Grove schuld en opzet in het Curaçaose belastingrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Grove schuld en opzet in het Curaçaose belastingrecht"

Transcriptie

1 Grove schuld en opzet in het Curaçaose belastingrecht 1 Inleiding In de praktijk komt het steeds vaker voor dat de Belastingdienst vergrijpboetes oplegt aan belastingplichtigen. Dat lijkt erdoor ingegeven dat de Stichting Belastingaccountantsbureau regelmatiger automatisch vergrijpboetes berekent bij vermeende fiscale abuizen na een boekenonderzoek. Niet bij elk verzuim kan automatisch ervan uit worden gegaan dat een vergrijpboete kan worden opgelegd. Niet alleen de belastingautoriteiten maar ook accountants en belastingadviseurs blijken vaak moeite te hebben met de fiscaal juridische duiding van de fiscale vergrijpboete. Het samenspel van wetgeving, jurisprudentie en internationale regelingen maakt het niet eenvoudiger. Het fiscaal sanctie stelsel bevindt zich op het snijvlak dat ligt tussen het fiscaal recht en het strafrecht. Voor het opleggen van een vergrijpboete is namelijk vereist dat de belastingplichtige grove schuld dan wel opzet verweten kan worden. Deze strafrechtelijke leerstukken dienen in de fiscale context uitgelegd te worden. Deze bijdrage probeert wat meer inzicht te bieden in dit onderwerp. 2. Wettelijk kader De regels rondom de vergrijpboete zijn geregeld onder hoofdstuk III van de Algemene landsverordening Landsbelastingen ( ALL ). 2.1 Algemene landsverordening Landsbelastingen 20 ALL Op grond van artikel 20 ALL kan een vergrijpboete worden opgelegd met betrekking tot de zogenaamde aanslagbelastingen. Bij aanslagbelastingen is de vaststelling van de belastingschuld primair opgedragen aan de inspecteur. De inspecteur legt de belastingschuld vast door middel van een aanslag. Een voorbeeld van een aanslagbelasting is de inkomstenbelasting. Het wetsartikel luidt als volgt: Art. 20 ALL 1. Indien het met betrekking tot een belasting welke bij wege van aanslag wordt geheven aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige is te wijten dat de aanslag te laag is vastgesteld dan wel anderszins te weinig belasting is geheven, vormt dit een begrijp ter zake waarvan de Inspecteur hem, gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag, een boete kan opleggen van ten hoogste 100% van de in het tweede lid omschreven grondslag voor de boete. 2. De grondslag voor boete is: a. het bedrag van de navorderingsaanslag, dan wel b. indien verliezen in aanmerking zijn of worden genomen, het bedrag waarop de navorderingsaanslag zou zijn berekend zonder rekening te houden met die verliezen.

2 Ingeval sprake is van opzet of grove schuld kan dus een vergrijpboete worden opgelegd van maximaal 100% van het na te vorderen belastingbedrag. 21 ALL Voorts kan ingevolge art. 21 ALL een vergrijpboete worden opgelegd met betrekking tot de zogenaamde aangiftebelastingen. De vaststelling van de belastingschuld ligt bij deze type belastingen bij de belastingplichtige zelf. De belastingplichtige dient een aangifte in en betaalt tegelijkertijd de verschuldigde belasting. De loonbelasting en de omzetbelasting zijn voorbeelden van aangiftebelastingen. Het wetsartikel luidt als volgt: Art. 21 ALL 1. Indien het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige is te wijten dat belasting welke op aangifte moet worden voldaan of afgedragen niet, gedeeltelijk niet, dan wel niet binnen de in de belastingverordening gesteld termijn is betaald, vormt dit een vergrijp ter zake waarvan de Inspecteur hem een boete kan opleggen van ten hoogste 100% van de in het tweede lid omschreven grondslag voor de boete. 2. De grondslag voor de boete wordt gevormd door het bedrag van de belasting dat niet of niet tijdig is betaald, voor zover dat bedrag als gevolg van de opzet of grove schuld van de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige niet of niet tijdig is betaald. 3. Bij niet of gedeeltelijk niet betalen legt de Inspecteur de boete op, gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag. Ministeriele beschikking administratieve boeten Bij opzet of grove schuld kan een vergrijpboete worden opgelegd van maximaal 100% van het na te heffen belastingbedrag. De Ministeriele beschikking administratieve boeten legt de inspecteur nadere regels op bij het bepalen van de hoogte van de vergrijpboete. Op basis van deze beschikking mag de inspecteur een boete van maximaal 25% opleggen indien sprake is van grove schuld. Bij opzet mag de inspecteur een boete opleggen van maximaal 50%. De inspecteur mag pas een boete van 100% opleggen indien sprake is van opzet en de ernst van de gedraging aanleiding geeft tot een hogere boete aanleiding geeft. Dat zou het geval kunnen zijn bij ernstige en verhoudingsgewijs omvangrijke fraude. Indien sprake is van recidive kan bij grove schuld een boete opgelegd worden van 50% en bij opzet een boete van 100%. Daarnaast wordt de boete verminderd tot de helft ingeval van samenloop van boeten. Daarvan kan bijvoorbeeld sprake zijn indien door een samenhangend complex van feiten over enig belastingjaar voor meerdere belastingsoorten een vergrijpboete wordt opgelegd. 22 ALL De inspecteur is op grond van art. 22 ALL verplicht een kennisgeving te versturen naar de belanghebbende wanneer het voornemen bestaat een vergrijpboete op te leggen. De kennisgeving

