Graag maken wij door middel van deze brief onze zienswijze op het Ontwerp-Tracébesluit A15/A12 kenbaar.

Transcriptie

1 Directie Participatie T.a.v. Ontwerp-Tracébesluit ViA15 Postbus GH Den Haag Uw brief: Ons kenmerk: Onderw erp: Zienswijze Ontwerp-Tracébesluit A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) Datum: 8 december 2015 Geachte heer, mevrouw, Graag maken wij door middel van deze brief onze zienswijze op het Ontwerp-Tracébesluit A15/A12 kenbaar. Stichting Wandelnet heeft als missie om wandelen in Nederland de plaats te geven die het verdient: een goede mogelijkheid om overal te voet op pad te gaan. Omdat wandelen leuk en gezond is, bijdraagt aan economische ontwikkeling en een duurzame samenleving. Wandelnet behartigt daarom de belangen van wandelaars en het wandelen in algemene zin. Uw voornemens met betrekking tot de A15 en de A12 betekenen een toevoeging van een belangrijke schakel in het nationale hoofdwegennet voor het autoverkeer. Een belangrijke verkeersader die tegelijkertijd voor verdere doorsnijding van het gebied zorgt (naast de doorsnijding van al aanwezige rivieren, spoorlijnen en overige autowegen). Terecht wordt aan een zorgvuldige inpassing van de A15/A12 bij de planvorming veel aandacht besteed. Namens Wandelnet vragen we uw expliciete aandacht voor de samenhang van deze infrastructuren voor het snelle verkeer en de infrastructuur voor het langzame verkeer (waaronder wandelen). In de Omgevingsvisie van de Provincie Gelderland wordt in dit verband gesproken over het concept van twee met elkaar samenhangende, complementaire infrastructurele netwerken. Onze zienswijze richt zicht op drie speerpunten: 1. samenhangend netwerk van wegen en paden voor langzaam verkeer 2. samenhang in de groene buitenruimten 3. bruikbaarheid van kunstwerken door voetgangers/wandelaars Ad.1. Samenhang netwerk van wegen en paden voor langzaam verkeer Het valt ons op dat de invulling van onderliggend wegennet in het Ontwerp-Tracébesluit, in de Regiovisie van gemeenten en provincie als ook in het gesloten bestuursconvenant voornamelijk die van snelfietsroutes betreft. Vanuit Wandelnet bepleiten we een verbreding van deze definitie tot een netwerk van wegen en paden voor het langzame verkeer in brede zin. Daarbij vragen we specifieke aandacht voor de verschillende gebruikersgroepen. 1

2 In de planvorming zal rekening moeten worden gehouden met het feit dat in de Nederlandse situatie ieder fietspad tevens wandelpad is zodra geen afzonderlijk wandelpad aanwezig is. Samenhang in het onderliggende netwerk van wegen en paden is ons inziens alleen te bereiken wanneer bij planning en detaillering wordt uitgegaan van een integraal netwerk ten behoeve van zowel fietsers als wandelaars in bovengenoemde brede zin. Het is een netwerk dat in haar totaliteit geschikt is voor zowel utilitair als recreatief gebruik. Afhankelijk van de ligging in het netwerk zullen delen meer of minder exclusief door specifieke gebruikers worden benut. Belangrijke verbindingen verdienen een ontwerp waarbij met de uiteenlopende gebruikersgroepen rekening wordt gehouden. Ad.2. Samenhang groene buitenruimten In het gebied resteert een aantal belangrijke niet-verstedelijkte groene ruimten die als uitloopgebied in het stedelijk weefsel fungeren voor de inwoners van het gebied. De belangrijkste daarvan zijn van west naar oost: 1. het agrarische gebied tussen Valburg en Elst ten noorden van de A15 en het gebied tussen A15 en Waal bij Loenen en Slijk-Ewijk; 2. het gebied van Park Lingezegen tussen A325 en N839; 3. de open kom ten oosten van de N839; 4. het gebied van de Gelderse Poort inclusief de uitloopgebieden van kernen als Groessen en Loo tussen Pannerdens Kanaal en de spoorlijn Arnhem-Emmerik; 5. de groene buffer tussen de woonkernen Duiven en Zevenaar; 6. het agrarische gebied noordelijk van de A12. In de plannen is aandacht voor het risico van verdere toename van de barrièrewerking en daarmee de verhokking van het gebied. Bijlage 1 geeft onze analyse van de maaswijdten van de kruisingen in het toekomstige traject van de A15/A12 vanaf knooppunt Valburg via knooppunt Oudbroeken tot knooppunt Ouddijk. Deze maaswijdten laten een belangrijke overschrijding zien van de door de CROW gehanteerde normen voor barrièrevorming 1 ) 2 ). We brengen de volgende mogelijkheden voor verbetering onder uw aandacht. 2a. Ontwerp en inrichting kunstwerken Het wandelaarvriendelijk ontwerpen en inrichten van kunstwerken in de wegen die de A15/A12 kruisen. Onder punt 3 van onze zienswijze komen we op dit punt terug ten aanzien van een drietal specifieke kruisingen. Ze zijn tevens een illustratie van dit algemene punt. 1 ) CROW is een onafhankelijk landelijk kennisplatform voor infrastructuur, ruimte, verkeer en vervoer 2 ) 2 CROW publicatie nr. 299 Max 500m binnen bebouwde kom Max 1000m in stad/dorpsrand Max 1500m buiten bebouwde kom

3 Wij dringen aan op een zodanig ontwerp en inrichting van kunstwerken dat wandelaars (en fietsers) op open afritten, op viaducten en in tunnels zichtbaar en veilig zijn en beschikken over uitwijkmogelijkheden. 2b. Aansluiting 39 Bemmel, kruising N839, A15 De kruising van N839 en A15, afslag nr 39 Bemmel, is een cruciale schakel tussen de verschillende onderdelen van Lingezegen. Hier komen de knooppunten van het hoofdwegennet (HWN) en die van het netwerk van wegen en paden van het onderliggende wegennet (OWN) ook voor wandelen en fietsen samen. Een goede oversteekbaarheid van de N839 en A15 is essentieel voor: a) de samenhang binnen park Lingenzegen b) de stad- land verbindingen tussen Bemmel en het oostelijk deel van Park Lingenzegen c) het open komgebied ten oosten van de N839 Dat vraagt om korte, directe verbindingen. We betreuren in dit verband het wegvallen van de directe langzaam-verkeersrelatie tussen de kom van Bemmel en het oostelijk deel van Park Lingezegen en het open komgebied. We verzoeken het kruispunt N839/A15 te heroverwegen en te toetsen aan de belangen van goede wandelverbindingen ter plaatse. 2c. Fiets-/wandelverbindingen over A12 tussen zuidelijke en noordelijke Liemers De analyse van de maaswijdte van de kruisingen maakt duidelijk dat de A12 een belangrijke barrière is in het recreatief-toeristische functioneren van de Liemers als geheel. De afstanden tussen de geschikte wegen en kruisingen in de A12 zijn met 3100m, 4100m en 4300m aanzienlijk en voldoen niet aan de CROW-normen voor barrièrevorming. Tussen de groene bufferzone, tevens uitloopgebied, tussen Duiven en Zevenaar en het open agrarische gebied ten noorden van de A12, is nu en in de toekomst volgens het Ontwerp-Tracébesluit geen enkele relatie. In het kader van het omleggen van waterlopen rondom het toekomstige knooppunt Oudbroeken is door aanleg van duikers met fiets/wandeltunnels een grote win-win situatie te bereiken. (In de regio Utrecht is onder het knooppunt Lunetten van A12 en A27 daarvan een goed voorbeeld te vinden.) Het is een voornemen dat wel in de regiovisie is opgenomen, maar niet terug komt in het bestuursconvenant. Gezien het belang ervan voor kwaliteit van het woon- leef- en vestigingsklimaat van het gebied verzoeken wij u het aanleggen van fietsen wandelverbindingen over de A12 tussen Duiven en Zevenaar te heroverwegen en deze relatie in het kader van de inpassingswerken van de A15/A12 te realiseren. Ad.3. Bruikbaarheid van kunstwerken door voetgangers/wandelaars. Bereikbaarheid van de groene ruimte vanuit woonkernen en samenhang tussen de groene ruimten zijn voor wandelaars en fietsers ook afhankelijk van ontwerp, inrichting en gebruik van de kunstwerken in de verbindingswegen en paden over het hoofdwegennet. In deze zienswijze vragen we voor twee kunstwerken expliciet uw aandacht.

4 3a. De Plak, Kw 19 bij Bemmel De Plak zorgt met het RijnWaalpad, het onderliggende wegennet bij aansluiting 39 en de kruising van het fietspad langs de Linge Kw24 met de A15 voor de samenhang in Park Lingezegen. Het zijn de toegangspoorten naar het park vanuit het gebied ten zuiden van de A15 en de woonkernen die daar zijn gelegen. In combinatie zijn de kunstwerken noodzakelijke voorwaarde voor het kunnen maken van ommetjes. De Plak zelf is een belangrijke hoofdontsluitingsweg, ook voor wandelaars. In het Ontwerp- Tracébesluit wordt gemeld dat het viaduct wordt voorzien van fietspad en dat de mogelijkheden voor een ruiterpad zullen worden verkend. In onze visie zal bij de inrichting ervan ook plaats moeten zijn voor een goede en veilige wandelverbinding. Hierbij is essentieel dat de wandelaar voldoende uitzicht heeft op eventuele medeweggebruikers en door hen ook wordt gezien. Met name op open afritten kunnen, in geval van gebruik van hoofdrijbanen met motorvoertuigen of van fietspaden met grote aantallen snelfietsers conflicten en gevaarlijke situaties ontstaan. In geval van dit viaduct De Plak Kw19 is een oplossing mogelijk door het gebruik van de open afritten door voetgangers/wandelaars te beperken tot het viaduct en hen via taludtrappen aan noorden zuidzijde van de passage van A15 en Betuwelijn af te leiden naar een tweetal ten oosten van de Plak aanwezige restanten van de oorspronkelijke weg. Deze oplossing is alleen te realiseren wanneer het fietspad uit het bestuursconvenant aan de oostzijde in plaats van aan de westzijde van de Plak wordt gesitueerd. Voor de aan- en afvoerwegen betekent een en ander dat in het wegprofiel ruimte voor wandelaars dient te zijn, inclusief benodigde oversteekmogelijkheden. De route speelt een rol als verbinding van Bemmel naar Park Lingezegen en is vermoedelijk in de toekomst een essentiële schakel in de wandelverbinding Arnhem-Nijmegen. Wij verzoeken u om een veilige wandelpassage over viaduct De Plak te realiseren zoals hiervoor geschetst. 3b. Schraleweidsestraat Kw33 De Schraleweidsestraat is een belangrijke kruising voor voetgangers/wandelaars in het tracé van de A15 tussen het Pannerdens Kanaal en de kruising met de spoorlijn Arnhem-Emmerich. De weg maakt niet alleen onderdeel uit van het fietsknooppuntennetwerk, maar is tevens onderdeel van het internationale netwerk van Lange-Afstandswandelpaden en van belang voor het maken van ommetjes en wandelverbinding naar en van de Gelderse Poort. Het huidige viaduct kent zowel in verticale als in horizontale richting een bocht, heeft als erfontsluitingsweg een betrekkelijk smalle rijstrook met in de bermen behalve laanbeplanting tevens vangrails. Een en ander maakt dat voetgangers/wandelaars op de open afritten en het viaduct geen overzicht hebben op mede verkeersdeelnemers en evenmin uitwijkmogelijkheden hebben. We vragen om een oplossing van de onveilige wandelsituatie op de Schraleweidsestraat via: verbreding van de weg en de weg voorzien van een wandelpad in de berm achter de vangrails of,

5 het aanbrengen van een taludtrap aan de zuidoostzijde van het viaduct op vergelijkbare wijze aan de aanwezige talud trap aan de noordoostzijde ervan tussen Schraleweidsestraat en Kerkpad. De tweede oplossing is mogelijk door de aanwezigheid van een stukje van de oorspronkelijke weg ten oosten van het zuidelijke talud. De onder 3a en 3b genoemde kunstwerken kunnen model staan voor andere in het Ontwerp- Tracébesluit A15/A12, de Regiovisie en het bestuursconvenant opgenomen wegen, paden en kunstwerken. We vragen dringend om toetsing van het onderliggende netwerk van wegen en paden (wandel-, fietsen snelfietspaden) op de eisen die vanuit voetgangers worden gesteld. Hierbij is te denken aan ruime toegankelijke bermen al dan niet met voetpad, aanbrengen van taludtrappen en het leggen van verbindingen met bijvoorbeeld onderhoudspaden langs waterlopen. Het kan in belangrijke mate bijdragen aan samenhang in het netwerk van wegen en paden voor het langzame verkeer (inclusief voetganger), veiligheid (uitwijkmogelijkheden en oversteekbaarheid) en het voorkomen van nodeloze omwegen. Wandelnet is, voor zover haar capaciteit dit toelaat, graag bereid tot nadere toelichting. We stellen het bijzonder op prijs om vroeg in het planproces betrokken te zijn. Hiervoor kunt u contact opnemen met onze belangenbehartiger voor Gelderland dhr. C. Zwaan ( , zwaanmessie@gmail.com) Met vriendelijke groeten, Wandelnet A.G.M. van Dijk coördinator belangenbehartiging Bijlage: analyse maaswijdte kruisingen