Rosemount 644-temperatuurtransmitter
|
|
- Leo van Wijk
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Snelstartgids , Rev DB Rosemount 644-temperatuurtransmitter met 4-20 ma HART -protocol (revisie 5 en 7) Opmerking Controleer voordat u de transmitter start of de juiste device driver op de hostsystemen is geïnstalleerd. Zie pagina 3 voor gereedheid van het systeem.
2 Snelstartgids MEDEDELING Deze handleiding bevat elementaire richtlijnen voor Rosemount 644-transmitters. De handleiding bevat geen instructies voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, reparatie of probleemoplossing of voor explosieveilige, drukvaste of intrinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de naslaghandleiding voor de Rosemount 644 (publicatienummer ) voor nadere instructies. Deze handleiding is ook in digitale vorm beschikbaar op WAARSCHUWING Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg het gedeelte over goedkeuringen in de naslaghandleiding van de 644 voor bepalingen in verband met veilige installatie. Verifieer voordat u een op HART gebaseerde communicator in een explosiegevaarlijke atmosfeer aansluit dat alle instrumenten in de kring zijn geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige of niet-vonkende veldbedradingsmethoden. Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Voorkom aanraking van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan, die elektrische schokken kan veroorzaken. Kabelgoot-/kabelingangen Tenzij anders vermeld zijn de kabelbuis-/kabelingangen in de transmitterbehuizing voorzien van een 1 /2-14 NPT-draad. Ingangen met de aanduiding M20 zijn voorzien van een M20 1,5 schroefdraad. Op instrumenten met meerdere kabelbuisopeningen hebben alle ingangen dezelfde schroefdraad. Gebruik alleen pluggen, adapters, wartels en kabelgoten met een geschikte schroefdraad wanneer u deze openingen afsluit. Gebruik bij installatie op explosiegevaarlijke locaties in kabel- en kabelgootingangen uitsluitend pluggen, adapters en wartels met de juiste vermelding of met de certificering Ex. Inhoud Gereedheid van het systeem Transmitter installeren Stel de alarmschakelaar in Controleer de configuratie Monteer de transmitter Leg de bedrading en voeding aan Voer een kringtest uit Met veiligheidsinstrumenten uitgeruste systemen Productcertificeringen
3 Snelstartgids Gereedheid van het systeem Controleer of het systeem kan werken met de HART-revisie Controleer als u een op HART gebaseerd systeem voor besturing of middelenbeheer gebruikt eerst of deze systemen met HART kunnen worden gebruikt voordat u de transmitter installeert. Niet alle systemen kunnen communiceren volgens het protocol van HART-revisie 7. Deze transmitter kan worden geconfigureerd voor HART-revisie 5 of 7. Zie Controleer de configuratie op pagina 5 voor instructies over het wijzigen van de HART-revisie van uw transmitter. Controleer of de device driver juist is Controleer voor een goede communicatie of de bestanden van de meest recente device driver op uw systemen zijn geïnstalleerd. Download de nieuwste device driver via ges/aboutdeviceinstallkits.aspx of Instrumentrevisies en bestanden Rosemount 644 Tabel 1 bevat de informatie die u nodig hebt om er zeker van te zijn dat u beschikt over de juiste device driver-bestanden en documentatie voor uw instrument. Tabel 1. Instrumentrevisies en bestanden Rosemount 644 Softwaredatum Identificeer het instrument Zoek de device driver-bestanden Lees de instructies Controleer de functionaliteit Datum Revisie NAMURsoftware Revisie HARTsoftware HART universalrevisie (1) Instrumentrevisie (2) Documentnumme r handleiding Wijzigingen in de software (3) Juni Zie Voetnoot 3 voor een lijst van veranderingen. 1. De NAMUR-softwarerevisie staat vermeld op het label van het instrument. De HART-software-revisie kan worden afgelezen met een voor HART geschikt communicatie-instrument. 2. De bestandsnaam van de device driver bevat de instrument- en DD-revisie, bijv. 10_01. Het HART-protocol is zo ontworpen dat ook oudere revisies van de device driver kunnen communiceren met nieuwe HART-instrumenten. Om gebruik te kunnen maken van de nieuwe functies moet u de nieuwe device driver downloaden. Voor complete functionaliteit wordt aangeraden om nieuwe device driver-bestanden te downloaden. 3. HART-revisie 5 en 7 selecteerbaar, ondersteuning dubbele sensor, gecertificeerde veiligheid, geavanceerde diagnose (indien besteld), verhoogde nauwkeurigheid en stabiliteit (indien besteld). 3
4 Snelstartgids Transmitter installeren Stap 1: Stel de alarmschakelaar in Stel de alarmschakelaar van de 644 in voordat u het instrument in werking stelt. Zonder lcd-display: 1. Stel de kring in op handmatig (indien van toepassing) en ontkoppel de voeding. 2. Verwijder het behuizingsdeksel. 3. Zet de schakelaar op de gewenste stand (H voor hoog, L voor laag) en installeer het behuizingsdeksel. 4. Schakel de voeding in en stel de kring in op automatische regeling. Afbeelding 1. Plaatsing van de alarmschakelaar 644-transmitter 644 veldmontage A A. Alarmschakelaar Opmerking Verwijder als u een lcd-display gebruikt eerst het roze schuimrubber tussen de lcd-display en het deksel. Het schuimrubber kan worden weggegooid. Verwijder vervolgens de display door deze los te halen van de bovenkant van het instrument. Zet daarna de schakelaar in de gewenste positie en plaats de lcd-display terug. 4
5 Snelstartgids Stap 2: Controleer de configuratie Controleer de configuratie van de Rosemount 644 na ontvangst van uw transmitter met behulp van een met HART compatibel configuratie-instrument. Zie de naslaghandleiding voor de Rosemount 644 ( ) voor aanwijzingen over configuratie met AMS Device Manager. De 644 communiceert via de veldcommunicator (voor communicatie is een kringweerstand vereist van tussen de 250 en 1100 ohm). Niet gebruiken als de spanning op de aansluitklem lager is dan 12 V d.c. Raadpleeg de naslaghandleiding voor de 644 (publicatienummer ) en die van de veldcommunicator voor nadere informatie. Controleer de configuratie met een veldcommunicator Voor controle van de configuratie moet een Rosemount 644 DD (device descriptor) op de veldcommunicator geïnstalleerd zijn. De sneltoetsreeksen voor de meest recente DD staan vermeld in Tabel 2 op pagina 6. Neem voor de sneltoetsreeksen van oudere DD s contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger van Emerson Process Management. Volg de volgende stappen om vast te stellen of er een upgrade moet worden uitgevoerd. 1. Sluit de sensor aan (zie het bedradingsschema op het bovenste label van het instrument). 2. Sluit de werktafelvoeding aan op de voedingsaansluitingen ( + of ). 3. Sluit een veldcommunicator aan op de meetkring over een kringweerstand of bij de voedings-/signaalaansluitingen op de transmitter. 4. Het volgende bericht verschijnt als de communicator een oudere versie van de DD s bevat: Device Description Not Installed The Device Description for manufacturer 0x26 model 0x2618 dev rev 8/9 is not installed on the System Card see Programming Utility for details on Device Description updates Do you wish to proceed in forward compatibility mode? (Instrumentbeschrijving niet geïnstalleerd De instrumentbeschrijving voor fabrikant 0x26 model 0x2618 app. rev 8/9 is niet geïnstalleerd op de systeemkaart zie programmeringsinstrument voor details over updates van instrumentbeschrijving Wilt u doorgaan in voorwaartse compatibiliteitsmodus?) Als dit bericht niet verschijnt, is de meest recente DD geïnstalleerd. Als de nieuwste versie niet beschikbaar is, zal de communicator toch goed communiceren. Wanneer de transmitter echter geconfigureerd is voor gebruik van de geavanceerde functies van de transmitter, zult u problemen ondervinden bij het communiceren en wordt u verzocht de communicator uit te schakelen. Voer om dat te voorkomen een upgrade uit naar de nieuwste DD, of beantwoord de vraag met NO (NEE), dan krijgt de transmitter weer de generieke standaardfuncties. 5
6 Snelstartgids Opmerking Emerson beveelt aan om de meest recente DD te installeren, zodat u over alle functies kunt beschikken. Ga naar voor informatie over het updaten van de DD-bibliotheek. Gebruikersinterface veldcommunicator Voor configuratie van dit instrument zijn twee gebruikersinterfaces beschikbaar. De Sneltoetsreeks voor instrumentrevisie 8 en 9 (HART 5 en 7), DD-revisie 1 in Tabel 2 kan worden gebruikt voor het configureren en opstarten van de transmitter. Afbeelding 2. Gebruikersinterface veldcommunicator Tabel 2. Sneltoetsreeks voor instrumentrevisie 8 en 9 (HART 5 en 7), DD-revisie 1 Functie HART 5 HART 7 Alarm Values (alarmwaarden) 2, 2, 5, 6 2, 2, 5, 6 Analog Calibration (analoge kalibratie) 3, 4, 5 3, 4, 5 Analog Output (analoge uitgang) 2, 2, 5, 1 2, 2, 5, 1 Average Temperature Setup (instelling gemiddelde temperatuur) 2, 2, 3, 3 2, 2, 3, 3 Burst Modus (burstmodus) 2, 2, 8, 4 2, 2, 8, 4 Comm Status (communicatiestatus) N.v.t. 1, 2 Configure additional messages (nog meer berichten configureren) N.v.t. 2, 2, 8, 4, 7 Configure Hot Backup (hot backup configureren) 2, 2, 4, 1, 3 2, 2, 4, 1, 3 D/A Trim (D/A-trim) 3, 4, 4, 1 3, 4, 4, 1 Damping Values (dempingswaarden) 2, 2, 1, 5 2, 2, 1, 6 Date (datum) 2, 2, 7, 1, 2 2, 2, 7, 1, 3 Display Setup (displayconfiguratie) 2, 1, 4 2, 1, 4 Descriptor (beschrijving) 2, 2, 7, 1, 4 2, 2, 7, 1, 5 6