3 dient ook de gronden te bevatten waarop de oplegging van de vergrijpboete is gestoeld. Daarnaast dient de Inspecteur de belanghebbende een termijn van minimaal twee weken te geven om te reageren op de kennisgeving. De wetgever haast zich onder lid 3 te zeggen dat het niet voldoen aan deze voorschriften niet de nietigheid van de boete tot gevolg heeft. Deze voorschriften zijn in het leven geroepen opdat de Inspecteur de oplegging van vergrijpboetes zorgvuldig voorbereidt. Welke gevolgen de rechter zal geven aan niet naleving van deze voorschriften hangt mijns inziens- van de casus af. De wetgever heeft willen uitsluiten dat de vergrijpboete nietig is bij niet naleving van deze voorschriften door de Inspecteur. Dit sluit mijns inziens niet uit dat de rechter de vergrijpboete vernietigt of matigt, te meer als belanghebbende is benadeeld in zijn processuele positie. Overigens is in de Nederlandse jurisprudentie slechts zelden de vergrijpboete gematigd door niet naleving van deze vormvoorschriften 1. De vergrijpboete wordt daar slechts gematigd indien later blijkt dat er steekhoudende gronden aanwezig waren tegen de vergrijpboete. Voor het overige bevat hoofdstuk III van de ALL nog een aantal nadere voorschriften rondom het opleggen van de vergrijpboete. 2.2 EVRM Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens ( EVRM ) en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten ( IVBPR ) zijn van toepassing op Curaçao. De oplegging van fiscale vergrijpboetes worden daarmee ook beheerst door de voorschriften van het EVRM en het IVBPR. Art. 6 EVRM Het EVRM is door Nederland op 4 november 1950 ondertekend in Rome. Vervolgens is het verdrag nog in hetzelfde jaar geratificeerd. Het is door Nederland verklaard dat het EVRM ook van toepassing is op de Nederlandse Antillen en later op Curaçao. In de Nederlandse jurisprudentie heeft het EVRM een grote invloed gehad. Met betrekking tot bestuurlijke boete zaken speelt met name art. 6 een belangrijke rol. Daarin is het zogenaamde fair trial beginsel vervat. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens dat over de interpretatie gaat van het EVRM, heeft al meerdere malen bepaald dat een belastingschuld of belastingaanslag niet onder het EVRM valt 2. Echter, in het arrest Öztürk 3 is bepaald dat relatief lichte bestuurlijke boetes ook onder het EVRM vallen. Later is nog in het arrest J.B. vs. Zwitserland 4 expliciet bepaald dat het EVRM van toepassing is op fiscaal bestuurlijke boetes wanneer die worden opgelegd vanwege grove schuld of opzet. Een dergelijke boete zou namelijk criminal van aard zijn. De boetes hebben immers een bestraffend en afschrikwekkend karakter. Daarmee is jurisprudentie van het 1 Hof 's-gravenhage 28 april 2000, V-N 2000/41.4 en Hoge Raad van 1 oktober 2004, nr , LJN AR EHRM 9 december 1994, (Schouten) BNB 1995/113 en EHRM 12 juli 2001, (Ferrazzini) BNB 2005/222 3 EHRM 21 februari 1984, NJ 1988, EHRM 3 mei 2001, BNB 2002/26

4 EHRM met name met betrekking tot art. 6 EVRM van toepassing geworden op de fiscale vergrijpboetes. Het fair trial beginsel van art. 6 EVRM is door het EHRM ingevuld geworden door middel van rechtspraak. Zo is onder andere bepaald dat de belanghebbende toegang moet hebben tot een onafhankelijke en onpartijdige rechter en dat het procesgang behoorlijk plaatsvindt. Een finale beslissing dient ook binnen een redelijke termijn plaats te vinden. Het is voorts van belang te constateren dat art. 6 EVRM met zich meebrengt dat de bewijslast ten aanzien van de kwalificatie grove schuld of opzet volledig ligt bij de inspecteur. In HR 23 april 1997, LJN AA2109 overweegt de Hoge Raad namelijk dat terecht wordt aangevoerd dat in verband met de uit artikel 6, lid 2, EVRM voortvloeiende eisen de Inspecteur te dezen dient te bewijzen dat het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige is te wijten dat te weinig belasting is geheven. In de praktijk wordt nog weleens de vergissing gemaakt dat art. 6 EVRM ook het recht geeft op een tweede feitelijke instantie. Op Curaçao is het nog steeds het geval dat de Raad van Beroep voor belastingzaken ( RvB ) de enige en laatste fiscale rechtsinstantie is. Het recht op een tweede feitelijke instantie vloeit niet rechtstreeks voort uit art. 6 EVRM. Dit recht is echter vervat onder Protocol 7 bij het EVRM. Protocol 7 is door Nederland ondertekend maar nooit geratificeerd. Onder art. 2 van het Protocol staat het volgende: Everyone convicted of a criminal offence by a tribunal shall have the right to have his conviction or sentence reviewed by a higher tribunal. The exercise of this right, including the grounds on which it may be exercised, shall be governed by law. Deze bepaling is niet van toepassing op Curaçao. Het IVBPR bevat onder art. 14, lid 5 IVBPR wel een bepaling die overeenkomt met die van art. 2 van Protocol 7 bij het EVRM: Everyone convicted of a crime shall have the right to his conviction and sentence being reviewed by a higher tribunal according to law. In de tijd dat er nog geen tweede feitelijke instantie voor fiscale vergrijpboetes was in Nederland, is daarover geklaagd bij de Hoge Raad met een verwijzing naar art. 14, lid 5 IVBPR. In het arrest HR 3 januari 2001, nr heeft de Hoge Raad bepaald dat een beroep op art. 14, lid 5 IVBPR faalt. Volgens de Hoge Raad is de bepaling van art. 14, lid 5 IVBPR een niet voor rechtstreekse toepassing door de rechter vatbaar voorschrift. De Hoge Raad zegt met andere woorden dat het op de weg van wetgever ligt om dit manco te helen. Ook de RvB heeft zich uitgelaten over het ontbreken van een tweede feitelijke instantie op Curaçao. Vergelijk onder meer de uitspraak van 28 augustus De RvB beslist dat de 5 LJN AA ECLI:NL:ORBBNAA:2006:BQ9553

5 procedure in fiscale boetezaken als zodanig niet in strijd is met het IVBPR. Het zou voorts niet aan de RvB zijn om zich uit te spreken over de mogelijke gevolgen van het ontbreken van een appelinstantie. Daarmee heeft de RvB het geconstateerde gebrek in de fiscale boeteprocedure op Curaçao naast zich neergelegd. Het is mijns inziens nog maar vraag of de invordering door de Ontvanger nog wel mogelijk is. Wellicht kan nog gesteld worden dat de vergrijpboete niet definitief is komen vast te staan door het ontbreken van een tweede feitelijke instantie. Zo zou nog wellicht met succes de invordering van de fiscale vergrijpboete bestreden kunnen worden in een civiele verzetsprocedure. Dit lijkt me wel een proefprocedure waard. 3. Opzet en grove schuld in fiscalibus Voor het opleggen van een fiscale vergrijpboete dient de Inspecteur te bewijzen dat het vergrijp het gevolg is van het grof schuldig dan wel opzettelijk handelen van de belastingplichtige. De kwalificatie van grove schuld en opzet door de Inspecteur blijkt steeds een uitdaging te zijn. Hierna zal ik handvaten geven voor de kwalificatie van grove schuld en opzet in het belastingrecht in Curaçao aan de hand van jurisprudentie Grove schuld In de Nederlandse fiscale jurisprudentie is grove schuld omschreven als een in laakbaarheid aan opzet grenzende mate van verwijtbaarheid en dat mede grove onachtzaamheid omvat. 8 Ook laakbare slordigheid of ernstige nalatigheid leidt tot de kwalificatie grove schuld. Indien de belanghebbende redelijkerwijs had moeten of kunnen begrijpen dat zijn gedrag tot gevolg kon hebben dat te weinig belasting zou worden geheven of betaald dan kan worden gesproken van grove schuld. In HR 23 juni 1976, nr , overweegt de Hoge Raad dat door te spreken van grove schuld, niet slechts eist dat het aan onachtzaamheid van de belastingplichtige is te wijten dat te weinig belasting is geheven, maar bovendien dat die onachtzaamheid als een grove, dat wil zeggen: een in laakbaarheid aan opzet grenzende onachtzaamheid moet worden gekwalificeerd. Voor de kwalificatie grove schuld is het niet noodzakelijk dat de belanghebbende zich er daadwerkelijk van bewust is dat hij een fout begaat. Voor die kwalificatie is echter wel nodig dat de belanghebbende zich op basis van de feiten en omstandigheden bewust had moeten zijn van die fout. Met andere woorden als de belanghebbende oplettender was geweest, dan had hij de fout wel opgemerkt. Bij grove schuld wordt dus op basis van de feiten en omstandigheden van 7 Voor een verdere lezing over grove schuld en opzet in het commune strafrecht verwijs ik naar J. de Hullu, Materieel strafrecht: Over algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid naar Nederlands recht, Deventer: Kluwer Immers, de fiscale invulling van deze begrippen zijn ontleend uit de strafrechtelijke jurisprudentie. 8 Enige voorbeelden van gepubliceerde grove schuld rechtspraak van de RvB: RvB 5 september 2006, ECLI:NL:ORBBNAA:2006:BQ9202; RvB 28 augustus 2006, ECLI:NL:ORBBNAA:2006:BQ9553; RvB 13 juli 2007, ECLI:NL:ORBBNAA:2007:BT LJN AX3678

6 het geval een bepaalde minimale norm aangelegd. Indien de belanghebbende zich niet aan die minimale norm heeft gehouden dan kan sprake zijn van grove schuld, ook al was hij zich niet bewust van de gepleegde fout. De enkele omstandigheid dat belanghebbende slordig of onzorgvuldig heeft gehandeld is echter niet voldoende voor grove schuld. Daarvan is pas sprake indien die slordigheid en onzorgvuldigheid onder die omstandigheden als laakbaar gekwalificeerd kan worden. Zo overweegt de Hoge Raad in HR 19 december 1990, nr , dat uit de enkele omstandigheid dat belanghebbende te dezen onzorgvuldig te werk is gegaan, nog niet volgt dat deze onzorgvuldigheid kan worden aangemerkt als ten minste grove schuld, nu van grove schuld slechts kan worden gesproken indien de handelwijze van de belastingplichtige als een in laakbaarheid aan opzet grenzende onachtzaamheid moet worden gekwalificeerd. 3.2 Opzet Opzet is in de Nederlandse fiscale jurisprudentie gekwalificeerd als het willens en wetens handelen of nalaten, welke leidt tot het niet of niet tijdig heffen of betalen van belasting. 11 In het arrest HR 2 oktober 1991, nr is bepaald dat onder opzet ook voorwaardelijk opzet wordt verstaan. Onder voorwaardelijk opzet mag worden verstaan het willens en wetens aanvaarden van de aanmerkelijke kans dat een handelen of nalaten tot gevolg heeft dat te weinig belasting geheven is of kan worden geheven dan wel niet tijdig is geheven 13. Een belangrijk verschil tussen voorwaardelijk opzet en grove schuld is dat bij opzet de belanghebbende dient te weten dat zijn handelen (of nalaten) potentieel fout kan zijn. De belanghebbende dient dus bewust te zijn van het risico dat zijn aangifte fout is. Bij grove schuld is deze bewustheid niet vereist. Daarnaast zal er een aanmerkelijk kans aanwezig moeten zijn dat het handelen (of nalaten) van belanghebbende tot een negatief gevolg zal leiden. In de fiscale jurisprudentie wordt dit laatste element vaak niet als zodanig getoetst. Dit aanmerkelijke kans criterium is namelijk moeilijk te vertalen naar de fiscaal rechtelijke context Casus De toerekening van grove schuld of opzet is casuïstisch. De Hoge Raad heeft het toetsingskader uitgezet dat vervolgens door de feitenrechter moet worden getoetst. Of de Inspecteur een vergrijpboete vanwege grove schuld of opzet mag opleggen, is volledig afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het geval. Ik behandel hierna verschillende casus uit de praktijk. 10 LJN ZC Enige voorbeelden van gepubliceerde opzet rechtspraak van de RvB: RvB 28 juli 2000, ECLI:NL:ORBBNAA:2000:BU4387; RvB 18 januari 2006, ECLI:NL:ORBBNAA:2006:BQ LJN ZC Vergelijk in dit verband de strafrechtelijke arresten van de Hoge Raad: HR 9 november 1954, NJ 1955, 55 (Cicero) en HR 25 maart 2003, nr /01, NJ 2003, 552 (HIV-arrest) 14 Voor een verdere lezing over opzet, zie ook het artikel van mr. P.E. Muller en mr. B.J.G.L. Jaeger in TAR Justitia 2010, nr. 2.

