Leidraad heffing Gemeente Waalwijk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leidraad heffing Gemeente Waalwijk"

Transcriptie

1 Toelichting Leidraad heffing Gemeente Waalwijk De heffingsambtenaar van de Gemeente Waalwijk, Overwegende dat: het wenselijk is om voor de uitvoering van de waardebepaling in het kader van de Wet waardering onroerende zaken alsmede voor de uitvoering van de heffing van gemeentelijke belastingen beleidsregels vast stellen. Gelet op de volgende wetgeving behorende bij: Artikel 1 van deze leidraad op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, op de artikelen 231 en 237 van de Gemeentewet, op het artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, Artikel 2 van deze leidraad op het artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, op de artikelen 231, 242 en 244 van de Gemeentewet, op het artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, Artikel 3 van deze leidraad op het artikel 226, derde lid van de Gemeentewet, op het artikel van de Wet milieubeheer, op het artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, Artikel 4 van deze leidraad op het hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, op het artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, Artikel 5 van deze leidraad op hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, op artikel 231 van de Gemeentewet, op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, Artikel 6 van deze leidraad op de artikelen 7:15, lid 2 en 7:28, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht, op artikel 2, lid 1, aanhef en onderdeel a van het Besluit proceskosten bestuursrecht juncto onderdeel C.1. van de bij dat besluit behorende bijlage, Artikel 7 van deze leidraad op de artikelen 7:15, lid 2 en 7:28, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht, op artikel 2, lid 1, aanhef en onderdeel a van het Besluit proceskosten bestuursrecht juncto Besluit vast te stellen de Leidraad heffing Gemeente Waalwijk, ARTIKEL 1. UITVOERINGSASPECTEN 1.1. Algemene bepalingen Voor de toepassing van deze regeling worden rechten aangemerkt als gemeentelijke belastingen De op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag: het gevorderde bedrag. Artikel 2 blijft bij de op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen buiten toepassing.

2 1.2. Aangifte De belastingplichtige voor: a. de hondenbelasting b. de toeristenbelasting; aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet dan wel digitaal aangifte te doen Indien de belastingplicht voor de hondenbelasting in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen twee weken na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet Als formulier van het aangiftebiljet hondenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage 1 opgenomen model Als formulier van het aangiftebiljet rioolheffing wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage 2 opgenomen model Als formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage 3 opgenomen model Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dienen de in het aangiftebiljet gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden ingevuld. Het aangiftebiljet wordt ondertekend en met de daarbij gevraagde bescheiden ingeleverd of toegezonden Gebruik nachtverblijfregister ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting Bij de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting kan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar het door belastingplichtige bijgehouden nachtverblijfregister raadplegen. ARTIKEL 2. AMBTSHALVE VERMINDERING 2.1. Reikwijdte en definities Deze beleidsregels gelden bij de heffing van gemeentelijke belastingen in de zin van artikel 219 van de Gemeentewet, met dien verstande dat onder gemeentelijke belastingen mede worden begrepen rechten die door de gemeente kunnen worden geheven Van deze beleidsregels zijn uitgezonderd belastingaanslagen, waaraan ingevolge een wettelijk voorschrift een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, eerste lid, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van (overeenkomstige) toepassing is Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. de ambtshalve vermindering: de vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belastingen bedoeld in artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 244 van de Gemeentewet; b. de belanghebbende: de belastingplichtige of degene die de belasting als hoofdelijk medeaansprakelijke heeft betaald; c. de driejaarstermijn: de termijn door welks verloop na het tijdstip van het ontstaan van de belastingschuld of het verlenen van een teruggaaf de bevoegdheid tot het vaststellen van een navorderingsaanslag of een naheffingsaanslag vervalt.

3 d. het bedrag van de vermindering: de vermindering van het belastingbedrag vermeerderd met (het daaraan toe te rekenen gedeelte van) de bestuurlijke boete of de kostenopslag, indien een bestuurlijke boete of een kostenopslag is toegepast. Het bedrag van de vermindering wordt berekend per belastingaanslag. e. de belastingaanslag: de aanslag bedoeld in artikel 2, derde lid, onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, met dien verstande dat voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder: 1. de aanslag, de navorderingsaanslag: het gevorderde bedrag, het nagevorderde bedrag; 2. het aanslagbiljet: de kennisgeving van het in onderdeel 1. hiervoor bedoelde bedrag. f. de belastingwet: algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels op het gebied van gemeentelijke belastingen Gevallen waarin ambtshalve vermindering wordt verleend Ingeval het bedrag van de belasting had behoren te zijn vastgesteld op een bedrag dat tenminste 5,00 per aanslag lager is dan het te hoog vastgestelde bedrag van die belasting, verleent de heffingsambtenaar ambtshalve de vermindering waarvoor de belanghebbende redelijkerwijs in aanmerking komt, indien: a. een bezwaarschrift of een verzoekschrift niet ontvankelijk wordt verklaard wegens het te laat indienen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift dan wel om andere redenen van formele aard, of b. uit enig feit blijkt dat een belastingaanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld en deze aanslag bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid niet gehandhaafd kan worden Uitzonderingen Het bepaalde in artikel 2.2. vindt geen toepassing indien: a. ten tijde van het ontvangen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift, dan wel op het tijdstip waarop het in artikel onder b, bedoelde feit ter kennis van de heffingsambtenaar komt, de driejaarstermijn is verstreken; b. aannemelijk is dat de belanghebbende door opzet of grove schuld de wettelijke termijn voor het indienen van een bezwaarschrift of een verzoekschrift ongebruikt heeft laten verstrijken Jurisprudentie Een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, waarin een toepassing van de belastingwet besloten ligt die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van belasting indien de belastingaanslag of de voldoening op aangifte onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarop de uitspraak door de Hoge Raad, het hof of de rechtbank is gewezen, tenzij het college van burgemeester en wethouders op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen Hetgeen in het eerste lid is bepaald met betrekking tot een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges Mededeling van afwijzing Indien geen termen aanwezig zijn om ambtshalve een vermindering te verlenen, wordt daarvan gemotiveerd mededeling gedaan in de uitspraak waarin de niet-

4 ontvankelijkheid wordt uitgesproken van een bezwaarschrift of een verzoekschrift, bedoeld in artikel onder a. ARTIKEL 3. AANWIJZEN VAN EEN BELASTINGPLICHTIGE IN EEN KEUZESITUATIE 3.1 Algemeen In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, roerende woon- of bedrijfsruimte, perceel, hond). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Waalwijk een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen Voorkeursvolgorde eigenaarsheffingen Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van: de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt: de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning; de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft; de erfpachter; de eigenaar of de appartementsgerechtigde; degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van: indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn: degene die in de kadastrale registratie is vermeld; degene die in de gemeente woont of is gevestigd; degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft; een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon; bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd; de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

5 3.3. Voorkeursvolgorde gebruikersheffingen Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen die worden geheven van gebruikers van niet-woningen, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van: degene die als eigenaar wordt aangemerkt; degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft; degene die bij de cluster belastingen reeds als belastingplichtige in de administratie voorkomt; degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt Met betrekking tot de rioolheffing van gebruikers, de afvalstoffenheffing en de forensenbelasting wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van: degene die als eigenaar wordt aangemerkt; degene die is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens: degene die het langst is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens; de oudste, in het geval van gelijktijdige inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens; degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft; degene die bij de cluster belastingen reeds als belastingplichtige in de administratie voorkomt; degene die de huur van het object betaalt aan een elders wonende verhuurder; degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt Met betrekking tot de hondenbelasting wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van: degene die als eigenaar wordt aangemerkt van het object waar de hond wordt gehouden; degene die is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens: degene die het langst is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens in het object waar de hond wordt gehouden; de oudste, in het geval van gelijktijdige inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens in het object waar de hond wordt gehouden; degene die een nutsvoorziening van het belastingobject waar de hond wordt gehouden, op naam heeft; degene die bij de cluster belastingen reeds als belastingplichtige in de administratie voorkomt; degene die de huur van het object betaalt waar de hond wordt gehouden, aan een elders wonende verhuurder; degene die op andere wijze als houder van de hond naar voren komt Geen toepassing De onderdelen 3.2. tot en met 3.3. vinden geen toepassing indien: de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is; bij de cluster belastingen bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet

6 leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd Afsluitende bepalingen Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 3.2. tot en met van overeenkomstige toepassing. ARTIKEL 4. AANWIJZEN VAN EEN WOZ-BELANGHEBBENDE IN EEN KEUZESITUATIE 4.1. Algemeen In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat voor één eigendom meer personen als belanghebbende kunnen worden aangemerkt. In deze gevallen mag de gemeente op grond van artikel 24 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de bekendmaking van de WOZ-beschikking aan een van de belanghebbenden verzenden. De gemeente Waalwijk hanteert een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belanghebbende die de WOZ-beschikking op zijn of haar naam krijgt. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij beoogd is de ontvanger van de WOZ beschikking gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige voor de onroerende zaakbelastingen die de aanslag op zijn of haar naam krijgt Voorkeursvolgorde In de gevallen dat er een keuzesituatie bestaat met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, zijn de beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, voor zover zij betrekking hebben op de onroerende-zaakbelastingen van overeenkomstige toepassing.

7 ARTIKEL 5. BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 5.1. Algemene bepalingen Reikwijdte In deze regeling is het beleid neergelegd voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij de heffing van gemeentelijke belastingen, heffingen en rechten waarop Hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR ) van toepassing is Op beboetbare feiten die zijn begaan ná de inwerkingtredingsdatum van deze regeling zijn de beleidsregels van deze regeling van toepassing Op beboetbare feiten die zijn begaan vóór de inwerkingtredingsdatum van deze regeling blijven de (oude) beleidsregels van toepassing, zoals deze luidden ten tijde van het begaan het beboetbare feit. Indien terzake van deze feiten op het moment van inwerkingtreding van deze regeling nog geen boete is opgelegd of de boetebeschikking nog niet onherroepelijk vaststaat, dan zijn de beleidsregels van deze (nieuwe) regeling van toepassing voor zover deze gunstiger zijn voor belanghebbende Deze regeling sluit zoveel mogelijk aan bij het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst. Omdat in het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst daarnaast onderdelen staan die niet relevant zijn voor de heffing van gemeentelijke belastingen, is ervoor gekozen die betreffende onderdelen niet in deze regeling op te nemen Begrip belanghebbende Onder belanghebbende wordt voor de toepassing van deze regeling verstaan degene aan wie een boete is of kan worden opgelegd Bestuurlijke boeten worden aan de medepleger, feitelijk leidinggever of opdrachtgever opgelegd, met voorafgaande toestemming van de heffingsambtenaar Ambtshalve vermindering Onjuist gebleken boetebeschikkingen kunnen op grond van artikel 65 van de AWR in aanmerking komen voor ambtshalve vermindering. De regels inzake ambtshalve vermindering zijn van overeenkomstige toepassing op boetebeschikkingen Pleitbaar standpunt of afwezigheid van alle schuld In geval van een pleitbaar standpunt of bij afwezigheid van alle schuld (hierna te noemen: avas) legt de heffingsambtenaar geen boete op. Indien bij bezwaar blijkt dat sprake is van een pleitbaar standpunt of avas, vernietigt de heffingsambtenaar de boete. Bij avas wordt de belanghebbende geacht niet in verzuim te zijn geweest Van een pleitbaar standpunt is sprake als een door belanghebbende ingenomen standpunt, gelet op de stand van de jurisprudentie en de heersende leer, in die mate juridisch pleitbaar of verdedigbaar is dat belanghebbende redelijkerwijs kan menen juist te handelen. Is er sprake van een pleitbaar standpunt, dan kan de belanghebbende er geen verwijt van worden gemaakt dat er aanvankelijk geen of te weinig belasting is geheven. Een pleitbaar standpunt sluit het opleggen van zowel een verzuimboete als een vergrijpboete uit.

8 Vrijwillige verbetering Van een vrijwillige verbetering is sprake als belanghebbende vóórdat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de heffingsambtenaar bekend is of zal worden met dat feit, uitdrukkelijk kenbaar maakt aan de heffingsambtenaar dat en tot welk bedrag niet of gedeeltelijk niet is betaald Van uitdrukkelijk kenbaar maken is sprake indien belanghebbende een afzonderlijke schriftelijke opgave verstrekt die de heffingsambtenaar in staat stelt om zonder nader onderzoek een juiste belastingaanslag op te leggen NVT Het bewijs dat er geen sprake is van een vrijwillige verbetering dient te worden geleverd door de heffingsambtenaar aan de hand van de concrete feiten en omstandigheden Belanghebbende kan bijvoorbeeld niet meer vrijwillig verbeteren nadat hem is medegedeeld dat een boekenonderzoek zal worden ingesteld Voor de verzuimboete en vrijwillige verbetering zie artikel Uitsluitend de vrijwillige verbetering voor vergrijpboeten bij aanslagbelastingen heeft een wettelijke basis (artikel 67n AWR: de inkeerregeling). De vrijwillige verbetering voor vergrijpboeten bij zowel de aanslagbelastingen als ook de aangiftebelastingen is beleidsmatig in artikel geregeld Straftoemeting Bij het opleggen van een boete gaat de heffingsambtenaar uit van de percentages of bedragen vermeld in deze regeling. Het opleggen van een boete is een vorm van straftoemeting. Daarom houdt de heffingsambtenaar rekening met omstandigheden die aanleiding geven tot een hogere of een lagere boete dan op grond van de percentages of bedragen van deze regeling kan worden opgelegd. Deze omstandigheden (zie artikel en 5.1.8) vormen het sluitstuk van de behoorlijke straftoemeting bij bestuurlijke boeten. Gelet hierop is de heffingsambtenaar bij de uiteindelijke vaststelling van de hoogte van de boete dus niet gebonden aan vaste bedragen of percentages. De op grond van artikel tot en met bepaalde hoogte van de boete kan zowel met een bepaald bedrag als met een bepaald percentage verlaagd of verhoogd worden. De boete kan echter nooit meer bedragen dan het wettelijk maximum Bij het in aanmerking nemen van individuele omstandigheden vindt een afweging plaats tussen zowel strafverminderende feiten en omstandigheden als strafverzwarende feiten en omstandigheden. Het resultaat van de afweging zal moeten leiden tot een boete die passend is te achten bij de geconstateerde beboetbare gedraging Bij de meeste verzuimboeten zal, vanwege de wijze van oplegging, individueel getinte straftoemeting eerst in bezwaar aan de orde kunnen komen Voor de mogelijke verminderingen van de boete als gevolg van overschrijding van de redelijke termijn verwijzen wij naar de nadere regels die de Hoge Raad heeft gegeven in zijn arrest van 19 december 2008, nr , LJN: BD De stelplicht en bewijslast van strafverzwarende factoren rust op de heffingsambtenaar; de stelplicht en bewijslast van strafverminderende factoren op belanghebbende. Indien de heffingsambtenaar op de hoogte is van bijzondere omstandigheden, zal hij bij het opleggen van de boete daarmee rekening houden. De heffingsambtenaar hoeft niet ambtshalve te onderzoeken of van strafverminderende factoren sprake is Gedragingen van belanghebbende na het begaan van het beboetbare feit, kunnen ook bij de straftoemeting worden betrokken.

9 Strafverminderende omstandigheden Tot de omstandigheden welke aanleiding kunnen geven de op te leggen of opgelegde boete te matigen behoren: a. een wanverhouding tussen de ernst van het feit en de op grond van deze regeling op te leggen of opgelegde boete; b. verzachtende omstandigheden die hebben geleid tot het beboetbare feit Er is sprake van een strafverminderende omstandigheid wanneer een belastingplichtige tot inkeer komt en er twee jaren of meer zijn verstreken na het beboetbare feit (artikel 67n, tweede lid, van de AWR ). De vergrijpboete kan worden gematigd tot 30 procent van het wettelijk maximum. Dit lid heeft alleen betrekking op aanslagbelastingen Bij wanverhouding gaat het om het antwoord op de vraag hoe ernstig de normschending in het concrete geval moet worden opgevat. De afweging moet leiden tot een sanctie die proportioneel is, dat wil zeggen in evenredigheid staat tot de ernst van het feit. Indien de heffingsambtenaar zelf tot de gevolgtrekking komt dat van een wanverhouding sprake is, vermindert hij de boete op eigen initiatief Bij verzachtende omstandigheden ligt de nadruk op buiten de (directe) invloedssfeer van belanghebbende liggende gebeurtenissen. Voor de beoordeling of die omstandigheden tot matiging van de boete aanleiding kunnen geven, kan het van belang zijn of, dan wel in hoeverre, belanghebbende maatregelen heeft getroffen of had kunnen treffen om het verzuim of vergrijp te voorkomen Tot de omstandigheden die aanleiding kunnen geven de op te leggen of opgelegde boete te matigen behoren ook de financiële omstandigheden van de belanghebbende Een beroep op financiële omstandigheden kan slechts in bijzondere gevallen tot matiging dan wel vermindering van de boete leiden. De heffingsambtenaar dient dus bij het hanteren van deze matigingsgrond kritisch te zijn Slechte financiële omstandigheden ten tijde van het opleggen van de boete kunnen ertoe leiden dat de boete belanghebbende onevenredig treft Slechte financiële omstandigheden ten tijde van de verweten gedraging kunnen de verwijtbaarheid daarvan verminderen Geen vermindering wegens financiële omstandigheden zal worden verleend, indien belanghebbende deze aan zichzelf te wijten heeft Bij vermindering wegens financiële omstandigheden kan het (zakelijke) karakter van de belasting een rol spelen Strafverzwarende omstandigheden In bijzondere gevallen kan de op grond van artikel tot en met bepaalde vergrijpboete worden verhoogd. Het verhogen van een verzuimboete op grond van deze paragraaf is niet toegestaan In daarvoor in aanmerking komende gevallen moet rekening worden gehouden met recidive. Van recidive is sprake indien aan belanghebbende voor hetzelfde belastingmiddel reeds eerder een vergrijpboete of een straf is opgelegd Bij recidive kan de vergrijpboete bij grove schuld maximaal worden verdubbeld tot 50 procent Bij recidive kan de vergrijpboete bij opzet maximaal worden verdubbeld tot 100 procent Met een straf wordt gelijkgesteld het vervallen van het recht tot strafvordering, op grond van artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: WvSr ) of op grond van artikel 37 van de Wet op de economische delicten (hierna: WED ).

10 Verhoging van de boete wegens recidive vindt uitsluitend plaats indien in de periode van vijf jaren voorafgaand aan de door de heffingsambtenaar op te leggen vergrijpboete reeds eerder een vergrijpboete is opgelegd, een transactie is voldaan, dan wel strafoplegging heeft plaatsgevonden Vervalt de eerdere vergrijpboete naderhand wegens het ontbreken van opzet dan wel grove schuld, dan wordt de toegepaste verhoging van de vergrijpboete op de voet van het eerste lid ambtshalve gecorrigeerd De ernst van de te beboeten gedraging kan aanleiding geven de op de voet van deze regeling, op te leggen vergrijpboete te verhogen tot het wettelijk maximum. Hiertoe is in elk geval aanleiding indien sprake is van listigheid, valsheid of samenspanning. Indien het gevolg van het te beboeten gedrag is dat de belasting die te weinig is of zou zijn geheven dan wel betaald verhoudingsgewijs omvangrijk is, kan de heffingsambtenaar de vergrijpboete eveneens tot het wettelijk maximum verhogen Buiten de voorgaande leden kan er aanleiding zijn een vergrijpboete te verhogen, dan wel een vermindering van een vergrijpboete te beperken of na te laten op grond van de persoonlijke omstandigheden van belanghebbende of de wijze waarop, dan wel de omstandigheden waaronder, het feit heeft plaatsgevonden Dag van betaling Voor de betalingen wordt aangesloten bij het civielrechtelijke uitgangspunt dat een betaling geacht wordt te hebben plaatsgevonden op het tijdstip waarop het verschuldigde bedrag op de rekening van de crediteur is bijgeschreven Voor de toepassing van deze regeling geldt als dag van betaling: bij betalingen per bank de datum van bijschrijving op de rekening van de gemeente; bij betaling op het postkantoor, hetzij door middel van storting van contant geld hetzij met een pinpas, de eerste werkdag volgend op de dag van de storting of pintransactie; bij contante betaling (waaronder begrepen pintransacties) aan het loket van de gemeente de dag waarop het bedrag aan het loket van de gemeente is betaald NVT NVT Eenvoudige en uitvoerige procedure In afdeling van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb ) zijn twee procedures neergelegd: de lichte procedure; de zware procedure Bij het opleggen van een verzuimboete kan worden volstaan met het volgen van de lichte procedure, hetgeen een relatief eenvoudige procedure is voor lichte boeten De zware procedure moet worden gevolgd wanneer het opleggen van een vergrijpboete wordt overwogen. Zie artikel , eerste lid Mededelingsplicht Bij het opleggen van een boete vermeldt de mededeling de feiten die aanleiding hebben gegeven tot het opleggen van de boete, alsmede, indien sprake is van een vergrijpboete, de feiten en omstandigheden op grond waarvan kan worden aangenomen dat sprake is van opzet of grove schuld. In voorkomende gevallen dient de mededeling tevens te vermelden de

11 bijzondere omstandigheden die tot een matiging dan wel verhoging van de boete hebben geleid Indien een kennisgeving in de zin van artikel is verzonden waarin de gronden van het voornemen een vergrijpboete op te leggen zijn opgenomen, waarop geen reactie van belanghebbende is ontvangen, kan de heffingsambtenaar in de mededeling volstaan met een verwijzing naar de kennisgeving Kennisgeving en hoorplicht bij vergrijpboete Bij het opleggen van een verzuimboete gelden dezelfde waarborgen als bij het opleggen van een vergrijpboete, met uitzondering van de kennisgeving en hoorplicht vooraf (zie artikel 67pa, eerste lid, van de AWR). Deze paragraaf is dus een extra waarborg bij vergrijpboeten Een kennisgeving is een rapport in de zin van artikel 5:48 van de Awb De kennisgeving van het voornemen een vergrijpboete op te leggen en van de gronden waarop dat voornemen berust, geschiedt schriftelijk. Het voorschrift om de kennisgeving schriftelijk te doen, is opgenomen om iedere twijfel over de nakoming van deze verplichting uit te sluiten De heffingsambtenaar geeft belanghebbende een redelijke termijn waarbinnen hij de aangevoerde gronden kan betwisten. De duur van de termijn voor het betwisten van de inhoud van de kennisgeving is niet voor alle gevallen vooraf vast te stellen. De bedoeling van de verplichte kennisgeving is belanghebbende in staat te stellen gemotiveerde verweren tegen de voorgenomen vergrijpboete aan te voeren. Bij het bepalen van de termijn houdt de heffingsambtenaar hiermee rekening. De heffingsambtenaar stelt een redelijke termijn voor het betwisten van de gronden in de kennisgeving, rekening houdend met de termijn genoemd in artikel 5:51, eerste lid, van de Awb. In de gevallen waarin dadelijk en ineens invorderbare belastingaanslagen worden opgelegd, kan de termijn, afhankelijk van de feiten en omstandigheden, zeer kort zijn Indien belanghebbende de in de kennisgeving aangevoerde gronden mondeling wenst te betwisten, wordt hij door de heffingsambtenaar gehoord Het opleggen van de vergrijpboete moet achterwege blijven indien het verweer van belanghebbende tot de gevolgtrekking leidt dat de in de kennisgeving genoemde gronden onvoldoende aanknopingspunten voor het vaststellen van opzet of grove schuld opleveren. In een dergelijke situatie kan de heffingsambtenaar nog wel overgaan tot het opleggen van een verzuimboete. Het una-viabeginsel staat daaraan niet in de weg. De betwisting van de kennisgeving kan tot een lagere boete leiden indien de opzet of grove schuld wel bewijsbaar is, maar de betwisting aanleiding geeft de boete op een lager bedrag vast te stellen Recht op inzage Op grond van artikel 5:49 van de Awb stelt de heffingsambtenaar belanghebbende desgevraagd in de gelegenheid de gegevens waarop het opleggen van de bestuurlijke boete, dan wel het voornemen daartoe, berust, in te zien en daarvan afschriften te vervaardigen Indien belanghebbende inzage verzoekt in andere dan de hiervoor bedoelde gegevens, verleent de heffingsambtenaar inzage en staat toe dat afschriften worden vervaardigd, indien belanghebbende aannemelijk maakt dat de gevraagde gegevens van belang kunnen zijn voor de verdediging. Gegevens over derden worden zoveel mogelijk op zodanige wijze verstrekt dat zij niet tot die derden zijn te herleiden.

12 Verhoor Belanghebbende is tijdens het verhoor niet tot antwoorden verplicht (artikel 5:10a van de Awb). Hij dient voor de aanvang van het verhoor hierop te worden gewezen (cautie) De heffingsambtenaar maakt na afloop van het verhoor een verslag Het verslag van het verhoor bevat de volgende gegevens: datum, tijdstip en plaats van verhoor; naam van de verhoorde; naam of namen van degene(n) die verhoort/verhoren; indien bijstand aanwezig is, de namen en hoedanigheden van degenen die bijstand verlenen; indien een tolk aanwezig is, de naam van de tolk en de gebruikte taal; de melding van het geven van de cautie; doel van het verhoor; verklaring(en) van de verhoorde afgelegd tijdens het verhoor; handtekening van degene(n) die verhoort/verhoren Belanghebbende krijgt een afschrift van het verslag Keuze tussen verzuimboete, vergrijpboete of strafvervolging Onder hetzelfde feit wordt verstaan dezelfde gedraging in materiële zin a. In een aantal gevallen kan op een beboetbaar gestelde gedraging (hetzelfde feit) ofwel een verzuimboete ofwel een vergrijpboete opgelegd worden. Dit wordt samenloop genoemd; bijvoorbeeld bij aanslagbelastingen indien geen aangifte is gedaan (keuze tussen de artikelen 67a en 67d van de AWR ) b. Indien het opleggen van een vergrijpboete tot een lager boetebedrag voor hetzelfde feit zou leiden dan het opleggen van een verzuimboete dan kiest de heffingsambtenaar voor het opleggen van de hogere verzuimboete Een eenmaal opgelegde verzuimboete sluit het opleggen van een vergrijpboete voor hetzelfde feit uit (artikel 5:43 van de Awb ). Indien na het opleggen van een verzuimboete wordt geconstateerd dat sprake is van opzet of grove schuld, kan geen vergrijpboete ter zake van dezelfde gedraging worden opgelegd Het opleggen van een vergrijpboete sluit het nadien opleggen van een verzuimboete voor hetzelfde feit uit (artikel 5:43 van de Awb ). Een opgelegde vergrijpboete kan niet worden omgezet in een verzuimboete. De heffingsambtenaar dient de mogelijkheid van deze uitkomst mee te wegen bij zijn keuze tussen een verzuim- of vergrijpboete De mogelijkheid blijft bestaan dat gelijktijdig met de belastingaanslag zowel een verzuim- als een vergrijpboete wordt opgelegd. Deze mogelijkheid doet zich voor indien twee afzonderlijk omschreven beboetbaar gestelde gedragingen zijn geconstateerd. In de aanslagbelastingen kan bijvoorbeeld bij het opleggen van de aanslag een verzuimboete worden opgelegd wegens het niet binnen de termijn doen van aangifte (artikel 67a van de AWR ) en een vergrijpboete wegens de opzettelijke onjuistheid van diezelfde aangifte (artikel 67d van de AWR ) Samenloop kan zich ook tussen bestuursrechtelijke en strafrechtelijke sancties voordoen. Artikel 5:44, eerste lid, van de Awb sluit het opleggen van een bestuurlijke boete uit in gevallen waarin ter zake van hetzelfde feit tegen belanghebbende een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen, dan wel het recht tot strafvordering is vervallen ingevolge artikel 74 van het WvSr, ingevolge artikel 37 van de WED Het opleggen van een bestuurlijke boete aan belanghebbende sluit in beginsel strafvervolging tegen hem ter zake van hetzelfde feit uit. Op grond van artikel

13 243, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: WvSv ) blijft het echter mogelijk een zaak te heropenen, indien bij nader inzien blijkt dat zij te ernstig is om bestuurlijk te worden afgedaan. Er moet dan sprake zijn van nieuwe bezwaren in de zin van artikel 255 van het WvSv Het voorgaande lid houdt in dat de heffingsambtenaar het opleggen van de vergrijpboete aanhoudt zodra hij weet dat een gedraging onderwerp is of kan zijn van een opsporingsonderzoek dan wel van een strafrechtelijke vervolging. Indien de termijn dreigt te verstrijken waarbinnen de belastingaanslag en de boetebeschikking moeten zijn opgelegd, bepaalt de heffingsambtenaar zo spoedig mogelijk of er definitief voor strafrechtelijke afdoening wordt gekozen dan wel of er alsnog een vergrijpboete wordt opgelegd Verzuimboete Aangifteverzuimboete aanslagbelasting artikel 67a van de AWR Het niet of niet binnen de termijn doen van aangifte voor de aanslagbelastingen wordt aangemerkt als een verzuim Ter zake van een aangifteverzuim legt de heffingsambtenaar een verzuimboete op van NVT Bij het niet of niet binnen de termijn doen van aangifte voor de aanslagbelastingen is alleen sprake van een verzuim, indien belanghebbende de aangifte niet binnen een door de heffingsambtenaar gestelde termijn heeft gedaan en hij geen gevolg heeft gegeven aan een aanmaning van de heffingsambtenaar Een aangifte die wordt ingediend nadat de aanslag (ambtshalve) is opgelegd, geldt niet alsnog als een (niet binnen de termijn) gedane aangifte a b. NVT In afwijking van het tweede lid kan in uitzonderlijke gevallen een verzuimboete tot het wettelijk maximum worden opgelegd. Van een uitzonderlijk geval kan bijvoorbeeld sprake zijn indien belanghebbende stelselmatig in verzuim is Wegens het niet binnen de termijn doen van aangifte kan op grond van de wet uitsluitend een verzuimboete worden opgelegd Als het aan opzet van belanghebbende te wijten is dat de aangifte niet is gedaan, vormt dit een vergrijp in de zin van artikel 67d van de AWR (zie artikel 5.3.2). De heffingsambtenaar moet vooraf een keuze maken tussen het opleggen van een verzuimboete of een vergrijpboete (zie artikel ) Aangifteverzuim aanslagbelasting artikel 67a AWR Het niet of niet binnen de termijn doen van aangifte voor de aanslagbelastingen wordt aangemerkt als een verzuim, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen een eerste -, tweede - en derde/volgend verzuim Van een tweede -, respectievelijk derde/volgend verzuim is sprake indien belanghebbende over de vijf voorgaande belastingjaren eenmaal, respectievelijk tweemaal of meer in verzuim is geweest De door de heffingsambtenaar op te leggen boete bedraagt: a. bij een eerste verzuim 5% van het bedrag van de aanslag, met een minimumbedrag van 50; b. bij een tweede verzuim 10% van het bedrag van de aanslag, met een minimumbedrag van 100; c. bij een derde/volgend verzuim 15% van het bedrag van de aanslag, met een minimumbedrag van 200. De verzuimboete is niet hoger dan

14 Bij het niet of niet binnen de termijn doen van aangifte voor de aanslagbelastingen is alleen sprake van een verzuim, indien belanghebbende de aangifte niet binnen een door de heffingsambtenaar gestelde termijn heeft gedaan en hij geen gevolg heeft gegeven aan een aanmaning van de heffingsambtenaar Een aangifte die wordt ingediend nadat de aanslag (ambtshalve) is opgelegd, geldt niet alsnog als een (niet binnen de termijn) gedane aangifte a b. NVT In afwijking van het derde lid kan in uitzonderlijke gevallen een verzuimboete tot het wettelijk maximum worden opgelegd. Van een uitzonderlijk geval kan bijvoorbeeld sprake zijn indien belanghebbende stelselmatig in verzuim is Wegens het niet binnen de termijn doen van aangifte kan op grond van de wet uitsluitend een verzuimboete worden opgelegd Als het aan opzet van belanghebbende te wijten is dat de aangifte niet is gedaan, vormt dit een vergrijp in de zin van artikel 67d Awr (zie artikel ). De heffingsambtenaar moet vooraf een keuze maken tussen het opleggen van een verzuimboete of een vergrijpboete (zie artikel ) NVT NVT NVT NVT NVT Verzuimboete artikel 67ca van de AWR Het niet voldoen aan de verplichting, welke wordt opgelegd bij of krachtens de in artikel 67ca, eerste lid, van de AWR vermelde artikelen, wordt aangemerkt als een verzuim Ter zake van het verzuim kan de heffingsambtenaar een verzuimboete opleggen van 50 procent van het wettelijk maximum van artikel 67ca, eerste lid, van de AWR In afwijking van het tweede lid kan in uitzonderlijke gevallen een verzuimboete tot het wettelijk maximum worden opgelegd De boete wordt opgelegd aan degene die niet aan zijn verplichting voldoet. Dit kan een ander zijn dan de belastingplichtige De beschikking waarbij de verzuimboete wordt opgelegd kan, maar behoeft niet gelijktijdig met een eventuele (ambtshalve) belastingaanslag te worden genomen Vergrijpboete Vergrijpboete algemeen Vergrijpboeten kunnen alleen worden opgelegd indien sprake is van grove schuld of opzet Grove schuld is een in laakbaarheid aan opzet grenzende mate van verwijtbaarheid en omvat mede grove onachtzaamheid. Daarbij kan gedacht worden aan laakbare slordigheid of ernstige nalatigheid. Bij grove schuld had belanghebbende redelijkerwijs moeten of kunnen begrijpen dat zijn gedrag tot gevolg kon hebben dat te weinig belasting zou worden geheven of betaald. In geval van grove schuld legt de heffingsambtenaar een vergrijpboete op van 25 procent.

15 Opzet is het willens en wetens handelen of nalaten, leidend tot het niet of niet binnen de daarvoor gestelde termijn heffen of betalen van belasting. Onder opzet wordt mede verstaan voorwaardelijk opzet. Onder voorwaardelijk opzet wordt verstaan het willens en wetens aanvaarden van de aanmerkelijke kans dat een handelen of nalaten tot gevolg heeft dat te weinig belasting geheven is of kan worden dan wel niet of niet binnen de termijn betaald is. In geval van opzet legt de heffingsambtenaar een vergrijpboete op van 50 procent De heffingsambtenaar dient de aanwezigheid van opzet of grove schuld te stellen en te bewijzen. De heffingsambtenaar kan zich voor het bewijs van opzet of grove schuld baseren op door hem gestelde, en door belanghebbende niet of niet voldoende ontzenuwde vermoedens die gebaseerd zijn op feiten De bij de heffing bestaande mogelijkheid om de belastingaanslag onder bepaalde voorwaarden vast te stellen met omkering van de bewijslast geldt niet voor het vaststellen van opzet of grove schuld NVT Bij minder dan grove schuld wordt geen vergrijpboete opgelegd Voor het bepalen van de grondslag van de vergrijpboete wordt, voor zover sprake is van opzet of grove schuld, aangesloten bij de feitelijk geheven belasting. Dit geldt ook indien de omvang van de feitelijk geheven belasting is vastgesteld met toepassing van de omkering van de bewijslast Indien bij het opleggen van een vergrijpboete slechts een gedeelte van de verschuldigde belasting door opzet of grove schuld van belanghebbende te weinig is of zou zijn geheven dan wel betaald, berekent de heffingsambtenaar de boete over dat naar evenredigheid bepaalde gedeelte Het negende lid vindt overeenkomstige toepassing indien meer dan één boetepercentage moet worden toegepast Bij het opleggen van de vergrijpboete houdt de heffingsambtenaar rekening met eventuele bijzondere omstandigheden (zie artikel tot en met artikel ) Indien sprake is van vrijwillige verbetering (zie artikel ) met betrekking tot een aangiftebelasting legt de heffingsambtenaar geen vergrijpboete op Indien sprake is van inkeer (zie 5) na twee jaar met betrekking tot een aanslagbelasting kan de heffingsambtenaar een vergrijpboete opleggen. Inkeer is een strafverminderende omstandigheid (zie artikel 67n van de AWR en artikel ) Vergrijpboete aanslag artikel 67d van de AWR Indien een aangifte voor een aanslagbelasting, met opzet niet, dan wel onjuist of onvolledig is gedaan, legt de heffingsambtenaar gelijktijdig met de aanslag een vergrijpboete op Het opleggen van een vergrijpboete wegens het met opzet niet binnen de termijn doen van aangifte voor de aanslagbelastingen is niet mogelijk De vergrijpboete wordt berekend over het bedrag van de aanslag Indien een onjuiste of onvolledige aangifte is gedaan, wordt de vergrijpboete gebaseerd op het belastingbedrag dat is toe te rekenen aan de correcties ter zake van een of meer tekortkomingen in de aangifte waaraan de kwalificatie opzet kan worden verbonden Als sprake is van het niet doen van aangifte wordt de vergrijpboete berekend over de belasting van de gehele (geschatte) aanslag Onder het bedrag van de aanslag wordt voor de toepassing van deze paragraaf verstaan het bedrag van de aanslag na verrekening van voorheffingen en opgelegde voorlopige aanslagen NVT NVT NVT

16 NVT Bij het opleggen van de vergrijpboete houdt de heffingsambtenaar rekening met de voorschriften over de straftoemeting. Zie artikel tot en met Vergrijpboete navordering artikel 67e van de AWR Indien het aan opzet of grove schuld van belanghebbende is te wijten dat de aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld of anderszins te weinig belasting is geheven, legt de heffingsambtenaar gelijktijdig met de navorderingsaanslag, een vergrijpboete op Worden de feiten en omstandigheden op grond waarvan wordt nagevorderd eerst bekend op of na het tijdstip dat is gelegen zes maanden voor het verstrijken van de navorderingstermijn, dan kan de heffingsambtenaar binnen zes maanden na de vaststelling van de navorderingsaanslag nog een vergrijpboete opleggen. In dat geval deelt de heffingsambtenaar de belanghebbende gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag mee dat nog onderzoek plaatsvindt of het opleggen van een vergrijpboete gerechtvaardigd is NVT NVT NVT NVT Bij het opleggen van de vergrijpboete houdt de heffingsambtenaar rekening met de voorschriften inzake de straftoemeting. Zie artikel tot en met NVT 5.4. Bijzondere verzuimboete NVT ARTIKEL 6. KOSTENVERGOEDING WET WOZ 6.1. Reikwijdte Deze beleidsregels zijn van toepassing bij het vergoeden van kosten die een belanghebbende in verband met de behandeling van zijn bezwaar- of administratief beroepschrift tegen een WOZ-beschikking redelijkerwijs heeft moeten maken. De beleidsregels zien op bezwaarprocedures in het kader van de Wet WOZ Begripsbepalingen In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. BPB: Besluit proceskosten bestuursrecht; b. Awb: Algemene wet bestuursrecht; c. Wet WOZ: Wet Waardering Onroerende Zaken; d. Belastingbedrag: het bedrag van een belastingaanslag; e. de beroepsmatige derde : de derde die beroepsmatig rechtsbijstand heeft verleend als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, Bpb en hiervoor de kosten bij de belanghebbende in rekening heeft gebracht Vijf categorieën Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen de volgende vijf categorieën: a. tenaamstelling; b. objectafbakening woningen; c. objectafbakening niet-woningen op kadastraal niveau; d. objectafbakening niet-woningen op gebruikersniveau; e. waardebepaling.

17 6.4. Tenaamstelling De wegingsfactor is 0, Objectafbakening woningen De wegingsfactor is Objectafbakening niet-woningen op kadastraal niveau De wegingsfactor is Objectafbakening niet-woningen op gebruikersniveau De wegingsfactor is Waardebepaling De wegingsfactor is 1 indien er in hoofdzaak naar een bijgevoegd taxatierapport of ander niet door de beroepsmatige derde opgesteld document wordt verwezen De wegingsfactor is 1indien er geen sprake is van een verwijzing naar een bijgevoegd taxatierapport of ander niet door de beroepsmatige derde opgesteld document Samenhangende zaken, waarbij sprake is van nagenoeg gelijktijdige indiening, nagenoeg identieke besluiten, nagenoeg vergelijkbare gronden, door dezelfde persoon of beroepsmatige derde ingediend, worden voor de bepaling van de vergoeding als één zaak aangemerkt Voor het toekennen van een uurvergoeding voor het uitvoeren van taxatiewerkzaamheden overeenkomstig artikel 1, letter b van het BPB van geldt: - voor woningtaxaties een uurvergoeding van 50,00; - voor taxaties van courante niet-woningen een uurvergoeding van 65,00; - als aantal uren voor niet-inpandige woningtaxaties: 2 uur; - als aantal uren voor inpandige woningtaxaties en opname: 4 uur; - dat het in voorkomende gevallen het uurtarief verhoogd wordt met de verschuldigde omzetbelasting Bijzondere omstandigheden Van de berekening van de kostenvergoeding zoals in de artikelen 6.2 tot en met 6.8 is vastgelegd, kan in bijzondere omstandigheden worden afgeweken. Dit kan slechts in overleg met en na toestemming van de heffingsambtenaar en/of plaatsvervangend heffingsambtenaar. ARTIKEL 7. KOSTENVERGOEDING FISCALE PROCEDURES 7.1. Reikwijdte Reikwijdte beleidsregels Deze beleidsregels zijn van toepassing bij het vergoeden van kosten die een belanghebbende in verband met de behandeling van zijn bezwaar- of administratief beroepschrift tegen een fiscale beschikking redelijkerwijs heeft moeten maken. De beleidsregels zien op bezwaarprocedures in het kader van alle gemeentelijke heffingen en retributies welke zijn gebaseerd op de door de gemeenteraad vastgestelde verordeningen, en ook op procedures die zien op de invordering en/of kwijtschelding van de verschuldigde aanslagen Begripsbepalingen In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. BPB: Besluit proceskosten bestuursrecht; b. Awb: Algemene wet bestuursrecht; c. Wet WOZ: Wet Waardering Onroerende Zaken; d. Belastingbedrag: het bedrag van een belastingaanslag;

gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 6 oktober 2014;

gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 6 oktober 2014; No. 2014/ Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 6 oktober 2014; dat het gewenst is om beleidsregels

Nadere informatie

DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT

DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT Besluit fiscale bestuurlijke boeten Amstel, Gooi en Vecht 2011 (AH 10/02) DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT Overwegende dat het gewenst is beleidsregels

Nadere informatie

Beleidsregels bestuurlijke boeten haven- en kadegelden

Beleidsregels bestuurlijke boeten haven- en kadegelden CVDR Officiële uitgave van Goeree-Overflakkee. Nr. CVDR458538_1 3 juli 2018 Beleidsregels bestuurlijke boeten haven- en kadegelden De heffingsambtenaar van de gemeente Goeree-Overflakkee heeft het volgende

Nadere informatie

Besluit: De Beleidsregels bestuurlijke boeten Noordelijk Belastingkantoor vast te stellen.

Besluit: De Beleidsregels bestuurlijke boeten Noordelijk Belastingkantoor vast te stellen. Beleidsregels bestuurlijke boeten Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op artikel 4:81 en hoofdstuk 5, titel 5.4, van de Algemene wet bestuursrecht en hoofdstuk VIIIA van de Algemene

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Op 21 januari heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude de navolgende beleidsregels met betrekking tot de heffing en invordering van de gemeentelijke

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn; artikel 1 en 9 van de verordening onroerende-zaakbelastingen;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn; artikel 1 en 9 van de verordening onroerende-zaakbelastingen; Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn; Gelet op het bepaalde in: artikel 1 en 9 van de verordening onroerende-zaakbelastingen; artikel 2 en 11 van de Verordening

Nadere informatie

Beleidsregels VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014

Beleidsregels VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014 Beleidsregels VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014 Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen

Nadere informatie

BELEIDSREGELS AMBTSHALVE VERMINDERING GEMEENTE VELSEN

BELEIDSREGELS AMBTSHALVE VERMINDERING GEMEENTE VELSEN CVDR Officiële uitgave van Velsen. Nr. CVDR349774_1 15 mei 2018 Beleidsregels belastingen 2015 BELEIDSREGELS AMBTSHALVE VERMINDERING GEMEENTE VELSEN 2015 De heffingsambtenaar van de gemeente Velsen gelet

Nadere informatie

REGELING BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGDIENST DEN HAAG 2010

REGELING BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGDIENST DEN HAAG 2010 Gemeente Den Haag Ons kenmerk GBD/BGB/2009.3 RIS 168872 REGELING BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGDIENST DEN HAAG 2010 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gelet op het bepaalde in: -

Nadere informatie

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Op 21 januari heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude de navolgende beleidsregels met betrekking tot de heffing en invordering van de gemeentelijke

Nadere informatie

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie Oosterhout 2008

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie Oosterhout 2008 Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie Oosterhout 2008 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Type overheidsorganisatie Naam

Nadere informatie

De gemeente De Fryske Marren. Beleidsregels gemeentelijke belastingen Diverse regelingen

De gemeente De Fryske Marren. Beleidsregels gemeentelijke belastingen Diverse regelingen De gemeente De Fryske Marren Beleidsregels gemeentelijke belastingen 2016 Diverse regelingen 22-09-2015 Inhoud Begripsbepalingen 2 Vaststelling 3 Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam;

Het college van burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam; gemeente Hardinxveld-Giessendam h REGELING BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN Het college van burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam; gelet op het bepaalde in hoofdstuk VIIIA

Nadere informatie

Beleidsregels voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij gemeentelijke belastingen 2017 gemeente Weert

Beleidsregels voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij gemeentelijke belastingen 2017 gemeente Weert GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Weert. Nr. 174121 21 december 2016 Beleidsregels voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij gemeentelijke belastingen 2017 gemeente Weert COLLEGEBESLUIT Het

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente Nr. 1422 21 december 2018 DIR2018008 Beleidsregels aanwijzen belastingplichtige

Nadere informatie

VI. Beleidsregels voor het opleggen van een aanslag afvalstoffen- en rioolheffing bij objecten die feitelijk

VI. Beleidsregels voor het opleggen van een aanslag afvalstoffen- en rioolheffing bij objecten die feitelijk GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente De Fryske Marren. Nr. 162316 30 december 2016 Beleidsregels gemeentelijke belastingen 2017 Inhoudsopgave Begripsbepalingen Beleidsregels voor het aanwijzen van

Nadere informatie

Beleidsregels bestuurlijke boeten gemeentelijke belastingen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Beleidsregels bestuurlijke boeten gemeentelijke belastingen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, Beleidsregels bestuurlijke boeten gemeentelijke belastingen 2010 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van de directeur van Gemeentebelastingen Rotterdam

Nadere informatie

Beleidsregels gemeentelijke belastingen Hellendoorn 2017

Beleidsregels gemeentelijke belastingen Hellendoorn 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Hellendoorn Nr. 60704 13 april 2017 Beleidsregels gemeentelijke belastingen Hellendoorn 2017 Nijverdal, 14 maart 2017 Nr. 17INT00760 De gemeenteambtenaar,

Nadere informatie

Beleidsregels voor bestuurlijke boeten bij de heffing van gemeentelijke belastingen

Beleidsregels voor bestuurlijke boeten bij de heffing van gemeentelijke belastingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Capelle aan den IJssel. Nr. 2462 5 januari 2017 Beleidsregels voor bestuurlijke boeten bij de heffing van gemeentelijke belastingen Het college van burgemeester

Nadere informatie

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGZAKEN DEN HAAG 2011

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGZAKEN DEN HAAG 2011 Gemeente Den Haag Ons kenmerk PBS/2011.19 RIS 179916 BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGZAKEN DEN HAAG 2011 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, overwegende dat de komende

Nadere informatie

Modelbeleidsregels bestuurlijke boeten waterschapsbelastingen

Modelbeleidsregels bestuurlijke boeten waterschapsbelastingen Modelbeleidsregels bestuurlijke boeten waterschapsbelastingen 2012 Het dagelijks bestuur van ; gelet op het bepaalde in: hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen; artikel

Nadere informatie

Beleidsregel bestuurlijke boeten Hefpunt 2015

Beleidsregel bestuurlijke boeten Hefpunt 2015 Beleidsregel bestuurlijke boeten Hefpunt 2015 Het dagelijks bestuur van Hefpunt; gelet op het bepaalde in: hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen; artikel 123, tweede lid en derde

Nadere informatie

Uitvoeringsregels bestuurlijke boeten Regionale Belasting Groep 2014

Uitvoeringsregels bestuurlijke boeten Regionale Belasting Groep 2014 CVDR Officiële uitgave van Regionale Belasting Groep. Nr. CVDR418066_1 12 december 2017 Uitvoeringsregels bestuurlijke boeten Regionale Belasting Groep 2014 Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND GEMEENTEBLAD VAN HELMOND Jaar : 2006 Nummer: 37 Besluit : B & W 7 maart 2006 BELEIDSREGELS FISCALE HEFFINGEN/WOZ 2006 HOOFDSTUK 1. HET AANWIJZEN VAN EEN BELASTINGPLICHTIGE IN EEN KEUZESITUATIE Voorkeursvolgorde

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband vastgoedinformatie, heffing en waardebepaling. Nr. 225 29 april 2016 Beleidsregels ambtshalve vermindering

Nadere informatie

In verband hiermee worden het voorgaande besluit en enkele overige regelingen ingetrokken in dit besluit (zie paragraaf 39 en 40).

In verband hiermee worden het voorgaande besluit en enkele overige regelingen ingetrokken in dit besluit (zie paragraaf 39 en 40). Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 19 juni 2015, nr. BLKB2015/571M, De Staatssecretaris van Financiën

Nadere informatie

Beleids- en nadere regels gemeentelijke belastingen Nijkerk 2007

Beleids- en nadere regels gemeentelijke belastingen Nijkerk 2007 CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2622_2 22 mei 2018 Beleids- en nadere regels gemeentelijke belastingen Nijkerk 2007 Het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk; Gelet op het bepaalde

Nadere informatie

BELEIDSREGELS INZAKE HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN

BELEIDSREGELS INZAKE HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN BELEIDSREGELS INZAKE HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN Het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (hierna de BSR); Gelet op het bepaalde in artikel

Nadere informatie

NADERE REGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2007

NADERE REGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2007 Jaar: 2007 Nummer: 3 Besluit: B&W 9 januari 2007 Gemeenteblad NADERE REGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2007 Het college van burgemeester en wethouders van Helmond;

Nadere informatie

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Regelingen en voorzieningen CODE 3.1.9.21 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst tekst bronnen Besluit van de staatssecretaris van Financiën d.d. 20.12.2011, Nr. DGB2011/2248M, zoals gepubliceerd

Nadere informatie

Het Dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (hierna de BSR);

Het Dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (hierna de BSR); Beleidsregels fiscale bestuurlijke BOETEN Het Dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (hierna de BSR); gelet op hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake

Nadere informatie

NADERE REGELS EN BELEIDSREGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2014

NADERE REGELS EN BELEIDSREGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Helmond. Nr. 13481 12 maart 2014 NADERE REGELS EN BELEIDSREGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2014 HOOFDSTUK 1 HET AANWIJZEN

Nadere informatie

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 6 december 2010, nr. DGB2010/6677M, Staatscourant

Nadere informatie

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2009, 20226 De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. Dit

Nadere informatie

Artikel 3 Toerekening Een handelen of nalaten van een derde, die voor of namens belanghebbende optreedt, wordt aan de belanghebbende toegerekend.

Artikel 3 Toerekening Een handelen of nalaten van een derde, die voor of namens belanghebbende optreedt, wordt aan de belanghebbende toegerekend. CVDR Officiële uitgave van Waterschap Rivierenland. Nr. CVDR271444_1 9 februari 2016 Beleidsregels fiscale bestuurlijke boeten Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Reikwijdte beleidsregels Deze beleidsregels

Nadere informatie

Beleidsregels gemeentelijke belastingen Almelo

Beleidsregels gemeentelijke belastingen Almelo CVDR Officiële uitgave van Almelo. Nr. CVDR35971_1 3 juni 2016 Beleidsregels gemeentelijke belastingen Almelo Gemeenteblad van Almelo Geldende tekst regelingnummer: 2295 Nr. 31 B&Wbesluit van 20 december

Nadere informatie

Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen. Noordelijk Belastingkantoor per 1 januari 2018

Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen. Noordelijk Belastingkantoor per 1 januari 2018 Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen Noordelijk Belastingkantoor per 1 januari 2018 Vastgesteld door het Voorlopig Bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor op 1 mei 2017. Datum inwerkingtreding: 1

Nadere informatie

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, AKC, team Formeel Recht Besluit van 25 juni 2009, nr. CPP2009/1062M,

Nadere informatie

Bijlage bij DGB2013/6109. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen/Brieven en beleidsbesluiten

Bijlage bij DGB2013/6109. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen/Brieven en beleidsbesluiten CONCEPT Bijlage bij DGB2013/6109 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen/Brieven en beleidsbesluiten Besluit van..-..-2013,

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005;

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1, tweede lid, en 29a, tweede lid, van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46501 28 december 2015 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 23 december 2015

Nadere informatie

vtleert GEMEENTE gemeentelijke belastingen 2015 Beleidsregels voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij

vtleert GEMEENTE gemeentelijke belastingen 2015 Beleidsregels voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij GEMEENTE vtleert COLLEGEBESLUIT Het college van burgemeester en wethouders van Weert; gelet op het bepaalde in: - hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen; - artikel 231, eerste lid

Nadere informatie

Besluit Beleidsregels bestuurlijke boeten gemeentelijke belastingen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk;

Besluit Beleidsregels bestuurlijke boeten gemeentelijke belastingen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk; GEMEENTEBLAD Nr. 50554 12 september Officiële uitgave van gemeente Winterswijk. 2014 Besluit Beleidsregels bestuurlijke boeten gemeentelijke belastingen 2014-45927 Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

NADERE REGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2010

NADERE REGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2010 Jaar: 2009 Nummer: 123 Besluit: B&W 22 december 2009 Gemeenteblad NADERE REGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2010 Het college van burgemeester en wethouders van Helmond;

Nadere informatie

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Belastingdienst/Centrum voor proces-

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2193 247 19 19december 2008 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 9 december

Nadere informatie

Beleidsregel ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen (met uitzondering van de onroerende zaakbelastingen)

Beleidsregel ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen (met uitzondering van de onroerende zaakbelastingen) CVDR Officiële uitgave van Berkelland. Nr. CVDR249013_1 29 mei 2018 Beleidsregel ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen (met uitzondering van de onroerende zaakbelastingen) Beleidsregel ambtshalve

Nadere informatie

NADERE REGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2011

NADERE REGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2011 Jaar: 2011 Nummer: 22 Besluit: B&W 22 maart 2011 Gemeenteblad NADERE REGELS HEFFING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ HELMOND 2011 Het college van burgemeester en wethouders van Helmond;

Nadere informatie

Beleidsregel ambtshalve vermindering van belastingen 2015 Hefpunt

Beleidsregel ambtshalve vermindering van belastingen 2015 Hefpunt Beleidsregel ambtshalve vermindering van belastingen 2015 Hefpunt Het dagelijks bestuur van Hefpunt; Gelet op artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr), de artikelen 123, 124 en 134

Nadere informatie

Leidraad heffing gemeentelijke belastingen Mill en Sint Hubert Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mill en Sint Hubert,

Leidraad heffing gemeentelijke belastingen Mill en Sint Hubert Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mill en Sint Hubert, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Mill en Sint Hubert Nr. 132547 31 juli 2017 Leidraad heffing gemeentelijke belastingen Mill en Sint Hubert 2017 Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden.

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden. CVDR Officiële uitgave van Coevorden. Nr. CVDR614338_1 20 november 2018 Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden No. 2018/ Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden;

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Bronckhorst Het college van burgemeester wethouders van de gemeente Bronckhorst;

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Bronckhorst Het college van burgemeester wethouders van de gemeente Bronckhorst; CVDR Officiële uitgave van Bronckhorst. Nr. CVDR431699_1 12 maart 2019 Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Bronckhorst 2017 Het college van burgemeester wethouders van de gemeente Bronckhorst;

Nadere informatie

I. Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

I. Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie I. Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie Algemeen In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich mee dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR100910_1

CVDR. Nr. CVDR100910_1 CVDR Officiële uitgave van Heemstede. Nr. CVDR100910_1 6 juni 2017 BELEIDSREGELS HEFFING EN INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN UITVOERING WET WOZ VAN DE GEMEENTE BLOEMENDAAL/HEEMSTEDE/ HAARLEMMERLIEDE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 738 Wet van 18 december 1997 tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de herziening

Nadere informatie

De Directeur der Belastingen heeft, na de Minister van Financiën hiervan in kennis te hebben gesteld, het volgende besloten.

De Directeur der Belastingen heeft, na de Minister van Financiën hiervan in kennis te hebben gesteld, het volgende besloten. Boetebeleid Belastingdienst Aruba De Directeur der Belastingen heeft, na de Minister van Financiën hiervan in kennis te hebben gesteld, het volgende besloten. Dit besluit betreft een wijziging van het

Nadere informatie

Onder belanghebbende wordt voor de toepassing van dit boetebeleid verstaan degene aan wie een boete is of kan worden opgelegd.

Onder belanghebbende wordt voor de toepassing van dit boetebeleid verstaan degene aan wie een boete is of kan worden opgelegd. Boetebeleid Belastingdienst Aruba 2004 De directeur der belastingen heeft, na de Minister van Financiën hiervan in kennis te hebben gesteld, op 1 april 2004, het navolgende, door de inspecteur te hanteren

Nadere informatie

Algemene wet inzake rijksbelastingen

Algemene wet inzake rijksbelastingen 2 hoofdstuk Algemene wet inzake rijksbelastingen Oefenopgaven Opgave 2.1 a. De feitelijke omstandigheden zijn van belang (art. 4 AWR). Het belangrijkste criterium is waar het gezin verblijft en waar het

Nadere informatie

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige of belanghebbende in een keuzesituatie

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige of belanghebbende in een keuzesituatie GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Buren. Nr. 75279 17 augustus 2015 Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige of belanghebbende in een keuzesituatie Het college van burgemeester

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 Instantie Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 05-09-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant AWB-12_5516 Belastingrecht

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeenten Borne, Enschede, Hengelo en Losser 2012

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeenten Borne, Enschede, Hengelo en Losser 2012 CVDR Officiële uitgave van Borne. Nr. CVDR130696_1 19 juni 2018 Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeenten Borne, Enschede, Hengelo en Losser 2012 Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke

Nadere informatie

Beleidsregels inzake de afdoening van verzoeken om. om kostenvergoedingen in de bezwaarfase

Beleidsregels inzake de afdoening van verzoeken om. om kostenvergoedingen in de bezwaarfase Beleidsregels inzake de afdoening van verzoeken om kostenvergoedingen in de bezwaarfase Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten

Nadere informatie

Hoofdstuk II NADERE REGELS MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN INVORDERING

Hoofdstuk II NADERE REGELS MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN INVORDERING CVDR Officiële uitgave van Westerveld. Nr. CVDR147661_2 15 mei 2018 Beleidsregels gemeentelijke belastingen 2012 Hoofdstuk I ALGEMEEN Artikel 1 Reikwijdte van de regeling De in deze regeling opgenomen

Nadere informatie

uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen in de gemeente Almelo 2009

uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen in de gemeente Almelo 2009 CVDR Officiële uitgave van Almelo. Nr. CVDR35977_1 3 juni 2016 uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen in de gemeente Almelo 2009 Gemeenteblad

Nadere informatie

BELEIDSREGELS 2009 VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. Artikel 1. Reikwijdte en definities.

BELEIDSREGELS 2009 VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. Artikel 1. Reikwijdte en definities. BELEIDSREGELS 2009 VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. Artikel 1. Reikwijdte en definities. 1. Deze beleidsregels gelden bij de heffing van gemeentelijke belastingen

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr

GEMEENTEBLAD. Nr GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Deventer Nr. 140342 14 augustus 2017 Beleidsregels van de gemeenteambtenaar van de gemeente Deventer houdende regels omtrent gemeentelijke belastingen Beleidsregels

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 13. Lijst van gebruikte afkortingen / 17. Inleiding / 21. Algemene bepalingen / 23

Inhoudsopgave. Voorwoord / 13. Lijst van gebruikte afkortingen / 17. Inleiding / 21. Algemene bepalingen / 23 Voorwoord / 13 Lijst van gebruikte afkortingen / 17 1 Inleiding / 21 2 Algemene bepalingen / 23 2.1 De reikwijdte van de AWR / 23 2.2 De begripsbepalingen van de AWR / 25 2.2.1 Inleiding / 25 2.2.2 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen gemeentelijke belastingen gemeente Waddinxveen

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen gemeentelijke belastingen gemeente Waddinxveen Beleidsregels ambtshalve vermindering Waddinxveen gemeentelijke belastingen gemeente Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen, gelet op artikel 65 van de Algemene wet inzake

Nadere informatie

vast te stellen de Beleidsregels voor de bepaling van de hoogte van de proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures.

vast te stellen de Beleidsregels voor de bepaling van de hoogte van de proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures. Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2012 Nummer: 15 Uitgifte: 10 maart 2012 Bekendmaking van het besluit van 28 februari 2012 van de heffingsambtenaar tot vaststelling

Nadere informatie

2. De door de gemeente Dongeradeel vanaf 2001 opgelegde aanslagen gemeentelijke belastingen heeft mevrouw W. steeds betaald.

2. De door de gemeente Dongeradeel vanaf 2001 opgelegde aanslagen gemeentelijke belastingen heeft mevrouw W. steeds betaald. Rapport 2 h2>klacht Mevrouw W. klaagt erover dat de gemeente Dongeradeel haar geen ambtshalve vermindering heeft toegekend met betrekking tot de aanslagen gebruikersbelastingen (afvalstoffenheffing, rioolrechten

Nadere informatie

Bijlage: wijziging Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen 1 e halfjaar Artikel I

Bijlage: wijziging Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen 1 e halfjaar Artikel I Bijlage: wijziging Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen 1 e halfjaar 2011 Artikel I A In artikel 1.1.5 vervalt in de zevende volzin het vierde gedachtestreepje bezwaarschriften tegen voor bezwaar

Nadere informatie

Rapport. Oordeel: Gegrond. Datum: 27 september 2016 Rapportnummer:2016/087

Rapport. Oordeel: Gegrond. Datum: 27 september 2016 Rapportnummer:2016/087 Rapport Rapport over een klacht over de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Schiedam om geen gevolg te geven aan het verzoek tot vermindering van de aanslagen WOZ voor de jaren 2008 en

Nadere informatie

Leidraad heffing gemeentelijke belastingen Cuijk Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cuijk,

Leidraad heffing gemeentelijke belastingen Cuijk Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cuijk, CVDR Officiële uitgave van Cuijk. Nr. CVDR482580_1 22 mei 2018 Leidraad heffing gemeentelijke belastingen Cuijk 2017 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cuijk, Overwegende dat het

Nadere informatie

Beleidsregels ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen

Beleidsregels ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Buren. Nr. 75280 17 augustus 2015 Beleidsregels ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Beleidsregels bestuurlijke boete Wet Basisregistratie Personen

Beleidsregels bestuurlijke boete Wet Basisregistratie Personen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zaanstad. Nr. 78815 27 augustus 2015 Beleidsregels bestuurlijke boete Wet Basisregistratie Personen Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Zaanstad,

Nadere informatie

(Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden)

(Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Coevorden. Nr. 184154 23 december 2016 Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Coevorden No. 2016/ Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

Provinciewet. Provinciewet

Provinciewet. Provinciewet Wet van 10 september 1992, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot provincies, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2009, 609 1 Algemene bepalingen Titel IV De financiën van de provincie HOOFDSTUK XV DE

Nadere informatie

Rapport. Rapport over de weigering van een heffingsambtenaar om een belastingaanslag te verminderen. Datum: 9 mei 2016 Rapportnummer: 2016/044

Rapport. Rapport over de weigering van een heffingsambtenaar om een belastingaanslag te verminderen. Datum: 9 mei 2016 Rapportnummer: 2016/044 Rapport Rapport over de weigering van een heffingsambtenaar om een belastingaanslag te verminderen. Datum: 9 mei 2016 Rapportnummer: 2016/044 2 KLACHT Verzoeker klaagt erover, dat de heffingsambtenaar

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Op 21 januari heeft door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude de navolgende beleidsregels voor het verlenen van een ambtshalve vermindering van gemeentelijke

Nadere informatie

Beleidsregels KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN GEMEENTE SCHER- PENZEEL. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014

Beleidsregels KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN GEMEENTE SCHER- PENZEEL. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014 Beleidsregels KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN GEMEENTE SCHER- PENZEEL vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014 Beleidsregels kwijtschelding gemeentelijke heffingen gemeente Scherpenzeel/ versie:22

Nadere informatie

2. Indienen van een aanvraag Een aanvraag om kwijtschelding moet worden ingediend middels een daartoe vastgesteld aanvraagformulier.

2. Indienen van een aanvraag Een aanvraag om kwijtschelding moet worden ingediend middels een daartoe vastgesteld aanvraagformulier. Jaar: 2010 Nummer: 9 Besluit: B&W 9 februari 2010 Gemeenteblad BELEIDSREGEL KWIJTSCHELDING HELMOND 2010 Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene

Nadere informatie

Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, overeenkomstig het eenstemmige advies van de commissie voor Financiën, het volgende besluit te nemen:

Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, overeenkomstig het eenstemmige advies van de commissie voor Financiën, het volgende besluit te nemen: rv 333 Gemeentelijke Belastingdienst nr. 940331 Den Haag, 11 oktober 1994 Aan de gemeenteraad Vaststelling Verordening hondenbelasting Overeenkomstig hetgeen wij reeds opmerkten bij de budgetprognose 1994-1998

Nadere informatie

gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 6 oktober 2014;

gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 6 oktober 2014; No. 2014/ Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 6 oktober 2014; dat het gewenst is om nadere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00637

ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00637 ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 19-05-2016 Datum publicatie 01-06-2016 Zaaknummer 15/00637 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

HOOGTE VAN DE BOETE Bij inkeer op basis van artikel 65 ALB blijft de oplegging van een vergrijpboete achterwege.

HOOGTE VAN DE BOETE Bij inkeer op basis van artikel 65 ALB blijft de oplegging van een vergrijpboete achterwege. ARUBA Artikel 65 ALB Ingeval een belastingplichtige of inhoudingsplichtige alsnog een juiste en volledige aangifte doet, dan wel juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen verstrekt, vóórdat

Nadere informatie

IMijverdal, 8 november gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2012;

IMijverdal, 8 november gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2012; Gemeente Hellendoorn Besluit IMijverdal, 8 november 2012 Nr. 12INT01592 De raad van de gemeente Hellendoorn; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2012; gelet

Nadere informatie

Concept uitvoeringsbesluiten informatieverplichting. Artikel I (artikel 12bis van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001)

Concept uitvoeringsbesluiten informatieverplichting. Artikel I (artikel 12bis van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001) Concept uitvoeringsbesluiten informatieverplichting Artikel I (artikel 12bis van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001) I. Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 12bis Belastbare

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Financiën en Economie Naam regeling: Beleidsregels proceskostenvergoeding en wegingsfactoren in bezwaarprocedures 2012 Citeertitel: Beleidsregels

Nadere informatie

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Hoofdstuk I Algemene bepalingen Nummer 201218842 a /EDV De raad der gemeente Veendam; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2012; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Nadere informatie

Belastingaanslag bij meerdere eigenaren Dienst Belastingen

Belastingaanslag bij meerdere eigenaren Dienst Belastingen Rapport Gemeentelijke Ombudsman Belastingaanslag bij meerdere eigenaren Dienst Belastingen 16 juni 2003 RA0307811 Samenvatting Verzoeker en een vriendin kopen samen een pand. Voor het Kadaster zijn beiden

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 november 2014; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Weert. Nr. 80332 31 december 2014 Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2015 gemeente Weert De raad van de gemeente Weert; gelezen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND GEMEENTEBLAD VAN HELMOND LEIDRAAD KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN. Jaar : 2006 Nummer: 14 Besluit : B & W 1 februari 2006 Burgemeester en wethouders van Helmond, In aanmerking genomen, dat door

Nadere informatie

Heffing & Invordering 10. H&I

Heffing & Invordering 10. H&I Heffing & Invordering 10. H&I Eindterm 10.01. Algemeen De examenkandidaat kan de plaats van de gemeentelijke heffingen omschrijven binnen de inkomstenbronnen van de gemeente en kent de bestedingen door

Nadere informatie

2. Indienen van een aanvraag Een aanvraag om kwijtschelding moet worden ingediend middels een daartoe vastgesteld aanvraagformulier.

2. Indienen van een aanvraag Een aanvraag om kwijtschelding moet worden ingediend middels een daartoe vastgesteld aanvraagformulier. Jaar: 2008 Nummer: 13 Besluit: B&W 04 maart 2008 Gemeenteblad BELEIDSREGEL KWIJTSCHELDING HELMOND 2008 Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 4:81 van de Algemene Wet Bestuursrecht:

Nadere informatie