7 Snelstartgids Tabel 2. Sneltoetsreeks voor instrumentrevisie 8 en 9 (HART 5 en 7), DD-revisie 1 Functie HART 5 HART 7 Device Information (instrumentinformatie) 1, 8, 1 1, 8, 1 Differential Temperature Setup (instelling verschiltemperatuur) 2, 2, 3, 1 2, 2, 3, 1 Drift Alert (verloopwaarschuwing) 2, 2, 4, 2 2, 2, 4, 2 Filter 50/60 Hz 2, 2, 7, 4, 1 2, 2, 7, 4, 1 First Good Temperature Setup (instelling eerste goede temperatuur) 2, 2, 3, 2 2, 2, 3, 2 Hardware Revision (hardwarerevisie) 1, 8, 2, 3 1, 8, 2, 3 HART Lock (HART-vergrendeling) N.v.t. 2, 2, 9, 2 Intermittent Sensor Detect (periodieke sensordetectie) 2, 2, 7, 4, 2 2, 2, 7, 4, 2 Loop Test (kringtest) 3, 5, 1 3, 5, 1 Locate Device (instrument zoeken) N.v.t. 3, 4, 6, 2 Lock Status (vergrendelingsstatus) N.v.t. 1, 8, 3, 8 LRV (Lower Range Value; minimale meetwaarde) 2, 2, 5, 5, 3 2, 2, 5, 5, 3 LSL (Lower Sensor Limit; onderste sensorlimiet) 2, 2, 1, 7, 2 2, 2, 1, 8, 2 Message (bericht) 2, 2, 7, 1, 3 2, 2, 7, 1, 4 Open Sensor Holdoff (nog geen open sensor) 2, 2, 7, 3 2, 2, 7, 3 Percent Range (percentagebereik) 2, 2, 5, 2 2, 2, 5, 2 Sensor 1 Configuration (configuratie sensor 1) 2, 1, 1 2, 1, 1 Sensor 2 Configuration (configuratie sensor 2) 2, 1, 1 2, 1, 1 Sensor 1 Serial Number (serienummer sensor 1) 2, 2, 1, 6 2, 2, 1, 7 Sensor 2 Serial Number (serienummer sensor 2) 2, 2, 2, 7 2, 2, 2, 8 Sensor 1 Status (status sensor 1) N.v.t. 2, 2, 1, 2 Sensor 2 Status (status sensor 2) N.v.t. 2, 2, 2, 2 Sensor 1 Type (type sensor 1) 2, 2, 1, 2 2, 2, 1, 3 Sensor 2 Type (type sensor 2) 2, 2, 2, 2 2, 2, 2, 3 Sensor 1 Unit (eenheid sensor 1) 2, 2, 1, 4 2, 2, 1, 5 Sensor 2 Unit (eenheid sensor 2) 2, 2, 2, 4 2, 2, 2, 5 Simulate Digital Signal (simuleer digitaal signaal) N.v.t. 3, 5, 2 Software Revision (software-revisie) 1, 8, 2, 4 1, 8, 2, 4 Tag (label) 2, 2, 7, 1, 1 2, 2, 7, 1, 1 Long Tag (lang label) N.v.t. 2, 2, 7, 1, 2 Terminal Temperature (aansluitklemtemperatuur) 2, 2, 7, 1 2, 2, 8, 1 URV (Upper Range Value; maximale meetwaarde) 2, 2, 5, 5, 2 2, 2, 5, 5, 2 USL (Upper Sensor Limit; bovenste sensorlimiet) 2, 2, 1, 7, 2 2, 2, 1, 8, 2 Variable Mapping (toewijzing variabelen) 2, 2, 8, 5 2, 2, 8, 5 2-wire Offset Sensor 1 (2-draads offset-sensor 1) 2, 2, 1, 9 2, 2, 1, 10 2-wire Offset Sensor 2 (2-draads offset-sensor 2) 2, 2, 2, 9 2, 2, 2, 10 7
8 Snelstartgids Invoeren of controleren van Callendar-Van-Dusen-constanten Als er bij deze transmitter-sensorcombinatie gebruik wordt gemaakt van sensor-matching, controleer dan de invoer van constanten. 1. Selecteer vanuit het scherm HOME (startscherm) 2 Configure (configureren), 2 Manual Setup (handmatige setup), 1 Sensor (sensor). 2. Stel de regelkring in op handmatig en selecteer OK. 3. Selecteer bij de prompt ENTER SENSOR TYPE (voer sensortype in) de optie Cal VanDusen. 4. Selecteer bij de prompt ENTER SENSOR CONNECTION (voer sensorverbinding in) het juiste aantal draden. 5. Voer wanneer daarom gevraagd wordt de Ro-, Alfa-, Bèta- en Deltawaarden in die vermeld staan op het roestvrijstalen label dat bevestigd is aan de bijbestelde sensor. 6. Zet de regelkring terug op automatische regeling en selecteer OK. 7. U kunt de functie voor matching van de transmitter en sensor uitschakelen via STARTSCHERM, 2 Configureren, 2 Handmatige setup, 1 Sensor, 10 SensorMatching-CVD. 8. Kies bij de prompt VOER SENSORTYPE IN het juiste sensortype. Controle van de configuratie met een Local Operator Interface (LOI, lokale bediening) De optionele LOI kan worden gebruikt voor het in bedrijf stellen van het instrument. De LOI heeft twee knoppen. Druk op een willekeurige knop om de LOI te activeren. De functies van de LOI-knoppen staan weergegeven op de onderste hoeken van de display. Zie Tabel 3 en Afbeelding 4 voor de werking van de knoppen en informatie over de menu s. Afbeelding 3. Lokale bediening (LOI) 8
9 Snelstartgids Tabel 3. Werking van de knoppen op de LOI Knop Links Nee SCROLLEN Rechts Ja ENTER Afbeelding 4. LOI-menu CONFIGURATIE WEERGEVEN CONFIGURATIE SENSOR EENHEDEN Sensortype en verbinding configureren Controleer alle toepasselijke parameters die op de transmitter zijn ingesteld Temperatuureenheden instellen BEREIK OPNIEUW INSTELLEN KRINGTEST DISPLAY UITGEBREID MENU Transmitterbereik opnieuw instellen De analoge uitgang instellen om de integriteit van de kring te testen Display configureren Kalibratie Demping Toewijzing variabelen Label Alarmverz.waarden Wachtwoord Simuleren HART-rev. Hot backup configureren Verloopwaarschuwing TC-diagnose configureren Min./max. track Overschakelen naar een andere HART-revisie Niet alle systemen kunnen communiceren volgens het protocol van HART-revisie 7. Deze transmitter kan met behulp van een voor HART geschikt configuratie-instrument geconfigureerd worden voor HART-revisie 5 of 7. De bijgewerkte configuratiemenu s bevatten een HART Universal-revisieparameter, die, indien toegankelijk voor uw systeem, kan worden geconfigureerd als 5 of 7. Zie Tabel 2 voor de sneltoetsreeks. De configuratiemenu s in Tabel 2 zijn niet beschikbaar als het instrument voor HART-configuratie niet kan communiceren met HART-revisie 7. Volg de onderstaande instructies om vanuit de generieke modus over te schakelen op de HART Universal-revisieparameter. 9
10 Snelstartgids 1. Ga naar Configureren>Handmatige setup>instrumentinformatie>identification (identificatie)>bericht. a. Voer de volgende gegevens in om uw instrument om te zetten naar HART-revisie 7: HART7 in het veld Bericht. b. Voer de volgende gegevens in om uw instrument om te zetten naar HART-revisie 5: HART5 in het veld Bericht. Opmerking Zie Tabel 2 op pagina 6 voor het wijzigen van de HART-revisie als de juiste device driver is geladen. 10
11 Snelstartgids Stap 3: Monteer de transmitter Monteer de transmitter op een hoog punt in de kabelbuis om te voorkomen dat er vocht in de transmitterbehuizing lekt. Transmitter voor kopmontage en sensor met DIN-plaat installeren 1. Bevestig de beschermbuis in de wand van de buis of het procesvat. 2. Monteer de beschermbuis en draai deze aan voordat u de procesdruk aanlegt. 3. Controleer de stand van de storingsmodusschakelaar van de transmitter. 4. Monteer de transmitter op de sensor. Druk de transmittermontageschroeven door de sensormontageplaat. 5. Leg de bedrading aan van de transmitter naar de sensor (zie Leg de bedrading en voeding aan op pagina 15). 6. Steek het geheel van transmitter en sensor in de aansluitkop. a. Draai de transmittermontageschroef in de montageopeningen in de aansluitkop. b. Bevestig het verlengstuk op de aansluitkop. c. Steek het samenstel in de beschermbuis. 7. Wanneer u een kabelwartel gebruikt, dient u deze correct aan een kabelingang in de behuizing te bevestigen. 8. Plaats de draden van de afgeschermde kabel via de kabelingang in de aansluitkop. 9. Sluit de draden van de afgeschermde voedingskabel aan op de voedingsaansluitklemmen van de transmitter. Pas op dat u de sensorbedrading en de sensoraansluitklemmen niet aanraakt. 10. Sluit de kabelwartel aan en draai hem aan. 11. Installeer het deksel van de aansluitkop en draai het aan. De behuizingsdeksels moeten geheel worden vastgezet om te voldoen aan de vereisten voor explosieveiligheid. A B C D E F A. Kap van aansluitkop B. Aansluitkop C. Beschermbuis D. Transmittermontageschroeven E. Sensor voor integrale montage met losse draden F. Verlengstuk 11
12 Snelstartgids Transmitter voor kopmontage met sensor met schroefdraad installeren (2 of 3 kabelgootingangen) 1. Bevestig de beschermbuis in de wand van de buis of het procesvat. 2. Monteer de beschermbuizen en draai ze aan voordat u de procesdruk aanlegt. 3. Bevestig de benodigde verlengnippels en adapters op de beschermbuis. 4. Dicht de nippel- en adapterschroefdraad af met siliconentape. 5. Schroef de sensor in de beschermbuis. Installeer indien nodig afvoerafdichtingen voor zware omstandigheden of om te voldoen aan de geldende voorschriften. 6. Controleer of de storingsmodusschakelaar van de transmitter in de juiste stand staat. 7. Controleer de juiste installatie van de integrale overspanningsbeveiliging (optiecode T1) op de 644 door te controleren of de volgende stappen zijn voltooid: a. Controleer of de overspanningsbeveiliging goed op de aansluitkast van de transmitter is aangesloten. b. Controleer of de voedingsdraden van de overspanningsbeveiliging goed zijn vastgezet onder de schroeven van de voedingsklemmen van de transmitter. c. Controleer of de aardgeleider van de overspanningsbeveiliging is vastgezet op de inwendige aardschroef in de universele kop. Opmerking Voor de overspanningsbeveiliging is een behuizing met een diameter van ten minste 89 mm (3,5 inch) vereist. 8. Trek de sensordraden door de universele kop en de opening in het midden van de transmitter. 9. Monteer de transmitter in de universele kop door de transmittermontageschroeven in de montageopeningen van de universele kop te schroeven. 10. Monteer de transmitter met sensor in de beschermbuis, of monteer ze desgewenst extern. 11. Dicht de adapterschroefdraad af met siliconentape. 12
13 Snelstartgids 12. Trek de draden voor veldbedrading door de kabelbuis in de universele kop. Sluit de sensor- en voedingsdraden aan op de transmitter. Vermijd contact met andere aansluitklemmen. 13. Installeer het deksel van de universele kop en draai het aan. De behuizingsdeksels moeten geheel worden vastgezet om te voldoen aan de vereisten voor explosieveiligheid. A B D C E A. Beschermbuis met schroefdraad B. Sensor met schroefaansluiting C. Standaard verlengstuk D. Universele kop (transmitter binnenin) E. Kabelingang 13
14 Snelstartgids Transmitter voor veldmontage met sensor met schroefdraad installeren 1. Bevestig de beschermbuis in de wand van de buis of het procesvat. Monteer de beschermbuizen en draai ze aan voordat u de procesdruk aanlegt. 2. Bevestig de benodigde verlengnippels en adapters op de beschermbuis. 3. Dicht de nippel- en adapterschroefdraad af met siliconentape. 4. Schroef de sensor in de beschermbuis. Installeer indien nodig afvoerafdichtingen voor zware omstandigheden of om te voldoen aan de geldende voorschriften. 5. Controleer of de storingsmodusschakelaar van de transmitter in de juiste stand staat. 6. Monteer de transmitter met sensor in de beschermbuis, of monteer ze desgewenst extern. 7. Dicht de adapterschroefdraad af met siliconentape. 8. Trek de draden voor veldbedrading door de kabelgoot in de behuizing voor veldmontage. Sluit de sensor- en voedingsdraden aan op de transmitter. Vermijd contact met andere aansluitklemmen. 9. Installeer de deksels van de twee compartimenten en zet ze stevig vast. De behuizingsdeksels moeten geheel worden vastgezet om te voldoen aan de vereisten voor explosieveiligheid. A B D C E A. Beschermbuis met schroefdraad B. Sensor met schroefaansluiting C. Standaard verlengstuk D. Behuizing voor veldmontage (transmitter binnenin) E. Kabelingang 14
15 Snelstartgids Stap 4: Leg de bedrading en voeding aan Leg de bedrading aan van de transmitter naar de sensor Het bedradingsschema bevindt zich op het bovenste label op het instrument, onder de aansluitklemschroeven. Transmitter 644 voor kopmontage Afbeelding 5. Bedradingsschema s voor 644 voor kopmontage met enkele en dubbele ingang Bedrading enkele ingang 2-draads RTD en Ω 3-draads RTD en Ω 4-draads RTD en Ω Thermokoppel en mv Bedrading twee ingangen Dubbele 2-draads RTD en Ω Dubbele 3-draads RTD en Ω Dubbel thermokoppel en mv * Om een RTD met een compensatiekring te kunnen herkennen, moet de transmitter worden geconfigureerd voor ten minste een 3-draads RTD. ** Rosemount Inc. levert 4-draads sensoren voor alle RTD s met één element. Gebruik deze RTD s in 3-draadsconfiguraties door de aders die u niet nodig hebt, niet aan te sluiten en ze te isoleren met isolatietape. 15
16 Snelstartgids 644-transmitter voor veldmontage Afbeelding 6. Bedradingsschema s voor 644 voor veldmontage met enkele en dubbele ingang Bedrading enkele ingang 2-draads RTD en Ω 3-draads RTD en Ω 4-draads RTD en Ω Thermokoppel en mv Bedrading twee ingangen Dubbele 2-draads RTD en Ω Dubbele 3-draads RTD en Ω Dubbel thermokoppel en mv Sluit de transmittervoeding aan 16 Voor gebruik van de transmitter is een externe voeding vereist. 1. Verwijder het behuizingsdeksel (indien van toepassing). 2. Sluit de positieve voedingsdraad aan op de + -aansluitklem. Sluit de negatieve voedingsdraad aan op de -aansluitklem. - Bij gebruik van een overspanningsbeveiliging moeten de voedingsdraden worden aangesloten op de bovenkant van de overspanningsbeveiliging. Raadpleeg het etiket op de overspanningsbeveiliging voor identificatie van de plus- en minpool. 3. Draai de aansluitklemschroeven aan. Voor het vastdraaien van de sensor- en voedingsdraden bedraagt het maximale aanhaalmoment 0,7 Nm (6 inch-lb.). 4. Plaats het deksel terug en draai het aan (indien van toepassing). 5. Schakel de spanning in (12 42 V d.c.).
17 Snelstartgids Belastingsbegrenzing De vereiste spanning over de voedingsaansluitingen van de transmitter bedraagt 12 tot 42,4 V d.c. (de voedingsaansluitingen hebben een nominale belastbaarheid van 42,4 V d.c.). Om beschadiging van de transmitter te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat de spanning over de aansluitingen tijdens het wijzigen van de configuratieparameters niet onder 12,0 V d.c. zakt. Aard de transmitter Voor een goede aarding is het belangrijk dat de afscherming van de instrumentkabel: kort wordt afgeknipt en wordt geïsoleerd zodat deze niet tegen de transmitterbehuizing aankomt; wordt verbonden met de volgende afscherming als de kabel door een aansluitkast wordt geleid; wordt verbonden met een goed aardpunt aan de voedingszijde. Opmerking Gebruik voor een optimaal resultaat afgeschermde kabel met getwiste aders. Gebruik een draad van 24 AWG of dikker en van ten hoogste 1500 meter (5000 ft.) lengte. Ongeaarde thermokoppel-, mv- en RTD-/ohmingangen Elke procesinstallatie heeft specifieke vereisten voor aarding. Gebruik de aardopties die ter plaatse voor dit specifieke sensortype worden aanbevolen of begin met aardoptie 1 (de meest gebruikelijke). Optie 1 1. Verbind de afscherming van de sensorbedrading met de transmitterbehuizing. 2. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van omliggende objecten die mogelijk geaard zijn. 3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde. A B C DCS D A. Sensordraden B. Transmitter C. Aardpunt afscherming D ma-kring 17
18 Snelstartgids Optie 2 1. Verbind de afscherming van de signaalbedrading met de afscherming van de sensorbedrading. 2. Zorg dat de twee afschermingen aan elkaar bevestigd zijn en elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing. 3. Aard de afscherming uitsluitend aan de voedingszijde. 4. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van de omliggende geaarde objecten. A B C DCS D A. Sensordraden B. Transmitter C. Aardpunt afscherming D ma-kring 5. Verbind de afschermingen met elkaar, zodanig dat ze elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitter. Optie 3 1. Aard de afscherming van de sensorbedrading indien mogelijk bij de sensor. 2. Zorg dat de afscherming van de sensorbedrading en die van de signaalbedrading elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing. 3. Verbind de afscherming van de signaalbedrading niet met de afscherming van de sensorbedrading. 4. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde. A B C DCS D A. Sensordraden B. Transmitter C. Aardpunt afscherming D ma-kring 18
19 Snelstartgids Geaarde thermokoppelingangen Optie 1 1. Aard de afscherming van de sensorbedrading bij de sensor. 2. Zorg dat de afscherming van de sensorbedrading en die van de signaalbedrading elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing. 3. Verbind de afscherming van de signaalbedrading niet met de afscherming van de sensorbedrading. 4. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde. A B C DCS D A. Sensordraden B. Transmitter C. Aardpunt afscherming D ma-kring 19
20 Snelstartgids Stap 5: Voer een kringtest uit De opdracht Kringtest controleert de transmitteruitgang, de integriteit van de kring en de werking van registratieapparatuur of gelijksoortige instrumenten die in de kring geïnstalleerd zijn. Een kringtest uitvoeren met een veldcommunicator Start een kringtest 1. Sluit een externe ampèremeter aan in serie met de transmitterkring (zodat de stroom naar de transmitter ergens in de kring door de meter loopt). 2. Voer vanaf het beginscherm de sneltoetsreeks in. Sneltoetsen gebruikersinterface 3, 5, 1 3. Controleer in de testkring of de feitelijke ma-uitgang van de transmitter en de HART ma-waarden overeenkomen. Als de waarden niet identiek zijn, moet de transmitteruitgang worden getrimd of werkt de meter niet goed. Nadat de test is voltooid, wordt op de display weer het kringtestscherm weergegeven. U kunt dan een andere uitgangswaarde kiezen. 4. Selecteer End (beëindigen) en Enter om de kringtest te beëindigen. Een kringtest uitvoeren met AMS Device Manager 1. Klik met de rechtermuisknop op het instrument en selecteer Service Tools (servicehulpmiddelen). 2. Selecteer Simulate (simuleren) in het navigatiepaneel links. 3. Selecteer op het tabblad Simuleren in het groepsvak Analog Output Verification (verificatie analoge uitgang) de toets Perform Loop Test (kringtest uitvoeren). 4. Volg de instructies en selecteer Apply (toepassen) wanneer u klaar bent. Een kringtest uitvoeren met de lokale bediening Zie de onderstaande afbeelding om het pad naar de Kringtest te vinden in het menu van de LOI. 20
21 Snelstartgids Afbeelding 7. Het label configureren met de LOI CONFIGURATIE WEERGEVEN CONFIGURATIE SENSOR EENHEDEN BEREIK OPNIEUW INSTELLEN KRINGTEST DISPLAY UITGEBREID MENU MENU AFSLUITEN 4 ma INSTELLEN 20 ma INSTELLEN AANGEPAST INSTELLEN EINDE KRINGTEST TERUG NAAR MENU MENU AFSLUITEN 21
22 Snelstartgids Met veiligheidsinstrumenten uitgeruste systemen Raadpleeg voor installaties met veiligheidscertificering de naslaghandleiding van de Rosemount 644 (publicatienummer ). Deze handleiding is op elektronisch beschikbaar en is tevens verkrijgbaar bij medewerkers van Emerson Process Management. 22
23 Productcertificeringen Snelstartgids Informatie over Europese richtlijnen Achterin deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EG-verklaring van overeenstemming. De meest recente revisie van de EG-verklaring van overeenstemming is beschikbaar op Certificering normale locaties van FM Approvals De transmitter is volgens de standaardprocedure door FM Approvals onderzocht en getest. Daarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire eisen voor elektrische, mechanische en brandveiligheid. FM Approvals is een in de VS nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health Administration (OSHA). Apparatuur installeren in Noord-Amerika VS De Amerikaanse National Electrical Code (NEC) en de Canadese Electrical Code (CEC) verbieden het gebruik van apparatuur met divisiemarkering in zones of apparatuur met zonemarkering in divisies. De markeringen moeten geschikt zijn voor de gebiedsclassificatie, gas- en temperatuurklasse. Deze informatie is duidelijk vastgelegd in de betreffende codes. E5 FM explosieveilig, niet-vonkend en stofontstekingsbestendig Certificaat: [XP & DIP]: ; [NI]: & Normen: FM-klasse 3600: 2011, FM-klasse 3615: 2006, FM-klasse 3616: 2011, FM-klasse 3810: 2005, NEMA-250: 250: 2003, ANSI/IEC 60529: 2004 Markeringen: XP CL I, DIV 1, GP B, C, D; DIP CL II / III, GP E, F, G; (-50 C T a +85 C); type 4X; zie beschrijving I5 voor markeringen Niet-vonkend I5 FM intrinsieke veiligheid en niet-vonkend Certificaat: [Fieldbus/PROFIBUS op kop PROFIBUS, HART op rail] Normen: FM-klasse 3600: 1998, FM-klasse 3610: 2010, FM-klasse 3611: 2004, FM-klasse 3810: 2005, NEMA 250: 1991 Markeringen: IS CL I / II / III, DIV I, GP A, B, C, D, E, F, G; NI CL I, DIV 2, GP A, B, C, D; Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Als er geen behuizingsoptie is geselecteerd, moet de temperatuurtransmitter van model 644 worden geïnstalleerd in een behuizing die voldoet aan de eisen van ANSI/ISA S82.01 en S82.03 of andere geldende normen voor normale locaties. 2. Optiecode K5 is alleen van toepassing voor een behuizing met Rosemount J5 universele kop (M20 1,5) of Rosemount J6 universele kop ( 1 /2-14 NPT). 3. Er moet een behuizingsoptie worden geselecteerd voor behoud van de classificatie type 4X. 23
24 Snelstartgids Canada Europa Certificaat: [op kop gemonteerde HART] Normen: FM-klasse 3600: 2011, FM-klasse 3610: 2010, FM-klasse 3611: 2004, FM-klasse 3810: 2005, ANSI/NEMA 250: 1991; ANSI/IEC 60529: 2004, ANSI/ISA : 2009, ANSI/ISA : 2009 Markeringen: [geen behuizing]: IS CL I, DIV I, GP A, B, C, D T4; CL I ZONE 0 AEx ia IIC T4 Ga; NI CL I, DIV 2, GP A, B, C, D T5 [met behuizing]: IS CL I / II / III, DIV 1, GP A, B, C, D, E, F, G; NI CL I, DIV 2, GP A, B, C, D Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Als er geen behuizingsoptie is geselecteerd, moet de temperatuurtransmitter van model 644 worden geïnstalleerd in een behuizing met beschermingsgraad IP20 die voldoet aan de eisen van ANSI/ISA en ANSI/ISA De optionele behuizingen van model 644 kunnen aluminium bevatten en brengen bij stoten of wrijving een potentieel ontstekingsrisico met zich mee. Voorkom stoten en wrijving tijdens installatie en gebruik. I6 CSA intrinsieke veiligheid en divisie 2 Certificaat: Normen: CAN/CSA C22.2 nr. 0-M10, CSA-norm C22.2 nr , CAN/CSAC22.2 nr. 94-M91, CSA-norm C22.2 nr. 142-M1987, CAN/CSA-C22.2 nr , CSA-norm C22.2 nr. 213-M1987, C22.2 nr Markeringen: [HART] IS CL I GP A, B, C, D T4/T6; CL I, ZONE 0 IIC; CL I, DIV 2, GP A, B, C, D [Fieldbus/PROFIBUS] IS CL I GP A, B, C, D T4; CL I, ZONE 0 IIC; CL I, DIV 2, GP A, B, C, D K6 CSA explosieveilig, stofontstekingsbestendig, intrinsieke veiligheid en divisie 2 Certificaat: Normen: CAN/CSA C22.2 nr. 0-M10, CSA-norm C22.2 nr , CSA-norm C22.2 nr. 30-M1986, CAN/CSA-C22.2 nr. 94-M91, CSA-norm C22.2 nr. 142-M1987, CAN/CSA-C22.2 nr , CSA-norm C22.2 nr. 213-M1987, C22.2 nr Markeringen: CL I / II / III, DIV 1, GP B, C, D, E, F, Gh Zie beschrijving I6 voor markeringen intrinsieke veiligheid en divisie 2 E1 ATEX drukvast Certificaat: FM12ATEX0065X Normen: EN : 2012, EN : 2007, EN 60529:1991 +A1:2000 Markeringen: II 2 G Ex d IIC T6 T1 Gb, T6(-50 C T a +40 C), T5 T1(-50 C T a +60 C); zie Tabel 4 voor procestemperaturen. Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Zie certificaat voor omgevingstemperatuurbereik. 2. Het niet-metallische label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III. 3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergie van meer dan 4 joule. 4. Raadpleeg de fabrikant als u informatie over de afmetingen van de drukvaste naden nodig hebt. 24
25 Snelstartgids I1 ATEX intrinsieke veiligheid Certificaat: [HART op kop]: Baseefa12ATEX0101X [Fieldbus/PROFIBUS op kop]: Baseefa03ATEX0499X [HART op rail]: BAS00ATEX1033X Normen: EN : 2012, EN : 2012 Markeringen: [HART]: III 1 G Ex ia IIC T6 T4 Ga; [Fieldbus/PROFIBUS]: II 1 G Ex ia IIC T4 Ga; Zie Tabel 5 voor de entiteitsparameters en temperatuurclassificaties. Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. De apparatuur moet worden geïnstalleerd in een behuizing die een bescherming van ten minste IP20 biedt, conform de eisen van IEC Niet-metalen behuizingen moeten een oppervlakteweerstand hebben van minder dan 1 GΩ; behuizingen van een lichte legering of zirkonium moeten bij installatie in een als zone 0 gezoneerde omgeving worden beschermd tegen schokken en frictie. 2. Als het instrument is voorzien van de constructie voor overspanningsbeveiliging, is de apparatuur niet bestand tegen de test van 500 V zoals beschreven in artikel van EN :2012. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden. N1 ATEX-type n met behuizing Certificaat: BAS00ATEX3145 Normen: EN :2012, EN :2010 Markeringen: II 3 G Ex na IIC T5 Gc (-40 C T a +70 C) NC ATEX-type n zonder behuizing Certificaat: [Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: Baseefa13ATEX0093X [HART op kop]: Baseefa12ATEX0102U Normen: EN :2012, EN :2010 Markeringen: [Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: II 3 G Ex na IIC T5 Gc (-40 C T a +70 C) [HART op kop]: II 3 G Ex na IIC T6 T5 Gc; T6(-60 C T a +40 C); T5(-60 C T a +85 C) Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. De temperatuurtransmitter van model 644 moet worden geïnstalleerd in een correct gecertificeerde behuizing, met een beschermingsgraad van ten minste IP54 in overeenstemming met IEC en EN Als de apparatuur is voorzien van de constructie voor overspanningsbeveiliging, kan de apparatuur de test van 500 V niet doorstaan. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden. ND ATEX stof Certificaat: FM12ATEX0065X Normen: EN : 2012, EN : 2009, EN 60529:1991 +A1:2000 Markeringen: II 2 D Ex tb IIIC T130 C Db, (-40 C T a +70 C); IP66 Zie Tabel 4 voor procestemperaturen. Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Zie certificaat voor omgevingstemperatuurbereik. 2. Het niet-metallische label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III. 3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergie van meer dan 4 joule. 4. Raadpleeg de fabrikant als u informatie over de afmetingen van de drukvaste naden nodig hebt. 25
26 Snelstartgids Internationaal E7 IECEx drukvast Certificaat: IECEx FMG X Normen: IEC :2011, IEC : , IEC :2008 Markeringen: Ex d IIC T6 T1 Gb, T6(-50 C T a +40 C), T5 T1(-50 C T a +60 C); zie Tabel 4 voor procestemperaturen. Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Zie certificaat voor omgevingstemperatuurbereik. 2. Het niet-metallische label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III. 3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergie van meer dan 4 joule. 4. Raadpleeg de fabrikant als u informatie over de afmetingen van de drukvaste naden nodig hebt. I7 IECEx intrinsieke veiligheid Certificaat: [HART op kop]: IECEx BAS X [Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: IECEx BAS X Normen: IEC : 2011; IEC : 2011 Markeringen: Ex ia IIC T6 T4 Ga Zie Tabel 5 voor de entiteitsparameters en temperatuurclassificaties. Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. De apparatuur moet worden geïnstalleerd in een behuizing die een bescherming van ten minste IP20 biedt, conform de eisen van IEC Niet-metalen behuizingen moeten een oppervlakteweerstand hebben van minder dan 1 GΩ; behuizingen van een lichte legering of zirkonium moeten bij installatie in een als zone 0 gezoneerde omgeving worden beschermd tegen schokken en frictie. 2. Als het instrument is voorzien van de constructie voor overspanningsbeveiliging, is de apparatuur niet bestand tegen de test van 500 V zoals beschreven in artikel van IEC :2011. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden. N7 IECEx-type n met behuizing Certificaat: IECEx BAS Normen: IEC :2011, IEC :2010 Markeringen: Ex na IIC T5 Gc; T5(-40 C T a +70 C) NG IECEx type n zonder behuizing Certificaat: [Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: IECEx BAS X [HART op kop]: IECEx BAS U Normen: IEC :2011, IEC :2010 Markeringen: [Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: Ex na IIC T5 Gc (-40 C T a +70 C) [HART op kop]: Ex na IIC T6 T5 Gc; T6(-60 C T a +40 C); T5(-60 C T a +85 C) Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. De temperatuurtransmitter van model 644 moet worden geïnstalleerd in een correct gecertificeerde behuizing, met een beschermingsgraad van ten minste IP54 in overeenstemming met IEC en IEC Als de apparatuur is voorzien van de constructie voor overspanningsbeveiliging, kan de apparatuur de test van 500 V niet doorstaan. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden. 26
27 Snelstartgids Brazilië NK IECEx stof Certificaat: IECEx FMG X Normen: IEC : 2011, IEC : 2008 Markeringen: Ex tb IIIC T130 C Db, (-40 C T a +70 C); IP66; Zie Tabel 4 voor procestemperaturen. Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Zie certificaat voor omgevingstemperatuurbereik. 2. Het niet-metallische label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III. 3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergie van meer dan 4 joule. 4. Raadpleeg de fabrikant als u informatie over de afmetingen van de drukvaste naden nodig hebt. E2 INMETRO drukvast Certificaat: NCC X Normen: ABNT NBR IEC :2008, ABNT NBR IEC :2009, NBR 8094:1983 Markeringen: Ex d IIC T6 T1 (-40 C T a +65 C) Gb; IP66W Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Er moet voor worden gezorgd dat de oppervlaktetemperatuur niet hoger wordt dan 85 C als er RTD s of thermokoppels op de transmitter zijn aangebracht. 2. De mechanische en chemische eigenschappen van de procesvloeistof moeten worden beoordeeld om te verzekeren dat ze de temperatuursondes niet aantasten of doen corroderen. 3. Raadpleeg de fabrikant voor informatie over de afmetingen van explosieveilige naden. I2 INMETRO intrinsieke veiligheid Certificaat: CEPEL X Normen: ABNT NBR IEC :2008, ABNT NBR IEC :2009, ABNT NBR IEC :2008, ABNT NBR IEC 60529:2009 Markeringen: Ex ia IIC T* Ga IP66W Zie Tabel 5 voor de entiteitsparameters en temperatuurclassificaties. Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Het apparaat moet geïnstalleerd zijn in een behuizing die een beschermingsgraad van ten minste IP20 biedt. 2. Behuizingen van lichte legeringen of zirkonium moeten bij de installatie worden beschermd tegen schokken en wrijving. 3. Wanneer de maximale temperatuur in de installatieomgeving hoger is dan 50 C, moet de apparatuur worden voorzien van kabels met isolatie die toereikend is voor een temperatuur van ten minste 90 C 27
28 Snelstartgids China E3 China drukvast Certificaat: GYJ Normen: GB , GB , GB Markeringen: Ex d IIC T6 Speciale voorwaarden voor gebruik (X): 1. Certificering geldt voor temperatuurconstructies met temperatuursensor van type 65, 68, 75, 183 of Het omgevingstemperatuurbereik is: Gas/stof Omgevingstemperatuur Gas -40 C T a +65 C Stof -40 C T a +85 C 3. De voorziening voor aardverbinding op de behuizing moet op betrouwbare wijze worden aangesloten. 4. Bij installatie, gebruik en onderhoud in een explosieve gasatmosfeer moet de waarschuwing Niet openen wanneer onder spanning in acht worden genomen. Bij installatie, gebruik en onderhoud in een explosieve stofatmosfeer moet de waarschuwing Niet openen in aanwezigheid van explosieve stofatmosfeer in acht worden genomen. 5. Er mag tijdens installatie geen mengsel worden gebruikt dat de drukvaste behuizing zou kunnen beschadigen. 6. Bij installaties in een explosiegevaarlijke omgeving moeten kabelwartels, kabelgoten en afsluitpluggen worden gebruikt die zijn gecertificeerd als klasse Ex d II C, DIP A20 IP66 door inspectieorganen die handelen in opdracht van de overheid. 7. Onderhoud moet worden uitgevoerd op een niet-explosiegevaarlijke locatie. 8. Tijdens installatie, gebruik en onderhoud in een omgeving met explosieve stoffen moet de behuizing van het product worden gereinigd om het ophopen van stof te voorkomen. Hierbij mag echter geen perslucht worden gebruikt. 9. Het is eindgebruikers niet toegestaan om interne onderdelen te verwisselen; problemen moeten in overleg met de fabrikant worden opgelost om beschadiging van het product te voorkomen. 10. Bij installatie, gebruik en onderhoud van dit product moeten de volgende normen in acht worden genomen: GB Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosfeer Deel 13: Reparatie en revisie voor apparaten die worden gebruikt in een atmosfeer met explosief gas GB Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosfeer Deel 15: Elektrische installaties in explosiegevaarlijke omgevingen (anders dan mijnen) GB Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosfeer Deel 16: Inspectie en onderhoud van elektrische installaties (behalve mijnen) GB Voorschrift voor de bouw en acceptatie van elektrische instrumenten voor explosieve atmosfeer en de installatie van brandgevaarlijke elektrische apparatuur. GB Veiligheidsrichtlijn voor omgevingen met explosief stof GB Elektrische apparaten voor gebruik in de nabijheid van ontvlambaar stof Deel 1-2: Elektrische apparaten die worden beschermd door behuizingen, en oppervlaktetemperatuurbeperking - Selectie, installatie en onderhoud 28
29 Snelstartgids I3 China intrinsieke veiligheid Certificaat: GYJ111384X Normen: GB , GB Markeringen: Ex ia IIC T4/T5/T6 Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. Het omgevingstemperatuurbereik is: Wanneer onder Options (opties) de optie Enhance Performance (verbeterde prestaties) niet geselecteerd is Transmitteruitgang Maximaal ingangsvermogen: (W) T-code Omgevingstemperatuur 0,67 T6-60 C T a +40 C A F of W 0,67 T5-60 C T a +50 C 1 T5-60 C T a +40 C 1 T4-60 C T a +80 C 1,3 T4-50 C T a +60 C 5,32 T4-50 C T a +60 C Als onder Options (opties) de optie Enhanced Performance (verbeterde prestaties) is geselecteerd Maximaal ingangsvermogen: (W) T-code Omgevingstemperatuur 0,67 T6-60 C T a +40 C 0,67 T5-60 C T a +50 C 0,80 T5-60 C T a +40 C 0,80 T4-60 C T a +80 C 2. Parameters: Als onder Opties de optie Verbeterde prestaties niet geselecteerd is Voedingsklemmen (+, ) Transmitteruitgang Maximale ingangsspanning: U i (V) Maximale ingangsstroom: I i (ma) Maximaal ingangsvermogen: P i (W) Maximale inwendige parameters: C i (nf) L i (mh) A ,67/ F, W ,3 2,1 0 F,W (FISCO) 17, ,32 2,1 0 Aansluitklemmen sensor (1,2,3,4) Transmitteruitgang Maximale uitgangsspanning: U o (V) Maximale uitgangsstroom: I o (ma) Maximaal uitgangsvermogen: P o (W) Maximale inwendige parameters: C o (nf) L o (mh) A 13,6 80 0, F, W 13,9 23 0,079 7,7 0 29
30 Snelstartgids Als onder Opties de optie Verbeterde prestaties is geselecteerd Voedingsklemmen (+, ) Maximale ingangsspanning: U i (V) Maximale ingangsstroom: I i (ma) Maximaal ingangsvermogen: P i (W) Maximale inwendige parameters: C i (nf) L i (mh) 150 (T a +80 C) (T a +70 C) 190 (T a +60 C) 0,67 / 0,8 3,3 0 Aansluitklemmen sensor (1,2,3,4) Maximale uitgangsspanning: U o (V) Maximale uitgangsstroom: I o (ma) Maximaal uitgangsvermogen: P o (W) Gasgroep Maximale inwendige parameters: C o (nf) L o (mh) IIC 0,816 5,79 13,6 80 0,08 IIB 5,196 23,4 IIA 18,596 48,06 3. Dit product voldoet aan de eisen voor FISCO-veldinstrumenten zoals voorgeschreven in IEC : Voor aansluiting van een intrinsiek veilig circuit volgens het FISCO-model kunnen de hierboven beschreven FISCO-parameters gehanteerd worden. 4. Het product moet worden gebruikt met een bijbehorend apparaat met Ex-certificering om een explosiebeschermingssysteem te verkrijgen dat in een explosieve gasatmosfeer kan worden gebruikt. De bedrading en aansluitklemmen moeten voldoen aan de voorschriften in de instructiehandleiding van het product en het bijbehorende apparaat. 5. De kabels tussen dit product en bijbehorende apparatuur moeten afgeschermd zijn (de kabels moeten een geïsoleerde afscherming hebben). De afscherming moet goed worden geaard in een niet-gevaarlijke omgeving. 6. Het is eindgebruikers niet toegestaan om interne onderdelen te verwisselen; ze dienen het probleem in overleg met de fabrikant op te lossen om beschadiging van het product te voorkomen. 7. Bij installatie, gebruik en onderhoud van dit product moeten de volgende normen in acht worden genomen: GB Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosfeer Deel 13: Reparatie en revisie voor apparaten die worden gebruikt in een atmosfeer met explosief gas GB Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosfeer Deel 15: Elektrische installaties in explosiegevaarlijke omgevingen (anders dan mijnen) GB Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosfeer Deel 16: Inspectie en onderhoud van elektrische installaties (behalve mijnen) GB Voorschrift voor de bouw en acceptatie van elektrische instrumenten voor explosieve atmosfeer en de installatie van brandgevaarlijke elektrische apparatuur 30
31 Snelstartgids N3 China type n Certificaat: GYJ Normen: GB , GB Markeringen: Ex na nl IIC T5/T6 Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1. De relatie tussen de T-code en het omgevingstemperatuurbereik is als volgt: Als onder Opties de optie Verbeterde prestaties niet geselecteerd is: T-code Omgevingstemperatuur T5-40 C T a +70 C Als onder Opties de optie Verbeterde prestaties is geselecteerd: T-code Omgevingstemperatuur T6-60 C T a +40 C T5-60 C T a +85 C 2. Maximale ingangsspanning: 42,4 V. 3. Op externe verbindingen en ongebruikte kabelopeningen moeten kabelwartels, kabelgoten of afsluitpluggen worden gebruikt die door NEPSI zijn gecertificeerd als beschermingstype Ex e of Ex n, met een gepast schroefdraadtype en IP54-classificatie. 4. Onderhoud moet worden uitgevoerd op een niet-explosiegevaarlijke locatie. 5. Het is eindgebruikers niet toegestaan om interne onderdelen te verwisselen; ze dienen het probleem in overleg met de fabrikant op te lossen om beschadiging van het product te voorkomen. 6. Bij installatie, gebruik en onderhoud van dit product moeten de volgende normen in acht worden genomen: GB Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosfeer Deel 13: Reparatie en revisie voor apparaten die worden gebruikt in een atmosfeer met explosief gas GB Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosfeer Deel 15: Elektrische installaties in explosiegevaarlijke omgevingen (anders dan mijnen) GB Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosfeer Deel 16: Inspectie en onderhoud van elektrische installaties (behalve mijnen) GB Voorschrift voor de bouw en acceptatie van elektrische instrumenten voor explosieve atmosfeer en de installatie van brandgevaarlijke elektrische apparatuur EAC - Wit-Rusland, Kazachstan, Rusland EM Technisch voorschrift douane-unie (EAC) drukvast Certificaat: RU C-US.GB05.B Normen: GOST R IEC , GOST IEC Markeringen: 1Ex d IIC T6 T1 Gb X, T6(-50 C T a +40 C), T5 T1(-50 C T a +60 C); IP65/IP66/IP68 Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X): 1. Zie certificaat voor speciale voorwaarden. IM Technische voorschriften douane-unie EAC intrinsieke veiligheid Certificaat: RU C-US.GB05.B Normen: GOST R IEC , GOST R IEC Markeringen: [HART]: 0Ex ia IIC T4 T6 Ga X; [Fieldbus/PROFIBUS]: 0Ex ia IIC T4 Ga X 31
32 Snelstartgids Japan E4 Combinaties Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X): 1. Zie certificaat voor speciale voorwaarden. Japan drukvast Certificaat: TC20671 [J2 met lcd], TC20672 [J2], TC20673 [J6 met lcd], TC20674 [J6] Markeringen: Ex d IIC T5 K1 Combinatie van E1, I1, N1 en ND K2 Combinatie van E2 en I2 K5 Combinatie van E5 en I5 K7 Combinatie van E7, I7 en N7 KA Combinatie van K6, E1 en I1 KB Combinatie van K5 en K6 KC Combinatie van I5 en I6 KD Combinatie van E5, I5, K6, E1 en I1 KM Combinatie van EM en IM Overige certificeringen SBS Typegoedkeuring American Bureau of Shipping (ABS) Certificaat: 11-HS771994A-1-PDA ABS-regels: Regels voor stalen vaartuigen 2013, 1-1-4/7.7, 1-1-Appendix 3, 4-8-3/1.7, 4-8-3/13.1 SBV Typegoedkeuring Bureau Veritas (BV) Certificaat: 26325/A2 BV Vereisten: Regels van Bureau Veritas voor de classificatie van stalen schepen Toepassing: Klassenotaties: AUT-UMS, AUT-CCS, AUT-PORT en AUT-IMS SDN Typegoedkeuring Det Norske Veritas (DNV) Certificaat: A Beoogd gebruik: Regels van Det Norske Veritas voor classificatie van vaartuigen, snelle en lichte vaartuigen en offshore-normen van Det Norske Veritas Toepassing: Locatieklassen: Temperatuur: D; luchtvochtigheid: B; trilling: A; EMC: B; behuizing: B/IP66: A, C/IP66: SST SLL Typegoedkeuring Lloyds Register (LR) Certificaat: 11/60002 Toepassing: Voor gebruik in omgevingscategorie ENV1, ENV2, ENV3 en ENV5. 32
Rosemount 644-temperatuurtransmitter
00825-0211-4728, Rev HA Rosemount 644-temperatuurtransmitter met 4 20 ma HART -protocol (revisie 5 en 7) Opmerking Controleer voordat u de transmitter installeert of de juiste device driver op de hostsystemen
Nadere informatieSnelstartgids , Rev DA Juni Rosemount 644H (instrumentrevisie 7 of eerder) en 644R intelligente temperatuurtransmitters
Snelstartgids 00825-0111-4728, Rev DA Rosemount 644H (instrumentrevisie 7 of eerder) en 644R intelligente temperatuurtransmitters Snelstartgids MEDEDELING Deze gids bevat beknopte richtlijnen voor de Rosemount
Nadere informatieSnelstartgids , Rev BD Mei Rosemount 644H en 644R intelligente temperatuurtransmitters
00825-0111-4728, Rev BD Rosemount 644H en 644R intelligente temperatuurtransmitters MEDEDELING Deze installatiegids bevat beknopte richtlijnen voor de Rosemount 644. Hij bevat geen gedetailleerde instructies
Nadere informatieSnelstartgids , Rev EB Februari Rosemount 248-temperatuurtransmitter
Snelstartgids 00825-0111-4825, Rev EB Rosemount 248-temperatuurtransmitter Snelstartgids MEDEDELING Deze installatiegids bevat beknopte richtlijnen voor de draadloze Rosemount 248. Hij bevat geen instructies
Nadere informatieRosemount 3144Ptemperatuurtransmitter. FOUNDATION -fieldbusprotocol. Snelstartgids 00825-0111-4834, Rev CA Januari 2014
Rosemount 3144Ptemperatuurtransmitter met FOUNDATION -fieldbusprotocol Snelstartgids 00825-0111-4834, Rev CA Snelstartgids MEDEDELING MEDEDELING Deze installatiegids bevat elementaire richtlijnen voor
Nadere informatieRosemount 644H-temperatuurtransmitters
Snelstartgids 00825-0111-4829, Rev CB Rosemount 644H-temperatuurtransmitters met FOUNDATION Fieldbus Snelstartgids MEDEDELING Deze gids bevat beknopte richtlijnen voor de Rosemount 644. Hij bevat geen
Nadere informatieSnelstartgids , Rev FA Grasmaand Sensorconstructie Rosemount 0065/0185
00825-0211-2654, Rev FA Sensorconstructie Rosemount 0065/0185 KENNISGEVING Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de sensormodellen Rosemount 0065 en 0185. Hij bevat geen instructies voor configuratie,
Nadere informatieRosemount 3144Ptemperatuurtransmitter. HART -protocol. Snelstartgids 00825-0111-4021, versie JA Januari 2014
Rosemount 3144Ptemperatuurtransmitter met HART -protocol Snelstartgids 00825-0111-4021, versie JA Snelstartgids MEDEDELING Deze installatiegids bevat de elementaire richtlijnen voor de Rosemount 3144P.
Nadere informatieTemperatuurtransmitter Rosemount 644H
00825-0211-4728, Rev BA Temperatuurtransmitter Rosemount 644H met 4 20 ma HART-protocol (revisie 5 en 7) Opmerking: Controleer voordat u de transmitter start of de juiste device driver op de hostsystemen
Nadere informatieSnelstartgids , Rev GA September Rosemount 248-temperatuurtransmitter
Snelstartgids 00825-0111-4825, Rev GA Rosemount 248-temperatuurtransmitter Snelstartgids MEDEDELING Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 248. Hij bevat geen gedetailleerde instructies
Nadere informatieRosemount 3144P-temperatuurtransmitter
00825-0111-4021, Rev MA Rosemount 3144P-temperatuurtransmitter met HART -protocol en Rosemount X-well -technologie KENNISGEVING Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 3144P-transmitter.
Nadere informatieRosemount 214C-sensor. Snelstartgids , Rev BC Maart 2019
Rosemount 214C-sensor 00825-0411-2654, Rev BC MEDEDELING Deze handleiding bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 214C-sensormodellen. Als er een sensor is besteld die op een temperatuurbeschermbuis
Nadere informatieProductcertificeringen , Rev CC April Rosemount 3308-serie draadloze geleide golfradar, 3308A. Productcertificeringen
00825-0211-4308, Rev CC Rosemount 3308-serie draadloze geleide golfradar, 3308A 1 Rev 1.5 1.1 Informatie over Europese richtlijnen De EU-verklaring van overeenstemming voor alle op dit product toepasselijke
Nadere informatieRosemount 148-temperatuurtransmitter. Snelstartgids , Rev HA Juni 2018
Rosemount 148-temperatuurtransmitter 00825-0111-4148, Rev HA KENNISGEVING Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 148. Hij bevat geen instructies voor gedetailleerde configuratie, diagnostiek,
Nadere informatieRosemount 644Htemperatuurtransmitters
00825-0311-4728, Rev CB Rosemount 644Htemperatuurtransmitters met PROFIBUS PA MEDEDELING Deze gids bevat beknopte richtlijnen voor de Rosemount 644. Hij bevat geen gedetailleerde instructies voor configuratie,
Nadere informatieSnelstartgids , Rev JB Grasmaand Rosemount 248-temperatuurtransmitter
00825-0111-4825, Rev JB Rosemount 248-temperatuurtransmitter KENNISGEVING Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 248. Hij bevat geen instructies voor gedetailleerde configuratie, diagnostiek,
Nadere informatieSnelstartgids , Rev JA Juni Rosemount 248-temperatuurtransmitter
00825-0111-4825, Rev JA Rosemount 248-temperatuurtransmitter KENNISGEVING Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 248. Hij bevat geen instructies voor gedetailleerde configuratie, diagnostiek,
Nadere informatieRosemount 148 temperatuurtransmitter. Snelstartgids , Rev EA februari 2014
Rosemount 148 temperatuurtransmitter Snelstartgids 00825-0111-4148, Rev EA Snelstartgids MEDEDELING Deze installatiegids bevat beknopte richtlijnen voor de Rosemount 148. Hij bevat geen gedetailleerde
Nadere informatieSnelstartgids , v. BB Juni Sensorconstructie Rosemount 0065/0185
00825-0211-2654, v. BB Sensorconstructie Rosemount 0065/0185 MEDEDELING Deze installatiegids bevat elementaire richtlijnen voor de sensormodellen Rosemount 0065 en 0185. De handleiding bevat geen instructies
Nadere informatieRosemount 3144Ptemperatuurtransmitter. FOUNDATION -fieldbusprotocol. Snelstartgids , Rev EB Grasmaand 2019
Rosemount 3144Ptemperatuurtransmitter met FOUNDATION -fieldbusprotocol 00825-0111-4834, Rev EB MEDEDELING MEDEDELING Deze installatiegids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 3144P. De gids
Nadere informatieSnelstartgids , Rev AB Juni Rosemount Volume 1-sensorconstructie
00825-0311-2654, Rev AB Rosemount Volume 1-sensorconstructie MEDEDELING Deze snelstartgids bevat elementaire richtlijnen voor Rosemount-sensormodel 0068, 0078 en 0183. Hij bevat geen instructies voor configuratie,
Nadere informatieSnelstartgids , Rev. BA Februari Rosemount 0085-buisklemsensorconstructie
Snelstartgids 00825-0111-4952, Rev. BA Rosemount 0085-buisklemsensorconstructie Snelstartgids MEDEDELING Deze installatiegids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 0085-buisklemsensor. Hij bevat
Nadere informatieRosemount 751 veldsignaalindicator
Maart 2019 veldsignaalindicator Start Stap 1: Installatie Stap 2: Configuratie Productcertificering Einde 2019 Emerson. Alle rechten voorbehouden. Alle merken eigendom van de merkhouder. Rosemount en het
Nadere informatieRosemount 144 pc-programmeerbare temperatuurtransmitters Productnietlangerleverbaar'
Beknopte installatiegids Februari 2004 Rosemount 144 Rosemount 144 pc-programmeerbare temperatuurtransmitters Productnietlangerleverbaar' Start Stap 1: Configureer de transmitter Stap 2: Monteer de transmitter
Nadere informatieMobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller
IP2030-NL/QS, Rev AA Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller Beknopte installatiegids WAARSCHUWING Het niet naleven van de richtlijnen voor veilige installatie kan leiden tot ernstig
Nadere informatieSnelstartgids , Rev. EA Grasmaand Rosemount Volume 1 sensorconstructie
00825-0311-2654, Rev. EA Rosemount Volume 1 sensorconstructie KENNISGEVING Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor Rosemount-sensormodel 0068, 0078 en 0183. Hij bevat geen instructies voor configuratie,
Nadere informatieRosemount 2088, 2090F en 2090P druktransmitter
00825-0111-4108, Rev BC Rosemount 2088, 2090F en 2090P druktransmitter met 4-20 ma HART en 1 5 V d.c. laagvermogen HART-protocol (revisie 5 en 7) KENNISGEVING Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor
Nadere informatieRosemount 848T FOUNDATION Fieldbus temperatuurtransmitter met acht ingangen
Snelstartgids 00825-0111-4697, Rev EA Rosemount 848T FOUNDATION Fieldbus temperatuurtransmitter met acht ingangen Apparaatversie 7 - Nieuwe DD/CFF-revisie vereist Snelstartgids MEDEDELING Deze startgids
Nadere informatieProductnietlangerleverbaar'
Beknopte installatiegids November 2007 Rosemount 951 Rosemount 951-druktransmitter voor droog gas Productnietlangerleverbaar' Start Kalibratie op de werktafel Ja Nee Configureer/verifieer Stap 1: Monteer
Nadere informatieRosemount 702 draadloze discrete transmitter
Oktober 2007 Rosemount 702 Rosemount 702 draadloze discrete transmitter Start Stap 1: Fysieke installatie Stap 2: Controleer de werking Stap 3: Relevante informatie Einde www.rosemount.com Rosemount 702
Nadere informatieRosemount 644H-temperatuurtransmitters met FOUNDATION -veldbus
Beknopte installatiegids Juli 2010 Rosemount 644 Rosemount 644H-temperatuurtransmitters met FOUNDATION -veldbus Start Stap 1: Monteer de transmitter Stap 2: Sluit bedrading aan en schakel stroom in Stap
Nadere informatieRosemount 752 externe indicator met FOUNDATION veldbusprotocol
Beknopte installatiehandleiding Rosemount 752 Rosemount 752 externe indicator met FOUNDATION veldbusprotocol Start Stap 1: Bedrading aansluiting Stap 2: Configureer het transducerblok Productcertificaties
Nadere informatieSnelstartgids , v. DB Maart Rosemount 708 draadloze akoestische transmitter
00825-0211-4708, v. DB Rosemount 708 draadloze akoestische transmitter MEDEDELING Deze gids bevat beknopte richtlijnen voor de Rosemount 708. Hij bevat geen instructies voor gedetailleerde configuratie,
Nadere informatieProductnietlangerleverbaar'
Speciale veiligheidsinstructie Tankmeetsysteem Speciale veiligheidsinstructie ATEX Productnietlangerleverbaar' www.rosemount-tg.com Speciale veiligheidsinstructie Rosemount TankRadar REX Inhoudsopgave
Nadere informatieATEX installatieinstructies. Micro Motion CMF400- sensoren met hulpversterker
Installatie-instructies P/N MMI-20010156, Rev. A Juni 2007 ATEX installatieinstructies voor Micro Motion CMF400- sensoren met hulpversterker Voor de installatie van sensors met ATEX-goedkeuring Opmerking:
Nadere informatieRosemount 753R externe indicator internetbewaking
Beknopte installatiegids Rosemount 753R-indicator Rosemount 753R externe indicator internetbewaking Start Overzicht Rosemount 753R met geïntegreerde 3051S-druktransmitter Rosemount 753R met extern gemonteerde
Nadere informatieSnelstartgids 00825-0211-4708, v. BB Januari 2015. Rosemount 708 draadloze akoestische transmitter
Snelstartgids 00825-0211-4708, v. BB Rosemount 708 draadloze akoestische transmitter Snelstartgids MEDEDELING Deze gids bevat beknopte richtlijnen voor de Rosemount 708. Hij bevat geen instructies voor
Nadere informatieRosemount 848L. Discrete Logic Transmitter met FOUNDATION veldbus. Productnietlangerleverbaar' Rosemount 848L
Discrete Logic Transmitter met FOUNDATION veldbus Start Stap 1: Monteer de transmitter Stap 2: Sluit bedrading aan en schakel stroomtoevoer in Stap 3: Controleer de transmitterconfiguratie Productcertificaties
Nadere informatieBELANGRIJKE KENNISGEVING
Smart Wireless Field Link (veldkoppeling) Start Opmerkingen met betrekking tot draadloze apparatuur Stap 1: Fysieke installatie Stap 2: Controleer de werking Relevante informatie Modelinformatie Productcertificeringen
Nadere informatieDTM - HART SERIE 2000 en 2000-SAN
HANDLEIDING DTM - HART SERIE 2000 en 2000-SAN Voor optimaal gebruik lees de aanbevelingen en waarschuwing van deze handleiding aandachtig door. Geproduceerd door: www.klay.nl Nijverheidsweg 5 Postbus Box
Nadere informatieRosemount 752 externe indicator met FOUNDATION veldbusprotocol
externe indicator met FOUNDATION veldbusprotocol Start Stap 1: Bedrading aansluiting Stap 2: Configureer het transducerblok Productcertificaties Einde 2010 Emerson. Alle rechten voorbehouden. Alle merken
Nadere informatieRosemount -druktransmitter 2088, 2090F en 2090P
Snelstartgids 00825-0111-4108, Rev. BA Rosemount -druktransmitter 2088, 2090F en 2090P met 4-20 ma HART en 1-5 V d.c. laagvermogen HART-protocol (revisie 5 en 7) Snelstartgids MEDEDELING Deze gids bevat
Nadere informatieRosemount 5400 Series
Snelstartgids 00825-0511-4026, Rev AA Rosemount 5400 Series Kegelantenne met geschroefde aansluiting Snelstartgids WAARSCHUWING Negeren van deze richtlijnen voor veilige installatie en veilig onderhoud
Nadere informatieWAARSCHUWING MEDEDELING. Inhoud. Juni Snelstartgids
00825-0211-4101, Rev. FA Rosemount 2051-druktransmitter Rosemount 2051CF-serie flowmetertransmitter met FOUNDATION -fieldbusprotocol Controleer voordat u de transmitter installeert of de juiste device
Nadere informatieRosemount 2051-druktransmitter Rosemount 2051CF-serie flowmetertransmitter met FOUNDATION -fieldbusprotocol
00825-0211-4101, Rev. GC Rosemount 2051-druktransmitter Rosemount 2051CF-serie flowmetertransmitter met FOUNDATION -fieldbusprotocol Controleer voordat u de transmitter installeert of de juiste device
Nadere informatieATEX installatieinstructies. Micro Motion T-serie-sensoren
Installatie-instructies P/N MMI-20010113, Rev. A Juni 2007 ATEX installatieinstructies voor Micro Motion T-serie-sensoren Voor de installatie van sensors met ATEX-goedkeuring Opmerking: Voor installatie
Nadere informatieSnelstartgids 00825-0211-4088, Rev BA November 2014. Rosemount 4088B MultiVariable -transmitter met BSAP/MVS-protocollen
Snelstartgids 00825-0211-4088, Rev BA Rosemount 4088B MultiVariable -transmitter met BSAP/MVS-protocollen Snelstartgids MEDEDELING In deze installatiegids staan elementaire richtlijnen voor de Rosemount
Nadere informatieInstallatie-instructies P/N MMI , Rev. A februari ATEX installatie-instructies voor Micro Motion Model LFT Low Flow-transmitters
Installatie-instructies P/N MMI-20011729, Rev. A februari 2009 ATEX installatie-instructies voor Micro Motion Model LFT Low Flow-transmitters Opmerking: Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving
Nadere informatieHandleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023. II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc
Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023 II 3 G Ex na mc IIC T6 Gc II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc 1. Veiligheidsinstructies Het AR-023 timerrelais is een explosieveilig product dat geschikt is voor
Nadere informatieRosemount 3244MVF MultiVariable temperatuurtransmitter
F MultiVariable temperatuurtransmitter Start Stap 1: Monteer de transmitter Stap 2: Leg bedrading en voeding aan Stap 3: Controleer de labeling Stap 4: Controleer de transmitterconfiguratie Einde www.rosemount.com
Nadere informatieAVID standaanwijzers. Het assortiment. CR standaanwijzer Corrosiebestendige IP68 standaanwijzer voor afsluiters.
AVID Het assortiment AVID (Automated Valve Interface Devices) standaanwijzers omvat de meest geavanceerde technologie voor het bewaken en sturen van geautomatiseerde kwartslag afsluiters Alle AVID producten
Nadere informatieRosemount 3051S Series druktransmitter en Rosemount 3051SF Series flowmeter
00825-0311-4801, Rev BA Rosemount 3051S Series druktransmitter en Rosemount 3051SF Series flowmeter met geavanceerde HART -diagnostiek NB Controleer voordat u de transmitter start of de juiste device driver
Nadere informatieGEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:
GEVAAR: De MGS-460 is NIET gecertificeerd of goedgekeurd voor gebruik in een met zuurstof verrijkte atmosfeer. Dat kan ernstig of dodelijk lichamelijk letsel veroorzaken. WAARSCHUWING: Gebruik dit product
Nadere informatieSnelstartgids , Rev. DA Maart Rosemount Volume 1 sensorconstructie
00825-0311-2654, Rev. DA Rosemount Volume 1 sensorconstructie KENNISGEVING Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor Rosemount-sensormodel 0068, 0078 en 0183. Hij bevat geen instructies voor configuratie,
Nadere informatieRosemount 644H Profibus PA temperatuurtransmitters
Beknopte installatiehandleiding Juli 2010 Rosemount 644 Rosemount 644H Profibus PA temperatuurtransmitters Start Stap 1: Monteer de transmitter Stap 2: Sluit bedrading aan en schakel stroom in Stap 3:
Nadere informatieRosemount 5400 Series
Snelstartgids 00825-0111-4026, Rev GB Rosemount 5400 Series Hoogpresterende contactloze tweedraads radarniveautransmitter Snelstartgids 1.0 Over deze gids Deze snelstartgids bevat elementaire richtlijnen
Nadere informatieRosemount 2051-druktransmitter en Rosemount 2051CF-serie flowmeters
00825-0111-4107, Rev CC Rosemount 2051-druktransmitter en Rosemount 2051CF-serie flowmeters met 4-20 ma HART en 1 5 V d.c. laagvermogen HART-protocol (revisie 5 en 7) MEDEDELING Deze gids bevat elementaire
Nadere informatieATEX installatie-instructies voor Micro Motion ELITE -sensors
Installatie-instructies P/N MMI-20010080, Rev. B December 2007 ATEX installatie-instructies voor Micro Motion ELITE -sensors Voor de installatie van sensors met ATEX-goedkeuring NB: Voor installatie in
Nadere informatieInstructies voor gebruik
Instructies voor gebruik Introductie van het product..3 Voorzorgsmaatregelen. 3 Inhoud 3 Onderdelen en functies.4 Deurbel installeren 5 Muziek toon..6 App Downloaden 7 Het product is gebaseerd op het Wi-Fi-netwerk
Nadere informatieATEX installatieinstructies. Micro Motion F-seriesensoren DMT 01 ATEX E 158 X
Installatie-instructies P/N MMI-20010178, Rev. A Juni 2007 ATEX installatieinstructies voor Micro Motion F-seriesensoren met certificaat DMT 01 ATEX E 158 X Voor de installatie van sensors met ATEX-goedkeuring
Nadere informatieRosemount 3051-druktransmitter en Rosemount-flowmeters uit de 3051CF-serie
00825-0211-4774, Rev BA Rosemount 3051-druktransmitter en Rosemount-flowmeters uit de 3051CF-serie met FOUNDATION -fieldbusprotocol Opmerking Controleer voordat u de transmitter installeert of de juiste
Nadere informatieRosemount 2088, 2090P en 2090F druktransmitters
Beknopte installatiegids april 2013 Rosemount 2088 en 2090 Rosemount 2088, 2090P en 2090F druktransmitters met 4 20 ma HART- en 1 5 V d.c. HART-laagspanningsprotocol Begin Stap 1: Monteer de transmitter
Nadere informatieExplosieveilige Insteekbundel Type D-8530
Explosieveilige Insteekbundel Type D-8530 Voor risicovol gebied heeft Sinus Jevi Ex de verwarmingsapparatuur ontworpen en gefabriceerd. De explosieveilige (d) behuizingen zijn ontworpen voor niet veilige
Nadere informatieAdapters en verloopmoeren van metaal
Adapters en verloopmoeren van metaal Bedieningshandleiding Extra talen www.stahl-ex.com Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3 1.3 Andere
Nadere informatieMicro Motion model 775
Supplement bedrading P/N MMI-20016034, Rev. AA September 2009 Micro Motion model 775 Smart Wireless integraal gemonteerde THUM -adapter Inhoud Overzicht THUM-adapter........................................
Nadere informatieRosemount 648 draadloze temperatuurtransmitter. Start
Rosemount 648 Wireless Rosemount 648 draadloze temperatuurtransmitter Start Overwegingen met betrekking tot draadloze apparatuur Stap 1: Fysieke installatie Stap 2: Controle van de werking Naslaginformatie
Nadere informatieModel 3700 transmitter (9-draads) of Model 3350 randapparatuur
Beknopte handleiding P/N 3300749, Rev. C April 2003 Model 3700 transmitter (9-draads) of Model 3350 randapparatuur Instructies voor installatie bij veldmontage Voor technische ondersteuning via Internet
Nadere informatieTemperatuursensoren Types MBT 5250, MBT 5260 en MBT 5252
Informatieblad Temperatuursensoren Types MBT 5250, MBT 5260 en MBT 5252 MBT 5250 MBT 5260 MBT 5252 "Heavy-duty"-temperatuursensoren voor het controleren van koelwater, smeerolie, hydraulische olie en koelinstallaties
Nadere informatieCapacitieve sensor BC10-S30-Y1X/S90
ATEX-categorie II 2 G, Ex-zone 1 ATEX categorie II 1 D, Ex-zone 20 SIL2 (Low Demand Mode) conform IEC 61508, PL c conform ISO 13849-1 bij HFT0 SIL3 (All Demand Mode) conform IEC 61508, PL e conform ISO
Nadere informatieGEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:
GEVAAR: De MGS-410 is NIET gecertificeerd of goedgekeurd voor gebruik in een met zuurstof verrijkte atmosfeer. Dat kan ernstig of dodelijk lichamelijk letsel veroorzaken. WAARSCHUWING: Gebruik dit product
Nadere informatieRosemount 848T draadloze temperatuurtransmitter. Snelstartgids , Rev DA December 2014
Rosemount 848T draadloze temperatuurtransmitter Snelstartgids 00825-0111-4848, Rev DA Snelstartgids MEDEDELING Deze installatiegids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 848T. Hij bevat geen
Nadere informatieRosemount 248 Wireless temperatuurtransmitter. Snelstartgids , Rev EA Oktober 2016
Rosemount 248 Wireless temperatuurtransmitter 00825-0211-4248, Rev EA Rosemount 248 Wireless temperatuurtransmitter Rosemount 248 Wireless hardwarerevisie HART -instrumentrevisie Apparaatinstallatiekit/Device
Nadere informatieSnelstartgids , Rev. BA November Rosemount 3051S ERS (Electronic Remote Sensors) met HART -protocol
Snelstartgids 00825-0111-4804, Rev. BA Rosemount 3051S ERS (Electronic Remote Sensors) met HART -protocol Snelstartgids MEDEDELING In deze gids staan elementaire richtlijnen voor het Rosemount 3051S ERS-systeem
Nadere informatieRosemount 2051-druktransmitter Rosemount 2051CF-serie flowmetertransmitter met Foundation -fieldbusprotocol
00825-0611-4101, Rev. AA Rosemount 2051-druktransmitter Rosemount 2051CF-serie flowmetertransmitter met Foundation -fieldbusprotocol Controleer voordat u de transmitter installeert of de juiste device
Nadere informatieInstallatie van Elektrische apparatuur in ATEX zones. IECEx 05 Ex
Installatie van Elektrische apparatuur in ATEX zones IECEx 05 Ex 003 + 006 Voorstellen Ir. Andries Brakke IAB Ingenieurs te Appingedam (NL) IECEX 05 gecertificeerd Opzetten en geven van trainingen op het
Nadere informatieHANDLEIDING ATEX Explosionproof
Nederlands Versie10/2016 Blz. 1/16 393165.00 Inhoudsopgave 1. Fabrikant 3 2. Voorwoord 3 3. Beschrijving 4 4. Certificering en Markering 4 5. Voorwaarden voor veilig gebruik 4 6. Typesleutel 5 7. Omschrijving
Nadere informatieRosemount 5400-niveautransmitter
Snelstartgids 00825-0111-4026, Rev HB Rosemount 5400-niveautransmitter Contactloze radar Snelstartgids 1.0 Over deze gids Deze snelstartgids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 5400-niveautransmitter.
Nadere informatieSmartPower -oplossingen. Snelstartgids , Rev DB Grasmaand 2019
SmartPower -oplossingen 00825-0111-4701, Rev DB MEDEDELING Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de SmartPower-producten. Hij bevat geen gedetailleerde instructies voor configuratie, diagnostiek,
Nadere informatieATEX installatieinstructies. Micro Motion H-seriesensoren
Installatie-instructies P/N MMI-20010102, Rev. A Juni 2007 ATEX installatieinstructies voor Micro Motion H-seriesensoren Voor de installatie van sensors met ATEX-goedkeuring Opmerking: Voor installatie
Nadere informatieRosemount 2140-trilvorkniveaudetector
Snelstartgids 00825-0111-4140, Rev AB Mei 2017 Rosemount 2140-trilvorkniveaudetector Snelstartgids voor installatie Snelstartgids Mei 2017 1.0 Over deze gids Deze snelstartgids bevat elementaire richtlijnen
Nadere informatieRosemount 3051S Series druktransmitter en Rosemount 3051SF Series flowmeter
00825-0311-4801, Rev DA Rosemount 3051S Series druktransmitter en Rosemount 3051SF Series flowmeter met geavanceerde HART -diagnostiek NB Controleer voordat u de transmitter start of de juiste device driver
Nadere informatieRub-Block RB100DN met PT100 sensor
Rub-Block RB100DN met PT100 sensor Inhoudsopgave 1. Toepassing 3 2. Waarschuwingen en symbolen in deze gebruiksaanwijzing 3 3. Functie 3 3.1 Rub-Block met PT100 sensor 3 3.2 Meetomvormer optioneel 4 4.
Nadere informatieRosemount golfgeleide radar
00825-0311-4530, Rev AB Rosemount golfgeleide radar Montage-instructies voor de gesegmenteerde sonde WAARSCHUWING Als u deze installatie- en onderhoudsrichtlijnen niet aanhoudt, kan ernstig letsel het
Nadere informatieRosemount 3051-druktransmitter met FOUNDATION -Fieldbus Rosemount 3051CF-serie flowmetertransmitter met FOUNDATION -Fieldbus
Rosemount 3051-druktransmitter met FOUNDATION -Fieldbus Rosemount 3051CF-serie flowmetertransmitter met FOUNDATION -Fieldbus Snelstartgids 00825-0111-4774, versie EA Snelstartgids MEDEDELING Deze installatiegids
Nadere informatieProductnietlangerleverbaar' Rosemount 648 draadloze temperatuurtransmitter. Rosemount 648 Wireless
Beknopte installatiegids Rosemount 648 draadloze temperatuurtransmitter Start Opmerkingen met betrekking tot draadloze apparatuur Stap 1: Fysieke installatie Stap 2: Controle van de werking Relevante informatie
Nadere informatieExplosieveilige Insteekbundel Type D-8640
Explosieveilige Insteekbundel Type D-8640 Voor risicovol gebied heeft Sinus Jevi Ex de verwarmingsapparatuur ontworpen en gefabriceerd. De explosieveilige (d) behuizingen zijn ontworpen voor niet veilige
Nadere informatieDTM - HART SERIES 4000, 4000-SAN, DP-4000 en TT-4000
HANDLEIDING DTM - HART SERIES 4000, 4000-SAN, DP-4000 en TT-4000 Voor optimaal gebruik lees de aanbevelingen en waarschuwing van deze handleiding aandachtig door. Geproduceerd door: www.klay.nl Nijverheidsweg
Nadere informatieGPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18
GPRS-A Universele monitoringsmodule Quick start De volledige handleiding is verkrijgbaar op www.osec.nl Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND
Nadere informatieInstallatie-instructies P/N MMI , Rev. A September ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, model 2200
Installatie-instructies P/N MMI-20013045, Rev. A September 2008 ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, model 2200 NB: Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa
Nadere informatieRosemount 2051G-druktransmitter
00825-0711-4101, Rev AB Rosemount 2051G-druktransmitter met 4 20 ma HART -protocol (revisie 5 en 7) KENNISGEVING Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor Rosemount 2051G-transmitters. Hij bevat geen
Nadere informatietemperatuur-meetversterker 1-kanalig IM34-11EX-CI/K60
1 / 5 Hans Turck GmbH & Co.KG ñ D-45472 Mülheim an der Ruhr ñ Witzlebenstraße 7 ñ Tel. 0208 4952-0 ñ Fax 0208 4952-264 ñ more@turck.com ñ www.turck.com Met de e temperatuur-meetversterker van het type
Nadere informatieReliance DuraStar INSTALLATIE-, BEDIENINGS- en ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Wereldleider in instrumentatie voor ketelbinnenwerk Reliance DuraStar INSTALLATIE-, BEDIENINGS- en ONDERHOUDSINSTRUCTIES Sectie: R500 R500.E235A Bulletin: 1-9-06 Datum: Vervangt: NIEUW Het Reliance DuraStar
Nadere informatieRosemount 3051S hoog-statische verschildruktransmitter. Snelstartgids , Rev AH Februari 2019
Rosemount 3051S hoog-statische verschildruktransmitter 00825-0111-4851, Rev AH KENNISGEVING Deze handleiding bevat beknopte richtlijnen voor de Rosemount 3051S hoog-statische verschildruktransmitter (3051SHP).
Nadere informatieRosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A
Snelstartgids 00825-0111-4308, Rev AD Rosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A Snelstartgids, optiecode WU Snelstartgids WAARSCHUWING Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Nadere informatieRosemount 3051S MultiVariable -transmitter Rosemount 3051SF-serie MultiVariable-flowmeter
00825-0111-4853, Rev AF Rosemount 3051S MultiVariable -transmitter Rosemount 3051SF-serie MultiVariable-flowmeter met FOUNDATION -fieldbusprotocol MEDEDELING Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor
Nadere informatieinstallatiehandleiding CO2 SENSOR MCOHome MH9-CO2-WD MH9-CO2-WA
installatiehandleiding CO2 SENSOR MCOHome MH9-CO2-WD MH9-CO2-WA V02022017 MCOHOME CO2 Monitor MH9-CO2-WD MH9-CO2-WA Introductie De MCOHome CO2 Monitor is een Z-Wave compatibele lucht kwaliteit detector,
Nadere informatieRosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller
00825-0111-4841, Rev BA Rosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller Beknopte installatiegids WAARSCHUWING Het niet naleven van de richtlijnen voor veilige installatie kan leiden tot ernstig
Nadere informatieTemperatuursensoren Types MBT 5250, MBT 5260 en MBT 5252
MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Informatieblad Temperatuursensoren Types MBT 5250, MBT 5260 en MBT 5250 MBT 5260 "Heavy-duty"-temperatuursensoren voor het controleren van koelwater, smeerolie, hydraulische
Nadere informatieH A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R
H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R 2 0 1 6 0 8 2 4 INHOUDSOPGAVE 1. Software in 3 stappen geïnstalleerd...1 Stap 1: Downloaden van de software...1 Stap 2: Starten met de installatie...2
Nadere informatieRosemount 3051-druktransmitter en Rosemount-flowmeters uit de 3051CF-serie
Snelstartgids 00825-0111-4007, Rev CB Rosemount 3051-druktransmitter en Rosemount-flowmeters uit de 3051CF-serie met 4-20 ma HART -protocol, revisie 5 en 7 Opmerking Controleer voordat u de transmitter
Nadere informatie