7 Geen grove schuld De onderstaande drie gevallen leiden niet tot de kwalificatie van grove schuld. i. De belastingplichtige heeft bij het invullen van zijn aangifte een invoerfout gemaakt. Het te betalen bedrag is daardoor lager uitgekomen. ii. De belastingplichtige heeft bij het opmaken van de aangifte per abuis een verkeerde aftrekpost meegenomen. iii. De belastingplichtige neemt per abuis een bepaalde inkomstenbron niet mee in zijn aangifte. Grove schuld De onderstaande drie gevallen kwalificeren als grof schuldig handelen. Opzet i. De belastingplichtige heeft bij het invullen van zijn aangifte een invoerfout gemaakt. Het te betalen bedrag is daardoor lager uitgekomen. In voorgaande jaren was zijn belastbaar bedrag echter aanzienlijk hoger zonder dat de omstandigheden veel anders waren. ii. De belastingplichtige heeft bij het opmaken van de aangifte per abuis een verkeerde aftrekpost meegenomen. Hij vermoed dat er ergens wel een fout kan zijn, maar laat de aangifte ongewijzigd omdat hij verwacht dat de Belastingdienst het wel zal aangeven als er iets niet klopt. iii. De belastingplichtige neemt per abuis een bepaalde inkomstenbron niet mee in zijn aangifte. Hij wist niet dat er een fout zat bij indiening van zijn aangifte. Hij gaat echter zo slordig om met zijn administratie, dat hij had mogen verwachten dat een dergelijke fout zich had kunnen voltrekken. i. De belastingplichtige heeft bij het invullen van zijn aangifte een invoerfout gemaakt. Het te betalen bedrag is daardoor lager uitgekomen. De belastingplichtige weet dat er een fout zit in zijn aangifte. Hij dient de foutieve aangifte toch in. Deze handelswijze kwalificeert als voorwaardelijk opzet. ii. De belastingplichtige heeft bij het opmaken van de aangifte een verkeerde aftrekpost meegenomen. Hij hoopt dat de Belastingdienst de fout niet opmerkt en een te lage aanslag oplegt. Dit kwalificeert als opzettelijk handelen. iii. De belastingplichtige neemt een bepaalde inkomstenbron niet mee in zijn aangifte omdat hij vindt dat hij al meer dan genoeg belasting betaalt. Hij verwacht dat de Belastingdienst niets afweet van zijn andere inkomstenbron. Dit kwalificeert als opzet.

8 Pleitbaar standpunt De belastingplichtige heeft in zijn aangifte een fiscaal standpunt ingenomen dat later blijkt onjuist te zijn. Dit standpunt was gezien de stand van de jurisprudentie en literatuur te kwalificeren als een pleitbaar standpunt. Indien sprake is van een pleitbaar standpunt, kan geen grove schuld of opzet worden toegerekend. Dat bij een pleitbaar standpunt geen plaats is voor de toerekening van opzet of grove schuld is al geruime tijd vaste jurisprudentie van de Hoge Raad 15. Het Nederlands Besluit Bestuurlijke Boete Belastingdienst 2014 omschrijft het pleitbaar standpunt als volgt 16 : Van een pleitbaar standpunt is sprake als een door belanghebbende ingenomen standpunt, gelet op de stand van de jurisprudentie en de heersende leer, in die mate juridisch pleitbaar of verdedigbaar is dat belanghebbende redelijkerwijs kan menen juist te handelen. Is er sprake van een pleitbaar standpunt, dan kan de belanghebbende er geen verwijt van worden gemaakt dat er aanvankelijk geen of te weinig belasting is geheven. Een pleitbaar standpunt sluit het opleggen van zowel een verzuimboete als een vergrijpboete uit. Grove schuld/opzet bij adviseur De belastingadviseur heeft aangifte verzorgd van de belastingplichtige. De belastingplichtige heeft alle relevante informatie en gegevens naar waarheid doorgegeven aan zijn belastingadviseur. De belastingadviseur heeft in de aangifte echter verkeerde fiscale standpunten ingenomen waardoor te weinig belasting is betaald. Alhoewel het handelen van de belastingadviseur kan worden gekwalificeerd als grove schud of opzet, kan de belastingplichtige in deze geen verwijt worden gemaakt. In HR 1 december 2006, nr , BNB 2007/151 heeft de Hoge Raad bepaald dat toerekening van grove schuld of opzet bij de belastingadviseur niet kan worden toegerekend aan de belastingplichtige zelf. Zo heeft de Hoge Raad bepaald dat indien de belastingplichtige zich laat bijstaan door een belastingadviseur aan wiens deskundigheid en zorgvuldige taakuitoefening hij niet had hoeven te twijfelen, hij zich dan niet zelf hoeft te verdiepen in de inhoudelijke aspecten van het belastingrecht. Vóór dit arrest werd de opzet of grove schuld van de belastingadviseur die de aangifte verzorgde vrijwel automatisch toegerekend aan de belastingplichtige zelf. 4. Afsluiting Indien de belastingplichtige grove schuld of opzet kan worden toegerekend, mag de Belastingdienst een vergrijpboete opleggen. Deze vergrijpboete kan bij opzettelijk handelen oplopen tot 100% van het te weinig betaalde belastingbedrag. In dit artikel heb ik meer inzicht proberen te creëren in de invulling van deze strafrechtelijke begrippen in de Curaçaose fiscale 15 HR 7 september 1988, nr , BNB 1988/319; HR 12 september 2003, nr , BNB 2004/75 16 Voor een verdere lezing over het pleitbaar standpunt, zie ook het artikel van mr. P.E. Muller en mr. B.J.G.L. Jaeger in TAR Justitia 2010, nr. 2.

9 praktijk. De kwalificatie van grove schuld of opzet is casuïstisch, waarbij de bewijslast bij de Belastingdienst ligt. Indien sprake is van een pleitbaar standpunt, kan de belastingplichtige geen verwijt worden gemaakt. Wanneer een belastingplichtige zijn belastingzaken laat behartigen door een adviseur, kan de schuld van de adviseur niet zonder meer worden toegerekend aan de belastingplichtige. mr. S.G. Kenswil Willemstad, 7 maart 2014

DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT

DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT Besluit fiscale bestuurlijke boeten Amstel, Gooi en Vecht 2011 (AH 10/02) DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT Overwegende dat het gewenst is beleidsregels

Nadere informatie

Besluit: De Beleidsregels bestuurlijke boeten Noordelijk Belastingkantoor vast te stellen.

Besluit: De Beleidsregels bestuurlijke boeten Noordelijk Belastingkantoor vast te stellen. Beleidsregels bestuurlijke boeten Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op artikel 4:81 en hoofdstuk 5, titel 5.4, van de Algemene wet bestuursrecht en hoofdstuk VIIIA van de Algemene

Nadere informatie

Beleidsregels bestuurlijke boeten haven- en kadegelden

Beleidsregels bestuurlijke boeten haven- en kadegelden CVDR Officiële uitgave van Goeree-Overflakkee. Nr. CVDR458538_1 3 juli 2018 Beleidsregels bestuurlijke boeten haven- en kadegelden De heffingsambtenaar van de gemeente Goeree-Overflakkee heeft het volgende

Nadere informatie

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR Inleiding In artikel 16 AWR is bepaald dat een feit dat de inspecteur bekend was of redelijke wijs bekend had kunnen zijn geen grond voor

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Op 21 januari heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude de navolgende beleidsregels met betrekking tot de heffing en invordering van de gemeentelijke

Nadere informatie

Beleidsregels bestuurlijke boeten gemeentelijke belastingen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Beleidsregels bestuurlijke boeten gemeentelijke belastingen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, Beleidsregels bestuurlijke boeten gemeentelijke belastingen 2010 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van de directeur van Gemeentebelastingen Rotterdam

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam;

Het college van burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam; gemeente Hardinxveld-Giessendam h REGELING BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN Het college van burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam; gelet op het bepaalde in hoofdstuk VIIIA

Nadere informatie

Beleidsregels voor bestuurlijke boeten bij de heffing van gemeentelijke belastingen

Beleidsregels voor bestuurlijke boeten bij de heffing van gemeentelijke belastingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Capelle aan den IJssel. Nr. 2462 5 januari 2017 Beleidsregels voor bestuurlijke boeten bij de heffing van gemeentelijke belastingen Het college van burgemeester

Nadere informatie

Beleidsregels voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij gemeentelijke belastingen 2017 gemeente Weert

Beleidsregels voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij gemeentelijke belastingen 2017 gemeente Weert GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Weert. Nr. 174121 21 december 2016 Beleidsregels voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij gemeentelijke belastingen 2017 gemeente Weert COLLEGEBESLUIT Het

Nadere informatie

REGELING BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGDIENST DEN HAAG 2010

REGELING BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGDIENST DEN HAAG 2010 Gemeente Den Haag Ons kenmerk GBD/BGB/2009.3 RIS 168872 REGELING BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGDIENST DEN HAAG 2010 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gelet op het bepaalde in: -

Nadere informatie

Kluwer Online Research Buiten bezwaartermijn ingediende suppletieaangifte leidt niet tot teruggaaf

Kluwer Online Research Buiten bezwaartermijn ingediende suppletieaangifte leidt niet tot teruggaaf Buiten bezwaartermijn ingediende suppletieaangifte leidt niet tot teruggaaf Instantie: Hof 's-gravenhage Datum: 30 maart 2012 Magistraten: Tromp, Sanders, Visser Zaaknr: BK-10/00547 Conclusie: - LJN: BW8025

Nadere informatie

Proceskostenvergoeding bij belastingzaken uitsluitend bij ernstige onzorgvuldigheid Verschenen in het Caribisch Juristenblad, aflevering

Proceskostenvergoeding bij belastingzaken uitsluitend bij ernstige onzorgvuldigheid Verschenen in het Caribisch Juristenblad, aflevering Proceskostenvergoeding bij belastingzaken uitsluitend bij ernstige onzorgvuldigheid Verschenen in het Caribisch Juristenblad, aflevering 1 2013 1 Inleiding Sinds 2006 kent de Antilliaanse Algemene landsverordening

Nadere informatie

Het Dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (hierna de BSR);

Het Dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (hierna de BSR); Beleidsregels fiscale bestuurlijke BOETEN Het Dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (hierna de BSR); gelet op hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 738 Wet van 18 december 1997 tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de herziening

Nadere informatie

In verband hiermee worden het voorgaande besluit en enkele overige regelingen ingetrokken in dit besluit (zie paragraaf 39 en 40).

In verband hiermee worden het voorgaande besluit en enkele overige regelingen ingetrokken in dit besluit (zie paragraaf 39 en 40). Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 19 juni 2015, nr. BLKB2015/571M, De Staatssecretaris van Financiën

Nadere informatie

HOOGTE VAN DE BOETE Bij inkeer op basis van artikel 65 ALB blijft de oplegging van een vergrijpboete achterwege.

HOOGTE VAN DE BOETE Bij inkeer op basis van artikel 65 ALB blijft de oplegging van een vergrijpboete achterwege. ARUBA Artikel 65 ALB Ingeval een belastingplichtige of inhoudingsplichtige alsnog een juiste en volledige aangifte doet, dan wel juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen verstrekt, vóórdat

Nadere informatie

Artikel 3 Toerekening Een handelen of nalaten van een derde, die voor of namens belanghebbende optreedt, wordt aan de belanghebbende toegerekend.

Artikel 3 Toerekening Een handelen of nalaten van een derde, die voor of namens belanghebbende optreedt, wordt aan de belanghebbende toegerekend. CVDR Officiële uitgave van Waterschap Rivierenland. Nr. CVDR271444_1 9 februari 2016 Beleidsregels fiscale bestuurlijke boeten Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Reikwijdte beleidsregels Deze beleidsregels

Nadere informatie

In artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald.

In artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald. looofoo ccts Den Haag, 2 8 MRT 2011 Kenmerk: DGB 2011-1237 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van >( Z 15 februari 2011, nr. 10/00160, inzake Bf^^^NP te ÜÜH betreffende

Nadere informatie

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Regelingen en voorzieningen CODE 3.1.9.21 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst tekst bronnen Besluit van de staatssecretaris van Financiën d.d. 20.12.2011, Nr. DGB2011/2248M, zoals gepubliceerd

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K

GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 27 augustus 1985,

Nadere informatie

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2009, 20226 De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. Dit

Nadere informatie

Hoge Raad 7 januari 1970, nr Algemene beginselen van behoorlijk bestuur BNB 1970/78

Hoge Raad 7 januari 1970, nr Algemene beginselen van behoorlijk bestuur BNB 1970/78 HR 7 januari 1970, Vertrouwen op beleid 1 Vertrouwen op beleid 7 januari 1970, nr. 16.201 AX6845 BNB 1970/78 Voorafgaande beslissing: Gerechtshof Amsterdam 23 januari 1969 Belanghebbende beroept zich op

Nadere informatie

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGZAKEN DEN HAAG 2011

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGZAKEN DEN HAAG 2011 Gemeente Den Haag Ons kenmerk PBS/2011.19 RIS 179916 BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETEN GEMEENTELIJKE BELASTINGZAKEN DEN HAAG 2011 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, overwegende dat de komende

Nadere informatie

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998 1 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998 Belastingdienst/Centrum

Nadere informatie

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998 FI Algemene wet inzake rijksbelastingen. Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998 21 maart 2007/Nr. CPP2006/2918M Belastingdienst/Centrum voor procesen productontwikkeling, Aspectgebied

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 13. Lijst van gebruikte afkortingen / 17. Inleiding / 21. Algemene bepalingen / 23

Inhoudsopgave. Voorwoord / 13. Lijst van gebruikte afkortingen / 17. Inleiding / 21. Algemene bepalingen / 23 Voorwoord / 13 Lijst van gebruikte afkortingen / 17 1 Inleiding / 21 2 Algemene bepalingen / 23 2.1 De reikwijdte van de AWR / 23 2.2 De begripsbepalingen van de AWR / 25 2.2.1 Inleiding / 25 2.2.2 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 754 Wijziging van enkele wetten met het oog op de bestrijding van fraude in de toeslagen en fiscaliteit (Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit)

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Nadere informatie

Algemene wet inzake rijksbelastingen

Algemene wet inzake rijksbelastingen 2 hoofdstuk Algemene wet inzake rijksbelastingen Oefenopgaven Opgave 2.1 a. De feitelijke omstandigheden zijn van belang (art. 4 AWR). Het belangrijkste criterium is waar het gezin verblijft en waar het

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BZ5048

ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 22-03-2013 Datum publicatie 22-03-2013 Zaaknummer 11/05644 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

Deelnemen aan boete-/strafrechtelijke feiten door de adviseur. 8 december G.J.M.E. de Bont Vereniging voor Belastingwetenschap 2016

Deelnemen aan boete-/strafrechtelijke feiten door de adviseur. 8 december G.J.M.E. de Bont Vereniging voor Belastingwetenschap 2016 Deelnemen aan boete-/strafrechtelijke feiten door de adviseur 8 december 2016 G.J.M.E. de Bont Vereniging voor Belastingwetenschap 2016 BIJZONDERE POSITIE VAN DE ADVISEUR: AANGIFTE Veel commune delicten

Nadere informatie

Onder belanghebbende wordt voor de toepassing van dit boetebeleid verstaan degene aan wie een boete is of kan worden opgelegd.

Onder belanghebbende wordt voor de toepassing van dit boetebeleid verstaan degene aan wie een boete is of kan worden opgelegd. Boetebeleid Belastingdienst Aruba 2004 De directeur der belastingen heeft, na de Minister van Financiën hiervan in kennis te hebben gesteld, op 1 april 2004, het navolgende, door de inspecteur te hanteren

Nadere informatie

Het hoe en waarom van de belastingheffing

Het hoe en waarom van de belastingheffing Hoofdstuk 1 Het hoe en waarom van de belastingheffing 1.1 Onderscheid in belastingen De sociale, economische maar ook de juridische gevolgen van de belastingheffing verschillen naar gelang het type belasting.

Nadere informatie

Bestuurlijke boete voor accountant en belastingadviseur

Bestuurlijke boete voor accountant en belastingadviseur Bestuurlijke boete voor accountant en belastingadviseur Sinds 1 juli 2009 kan de Belastingdienst ook een bestuurlijke boete opleggen aan de accountant en belastingadviseur. Een belangrijke uitbreiding

Nadere informatie

DGB 2008-03325 U. Beantwoording vragen van de leden Remkes en Weekers (beiden VVD) over suppletieaangifte

DGB 2008-03325 U. Beantwoording vragen van de leden Remkes en Weekers (beiden VVD) over suppletieaangifte Directoraat-Generaal Belastingdienst De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 25 augustus 2008 17 juni 2008 (2070822910)

Nadere informatie

Bahialaan 100 3065WC Rotterdam

Bahialaan 100 3065WC Rotterdam Bahialaan 100 3065WC Rotterdam T: +31 (0)10-764 0804 F: +31 (0)10 254 0015 M: +31 (0)6 51 99 78 08 E: dehaas@dehaasadvocatuur.nl I: www.dehaasadvocatuur.nl Mevrouw mr. P. (Priscilla) de Haas 11-8-2015

Nadere informatie

Het opmerkelijke zit hem hierin dat de belastingkamer. kruisbestuiving? Het pleitbaar standpunt:

Het opmerkelijke zit hem hierin dat de belastingkamer. kruisbestuiving? Het pleitbaar standpunt: Het pleitbaar standpunt: kruisbestuiving? Binnen het fiscale boeterecht neemt het pleitbaar standpunt een belangrijke plaats in. Een geslaagd beroep hierop heeft tot gevolg dat er, ondanks een fout in

Nadere informatie

BELEIDSREGELS AMBTSHALVE VERMINDERING GEMEENTE VELSEN

BELEIDSREGELS AMBTSHALVE VERMINDERING GEMEENTE VELSEN CVDR Officiële uitgave van Velsen. Nr. CVDR349774_1 15 mei 2018 Beleidsregels belastingen 2015 BELEIDSREGELS AMBTSHALVE VERMINDERING GEMEENTE VELSEN 2015 De heffingsambtenaar van de gemeente Velsen gelet

Nadere informatie

pagina 1 van 7 LJN: BW3433, Gerechtshof Arnhem, 11/00626 Datum 11-04-2012 uitspraak: Datum 20-04-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Vennootschapsbelasting.

Nadere informatie

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 6 december 2010, nr. DGB2010/6677M, Staatscourant

Nadere informatie

De Directeur der Belastingen heeft, na de Minister van Financiën hiervan in kennis te hebben gesteld, het volgende besloten.

De Directeur der Belastingen heeft, na de Minister van Financiën hiervan in kennis te hebben gesteld, het volgende besloten. Boetebeleid Belastingdienst Aruba De Directeur der Belastingen heeft, na de Minister van Financiën hiervan in kennis te hebben gesteld, het volgende besloten. Dit besluit betreft een wijziging van het

Nadere informatie

MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT

MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT Cassatiemiddelen Schending van het recht, in het bijzonder doel en strekking van artikel 16 lid 2 letter c van de Algemene Wet Rijksbelastingen (hierna ook: I6,2,c AWR),

Nadere informatie

Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis

Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis ECLI:NL:GHARL:2014:2897 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 08-04-2014 Datum publicatie 18-04-2014 Zaaknummer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 754 Wijziging van enkele wetten met het oog op de bestrijding van fraude in de toeslagen en fiscaliteit (Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2017:2696

ECLI:NL:RBZWB:2017:2696 ECLI:NL:RBZWB:2017:2696 Instantie Datum uitspraak 03-05-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 16 _ 1492 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Bijlage bij DGB2013/6109. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen/Brieven en beleidsbesluiten

Bijlage bij DGB2013/6109. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen/Brieven en beleidsbesluiten CONCEPT Bijlage bij DGB2013/6109 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen/Brieven en beleidsbesluiten Besluit van..-..-2013,

Nadere informatie

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Belastingdienst/Centrum voor proces-

Nadere informatie

Besluit Beleidsregels bestuurlijke boeten gemeentelijke belastingen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk;

Besluit Beleidsregels bestuurlijke boeten gemeentelijke belastingen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk; GEMEENTEBLAD Nr. 50554 12 september Officiële uitgave van gemeente Winterswijk. 2014 Besluit Beleidsregels bestuurlijke boeten gemeentelijke belastingen 2014-45927 Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Ingediend op: https://www.internetconsultatie.nl/openbaarmaking. Ministerie van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG Amsterdam,

Nadere informatie

De additionele inwonereis in het verdrag met de Verenigde Staten: Mr. J.A.R. van Eijsden (blz. 1356) Déjà vu

De additionele inwonereis in het verdrag met de Verenigde Staten: Mr. J.A.R. van Eijsden (blz. 1356) Déjà vu Mr. J.A.R. van Eijsden (blz. 1356) Déjà vu Prof. mr. dr. P.G.H. Albert en prof. dr. T.M. Berkhout MRE MRICS (blz. 1363) Vastgoed: box 3, resultaat uit overige werkzaamheden en sfeerovergang De additionele

Nadere informatie

Uitvoeringsregels bestuurlijke boeten Regionale Belasting Groep 2014

Uitvoeringsregels bestuurlijke boeten Regionale Belasting Groep 2014 CVDR Officiële uitgave van Regionale Belasting Groep. Nr. CVDR418066_1 12 december 2017 Uitvoeringsregels bestuurlijke boeten Regionale Belasting Groep 2014 Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46501 28 december 2015 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 23 december 2015

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2193 247 19 19december 2008 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 9 december

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 Instantie Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 05-09-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant AWB-12_5516 Belastingrecht

Nadere informatie

Beleidsregel bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ 2015 Gemeente Gilze en Rijen

Beleidsregel bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ 2015 Gemeente Gilze en Rijen Beleidsregel bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ 2015 Gemeente Gilze en Rijen 24 maart 2015 INHOUD 1. Algemene bepalingen 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen 2. Bestuurlijke Boete 3 Artikel 2

Nadere informatie

Beleidsregels bestuurlijke boete 2017 GR Ferm Werk

Beleidsregels bestuurlijke boete 2017 GR Ferm Werk CVDR Officiële uitgave van Ferm Werk. Nr. CVDR457549_1 26 februari 2018 Beleidsregels bestuurlijke boete 2017 GR Ferm Werk Het dagelijks bestuur van Ferm Werk, gelet op artikel 18a van de Participatiewet,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00637

ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00637 ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 19-05-2016 Datum publicatie 01-06-2016 Zaaknummer 15/00637 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

Beleidsregels boeteoplegging Participatiewet,IOAW en IOAZ 2015 gemeente Heemskerk, eerste wijziging

Beleidsregels boeteoplegging Participatiewet,IOAW en IOAZ 2015 gemeente Heemskerk, eerste wijziging Beleidsregels boeteoplegging Participatiewet,IOAW en IOAZ 2015 gemeente Heemskerk, eerste wijziging 1 december 2015 BIVO/2015/30166 *Z01AEE43B8E* Inhoudsopgave Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Waarschuwing

Nadere informatie

Beleidsregels Boete Participatiewet/Bbz, IOAW en IOAZ Sociale Dienst Oost Achterhoek 2015 en volgende jaren.

Beleidsregels Boete Participatiewet/Bbz, IOAW en IOAZ Sociale Dienst Oost Achterhoek 2015 en volgende jaren. Beleidsregels Boete Participatiewet/Bbz, IOAW en IOAZ Sociale Dienst Oost Achterhoek 2015 en volgende jaren. Artikel 1. Gebruikmaking van de wettelijke bevoegdheid. 1. Het college maakt gebruik van de

Nadere informatie

Beleidsregel bestuurlijke boeten Hefpunt 2015

Beleidsregel bestuurlijke boeten Hefpunt 2015 Beleidsregel bestuurlijke boeten Hefpunt 2015 Het dagelijks bestuur van Hefpunt; gelet op het bepaalde in: hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen; artikel 123, tweede lid en derde

Nadere informatie

Modelbeleidsregels bestuurlijke boeten waterschapsbelastingen

Modelbeleidsregels bestuurlijke boeten waterschapsbelastingen Modelbeleidsregels bestuurlijke boeten waterschapsbelastingen 2012 Het dagelijks bestuur van ; gelet op het bepaalde in: hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen; artikel

Nadere informatie

Beleidsregels Bestuurlijke boete

Beleidsregels Bestuurlijke boete Beleidsregels Bestuurlijke boete 2015.1 Betreffende de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en gedeeltelijk arbeidsongeschikte

Nadere informatie

Concept uitvoeringsbesluiten informatieverplichting. Artikel I (artikel 12bis van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001)

Concept uitvoeringsbesluiten informatieverplichting. Artikel I (artikel 12bis van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001) Concept uitvoeringsbesluiten informatieverplichting Artikel I (artikel 12bis van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001) I. Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 12bis Belastbare

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2015:5573

ECLI:NL:RBZWB:2015:5573 ECLI:NL:RBZWB:2015:5573 Instantie Datum uitspraak 01-07-2015 Datum publicatie 17-09-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 6149 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Handreiking berekening bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW/IOAZ

Handreiking berekening bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW/IOAZ Handreiking berekening bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW/IOAZ Boxmeer, november 2016 I-SZ/2016/2187 I-SZ/2016/2187: Handreiking berekening bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW/IOAZ 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Beleidsregels Bestuurlijke boete

Beleidsregels Bestuurlijke boete Beleidsregels Bestuurlijke boete 2015.1 Betreffende de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en gedeeltelijk arbeidsongeschikte

Nadere informatie

Aanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg

Aanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK-13/00338 Uitspraak van 3 januari 2014 in het geding tussen: [X], wonende te [Z], belanghebbende, en de directeur van de Belastingdienst/

Nadere informatie

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, AKC, team Formeel Recht Besluit van 25 juni 2009, nr. CPP2009/1062M,

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden Hoge Raad der Nederlanden D e r d e K a m e r nr. 24.702 12 oktober 1988 AHN Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de vennootschap onder firma X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAC:2016:121

ECLI:NL:OGEAC:2016:121 ECLI:NL:OGEAC:2016:121 Instantie Datum uitspraak 18-10-2016 Datum publicatie 23-12-2016 Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Zaaknummer BBZ nrs. CUR201500851, CUR201500852 en CUR201500853 van 2015 Rechtsgebieden

Nadere informatie

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving)

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Inleiding Op 24 november 2014 heeft de CRvB de eerste uitspraak gedaan over boetes

Nadere informatie

Rapport Datum: 23 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/153

Rapport Datum: 23 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/153 Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst te Almere (voorheen Belastingdienst/Randmeren) Datum: 23 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/153 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de ontvanger van

Nadere informatie

De Hoge Raad der Nederlanden,

De Hoge Raad der Nederlanden, 2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF

RAADSINFORMATIEBRIEF RAADSINFORMATIEBRIEF Onderwerp: Wijziging uitvoering bestuurlijke boete SZW Registratienummer: 00534621 Datum: 13 januari 2015 Portefeuillehouder: M.M. Schlösser Steller: N Bellakhal Nummer: RIB-MS-1503

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 754 Wijziging van enkele wetten met het oog op de bestrijding van fraude in de toeslagen en fiscaliteit (Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit)

Nadere informatie

Beleidsregels bestuurlijke boete Wet Basisregistratie Personen

Beleidsregels bestuurlijke boete Wet Basisregistratie Personen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zaanstad. Nr. 78815 27 augustus 2015 Beleidsregels bestuurlijke boete Wet Basisregistratie Personen Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Zaanstad,

Nadere informatie

vtleert GEMEENTE gemeentelijke belastingen 2015 Beleidsregels voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij

vtleert GEMEENTE gemeentelijke belastingen 2015 Beleidsregels voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij GEMEENTE vtleert COLLEGEBESLUIT Het college van burgemeester en wethouders van Weert; gelet op het bepaalde in: - hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen; - artikel 231, eerste lid

Nadere informatie

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rechtbank Gelderland AWB - 15 _ Belastingrecht

Rechtbank Gelderland AWB - 15 _ Belastingrecht ECLI:NL:RBGEL:2016:3153 Permanente http://deeplink. Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Gelderland 14-06-2016 14-06-2016

Nadere informatie

A 2013 N 53 PUBLICATIEBLAD. De Waarnemende Gouverneur van Curaçao,

A 2013 N 53 PUBLICATIEBLAD. De Waarnemende Gouverneur van Curaçao, A 2013 N 53 PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 24 ste april 2013, no. 13/0990, houdende vaststelling van de tekst van de Algemene landsverordening Landsbelastingen. De Waarnemende Gouverneur van Curaçao,

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx pagina 1 van 5 LJN: BV7053, Gerechtshof Arnhem, 11/00315 Datum uitspraak:14-02-2012 Datum 28-02-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Omzetbelasting.

Nadere informatie

Frauderende werknemers, bestuurdersaansprakelijkheid en de melding betalingsonmacht: even Apeldoorn bellen of risico van het vak?

Frauderende werknemers, bestuurdersaansprakelijkheid en de melding betalingsonmacht: even Apeldoorn bellen of risico van het vak? Frauderende werknemers, bestuurdersaansprakelijkheid en de melding betalingsonmacht: even Apeldoorn bellen of risico van het vak? Fiscaal Tijdschrift Vermogen 2014/7-8 Belastingjaar/tijdvak Wetsartikelen

Nadere informatie

REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI)

REACTIE OP HET FISCALE BODEMRECHT VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) mr. R.M. Bottse* I n AJV-Nieuwsbrief no.1, 2016 (januari) verscheen een bijdrage van de hand van mr. R. Rosaria

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

Beleidsregels VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014

Beleidsregels VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014 Beleidsregels VOOR HET TOEKENNEN VAN AMBTSHALVE VERMINDERINGEN VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014 Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen

Nadere informatie

Artikel 1 Afkortingen. Artikel 2 Begripsbepalingen

Artikel 1 Afkortingen. Artikel 2 Begripsbepalingen Was Artikel 1. Gebruikmaking van de wettelijke bevoegdheid 1. Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het afzien van het opleggen van een bestuurlijke boete ingevolge artikel 18a, vierde lid,

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 De geschiedenis van individuele straftoemeting in het fiscale bestuurlijke boeterecht / 17

HOOFDSTUK 2 De geschiedenis van individuele straftoemeting in het fiscale bestuurlijke boeterecht / 17 INHOUDSOPGAVE Afkortingenlijst / XV HOOFDSTUK 1 Inleiding / 1 1.1 Achtergrond / 1 1.2 Theorie versus praktijk / 4 1.3 Doel en probleemstelling / 5 1.4 Onderzoeksobject en afbakening / 7 1.5 Onderzoeksmethoden

Nadere informatie

de directeur van het onderdeel Belastingregio Belastingdienst/Limburg van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur,

de directeur van het onderdeel Belastingregio Belastingdienst/Limburg van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur, LJN: BZ5455, Gerechtshof 's-hertogenbosch, 12/00355 Datum uitspraak: 21-02-2013 Datum publicatie: 25-03-2013 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Belanghebbende is door

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:5568

ECLI:NL:RBDHA:2015:5568 ECLI:NL:RBDHA:2015:5568 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 08-07-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 8571 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:

Nadere informatie

Algemene landsverordening Landsbelastingen

Algemene landsverordening Landsbelastingen P.B. 2001/89 Algemene landsverordening Landsbelastingen Hoofdstuk I Algemene bepalingen Werkingssfeer Art. 1. 1. De bepalingen van deze landsverordening gelden bij de heffing van: a. inkomstenbelasting

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549 ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 09-12-2010 Datum publicatie 05-01-2011 Zaaknummer 09/00549 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Gemeente Raalte Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz

Gemeente Raalte Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Raalte. Nr. 3849 19 januari 2016 Gemeente Raalte Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet,

Nadere informatie

De belastingadviseur als beboetbare facilitator. 1 juni 2017 Ludwijn Jaeger Vanessa Huygen van Dyck-Jagersma

De belastingadviseur als beboetbare facilitator. 1 juni 2017 Ludwijn Jaeger Vanessa Huygen van Dyck-Jagersma De belastingadviseur als beboetbare facilitator 1 juni 2017 Ludwijn Jaeger Vanessa Huygen van Dyck-Jagersma Programma Aanleiding Intro Artikel 10a AWR Deelnemingsvormen bij vergrijpboeten Toerekening bij

Nadere informatie

tegen de uitspraak in de zaak no. AWB 09/4085 van de rechtbank Haarlem in het geding tussen

tegen de uitspraak in de zaak no. AWB 09/4085 van de rechtbank Haarlem in het geding tussen Hof Amsterdam 29 maart 2012, nr. 10/00090 Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 10/00090 29 maart 2012 uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van de inspecteur van de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7853

ECLI:NL:RBDHA:2017:7853 ECLI:NL:RBDHA:2017:7853 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-06-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 9978 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie