Hoge Raad , LJN AC6801, (Possemis/Hoogenboom)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoge Raad , LJN AC6801, (Possemis/Hoogenboom)"

Transcriptie

1 UJA-Nummer Instantie UJA_ Hoge Raad datum wetsartikelen Art. 1637a oud-bw; art. 1638z oud-bw (thans art. 7:610 BW en art. 7:611 BW) Hoge Raad , LJN AC6801, (Possemis/Hoogenboom) Samenvatting Casus Possemis is sinds 19 maart 1976 bij Hoogenboom s Bewakingsdienst BV (hierna: Hoogenboom) in dienst als nachtwaker op basis van een zogenaamd los dienstverband. Vanaf 6 juli 1976 ontvangt Possemis geen opdrachten meer van Hoogenboom en krijgt hij evenmin loon uitbetaald. Possemis neemt zelf ontslag op 14 december Hij vordert bij de kantonrechter onder meer de uitbetaling van het achterstallig loon tussen 6 juli 1976 en 14 december 1976, de overeengekomen vakantietoeslag en een vergoeding voor niet opgenomen vakantiedagen. Kantongerecht Stelt vast dat Possemis bij Hoogenboom in dienst was op basis van een los dienstverband. Dit betekent dat Hoogenboom de bevoegdheid bezat Possemis niet meer voor werkzaamheden op te roepen, hetgeen zij na 6 juli 1976 ook niet meer heeft gedaan. Hoogenboom was niet gehouden om op grond van goede trouw Possemis werk te verschaffen. Rechtbank Oordeelt dat onder los dienstverband is te verstaan een arbeidsverhouding waarbij enerzijds de werkgever de werknemer kan oproepen, wanneer de werkgever werk heeft waarvoor de werknemer in aanmerking komt en anderzijds de werknemer niet verplicht is om aan een oproep van de werkgever te voldoen. Nu er sprake was van een los dienstverband bezat Hoogenboom de bevoegdheid Possemis niet voor werkzaamheden op te roepen. De rechtbank kent de vordering toe wat betreft het achterstallig vakantiegeld en de niet uitbetaalde vakantiedagen. Voor het overige verwerpt ze het beroep. Cassatiemiddel Naar essentie samengevat betoogt Possemis dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er in het geval van een los dienstverband geen sprake zou zijn van een arbeidsovereenkomst, maar dat er hooguit een intentie van partijen in gelezen zou kunnen worden. Hoge Raad Stelt voorop dat het antwoord op de vraag of de werkgever verplicht is de werknemer in staat te stellen de overeengekomen arbeid te verrichten beoordeeld dient te worden in het kader van de uit artikel 1638z oud-bw omschreven verplichting dat de werkgever zich als een goed werkgever dient te gedragen. De HR overweegt vervolgens dat moet worden aangenomen dat Hoogenboom, in het geval zij werk had waarvoor Possemis in aanmerking kwam, ook gehouden was om hem op te roepen. Nu Possemis dit niet heeft gesteld, en enkel aan de rechtbank de algemene vraag heeft voorgelegd, of Hoogenboom bevoegd was hem niet meer voor werkzaamheden op te roepen behoefde de rechtbank op dit punt niet in te gaan. De HR verwerpt het beroep. Uitspraak E.R. Possemis, te Amsterdam, eiser tot cassatie van een door de Rb. te Amsterdam tussen pp. gewezen en op 27 dec uitgesproken vonnis, kosteloos procederende krachtens beschikking van de HR van 19 april 1979, vertegenwoordigd door adv. Jhr Mr H.J.J. de Bosch Kemper, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hoogenboom's Bewakingsdienst BV, te Amsterdam, verweerster in cassatie, vertegenwoordigd door adv. Mr A.G. Maris. Gezien het bestreden vonnis en de overige stukken van het geding, waaruit, voor zover thans nog van belang, het volgende blijkt: Eiser tot cassatie Possemis heeft bij verzoekschrift van 10 jan. 1977, gericht tot de Ktr. te Amsterdam, tegen verweerster in cassatie verder Hoogenboom te noemen op gronden die blijken uit de hieronder te citeren uitspraak van de Ktr., een vordering ingesteld, ertoe strekkende dat Hoogenboom zou worden veroordeeld aan hem te voldoen:

2 a. het achterstallig loon ad ƒ 331,76 per week, of zoveel dit later krachtens wet of overeenkomst zal moeten bedragen, m.i.v. 7 juli 1976 t/m 14 dec. 1976, zijnde in totaal in ieder geval ƒ 7630,48 bruto, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex art. 1638q BW en met de wettelijke rente vanaf 31 okt. 1976, de datum waartegen Hoogenboom door Possemis werd aangemaand; b. de tussen pp. overeengekomen vakantietoeslag van 8% over het brutoloon in de periode van 19 maart 1976 t/m 14 dec. 1976, tezamen met een vergoeding voor elf niet opgenomen vakantiedagen ad ƒ 746,46 bruto (minimumloon); c. een schadeloosstelling ex art. 1639o BW ad ƒ 1500,30 bruto (maand minimumloon).. Nadat Hoogenboom de vordering had bestreden heeft de Ktr. bij vonnis van 1 juni 1977 een comparitie bevolen tot het geven van inlichtingen. Bij eindvonnis van 27 juli 1977 heeft de Ktr. Possemis vordering afgewezen. Hij heeft daartoe overwogen: dat Possemis stelt dat hij per 19 maart 1976 bij Hoogenboom in dienst is getreden en sedertdien gemiddeld meer dan 40 uur per week heeft gewerkt (Hoogenboom stelt een lager aantal uren), doch dat hij sedert 6 juli 1976 geen opdrachten meer van Hoogenboom heeft gekregen, weswege hij vordert loon ad ƒ 331,76 per week vanaf die datum tot 14 dec. 1976, alsmede vakantietoeslag; dat pp. het erover eens zijn dat de inhoud van het door Possemis overgelegd schriftelijk arbeidscontract tussen haar van toepassing is, al ontbreken daaronder de handtekeningen; dat in de eerste plaats uit deze schriftelijke overeenkomst blijkt dat geen vakantietoeslag is overeengekomen, anders dus dan Possemis stelt; dat de c.a.o. voor de Bewakingsbedrijven, die, naar pp. erkennen, op haar onderlinge verhouding van toepassing is, en eveneens de bepalingen van de arbeidsovereenkomst, zoals deze tussen pp. is overeengekomen, bepaalt dat indien een los dienstverband is overeengekomen, zoals in dit geval is geschied, de werknemer na vier weken onafgebroken in dienst te zijn geweest kan eisen in vast dienstverband te worden aangesteld (is er geen schriftelijke overeenkomst, dan wordt een vast dienstverband na 4 weken onafgebroken werk geacht aanwezig te zijn), welk verzoek Possemis niet bij Hoogenboom heeft ingediend; dat mitsdien het losse dienstverband is blijven voortduren; dat Hoogenboom derhalve de bevoegdheid bezat Possemis niet meer voor werkzaamheden op te roepen, hetgeen zij na 6 juli 1976 ook niet heeft gedaan; dat, anders dan Possemis meent, in dit geval Hoogenboom niet op grond van de goede trouw gehouden was Possemis werk te verschaffen en loon uit te betalen.. Van beide vonnissen is Possemis in hoger beroep gekomen bij de Rb. te Amsterdam. Na bestrijding van de grieven door Hoogenboom heeft de Rb. bij haar thans bestreden vonnis van 27 dec Possemis niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep tegen het vonnis van de Ktr. van 1 juni 1977, het vonnis van de Ktr. van 27 juli 1977 vernietigd, en, opnieuw rechtdoende, Hoogenboom veroordeeld aan Possemis te betalen ƒ 266 en ƒ 365,69. De Rb. heeft daartoe overwogen: 1. Het hoger beroep is tijdig ingesteld. 2. Nu Possemis tegen het vonnis van de Ktr. te Amsterdam van 1 juni 1977 geen grieven heeft aangevoerd is hij niet ontvankelijk in zijn beroep tegen dit vonnis. 3. Tegen het vonnis van de Ktr. van 27 juli 1977 heeft Possemis de volgende grieven aangevoerd: Grief I. Ten onrechte overweegt de Ktr., uitgaande van de premisse dat tussen pp. een los dienstverband is blijven voortduren, dat Hoogenboom derhalve de bevoegdheid bezat Possemis niet meer voor werkzaamheden op te roepen. Grief II. Ten onrechte overweegt de Ktr. dat in dit geval Hoogenboom niet op grond van de goede trouw gehouden was Possemis (werk te verschaffen en) loon uit te betalen. Grief III. Ten onrechte overweegt de Ktr. dat uit het overgelegd schriftelijk arbeidscontract blijkt dat geen vakantietoeslag is overeengekomen. Grief IV. Ten onrechte heeft de Ktr. na deze overweging, daarmee blijkbaar bedoelende dat in het schriftelijk arbeidscontract omtrent een vakantietoeslag niet werd gerept, nagelaten op de rechtsverhouding van pp. de Wet Minimumloon en Minimumvakantietoeslag toe te passen, hebbende de Ktr. in ieder geval nagelaten vakantietoeslag en vergoeding van niet genoten vakantiedagen over de periode 19 maart 6 juli 1976 toewijsbaar te achten.

3 Grief V. Uittreksels Jurisprudentie rechtspraak UJA_101906, PDF gemaakt voor Ten onrechte besliste de Ktr. dat het losse dienstverband tussen pp. is blijven voortduren op grond van de overweging dat de c.a.o. voor de Bewakingsbedrijven, die naar pp. erkennen op haar onderlinge verhouding van toepassing is, en evenzeer de bepalingen van de arbeidsovereenkomst, zoals deze tussen pp. is overeengekomen, bepaalt dat indien een los dienstverband is overeengekomen, zoals in dit geval is geschied, de werknemer, na vier weken onafgebroken in dienst te zijn geweest kan eisen in vast dienstverband te worden aangesteld (is er geen schriftelijke overeenkomst dan wordt een dienstverband na vier weken onafgebroken werk geacht aanwezig te zijn) welk verzoek Possemis niet bij Hoogenboom heeft ingediend. Grief VI. Ten onrechte heeft de Ktr. niet overwogen en beslist op de door Possemis gevorderde schadeloosstelling ex art. 1639o BW ad ƒ 1500,30 bruto, op grond van een door Hoogenboom aan Possemis gegeven dringende reden. Grief VII. Ten onrechte heeft de Ktr. Possemis vordering niet voor toewijzing vatbaar geoordeeld. 4. a. De eerste grief stelt blijkens de toelichting aan de orde de vraag wat onder vast resp. los dienstverband als bedoeld in de c.a.o. voor personeel in dienst van Nachtveiligheidsdiensten en Bewakingsbedrijven 1975, welke, naar tussen pp. vaststaat, op de rechtsverhouding tussen pp. van toepassing is, dient te worden verstaan. b. Met Hoogenboom is de Rb. van oordeel dat onder los dienstverband is te verstaan een arbeidsverhouding waarbij enerzijds de werkgever de werknemer kan oproepen, wanneer de werkgever werk heeft waarvoor de werknemer in aanmerking komt en anderzijds de werknemer niet verplicht is om aan een oproep van de werkgever te voldoen; zij grondt dit oordeel enerzijds op de betekenis welke in het spraakgebruik aan het woord los dienstverband toekomt en anderzijds op het onderscheid dat in de artt. 2 derde lid, 24 derde lid en 18 c.a.o. wordt gemaakt tussen personeel in vast en los dienstverband, in welke artikelen er kennelijk van wordt uitgegaan, dat personeel in los dienstverband niet verplicht is gedurende de gehele voor zijn functie geldende arbeidstijd voor de werkgever in dienstverband te werken. c. Nu Possemis niet aan Hoogenboom te kennen heeft gegeven dat hij in vast dienstverband bij Hoogenboom in dienst wenste te treden is het losse dienstverband blijven voortduren en bezat Hoogenboom de bevoegdheid Possemis niet voor werkzaamheden op te roepen. d. Derhalve faalt de eerste grief. e. Hetzelfde lot treft de tweede grief. Anders dan Possemis meent gebood tenuitvoerlegging te goeder trouw van de onderhavige tussen pp. gesloten arbeidsovereenkomst, in aanmerking nemende het hiervooroverwogene, geenszins dat Hoogenboom Possemis voor werkzaamheden diende op te roepen. 5. a. Wat betreft de derde grief: gelijk Hoogenboom erkent treft deze gedeeltelijk doel, namelijk voor zover Possemis vakantietoeslag en vergoeding voor niet genoten vakantietijd heeft gevorderd met betrekking tot de periode 19 maart tot 6 juli b. De te dezen door Hoogenboom voor vakantiegeld resp. vakantievergoeding genoemde bedragen van ƒ 266 bruto en ƒ 365,69 bruto zijn derhalve toewijsbaar, terwijl hetgeen Hoogenboom aanvoert omtrent de teruggave van uniform en legitimatiebewijs als geen onderwerp van het huidige geschil uitmakende buiten beschouwing moet blijven. c. De gedeeltelijke gegrondbevinding van de derde grief brengt met zich mede dat de vierde grief niet meer behandeld behoeft te worden. 6. Aan de vijfde grief ligt de stelling ten grondslag dat er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst tussen pp. tot stand is gekomen. 7. Daargelaten dat Possemis in eerste aanleg heeft verklaard dat hij een getekend exemplaar van de ten processe overgelegde arbeidsovereenkomst aan Hoogenboom heeft teruggezonden en pp. kennelijk op grond van deze mededeling zijn overeengekomen de ongetekende arbeidsovereenkomst als geldig te beschouwen, hetgeen naar het oordeel van de Rb. niet anders kan betekenen dan dat pp. overeenkwamen, dat de rechtsverhouding tussen hen beheerst werd door een schriftelijke arbeidsovereenkomst, moet Possemis grief reeds hierom falen omdat blijkens de bewoordingen van art. 2 lid 1 gelezen i.v.m. art. 2 lid 3 c.a.o. de vraag of er een schriftelijke arbeidsovereenkomst is of niet, slechts betekenis heeft indien tussen pp. verschil van mening bestaat of een los dan wel vast dienstverband is overeengekomen, hetgeen in het onderhavige geschil niet het geval is nu immers ten processe vaststaat dat pp. een los dienstverband zijn overeengekomen. 8. Ook de zesde grief moet falen nu gelijk ten aanzien van de eerste en tweede grief overwogen Hoogenboom niet verplicht was Possemis voor werkzaamheden op te roepen, zodat de omstandigheid, dat Hoogenboom Possemis niet voor werkzaamheden opriep geen door Hoogenboom door opzet en/of schuld aan Possemis gegeven dringende reden was, welke deze noodzaakte op 14 dec ontslag te nemen.. Possemis bestrijdt dit vonnis met het volgende middel van cassatie: Verzuim van vormen, waarvan de niet-inachtneming nietigheid medebrengt, en/of schending van het recht, in het bijzonder van de artt. 1374, 1375, 1637a, 1639o, 1639q, 1639r BW, 48, 56 en 59 Rv, door te overwegen en op grond daarvan recht te doen, gelijk in voormeld vonnis is omschreven,

