Document: Masterscriptie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Document: Masterscriptie"

Transcriptie

1 Wetsvoorstel ter verruiming van de aansprakelijkheid van ouders/voogden voor hun minderjarige kinderen De gevolgen voor ouders/voogden, minderjarigen en de (gezins)aansprakelijkheidsverzekering Document: Masterscriptie Auteur: A. Kalicharan Afstudeerdatum: 25 november 2010

2

3 Wetsvoorstel ter verruiming van de aansprakelijkheid van ouders/voogden voor hun minderjarige kinderen De gevolgen voor ouders/voogden, minderjarigen en de (gezins)aansprakelijkheidsverzekering Document: Masterscriptie Auteur: A. Kalicharan Studentnummer: Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid, accent Privaatrecht Faculteit: Rechtswetenschappen, Universiteit van Tilburg Vakgroep: Privaatrecht Examencommissie: Mw. mr. C.J.M. van Doorn Mw. mr. N. Lavrijssen Afstudeerdatum: 25 november 2010

4

5 Inhoudsopgave Lijst van gebruikte afkortingen Inleiding Aanleiding en probleemstelling Opbouw van de scriptie De huidige kwalitatieve aansprakelijkheid voor minderjarige kinderen en wetsvoorstel Inleiding Het huidige artikel 6:169 BW en de verzekerbaarheid van schade Algemeen Kinderen tot 14 jaar (artikel 6:164 jo. 6:169 lid 1 BW) Kinderen van 14 tot 16 jaar (art. 6:169 lid 2 BW) Kinderen van 16 jaar en ouder Verzekerbaarheid van schade Conclusie Het wetsvoorstel Algemeen Verruiming risicoaansprakelijkheid voor alle minderjarige kinderen Aanleiding van het wetsvoorstel Doelstellingen van het wetsvoorstel Verzekeringstechnische aspecten Conclusie De kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders voor hun minderjarige kinderen in België en Engeland Inleiding België Algemeen Persoonlijke aansprakelijkheid van de minderjarige Aansprakelijkheid van de ouders (art lid 2 BBW) Minderjarigheid Weerlegbaar vermoeden (art lid 5 BBW) Verzekerbaarheid van schade Nieuwe ontwikkelingen... 34

6 3.2.8 Conclusie Nederland versus België Engeland Algemeen Tort of negligence Persoonlijke aansprakelijkheid van de minderjarige Aansprakelijkheid van de ouders Verzekerbaarheid van schade Conclusie Nederland versus België versus Engeland De wenselijkheid van wetsvoorstel voor ouders/voogden, minderjarigen en de (gezins)aansprakelijkheidsverzekering Inleiding Ouders/voogden Minderjarigen De (gezins)aansprakelijkheidsverzekering Conclusie Lijst van verkort aangehaalde literatuur Lijst van gebruikte jurisprudentie... 69

7 Lijst van gebruikte afkortingen AVP BW BBW e.v. jo. KB RV WA-verzekering WLVO aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren Burgerlijk Wetboek Belgisch Burgerlijk Wetboek en verder juncto Koninklijk Besluit Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst 7

8

9 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en probleemstelling Op 10 april 2006 is door Tweede Kamerlid de heer Çörüz van het CDA een initiatief wetsvoorstel ingediend. Het wetsvoorstel heeft betrekking op het wijzigen van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verruiming van de aansprakelijkheid van ouders voor gedragingen van minderjarigen vanaf de leeftijd van veertien jaar. Het huidige artikel 6:169 tweede lid van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) wordt vervangen door: Voor schade aan een derde toegebracht door een fout van een minderjarige die de leeftijd van veertien jaren heeft bereikt, is degene die het ouderlijk gezag of de voogdij over de minderjarige uitoefent aansprakelijk. 1 De huidige wet gaat uit van een risicoaansprakelijkheid van ouders/voogden voor hun kinderen tot 14 jaar. Ten aanzien van kinderen van 14 en 15 jaar kunnen ouders/voogden naast hun kinderen aansprakelijk worden gesteld, maar bestaat de mogelijkheid voor de ouder/voogd om zich te disculperen. Vanaf het zestiende jaar is het kind zelf aansprakelijk. 2 Het wetsvoorstel strekt ertoe om de risicoaansprakelijkheid van ouders/voogden te verruimen, zodat ouders/voogden volledig aansprakelijk zijn voor gedragingen van hun minderjarige kinderen. Daarnaast wordt de disculpatiemogelijkheid 3 van ouders/voogden, de zogenaamde «tenzij-bepaling» uit het tweede lid van artikel 6:169 BW, geschrapt. Het wetsvoorstel beoogt om ouders/voogden náást hun kinderen vanaf 14 jaar (risico)aansprakelijk te laten zijn voor gedragingen van die kinderen; er is dan sprake van een gedeelde hoofdelijke aansprakelijkheid tussen ouder/voogd en kind. 4 1 Kamerstukken II 2005/06, 30519, nr Kamerstukken II, 2005/06, 30519, nr. 3, p Ouders/voogden zijn slechts (schuld)aansprakelijk voor veertien- en vijftienjarigen wanneer zij niet hebben kunnen aantonen dat zij de gedraging van het kind niet konden beletten. Voor deze categorie kinderen geldt dus voor de ouder/voogd een schuldaansprakelijkheid met omkering van de bewijslast. Doek & Vlaardingerbroek 2009, p. 171; Nieuwenhuis e.a. 2009, p. 2518; Oldenhuis 1998 p Kamerstukken II, 2005/06, 30519, nr. 3, p. 7. 9

10 Doorgaans zijn ouders/voogden niet in de gelegenheid om bij kinderen ouder dan 14 jaar bepaalde gedragingen te beletten. In verband met de belangen van het kind, dat de nodige vrijheid behoeft, zou het vaak onwenselijk zijn om maatregelen te vergen. Zo behoeft niet te worden verhinderd dat kinderen van bijna 15 jaar met een fiets op straat komen. 5 Het ouderlijk gezag wordt niet langer beschouwd als een absolute beslissingsmacht die gericht is op de bescherming van het kind, maar er wordt ook rekening gehouden met de wil van het minderjarig kind. In het huidige recht ziet men de ouder-kind relatie dus veeleer als een wisselwerking tussen beide partijen, waarbij rekening wordt gehouden met het zelfontplooiings- en zelfbeschikkingsrecht van de minderjarige. Zo is het eigenlijke doel van het ouderlijk gezag het begeleiden van de minderjarige op weg naar zijn volwassenheid. 6 Hierdoor staan ouders/voogden vaak machteloos en hebben weinig grip op minderjarigen vanaf 14 jaar als het gaat om het voorkomen van criminaliteit of het voorkomen dat er op andere manieren schade wordt toegebracht aan derden. De vraag is of het terecht is dat ouders/voogden van minderjarige kinderen na invoering van het wetsvoorstel de verantwoordelijkheid moeten blijven voelen totdat het kind meerderjarig is geworden gezien de vrijheid die minderjarige kinderen hebben. Tevens is het de vraag of het wetsvoorstel rekening houdt met de toenemende zelfstandigheid van minderjarigen tussen de leeftijd van 14 en 18 jaar. Het wetsvoorstel zal invloed hebben op de aansprakelijkheidsverzekering. Voor ouders/voogden bestaat de mogelijkheid om een (gezins)aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten, welke over het algemeen de schade, veroorzaakt door hun minderjarige kinderen, zal dekken. Het is een ander verhaal indien opzet in het spel is. Schade veroorzaakt door opzettelijke gedragingen door kinderen vanaf de leeftijd van 14 jaar wordt niet gedekt onder een (gezins)aansprakelijkheidsverzekering. 7 In deze scriptie zullen de gevolgen van de invoering van het wetsvoorstel voor ouders/voogden, minderjarigen en de (gezins)aansprakelijkheidsverzekering worden onderzocht. Tevens zal worden aangedragen hoe het wetsvoorstel eventueel zou kunnen worden aangepast zodat mogelijke negatieve gevolgen voor ouders/voogden, minderjarigen en de (gezins)aansprakelijkheidsverzekering kunnen worden tegengegaan. 5 Spier 2009, p De Tavernier 2006, p Kamerstukken II, 2005/06, 30519, nr. 3, p. 10; B.M. Paijmans, Wetsvoorstel ter verruiming van de aansprakelijkheid van ouders voor kinderen, AV&S , p

11 Het onderzoek heeft alleen betrekking op de kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders/voogden voor hun minderjarige kinderen die schade hebben veroorzaakt. Het gaat dan om de civielrechtelijke aansprakelijkheid van ouders/voogden voor minderjarigen. De civielrechtelijke aansprakelijkheid heeft alleen betrekking op de buitencontractuele aansprakelijkheid voor schade. Er zal dus niet worden ingegaan op schade die wordt veroorzaakt door een contractuele relatie. Tevens wordt er geen onderzoek gedaan naar de gevolgen van het wetsvoorstel voor benadeelden. Ook valt de strafrechtelijke aansprakelijkheid buiten het kader van dit onderzoek. De centrale onderzoeksvraag van de scriptie luidt als volgt: Wat zijn de gevolgen van de invoering van wetsvoorstel voor ouders/voogden, minderjarigen en de (gezins)aansprakelijkheidsverzekering en hoe zou het wetsvoorstel eventueel kunnen worden aangepast zodat mogelijke negatieve gevolgen voor ouders/voogden, minderjarigen en de (gezins)aansprakelijkheidsverzekering kunnen worden tegengegaan? 1.2 Opbouw van de scriptie In hoofdstuk 2 zal een feitelijke uiteenzetting worden gegeven hoe op dit moment de aansprakelijkheid van ouders/voogden van minderjarige kinderen in Nederland is geregeld en wat er gaat veranderen door het wetsvoorstel. Tevens zal in dit hoofdstuk worden uiteengezet hoe het zit met de verzekerbaarheid van schade veroorzaakt door minderjarigen. In hoofdstuk 3 zal de aansprakelijkheid van ouders/voogden voor minderjarige kinderen in rechtsvergelijkend perspectief worden bekeken. De rechtsvergelijking is geen doel op zich, maar een middel om tot nieuwe inzichten te komen om het wetsvoorstel te verbeteren. Er is gekozen voor de rechtsstelsels in België en Engeland, omdat beide landen de aansprakelijkheid van ouders/voogden voor minderjarige kinderen op een andere manier hebben geregeld. In België geldt een schuldaansprakelijkheid voor minderjarigen (tot achttien jaar) met omkering van de bewijslast. De ouder dient zelf aan te tonen of hij de daad had kunnen beletten en daardoor aansprakelijk gehouden kan worden. De Belgische rechter toetst daarnaast of zowel het toezicht als de opvoeding van de ouders voldoende is geweest om de gedraging van het kind te voorkomen. 8 Engeland kent wel een schuldaansprakelijkheid, maar zonder omkering 8 Kamerstukken II, 2005/06, 30519, nr. 3, p

12 van de bewijslast. 9 De rechtsvergelijking zal evaluatief zijn. Door de oplossingen van de twee landen te vergelijken, zullen wellicht verbeterpunten kunnen worden aangereikt hoe men de problematiek het beste in Nederland zou kunnen regelen. In hoofdstuk 4 zal naar voren komen of ouders/voogden risicoaansprakelijk dienen te zijn voor schade die hun kinderen vanaf de leeftijd van 14 jaar tot de meerderjarige leeftijd aan derden toebrengen. Hierbij zal de wenselijkheid van het wetsvoorstel voor ouders/voogden, minderjarigen en de (gezins)aansprakelijkheidsverzekering aan de orde komen. In dit hoofdstuk zal tevens, waar nodig en gepast, enige aandacht worden besteed aan de belangen van het slachtoffer aangezien slachtofferbescherming het primaire doel vormt van het wetsvoorstel. In dit hoofdstuk zal tevens mijn eigen visie centraal staan. In hoofdstuk 5 zal een conclusie volgen en tevens zal worden aangedragen hoe het wetsvoorstel eventueel zou kunnen worden aangepast zodat mogelijke negatieve gevolgen voor ouders/voogden, minderjarigen en de (gezins)aansprakelijkheidsverzekering kunnen worden tegengegaan. 9 Du Perron in: Mok-aria 2002, p

13 2 De huidige kwalitatieve aansprakelijkheid voor minderjarige kinderen en wetsvoorstel Inleiding In dit hoofdstuk wordt een feitelijke uiteenzetting weergegeven hoe op dit moment de kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders/voogden voor minderjarige kinderen in Nederland is geregeld. Eerst wordt in paragraaf 2.2 het huidige artikel 6:169 BW uitvoerig besproken. Vervolgens wordt in paragraaf 2.3 ingegaan op het wetsvoorstel Het huidige artikel 6:169 BW en de verzekerbaarheid van schade Algemeen De huidige risicoaansprakelijkheid van ouders/voogden voor hun minderjarige kinderen is afhankelijk van de leeftijd van het kind. Art. 6:169 BW kent drie leeftijdsgrenzen: jonger dan 14 jaar (lid 1), 14 tot 16 jaar en 16 jaar of ouder (lid 2). De aansprakelijkheid van de ouder/ voogd is een kwalitatieve aansprakelijkheid. Dit betekent aansprakelijkheid in hoedanigheid 10, zonder dat degene die aansprakelijk is (de ouder/voogd) een fout behoeft te hebben begaan. Wel is vereist dat de persoon voor wie men aansprakelijk is een fout 11 moet hebben begaan. 12 Minderjarigen staan onder gezag, zie art. 1:245 lid 1 BW. Onder gezag wordt verstaan ouderlijk gezag dan wel voogdij, zie art. 1:245 lid 2 BW. Voor toepassing van art. 6:169 BW is vereist dat de ouder/voogd het ouderlijk gezag 13 respectievelijk de voogdij 14 daadwerkelijk uitoefent. De eis van inwoning bij de ouder/voogd is niet vereist. 15 Aansprakelijkheid bestaat niet als ten tijde van de gedraging de ouder/voogd bijvoorbeeld van het gezag was ontzet of ontheven, onder curatele stond of in de uitoefening van het gezag was geschorst. 16 Als tijdens een echtscheidingsprocedure de kinderen aan een van de ouders zijn toevertrouwd bij wijze 10 In hoedanigheid betekent in dit geval het zijn van ouder of voogd. 11 Een aan de dader toe te rekenen onrechtmatige daad. Parlementaire Geschiedenis Boek 6 BW, p Oldenhuis 1998, p Ouderlijk gezag wordt door de ouders gezamenlijk of door één ouder uitgeoefend, zie art. 1:245 lid 3 BW. 14 Voogdij wordt door een ander dan een ouder uitgeoefend, zie art. 1:245 lid 3 BW. 15 Parlementaire Geschiedenis Boek 6 BW, p P. Vlaardingerbroek e.a. 2008, p

14 van voorlopige voorziening (art. 822 RV), dan blijft voor de andere ouder de risicoaansprakelijkheid als hiervoor bedoeld wel gelden. 17 De aansprakelijkheid van ouders/voogden strekt zich ook uit tot kinderen die min of meer permanent onder toezicht van anderen staan (scholen, internaten, ziekenhuizen, verpleeginrichtingen etc.); een en ander behoudens het recht van regres op de toezichthouder die in zijn taak is tekortgeschoten. 18 Indien een voogdijinstelling met de voogdij van het minderjarig kind wordt belast (art. 1:302 BW), heeft dat tot gevolg dat de instelling rechtstreeks op grond van art. 6:169 BW voor het kind aansprakelijk is. 19 In paragraaf wordt allereerst ingegaan op de kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders/voogden voor kinderen tot 14 jaar. Vervolgens wordt in paragraaf ingegaan op de kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders/voogden voor kinderen van 14 tot 16 jaar. Daarna wordt in paragraaf ingegaan op de kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders/voogden voor kinderen van 16 jaar en ouder. In paragraaf wordt ingegaan op de verzekerbaarheid van schade. Ten slotte volgt in paragraaf een conclusie Kinderen tot 14 jaar (artikel 6:164 jo. 6:169 lid 1 BW) Kinderen beneden de leeftijd van 14 jaar zijn zelf volgens art. 6:164 BW niet aansprakelijk voor de door hen gepleegde onrechtmatige daden. Zonder nadere voorziening van de wetgever zou deze regel erop neerkomen dat een benadeelde door kinderen jonger dan 14 jaar teweeggebrachte schade voor eigen rekening zou moeten houden en dat werd onbillijk geacht. In plaats van het kind is degene die het ouderlijk gezag of de voogdij uitoefent op grond van art. 6:169 lid 1 BW aansprakelijk. 20 Art. 6:169 lid 1 BW stelt de eis dat het moet gaan om een als een doen te beschouwen gedraging, welke aan het kind zou kunnen worden toegerekend, als zijn leeftijd daaraan niet in de weg zou staan. Als er sprake is van een nalaten, zijn de ouders/voogden niet aansprakelijk. 21 Art. 6:169 BW lid 1 wordt dus slechts toegepast bij actieve gedragingen van het kind die een onrechtmatige 17 Doek & Vlaardingerbroek 2009, p. 170; Hof s-hertogenbosch 25 februari 1997, NJ 1997, Zie HR 12 mei 1995, NJ 1996, 118. De aansprakelijkheid van de toezichthouder in het kader van zijn zorgverplichting gaat best ver. Zie meer hierover in paragraaf Oldenhuis 1998, p Spier e.a. 2009, p HR 22 november 1974, NJ 1975, 149 (Heddema/De Coninck ofwel de struikelende broodbezorger ). In casu hadden twee kinderen (van vier en vijf jaar oud) nagelaten de broodbezorger te waarschuwen voor een over de 14

15 daad opleveren. De aangesproken ouder/voogd zal aan het gebrekkig inzicht van het kind, dat een beroep op het ontbreken van schuld zou kunnen rechtvaardigen, geen verweer kunnen ontlenen. De Hoge Raad 22 heeft bepaald dat de in art. 6:169 BW bedoelde hypothetische maatstaf meebrengt dat beoordeeld moet worden of de gedraging van het kind een toerekenbare onrechtmatige daad zou hebben opgeleverd indien deze zou zijn verricht door een volwassene. Er wordt daarbij volledig geabstraheerd van de jeugdige leeftijd van het kind. Beslissend is dus of de gedraging een volwassene zou kunnen worden toegerekend. De art. 6:164 en 169 lid 1 BW zijn te beschouwen als complementaire bepalingen. 23 Slechts in uitzonderingsgevallen zou de jeugdige leeftijd ertoe kunnen leiden dat de onrechtmatigheid van de gedraging ontbreekt. Te denken valt bijvoorbeeld aan een beroep op een rechtvaardigingsgrond (art. 6:162 lid 2 BW) die geen verband houdt met de leeftijd. 24 De ouder/voogd is ook aansprakelijk voor schade die door kinderen jonger dan 14 jaar worden veroorzaakt ten gevolge van een geestelijke of lichamelijke tekortkoming ingevolge art. 6:165 BW. 25 Kort gezegd komt het erop neer dat voor ouders/voogden met kinderen jonger dan 14 jaar een risicoaansprakelijkheid geldt als het gaat om een als een doen te beschouwen gedraging Kinderen van 14 tot 16 jaar (art. 6:169 lid 2 BW) Veertien- en vijftienjarigen zijn ook zelf tot vergoeding van de schade gehouden wanneer aan alle voorwaarden voor aansprakelijkheid is voldaan. Er is geen sprake van een risicoaansprakelijkheid van de ouder/voogd, maar van een schuldaansprakelijkheid met disculpatiemogelijkheid. Art. 6:169 lid 2 BW gaat uit van een weerlegbaar vermoeden van schuld. 26 Voor deze leeftijdscategorie is degene die het ouderlijk gezag of de voogdij uitoefent aansprakelijk, tenzij hem niet kan worden verweten dat hij de gedraging van het kind niet heeft belet. Art. weg gespannen touw. Het touw was niet door de kinderen zelf aangespannen en werd niet aangemerkt als een onrechtmatige daad. Er was sprake van nalaten, zodat de ouders niet aansprakelijk waren. Hadden de kinderen het touw zelf aangespannen, dan zou er immers sprake zijn van een als een doen te beschouwen gedraging en zouden de ouders wel aansprakelijk zijn geweest. 22 HR 12 november 2004, NJ 2005, Spier e.a., 2009, p Bijvoorbeeld de situatie waarin een 13-jarige fietser op het teken van een politieagent de kruising oversteekt, terwijl de verkeerssituatie dat niet toeliet en het kind als gevolg daarvan aan derden schade veroorzaakt. Hier is sprake van een bevoegd gegeven ambtelijk bevel. De andere rechtvaardigingsgronden zijn: overmacht, noodweer en wettelijk voorschrift. Deze gronden zijn ontleend aan art. 40 e.v. Sr. Spier 2009, p. 94; Parlementaire Geschiedenis Boek 6 BW, p. 1358; Van Dunné 2004, p Parlementaire Geschiedenis Boek 6 BW, p. 654; Oldenhuis 1998, p Volgens Hartkamp is het terminologisch juister te spreken van een vermoeden van fout. Met de term schuld wordt zowel gedoeld op de verwijtbaarheid van de gedraging van het kind als op de onrechtmatige gedraging zelf. Asser-Hartkamp Deel III 2006, p ; P. Vlaardingerbroek e.a. 2008, p

16 6:162 lid 2 BW is niet beperkt tot een als een doen te beschouwen gedraging van het kind, maar geldt ook voor een nalaten zoals het niet waarschuwen voor een gevaarsituatie. 27 Ter beantwoording van de vraag of de ouder/voogd kan worden verweten de gedraging van het kind niet te hebben belet, zal moeten worden gelet op de leeftijd en de aard van het kind, de eisen van het dagelijks leven en de levensomstandigheden van de ouders. 28 De aangesproken ouder/voogd zal zich veelal kunnen disculperen. Ouders/voogden zijn in de regel immers niet in de gelegenheid om kinderen van deze leeftijd bepaalde gedragingen te beletten, en doorgaans kunnen, mede in verband met de belangen van het kind dat de nodige vrijheid behoeft, van hen ook geen maatregelen worden gevergd. 29 Hieronder zullen enkele uitspraken met betrekking tot de disculpatiemogelijkheid van ouders/voogden worden besproken. 30 Twee jongens van 13 en 15 jaar hadden schade veroorzaakt aan ongeveer 20 auto s op een bedrijventerrein. De ouders van de vijftienjarige 31 jongen deden een beroep op de disculpatiemogelijkheid. De rechtbank honoreerde dit beroep en oordeelde dat de ouders geen enkel verwijt treft dat zij de bedoelde gedragingen niet hebben belet vanwege de leeftijd van de jongen (15 jaar), zijn aard (een normale en oppassende jongen, die zich nooit eerder aan vandalisme had overgegeven en ook niet eerder met de politie in aanraking was geweest) en de eisen van het dagelijks leven (het onrechtmatig handelen gebeurde tussen en uur). 32 Een veertienjarige jongen had zijn tienjarige nichtje verkracht, terwijl de ouders van de jongen een dagje uit waren en oma op de jongen oppaste. De ouders waren niet op de hoogte van een relatie tussen de jongen en het nichtje en dachten ook dat de jongen nog niet toe was aan sexuele handelingen. De school kon het gepleegde feit van de jongen evenmin plaatsen en had nooit aanwijzingen gehad die reden gaven tot zorg omtrent de sexualitieit van de jongen. Op basis hiervan werd het beroep van de ouders op de disculpatiemogelijkheid gehonoreerd. 33 Ouders/voogden kunnen echter niet steeds de dans ontspringen. Zo zijn de ouders van een vijftienjarige geestelijk gestoorde jongen die brand heeft gesticht, die door zijn ouders, in afwachting van plaatsing in een inrichting, bij een vishandelaar tewerk was gesteld, wel aan- 27 Spier 2009, p HR 26 november 1948, NJ 1949, 149 (Zoontje van Zweden); Spier 2009, p. 95; Van Dunné 2004, p Parlementaire Geschiedenis Boek 6 BW, p. 680; Spier 2009, p. 95; Van Dunné 2004, p Over de aansprakelijkheid van ouders/voogden voor de categorie minderjarigen van 14 tot 16 jaar met betrekking tot de disculpatiemogelijkheid is er weinig jurisprudentie beschikbaar. 31 De ouders van de dertienjarige jongen waren uiteraard risicoaansprakelijk. 32 Rb. Arnhem 5 april 2001, NJ 2001, 489; Kamerstukken II 2005/06, nr. 3, p Rb. Arnhem 24 augustus 2005, LJN AU

17 sprakelijk. De vishandelaar was namelijk niet op de hoogte gesteld van te verwachten moeilijkheden. 34 Als een kind al vaker crimineel gedrag heeft vertoond en de ouder/voogd is hiervan op de hoogte, dan zal een beroep op de disculpatie wellicht minder kans van slagen hebben. 35 Uit een zaak waarbij een veertienjarige jongen twee branden had gesticht, blijkt dat disculpatie niet in alle gevallen succesvol is en daadwerkelijk afhangt van hetgeen de ouders/voogden kunnen of moeten voorzien. De rechtbank overwoog dat een kind van 14 jaar zich binnen bepaalde grenzen vrijelijk moet kunnen gedragen. Echter bleek uit een over het kind opgemaakt rapport en een eerdere strafrechtelijke veroordeling dat in dit geval bijzondere zorg nodig was. Deze zorg is niet door de ouders in acht genomen en zijn de ouders dus (mede)aansprakelijk. 36 Is een kind opgenomen in een (psychiatrische) inrichting, ontsnapt het daaruit en brengt het vervolgens schade toe, dan zullen de ouders daarvoor in beginsel niet aansprakelijk zijn. Wanneer de inrichting onvoldoende maatregelen heeft genomen om de ontsnapping te verhinderen, kan de inrichting wel aansprakelijk zijn op grond van art. 6:162 BW. De zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer immers is vereist, in verband met de aard van psychisch gestoorde minderjarigen, brengt mee dat degene die in het kader van de behandeling het toezicht over hen heeft aanvaard, gehouden is zo veel als redelijkerwijs mogelijk is erop toe te zien dat zij derden (of zichzelf) geen schade toebrengen Kinderen van 16 jaar en ouder Voor kinderen vanaf de leeftijd van 16 jaar en ouder bestaat er geen kwalitatieve aansprakelijkheid voor ouders/voogden. Het schuldvermoeden strekt zich ook niet uit tot deze categorie kinderen. De gelaedeerde die de ouder/voogd aansprakelijk wil stellen, is aangewezen op art. 6:162 BW. 38 Bij de leeftijdsgroep van 16 jaar en ouder concentreren onder andere de vragen zich rond de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door brommers en auto s met of zonder Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering (hierna: WA-verzekering). Hoofdregel is dat het kind zelf aansprakelijk is op grond van art. 6:162 BW. De ouders/voogden kunnen echter ook worden aangesproken voor de veroorzaakte schade indien hun een eigen, onrechtmatig handelen of 34 Zie in dit kader art. 6:165 BW; HR 18 oktober 1985, NJ 1986, 226 (Ricky van Rooij); Spier 2009, p Parlementaire Geschiedenis Boek 6 BW, p. 680, Rb. Roermond 20 juli 2005, LJN AU1696; B.M. Paijmans, Wetsvoorstel ter verruiming van de aansprakelijkheid van ouders voor kinderen, AV&S , p HR 12 mei 1995, NJ 1996, 118 ( t Ruige Veld/Univé); Spier 2009, p Oldenhuis 1998, p

18 nalaten kunnen worden verweten. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de ouders/voogden weten dat het kind zonder een verplichte WA-verzekering op een brommer rondrijdt. 39 Oldenhuis acht een aanspraak tegen de ouder/voogd op grond van art. 6:162 BW gerechtvaardigd, indien de ouder/voogd kennis draagt van het feit dat zijn kind onverzekerd op een brommer rondrijdt en indien het kind hierdoor schade veroorzaakt, en het kind zelf geen of onvoldoende verhaal biedt. Tussen de fout van de ouder/voogd en het feit dat de benadeelde van de dader geen vergoeding kan ontvangen, bestaat volgens Oldenhuis voldoende causaal verband Verzekerbaarheid van schade Voor ouders/voogden bestaat de mogelijkheid om een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten die de schade dekt die wordt veroorzaakt door hun minderjarige kinderen. Ingevolge art. 7:952 BW vergoedt de verzekeraar echter geen schade aan de verzekerde die de schade met opzet of door roekeloosheid heeft veroorzaakt. In het standaardpolismodel aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (hierna: AVP) 2000 is de opzetclausule opgenomen. Deze clausule luidt in de kern als volgt: Niet gedekt is de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade veroorzaakt door en/of voortvloeiende uit zijn/haar opzettelijk en tegen een persoon of zaak gericht wederrechtelijk handelen of nalaten. De opzet is gekoppeld aan de gedraging zelf. 41 De reikwijdte van de uitsluiting is vrij ruim. Uit de toelichting bij de clausule blijkt zonder enige twijfel de bedoeling van verzekeraars deze verruiming te beperken tot crimineel gedrag. 42 Indien een minderjarig kind jonger dan 14 jaar opzettelijk schade heeft veroorzaakt, rijst de vraag of de verzekeraar de schade dient te vergoeden aan de kwalitatief aansprakelijke persoon (de ouder/voogd). Uit de tekst van de opzetclausule blijkt dat de verzekeraar de schade wel dient te vergoeden aan de kwalitatief aansprakelijke persoon. Met het begrip verzekerde wordt bedoeld de verzekerde, wiens aansprakelijkheid in het geding is. Opzet heeft een per- 39 Het gaat Oldenhuis echter te ver dat de ouder/voogd ervoor heeft in te staan dat een (verplichte) verzekering voorhanden is. 40 Oldenhuis 1998, p ; Vlaardingerbroek e.a. 2008, p HR 6 november 1998, NJ 1999, 220 (Aegon/Van der Linden). 42 Wansink 2006, p

19 soonlijk karakter. Het is immers niet de kwalitatief aansprakelijke persoon die de schade opzettelijk heeft veroorzaakt, maar het minderjarig kind. 43 Het feit dat meer dan 80 % van de gezinnen en alleenstaanden tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd was, heeft er in belangrijke mate toe bijgedragen dat uiteindelijk tot invoering van kwalitatieve aansprakelijkheid van de ouder/voogd is besloten. 44 Invoering van een wettelijke verplichting tot het afsluiten van een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid is evenwel door de wetgever uitdrukkelijk verworpen. 45 In de rechtspraak is tevens de vraag aan de orde gesteld of ouders/voogden rechtens verplicht zijn voor hun minderjarige kinderen een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid af te sluiten. Dit heeft de Hoge Raad 46 eveneens verworpen. 47 Bij de vaststelling van de leeftijdsgrens in het kader van art. 6:169 BW is in belangrijke mate bepalend geweest in hoeverre opzettelijk toegebrachte schade door kinderen nog tegen een redelijk premieniveau verzekerbaar was, zodat de grote verzekeringsdichtheid van de aansprakelijkheidsverzekeringen in stand zou blijven. De grens van 12 jaar is naar 14 jaar getrokken, toen na overleg met verzekeraars was gebleken dat met deze grens nog geen sprake zou zijn van een wezenlijke verhoging van de premie. Wel werd toen geconstateerd dat de leeftijdsgrens van 14 jaar het uiterste is, omdat verzekeringsmaatschappijen het risico op schade veroorzaakt door kinderen vanaf 14 jaar te hoog achtten. De toenmalige statistieken betreffende jeugdcriminaliteit gaven aan dat de criminaliteit onder de vijftien- en zestienjarigen in vergelijking met die van lagere leeftijdsgroepen relatief hoog was. Bij een verhoging tot een van deze leeftijdsgrenzen zouden de premies derhalve aanzienlijk stijgen, waardoor de verzekeringsdichtheid zou afnemen. Dat werd maatschappelijk onwenselijk geacht. 48 Minderjarige kinderen zijn meeverzekerd onder de aansprakelijkheidsverzekering van de ouders/voogden. Het betreft veelal de minderjarige kinderen 49, de met de verzekeringnemer in gezinsverband samenwonende personen of de ongehuwde kinderen. Schade als gevolg van het handelen of nalaten van een minderjarig kind is daarmee in beginsel gedekt. Dit betreft de schade als gevolg van gewone fouten van het kind. Uitgesloten van dekking is de aansprake- 43 Mijnssen 2007, p. 67; Wansink 2006, p Oldenhuis 1998, p Parlementaire Geschiedenis Boek 6 BW, p HR 14 februari 1969, NJ 1969, Oldenhuis 1998, p Parlementaire Geschiedenis Boek 6 BW, p ; N. Frenk, Utopische wetgeving en verzekerbaarheid, AV&S , p Ook indien zij uitwonend zijn. 19

20 lijkheid van een verzekerde voor schade veroorzaakt door zijn opzettelijk handelen of nalaten. Deze opzetclausule geldt niet voor schade die opzettelijk is veroorzaakt door kinderen tot veertien jaar. De verzekering volgt daarmee het systeem van de huidige artikelen 6:164 en 6:169 BW. De opzetclausule heeft wel betrekking op schade die opzettelijk is veroorzaakt door personen vanaf 14 jaar. Deze schade is als gevolg daarvan in beginsel niet gedekt. 50 Door de zorgvuldige vaststelling van de leeftijdsgrens van 14 jaar is het belang van de gelaedeerde maximaal gewaarborgd, omdat ook opzettelijke gedragingen van kinderen tot 14 jaar verzekerd zijn Conclusie Schematisch ziet de kwalitatieve aansprakelijkheid van de ouder/voogd voor minderjarige kinderen (art. 6:169 BW) in combinatie met de dekking van de AVP-polis volgens het huidige Nederlandse recht er als volgt uit: Leeftijd kind Aansprakelijkheid van de ouder/voogd Tot 14 jaar Ja, zie art. 6:169 lid 1 BW, als er sprake is van een als een doen te beschouwen gedraging. Van 14 tot 16 Ja, zie art. 6:169 lid 2 BW. jaar Disculpatiemogelijkheid. Van 16 jaar en ouder Aansprakelijkheid van het kind zelf Nee, zie art. 6:164 BW Ja, zie art. 6:162 BW Dekking AVP-polis Ja, inclusief opzettelijk toegebrachte schade. Geen vergoeding van schade die is veroorzaakt door opzet. Nee Ja, zie art. 6:162 BW Geen vergoeding van schade die is veroorzaakt door opzet. 2.3 Het wetsvoorstel Algemeen Het wetsvoorstel beoogt om het huidige art. 6:169 lid 2 BW te vervangen door: Voor schade aan een derde toegebracht door een fout van een minderjarige die de leeftijd van veertien jaren heeft bereikt, is degene die het ouderlijk gezag of de voogdij over de minderjarige uitoefent aansprakelijk B.M. Paijmans, Wetsvoorstel ter verruiming van de aansprakelijkheid van ouders voor kinderen, AV&S , p N. Frenk, Utopische wetgeving en verzekerbaarheid, AV&S , p Kamerstukken II 2005/06, 30519, nr. 2 & 3. 20

21 Het wetsvoorstel is voor advies al voorgelegd aan de Raad van State. 53 Tevens heeft de openbare behandeling van het wetsvoorstel plaatsgevonden. 54 In paragraaf wordt allereerst uiteengezet wat er gaat veranderen door het wetsvoorstel. Vervolgens wordt in paragraaf ingegaan op de aanleiding van het wetsvoorstel. Daarna worden in paragraaf de doelstellingen van het wetsvoorstel besproken. In paragraaf worden de verzekeringstechnische aspecten besproken. Ten slotte volgt in paragraaf een conclusie Verruiming risicoaansprakelijkheid voor alle minderjarige kinderen Het wetsvoorstel strekt ertoe om de thans bestaande risicoaansprakelijkheid van ouders/ voogden te verruimen, zodat ouders/voogden volledig aansprakelijk zijn voor gedragingen van hun minderjarige kinderen. Daarnaast wordt de disculpatiemogelijkheid van ouders/ voogden, de zogenaamde «tenzij-bepaling» uit het tweede lid van art. 6:169 BW, geschrapt. De huidige schuldaansprakelijkheid voor veertien- en vijftienjarigen komt dus te vervallen en wordt vervangen door een risicoaansprakelijkheid van ouders/voogden voor minderjarige kinderen vanaf de leeftijd van 14 jaar. Het wetsvoorstel beoogt om ouders/voogden náást hun kinderen vanaf 14 jaar (risico)aansprakelijk te laten zijn voor gedragingen van die kinderen; er is dan sprake van een gedeelde hoofdelijke aansprakelijkheid tussen ouder/voogd en kind. 55 In het wetsvoorstel wordt geen leeftijd vermeld, maar is aansluiting gezocht bij het begrip minderjarige van art. 1:233 BW. De aansprakelijkheid voor kinderen wordt verhoogd van zestien jaar naar achttien jaar, tenzij (1) de minderjarige gehuwd is of een geregistreerd partnerschap heeft dan wel gehuwd is geweest of een geregistreerd heeft gehad (art. 1:233 BW); (2) als er sprake is van meerderjarigverklaring van een minderjarige moeder van zestien jaar of ouder die haar kind wenst op te voeden (art. 1:253ha BW) of (3) als er sprake is van handlichting (art. 1:235 BW) waarbij aan een minderjarige bepaalde bevoegdheden van een meerderjarige worden toegekend door inwilliging van dit verzoek door de kantonrechter. In deze 53 Kamerstukken II 2009/10, 30519, nr Kamerstukken II 2009/10, 30519, nr Kamerstukken II, 2005/06, 30519, nr. 3, p

22 gevallen houdt de aansprakelijkheid van de ouders/voogden eerder op en niet pas bij het bereiken van de achttienjarige leeftijd Aanleiding van het wetsvoorstel De reden van het wetsvoorstel is gelegen in het feit dat de indiener, Kamerlid Çörüz, meent dat het huidige aansprakelijkheidsrecht, op grond waarvan ouders/voogden van veertien- en vijftienjarige kinderen zich kunnen disculperen, niet (langer) past bij de in de samenleving bestaande opvattingen. Ouders/voogden kunnen zich in dergelijke gevallen vrijpleiten voor de gedragingen van hun kind vanwege de disculpatiemogelijkheid, waardoor verhaal van schade een lastige zaak wordt. De door een derde geleden schade, toegebracht door een minderjarige van zestien jaar of ouder komt in de meeste gevallen eveneens ten laste van de benadeelde, omdat enkel de jongere zelf aansprakelijk is en meestal niet over toereikend vermogen beschikt. In feite is schade, ontstaan door toedoen van kinderen in de leeftijdscategorie vanaf veertien jaar, haast onmogelijk op de dader te verhalen. Als het niet de benadeelde is die met de schade blijft zitten, dan is het wel de overheid of de verzekeraar van de benadeelde. Wanneer er sprake is van jeugdige daders, houdt het huidige aansprakelijkheidsrecht volgens de indiener onvoldoende rekening met de gevolgen voor de benadeelde. Alhoewel de gedachte «de vernieler betaalt» breed in de samenleving en in principe ook in de wetgeving gedragen wordt, biedt de huidige wettelijke regeling in gevallen dat de schade door een minderjarige wordt toegebracht onvoldoende verhaalsmogelijkheden voor de benadeelde. 57 De huidige regeling biedt naar de mening van de indiener voor ouders/voogden een te grote mogelijkheid zich te disculperen, ofwel vrij te pleiten voor de gedragingen van hun kinderen. 58 De «tenzij-bepaling» van art. 6:169 lid 2 BW wordt door de rechter in het algemeen zodanig breed uitgelegd, dat ouders/voogden nauwelijks aansprakelijk te stellen zijn voor baldadig gedrag van hun kinderen. Volgens de indiener komt het opheffen van de disculpatiemogelijkheid de rechtszekerheid ten goede Kamerstukken II, 2005/06, 30519, nr. 3, p Kamerstukken II 2005/06, 30519, nr. 3, p Hierbij noemt de indiener het vonnis van Rechtbank Arnhem van 5 april 2001 als voorbeeld (NJ 2001, 489). In deze zaak werd het gebrek aan toezicht door de ouders niet aanwezig geacht, vanwege het feit dat de 15-jarige jongen in casu, die samen met een vriendje een aantal auto s had beschadigd, niet eerder met politie of justitie in aanraking was gekomen. 59 Kamerstukken II 2005/06, 30519, nr. 3, p

23 2.3.4 Doelstellingen van het wetsvoorstel De primaire doelstelling van het wetsvoorstel is om ouders/voogden aansprakelijk te kunnen stellen voor schade die is ontstaan door toedoen van hun minderjarige kinderen, omdat hun kinderen de schade meestal zelf niet kunnen vergoeden. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de belangen van slachtoffers die anders met de schade zouden blijven zitten. Met het wetsvoorstel worden de verhaalsmogelijkheden voor de benadeelde vergroot. Het wegnemen van de huidige onrechtvaardigheid in de wettelijke regeling van art. 6:169 BW is dan ook het hoofddoel van het wetsvoorstel. Daarnaast meent de indiener, dat het wetsvoorstel een preventieve gedragscorrigerende werking zal hebben. De relatie tussen ouders/voogden en de aan hun zorg en opvoeding toevertrouwde kinderen vormt een bijzondere verbintenis. Zowel recht als regelgeving biedt op velerlei wijze ruimte voor die specifieke verbintenis, die mede wordt gekenmerkt door een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het grootbrengen van kinderen brengt rechten met zich mee, zoals het recht op kinderbijslag, maar ook plichten. Eén van die plichten is het bevorderen van de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind, zoals omschreven in art. 1:247 BW. Het leren respecteren van anderen en hun eigendommen is hier een belangrijk onderdeel van. Ten slotte beoogt het wetsvoorstel bij schade veroorzaakt in groepsverband hoofdelijke aansprakelijkheid te scheppen voor iedere ouder/voogd, naast de verantwoordelijke jongeren. Het wetsvoorstel voorziet in een eerlijkere verdeling van de aansprakelijkheid tussen de verschillende partijen zodat niemand zijn verantwoordelijkheid kan ontduiken. 60 Met het wetsvoorstel neemt het aantal mensen waarop regres genomen kan worden toe. De betalende ouder/voogd zal immers niet alleen bij de minderjarige daders, maar ook bij de overige ouders/voogden kunnen aankloppen Verzekeringstechnische aspecten In de meeste gevallen zal een aansprakelijke persoon zich kunnen verzekeren. Zo bestaat de mogelijkheid voor ouders/voogden om een (gezins)aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten, welke over het algemeen de schade, veroorzaakt door hun minderjarige kinderen, zal dekken. Het is natuurlijk een ander verhaal indien opzet in het spel is. De verzekeraar zal dan in beginsel niet overgaan tot vergoeding van de schade. Dit is in de meeste gevallen expliciet 60 Kamerstukken II 2005/06, 30519, nr. 3, p Kamerstukken II 2009/10, 30519, nr. 4, p

24 opgenomen in de polisvoorwaarden. 62 Ook de benadeelde kan zich verzekeren. De huidige praktijk is veelal dat een verzekerde benadeelde zijn schade vergoed krijgt van zijn verzekeraar, die vervolgens de schade probeert te verhalen op de minderjarige. Dit loopt vaak vast op de insolvabiliteit van de minderjarige. In het verzekeringsrecht bestaat de mogelijkheid tot rechtstreekse vordering ingevolge art. 7:954 BW. Deze regeling geldt echter alleen in geval van schade door dood of letsel en niet voor degene die zaakschade heeft opgelopen. Naar de mening van de indiener is onderhavig wetsvoorstel een noodzakelijke aanvulling in de regeling voor slachtoffers van vandalisme en geweld die hierdoor zaakschade hebben opgelopen. Daarnaast kan het niet zo zijn volgens de indiener dat men ervan uit moet gaan zich te verzekeren voor schade die derden aan iemands persoon of eigendommen kunnen toebrengen. 63 Volgens de indiener is een discussie over verzekerbaarheid en voorspellingen over verzekeringsdichtheid hiervoor niet een noodzakelijke voorwaarde. De volledige verzekerbaarheid van die schade die opzettelijk is aangebracht, tegen een gemiddelde premie, zal afbreuk doen aan de gedragscorrigerende werking van het wetsvoorstel. Volgens de indiener is dat dan ook niet wenselijk Conclusie De indiener wil dat de benadeelde niet meer met de schade blijft zitten vanwege de vaak voorkomende insolvabiliteit bij minderjarige daders vanaf de leeftijd van 14 jaar. De indiener meent dit met het wetsvoorstel te veranderen door de disculpatiemogelijkheid af te schaffen en ouders/voogden naast de minderjarige vanaf de leeftijd van 14 jaar hoofdelijk aansprakelijk te stellen. Volgens het wetsvoorstel zou de aansprakelijkheid voor minderjarige kinderen er als volgt uit moeten zien: Leeftijd kind Aansprakelijkheid van de ouder/voogd Tot 14 jaar Ja, zie art. 6:169 lid 1 BW, als er sprake is van een als een doen te beschouwen gedraging. Van 14 jaar tot de Ja, zie art. 6:169 lid 2 BW meerderjarige leeftijd (tot 18 jaar) (nieuw). Geen disculpatiemogelijkheid. Vanaf de meerderjarige leeftijd (18 jaar en ouder) 62 Kamerstukken II 2005/06, 30519, nr. 3, p Kamerstukken II 2005/06, 30519, nr. 3, p Kamerstukken II 2005/06, 30519, nr. 4, p Aansprakelijkheid van het kind zelf Nee, zie art. 6:164 BW Ja, zie art. 6:162 BW Dekking AVP-polis Ja, inclusief opzettelijk toegebrachte schade. Geen vergoeding van schade die is veroorzaakt door opzet. Nee Ja, zie art. 6:162 BW Geen vergoeding van schade die is veroorzaakt door opzet.

25 3 De kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders voor hun minderjarige kinderen in België en Engeland 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een rechtsvergelijking gemaakt met België en Engeland. Er zal uitvoerig worden besproken hoe deze twee Europese landen de kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders voor hun minderjarige kinderen in hun rechtsstelsel vorm hebben gegeven. In paragraaf 3.2 wordt eerst de Belgische regelgeving hieromtrent besproken. Vervolgens wordt in paragraaf 3.3 het Nederlandse recht vergeleken met het Belgische recht. Daarna wordt in paragraaf 3.4 het Engelse recht besproken. In paragraaf 3.5 wordt het Nederlandse recht vergeleken met het Belgische en het Engelse recht. 3.2 België Algemeen De kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders voor onrechtmatige daden van hun minderjarige kinderen is in België geregeld in art. 1384, tweede en vijfde lid, van het Belgisch Burgerlijk Wetboek (hierna: BBW). Art lid 2 van het BBW luidt als volgt: De vader en de moeder zijn aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door hun minderjarige kinderen. Art lid 5 BBW vervolgt: De hierboven geregelde aansprakelijkheid houdt op, indien de ouders (..) bewijzen dat zij de daad welke tot die aansprakelijkheid aanleiding geeft, niet hebben kunnen beletten. In paragraaf wordt allereerst ingegaan op de persoonlijke aansprakelijkheid van de minderjarige. Vervolgens wordt in paragraaf ingegaan op lid 2 van art BBW waarbij in paragraaf tevens de nodige aandacht wordt besteed aan het begrip minderjarigheid. Daarna wordt in paragraaf ingegaan op lid 5 van art BBW dat het weerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid regelt. In paragraaf wordt ingegaan op de verzeker- 25

26 baarheid van schade. In paragraaf wordt het wetsvoorstel betreffende de invoering van een objectieve aansprakelijkheid besproken. Ten slotte volgt in paragraaf een conclusie Persoonlijke aansprakelijkheid van de minderjarige Volgens art. 388 BBW is de minderjarige de persoon van het mannelijke of vrouwelijke geslacht die de volle leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt. In België bestaat er geen wettelijk vastgestelde leeftijdsgrens wanneer een kind zelf aansprakelijk gesteld kan worden voor zijn eigen onrechtmatige daden. In België is deze kwestie aan de rechtspraak overgelaten. In België wordt algemeen aanvaard dat toerekeningsvatbaarheid een voorwaarde is voor aansprakelijkheid op grond van een fout. Onder dit begrip valt ook de problematiek van de rechtvaardigingsgronden. Bij ontoerekeningsvatbaarheid gaat het derhalve om gevallen waarin de veroorzaker niet uit vrije wil handelde. Indien toerekeningsvatbaarheid ontbreekt wegens jeugdige leeftijd is er geen sprake van een fout. 65 Een kind moet toerekeningsvatbaar zijn op het moment van de feiten om persoonlijk te kunnen worden aangesproken. Dit vereiste betekent dat het kind goed en kwaad van elkaar moet kunnen scheiden of anders gezegd, het kind moet in staat zijn om de gevolgen van zijn daden in te schatten. 66 Voor het antwoord op de vraag of een kind toerekeningsvatbaar is en dus persoonlijk aansprakelijk gesteld kan worden, is bepalend of kind op het moment van de schadeverwekkende handeling over het oordeel des onderscheids beschikt. 67 Dat is het geval indien het kind de feitelijke gevolgen van zijn gedragingen kan beoordelen en kan bepalen of zijn gedrag met de algemene zorgvuldigheidsnorm in overeenstemming is. De rechtspraak legt indicatief de grens in beginsel bij zeven jaar. 68 De rechtspraak wijkt soms echter af van deze leeftijd. Zo is bepaald dat een negenjarig kind dat heimelijk in een stilstaande autobus binnendringt en deze autobus ten gevolge van allerlei handelingen in beweging brengt, niet toerekeningsvatbaar is te achten. Het kind kan immers niet als bestuurder van de bus worden beschouwd, want het 65 Cornelis 1989, p ; Van Dam 2003, p Vansweevelt & Weyts 2009, p Baudoncq e.a. 2007, p. 73; De Tavernier 2006, p. 461; Van Dam 2003, p Rb. Nijvel 20 maart 1985, TBBR 1987, p. 86; Rb. Brussel 4 juni 1996, de Verz. 1997, p. 300; De Tavernier 2006, p. 461; Van Dam 2003, p. 57; Vansweevelt & Weyts 2009, p. p

27 kind leidt het voertuig niet vrijwillig in een gewenste richting, maar het voertuig beweegt door toevallige handelingen die het kind verricht. 69 De toerekeningsvatbaarheid van het minderjarig kind wordt in concreto beoordeeld door de rechter, dat wil zeggen rekening houdend met onder andere de leeftijd van de jeugdige dader, het milieu waar het kind opgroeit, de aard van de schadeverwekkende handeling en de persoonlijke eigenschappen van de minderjarige. 70 Indien het kind de jaren des onderscheids niet heeft bereikt, dan zijn de ouders kwalitatief aansprakelijk voor elke objectieve onrechtmatige daad van het kind Aansprakelijkheid van de ouders (art lid 2 BBW) Voor toepassing van art lid 2 BBW gelden de volgende aansprakelijkheidsvoorwaarden: 1. De tussenkomst van een minderjarig kind; 2. De fout of, minstens, de objectief onrechtmatige daad van dit minderjarig kind; 3. Een oorzakelijk verband tussen de fout van het minderjarige kind en de schade; 4. Het slachtoffer moet de hoedanigheid van derde hebben 72 en 5. De aangesprokene moet de hoedanigheid van ouder van het in aanmerking genomen minderjarig kind hebben. 73 Op grond van art lid 2 BBW rust er op de vader en de moeder een vermoeden van aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door hun minderjarige kinderen. 74 De grondslag van de ouderlijke aansprakelijkheid berust op een tekortkoming (fout) van de ouder(s) in hun plicht om hun minderjarig kind een passende opvoeding te verschaffen én er voldoende toezicht op te houden. 75 Hierbij speelt de leeftijd van het kind mee, alsmede de feitelijke toestand op het moment van het schadeverwekkende feit. Ouders hebben de plicht om toezicht uit te oefenen op hun minderjarige kinderen, opdat deze geen fouten zullen maken. Gedragen kin- 69 Hof van Beroep Brussel 22 februari 1989, De Verz. (1969) 1990, p De Tavernier 2006, p ; Du Perron in: Mok-aria 2002, p ; Vansweevelt & Weyts 2009, p De Corte 2005, p. 642; Dekkers & Verbeke 2007, p. 152; Van Dam 2003, p Hof van Beroep Gent 18 september 1981, RW 1982 (83), p : de aansprakelijkheid van de ouders, bepaald in art. 1384, tweede lid, BBW, is slechts van toepassing op het geval dat een derde buiten de ouders benadeeld is door het feit van hun minderjarig kind en niet wanneer het de ouders zelf zijn. 73 Baudoncq e.a. 2007, p. 14; De Tavernier 2006, p. 222; Vansweevelt & Weyts 2009, p Baudoncq e.a. 2007, p. 4; De Tavernier 2006, p Baudoncq e.a. 2007, p

28 deren zich op een onaanvaardbare manier en veroorzaken zij hierdoor schade aan derden, dan wordt vermoed dat de schade mede te wijten is aan een controlefout van de ouder. 76 De aansprakelijkheid van de ouders voor hun minderjarige kinderen geldt indien de schade is veroorzaakt door een daad, die objectief gezien als onrechtmatig kan worden aangemerkt. 77 Een minderjarige handelt objectief onrechtmatig wanneer zijn gedrag niet in overeenstemming is met het gedrag van een normaal zorgvuldig persoon in dezelfde omstandigheden. 78 Dat een schadeverwekker slechts foutief kan handelen wanneer hij schuldbekwaam of toerekeningsvatbaar is, geldt niet voor de ouderlijke aansprakelijkheid. Het gebrek aan onderscheidingsvermogen is hierbij niet relevant. 79 De rechtspraak heeft ook bepaald dat de in artikel 1384 lid 2 BBW bedoelde aansprakelijkheid van de vader en de moeder bestaat zodra de schade wordt veroorzaakt door een objectief onrechtmatige daad van hun minderjarig kind, en dus ook als het kind nog geen onderscheidingsvermogen heeft. 80 Elke vader en moeder kan aansprakelijk worden gesteld voor de schade veroorzaakt door hun minderjarig kind ten aanzien van wie de afstamming vaststaat overeenkomstig de door de wet bepaalde regels (art. 312 e.v. BBW) of adoptieve afstamming (art. 343 e.v. BBW). 81 In de rechtsleer bestaat er geen overeenstemming of art lid 2 BBW alleen van toepassing is op de vader en de moeder voor zover zij dragers zijn van het ouderlijk gezag. 82 Echter kunnen alleen zij die rechtens afstamming de hoedanigheid van vader of moeder bezitten, op grond van art lid 2 BBW worden aangesproken. 83 De uitoefening van het ouderlijk gezag is geen toepassingsvoorwaarde van art lid 2 BBW. Dit is ook in de rechtspraak bevestigd. Het Hof van Cassatie 84 heeft namelijk beslist dat de ouderlijke aansprakelijkheid ook kan rusten op de ouder die het ouderlijk gezag niet uitoefent, zodat moeilijk verdedigd kan worden dat de uitoefening van het ouderlijk gezag de juridische grondslag vormt 76 De Corte 2005, p De Corte 2005, p De Tavernier 2006, p Vansweevelt & Weyts 2009, p Hof van Cassatie België 11 december 2009, rolnr. C F. 81 Baudoncq e.a. 2007, p. 8; De Tavernier 2006, p Baundonq e.a. 2007, p. 7-9; De Tavernier 2006, p. 252; Vansweevelt & Weyts 2009, p De Tavernier 2006, p ; Dekkers & Verbeke 2007, p ; Vansweevelt & Weyts 2009, p Hof van Cassatie België 12 november 2002, rolnr. P020095N. In casu is bepaald dat ook de ouder die niet het ouderlijk gezag over een kind uitoefent en slechts een beperkt recht op persoonlijk contact heeft met het kind, op grond van art lid 2 BBW aansprakelijk kan worden gesteld, in zoverre het een fout in de opvoeding berust. 28

De ouderlijke aansprakelijkheid

De ouderlijke aansprakelijkheid De ouderlijke aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van ouders voor de daden van hun minderjarige kinderen Raymond en Kathleen Eugène Graffiti jongen van 16 jaar die inwoont bij gescheiden moeder brengt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 519 Voorstel van wet van het lid Cq örüz tot wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verruiming van de aansprakelijkheid

Nadere informatie

HOOFDSTUK II De aansprakelijkheid van ouders/voogden voor hun minderjarige kinderen /7

HOOFDSTUK II De aansprakelijkheid van ouders/voogden voor hun minderjarige kinderen /7 INHOUDSOPGAVE Voorwoord /V Lijst van verkort aangehaalde literatuur / XIII HOOFDSTUK I Kwalitatieve aansprakelijkheid /1 1 Inleiding / 1 2 Begrenzing van kwalitatieve aansprakelijkheid / 2 3 Uitbreiding

Nadere informatie

Kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders voor minderjarige kinderen

Kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders voor minderjarige kinderen Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Groningen Academiejaar 2012-2013 Kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders voor minderjarige kinderen Document: Masterscriptie Auteur: K. Moekotte Studentnummer:

Nadere informatie

Leergang Verzekeringsrecht Magna Charta Eigen schuld Jacco van de Meent

Leergang Verzekeringsrecht Magna Charta Eigen schuld Jacco van de Meent Leergang Verzekeringsrecht Magna Charta Eigen schuld Jacco van de Meent Artikel 7:952 B.W. De verzekeraar vergoedt geen schade aan de verzekerde die de schade met opzet of door roekeloosheid heeft veroorzaakt.

Nadere informatie

2015 De vernieler betaalt

2015 De vernieler betaalt 2015 De vernieler betaalt Een onderzoek naar de wijziging van de risicoverdeling bij toepassing en effectuering van wetsvoorstel 30519 A. Achouitar TILBURG UNIVERSITY Colofon Titel: De vernieler betaalt:

Nadere informatie

Verruiming ouderlijke aansprakelijkheid DE WENSELIJKHEID VAN HET VERRUIMEN VAN DE OUDERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID STEPHANIE KORTING 31 JULI 2015

Verruiming ouderlijke aansprakelijkheid DE WENSELIJKHEID VAN HET VERRUIMEN VAN DE OUDERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID STEPHANIE KORTING 31 JULI 2015 2015 Verruiming ouderlijke aansprakelijkheid DE WENSELIJKHEID VAN HET VERRUIMEN VAN DE OUDERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID STEPHANIE KORTING 31 JULI 2015 Naam Stephanie Korting Studentnummer 10307524 E-mail Privaatrechtelijke

Nadere informatie

13-05- 14. Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen

13-05- 14. Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen 13 mei 2014 Netwerk sport bewegen en gezonde leefstijl Brechtje Paijmans Doelen Advocatuur & Universiteit Utrecht paijmans@doelenadvocatuur.nl Programma van vandaag ongevallen Aspecten van verzekering

Nadere informatie

de naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-278 d.d. 18 juli 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. M.M.C. Oyen, secretaris) Samenvatting Volgens de Commissie is het gedrag van

Nadere informatie

Gezaghebbende versus kind: wie dient de verantwoordelijkheid te dragen?

Gezaghebbende versus kind: wie dient de verantwoordelijkheid te dragen? Gezaghebbende versus kind: wie dient de verantwoordelijkheid te dragen? Een onderzoek naar de wijze(n) waarop het huidige civiele aansprakelijkheidsrecht bij de minderjarige als schadeveroorzaker verbeterd

Nadere informatie

Onrechtmatige daad: aansprakelijkheid voor personen

Onrechtmatige daad: aansprakelijkheid voor personen Monografieen Nieuw BW B46 Onrechtmatige daad: aansprakelijkheid voor personen Mr. F.T. Oldenhuis universitär hoofddocent vakgroep Privaatrecht en Notarieel Recht aan de Rijksuniversiteit te Groningen raadsheer-plaatsvervanger

Nadere informatie

Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche

Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche 9 mei 2006 Barneveld Lezing PTC mr. Annemieke van Dooren-Korenstra ABAB juristen s-hertogenbosch Programma Inleiding Beperken bedrijfsrisico s Aansprakelijkheid

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van ouders voor hun minderjarige kinderen, in het licht van art. 6:169 lid 2 BW

Aansprakelijkheid van ouders voor hun minderjarige kinderen, in het licht van art. 6:169 lid 2 BW MASTERSCRIPTIE RECHTSGELEERDHEID Aansprakelijkheid van ouders voor hun minderjarige kinderen, in het licht van art. 6:169 lid 2 BW Dient het huidige aansprakelijkheidsrecht m.b.t. minderjarige kinderen

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Prof. dr. M.L. Hendrikse Inleiding: de aard van de aansprakelijkheidsverzekering (1) Art. 7:952 BW (eigen

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462

ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462 ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462 Instantie Datum uitspraak 03-09-2009 Datum publicatie 11-09-2009 Zaaknummer 629990 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Civiel recht

Nadere informatie

(Kwalitatieve) aansprakelijkheid van ouders voor hun minderjarige kinderen. Is aanpassing van de wetgeving noodzakelijk?

(Kwalitatieve) aansprakelijkheid van ouders voor hun minderjarige kinderen. Is aanpassing van de wetgeving noodzakelijk? (Kwalitatieve) aansprakelijkheid van ouders voor hun minderjarige kinderen Is aanpassing van de wetgeving noodzakelijk? Martijn Tuin 838312196 10 augustus 2016 Masterscriptie Open Universiteit Heerlen

Nadere informatie

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer 14 februari 2011 A.M. Hol, Universiteit Utrecht 1 Vraagstelling: Heeft overschrijding

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) ACIS 3 november 2017 Normale voorzichtigheid- en opzetclausule Prof. mr. drs. M.L.

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) ACIS 3 november 2017 Normale voorzichtigheid- en opzetclausule Prof. mr. drs. M.L. Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) ACIS 3 november 2017 Normale voorzichtigheid- en opzetclausule Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Eigen Schuld (1) Art. 7:952 BW bepaalt voor de schadeverzekering

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij stages

Aansprakelijkheid bij stages Aansprakelijkheid bij stages Algemeen Artikel 6:170 BW bepaalt dat een werkgever aansprakelijk is voor een ondergeschikte. Door expliciet te spreken over een ondergeschikte heeft de wetgever beoogd dat

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen Inhoud I 1 2 Deel 1 II 3 4 5 6 7 8 9 10 III 11 12 13 14 15 Inleiding Aansprakelijkheidsrecht Het systeem Vestiging Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig handelen (art. 6:162 BW) Onrechtmatige daad

Nadere informatie

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft in een groot aantal uitspraken stelling genomen tegen de verwijzing van een schuldloze derde door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Aansprakelijkheid Scholen

Aansprakelijkheid Scholen Aansprakelijkheid Scholen Mr. B.M. (Brechtje) Paijmans KBS Advocaten / Universiteit Utrecht 12 januari 2011 1 www.kbsadvocaten.nl NRC Handelsblad 11 maart 2006 2 Schade op school: aansprakelijke partijen

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Rolnummer 2652. Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2652. Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2652 Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, 1, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Het effect van de Wnra op de schaderegeling 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Programma Schade van de ambtenaar Rechtspositionele voorschriften Werkgeversaansprakelijkheid Goed werkgeverschap

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren In de Nederlandse wet is een aantal risico-aansprakelijkheden opgenomen, waaronder voor dieren. De

Nadere informatie

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt

Nadere informatie

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-299 (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 februari 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-251 d.d. 20 augustus 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Aansprakelijkheidsverzekering,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 maart 2004 C.03.0037.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.03.0037.F.- BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen L. K., Mr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 30 519 Voorstel van wet van het lid Cq örüz tot wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verruiming van de aansprakelijkheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 30 519 Voorstel van wet van het lid Oskam tot wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de verruiming van de aansprakelijkheid

Nadere informatie

Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist

Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist in het geschil tussen: de heer M. van der Bijl wonende te Amstelveen verder te noemen: Van der Bijl tegen: mevrouw E.A. Rozendaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 30 519 Voorstel van wet van het lid Çörüz tot wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de verruiming van de aansprakelijkheid

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.0351 (005.03) ingediend door: hierna te noemen klaagster', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Eigen schuld en bereddingsplicht bij zorgverzekeringen Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Algemene opmerkingen (1) De zorgverzekeringsovereenkomst bestaat niet:

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-693 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Klacht ontvangen op : 29 mei 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De Brandverzekering en Risicoverzwaring: over primaire dekkingsbepalingen, risicoverzwaringsmededelingsclausules en preventieve garantieclausules Prof. mr.

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop

Samenvatting. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-321 d.d. 12 november 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR

DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR Aruba, 10 oktober 2018 1. TER INGELEIDE Op 11 september 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een interessant arrest gewezen waarbij de zorgplicht van de verzekeraar

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-346 d.d. 2 december 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JUNI 2008 C.06.0210.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0210.F AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, tegen ETABLISSEMENTS LELOUP, naamloze vennootschap, I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Bijzondere voorwaarden AVP 2015. Wat vindt u waar? Artikel 1. Begripsomschrijving. Artikel 2. Hoedanigheid

Bijzondere voorwaarden AVP 2015. Wat vindt u waar? Artikel 1. Begripsomschrijving. Artikel 2. Hoedanigheid Wat vindt u waar? Artikel 1. Begripsomschrijving Artikel 2. Hoedanigheid Artikel 3. Dekking 3.1. Aansprakelijkheid 3.2. Normbesef 3.3. Vrijwillige hulpverlening 3.4. Proceskosten en wettelijke rente Artikel

Nadere informatie

Prof. dr. M.L. Hendrikse

Prof. dr. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Geestelijke stoornis en het leerstuk eigen schuld in het verzekeringsrecht Prof. dr. M.L. Hendrikse Algemeen (1)! Art. 7:952 bepaalt voor de schadeverzekeringsovereenkomst

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3698-22 Betreft zaak: natuurlijke persoon Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN 1 RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 142.01 ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Verzekeringsfraude wordt in België geraamd op 5-10% van de uitgekeerde vergoedingen

Verzekeringsfraude wordt in België geraamd op 5-10% van de uitgekeerde vergoedingen 1 Overzicht 1. Inleiding 2. Definitie verzekeringsfraude 3. Sanctie verzekeringsfraude 4. Precontractuele verzekeringsfraude 5. Contractuele verzekeringsfraude 6. Besluit 2 1. Inleiding Verzekeringsfraude

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Schaderegeling schuldloze derde. Bedrijfsregeling no. 7

Schaderegeling schuldloze derde. Bedrijfsregeling no. 7 Schaderegeling schuldloze derde Bedrijfsregeling no. 7 Afdeling Motorrijtuigen van het Verbond van Verzekeraars Afdeling Transport van het Verbond van Verzekeraars Afdeling Algemene Aansprakelijkheid van

Nadere informatie

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4237 Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 34, 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-04-2010 Datum publicatie 18-02-2011 Zaaknummer 63270 / HA ZA 08-286 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5 Inhoud Voorwoord 11 I Inleiding 13 1 Wat is aansprakelijkheid? 13 1.1 Voorbeelden uit de media en de rechtspraak 13 1.2 Omschrijving begrip aansprakelijkheid 15 2 Aansprakelijkheid versus verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Schaderegeling schuldloze derde

Schaderegeling schuldloze derde Bedrijfsregeling Schaderegeling schuldloze derde Afdeling Motorrijtuigen van het Verbond van Verzekeraars Afdeling Transport van het Verbond van Verzekeraars Afdeling Algemene Aansprakelijkheid van het

Nadere informatie

ARREST In de zaak A 2011/3. Inzake: Mercator Verzekeringen N.V. e.a. tegen: Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds e.a. ARRET Dans l affaire A 2011/3

ARREST In de zaak A 2011/3. Inzake: Mercator Verzekeringen N.V. e.a. tegen: Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds e.a. ARRET Dans l affaire A 2011/3 1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2011/3/7 ARREST In de zaak A 2011/3 Inzake: Mercator Verzekeringen N.V. e.a. tegen: Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds e.a. Procestaal: Nederlands ARRET Dans

Nadere informatie

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Wie zijn wij? Melior Verzekeringen - Marc Mutsaars accountmanager - Cherrie Elfferich senior jurist overheidsaansprakelijkheid Wat gaan we vandaag doen? Ochtend:

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak

» Samenvatting. » Uitspraak JA 2007/129 Rechtbank 's-hertogenbosch 14 februari 2007, 42982/HA ZA 06-1098; LJN BA1541. ( Mr. Brouwer ) 1. [Eiser sub 1], 2. [eiser sub 2], gezamenlijk handelend als wettelijke vertegenwoordigers van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0200.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0200.F FORTIS INSURANCE BELGIUM, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. D. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3758-32 Betreft zaak: Tariefstructuur Arbodiensten Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkheidsverklaring

Nadere informatie

Aansprakelijkheid Verzekeringen

Aansprakelijkheid Verzekeringen Aansprakelijkheid Verzekeringen Vlaamse Stichting Verkeerskunde Verkeer op School 4 en 8 oktober 2012 Ethias Verzekering Geert Van Aken 1 Risico? Excursies met de fiets Fietsvaardigheidstraining Verkeersroute

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij verkeers- en mobiliteitseducatie

Aansprakelijkheid bij verkeers- en mobiliteitseducatie Aansprakelijkheid bij verkeers- en mobiliteitseducatie Vlaamse Stichting Verkeerskunde 28/05/2013 Ethias Verzekering Geert Van Aken 1 Risico? Excursies met de fiets Fietsvaardigheidstraining Verkeersroute

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Beleidsregel bestuurlijke boete Basisregistratie Personen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal,

Beleidsregel bestuurlijke boete Basisregistratie Personen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Roosendaal. Nr. 130649 23 september 2016 Beleidsregel bestuurlijke boete Basisregistratie Personen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen / geen verplichting tot persoonlijke

Nadere informatie

DEKKINGSOVERZICHT VRIJWILLIGERSPOLIS

DEKKINGSOVERZICHT VRIJWILLIGERSPOLIS DEKKINGSOVERZICHT VRIJWILLIGERSPOLIS Inhoudsopgave 1. Algemene uitgangspunten... 3 2. Ongevallen- en persoonlijke eigendommenverzekering voor Vrijwilligers... 4 3. Aansprakelijkheidsverzekering voor Vrijwilligers...

Nadere informatie

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 38 Wet van 23 januari 1997 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de herziening van de voorlopige maatregelen

Nadere informatie

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over het vervoer met spoorvoertuigen

Nadere informatie

Samenloop van verzekeringen

Samenloop van verzekeringen Samenloop van verzekeringen Jitteke Blussé van Oud-Alblas 10 november 2014 Te behandelen onderwerpen: Definitie en afbakening samenloop Schaderegelingen Verbond van Verzekeraars Onderling verhaal verzekeraars

Nadere informatie

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen (Landsverordening gezamenlijk

Nadere informatie

Terug naar de Collegebanken

Terug naar de Collegebanken Terug naar de Collegebanken Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Prof. mr. Roan Lamp 4 september 2014 1 Terug naar de Collegebanken - Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Inhoud Inleiding

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken

Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken Directie Toegang Rechtsbestel/5362391/05/DTR/12 juli 2005 5362391 Bijlage De Minister van Justitie, Gelet op artikel 4:23,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Partijen zullen hierna [BETROKKENE] en [VERZEKERAAR] genoemd worden.

Partijen zullen hierna [BETROKKENE] en [VERZEKERAAR] genoemd worden. beschikking RECHTBANK ROTTERDAM Team handel zaaknummer / rekestnummer: C/10/423356 / HA RK 13-304 Beschikking van in de zaak van [BETROKKENE], wonende te Rotterdam, verzoeker, advocaat mr. P. Meijer, tegen'

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14167 Wijziging in het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, strekkende tot invoering ten behoeve van minderjarige moeders

Nadere informatie

Aansprakelijkheid binnen de Brede School bij aanbod van activiteiten in het primair en voortgezet onderwijs

Aansprakelijkheid binnen de Brede School bij aanbod van activiteiten in het primair en voortgezet onderwijs Aansprakelijkheid binnen de Brede School bij aanbod van activiteiten in het primair en voortgezet onderwijs 1. Algemeen In dit verkennend onderzoek worden de aansprakelijkheden binnen de Brede School bij

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Aansprakelijkheid op het ijs

Aansprakelijkheid op het ijs Aansprakelijkheid op het ijs KNSB verenigingsdag voor bestuurders 3 november 2007 Bart Bendel Wouter Vermaas Inhoud workshop Aansprakelijkheid van: Schaatsers Verenigingen Trainers Aansprakelijkheid van

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen tussenkomst De Belastingdienst heeft, in samenwerking met

Nadere informatie

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/4/8 Inzake : Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/4 ------------------------- KANEN tegen GEMEENTE VELDHOVEN Procestaal : Nederlands En cause : Arrêt

Nadere informatie

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig

Nadere informatie

: Achmea Schadeverzekeringen N.V., handelend onder de naam InShared, gevestigd te Apeldoorn, verder te noemen Verzekeraar

: Achmea Schadeverzekeringen N.V., handelend onder de naam InShared, gevestigd te Apeldoorn, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-193 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en drs. J.W. Janse, leden en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie