Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 1"

Transcriptie

1 Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 1 Stagegids Voltijd (incl. AIZ) en Duaal- GGZ Jaar 1 Studiejaar

2 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg BD Amsterdam T F

3 Stagegids Jaar 1 1. Algemene informatie 1.1 Inleiding 1.2 Stageduur 1.3 Aan- en afwezigheid 1.4 Boventalligheid 1.5 Begeleiding en beoordeling 2. De stage 2.1 Voorbereiding 2.2 Stagedoelen 2.3 Competenties 2.4 Stagewerkplan 2.5 Stageopdrachten 2.6 Feedback formulier 2.7 Leerverslag stage Bijlagen: Stagetools 1 Beoordelingsformulier stagewerkplan 2 Stageopdrachten 1 t/m 5 3 Feedbackformulier 4 Competentiematrix 5 Formulier tussentijdse beoordeling 6 Formulier eindbeoordeling 7 Absentielijst 8 Formulier eindbeoordeling docentbegeleider Bij de stagetools op HVA internet en DLWO staan ook: 1 CanMEds competentieset 2 Niveaus en complexiteit

4 1. Algemene informatie Stage Inleiding Deze stagegids is bestemd voor studenten, begeleiders in de instellingen en de docentenbegeleiders van de HVA. Het doel van deze stagegids is om de studenten en de begeleiders te informeren over deze stage. Hoofdstuk 1 geeft informatie over praktische zaken. Hoofdstuk 2 gaat over de inhoud van de stage: welke competenties moeten er worden ontwikkeld en op welke wijze kan de student dit vorm geven tijdens deze stage. Daarna volgen de bijlagen, waar de opdrachten en beoordelingsformulieren te vinden zijn. 1.2 Stageduur De stage duurt 10 weken. Per week zijn er 3 dagen stage, 1 terugkomdag op school(dinsdag)en 1 dag om aan de vervangende stageopdracht te werken. Alleen de eerste stageweek heeft een andere indeling: maandag en dinsdag is voorbereiding op school. In een duostage delen twee studenten één stageplaats. Zij stemmen hun stagewerkplannen en de uitvoering van de stageopdrachten op elkaar af. Zij wisselen als duo hun stageervaringen onderling uit en schrijven een gezamenlijk leerverslag, waarin de individuele inbreng wel herkenbaar is. Op een duostageplek zijn de studenten in principe afwisselend aanwezig. Zij vullen samen zes dagen in wisselende dienst van het dienstrooster. De uiteindelijke invulling is afhankelijk van de instelling en de roostermogelijkheden. Een variant waarbij beide studenten een dag (dagen) tegelijkertijd aanwezig zijn is uiteraard ook mogelijk. Beide studenten komen 10 dagen in absolute stagetijd tekort. Deze tijd wordt gecompenseerd doordat er een praktijkgerelateerdeopdracht uitgevoerd wordt, met een studiebelasting die gelijk staat aan 10 stagedagen. 1.3 Aan- en afwezigheid Verzuim Alle stagedagen (40 dagen in stage jaar 1) zijn verplichte stagetijd. Er kunnen dwingende redenen (ziekte, begrafenis, huwelijk) zijn waardoor (enkele dagen) afwezigheid onvermijdelijk is. Deze dagen worden in overleg met de stage-instelling ingehaald. Als dit door overmacht niet mogelijk is mag de student maximaal 5 dagen afwezig zijn. De absentiedagen zijn geen vakantie- of vrije dagen. Bij hogere absentie, bij absentie vanwege een ongeldige reden, of indien het niet mogelijk is de absentie van meer dan 5 dagen te compenseren kan de stage niet beoordeeld kan worden. In dat geval wordt de stage onvoldoende gekwalificeerd. De student moet eventuele absentiedagen bijhouden op de absentielijst (bijlage 7). Vakantie tijdens de stage Week 18 (meivakantie), Goede Vrijdag, tweede Paasdag, Hemelvaartdag en tweede Pinksterdag. Toetsherkansing tijdens stage Als er tijdens stagetijd naar school moet worden gegaan voor een toets of herkansing, wordt van de stageverlenende instelling verwacht dat zij de student hiertoe in de gelegenheid stelt, indien: de student tijdig de datum en tijd aangeeft op de stageafdeling, de hiervoor opgenomen tijd (in overleg) wordt ingehaald.

5 1.4 Boventalligheid Tijdens het stagelopen wordt de student volgens rooster, boventallig ingepland. Bij boventalligheid wordt onderscheid gemaakt tussen: 1: boventalligheid in persoon; 2: boventalligheid in verantwoordelijkheid. Bij aanvang van een stage is er sprake van boventalligheid in persoon. De student loopt als extra persoon mee om kennis te maken met de organisatie, de collega s en de patiënten. Toenemende zelfstandigheid brengt boventalligheid in verantwoordelijkheid met zich mee. De student spreekt met de werkbegeleider af welke taken zelfstandig uitgevoerd worden, waarbij de eindverantwoordelijkheid te allen tijde bij de werkbegeleider, als representant van de organisatie, blijft liggen. Gezien de aard van het werk, 24 uur per dag zorgverlening en 7 dagen per week, is het gebruikelijk dat de student in onregelmatige diensten wordt ingeroosterd. (avond, nacht en weekend) Voorwaarde daarbij is dat er sprake is van een geschikte leeromgeving, leerrendement en voldoende begeleiding. Voor jaar 1 wordt aanbevolen nachtdienst terughoudend en hoogstens ter oriëntatie in te roosteren. 1.5 Begeleiding en beoordeling Begeleiding vanuit de stage-instelling De duostudenten krijgen één of meer vaste werkbegeleiders op de afdeling, die aanspreekpunt zijn voor alle vragen en wensen. Met één van hen voeren de studenten in principe ook het introductiegesprek. Zij kennen de afdeling, de patiënten, de werkzaamheden en zullen de student op weg helpen op de stageplek. Met deze begeleider(s) wordt ook wekelijks het verloop van de stage besproken. Van de student wordt verwacht dat zij tijdens de stage ook zelf initiatieven neemt om deze begeleidingsgesprekken te plannen. Denk daarbij ook aan het plannen van de beoordelingen van de opdrachten en de tussentijdse en eindbeoordeling. Begeleiding vanuit de opleiding De stage wordt begeleid door een docentbegeleider. Tijdens de terugkomdagen begeleidt de docentbegeleider de onderwijsgroep (OWG) en geeft methodische praktijkbegeleiding (MPB). Tijdens deze geplande bijeenkomsten delen medestudenten stage-ervaringen, stage opdrachten en het stageverloop. De docentbegeleider neemt aan het begin van de stage contact op met de stageafdeling of de stage goed van start is gegaan en bespreekt, indien gewenst, het stagewerkplan. De docentbegeleider komt halverwege de stage op de stageafdeling voor de tussenevaluatie en de beoordeling van het professioneel gedrag. Dit gebeurt bij voorkeur met beide studenten samen. De studenten worden wel individueel beoordeeld. In overleg kan er een extra bezoek gepland worden,bijvoorbeeld als er problemen zijn of er een onvoldoende beoordeling dreigt. De docentbegeleider is niet aanwezig bij de eindbeoordeling, tenzij deze onvoldoende is. Beoordelingsmomenten De beoordelingsmomenten in deze stage zijn: Week drie: Beoordeling stagewerkplan. Halverwege: Tussenevaluatie incl. beoordeling professioneel gedrag Laatste week: Eindbeoordeling Hele stage: Er worden vijf stageopdrachten uitgevoerd en beoordeeld tijdens de stage. Deze moeten alle voldoende zijn om de stage te behalen.

6 Herkansing: zie toetsjaarrooster. Tussenevaluatie Halverwege de stage vindt er een tussenevaluatie plaats met als doel het verloop van de stage en competentieontwikkeling te bespreken. Hierbij wordt het formulier tussenevaluatie stage gebruikt uit bijlage 5. Er wordt vastgesteld waaraan de student de komende periode nog moet werken en zo nodig wordt het stagewerkplan aangepast. Beoordeling stageopdracht Professioneel gedrag Tijdens de tussenevaluatie wordt de verpleegkundige beroepshouding beoordeeld. Hiervoor geldt een strikte procedure. (bijlage 2, opdracht professioneel gedrag ) Eindbeoordeling In de laatste week van de stage vindt de eindbeoordeling plaats. Het doel van de beoordeling is vaststellen hoe ver de student is in de ontwikkeling van de competenties en het bespreken van de geschiktheid voor het beroep van verpleegkundige. De student moet alle competenties ten minste op Fase 2 = F2 Beperkte zelfstandigheid (= de student voert de taken in overleg met de begeleider in de praktijk uit en heeft daarbij nog veel sturing en ondersteuning nodig ) ontwikkeld hebben. Zelfevaluatie Ter voorbereiding beoordeelt de student zelf hoever zij is in de ontwikkeling van de competenties,met behulp van de competentiematrix (bijlage 4). De student beschrijft welke bewijsmateriaal zij hiervoor heeft verzameld en geeft een mondelinge toelichting waarbij de zelfbeoordeling wordt onderbouwd met argumenten en- of voorbeelden. De omvang van de toelichting is 2 A4. Deze zelfbeoordeling wordt minstens 3 dagen voor aanvang van gesprek gestuurd naar de werkbegeleiders en de docentbegeleider. Beoordelingsgesprek In het beoordelingsgesprek geeft de student een mondelinge toelichting op de zelfbeoordeling, vertelt zijn/haar ervaring en geeft een conclusie over de eigen geschiktheid voor het beroep. Er volgt een gesprek over enkele, door de werkbegeleiders geselecteerde, competenties. De werkbegeleider geeft aan in hoeverre zij het eens is met de zelfbeoordeling van de student en waar eventueel wijzigingen (lager niveau of hoger niveau van competentieontwikkeling) in nodig zijn. Hieruit volg de beoordeling van het functioneren tijdens de stage door een onvoldoende/voldoende/zeer goed toe te kennen. De werkbegeleider geeft een mondelinge toelichting op de beoordeling. Het gesprek wordt afgerond met een mondelinge beoordeling door de werkbegeleiders van de verpleegafdeling. Hierbij wordt het formulier eindbeoordeling stage 1 gebruikt (bijlage 6) Het oordeel van de werkbegeleiders op de verpleegafdeling geldt als een zwaarwegend advies aan de docentbegeleider. De docentbegeleider is verantwoordelijk voor alle beoordelingen en stelt uiteindelijk de definitieve stagebeoordeling vast. De docentbegeleider verwerkt het advies van de afdeling en zet dit om in een van de volgende cijfers: 4, 7 of 9 (bijlage 8). Als alle competenties behaald zijn en de doelen uit het stagewerkplan gerealiseerd zijn, voldoet de student aan de norm voor de stage en krijgt zij daarvoor een voldoende toegekend. De stagedocent zal deze voldoende als een 7 verwerken. Alleen in die gevallen

7 dat een student op alle competenties boven het voor de stage gebruikelijke niveau gepresteerd heeft is een zeer goed op zijn plaats die de stagedocent als 9 zal verwerken. Indien de docent een advies van de werkbegeleider van voldoende omzet naar een onvoldoende, of andersom, neemt de stagedocent hierover eerst contact op met de werkbegeleider. De beoordeling aan het einde van de stage kan gebruikt worden bij de start van de volgende stage in het tweede jaar bij het maken van het stagewerkplan. Voorbeeld zelfbeoordeling competentiematrix Voorbeeld van een zelfbeoordeling met behulp van de ingevulde competentiematrix. In dit voorbeeld zie je dat alle competenties op niveau 1 F2 zijn behaald of zelfs verder zijn ontwikkeld. De student moet dit kunnen aantonen. O= startniveau X= eindniveau Competentiegebied Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Digitaal Portfolio F1 F2 F3 F4 F1 F2 F3 F4 F1 F2 F3 F4 Verpleegkundig handelen 1a zorg 0 x Verpleegkundig handelen 1b preventieve zorg 0 x Verpleegkundig handelen 1c klinisch redeneren 0 x Communicatie 2a vertrouwensrelatie 0 x Communicatie 2b informatie, voorlichting, GVO en advies 0 x Communicatie 2c informatie-uitwisseling betrokkenen 0 x Samenwerking 3a samenwerken 0 x Kennis en wetenschap 4c eigen kennis actualiseren 0 x Organisatie 6a coördinatie en continuïteit van zorg 0 x Professionaliteit 7a bewust zelf ontwikkelen 0 x Professionaliteit 7b volgt normen en waarden 0 x Professionaliteit 7c autonoom en participatief handelen 0 x 2. De stage-inhoud 2.1 Kennismaking op stageadres voor aanvang stage In het kennismakingsgesprek worden wederzijds verwachtingen uitgesproken en het gesprek biedt de mogelijkheid informatie over de stageafdeling te verzamelen. Sommige stage-instellingen organiseren een gezamenlijke introductie voor nieuwe stagiaires, bij andere organisaties neemt de student zelf contact op, om voor het begin van de stage kennis te maken. Het stagebureau geeft aan de student door waar hij/zij gaat stage lopen en of zij zelf contact op moet nemen of niet. 2.2 Stagedoelen De student : 1. oriënteert zich op de beroepspraktijk; 2. oriënteert zich op de eigen geschiktheid voor het verpleegkundig beroep; 3. demonstreert een beroepshouding waarin het professioneel gedrag aantoonbaar aanwezig is; 4. toont ontwikkeling aan in onderstaande 12 competenties. 2.3 Competenties In de stagetools jaar 1 op internet ( en DLWO (Competentieset HBO verpleegkundige) staan alle 19 HBOV

8 competenties met bijbehorende indicatoren. De indicatoren zijn specificaties waar aan kan worden gedacht bij het behalen van deze competenties. Ze kunnen een hulpmiddel zijn bij het vertalen van de competenties naar de praktijk). Deze competenties zijn beschreven op eindniveau van de opleiding. Na 4 jaar behoort de student deze competenties te hebben ontwikkeld. Competenties jaar 1 In het eerste jaar werken de studenten aan de volgende 12 competenties op niveau 1: (zie verderop) Competentiegebied 1: Verpleegkundig handelen 1a De verpleegkundige verleent zorg in complexe zorgsituaties van opname tot en met ontslag 1b De verpleegkundige verleent preventieve zorg aan individuen en groepen. 1c De verpleegkundige onderbouwt de zorg met behulp van klinisch redeneren. Competentiegebied 2: Communicatie 2a De verpleegkundige gaat een vertrouwensrelatie aan met de patiënt. 2b De verpleegkundige geeft informatie, voorlichting, GVO en advies aan individuen en groepen. 2c De verpleegkundige zorgt voor een optimale informatie-uitwisseling met alle betrokkenen. Competentiegebied 3: Samenwerking 3a De verpleegkundige werkt effectief samen met alle betrokkenen. Competentiegebied 4 : Kennis en wetenschap 4c De verpleegkundige zorgt voor het voortdurend actueel houden van de eigen kennis. Competentiegebied 6 : Organisatie 6a De verpleegkundige coördineert zorgverlening en preventieprogramma s en waarborgt daarbij de continuïteit van zorg. Competentiegebied 7: Professionaliteit 7a De verpleegkundige geeft blijk van het vermogen zich bewust te ontwikkelen. 7b De verpleegkundige handelt volgens de waarden en normen van het verpleegkundig beroep. 7c De verpleegkundige vervult zowel een autonome als een participerende rol in de zorgverlening. Tussenniveaus Om te kunnen beoordelen welke ontwikkeling de student doormaakt zijn er verschillende tussenniveaus beschreven. Deze tussenniveaus bestaan uit 4 fases en elke fase geeft de mate van zelfstandig functioneren weer. Fase 1= F1 Geen zelfstandigheid: de student heeft veel instructie en sturing nodig. Fase 2= F2 Beperkte zelfstandigheid: de student voert de taken in overleg met de begeleider in de praktijk uit en heeft daarbij nog veel sturing en ondersteuning nodig. Fase 3= F3 Zelfstandig onder begeleiding: de student kan eigen besluiten nemen en uitvoeren, maar heeft nog wel veel feedback nodig.

9 Fase 4= F4 Zelfstandig functioneren: de student kan zelfstandig de eigen besluiten en taken uitvoeren en koppelt zelfstandig terug wanneer dit nodig is. Voor de eerste jaars reguliere student betekent dit dat zij een ontwikkeling kan laten zien van onder strikte begeleiding en instructie handelen - tot - beperkt zelfstandig (laagcomplexe) zorg kunnen uitvoeren, in een laagcomplexe omgeving. Vanuit standaarden denken en werken (bestaande dagprogramma s, protocollen, afspraken etc.) Voor eerste jaars AIZ geldt het advies te streven naar zelfstandig functioneren. In de stagetools jaar 1 op internet ( en DLWO (document : niveaus en complexiteit) wordt dit nader toegelicht. 2.4 Stagewerkplan De student schrijft een stagewerkplan. Het doel van een stagewerkplan is inzicht geven in en sturing geven aan het leerproces tijdens de stage. In het stagewerkplan geeft de student bij elke competentie in de competentiematrix aan op welk niveau zij start en welk niveau zij aan het eind van deze stage wil bereiken. De student beschrijft per competentie op welke wijze zij aan deze ontwikkeling wil werken en welke bewijzen zij hiervoor gaat verzamelen. De inhoud en vormgeving van dit stagewerkplan moet voldoen aan de criteria zoals die beschreven staan in bijlage 1. Zowel de werkbegeleider(s) als de docentbegeleider geeft feedback. De werkbegeleider beoordeelt of het plan overeenkomt met wat besproken is en of het realistisch haalbaar is. De docentbegeleider beoordeelt of het leerwerkplan voldoet aan de beoordelingscriteria. Het stagewerkplan moet uiterlijk week 3 worden ingeleverd bij de werkbegeleider en de docentbegeleider. Bij onvoldoende beoordeling wordt dit op basis van de ontvangen feedback aangepast.

10 Competentiematrix Om inzicht te krijgen in de competentieontwikkeling, start en eindigt de student de stage met het invullen van de competentiematrix. De student vult de competentiematrix in aan het begin van de stage in het stagewerkplan en halverwege de stage bij de tussenevaluatie en aan het eind van de stage in het eindverslag (bijlage 4). Competentiegebied Niveau 1 Digitaal Portfolio F1 F2 F3 F4 Verpleegkundig handelen 1a Zorg 0 X 1b Preventieve zorg 1c Klinisch redeneren Communicatie 2a Vertrouwensrelatie 2b Informatie, voorlichting, GVO en advies 2c Informatie-uitwisseling betrokkenen Samenwerking 3a Samenwerken Kennis en wetenschap 4c Eigen kennis actualiseren Organisatie 6a Coördinatie en continuïteit van zorg Professionaliteit 7a Bewust zelf ontwikkelen 7b Volgt normen en waarden 7c Autonoom en participatief handelen 0=startniveau X=eindniveau 2.5 Stageopdrachten Aan een aantal competenties zijn stageopdrachten gekoppeld. Dit zijn voor een deel schriftelijke opdrachten en voor een deel opdrachten die in de praktijk bij de patiënt worden uitgevoerd en getoetst worden door de werkbegeleider. Deze opdrachten worden Korte Klinische Beoordelingen genoemd (KKB) De KKB is een observatie van een kritische beroepssituatie. Met de KKB wordt door de student aangetoond dat hij een onderdeel van een competentie wel of niet beheerst. De KKB kan eenvoudig worden toegepast door de werkbegeleider als onderdeel van de dagelijkse routine in diverse settings. De combinatie van meerdere KKB geeft inzicht in het handelen van de student. Bij iedere opdracht zit een KKB beoordelingsformulier. Stageopdracht Onderwerp Competenties Stageopdracht 1 Basiszorg 1a,1b,1c, 2b Stageopdracht 2 Gespreksvaardigheden 2a,2b,2c,3a Stageopdracht 3 Vertrouwensrelatie 2a,2b,3a Stageopdracht 4 Rapportage 2c,3a Stageopdracht 5 Professioneel gedrag 7a, 7b, 7c In bijlage 2 worden de opdrachten toegelicht, voorzien van beoordelingsformulieren.

11 2.6 Feedbackformulieren Niet alleen door het uitvoeren van de opdrachten, kan de student de ontwikkeling in competenties aantonen, dit kan ook tijdens de dagelijkse werkzaamheden. Met behulp van feedbackformulieren (bijlage 3) kan de student feedback vragen over haar handelen in de dagelijkse praktijk. De student verzamelt hierdoor bewijzen waarmee de competentieontwikkeling kan worden aangetoond. De student en of werkbegeleider bepalen zelf voor welke verpleegkundige interventies/activiteiten er een feedbackformulier kan worden ingevuld. In ieder geval kunnen de competenties 6a (organisatie) en 4c (eigen kennis) via feedbackformulieren aangetoond worden. 2.7 Leerverslag stage Een week nadat de stage is afgerond levert de student een leerverslag stage in. Dit verslag wordt niet beoordeeld door de begeleiders uit de praktijk en de docentbegeleider, maar door de studieloopbaanbegeleider (SLB er). In dit verslag blikt de student terug op het leerproces en geeft aan welke aspecten goed zijn verlopen en welke minder. In het verslag wordt ook de mening van de student over de eigen geschiktheid voor het verpleegkundige beroep beschreven. 2.8 Niveaus van complexiteit van zorg Voor de hele stage en bij iedere KKB wordt de complexiteit van zorg bepaald en ingevuld. Om inzicht te krijgen in de complexiteit van zorg is er een overzicht waarmee de complexiteit vastgesteld kan worden. Niveaus van complexiteit van zorg Niveau 1 Stabiliteit van de zorgsituatie: Kans op risicovolle situaties: Meervoudige problematiek: Multidisciplinaire samenwerking: Verpleegtechnische interventies: Ziekte inzicht: Gemotiveerdheid: Intensieve zorg: Beschikbaarheid mantelzorg: Begeleiding mantelzorg: Communicatiemogelijkheden: Niveau 2 Stabiliteit van de zorgsituatie: Kans op risicovolle situaties: Meervoudige problematiek: Multidisciplinaire samenwerking: Verpleegtechnische interventies: Ziekte inzicht: Gemotiveerdheid: Intensieve zorg: Laag complexe zorg Gezondheidstoestand en gedrag is stabiel: het wisselt nauwelijks en is voorspelbaar. De kans op risicovolle situaties is gering. Er zijn één à twee aandoeningen (somatisch, sociaal en/of psychisch), die elkaar niet beïnvloeden. Er wordt met niet meer dan één à twee andere disciplines samengewerkt. Er zijn enkele verpleegtechnische technieken nodig. De zorgvrager heeft voldoende ziekte-inzicht: kan veranderingen signaleren en hierop anticiperen/adequaat reageren. De zorgvrager is structureel te motiveren tot het volgen van een behandeling. De zorgvrager hoeft geen intensieve zorg. De mantelzorg is volledig beschikbaar. De mantelzorg behoeft niet tot nauwelijks begeleiding. De zorgvrager informeert zijn mantelzorgers over zijn welzijn en behandeling. De zorgvrager communiceert adequaat in spreken, schrijven, gebaren, luisteren en zien. Midden complexe zorg Gezondheidstoestand en gedrag zijn redelijk voorspelbaar: maximaal twee keer per dag is herziening van de zorgplanning nodig. De kans op risicovolle situaties is aanwezig maar niet zo groot. Er is sprake van maximaal twee soorten (somatische en psychische) problemen of handicaps die elkaar kunnen beïnvloeden. Er wordt met maximaal drie andere disciplines samengewerkt. Er zijn meerdere verpleegtechnische technieken nodig. De zorgvrager kan veranderingen zelf signaleren, maar is onvoldoende in staat om hierop te anticiperen of adequaat te reageren. De motivatie van de zorgvrager wordt door angst en/of onzekerheid verminderd door het volgen van een behandeling. De zorgvrager hoeft maximaal twee maal per dag intensieve zorg.

12 Beschikbaarheid mantelzorg: Begeleiding mantelzorg: Communicatiemogelijkheden: Niveau 3 Stabiliteit van de zorgsituatie: Kans op risicovolle situaties: Meervoudige problematiek: Multidisciplinaire samenwerking: Verpleegtechnische interventies: Ziekte inzicht: Gemotiveerdheid: Intensieve zorg: Beschikbaarheid mantelzorg: Begeleiding mantelzorg: Communicatiemogelijkheden: De mantelzorg is aanwezig tijdens bezoekuren. De mantelzorg behoeft aandacht en inspanning tijdens de daarvoor georganiseerde momenten op de verpleegafdeling (bezoekuur, geplande gesprekken met arts of andere disciplines). De communicatiemogelijkheden worden bemoeilijkt door emotionele gevolgen (angst/onzekerheid/boosheid) van de opname en behandeling. Hoog complexe zorg De zorgsituatie is sterk wisselend en onvoorspelbaar: voortdurend is herziening van de zorgplanning nodig. Risicovolle situaties zullen zich vrijwel zeker voordoen. Er is sprake van drie of meer soorten (somatische en psychische) problemen of handicaps die elkaar sterk beïnvloeden. Er wordt met vier of meer andere disciplines samengewerkt. Er zijn meerdere verpleegtechnische technieken nodig. De zorgvrager kan veranderingen zelf in het geheel niet signaleren: voortdurend verscherpt toezicht is vereist. De zorgvrager is structureel niet of nauwelijks te motiveren tot het volgen van een behandeling. De zorgvrager behoeft meermaals per dag intensieve zorg. De zorgvrager krijgt in het geheel geen mantelzorg. De mantelzorg behoeft voortdurende aandacht en inspanning. De communicatie behoeft voortdurende aandacht en inspanning 2.9 Aanvullende opdracht bij de duostage. Inleiding Omdat duostudenten een dag minder stage lopen dan de andere studenten uit jaar 1, krijgen jullie een stagevervangende opdracht die je met je duomaatje gaat uitvoeren. Het eindresultaat van de opdracht wordt op school gepresenteerd aan medestudenten en de docentbegeleider op een van de terugkomdagen. De stageweek bestaat uit 3 stagedagen in de stage-instelling, een terugkomdag op school (waarin aan zowel de stage als aan de duo-opdracht aandacht wordt besteed) en een zelfstudiedag waarin aan de duo-opdracht gewerkt wordt. De opdracht heeft een omvang van 10 dagen, verspreid over de stage van 10 weken. Dat komt neer op gemiddeld 1 dag per week waarin aan de opdracht gewerkt wordt. De docentbegeleider is zowel OWG/MPB docent als begeleider van de duo-opdracht. Opdracht: Zoek samen met je duomaatje die samen met jouw op de zelfde afdeling stage loopt, een geriatrische patiënt uit die op jouw afdeling verblijft. 1. Breng de aandoening van de patiënt in kaart waarmee jullie gekozen patient/ bewoner te maken heeft. (denk aan anatomie/fysiologie, oorzaak, symptomen, onderzoek, diagnose en behandeling) 2. Wat zijn de klachten op somatisch en/of psychogopathologies gebied. 3. Wat zijn de gevolgen van een aandoening vanuit patiëntenperspectief. Denk hierbij lichamelijk welbevinden en gezondheid,,woon- en leefsituatie, participatie,mentaal welbevinden.

13 4. Wat zijn de gevolgen van een aandoening vanuit perspectief van de partner / familie. 5. Onderzoek wat er wordt verstaan onder geriatrie en gerontologie. Leg deze verschillen uit. 6. Welk verpleegkundig handelen/ visie, gerelateerd aan je de geriatrische patiënt op de afdelingen, kom je tegen op je stageplaats. Denk hierbij aan: lichamelijk welbevinden en gezondheid, woon- en leefsituatie, participatie mentaal welbevinden. Verpleegtechnisch handelen. 7. Tot slot: kijk eens waarin de zorg die je patiënt nu krijgt verschilt in die van of 100 jaar geleden. Denk daar bij aan visie, verpleeg technisch handelen, Inzicht en kennis, toepassing van de wetenschap wel of niet etc. Hoe was vroeger de gezondheidszorg georganiseerd. En waarin verschilt dit met het heden. Relateer dit aan wat je nu op de afdeling waar je patiënt verblijft, ziet. Bekijk hier voor de site van het Florence Nigehtingale instituut of boeken over de geschiedenis in de verpleging uit de bibliotheek etc. etc. Ondersteunende activiteiten ter verdieping van de opdracht. Bedenk vragen voor een interview met jullie patiënt of diens familie. Leg je vragen vóóraf voor aan zowel je docentbegeleider als aan je werkbegeleider van de instelling Door de school wordt een werkbezoek georganiseerd naar Museum Corpus in Oegstgeest. Deze staat gepland op Dinsdag 4 maart. Je moet daar om uur aanwezig zijn. Tevens wordt er op één van de schooldagen de documentaire Mam vertoont die gaat over, de wondere wereld van een Alzheimer patiënt.aansluitend is er een discussie met Adelheid Roosen (actrice) over deze documentaire. Beide activiteiten zijn bedoeld als ondersteuning bij de opdracht. Zowel museumbezoek als het zien van de documentaire als de discussie achteraf zijn een verplicht onderdeel van de opdracht. Het museum wordt betaald door school. Ben je niet aanwezig dan moet je de entreekosten van dit bezoek aan school terug betalen. Het eindproduct is een digitale presentatie in de vorm een filmpje of een zelfdraaiende powerpoint of een prezie-presentatie van maximaal 8 minuten. Beoordelingscriteria zijn: Alle punten van 1 tm 7 zijn uitgewerkt. Laat duidelijk zien/horen welke literatuur je gebruikt hebt om eea te onderbouwen. De film/powerpoint is logisch opgebouwd en duurt niet langer dan 8 minuten. De presentatie is helder en onderbouwd gebracht. Beide studenten hebben een evenredig aandeel in de presentatie.

14 Concept Planning die flexibel gehanteerd kan worden Eea is afhankelijk van de beschikbaarheid van de externe gast Week 1 Plenaire introductie door de tijd docent begeleider wat Maken van een activiteitenplanning door de duo s en bespreken met de docentbegeleider 50 minuten per duo groep 10 minuten per docent per duopgroep Week 2 Bezoek aan museum Corpus op Dinsdag 4 maart. jullie moeten om uur aanwezig zijn op locatie; Willem Einthovenstraat BH oegstgeest 17 duo s en 2 begeleiders = per docent 8 x 10 = 80 minuten Bezoek 4 uur corpus Opdracht somatische aandoening uitwerken gekoppeld aan ervaring Corpus Week 3 Bekijken van de documentaire mbt familie perspectief MAM aansluitend gevolgd door discussie met Adelheid Roosen 150 minuten Voorbereiden patiënten/ familie interviews met docentbegeleider. Week 4 Verkennen thema geriatrische verpleegkunde en geschiedenis van de gezondheidszorg, Voorbereiden interview vragen met jullie eigen patiënt Studenten hele dag. Docent tijd 100 minuten Inhoud en documentaire en discussie koppelen aan je opdracht Opdracht: gekozen thema uitwerken daarbij relateren aan de geschiedenis van de verpleegkunde ( Florence Nightengaal Instituut ) + stage-

15 ervaringen + familieperspectief programma week 3. Week 5 Patiëntperspectief: Bekijken websites. patiëntverenigingen en blog patiënten. Interviewen patiënt / partner / familie. Studenten hele dag Week 6 Uitloop Studenttijd: hele dag werk aan defilm/ powerpoint Week 7 Uitloop Week 8 Uitloop werk aan de film/powerpoint Studenttijd: hele dag Docenttijd: 100 minuten consultatief. Maak een afspraak met de docent Studenttijd: hele dag werk aan de film/powerpoint Week 9 Bekijken en beoordelen presentaties in de basisgroep Studenttijd: 200 minuten Docenttijd 200 minuten Week 10 herkansing Schriftelijke uitwerking van de opdracht inleveren bij de docentbegeleider

16 Beoordelingscriteria DUO opdracht* Vul dit formulier voor aanvang van de presentatie volledig in, print het uit en geef het aan de beoordelend docent. Naam student : Naam student : Groep: : LV13-1 Naam en locatie stageafdeling : Begin en einddatum stageperiode : Datum : Beoordelend docent : Caroline Kooijman / Miranda Koning Presentatie Opdracht In de presentatie komen aan de orde Beoordeling Inhoud 7 punten 1. Breng de aandoening van de zorgvrager in kaart Anatomie/fysiologie, oorzaak, symptomen, onderzoek, diagnose en behandeling Voldaan (1 pnt) Niet voldaan Vorm (film, prezie of powerpoint) 3 punten 2. Beschrijf de klachten van de zorgvrager 3. Beschrijf de gevolgen van de aandoening vanuit perspectief van de zorgvrager. 4. Beschrijft de gevolgen van een aandoening vanuit perspectief van de partner / familie. 5. Onderzoekt wat er wordt verstaan onder geriatrie en gerontologie. 6. Beschrijft op welke wijze de verpleegkundige visie tot uiting komt in het verpleegkundig handelen 7. Onderzoekt en beschrijft de verschillen in de zorg van nu en toen (40, 60 of 100 jaar geleden. De klachten op somatisch en/of psychopathologisch gebied. Lichamelijk welbevinden en gezondheid, woon- en leefsituatie, participatie in maatschappij, mentaal welbevinden. Verandering in omgang met de zorgvrager, verandering in dagelijks leven, participatie in mantelzorg, mentaal welbevinden. De verschillen tussen geriatrie en gerontologie helder uit en onderbouw dit met een voorbeeld vanuit de stageplek. De verpleegkundige visie en onderbouwd deze met voorbeelden vanuit de stageplaats. Denk hierbij aan: lichamelijk welbevinden en gezondheid, woon- en leefsituatie, participatie mentaal welbevinden. verpleegtechnisch handelen. Een kritische reflectie is ook welkom De verschillen tussen vroeger en nu gerelateerd aan de stageafdeling (nu). Aan bod komen in ieder geval: visie op verplegen, verpleegtechnisch handelen, inzichten en kennis, toepassing van de wetenschap, organisatie van de gezondheidszorg, positie van de verpleegkundige. De presentatie is: logisch opgebouwd; duurt niet langer dan 8 minuten; is helder en onderbouwd gebracht; bronvermelding volgens Vancouverrichtlijn is gehanteerd; beide studenten hebben een evenredig aandeel. Voldaan (1 pnt) Niet voldaan Voldaan (1 pnt) Niet voldaan Voldaan (1 pnt) Niet voldaan Voldaan (1 pnt) Niet voldoen Voldaan (1 pnt) Niet voldaan Voldaan (1 pnt) Niet voldaan Voldaan (3 pnt) Niet voldaan *Iedere criterium moet worden uitgevoerd voor het ontvangen van een beoordeling, anders wordt de opdracht als onvoldoende beoordeeld. De eindbeoordeling is voldaan of niet voldaan, de cijfers zijn een hulpmiddel voor de docent om dit vast te stellen. Handtekening beoordelend docent Caroline Kooijman Eindresultaat Voldaan Miranda Koning Niet voldaan

17 Bijlage 1: Beoordelingsformulier stagewerkplan stage jaar 1 In te vullen door docentbegeleider en werkbegeleider Vorm Inhoud Criteria v/o Voorblad Titel, naam & locatie stageafdeling, Alle genoemde onderdelen naam student, naam werkbegeleider(s), zijn vermeld... begin en einddatum stageperiode. Inhoudsopgave Hoofdstukindeling Paginanummering Inleiding Beschrijving van competentieontwikkeling Korte beschrijving opbouw stagewerkplan Personalia: naam, HvA- adres, 06- nummer, opleiding, studiejaar Motivatie voor opleiding en stage Eventueel persoonlijke kenmerken en omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de stage en het beroep van verpleegkundige Beschrijving van de stageafdeling Invullen van competentiematrix: start niveau= 0 eindniveau stage=x Per competentie aangeven: Leeractiviteiten Opdrachten Bewijzen In één oogopslag is duidelijk wat in het SWP staat. Alle onderdelen zijn beschreven. De lezer krijgt een helder beeld van: de student de stageafdeling. Voor hele verslag geldt: taalgebruik, lay-out en bronvermeldingen zijn correct. Beschreven leeractiviteiten en opdrachten sluiten aan bij competentie. Leeractiviteiten en opdrachten zijn realistische en op niveau Overzicht Minimaal 1 A4 met een tijdsplanning In één oogopslag is duidelijk wanneer de student aan welke leerdoelen werkt... Naam werkbegeleider:. Oordeel WB: SWP is praktisch bruikbaar: V/O* Naam docentbegeleider:... Oordeel DB: SWP is methodisch akkoord: V/O* *Alle criteria moeten met een voldoende (V) beoordeeld zijn Handtekening WB Datum: Handtekening DB Datum:

18 Bijlage 2: Stageopdrachten 1 t/m 5 Stageopdracht 1: Basiszorg Competenties 1a,1b, 2b De verpleegkundige ondersteunt het zelfmanagement van de patiënt. Zij richt zich daarbij op de persoon (patiënt) als geheel, in zijn of haar context met zijn of haar leefwijze. Niet op een bepaald aspect of een specifieke pathologische situatie. Veel voorkomend verpleegkundig handelen is het ondersteunen van de Algemeen Dagelijkse Levensactiviteiten (ADL). Dit wordt ook wel aangeduid met verlenen van basiszorg. Per patiënt kan die basiszorg verschillend zijn. Sommige patiënten hebben hulp en ondersteuning nodig bij de lichamelijke activiteiten zoals: voedselinname, uitscheiding, wassen en aankleden. Anderen hebben ondersteuning nodig bij cognitieve (verstandelijke) activiteiten zoals het nemen van beslissingen, het hanteren dagstructuur, of het voeren van een gesprek. Het ondersteunen van de patiënt bij deze lichamelijke en cognitieve activiteiten in een laagcomplexe situatie is de kern van de stageopdracht basiszorg. Afhankelijk van de stageplaats zal de student in meer of mindere maten in aanraking komen met de lichamelijke en/of de cognitieve beperkingen van patiënten. Daarom zijn er twee deelopdrachten (KKB s) basiszorg, te weten lichamelijke verzorging en begeleiding patiënt. Afhankelijk van de stagesetting voert de student minimaal één van de twee deelopdrachten uit. Waar mogelijk worden beide uitgevoerd. Opdracht: 1. De student bespreekt met de werkbegeleider wat op de afdeling veelvoorkomende verpleegkundige basiszorg is. 2. De student beschrijft in het stagewerkplan op welke basiszorgactiviteiten hij/zij zich gaat richten. 3. De student noteert hierbij aan welke competentie(s) dit handelen is gekoppeld en geef in de competentiematrix het beoogde uitvoeringsniveau aan. (F1 t/m F4) 4. De student maakt een planning van (leer)activiteiten om gestelde doel te bereiken.

19 KKB formulier: stageopdracht 1 Basiszorg. Lichamelijke verzorging van een (bedlegerige) patiënt De KKB (korte klinische beoordeling) is een observatie van een kritische beroepssituatie. Met de KKB wordt door de student aangetoond dat hij een onderdeel van een competentie wel of niet beheerst. De KKB kan eenvoudig worden toegepast door de werkbegeleider als onderdeel van de dagelijkse routine in diverse klinische settings. De combinatie van meerdere KKB geeft inzicht in het handelen van de student Lichamelijke verzorging van een (bedlegerige) patiënt Voorbereiding, de student: Stelt zich op de hoogte van mogelijke beperkingen in het functioneren van de patiënt en contra-indicaties voor bepaalde bewegingen. Bespreekt de handeling indien mogelijk met de patiënt (tijdstip, voorkeuren), zet alle benodigdheden klaar en wast de handen. Uitvoering, de student: Geeft de patiënt op basis van richtlijnen op de verpleegafdeling en voorkeuren van de patiënt lichamelijke verzorging: wassen, mondverzorging, haren wassen/kammen, zo nodig nagelverzorging en scheren. Past het handelen aan op basis van beperkingen van de patiënt en contraindicatie(s) voor bepaalde bewegingen. Communiceert verbaal en non-verbaal met de patiënt tijdens de handeling (gaat na of alles naar wens gaat en informeert de patiënt over het handelen). Observeert de conditie van de huid en inspecteert (mogelijke) drukplekken. Werkt hygiënisch, houdt een logische en efficiënte volgorde aan, heeft oog voor comfort en privacy en zet de patiënt op vriendelijke en informerende wijze in gewenste houdingen. Afronding, de student: Helpt de patiënt in gewenste houding, zorgt dat al het nodige voor de patiënt binnen handbereik is (bel, eten/drinken, bedkastje, telefoon). Ruimt materialen op en wast de handen. Rapporteert de effecten van de handelingen in het verpleegkundig dossier. Frequentie toetsing: Niveau 1: 1 keer Student: Leerwerkperiode: Werkbegeleider: Datum: Afdeling: Niveau complexiteit van zorg Niveau Beschrijf de situatie waarin is getoetst: onvoldoende / twijfel / voldoende Tips tot verbetering bij onvoldoende of twijfel: Paraaf werkbegeleider: Paraaf student:

20 KKB formulier: stageopdracht 1 Basiszorg. Begeleiden van een patiënt/cliënt met cognitieve beperkingen De KKB (korte klinische beoordeling)is een observatie van een kritische beroepssituatie. Met de KKB wordt door de student aangetoond dat hij een onderdeel van een competentie wel of niet beheerst. De KKB kan eenvoudig worden toegepast door de werkbegeleider als onderdeel van de dagelijkse routine in diverse klinische settings. De combinatie van meerdere KKB geeft inzicht in het handelen van de student Begeleiden van een patiënt/cliënt met cognitieve beperkingen. Voorbereiding, de student: Stelt zich op de hoogte van mogelijke beperkingen in het cognitieve functioneren van de patiënt en indicaties en contraindicaties voor bepaalde begeleidingstijl(en). Bespreekt de begeleiding indien mogelijk met de patiënt. Uitvoering, de student: Geeft de patiënt op basis van richtlijnen op de afdeling en voorkeuren van de patiënt de gewenste ondersteuning. Past het handelen aan op basis van de beperkingen en de mogelijkheden van de patiënt en (contra)indicatie(s) voor bepaalde begeleidingstijl(en). Begeleidt de patiënt in overeenstemming met de gekozen begeleidingstijl. Observeert hoe de patiënt reageert op de gegeven begeleiding en past het eigen gedrag daarop aan en/of roept tijdig de hulp van een collega in. Afronding, de student: Rondt het begeleidingsmoment op correcte wijze af. Rapporteert de effecten van de geboden begeleiding mondeling aan (werk)begeleider, en schriftelijk in het verpleegkundig dossier. Frequentie toetsing: Niveau 1: 1 keer Student: Leerwerkperiode: Werkbegeleider: Datum: Afdeling: Niveau complexiteit van zorg Niveau Beschrijf de situatie waarin is getoetst: onvoldoende / twijfel / voldoende Tips tot verbetering bij onvoldoende of twijfel: Paraaf werkbegeleider: Paraaf student:

21 Stageopdracht 2: Gespreksvaardigheden Competenties 2a, 2b, 3a Goed contact kunnen leggen en onderhouden met patiënten en collega s is een essentiële vaardigheid van verpleegkundigen. Patiënten vragen om informatie en ondersteuning, collega s om overleg over de voortgang van het werk, andere disciplines om informatie over de gezondheidsituatie van de patiënt. Er wordt van je verwacht dat je ook in de alledaagse situatie een praatje kunt maken met patiënten en bezoekers, ze op hun gemak kan stellen en belangstelling kunt tonen. De stageopdracht gespreksvaardigheden helpt je de kwaliteiten te ontwikkelen die aan goede gespreksvoering ten grondslag liggen. In deze stagopdracht gaat het er om dat je bewust een gesprek opstart en afrondt met respect voor de patiënt. Je kunt het gesprek nadien voor je werkbegeleider samenvatten en de hoofd- en bijzaken daarin onderscheiden.

22 KKB formulier stageopdracht 2: Gespreksvaardigheden De KKB is een observatie van een kritische beroepssituatie. Met de KKB wordt door de student aangetoond dat hij een onderdeel van een competentie wel of niet beheerst. De KKB kan eenvoudig worden toegepast door de werkbegeleider als onderdeel van de dagelijkse routine in diverse klinische settings. De combinatie van meerdere KKB geeft inzicht in het handelen van de student Communicatie en samenwerking Gespreksvaardigheden Voorbereiding, de student: Verzamelt z.n. gegevens uit verschillende bronnen. Draagt z.n. zorg voor de juiste ruimte en tijdstip. Uitvoering, de student: Kan een gesprek met een patiënt starten, onderhouden en afsluiten. Onderdelen van deze vaardigheid zijn, de student: Stelt zich voor Telt open vragen en vraagt door. Maakt oogcontact met patiënt en geeft gelegenheid om vragen te stellen. Sluit aan op de informatiebehoefte van de patiënt en geeft de juiste informatie. Toont belangstelling en begrip voor patiënt, heeft aandacht voor emotie van de patiënt en familie. Heeft duidelijk taalgebruik. Sluit het gesprek op correcte wijze af, maakt eventueel vervolgafspraak. Afronding, de student: Kan aan de werkbegeleider de inhoud van het gesprek met patiënt samenvatten. Onderscheid daarbij hoofd- en bijzaken en toont respect voor de patiënt. Student: Leerwerkperiode: Werkbegeleider: Datum: Afdeling: Niveau complexiteit van zorg Niveau Beschrijf de situatie waarin is getoetst: onvoldoende / twijfel / voldoende Tips tot verbetering bij onvoldoende of twijfel: Frequentie toetsing: Niveau 1: 1keer Paraaf werkbegeleider: Paraaf student:

23 Stageopdracht 3: Vertrouwensrelatie Competenties 2a, 2b, 3a Eén van de belangrijke vaardigheden van de verpleegkundige is het de ander nabij zijn Patiënten kunnen onzeker, ontredderd en eenzaam zijn tijdens hun verblijf in een instelling of in hun eigen huis. Hun wereld is soms klein geworden en de behoefte om vreugde en verdriet in het eigen leven te delen is soms groot. De verpleegkundige kan het luisterend oor zijn, kan soms bemoedigen, aanmoedigen of troosten en delen in de ervarings- en belevingswereld van de patiënt. De verpleegkundige moet daarvoor openstaan en de patiënt empatisch en uitnodigend tegemoet treden. Het gaat om gelijkwaardigheid van de relatie in een ongelijkwaardige situatie. In deze stageopdracht gaat het erom dat je inzicht krijgt in wat jij kunt doen om het vertrouwen van een patiënt te winnen. Dat je je bewust wordt van wie de patiënt ontmoet, als hij jou ontmoet. En dat je, afhankelijk van de situatie, bewust zulk (professioneel) gedrag kunt kiezen dat je kunt sturen wie de patiënt ontmoet als hij jou ontmoet. Je observeert een aantal situaties waarin je geprobeerd hebt een vertrouwensrelatie aan te gaan. Je reflecteert daar op en bespreekt je reflecties met je begeleider, liefst een begeleider die jou heeft kunnen observeren.

24 KKB formulier stageopdracht 3: Vertrouwensrelatie De KKB is een observatie van een kritische beroepssituatie. Met de KKB wordt door de student aangetoond dat hij een onderdeel van een competentie wel of niet beheerst. De KKB kan eenvoudig worden toegepast door de werkbegeleider als onderdeel van de dagelijkse routine in diverse klinische settings. De combinatie van meerdere KKB geeft inzicht in het handelen van de student Vertrouwensrelatie De student verdiept zich in het begrip vertrouwensrelatie door te reflecteren op praktijksituaties en kan vanuit deze observaties beschrijven op welke wijze hij/zij een vertrouwensrelatie aan wil gaan. De student: Observeert de eigen situatie: Hoe ben ik ontvangen op de afdeling/instelling? Wat heeft geholpen om een vertrouwensrelatie met de begeleiders in de praktijk op te bouwen en wat was minder effectief? Observeert de situatie bij de patiënt: Wat vindt de patiënt belangrijk om vertrouwen in zijn hulpverleners en de behandeling te krijgen/behouden? Wat vindt de patiënt minder belangrijk? Welke benaderingswijzen helpen de patiënt om zich veilig en op zijn gemak te voelen? Wat vindt de patiënt belangrijk in communicatie en contact met de diverse hulpverleners? Observeert de situatie bij zorgverleners: Welke benaderingswijze(n) van verpleegkundigen vind jij bevorderlijk om vertrouwen bij de patiënt te wekken? Welke benaderingswijze(n): o gebruik jij liever niet? o lijkt jou moeilijk? o oefen je graag mee? Beargumenteert bovenstaande keuzes door de Do en Dont s in de vertrouwensrelatie verpleegkundigepatiënt te beschrijven. Stelt een top 3 van Do en Dont s samen. Beschrijft argumenten voor de keuzes die zij voor beide top 3 s heeft gemaakt. Formuleert in enkele zinnen wat de essenties van een vertrouwensrelatie tussen verpleegkundige en patiënt zijn. Noemt hierbij 1 voorbeeld uit de eigen praktijk. Levert deze beschrijving in bij de begeleiders in de praktijk. Student: Leerwerkperiode: Werkbegeleider: Datum: Afdeling: Niveau complexiteit van zorg Niveau Beschrijf de situatie waarin is getoetst: onvoldoende / twijfel / voldoende Tips tot verbetering bij onvoldoende of twijfel: Paraaf werkbegeleider: Paraaf student: Frequentie toetsing: Niveau 1: 1 x

25 Stageopdracht 4: Voortgangsrapportage Competenties 2c, 3a Zorg wordt zeven dagen per week 24 uur per dag gegeven. De situatie van patiënten kan voortdurend veranderen. Voor veel zorgvragers is een plan opgesteld, waaraan interventies ontleend worden die op gezette tijden geëvalueerd moeten worden. Voor allen die bij de zorg betrokken zijn is het van belang snel een actueel overzicht van de gezondheidsituatie van de zorgvrager te hebben. Verpleegkundigen werken in diensten en wisselen elkaar dus voortdurend af. De zorg moet dus voortdurend overgedragen worden. Dat vraagt om coördinatie (afstemming) en continuïteit (zorg zonder hiaten, tegenstrijdigheden en overlappingen) De voortgangsrapportage is een communicatie hulpmiddel om coördinatie en continuïteit te waarborgen. Aan de kwaliteit van de voortgangsrapportage worden hoge eisen gesteld. Van de student wordt verwacht dat zij aan die eisen voldoet. De stageopdracht houdt twee zaken in: 1: een kwaliteitsoordeel over de mate waarin de voortgangsrapportage op de afdeling waar de student stage loopt aan de eisen ten aanzien van coördinatie en kwaliteit voldoet. 2: een kwaliteitsoordeel over de mate waarin de student in staat is zelf een rapportage te schrijven Ad 1: De student onderzoekt: Op welke wijze de voortgangsrapportage(s) op de stageafdeling gehanteerd worden. Welke doelen de stageafdeling met de voortgangsrapportage nastreeft. Welke eisen er aan de rapportage gesteld worden. Wie de voortgangsrapportage schrijven en lezen de rapportage. Op welke tijdstippen de rapportage wordt geraadpleegd Ad 2: De student schrijft zelf een voortgangsrapportage en verzamelt daar feedback over via een feedbackformulier.

26 KKB formulier stageopdracht 4: Voortgangsrapportage De KKB is een observatie van een kritische beroepssituatie. Met de KKB wordt door de student aangetoond dat hij een onderdeel van een competentie wel of niet beheerst. De KKB kan eenvoudig worden toegepast door de werkbegeleider als onderdeel van de dagelijkse routine in diverse klinische settings. De combinatie van meerdere KKB geeft inzicht in het handelen van de student Communicatie Verpleegkundige voortgangsrapportage Uitvoering, de student: Rapporteert bijzonderheden die nodig zijn om de continuïteit en coördinatie van zorg te bewerkstelligen: informatie gekoppeld aan een verpleeg/medisch probleem. keuze voor een interventie die afwijken van het verpleegplan/klinisch pad. omstandigheden die hebben geleid tot het afwijken van het verpleegplan. observaties die tot bijstellen van de (multi disciplinaire) zorg kunnen leiden. De rapportage is: Concreet, de student: Beschrijft welk gedrag de patiënt laat zien. Bondig, de student: Scheidt hoofdzaken van bijzaken. Eenduidig, de student: Gebruikt woorden en zinsopbouw die voor één uitleg vatbaar zijn (mag niet verwarren, net als afkortingen en terminologie/vakjargon). Objectief, de student: Geeft interpretaties van objectieve observaties aan. Duidelijk, de student: Heeft een leesbaar handschrift. Herkenbaar, de student: Ondertekent met naam en achternaam. Frequentie toetsing: Niveau 1: 1 keer Student: Leerwerkperiode: Werkbegeleider: Datum: Afdeling: Niveau complexiteit van zorg Niveau Beschrijf de situatie waarin is getoetst: onvoldoende / twijfel / voldoende Tips tot verbetering bij onvoldoende of twijfel: Paraaf werkbegeleider: Paraaf student:

27 Stageopdracht 5: Professioneel gedrag voortgangsrapportage Competenties 7a, 7b.7c Professioneel gedrag is een essentieel onderdeel van het verpleegkundig beroep en een zwaarwegend onderdeel van de opleiding. Daarom wordt dit tijdens de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie apart beoordeeld. Stapsgewijze uitwerking van het beoordelen van het professioneel gedrag 1. Voordat de stage begint zorgt de SLB er ervoor dat de docentbegeleider op de hoogte is van alles wat er met de student besproken en afgesproken is over diens beroepshouding, ofwel professioneel gedrag. 2. Bij de stagevoorbereidingslessen op de HvA, bespreekt de docentbegeleider de inhoud en de procedure van de beoordeling. 3. Indien de student vanuit de lessen op de HBO-V aandachtspunten heeft over diens professioneel gedrag (dit kun je bijvoorbeeld weten via je SLB er, andere docenten of medestudenten), neemt de student in zijn/haar stagewerkplan een leerdoel op, met een plan waarin duidelijk gemaakt wordt hoe dit aspect tijdens de stage verbeterd wordt. 4. Al in de eerste stageweek zorgt de student ervoor dat er afspraken met de werkbegeleider (of diens vervanger) gemaakt worden over de uitvoering van de beoordeling van het professioneel gedrag. Er worden afspraken gemaakt over (1) de inhoud, (2) de te volgen werkwijze en (3) over de planning van het tussentijdse evaluatiegesprek (bij dit gesprek zal ook de docentbegeleider aanwezig zijn). 5. De student verzoekt de werkbegeleider tijdig (bijvoorbeeld 1 week voor het tussentijdse evaluatiegesprek) om het professioneel gedrag te beoordelen. 6. De werkbegeleider gebruikt de checklist bij het beoordelingsformulier, en gaat na hoe dit de afgelopen 3 stageweken te zien is geweest in het gedrag van de student. Bij elk van de 8 attitude-aspecten geeft de werkbegeleider in enkele woorden weer hoe dit attitude-aspect bij deze student te zien is. Daarbij voegt de werkbegeleider een kort voorbeeld van het gedrag van de student toe. Bijvoorbeeld: attitude-aspect Betrouwbaarheid. Toelichting: Keurig. Je houd je aan alle afspraken, als je iets zegt, dan doe je het ook. Zoals bijvoorbeeld vorige week, toen je later bij de overdracht kwam omdat je nog even met Mevrouw Paternostre bent gaan wandelen. Je had haar dat s morgens beloofd maar was er niet eerder aan toegekomen. 7. De werkbegeleider laat een gediplomeerde collega die zelf ook met de student samengewerkt heeft, de ingevulde checklist zien, en verwerkt de aanvullingen en opmerkingen van deze collega. 8. De student vult zelf ook zo n checklist over zichzelf in. 9. De student en de werkbegeleider bespreken samen de twee checklisten. De werkbegeleider vertelt de student dat hij/zij het professioneel gedrag van de student voldoende, of onvoldoende vindt, of dat hij/zij twijfelt tussen voldoende en onvoldoende. 10. In het tussentijdse evaluatiegesprek is het professioneel gedrag één van de gespreksonderwerpen. Hierbij leggen de werkbegeleider en de student de stagedocent uit hoe het professioneel gedrag van de student beoordeeld is. 11. Indien de beoordeling voldoende is, is de beoordeling hiermee afgerond. 12. Indien de beoordeling twijfel of onvoldoende is, neemt de student binnen 1 werkweek contact met de SLB er op, om een afspraak te maken. Deze afspraak moet

Bijlage 2: Stageopdrachten 1 t/m 5

Bijlage 2: Stageopdrachten 1 t/m 5 Bijlage 2: Stageopdrachten 1 t/m 5 Stageopdracht 1 basiszorg. Competenties 1a,1b, 2b De verpleegkundige ondersteunt het zelfmanagement van de patiënt. Zij richt zich daarbij op de persoon (patiënt) als

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. Jaar 1. Voltijd / AIZ/ Duaal GGZ. Jaar 1 Studiejaar 2014-2015 29-10-2014 versie 1.5

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. Jaar 1. Voltijd / AIZ/ Duaal GGZ. Jaar 1 Studiejaar 2014-2015 29-10-2014 versie 1.5 Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 1 Stagegids Voltijd / AIZ/ Duaal GGZ Jaar 1 Studiejaar 2014-2015 29-10-2014 versie 1.5 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. Jaar 3. Jaar 3 Studiejaar 2014-2015 17-9-2014 versie 4

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. Jaar 3. Jaar 3 Studiejaar 2014-2015 17-9-2014 versie 4 Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 3 Stagegids Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2014-2015 17-9-2014 versie 4 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg 51 1105 BD Amsterdam

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 3.1 en 3.3. Stagegids stage 3.1 en 3.3

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 3.1 en 3.3. Stagegids stage 3.1 en 3.3 Opleiding Verpleegkunde Stagegids AIZ: Stage 3.1 en 3.3 Stagegids stage 3.1 en 3.3 Jaar 3 AIZ Studiejaar 2015-2016 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg 51 1105 BD

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 2.1. Stagegids stage 2.1

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 2.1. Stagegids stage 2.1 Opleiding Verpleegkunde Stagegids AIZ: Stage 2.1 Stagegids stage 2.1 Jaar 2 AIZ Studiejaar 2015-2016 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg 51 1105 BD Amsterdam T 020

Nadere informatie

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 3

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 3 Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 3 Stagegids Regulier Jaar 3, Blok 1 t/m 4 2013-2014 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg

Nadere informatie

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Zomerstage (7-7-14/ )

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Zomerstage (7-7-14/ ) Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 4 Stagegids Jaar 4, Zomerstage (7-7-14/14-11-14) Regulier Studiejaar 2014-2015 Amsterdam School of Health Professions

Nadere informatie

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 4 Stagegids Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II Regulier Studiejaar 2014-2015 Amsterdam School of Health Professions Opleiding

Nadere informatie

In de praktijk wat kan, op school wat moet

In de praktijk wat kan, op school wat moet Els Grijmans Docent verpleegkunde HVA Lynette Menting, Claudia Bronner Klinisch Verpleegkundig Opleider OLVG In de praktijk wat kan, op school wat moet Nieuw HBOV duaal curriculum HVA AMC OLVG Programma

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 3.2. Stagegids stage 3.2

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 3.2. Stagegids stage 3.2 Opleiding Verpleegkunde Stagegids AIZ: Stage 3.2 Stagegids stage 3.2 Jaar 3 AIZ Studiejaar 2015-2016 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg 51 1105 BD Amsterdam T 020

Nadere informatie

LANGE KLINISCHE BEOORDELING

LANGE KLINISCHE BEOORDELING HANDLEIDING LANGE KLINISCHE BEOORDELING Inleiding Tijdens de stages/leerwerkperiodes organiseer je twee Lange Klinische Beoordelingen: een halverwege de stage/leerwerkperiode en een aan het einde van de

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. Jaar 4. Stage 4.1 en 4.2

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. Jaar 4. Stage 4.1 en 4.2 Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 4 Stage 4.1 en 4.2 Stagegids Voltijd Jaar 4 Studiejaar 2015-2016 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg 51 1105 BD Amsterdam

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Stages 3-1 en 3-3 AIZ

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Stages 3-1 en 3-3 AIZ Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde Stagegids Stages 3-1 en 3-3 AIZ Studiehandleiding AIZ Jaar 3, Semester 1 en 2 Studiejaar 2013-2014 Amsterdam School of Health Professions

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Onderwijsgroep (OWG)

Opleiding Verpleegkunde. Onderwijsgroep (OWG) Opleiding Verpleegkunde Onderwijsgroep (OWG) Handleiding Jaar 2 Voltijd Studiejaar 2013-2014 INLEIDING Doelstelling van OWG Tijdens de stage zijn er zes OWG- bijeenkomsten. In dit deel staat de praktische

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS)

Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS) Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS) Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Inleiding Tijdens de stage zijn er zeven leerondersteuningsbijeenkomsten (LOS-bijeenkomsten). Het onderwijs

Nadere informatie

Stagewerkplan. Stage mogelijkheid voor titel stagewerkplan / foto e.d.

Stagewerkplan. Stage mogelijkheid voor titel stagewerkplan / foto e.d. De teksten in blauw zijn toelichtingen als ondersteuning bij het schrijven van een stagewerkplan. Werkbegeleiders en docentbegeleiders kunnen deze toelichtingen gebruiken bij het geven van feedback en

Nadere informatie

Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden

Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden Examen 1, deel 1. Verlenen van basiszorg, verzorgende IG niveau 3 Handleiding werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden Bewijsstuk: Beoordeling van de ondersteuning

Nadere informatie

Stagewerkplan Naam student evt. vermelding stage-organisatie (naam/logo)

Stagewerkplan Naam student evt. vermelding stage-organisatie (naam/logo) De teksten in paars zijn toelichtingen als ondersteuning bij het schrijven van een stagewerkplan. Werkbegeleiders en docentbegeleiders kunnen deze toelichtingen gebruiken bij het geven van feedback en

Nadere informatie

Standaard-actieplan stage 1 (PL1)

Standaard-actieplan stage 1 (PL1) Standaard-actieplan stage 1 (PL1) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 1 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels

Nadere informatie

Standaard-actieplan stage 2 (PL2)

Standaard-actieplan stage 2 (PL2) Standaard-actieplan stage 2 (PL2) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 2 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Stages jaar 2 AIZ

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Stages jaar 2 AIZ Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde Stagegids Stages jaar 2 AIZ Studiehandleiding AIZ Jaar 2, Semester 1 en 2 Studiejaar 2013-2014 Amsterdam School of Health Professions

Nadere informatie

FORMULIER TUSSENEVALUATIE STAGE 4 In te vullen door de werkbegeleider

FORMULIER TUSSENEVALUATIE STAGE 4 In te vullen door de werkbegeleider FORMULIER TUSSENEVALUATIE STAGE 4 In te vullen door de werkbegeleider Stagiaire: Groep : Periode: Instelling: Adres: Afdeling: Verzuim: dagen Docentbegeleider: Werkbegeleider: In de tussenevaluatie is

Nadere informatie

Standaard-actieplan stage 4 (PL4)

Standaard-actieplan stage 4 (PL4) Standaard-actieplan stage 4 (PL4) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 4 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels

Nadere informatie

Standaard-actieplan stage 3 (PL3)

Standaard-actieplan stage 3 (PL3) Standaard-actieplan stage 3 (PL3) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 3 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels

Nadere informatie

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER : Alle DOSSIERCREBO : Alle KWALIFICATIE : Alle KWALIFICATIECREBO : Alle NIVEAU : Alle COHORT : Vanaf 2015

Nadere informatie

Praktijkopdracht Klinisch Redeneren

Praktijkopdracht Klinisch Redeneren Praktijkopdracht Klinisch Redeneren Inleiding Via deze praktijkopdracht werk je aan je verpleegkundige vakdeskundigheid. De opdracht helpt je om achtergrondkennis te verwerven van de patiënten binnen het

Nadere informatie

Instituut voor Gezondheidszorg

Instituut voor Gezondheidszorg Instituut voor Gezondheidszorg Praktijkbeoordelingsformulier Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Rotterdam Studiejaar 1 Naam Student: Studentnummer: Praktijkbeoordelingsformulier opleiding Verpleegkunde

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: AUG 2015 Crebo 95 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten dat de student

Nadere informatie

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent Naam student: Studentnummer: Klas: SLC coach: Stageperiode leerjaar 1: Code kwartaal 3: OVKKPB01P1 Code

Nadere informatie

Verslag tussenbeoordeling

Verslag tussenbeoordeling Verslag tussenbeoordeling Naam: Henrike van Aller Stage: 4.1 Datum: Donderdag 27-11-2016 Aanwezig: Miranda Koning, Kelly Zuurendonk, Britta Batenburg, Hellen Brakkee en Henrike van Aller Gespreksthema

Nadere informatie

Begeleidingsdocument

Begeleidingsdocument Student naam FOTO voornaam hogeschool Stagebegeleider naam voornaam Stageplaats instelling afdeling Stagementor naam voornaam Stageperiode van tot PAGINA 1/20 2. INDIVIDUEEL STAGETRAJECT Schrijf neer welke

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 2

Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 2 Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 2 Stagegids Voltijd Jaar 2 Studiejaar 2013-2014 1-1-2014 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg 51 1105 BD Amsterdam T 020 595

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Leerondersteuning stage LOS

Opleiding Verpleegkunde. Leerondersteuning stage LOS Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning stage LOS Handleiding Jaar 4 Voltijd Studiejaar 2015-2016 INLEIDING Leerondersteuning stage (LOS) staat in het teken van optimaal leren tijdens stages. De vierdejaarsstudent

Nadere informatie

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg.

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg. Nikki van der Meer. Stage eindverslag Stage Cordaan Thuiszorg. Klas: lv13-4agz2 Student nummer: 500631386 Docentbegeleider: Marieke Vugts Werkbegeleider: Linda Pieterse Praktijkopleider: Evelien Rijkhoff

Nadere informatie

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl Instructie student Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER DOSSIERCREBO KWALIFICATIE NIVEAU COHORT KERNTAAK VERSIE : 1v1 Augustus 2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Stappenplan 4 3. Instructie

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 2

Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 2 Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 2 Zomer Stagegids Voltijd Jaar 2, herkansing Studiejaar 2013-2014 23-06-2014 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg 51 1105 BD

Nadere informatie

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager 1 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op. A: Beslissen en activiteiten initiëren

Nadere informatie

Stageboek Derde jaar BOL Verpleegkunde

Stageboek Derde jaar BOL Verpleegkunde Stageboek Derde jaar BOL Verpleegkunde 1 Inleiding Beste student, De derde stage komt eraan. Je bent natuurlijk goed voorbereid om na het onderwijs op school naar de praktijk te gaan. Je stageperiode duurt

Nadere informatie

Opleidingsportfolio & Praktijkwerkplan. Petra Kunkeler (opleider Obstetrie & Gynaecologie en Apl. CCO)

Opleidingsportfolio & Praktijkwerkplan. Petra Kunkeler (opleider Obstetrie & Gynaecologie en Apl. CCO) Opleidingsportfolio & Praktijkwerkplan Petra Kunkeler (opleider Obstetrie & Gynaecologie en Apl. CCO) Inloggen op Canvas Uw opleiding Theorie - aantal lesdagen en onderwerpen vindt u in de studiegids Praktijk

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde OWG / MPB

Opleiding Verpleegkunde OWG / MPB Opleiding Verpleegkunde OWG / MPB Handleiding Jaar 1 Voltijd Studiejaar 2013-2014 ALGEMENE INFORMATIE Inleiding Stages zijn een belangrijk onderdeel van de opleiding. In de beroepspraktijk ontwikkelt de

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 3.1 en 3.3. Stagegids stage 3.1 en 3.3

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 3.1 en 3.3. Stagegids stage 3.1 en 3.3 Opleiding Verpleegkunde Stagegids AIZ: Stage 3.1 en 3.3 Stagegids stage 3.1 en 3.3 Jaar 3 AIZ Studiejaar 2017-2018 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg 51 1105 BD

Nadere informatie

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Toetsbekwaamheid BKE november 2016 Toetsbekwaamheid BKE november 2016 De Basiskwalificatie Examinering heeft als doel de hbo-toetspraktijk te versterken. Een belangrijk aspect in die toetspraktijk is het gesprek over toetsing: het vragen/

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

PROEVE VAN BEKWAAMHEID PROEVE VAN BEKWAAMHEID Inleiding Doel van deze opdracht is het methodisch werken te bevorderen en toe te passen. Het is een methode die moet leiden tot het vaststellen van de meest geschikte zorgproblemen

Nadere informatie

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Handleiding Assessment Startbekwaamheid Handleiding Assessment Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO Opleiding Academie voor Lichamelijke Opvoeding Bachelor of Sport and Physical Education Domein Bewegen, Sport en Voeding Februari 2013 Inhoud Introductie

Nadere informatie

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt staat, kan

Nadere informatie

Instructie Werkbegeleiders opleiding HBOV Henk Chevalking 2015 2016

Instructie Werkbegeleiders opleiding HBOV Henk Chevalking 2015 2016 1 Instructie Werkbegeleiders opleiding HBOV Henk Chevalking 2015 2016 2 1. Algemene informatie Stages nemen een centrale plaats in, in het HBO onderwijs. Voltijdstudenten lopen in totaal 60 weken stage

Nadere informatie

Eindverslag stage jaar 1

Eindverslag stage jaar 1 Eindverslag stage jaar 1 In de stagegids jaar 1 kun je alle achtergrondinformatie over de stage vinden. In de bijlage van de stagegids staat ook een overzicht (tabel) met alle documenten die van belang

Nadere informatie

Studiewijzer leerjaar Combi GHZ/ VZ-IG

Studiewijzer leerjaar Combi GHZ/ VZ-IG Inhoud Jaarplanning... 1 Deel A... 1 Inleiding...1 Voorbereiding op de BPV...2 BPV opdrachten...4 Criteria...5 Beoordeling...6 BEOORDELING BASISHOUDING...7 Deel B... 10 Examenopdracht:... 10 Een dag uit

Nadere informatie

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je?

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je? Stagedossier Leerjaar 2 Verpleegkunde Naam: Klas: Leerjaar: PS-nummer: SLB er BPV-docent: Stage organisatie: evt. afdeling: Stage adres: Stageperiode: Naam werkbegeleider: Functie werkbegeleider: Van..

Nadere informatie

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven l Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven Pagina 1 van16 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Ondersteunen bij begeleiden. Beroepstaak C. Niveau Gevorderd 2

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Ondersteunen bij begeleiden. Beroepstaak C. Niveau Gevorderd 2 OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT Ondersteunen bij begeleiden Beroepstaak C Niveau Gevorderd 2 Datum: Juni 2012 Cohort: 2012-2013 KD: 2009-2010 INLEIDING Binnenkort ga je de toets

Nadere informatie

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden Module 1 Inhoud programma: Nieuw beroepsprofiel Bachelor Nursing 2020. Informatie over het nieuwe beroepsprofiel t.a.v. praktijkleren, CanMEDS-rollen. Stagewerkplan/portfolio, opstellen leerdoel, begeleiden

Nadere informatie

EE 1: Basiszorg. Onderdeel: Praktijktoets

EE 1: Basiszorg. Onderdeel: Praktijktoets EE 1: Basiszorg Onderdeel: Praktijktoets Opleiding MBO Verpleegkundige Crebonummer 95520 Kwalificatiedossier 2012 / 2013 Cohort 2012 e.v. Kerntaak/werkprocessen,, 1.4 Versie Toegestane hulpmiddelen Beschikbare

Nadere informatie

DEEL B EXPRESSIEF TALENT KWARTIEL 11: DE CENTRALE UITDAGING. Expressief talent ZORG & WELZIJN ONTWIKKELAAR: MARLOT GIJSBERS 1

DEEL B EXPRESSIEF TALENT KWARTIEL 11: DE CENTRALE UITDAGING. Expressief talent ZORG & WELZIJN ONTWIKKELAAR: MARLOT GIJSBERS 1 DEEL B EXPRESSIEF TALENT KWARTIEL 11: DE CENTRALE UITDAGING Expressief talent ZORG & WELZIJN ONTWIKKELAAR: MARLOT GIJSBERS 1 Beste student, De afgelopen periode ben je bezig geweest met het ontwikkelen

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 2.1. Stagegids stage 2.1

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 2.1. Stagegids stage 2.1 Opleiding Verpleegkunde Stagegids AIZ: Stage 2.1 Stagegids stage 2.1 Jaar 2 AIZ Studiejaar 2017-2018 Inhoudsopgave stagegids AIZ: Jaar 2.1 1 Algemene informatie AIZ: Stage 2.1... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2

Nadere informatie

BPV wijzer leerjaar 3 GHZ. VP BOL breed KD 2016 Branche GHZ

BPV wijzer leerjaar 3 GHZ. VP BOL breed KD 2016 Branche GHZ BPV wijzer leerjaar 3 GHZ VP BOL breed KD 2016 Branche GHZ April 2018 Inhoud Inleiding... 3 De ABC oefenopdrachten werkprocessen... 4 De wegwijzer... 5 Soorten opdrachten en bewijsstukken... 5 Feedbacklijst...

Nadere informatie

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4 De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: 216-21 Jaar: Afstudeerfase Onderdeel: Meesterproefgesprek Rol van zorgverlener, regisseur,

Nadere informatie

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

PROEVE VAN BEKWAAMHEID PROEVE VAN BEKWAAMHEID Inleiding Doel van deze opdracht is het methodisch werken te bevorderen en toe te passen. Het is een methode die moet leiden tot het vaststellen van de meest geschikte verpleegkundige

Nadere informatie

Studiewijzer leerjaar VZ-IG profiel GHZ

Studiewijzer leerjaar VZ-IG profiel GHZ Inhoud Jaarplanning... 1 Deel A... 1 Inleiding...1 Voorbereiding op de BPV...2 BPV opdrachten...4 Criteria...5 Beoordeling...6 BEOORDELING BASISHOUDING...7 Deel B... 10 Examenopdracht:... 10 Een dag uit

Nadere informatie

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Opleiding Verzorgende IG PROEVE Opleiding Verzorgende IG PROEVE Uitleg Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2015-2016 Crebocode: 95530 Februari 2015 Naam student: Proeve Cohort 2012-2013 verzorgende IG

Nadere informatie

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze Gespreksdocument Inleiding Het portfolio is gevuld met bewijslast voor de behaalde competenties op het gevraagde niveau Het laatste studiepunt wordt behaald met het schrijven van het gespreksdocument.

Nadere informatie

2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag

2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag INHOUDSOPGAVE : 1. Het BPV-gesprek 2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag 3. Overzicht van de beroepsprestaties

Nadere informatie

Zorg & Welzijn Opleiding Verzorgende IG Periode 3-1 integrale opdracht

Zorg & Welzijn Opleiding Verzorgende IG Periode 3-1 integrale opdracht Zorg & Welzijn Opleiding Verzorgende IG Periode 3-1 integrale opdracht Titel integrale opdracht: Het begeleiden van studenten (werknemers/ mantelzorgers/ vrijwilliger) Uitstroombranche: Verpleeg- en Verzorgingshuizen

Nadere informatie

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep Proeve van Bekwaamheid kerntaak 2 Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep ROC van Amsterdam,augustus 2007 Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor

Nadere informatie

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor de opleiding Helpende Zorg & Welzijn, niveau 2, voor de kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Deze proeve sluit

Nadere informatie

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started Inhoud Competentiegericht opleiden 3 Doel van praktijktoetsen 4 Wijze van evalueren en beoordelen 4 Rollen 5 Getting started

Nadere informatie

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Crebonummer 95530 en 95520 Opleiding Verzorgende IG Kwalificatieniveau 3 MBO Verpleegkundige Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Nadere informatie

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL PBGZ 12 / PBSD 9 Coördinatie, kwaliteit en voorlichting, profielfase Cohort 2016 2019 kwartiel 11 INSTROOMVEREISTEN:

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Cohort: 2009-2010 Versie: 3 Fase: Gevorderd 1 Naam Student:.

Nadere informatie

BPV handleiding. Summa College Eindhoven BPV handleiding Leerjaar 1, niveau 3, BOL

BPV handleiding. Summa College Eindhoven BPV handleiding Leerjaar 1, niveau 3, BOL BPV handleiding Verzorgende Individuele Gezondheidszorg (IG) / Maatschappelijke Zorg / Vitaliteitsbegeleider in zorg en welzijn / Beautyprofessional in de zorg Summa College Eindhoven BPV handleiding 2019

Nadere informatie

Het Sectorwerkstuk 2015-2016

Het Sectorwerkstuk 2015-2016 Het Sectorwerkstuk 2015-2016 Inhoud Inleiding... 3 Het Sectorwerkstuk... 4 De opbouw... 4 De voorbereiding... 5 Het onderzoek... 6 De verwerking... 7 De presentatie... 7 Het filmpje... 7 Het werkstuk...

Nadere informatie

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen Getting Started Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen De BIG-opleidingen worden competentiegericht vormgegeven. Met het competentiegericht opleiden hebben de opleidingen een duidelijker inhoudelijk

Nadere informatie

Kennismakingsgesprek

Kennismakingsgesprek Bijlage 3 Feedbackformulier voor de PRAKTIJK BEGELEIDER N3 Pedagogiek voltijd (2016-2017) Toelichting: Kennismakingsgesprek Bij de kennismaking is het belangrijk om vast te stellen dat de stagplek een

Nadere informatie

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken 1 Foto: halfpoint. 123rf.com methodisch werken Methodisch werken 1 Als zorgprofessional doe je nooit zomaar iets. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch

Nadere informatie

Dagprogramma opstellen voor een geriatrische zorgvrager

Dagprogramma opstellen voor een geriatrische zorgvrager OPDRACHTFORMULIER Dagprogramma opstellen voor een geriatrische zorgvrager Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012 ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS KD 2012 KRAAM KD 2012 Cohort: 2012-2013 2 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten die de student

Nadere informatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 VOORWOORD Als stageteam Toegepaste Psychologie zijn wij zeer verheugd dat uw instelling onze student(en) een stageplaats biedt en zo participeert in het opleiden

Nadere informatie

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 Opdrachtformulier Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen.

Nadere informatie

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept. BPV werkboek Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: 25262 Naam student: BPV-werkboek 25262/versie sept. 16 1 Inhoudsopgave 1 Algemeen...3 1.1 Begin en

Nadere informatie

STARTDOCUMENT STAGE VMH Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

STARTDOCUMENT STAGE VMH Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent STARTDOCUMENT STAGE VMH Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent Naam student: Studentnummer: Klas: Voltijd/Deeltijd SLC coach: Code kwartaal 2 : OVKSTH01P1 studiepunten:

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK 2013-2014

SECTORWERKSTUK 2013-2014 SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,

Nadere informatie

Stageopdracht oriëntatiestage week 1 propedeuse

Stageopdracht oriëntatiestage week 1 propedeuse Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde Stageopdracht oriëntatiestage week 1 propedeuse Stageopdracht AIZ (voorheen Regulier Plus) Jaar 1 HvA - AMC OLVG Vumc - SLAZ Kalenderweek

Nadere informatie

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan 1 WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan Doorstroomtraject BBL/BOL-PW4 Kerntaak: 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkprocessen: 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering

Nadere informatie

BPV wijzer leerjaar 3 VV&T

BPV wijzer leerjaar 3 VV&T BPV wijzer leerjaar 3 VV&T VP BOL breed KD 2016 Branche VVT April 2018 Inhoud Inleiding... 3 De ABC oefenopdrachten werkprocessen... 4 De wegwijzer... 5 Soorten opdrachten en bewijsstukken... 5 Feedbacklijst...

Nadere informatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 VOORWOORD Als stageteam zijn wij zeer verheugd dat uw instelling onze student(en) een stageplaats biedt en zo participeert in het opleiden van studenten tot professionals.

Nadere informatie

STARTDOCUMENT Praktijk/werk leerjaar 1 OVM Kwartaal 1 en 2 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

STARTDOCUMENT Praktijk/werk leerjaar 1 OVM Kwartaal 1 en 2 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent STARTDOCUMENT Praktijk/werk leerjaar 1 OVM Kwartaal 1 en 2 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent Datum: Naam Student: Studentnummer: Klas: Werkperiode: Instellingsdocent

Nadere informatie

Handleiding Praktijkopleider

Handleiding Praktijkopleider Ontwikkelingsgericht Digitaal beoordelen DOSSIER : Dienstverlening DOSSIERCREBO : 23189 KWALIFICATIE : Helpende Zorg en Welzijn KWALIFICATIECREBO : 25498 NIVEAU : 2 COHORT : Vanaf 2015 KERNTAAK : Alle

Nadere informatie

Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek

Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek Opleiding tot radiodiagnostisch/radiotherapeutisch laborant Datum Maart 2017 Versie 1 Versie 1 maart 2017 Handleiding Eindgesprek Radiodiagnostisch Therapeutisch

Nadere informatie

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Opleiding Verzorgende IG PROEVE Opleiding Verzorgende IG PROEVE Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2012 2013 Crebocode: 94830 en 95530 Naam student: Proeve Cohort 2012-2013 verzorgende IG Inhoudsopgave

Nadere informatie

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3* Competentiekaart verzorgende IG (de eisen ten aanzien van loopbaan en de burgerschapsdimensies zijn in de kaart verwerkt, behalve de politiek-juridische dimensie die geheel op school wordt behandeld) Competentiekaart

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Stage 4 AIZ

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Stage 4 AIZ Opleiding Verpleegkunde Stagegids Stage 4 AIZ Studiehandleiding AIZ Jaar 4 Studiejaar 2015-2016 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg 51 1105 BD Amsterdam T 020 595

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Algemene eisen (voor een voldoende beoordeling van het eindproduct dient in ieder geval aan onderstaande criteria te

Algemene eisen (voor een voldoende beoordeling van het eindproduct dient in ieder geval aan onderstaande criteria te RUBRIC TOETS OPDRACHT 1 KLINISCH REDENEREN IN COMPLEXE ZORGSITUATIES Naam onderwijseenheid Ontwikkelen en innoveren Toetscode Toets Klinisch redeneren in complexe zorgsituaties VP-PRAK1VT3-1 VERSLAG 01

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 3.2. Stagegids stage 3.2

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 3.2. Stagegids stage 3.2 Opleiding Verpleegkunde Stagegids AIZ: Stage 3.2 Stagegids stage 3.2 Jaar 3 AIZ Studiejaar 2018-2019 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg 51 1105 BD Amsterdam T 020

Nadere informatie

HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL MZ, niv.3

HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL MZ, niv.3 HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL MZ, niv.3 Kerntaak 1: Opstellen van een begeleidingsplan Werkproces 1.1: Inventariseert hulpvragen van de cliënt Kerntaak 2: Bieden van ondersteunende,

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:

Nadere informatie