restauratieachterstand terug te dringen tot 10% van de voorraad wordt aangenomen dat de achteruitgang in 2005 tot en met 2010 voor 20% meeweegt (conform de rapportage in 1998). De totale toename van de in 2005 tot en met 2010 op basis van verdergaand verval van de voorraad wordt daardoor geraamd op 125,2 miljoen euro Subsidies Voor zover bekend heeft de RdMz in totaal in de jaren 2005 tot en met 2010 circa 335 miljoen euro ter beschikking voor de verstrekken van subsidie aan niet-belastingplichtige eigenaren van. Deze middelen zijn in te delen in restauratiesubsidies, subsidies voor kanjers en subsidie voor onderhoud. S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

23 Tabel 7.12 Overzicht van beschikbare middelen beschikbare middelen beschikbare gelden voor restauraties (incl kanjers) 274,6 beschikbare gelden voor onderhoud 60,2 Totaal 334,8 De beschikbare subsidiemiddelen zullen leiden tot investeringen op subsidiabele ingrepen. De hoogte van deze investeringen zijn afhankelijk van het percentage waarvoor de eigenaren subsidie kunnen krijgen (zie tabel 5.2). De onderhoudsgelden hebben indirect effect op de afname van de restauratieachterstand. Ze worden geacht een deel van het verdergaand bouwtechnisch verval van de rijks tegen te gaan. Er is in dit onderzoek verondersteld, dat een gegeven bedrag aan investeringen in het onderhoud een twee maal zo groot bedrag aan afname van het verval bewerkstelligt. Dit betekent bijvoorbeeld, dat een investering in het onderhoud van kerken van 1 miljoen een afname van het verval van de kerken van 2 miljoen met zich meebrengt. Tabel 7.13 Subsidiabele investeringen bij onderhoud beschikbare subsidiemiddelen onderhoud bijdragen derden subsidiabele investeringen onderhoud woonhuizen/boerderijen 1,2 50% 2,4 kerkelijke gebouwen 45,0 50% 89,9 overige 14,0 50% 28,0 Totaal 60,2 120,4 In totaal wordt er voor de niet-belastingplichtige eigenaren 60,2 miljoen subsidie ingezet voor onderhoud welke resulteert in 120,4 miljoen euro aan investeringen in subsidiabele ingrepen Behoefte 2011 zonder inzet van restauratie subsidies Door de bevindingen uit de vorige paragraaf met elkaar te verbinden wordt (conform hoofdstuk 6) de bepaald door toename voorraad, verdergaand verval en investeringen in onderhoud. Monumenten in het bezit van belastingplichtige eigenaren worden buiten beschouwing gelaten. Aangenomen wordt dat het NRF hen via laag-rentende leningen ondersteunt in het uitvoeren van onderhouds- en restauratiewerkzaamheden. S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

24 Tabel 7.14 Behoefte per 1 januari 2011 zonder extra restauratiesubsidies 1 jan 2005 toename door toename voorraad toename door verdergaand verval afname door onderhoud 1 jan 2011 woonhuizen/boerderijen kerkelijke gebouwen overige Totaal (Prijspeil van de tabel is 1 januari 2001.) 7.3 Raming benodigde subsidiemiddelen voor restauratie Uit voorgaande paragrafen is het volgende aan bod gekomen: - totaal beschikbare restauratiesubsidies voor is gelijk aan 275 miljoen euro; - zonder extra subsidiemiddelen voor restauraties wordt de per 1 januari 2011 voor alle niet-belastingplichtige eigenaren geraamd op miljoen euro (prijspeil januari 2001); - de gewenste in 2011 is gelijk aan 376 miljoen euro (prijspeil 1 januari 2001). In deze paragraaf wordt geraamd hoe hoog de extra subsidiemiddelen zouden moeten zijn om de op 1 januari 2011 overeen te laten komen met de gewenste. Tabel 7.15 Raming benodigde subsidiemiddelen (prijspeil januari 2001) 2011 zonder restauratie subsidies (x 1 milj) gewenste 2011 (x 1 milj) verschil in (x 1 milj) subsidie percentage gewenste subsidie middelen (x 1 milj) woonhuizen/boerderijen ,5% 45 kerkelijke gebouwen ,8% 386 overige ,5% 49 Totaal De hier geraamde totaal benodigde extra subsidiemiddelen voor restauratie (480 miljoen euro) is fors hoger dan de reeds beschikbare 275 miljoen euro (zie paragraaf 7.2.3). Uit deze analyse volgt dat circa 205 miljoen euro subsidie middelen (prijspeil 1 januari 2001) extra nodig zijn om de doelstelling uit Het Strategisch Plan voor de Monumentenzorg te verwezenlijken. Omgerekend naar prijspeil 1 januari 2005 betekent dat circa 234 miljoen euro aan extra subsidie middelen. S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

25 Bijlage 1 BEREKENING VERDERGAAND VERVAL S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

26 Berekening verdergaand verval Voor de berekening zijn de gegevens uit de raming in 2001 gebruikt. Vervolgens is voor de diverse bouwkundige onderdelen van de een model gemaakt voor de mate van verval in de loop der tijd. Dit model maakt onderscheid tussen de in de raming (met ) en buiten de raming (zonder ). De methodiek is conform het onderzoek uit 2000 ( Monumentenzorg: van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording ) Benadering toename in de raming In eerste instantie zijn de in de raming onderzocht. De toename van de is per monument en per onderdeel onderzocht. Deze onderdelen zijn: fundering, kappen & daken, goten, gevels, open gevels, ruimten binnen, ruimten buiten en bijzondere componenten. Per onderdeel is een reële aanname gemaakt voor de gemiddelde periode van restauratie. Per onderdeel zijn bovendien de huidige bouwtechnische staat en de nieuwbouwwaarde bekend. Op basis van ervaringen wordt gesteld dat de volledige restauratie van een onderdeel 125% van de nieuwbouwwaarde bedraagt. Afhankelijk van de bouwtechnische staat van het onderdeel en de onderdelen die van invloed kunnen zijn, wordt aangegeven met hoeveel procent van de nieuwbouwwaarde de herstel jaarlijks zal stijgen ingeval van geen onderhoud of restauratie. In tabel B.1 is dit weergegeven. Als randvoorwaarde is echter gesteld dat de herstel niet meer stijgt bij een herstel van 125% van de nieuwbouwwaarde. Op het opnameformulier, waarmee de per monument wordt opgenomen, kunnen per bouwkundig onderdeel de geconstateerde gebreken worden weergegeven. In deze gebreken worden drie niveaus onderscheiden: Onderhoud (O). Partiële restauratie (P). Restauratie (R). Tabel B.1: Toename per onderdeel voor in de raming Onderdeel toename herstel per jaar bij geen verbetering als percentage van de nieuwbouwwaarde geen maatregelen hoogste maatregel O P R levenscyclus Fundering 1,0 1,5 2,0 5,0 100 Kappen & daken 2,5 4,0 5,0 7,5 50 Goten 6,0 9,0 12,0 18,0 20 Gevelwanden 1 2,0 3,0 4,0 6,0 50 Gevelopeningen 1 2,0 3,0 4,0 6,0 50 Ruimten binnen 2 2,5 4,0 5,0 7,5 50 Ruimten buiten 2,5 4,0 5,0 7,5 50 Bijzondere componenten 4,0 6,0 8,0 12,0 30 S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

27 1 2 Aangezien de toestand van de goten en het dak een grote rol speelt op de snelheid van verval voor dit element, wordt hier apart rekening mee gehouden. Als er bij de goten als hoogste maatregel een P is ingevuld, worden de percentages met een factor twee vermenigvuldigd. Als er bij de goten als hoogste maatregel een R is ingevuld, worden de percentages met een factor drie vermenigvuldigd. Als er bij de daken als hoogste maatregel een P is ingevuld, worden de percentages met een factor 1,25 vermenigvuldigd. Als er bij de daken als hoogste maatregel een R is ingevuld, worden de percentages met een factor 1,75 vermenigvuldigd. Als zowel de goten als de daken maatregelen hebben, zijn beide factoren van toepassing. Aangezien de toestand van het dak een grote rol speelt bij de snelheid van verval voor de ruimten binnen, wordt hier apart rekening mee gehouden. Als er bij de daken als hoogste maatregel een P is ingevuld, worden de percentages met een factor twee vermenigvuldigd. Als er bij de daken als hoogste maatregel een R is ingevuld, worden de percentages met een factor drie vermenigvuldigd. De gemeente Amsterdam heeft een steekproef genomen onder de woonhuizen. Voor dit onderzoek zijn de wel opgenomen woonhuizen in de gemeente Amsterdam gewogen naar de voorraad waarvoor zij staan. Op deze manier is voor de in de raming een schatting gemaakt van de jaarlijkse toename van de restauratie; dit is echter onder de veronderstelling dat er niets geïnvesteerd wordt; dit is echter onjuist. Voor de toename van de als gevolg van het verdergaand verval wordt de volgende verdeling gehanteerd: - Bij woningen en boerderijen wordt 80% van de toename van de gefinancierd door de eigenaar of derden (buiten de RdMz). - Bij kerken wordt 40% van de toename van de gefinancierd door de eigenaar of derden (buiten de RdMz). - Bij de overige wordt 70% van de toename van de gefinancierd door de eigenaar of derden (buiten de RdMz). Benadering toename buiten de raming Voor de rijks die niet in de raming zijn opgenomen, wordt aangenomen dat de huidige bouwtechnische staat goed is. Deze worden echter ook ouder en zullen derhalve een toename van de bewerkstelligen. Per onderdeel wordt nu een schatting gemaakt hoeveel nieuwbouwwaarde dit deel van de rijks vertegenwoordigt. In tabel B.2 is vervolgens aangegeven hoeveel de stijgt voor dit deel van de rijks. S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

28 Tabel B.2: Toename per onderdeel voor rijks buiten de raming Onderdeel toename herstel per jaar bij geen verbetering als percentage van de nieuwbouwwaarde geen maatregelen levenscyclus Fundering 1,0 100 Kappen & daken 2,5 50 Goten 6,0 20 Gevelwanden 1 2,0 50 Gevelopeningen 1 2,0 50 Ruimten binnen 2 2,5 50 Ruimten buiten 2,5 50 Bijzondere componenten 4,0 30 Voor dit segment van de wordt verondersteld dat de betrokkenheid en de financiële mogelijkheden groter zijn. De investeringen worden derhalve hoger ingeschat: Bij woningen en boerderijen wordt 90% van de toename van de gefinancierd door de eigenaar of derden (buiten de RdMz). Bij kerken wordt 60% van de toename van de gefinancierd door de eigenaar of derden (buiten de RdMz). Bij de overige wordt 80% van de toename van de gefinancierd door de eigenaar of derden (buiten de RdMz). S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

29 Colofon Opdrachtgever : Ministerie OC&W Project : Effectmeting middelen inzake restauratie van rijks Projectnummer : S Datum : 21 februari 2005 Status : Definitief Auteur(s) : ir. J.G. Bos Bijdrage : - Autorisatie inhoud : ir. A. Elbers S /HB/TD februari 2005 / Versie: definitief

RAPPORTAGE ONDERZOEK NAAR DE RESTAURATIEACHTERSTAND BIJ RIJKSMONUMENTEN

RAPPORTAGE ONDERZOEK NAAR DE RESTAURATIEACHTERSTAND BIJ RIJKSMONUMENTEN RAPPORTAGE ONDERZOEK NAAR DE RESTAURATIEACHTERSTAND BIJ RIJKSMONUMENTEN COLOFON Opdrachtgever : Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Project : Onderzoek naar de restauratieachterstand bij rijksmonumenten

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d Aan: Provinciale Staten Onderwerp: Provinciaal restauratie-uitvoeringsprogramma 2003-2008. Statenvergadering: 2 oktober 2003 Agendapunt: 10 1. Wij stellen u voor: Het Provinciaal restauratie-uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007

30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007 vra2007ocw-23 30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld (wordt door griffie

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid De Liefde over Brimsubsidies.

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid De Liefde over Brimsubsidies. a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Onderzoek naar de restauratiebehoefte bij eigenaren van gemeentelijke monumenten

Onderzoek naar de restauratiebehoefte bij eigenaren van gemeentelijke monumenten Samenvatting Onderzoek naar de restauratiebehoefte bij eigenaren van gemeentelijke monumenten Juli / augustus 2011 2 Onderzoeksopzet Datum: 30 september 2011 Opdrachtgever: Nationaal Restauratiefonds Uitgevoerd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 734 Wijziging van de Monumentenwet 1988 inzake de rol van het provinciaal bestuur en het gemeentebestuur bij de rijkssubsidiëring van beschermde

Nadere informatie

30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007

30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007 30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007 nr. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 32 156 Monumentenzorg Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d P r o v i n c i e F l e v o l a n d S t a t e n v o o r s t e l Aan: Provinciale Staten Onderwerp: Provinciaal restauratie-sprogramma 2001-2006. Statenvergadering 10 mei 2001 Agendapunt: 7 1. Wij stellen

Nadere informatie

De BRIM m.i.v. 2006 de nieuwe subsidieregeling voor Rijksmonumenten, vervanger van BRRM en BROM.

De BRIM m.i.v. 2006 de nieuwe subsidieregeling voor Rijksmonumenten, vervanger van BRRM en BROM. De BRIM m.i.v. 2006 de nieuwe subsidieregeling voor Rijksmonumenten, vervanger van BRRM en BROM. Drs I.W.M. Duijvestijn ID monumenten & landgoederen ADVIES bv, Amersfoort (033-4225370) Inleiding; Het BROM

Nadere informatie

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds 1. Onderzoeksopzet Datum: 23 november 2009 Opdrachtgever: Nationaal Restauratiefonds Doelgroep: Eigenaren van rijksmonumentale kerkgebouwen (3.880 panden)

Nadere informatie

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds Onderzoeksresultaten Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds 2 1. Onderzoeksopzet Datum: 4 december 2009 Opdrachtgever: Nationaal Restauratiefonds

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling van de "Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende en karakteristieke panden Stede Broec 2009".

Onderwerp: Vaststelling van de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende en karakteristieke panden Stede Broec 2009. BIJLAGENUMMER 37 Overeenkomstig voorstel besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 11 juni 2009 AAN DE RAAD Stede Broec, 18 mei 2009 Onderwerp: Vaststelling van de "Subsidieverordening

Nadere informatie

Monitor inzake de staat van het gebouwd erfgoed 2011

Monitor inzake de staat van het gebouwd erfgoed 2011 Monitor inzake de staat van het gebouwd erfgoed 2011 Monitor inzake de staat van het gebouwd erfgoed 2011 Een vervolgmeting naar de staat van rijksbeschermde monumenten Amersfoort, 2012 Colofon Monitor

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

OPTIMALISATIE VAN SUBSIDIES MONUMENTENZORG & DUURZAAM BOUWEN

OPTIMALISATIE VAN SUBSIDIES MONUMENTENZORG & DUURZAAM BOUWEN OPTIMALISATIE VAN SUBSIDIES MONUMENTENZORG & DUURZAAM BOUWEN Pestana Riverside Hotel, Amsterdam AGENDA 1. There is no planet B 2. Sturing door overheid 3. Van Draeckeburgh 4. Belangrijkste subsidieregelingen

Nadere informatie

Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018

Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018 Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018 Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd 1. Gemeentewet 2. Algemene wet bestuursrecht 3. Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Subsidie instandhouding waardevol voor behoud cultureel erfgoed

Subsidie instandhouding waardevol voor behoud cultureel erfgoed Subsidie instandhouding waardevol voor behoud cultureel erfgoed Inleiding Op Prinsjesdag 216 gaf minister Bussemaker aan de fiscale aftrek voor monumentenpanden af te willen schaffen. De regeling zou namelijk

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Jaarlijks wordt het plafond van het totaal uit te lenen bedrag ten behoeve van de financiering van restauraties van monumenten vastgesteld.

Jaarlijks wordt het plafond van het totaal uit te lenen bedrag ten behoeve van de financiering van restauraties van monumenten vastgesteld. Verordening Amsterdams Restauratiefonds Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Doel van de lening Het doel van de lening op basis van deze verordening is eigenaren van een monument, zoals bedoeld in deze verordening,

Nadere informatie

Algemene informatie Restauratiefinanciering

Algemene informatie Restauratiefinanciering Informatiemap deel B Algemene informatie Restauratiefinanciering In dit deel B van de informatiemap wordt ingegaan op de algemene zaken die betrekking hebben op de financiering van restauratieprojecten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007 Nr. 112 LIJST

Nadere informatie

Borgstelling geldlening SPPiLL tbv aankoop langgevelboerderij Barrierweg 4.

Borgstelling geldlening SPPiLL tbv aankoop langgevelboerderij Barrierweg 4. Onderwerp Borgstelling geldlening SPPiLL tbv aankoop langgevelboerderij Barrierweg 4. Samenvatting De aankoop en restauratie van de langgevelboerderij is een belangrijk onderdeel van het deelproject "Versterking

Nadere informatie

2 8 NOV Paraaf. Onderwerp Subsidieregeling Restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013

2 8 NOV Paraaf. Onderwerp Subsidieregeling Restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie ZUID HOLLAND Directie DLB Afdeling Samenleving Registratienummer PZH-2012-357624021 (DOS-201 2- O01 1297) Datum vergadering Gedeputeerde Staten 27 november

Nadere informatie

Behandeld door Voorlichting & Advies. Onderwerp resultaten onderzoek gemeenteiijke monumenten

Behandeld door Voorlichting & Advies. Onderwerp resultaten onderzoek gemeenteiijke monumenten Nationaal Restauratiefonds Afd. Kopie Gemeente 2 6OKT 201K Doc./bijlage' I Productnr Gemeente T.a.v. mevrauw E. Rijneveld Postbus 78 2600 ME Datum 25 oktober 2011 Kenmerk 2011256-3 Behandeld door Voorlichting

Nadere informatie

B&W-Aanbiedingsformulier

B&W-Aanbiedingsformulier B&W>nr. 07.0446 d.d. 24-04-2007 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Reacties Stichting Pieterskerk en NRF op raadsbesluit garantstelling Pieterskerk BESLUITEN Behoudens advies van de commissie OWZ 1. Kennis

Nadere informatie

Subsidieregeling restauratie monumenten

Subsidieregeling restauratie monumenten Subsidieregeling restauratie monumenten (geconsolideerde versie, geldend vanaf 1-1-2002 tot 1-1-2006) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële naam regeling Subsidieregeling

Nadere informatie

Wet fiscale maatregelen rijksmonumenten en scholing (34556) Aukje de Vries - VVD

Wet fiscale maatregelen rijksmonumenten en scholing (34556) Aukje de Vries - VVD Wet fiscale maatregelen rijksmonumenten en scholing (34556) Aukje de Vries - VVD De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hierover nog een aantal vragen. I ALGEMEEN 1. Inleiding

Nadere informatie

Een bijdrage-ineens of een meerjarige subsidie voor de instandhouding van uw monument

Een bijdrage-ineens of een meerjarige subsidie voor de instandhouding van uw monument Een bijdrage-ineens of een meerjarige subsidie voor de instandhouding van uw monument op basis van de WeVIM Weerter Verordening Instandhouding Monumenten mei 2008 De regeling in het kort Algemeen Monumenten

Nadere informatie

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 5 April 2016 1 Samenvatting Samenvatting Dit is het vijfde rapport van de monitor HH(T). Deze monitor inventariseert

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 237 Vragen van de leden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 013 Cultuurnota 1997 2000 Nr. 4 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Datum 9 oktober 2018 Aanbieding reactie op schriftelijke vragen over uitvoering van motie Geluk-Poortvliet

Datum 9 oktober 2018 Aanbieding reactie op schriftelijke vragen over uitvoering van motie Geluk-Poortvliet >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Nationaal Restauratiefonds eerste halfjaar 2013

Klanttevredenheidsonderzoek Nationaal Restauratiefonds eerste halfjaar 2013 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Nationaal Restauratiefonds eerste halfjaar 2013 1 Klanttevredenheidsonderzoek Nationaal Restauratiefonds 2013 1 Inleiding Voor u ligt het rapport met de uitkomsten van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2009 Nr. 189 BRIEF

Nadere informatie

B.. Budget restauratie rijksmonumenten provincie Groningen 2013-2016

B.. Budget restauratie rijksmonumenten provincie Groningen 2013-2016 B.. Budget restauratie rijksmonumenten provincie Groningen 2013-2016 2016 Artikel 1 Algemeen De provincie Groningen heeft een budget beschikbaar voor restauratie en herbestemming van rijksmonumenten in

Nadere informatie

Leeuwarder Restauratiefonds

Leeuwarder Restauratiefonds Financiële regeling voor eigenaren van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden in Leeuwarden Leeuwarder Restauratiefonds Leeuwarden heeft een van de mooiste historische binnensteden van Noord-Nederland.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 734 Wijziging van de Monumentenwet 1988 inzake de rol van het provinciaal bestuur en het gemeentebestuur bij de rijkssubsidiëring van beschermde

Nadere informatie

Brim 2013. Toelichting op de nieuwe regeling. Renate Pekaar SCEZ 17 oktober 2012

Brim 2013. Toelichting op de nieuwe regeling. Renate Pekaar SCEZ 17 oktober 2012 Brim 2013 Toelichting op de nieuwe regeling Renate Pekaar SCEZ 17 oktober 2012 Programma Korte terugblik Brim, Brim 2011 en overgangsjaar 2012 Belangrijkste wijzigingen Brim 2013 Vragen? Mogen ook tussendoor

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2004/39660 (8142) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Monumentenwet

Nadere informatie

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. FINANCIEEL BELEID Financiële positie op balansdatum Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. Activa

Nadere informatie

Monitor inzake de staat van het gebouwd erfgoed 2010

Monitor inzake de staat van het gebouwd erfgoed 2010 Monitor inzake de staat van het gebouwd erfgoed 2010 Monitor inzake de staat van het gebouwd erfgoed 2010 Een vervolgmeting naar de staat van rijksbeschermde monumenten Amersfoort, 2011 Colofon Monitor

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 31 Besluit van 16 januari 2006, houdende regels met betrekking tot de financiële ondersteuning van eigenaren van beschermde monumenten ten behoeve

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 156 Monumentenzorg Nr. 74 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2010 COM(2010) 774 definitief Bijlage A/Hoofdstuk 14 BIJLAGE A bij het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het Europees

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Met dank aan Jolanda Jansen (Ahoy), Jan van Vliet (Ahoy) en Gerda IJff (Rotterdam Topsport)

Met dank aan Jolanda Jansen (Ahoy), Jan van Vliet (Ahoy) en Gerda IJff (Rotterdam Topsport) ECONOMISCHE IMPACT ABN AMRO WORLD TENNIS TOURNAMENT ROTTERDAM 2013 19 augustus 2013 Rapportage op basis van een rapport van de volgende studenten van de Hogeschool Rotterdam: Djordy Heikoop, Marc Kruiper,

Nadere informatie

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015 Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam Augustus 2015 Inleiding De Nederlandse samenleving kent nog steeds een aanzienlijk aantal laaggeletterde mensen. Taaltrajecten blijken nodig te

Nadere informatie

Financiële mogelijkheden instandhouding monumenten

Financiële mogelijkheden instandhouding monumenten Financiële mogelijkheden instandhouding monumenten Nationaal Restauratiefonds Restauratiefinancier sinds 1985 (onafhankelijke) particuliere stichting Behoud van beschermingswaardige panden rijksmonumenten,

Nadere informatie

Subsidieplafond PGB nieuwe stijl 2005

Subsidieplafond PGB nieuwe stijl 2005 Onderzoeksrapport Subsidieplafond PGB nieuwe stijl 2005 Op 31 maart 2005 uitgebracht aan de sectormanager van de sector AWBZ Uitgave College voor zorgverzekeringen Postbus 320 1110 AH Diemen Fax (020)

Nadere informatie

Nee. Het Bureau Monumentenpanden kan geen beslissing of advies afgeven. U hoeft dit formulier niet verder in te vullen.

Nee. Het Bureau Monumentenpanden kan geen beslissing of advies afgeven. U hoeft dit formulier niet verder in te vullen. Belastingdienst Verzoek Inkomstenbelasting Vennootschapsbelasting Vaststelling aftrekbaarheid onderhoudskosten voor rijksmonumentenpand Over dit formulier Voor wie is dit formulier bestemd? Dit formulier

Nadere informatie

Indienen bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Postbus 1001, 3700 BA ZEIST

Indienen bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Postbus 1001, 3700 BA ZEIST Aanbiedingsformulier Onderwerp vaststelling gemeentelijk restauratiesprogramma Brrm '97 voor de jaren -2006 In te vullen door Bestuurssecretariaat Ontwerper Parafanten Directeuren Portefeuilleh. B&W Nr:

Nadere informatie

Amsterdam een stad met een rijke cultuurhistorie. Bijdrage in de restauratiefinanciering

Amsterdam een stad met een rijke cultuurhistorie. Bijdrage in de restauratiefinanciering De gemeente Amsterdam biedt vanaf 15 november 2009 eigenaren de mogelijkheid gebruik te maken van een aantrekkelijke financiering van restauraties van gemeentelijke monumenten. Informatie over deze voordelige

Nadere informatie

De verhouding tussen meerkosten en baten wordt op een aantal peildata berekend en ook in de structurele situatie (2020 en verder).

De verhouding tussen meerkosten en baten wordt op een aantal peildata berekend en ook in de structurele situatie (2020 en verder). Toelichting op het model Doel van het rekenmodel Het rekenmodel leerkracht is een instrument dat een bestuur kan gebruiken om een indicatie te krijgen van de meerkosten van de functiemix en de inkorting

Nadere informatie

Gescand archiet : 09OEC e i n. wethou::-' d.d.

Gescand archiet : 09OEC e i n. wethou::-' d.d. Publiekszaken Gescand archiet : 09OEC. 2011 Monumentenzorg en Bouwkwaliteit Doorkiesnummers: Telefoon 015-219 72 40 Fax 015-219 71 62 Aan Het college Afschrift aan e i n wethou::-' d.d. Nota Datum 31-10-11

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 24 van 2007 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 10 juli 2007, houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2007 (Provinciaal Blad nr. 33,

Nadere informatie

loonstijging gesubsidieerde instellingen: 0,0% 1,6% prijsstijging gesubsidieerde instellingen: 0,0% 2,25% inflatiecorrectie tarieven: 1,08% 1,08%

loonstijging gesubsidieerde instellingen: 0,0% 1,6% prijsstijging gesubsidieerde instellingen: 0,0% 2,25% inflatiecorrectie tarieven: 1,08% 1,08% Bijlage 1 Begrotingsrichtlijnen voor de begroting 2014-2017 Samenvattend gelden de volgende financieel-technische uitgangspunten voor de begroting 2014-2017 : 1. Nominale ontwikkelingen 2014 2015-2017

Nadere informatie

Zorg voor monumentale kerkgebouwen

Zorg voor monumentale kerkgebouwen Zorg voor monumentale kerkgebouwen Algemeen Noord-Brabant is rijk aan religieus erfgoed. Uit het aantal en de verscheidenheid van kerken, synagogen, kloosters, kapellen, abdijen, devotiekapellen en andere

Nadere informatie

Informatieblad Periodiek Instandhoudings Plan 2017 (PIP)

Informatieblad Periodiek Instandhoudings Plan 2017 (PIP) Projectnr.: Objectnr.: Teamnr. : Informatieblad Periodiek Instandhoudings Plan 2017 (PIP) Voor wie? De eigenaar van een rijksmonument die gebruik kan maken van Subsidieregeling Instandhouding Monumenten

Nadere informatie

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6 HOOFDSTUK 6 Opgave 1 a. Bereken de omzetsnelheid van de voorraad (afronden op 1 cijfer achter de komma). De formule om de berekening te maken is: Omloopsnelheid van de voorraad Omzet tegen de inkoopwaarde

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG.. Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

b e s l u i t: vast te stellen de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008.

b e s l u i t: vast te stellen de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008. R AAD S B E S L U I T 2 00 8/45 74 De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg; gelezen het desbetreffende voorstel van het college; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; b e s l u i t: vast te stellen

Nadere informatie

Op basis van de Venrayse Instandhoudingverordening Monumenten

Op basis van de Venrayse Instandhoudingverordening Monumenten Een subsidie voor de instandhouding van uw monument Op basis van de Venrayse Instandhoudingverordening Monumenten (de VIMC 2009) Uitleg regeling Aanvraagformulier Meldingsformulier aanvang werkzaamheden

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW aan SZW van Peter-Paul de Wolf en Sander Scholtus (Senior) methodoloog onderwerp Aandeel 0-jarigen onder aanvragen toeslag kinderdagopvang datum 5 september 2018 Inleiding Naar aanleiding van een voorgestelde

Nadere informatie

Gewijzigde begroting 2011 versie 2

Gewijzigde begroting 2011 versie 2 Gewijzigde versie 2 Werkvoorzieningschap De Sluis Opgesteld door het Dagelijks Bestuur te Woerden d.d. 12 mei Vast te stellen door het Algemeen Bestuur d.d. 7 juli Dit document bevat vertrouwelijke informatie.

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers Prognose 2020 Door Alexander Otgaar, RHV Erasmus Universiteit Rotterdam Diverse studies zijn in het verleden uitgevoerd met als doel om de economische bijdrage van Rotterdam the Hague Airport (hierna aan

Nadere informatie

Bijlage 3: Budget impactanalyse

Bijlage 3: Budget impactanalyse Bijlage 3: Budget impactanalyse Inleiding Tijdens de ontwikkeling van de generieke module Arbeid als medicijn werd een budget impactanalyse uitgevoerd waarin de impact werd onderzocht van het toepassen

Nadere informatie

VAN DATUM BETREFT CD/EvL 28 sept 2011 uitval honorariumberekening

VAN DATUM BETREFT CD/EvL 28 sept 2011 uitval honorariumberekening Europalaan 40 3526 KS Utrecht Postbus 2774 3500 GT Utrecht AAN NZa TELEFOON 030 285 08 00 FAX 030 285 08 01 WEBSITE www.dbconderhoud.nl Memo VAN DATUM BETREFT CD/EvL 28 sept 2011 uitval honorariumberekening

Nadere informatie

Raming ILC / BAPO ontwikkeling

Raming ILC / BAPO ontwikkeling Raming ILC / BAPO ontwikkeling 2004-2010 8 september 2004 CentER Applied Research Dr. ir. P.F. Fontein Dr. A.G.C. van Lomwel Dr. K. de Vos Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Raming leeftijdsopbouw met Pomona...

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen mei 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Datum : 16 oktober 2007 Nummer PS : PS2007WMC03 Afdeling : ECV Commissie : WMC Registratienummer : 2007INT Portefeuillehouder : A.

Datum : 16 oktober 2007 Nummer PS : PS2007WMC03 Afdeling : ECV Commissie : WMC Registratienummer : 2007INT Portefeuillehouder : A. S T A T E N V O O R S T E L Datum : 16 oktober 2007 Nummer PS : PS2007WMC03 Afdeling : ECV Commissie : WMC Registratienummer : 2007INT201390 Portefeuillehouder : A. Raven Titel : Kadernotitie Erfgoedparels

Nadere informatie

1. Levensverwachting: realisatie ten opzichte van verwachting

1. Levensverwachting: realisatie ten opzichte van verwachting Datum: 14 september 2016 Publicatie AG2016 Gemiddelde stijging van de voorziening circa 0,5%, de zuivere kostendekkende premie neemt gemiddeld toe met circa 0,8%. Op dit moment is de de overlevingstafel

Nadere informatie

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 08-04-2008 Onderwerp: Boom Dwarsgracht Conceptbesluit: Samenvatting: Bijlagen: Bestuurlijk traject: de raad wordt voorgesteld om, in

Nadere informatie

Subsidieregeling instandhouding erfgoed Zaanstad Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad

Subsidieregeling instandhouding erfgoed Zaanstad Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zaanstad. Nr. 121773 16 december 2015 Subsidieregeling instandhouding erfgoed Zaanstad 2016 Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de

Nadere informatie

Informatieblad (aangepaste regeling m.i.v. 1 oktober 2012) Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten

Informatieblad (aangepaste regeling m.i.v. 1 oktober 2012) Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten Winkel met streekproducten in voormalige schuur bij een tot restaurant herbestemde boerderij in Bunnik. Informatieblad (aangepaste regeling m.i.v. 1 oktober 2012) Subsidieregeling stimulering herbestemming

Nadere informatie

Raming van de werkgelegenheidseffecten van de subsidieregeling voor de naisolatie van particuliere koopwoningen

Raming van de werkgelegenheidseffecten van de subsidieregeling voor de naisolatie van particuliere koopwoningen ONDERZOEKMEMORANDUM Raming van de werkgelegenheidseffecten van de subsidieregeling voor de naisolatie van particuliere koopwoningen De provincie Gelderland heeft sinds de herfst van 2010 geld ter beschikking

Nadere informatie

Lerarenbeurs en het aantal masteropgeleide leraren in het po 14 september 2016 Joost Schaacke

Lerarenbeurs en het aantal masteropgeleide leraren in het po 14 september 2016 Joost Schaacke Lerarenbeurs en het aantal masteropgeleide leraren in het po 14 september 2016 Joost Schaacke Inleiding Aanleiding van deze notitie is de vraag waarom het masterpercentage niet harder stijgt ondanks dat

Nadere informatie

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011; Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 27 juni 2017, nr 959603 / 959607, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord- Holland 2017. Gedeputeerde

Nadere informatie

Evaluatieonderzoek VOC-gemeenten Kosten, Opbrengsten en Kostendekkingsgraad

Evaluatieonderzoek VOC-gemeenten Kosten, Opbrengsten en Kostendekkingsgraad Evaluatieonderzoek Kosten, Opbrengsten en Kostendekkingsgraad Technisch rapport bij Ex-post onderzoek Datum 29 juni 2001 Kenmerk AVV043.503 MuConsult B. V. Postbus 2054 3800 CB Telefoon 033-465 50 54 Fax

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel PS2010WMC14-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum :14 september 2010 Nummer PS: PS2010WMC14 Afdeling : ECV Commissie: WMC Registratienummer : 2010INT262333 Portefeuillehouder: Raven

Nadere informatie

STARTPAKKET RURAAL ERFGOED

STARTPAKKET RURAAL ERFGOED STARTPAKKET RURAAL ERFGOED CHECKLIST Startpakket Ruraal Erfgoed komt tot stand onder auspiciën van Innovatieplatform Duurzame Meierij met een financiële bijdrage van Belvedere, EU (Leader+) en IDM. Projectontwikkeling:

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad. Registratienummer: GF Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18. Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma

Aan de gemeenteraad. Registratienummer: GF Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18. Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma Aan de gemeenteraad Registratienummer: GF12.20057 Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18 Portefeuillehouder: De heer L. Buwalda Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma Onderwerp: Jaarrekening 2011 en begroting

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Drechterland 2015

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Drechterland 2015 Raadsbesluit Nr: 2014-79 De raad van de gemeente Drechterland Overwegende dat, het stimuleren van onderhoud en restauratie van gemeentelijke monumenten van belang is voor het behoud van cultureel erfgoed

Nadere informatie

Samenvatting Bijgaand treft u het plan aan ten behoeve van het groot onderhoud van de toren van de Hervormde kerk te Woudrichem.

Samenvatting Bijgaand treft u het plan aan ten behoeve van het groot onderhoud van de toren van de Hervormde kerk te Woudrichem. Onderwerp Volgnr. 2015-014 Corsa kenmerk Portefeuillehouder Ambtenaar Afdeling Groot onderhoud toren Woudrichem 15.0005639 / 2015Z00524 15.0005639 wethouder P. Jorritsma de raad E. Smulders Bouw- en Woningtoezicht

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015 Willemstad, oktober 2015 Inleiding In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten.

Nadere informatie

Woord vooraf 3. Inhoud 5. 1 Waarom monumentenzorg? 6. 1.1 Het belang van monumenten 6 1.2 Leeswijzer 8. 2 Investeren in monumenten... loont!

Woord vooraf 3. Inhoud 5. 1 Waarom monumentenzorg? 6. 1.1 Het belang van monumenten 6 1.2 Leeswijzer 8. 2 Investeren in monumenten... loont! Investeren in Monumenten 2010 2 Woord vooraf Voor u ligt Investeren in Monumenten 2010. Een vervolg op het in 2007 door Nationaal Restauratiefonds uitgegeven rapport Investeren in Monumenten. Dit rapport

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van 27 maart 1997, houdende nieuwe regels met betrekking tot het verstrekken van subsidie ten behoeve van het herstel van beschermde monumenten (Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 708 Besluit van 27 september 2010, houdende regels met betrekking tot de financiële ondersteuning van eigenaren van beschermde monumenten ten

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

Belang Telecom Achterstanden

Belang Telecom Achterstanden Ons kenmerk 7 1 van 10 Opgesteld door Bregit Sibma Daniël Okma definitief Belang Telecom Achterstanden Belang Telecom Achterstanden voor Inschatting Betalingsrisico s 2 van 10 Inhoud Management Samenvatting

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

5.1.2 Woonlasten (lokale lastendruk)

5.1.2 Woonlasten (lokale lastendruk) 5.1.2 Woonlasten (lokale lastendruk) Tot de woonlasten worden gerekend de OZB, rioolrechten en afvalstoffenheffing. De woonlasten vormen het grootste deel van de opbrengst uit de gemeentelijke heffingen

Nadere informatie

juli 2013 Extra hypotheek voor energieneutrale woningen

juli 2013 Extra hypotheek voor energieneutrale woningen juli 2013 Extra hypotheek voor energieneutrale woningen Auteurs Marcel Warnaar Jasja Bos Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 2 METHODE... 4 2.1 Inleiding... 4 2.2 Energielasten in de standaard berekening...

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten in Drenthe

Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten in Drenthe Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten in Drenthe (geconsolideerde versie, geldend vanaf 1-1-2013) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven

Nadere informatie