4 waarnaar te dezer plaatse wordt verwezen, ten onrechte, om een of meer van de navolgende, voor zover nodig in onderling verband en samenhang te beschouwen redenen: a. Naar men moet aannemen is de Rb. met pp. (althans voor wat Hoogenboom betreft in ieder geval in eerste instantie) en de Ktr. er in het aangevallen vonnis van uitgegaan, dat tussen pp. een arbeidsovereenkomst (voor onbepaalde tijd) naar burgerlijk recht was gesloten. Tussen pp. bestond verschil van mening omtrent de uitleg van de in het verband van voornoemde arbeidsovereenkomst gehanteerde termen los en vast dienstverband. Ten onrechte heeft de Rb. ten aanzien van dit verschil van mening als haar oordeel gegeven dat onder los dienstverband dient te worden verstaan een arbeidsverhouding waarbij enerzijds de werkgever de werknemer kan oproepen, wanneer de werkgever werk heeft waarvoor de werknemer in aanmerking komt en anderzijds de werknemer niet verplicht is om aan een oproep van de werkgever te voldoen. Aldus oordelend heeft de Rb. aan haar beslissing een onjuiste en met het recht strijdige opvatting omtrent de arbeidsovereenkomst, welke pp. hadden gesloten, ten grondslag gelegd, immers is het in dit oordeel van de Rb. onduidelijk en/of onbegrijpelijk welke plaats de essentialia als o.a. gezagsverhouding, loon en gedurende zekere tijd daarin vervullen. In de definitie door de Rb. van het begrip los dienstverband is geen sprake van een arbeidsovereenkomst (of van welk andere overeenkomst dan ook) maar kan hoogstens een intentieverklaring van pp. gelezen worden om (te zijner tijd als hen dit schikt) een (arbeids)overeenkomst te sluiten. Aldus heeft de Rb. onjuist en/of onbegrijpelijk overwogen ten aanzien van grief I met het daarbij behorend betoog in hoger beroep van Possemis en dusdoende haar vonnis niet naar de eis der wet met redenen omkleed. b. Ten onrechte heeft de Rb. overwogen dat de tenuitvoerlegging te goeder trouw van de onderhavige tussen pp. gesloten arbeidsovereenkomst geenszins gebood dat Hoogenboom Possemis voor werkzaamheden diende op te roepen. Ook dit oordeel van de Rb. verdraagt zich niet om de onder a genoemde redenen met het begrip arbeidsovereenkomst maar gaat bovendien, zonder enige motivering, voorbij aan de aanvullende werking van de artt en 1375 BW. Tot welke ongerijmde gevolgen een dergelijk oordeel bovendien zou leiden heeft Possemis uitvoerig uiteengezet bij zijn toelichting op grief II in het hoger beroep, waarnaar te dezer plaatse zij verwezen. Aldus heeft de Rb. ook op deze grief onjuist en/of onbegrijpelijk beslist en haar vonnis niet naar de eis der wet met redenen omkleed. c. Terecht beslist de Rb. in het genoemde vonnis dat de derde grief (gedeeltelijk) doel treft, doch ten onrechte acht zij daaropvolgend de vakantietoeslag en vergoeding voor niet genoten vakantiedagen toewijsbaar cfm de door Hoogenboom bij memorie van antwoord genoemde bedragen, zonder dat gebleken was dat deze bedragen zonder meer juist waren en/of Possemis met deze bedragen had ingestemd en/of hem in de gelegenheid te stellen zich hierover uit te laten. Aldus heeft de Rb. de betrekkelijke procesrecht-en bewijsrechtregels geschonden. d. De Rb. overweegt met betrekking tot de vijfde grief, dat deze faalt omdat blijkens de bewoordingen van art. 2 lid 1 gelezen i.v.m. art. 2 lid 3 van de betreffende c.a.o. de vraag of er een schriftelijke arbeidsovereenkomst is of niet, slechts betekenis heeft indien tussen pp. verschil van mening bestaat of een los dan wel vast dienstverband is overeengekomen, hetgeen in het onderhavige geschil niet het geval is nu immers ten processe vaststaat dat pp. een los dienstverband zijn overeengekomen. Met dit oordeel miskent de Rb. dat over de uitleg van het begrip los dienstverband tussen pp. geen overeenstemming bestond. Hoogenboom verbond aan haar uitleg van dit begrip de gevolgtrekking dat de werkgever in dit geval in het geheel niet verplicht was de betrokken werknemer voor arbeid op te roepen, terwijl Possemis steeds heeft betoogd dat het enige verschil tussen de in dit verband gehanteerde termen is, dat de werknemer bij een los dienstverband op verschillende uren en op verschillende objecten inzetbaar is en dat bij een vast dienstverband de werknemer vaste diensturen heeft volgens rooster op een vast object. Uitdrukkelijk en uitsluitend voor het geval dat het door hem gestelde dienstverband zijn vorderingen niet kon onderbouwen (dus ten subs.) deed Possemis een beroep op het bij afwezigheid van een schriftelijke overeenkomst volgens de c.a.o. tot stand gekomen vast dienstverband, nu hij bovendien vanaf de datum van indiensttreding vier weken onafgebroken werk had verricht voor Hoogenboom, gelijk de c.a.o. eiste. Ook ten aanzien van de vijfde grief heeft de Rb. dus onjuist en/of onbegrijpelijk overwogen en haar vonnis niet of onvoldoende naar de eis der wet met redenen omkleed. e. Zelfs als men de uitleg door de Rb. van de onderhavige overeenkomst aanvaardt quod non, zie hierboven, overweegt de Rb. ten onrechte dat de omstandigheid dat Hoogenboom Possemis niet voor werkzaamheden opriep geen door Hoogenboom door opzet en/of schuld aan Possemis gegeven dringende reden was, welke deze noodzaakte op 14 dec ontslag te nemen. Het door Hoogenboom vanaf 6 juli 1976 tot nader order op non-actief stellen van Possemis, in de en gezien de verdere omstandigheden van het geval zoals in de toelichting op de grieven uiteengezet, is een voldoende dringende reden, welke Possemis kon noodzaken op 14 dec ontslag te nemen en op grond waarvan Hoogenboom schadeplichtig werd. Op het ongerijmde van het op dit punt door de Rb. aangehangen standpunt werd reeds bij de toelichting op de grieven gewezen, waarnaar te dezer plaatse wordt verwezen. Zo oordelende heeft de Rb. het wettelijk begrip opzet en/of schuld zoals voorkomend in art. 1639o lid 3 BW te eng verstaan en aldus het recht geschonden en/of haar vonnis niet naar de eis der wet met (voldoende) redenen omkleed;; O. met betrekking tot dit middel: 1 Possemis eerste appelgrief stelde aan de orde, of de Ktr. terecht had geoordeeld dat, indien een arbeidsovereenkomst als de onderhavige bepaalt dat een los dienstverband is overeengekomen, de werkgever de bevoegdheid heeft de werknemer niet meer voor werkzaamheden op te roepen. De

5 Rb. die blijkens hetgeen zij onder 4d heeft overwogen ervan is uitgegaan dat de onderhavige tussen pp. gesloten overeenkomst moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst, heeft deze vraag bevestigend beantwoord op grond van haar uitleg van hetgeen is te verstaan onder los dienstverband : te weten voor zover in het kader van deze grief relevant een arbeidsverhouding waarbij de werkgever de werknemer kan oproepen wanneer de werkgever werk heeft waarvoor de werknemer in aanmerking komt. Onderdeel a verwijt nu de Rb. niet nader te hebben gemotiveerd, hoe deze uitleg valt te rijmen met haar opvatting dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Ten onrechte evenwel, omdat de Rb. tot een dergelijke nadere motivering geen aanleiding had. Possemis had immers niet opgeworpen dat, indien los dienstverband zo is te verstaan dat de werkgever niet zonder meer de plicht heeft de werknemer voor werkzaamheden op te roepen, doch slechts de bevoegdheid, de tussen pp. gesloten overeenkomst niet kan worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. Voor zover het onderdeel bedoeld ook erover te klagen dat de uitleg welke de Rb. aan de overeenkomst heeft gegeven, onverenigbaar is met haar uitgangspunt dat die overeenkomst valt aan te merken als een arbeidsovereenkomst, faalt het evenzeer. Deze klacht zou alleen kunnen slagen indien haar uitleg de Rb. noodzakelijkerwijs in strijd had gebracht met haar uitgangspunt. Dat is echter geenszins het geval. Het antwoord op de vraag of de werkgever verplicht is de werknemer in staat te stellen de overeengekomen arbeid te verrichten, hangt, in het kader van de in art. 1638z BW omschreven verplichting van de werkgever zich als een goed werkgever te gedragen, af van de aard van de dienstbetrekking, van de overeengekomen arbeid, alsmede van de bijzondere omstandigheden. Aangenomen moet dan ook worden dat de uitleg van de Rb. medebracht dat Hoogenboom, hoezeer in beginsel bevoegd om Possemis enkel voor werkzaamheden op te roepen wanneer zij werk had waarvoor hij in aanmerking kwam, als zij zodanig werk had, ook gehouden was hem op te roepen. Nu Possemis echter niet had gesteld dat dit laatste zich sedert 6 juli 1976 (de datum sedert welke hij niet meer was opgeroepen) had voorgedaan, maar de Rb. enkel de algemene vraag had voorgelegd, of Hoogenboom bevoegd was hem niet meer voor werkzaamheden op te roepen, behoefde de Rb. op dit punt niet in te gaan. 2 Wat onderdeel b betreft moet worden vooropgesteld dat de Rb. Possemis tweede appelgrief kennelijk aldus heeft verstaan dat daarin werd betoogd dat, zo niet reeds hetgeen uitdrukkelijk bij de onderhavige tussen pp. gesloten overeenkomst was bepaald Hoogenboom zonder meer ertoe verplichtte Possemis voor werkzaamheden op te roepen, zodanige verplichting in elk geval, naar de aard van die overeenkomst, voortvloeide uit de redelijkheid en de billijkheid. Nu de Rb. op grond van haar voormelde uitleg van hetgeen bij de overeenkomst uitdrukkelijk was bepaald tot de slotsom was gekomen dat pp. de vraag, of Hoogenboom zonder meer verplicht was Possemis voor werkzaamheden op te roepen, niet ongeregeld hadden gelaten maar, integendeel, bedoeld hadden dat Hoogenboom daartoe niet zonder meer verplicht zou zijn, heeft zij kunnen oordelen dat zodanige plicht niet valt af te leiden uit hetgeen de redelijkheid en de billijkheid, i.v.m. de aard van de overeenkomst, vordert. Dat oordeel behoefde geen nadere motivering. Voor zover onderdeel b klaagt dat de Rb. op Possemis tweede appelgrief onjuist en/of onbegrijpelijk heeft beslist, faalt het derhalve. 3 Onderdeel c kan niet tot cassatie leiden omdat daarin niet wordt gesteld dat, laat staan aangegeven waarom de door Hoogenboom genoemde bedragen voor vakantiegeld, resp. vakantietijdvergoeding onjuist zouden zijn. Bovendien ziet dit onderdeel eraan voorbij dat Possemis op wiens weg het zou hebben gelegen om zijn desbetreffende subs. vordering te specificeren zo hij de door Hoogenboom bij memorie van antwoord ter zake genoemde bedragen niet juist achtte, pleidooi had kunnen vragen om de juiste bedragen ter kennis van de Rb. te brengen. 4 Onderdeel d klaagt dat de Rb. ten aanzien van Possemis vijfde appelgrief onjuist en/of onbegrijpelijk heeft beslist. Gezien de uitleg van die grief door de Rb. (onder 5), ligt daaraan de stelling ten grondslag dat er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst tussen pp. tot stand is gekomen. De Rb. heeft die grief verworpen op twee zelfstandige gronden, die elk voor zich die verwerping kunnen dragen, te weten kort samengevat : 1. dat pp. zijn overeengekomen dat hun rechtsverhouding beheerst werd door een schriftelijke arbeidsovereenkomst, en 2. dat, nu vaststaat dat pp. een los dienstverband zijn overeengekomen, de vraag of er al dan niet een schriftelijke arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, betekenis mist. Nu het onderdeel zich enkel tegen de tweede grond richt, kan het reeds daarom niet tot cassatie leiden. 5 Onderdeel e moet daarop afstuiten dat de Rb. de dringende reden om welke Possemis de dienstbetrekking heeft doen eindigen, klaarblijkelijk uitsluitend daarin heeft gezien dat Hoogenboom hem sedert 6 juli 1976, ofschoon daartoe zonder meer verplicht, niet meer voor werkzaamheden heeft opgeroepen. Bij deze interpretatie volgde uit het hiervoor reeds besproken oordeel van de Rb. dat Hoogenboom niet zonder meer verplicht was Possemis voor werkzaamheden op te roepen, dat het genoemde gedrag van Hoogenboom niet een dringende reden opleverde; Verwerpt het beroep; Veroordeelt Possemis in de kosten op het beroep in cassatie gevallen, tot op deze uitspraak aan de zijde van Hoogenboom begroot op ƒ 230,45 aan verschotten en ƒ 1700 voor salaris.

Hoge Raad , BJN , (Slijkoord/Hekkema)

Hoge Raad , BJN , (Slijkoord/Hekkema) UJA-Nummer Instantie UJA_101915 Hoge Raad datum 24-10-1986 wetsartikelen Art. 1639n oud-bw (thans art. 7:652 BW en art. 7:676 BW) Hoge Raad 24-10-1986, BJN 101915, (Slijkoord/Hekkema) Samenvatting Casus

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hoge Raad 27-10-1995, BJN 101929, (Den Haan/The Box Fashion)

Hoge Raad 27-10-1995, BJN 101929, (Den Haan/The Box Fashion) UJA-Nummer Instantie UJA_101929 datum 27-10-1995 wetsartikelen Art. 1639n oud-bw (thans art. 7:652 BW en art. 7:676 BW) 27-10-1995, BJN 101929, (Den Haan/The Box Fashion) Samenvatting Casus Den Haan is

Nadere informatie

De Hoge Raad der Nederlanden,

De Hoge Raad der Nederlanden, 2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Hoge Raad 12-02-1999, BJN 101936, (Schoenmaker)

Hoge Raad 12-02-1999, BJN 101936, (Schoenmaker) Uittreksels Jurisprudentie rechtspraak UJA_101936, PDF gemaakt voor UJA-Nummer Instantie UJA_101936 Hoge Raad datum 12-02-1999 wetsartikelen Art. 1639o oud-bw; art. 1639p oud-bw; art. 1639s oud-bw (art.

Nadere informatie

Hoge Raad , BJN , (Sietses/Sneek)

Hoge Raad , BJN , (Sietses/Sneek) UJA-Nummer Instantie UJA_101944 datum 15-11-2002 wetsartikelen Art. 3:34 BW; art. 3:35 BW 15-11-2002, BJN 101944, (Sietses/Sneek) Samenvatting Casus Op 1 maart 1988 treedt Sneek voor onbepaalde tijd in

Nadere informatie

Hoge Raad 17-06-1994, BJN 101923, (Imam)

Hoge Raad 17-06-1994, BJN 101923, (Imam) Uittreksels Jurisprudentie rechtspraak UJA_101923, PDF gemaakt voor UJA-Nummer Instantie UJA_101923 datum 17-06-1994 wetsartikelen Art. 1637a oud-bw (thans art. 7:610 BW) 17-06-1994, BJN 101923, (Imam)

Nadere informatie

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7. Zutekouw / van Oort

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7. Zutekouw / van Oort Rechtspraak Instantie Hoge Raad Datum 14 maart 2008 Vindplaats LJN BC6699 Naam Zutekouw / van Oort Essentie uitspraak: Een wegens ziekte arbeidsongeschikte werknemer heeft geen recht op loondoorbetaling

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Hoge Raad , LJN AC0442, (Hesseling/Stichting de Ombudsman)

Hoge Raad , LJN AC0442, (Hesseling/Stichting de Ombudsman) UJA-Nummer Instantie UJA_101907 Hoge Raad datum 29-10-1982 wetsartikelen Art. 1637a oud-bw (thans art. 7:610 BW) Hoge Raad 29-10-1982, LJN AC0442, (Hesseling/Stichting de Ombudsman) Samenvatting Casus

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 Instantie Datum uitspraak 12-11-2014 Datum publicatie 24-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2807368_E12112014

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05 ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis van 19 oktober 2009 Kenmerk: 09/03 Het Scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr. A. Hammerstein, wonende te Arnhem, voorzitter, mr. R.P.D. Kievit, wonende

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462 ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462 Instantie Datum uitspraak 10-04-2002 Datum publicatie 03-07-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 00/5247 WW, 00/5248 WW

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229

ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229 ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 24-12-2003 Datum publicatie 05-01-2004 Zaaknummer 207961 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 Instantie Datum uitspraak 05-07-2016 Datum publicatie 08-07-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.183.368_01

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 4888855 CV EXPL 16-3386 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:240

ECLI:NL:CRVB:2015:240 ECLI:NL:CRVB:2015:240 Instantie Datum uitspraak 21-01-2015 Datum publicatie 03-02-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-1418 WW-T Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2007:BB5165

ECLI:NL:RBLEE:2007:BB5165 ECLI:NL:RBLEE:2007:BB5165 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 09-10-2007 Zaaknummer 215830 /\CV EXPL 07-474 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BX7878 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2011:BX7878 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BX7878 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2011 Datum publicatie 20-09-2012 Zaaknummer 200.087.056-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:3568 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2014:3568 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2014:3568 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 13-05-2014 Zaaknummer 200.142.615 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7 Rechtspraak Instantie Hoge Raad Datum 8 oktober 2004 Vindplaats LJN AO9549 Naam Vixia / Gerrits Essentie uitspraak: De enkele schending van controlevoorschriften (de werknemer weigert bij de bedrijfsarts

Nadere informatie

Hoge Raad 24-05-1996, BJN 101925, (Van Zijl/Koppen)

Hoge Raad 24-05-1996, BJN 101925, (Van Zijl/Koppen) UJA-Nummer Instantie UJA_101925 Hoge Raad datum 24-05-1996 wetsartikelen Art. 1639e (oud-bw), art. 1639w (oud-bw) en art. 1639 aa(oud-bw) t/m art. 1639dd oud-bw (thans art. 7:685 BW, art. 7:667 BW en art.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065 ECLI:NL:RBAMS:2017:2065 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer KK EXPL 17-154 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem.

de besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem. IN NAAM DES Ko"r,,,,'G~ vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team kanton Leiden/Gouda Locatie Alphen aan den Rijn TJ Rolnr.: 1258331 \CV EXPL 13-762 Datum: 2juli 2013 Vonnis in de voorziening bij voorraad )( wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Zaaknummer 200.177.389 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BM7588

ECLI:NL:RBHAA:2009:BM7588 ECLI:NL:RBHAA:2009:BM7588 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 21-10-2009 Datum publicatie 15-06-2010 Zaaknummer 426951 - CV EXPL 09-5966 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017

ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017 ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 11-06-2010 Datum publicatie 05-11-2010 Zaaknummer 1088000 CV EXPL 09-33692 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

ECLI:NL:CRVB:2016:4659 ECLI:NL:CRVB:2016:4659 Instantie Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 12-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1577 PW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651 ECLI:NL:RBAMS:2016:6651 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-10-2016 Datum publicatie 18-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie EA VERZ 16-968/16-1002/16-1126/C104420

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3002

ECLI:NL:GHDHA:2016:3002 ECLI:NL:GHDHA:2016:3002 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 13-10-2016 Zaaknummer 200.187.341 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864

ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864 ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864 Instantie Datum uitspraak 29-03-2005 Datum publicatie 31-03-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 02/6235 AOW/ANW e.a. Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBROT:2016:3340 ECLI:NL:RBROT:2016:3340 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20042016 Datum publicatie 03052016 Zaaknummer 4878125 VV EXPL 1612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2002:AE4366

ECLI:NL:HR:2002:AE4366 ECLI:NL:HR:2002:AE4366 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2002 Datum publicatie 28-06-2002 Zaaknummer C01/012HR Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2002:AE4366 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere

Nadere informatie

prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons.

prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons. GCHB 2012-434 Uitspraak van 2 februari 2012 prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons. Consument aanvaardt advies van de Geschillencommissie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10112016 Datum publicatie 22112016 Zaaknummer 5138842/1616752 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid arrest GERECHTSHOF ARNHEM Sector civiel recht zaaknummer gerechtshof 104.001.423 (zaaknummer rechtbank 91282 / HA ZA 03-1198) arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 inzake de besloten vennootschap

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.035.875-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

CENTRALE RAAD VAN BEROEP

CENTRALE RAAD VAN BEROEP CENTRALE RAAD VAN BEROEP KBW 1994/1 U I T S P R A A K in het geding tussen: het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, appellant, en A., wonende te B., gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Onder

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C BR

ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C BR ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 13-07-2004 Datum publicatie 22-09-2004 Zaaknummer C0301109-BR Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N,

D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N, 21 October 1959. F. No. 14043. D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N, Gezien het beroepschrift in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-hertogenbosch van 6 Maart 1959

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2011:BU9709

ECLI:NL:RBGRO:2011:BU9709 ECLI:NL:RBGRO:2011:BU9709 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 15-12-2011 Datum publicatie 29-12-2011 Zaaknummer 510151 CV EXPL 11-8475 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 20-09-2006 Datum publicatie 29-09-2006 Zaaknummer 47429 HA ZA 05-170 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2000:ZB8776

ECLI:NL:CRVB:2000:ZB8776 ECLI:NL:CRVB:2000:ZB8776 Instantie Datum uitspraak 21-04-2000 Datum publicatie 15-05-2003 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 97/4896 AAW/WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof 27 OKTOBER 2000 C.98.0554.N/1 C.98.0554.N O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen door het Hof van Beroep te Gent, vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748

ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748 ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 20-09-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer 200.038.641 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2006:AV4142 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

ECLI:NL:GHLEE:2006:AV4142 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer ECLI:NL:GHLEE:2006:AV4142 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 08-03-2006 Datum publicatie 09-03-2006 Zaaknummer Rolnummer 0500361 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d.

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d. LJN: BC8179, Gerechtshof Leeuwarden, 0600557 Datum uitspraak: 12-03-2008 Datum publicatie: 31-03-2008 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Civiel overig Hoger beroep [Naar] het oordeel van

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2008:BC6184

ECLI:NL:CRVB:2008:BC6184 ECLI:NL:CRVB:2008:BC6184 Instantie Datum uitspraak 28-02-2008 Datum publicatie 11-03-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-5215 CSV Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1820

ECLI:NL:CRVB:2017:1820 ECLI:NL:CRVB:2017:1820 Instantie Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8607 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:4339 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:4339 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:4339 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-10-2014 Datum publicatie 07-01-2015 Zaaknummer 200.133.576-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

» Samenvatting. JAR 2012/183 Gerechtshof 's-gravenhage 5 juni 2012, 200.076.582/01. ( mr. Mellema mr. Van Coeverden mr.

» Samenvatting. JAR 2012/183 Gerechtshof 's-gravenhage 5 juni 2012, 200.076.582/01. ( mr. Mellema mr. Van Coeverden mr. JAR 2012/183 Gerechtshof 's-gravenhage 5 juni 2012, 200.076.582/01. ( mr. Mellema mr. Van Coeverden mr. Van Rijkom ) Leenderd Eduardus Blom te Rotterdam, appellant in principaal appel, geïntimeerde in

Nadere informatie

een bad hair day? De Billijke vergoeding:

een bad hair day? De Billijke vergoeding: 1. Toekenningsgronden voor de billijke vergoeding 2. Begroting billijke vergoeding na invoering WWZ 3. New-Hairstyle arrest 4. Lagere rechtspraak na New-Hairstyle 5. Conclusie De Billijke vergoeding: een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462

ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462 ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462 Instantie Datum uitspraak 03-09-2009 Datum publicatie 11-09-2009 Zaaknummer 629990 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAC:2017:86

ECLI:NL:OGEAC:2017:86 ECLI:NL:OGEAC:2017:86 Instantie Datum uitspraak 04-07-2017 Datum publicatie 17-07-2017 Zaaknummer KG 82882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Civiel

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Hoge Raad 26-06-1998, BJN 101932, (Van der Lely/Taxi Hofman)

Hoge Raad 26-06-1998, BJN 101932, (Van der Lely/Taxi Hofman) UJA-Nummer Instantie UJA_101932 Hoge Raad datum 26-06-1998 wetsartikelen Art. 7:611 BW Hoge Raad 26-06-1998, BJN 101932, (Van der Lely/Taxi Hofman) Samenvatting Casus Van der Lely is vanaf 3 maart 1989

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer 200.179.432/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht. Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWO:2003:AN9008

ECLI:NL:RBZWO:2003:AN9008 ECLI:NL:RBZWO:2003:AN9008 Instantie Rechtbank Zwolle Datum uitspraak 25-11-2003 Datum publicatie 27-11-2003 Zaaknummer 208151 CV 03-2942 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 6 maart 1998 Eerste Kamer Nr. 16.561 (C97/040 HR) AS Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: Karl Heinz HILLE, wonende te Haarlem, EISER tot cassatie, advocaat : mr E. Grabandt, t e g e n 1. de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4009

ECLI:NL:RBROT:2017:4009 ECLI:NL:RBROT:2017:4009 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23052017 Datum publicatie 30052017 Zaaknummer 5663098 VZ VERZ 17981 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 26-05-2014 Zaaknummer 200.053.330-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:4659 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:4659 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:4659 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 24-02-2014 Zaaknummer 200.109.546-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig. Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 18-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer CV EXPL 17-2120 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs CvB.VO/HBO.2010/008-U.2010-003 27 mei 2012 Beëindiging arbeidsovereenkomst wegens stopzetten subsidie ID baan. Verweerster heeft voldoende aannemelijk gemaakt, dat zij zich heeft ingespannen de subsidie

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:196

ECLI:NL:CRVB:2015:196 ECLI:NL:CRVB:2015:196 Instantie Datum uitspraak 28-01-2015 Datum publicatie 29-01-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-2118 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 Instantie Datum uitspraak 05-10-2004 Datum publicatie 08-10-2004 Zaaknummer AWB 03/647 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823 JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 75196 / HA ZA 10-466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2016:996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 10-02-2016 Zaaknummer 4645281 VV EXPL 15-591 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie