Onderzoeksopzet. Trampolines voor huishoudelijk gebruik 2016

Transcriptie

1 Onderzoeksopzet Trampolines voor huishoudelijk gebruik 2016 Tijdens het marktonderzoek naar trampolines in 2016 onderzoekt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna NVWA) trampolines voor gebruik in en om het huis op de veiligheid voor de gebruiker. Deze trampolines moeten voldoen aan het Warenwetbesluit speelgoed Afhankelijk van de marktdeelnemer (fabrikant, importeur of distributeur) is het vervaardigen of verhandelen van deze trampolines, die niet voldoen aan de Richtlijn 2009/48/EG, een overtreding van het Warenwetbesluit speelgoed 2011 (WSP 2011). Naast de veiligheid voor de gebruiker beoordeelt de NVWA de opschriften en instructies. Specifieke eisen voor deze trampolines zijn geregeld in de Europese geharmoniseerde norm EN 71-14:2014. Voor algemene eisen wordt vanuit deze norm verwezen naar de geharmoniseerde normen EN 71-8:2011 en EN 71-1:2014. Deze normen zijn aangewezen als bedoeld in artikel 8 van het Warenwetbesluit speelgoed Divisie Consument & veiligheid Catharijnesingel GG Utrecht Postbus AA Utrecht Contact Team Productveiligheid T info@nvwa.nl Datum 30 mei 2016 Onderzoeksitem Referentie en prestatie-eis Testmethode Uitvoering Openingen dienen geen beknellingsgevaar te vormen voor hoofd, nek, voet en vingers Richtlijn 2009/48/EG, Bijlage II, deel I, onder 11. EN 71-14:2014, par , 4.5.2, 4.5.3: - Trampolines zijn zo ontworpen dat een opening geen gevaar voor beknelling van vingers, hoofd, nek en voeten kan geven. EN 71-14:2014, par , EN 71-14:2014, par en EN 71-8:2011, par , a, b (Alleen bij vermoeden hoofd-nek beknelling Tijdens de test wordt beoordeeld of er geen openingen zijn die een gevaar van beknelling kunnen geven van vingers, hoofd, nek en voeten. Eisen zijn gesteld aan de vorm en afmetingen van openingen, welke wel en niet zijn toegestaan. D.m.v. meten of testprobes wordt bepaald of een opening Pagina 1 van 6

2 Tijdens het spelen Richtlijn 2009/48/EG, Bijlage II, deel I, onder 1 of bewegen van de en/of 11. trampoline zullen EN 71-14:2014, par : geen aan elkaar - De constructie van de trampoline zal zodanig zijn bevestigde delen dat tijdens het spelen (of bewegen van de loskomen trampoline) de aan elkaar bevestigde delen niet loskomen. - Veiligheidsnet Richtlijn 2009/48/EG, Bijlage II, deel I, onder 1 en/of 11. EN 71-14:2014, par : - Het veiligheidsnet van de trampoline moet zowel van binnen als buiten te openen zijn; - De hoogte van het veiligheidsnet zal minimaal voldoen aan de gestelde eisen in de norm. eerst screenen, dan volgens norm, bij vermoeden overige beknellingen direct volgens norm) EN 71-14:2014, par. 6.4, EN 71-14:2014, par beknellingsgevaar kan opleveren. Bij een beknelling is een kind vaak niet in staat zichzelf uit die positie te redden. Na de test van par. 6.4 wordt beoordeeld of de verbindingen tussen de staanders (onderstel) en het frame en de verbindingen tussen de afzonderlijke framedelen (gedeeltelijk) zijn losgekomen. Na de test van par wordt beoordeeld of de verbindingen tussen de trampoline en het veiligheidsnet (gedeeltelijk) zijn losgekomen. Tijdens de test wordt beoordeeld of het veiligheidsnet van de trampoline zowel van binnen als buiten te openen is. Daarnaast wordt beoordeeld of de hoogte van het veiligheidsnet voldoet aan de minimaal gestelde eisen. Dynamische sterkte van het veiligheidsnet Richtlijn 2009/48/EG, Bijlage II, deel I, onder 1 en/of 11. EN 71-14:2014, par : - Alle delen van de trampoline zullen blijven voldoen aan de relevante veiligheidseisen na de impact sterkte test van de staanders en het veiligheidsnet. EN 71-14:2014, par Na de test van par wordt op basis van screening beoordeeld of alle delen van de trampoline nog voldoen aan de relevante eisen van de norm EN 71-14:2014. Sterkte van het top-frame van het veiligheidsnet Richtlijn 2009/48/EG, Bijlage II, deel I, onder 1. EN 71-14:2014, par : - Van trampolines, ontworpen met een top frame in het veiligheidsnet, zal het top-frame niet instorten/bezwijken wanneer daar een belasting EN 71-14:2014, par Na de test van par wordt beoordeeld of het top-frame van het veiligheidsnet van de trampoline niet ingestort/bezweken is. Pagina 2 van 6

3 volgens par op wordt aangebracht. Sterkte van het frame Richtlijn 2009/48/EG, Bijlage II, deel I, onder 1. EN 71-14:2014, par : - De trampolines zullen niet bezwijken wanneer daar een belasting volgens par op wordt aangebracht. EN 71-14:2014, par Na de test van par wordt beoordeeld of de trampoline niet ingestort/bezweken is. Gevaar voor beklemming en verbrijzeling Bedekking van het frame Doorbuiging van de mat Richtlijn 2009/48/EG, Bijlage II, deel I, onder 11. EN 71-14:2014, par. 4.6: - Het ophangsysteem van de mat mag niet toegankelijk zijn als de opening tussen twee opeenvolgende windingen van de veren groter is dan 3 mm. Richtlijn 2009/48/EG, Bijlage II, deel I, onder 11. EN 71-14:2014, par : - Ieder vlak waar een kind kan staan of zitten (m.u.v de springmat en het middel om toegang te krijgen tot de trampoline) moet bedekt zijn met een stootkussen; - Overlap stootkussen op mat minimaal 10 mm onder belasting; - Het stootkussen moet een contrasterende kleur hebben of er moet een duidelijk gemarkeerde brede rand aanwezig zijn in een contrasterende kleur. Richtlijn 2009/48/EG, Bijlage II, deel I, onder 1. EN 71-14:2014, par. 4.11: - De doorbuiging van de mat mag maximaal 80% zijn van de afstand tussen de mat in rust en de grond; EN 71-14:2014, par. 6.6 Tijdens de test van par 6.6 wordt op basis van meting met de bereikbaarheidstestvingers (EN 71-1:2014, par. 8.10) beoordeeld of het ophangsysteem van de mat niet toegankelijk is. EN 71-14:2014, par. 6.6 Tijdens de test van par 6.6 wordt beoordeeld of ieder vlak waar een kind kan staan of zitten, met uitzondering van de springmat en het middel om toegang te krijgen tot de trampoline, is bedekt met een stootkussen. Tevens wordt beoordeeld of het stootkussen een contrasterende kleur heeft of voorzien is van een duidelijke gemarkeerde brede rand in een contrasterende kleur. EN 71-14:2014, par. 6.6 Tijdens de test van par. 6.6 wordt beoordeeld of de doorbuiging van de mat de 80% niet overschrijdt en of de afstand van de mat tot de grond tenminste 100mm is ter voorkoming dat de gebruiker op de harde ondergrond Pagina 3 van 6

4 Scherpe randen, scherpe punten en uitstekende delen Bescherming van de palen, leuning en handgreep Opschrift CEmarkering - De afstand van de mat tot de grond moet bij de test volgens par. 6.6 (onder maximale belasting) tenminste 100mm zijn. Richtlijn 2009/48/EG, Bijlage II, deel I, onder 2. EN 71-14:2014, par. 4.7: - Na het in elkaar zetten van de trampoline zullen er geen scherpe randen of scherpe punten of uitstekende delen zijn op delen die bereikbaar zijn. Richtlijn 2009/48/EG, Bijlage II, deel I, onder 2. EN 71-14:2014, par , 4.9.4: - De starre palen van de veiligheidsnet moeten beschermd zijn met veerkrachtig en flexibel materiaal; - Indien mini-trampolines zijn voorzien van een leuning moeten deze beschermd zijn met veerkrachtig en flexibel materiaal; - Mini-trampolines met een handgreep moeten zijn voorzien van een stootkussen welke de gehele bovenkant van de handgreep bedekt. WSP 2011, artikel 9 lid 1 en Richtlijn 2009/48/EG artikel 16 lid 1. - Het product of de verpakking is voorzien van de CE-markering. Screening Visuele inspectie terechtkomt (risico voor been- en rugletsel). Op basis van screening wordt beoordeeld of er geen scherpe randen of scherpe punten zijn op bereikbare delen. Bij een vermoeden van een scherpe rand, scherpe punt of een uitstekend deel wordt na overleg een formele test uitgevoerd conform EN 71-1:2014, par en/of 8.11 en/of 8.12 en/of EN 71-8:2011, par Deze testen geven uitsluitsel of er sprake is van een scherpe rand of punt. Op basis van visuele inspectie wordt beoordeeld of - de palen en leuning beschermd zijn met elastisch en flexibel materiaal. - de gehele bovenkant van de handgreep van een mini-trampoline is bedekt met elastisch en flexibel materiaal. In de norm EN 71-14:2014, par , worden voorbeelden (geen eisen) van veerkrachtige en flexibele materialen genoemd: bijv. textiel, ethyleenvinylacetaat (EVA) of flexibel rubber. Beoordeling of de CE markering is aangebracht. Pagina 4 van 6

5 De EG-verklaring van overeenstemming WSP 2011, artikel 3, lid 1 onder e en Richtlijn 2009/48/EG artikel 15 lid 2 en bijlage III. - De EG-verklaring van overeenstemming bevat ten minste de in richtlijn 2009/48/EG bijlage III vermelde elementen. Beoordeling of de fabrikant de in bijlage III van de richtlijn 2009/48/EG genoemde items heeft opgenomen in de EG-verklaring van overeenstemming. De relevante delen van de technische documentatie Richtlijn 2009/48/EG, artikel 4, lid 2 jo. artikel 21 lid 1 en bijlage IV. - De technische documentatie dient tenminste de volgende in richtlijn 2009/48/EG bijlage IV vermelde documenten te omvatten: o Een kopie van de EG-verklaring van overeenstemming; o Testverslagen; o Kopie certificaat van EG-typeonderzoek (indien van toepassing). Beoordeling of de fabrikant de in bijlage IV van de richtlijn 2009/48/EG genoemde items heeft opgenomen in de relevante delen van de technische documentatie. Taal van de waarschuwingen en instructies WSP 2011, artikel 7 lid 2 en Richtlijn 2009/48/EG artikel 11 lid 3. - Waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften zijn gesteld in de Nederlandse taal. Beoordeling of de waarschuwingen en instructies in de Nederlandse taal zijn gesteld. Waarschuwingen algemeen WSP 2011, artikel 7 lid 1 en Richtlijn 2009/48/EG artikel 11 lid 1 en 2. EN 71-14:2014, par , 5.1.2: - Op de trampoline of de verpakking staat de waarschuwing alleen voor huishoudelijk gebruik; - Indien van toepassing is er een waarschuwing aanwezig niet geschikt voor kinderen onder de 36 maanden + motivatie van het gevaar. EN 71-1:2014, par. 7.2 Beoordeling of de waarschuwingen algemeen aanwezig zijn. Pagina 5 van 6

6 Waarschuwingen en markeringen op de trampoline WSP 2011, artikel 7 lid 1 en Richtlijn 2009/48/EG artikel 11 lid 1 en 2. EN 71-14:2014, par , 5.2.2: - Algemene waarschuwingen zullen zichtbaar zijn wanneer de gebruiker staat voor de ingang van de trampoline; - Daarnaast zal het midden van de mat van de trampoline gemarkeerd zijn. Beoordeling of de waarschuwingen en markeringen op de trampoline aanwezig zijn. Waarschuwingen en informatie in de gebruikersinstructie WSP 2011, artikel 7 lid 1 en Richtlijn 2009/48/EG artikel 11 lid 1 en 2. EN 71-14:2014, par , 5.4.2, 5.4.3: - De vereiste minimum waarschuwingen en informatie zullen in de gebruikersinstructie aanwezig zijn; - Daarnaast zal ook gedetailleerde instructies voor montage en onderhoud aanwezig zijn. Beoordeling of de waarschuwingen en informatie in de gebruikersinstructies aanwezig zijn. Pagina 6 van 6