Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Jeroen van Dongen
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar MAVO/VBO/VSO Nr. 43 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 21 november 2001 Op 14 november jl. vond het algemeen overleg met de Kamer plaats over het gemengde model zorgstructuur voor het voortgezet onderwijs. Tijdens dat overleg vroeg de Kamer om de volgende gegegevens: a. de ruimte die beschikbaar komt omdat de herindicatie niet doorgaat; b. de omvang van de verwachte zij-instroom (op basis van de concept- Kohnstammrapportgage 2001); c. het aantal leerlingen met sociaal-emotionele problemen voor wie het criterium «leerachterstand» niet geldt (op basis van de concept- Kohnstammrapportgage 2001); d. een overzicht van het aantal leerlingen per ziekte/handicap waarvoor aparte regelingen zijn getroffen. Uit de cijfers is af te leiden dat de verwachte ruimte (4620 leerlingplaatsen) toereikend is om de zij-instroom (3100 leerlingplaatsen) op te vangen. Ook leerlingen met een sociaal-emotioneel probleem voor wie het criterium «leerachterstand» niet geldt (942 leerlingplaatsen), kunnen vanuit deze ruimte ondersteuning krijgen. Verder beschikken scholen nog over het bovenschools budget. Daaruit kunnen zij binnen hun samenwerkingsverband een bijdrage krijgen. In de bijlage 1 vindt u meer informatie over vaststelling van de getallen. Als de Kamer akkoord gaat met het gemengde model zorgstructuur voor het voortgezet onderwijs, kunnen leerlingen in het schooljaar voor het eerst volgens dit model worden geïndiceerd. Scholen ontvangen de bekostiging daarvoor op basis van het aantal leerlingen in het voorgaande schooljaar (t-1). Dat betekent dat de bekostiging voor dit jaar is gebaseerd op leerlingen die volgens het «oude» systeem werden geïndiceerd (met adviezen). KST57293 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2001 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 43 1

2 Tijdens het overleg heb ik u toegezegd dat ik in het schooljaar de regelingen voor zieke of gehandicapte leerlingen zal handhaven. De regeling dyslexie wordt in de BSM-vergoeding opgenomen. Een overzicht van het aantal leerlingen per ziekte / handicap waarvoor aparte regelingen zijn getroffen, vindt u in bijlage 2. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, K. Y. I. J. Adelmund Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 43 2

3 Bijlage 1 Kerncijfers VO/SVO: Leerlingenpopulatie (i)vbo; Leerlingenpopulatie lwoo; Leerlingenpopulatie svo/lom Leerlingenpopulatie svo/mlk; Totaal «zorg»leerlingen: Ontwikkeling in/uitstroom svo-lom-leerlingen tijdens verblijf in het svo SVO/LOM excl. uitstroom SVO/LOM incl. uitstroom Uitstroom Verschil als % van totaal 11,81% 11,72% 16,67% 12,78% 12,50% Het svo kent geen leerjaren. Daarom kan de instroom in het eerste leerjaar niet vergeleken worden met de instroom in het laatste leerjaar. Wel zijn er uitstroomgegevens bekend. De gemiddelde leeftijd bij instroom en uitstroom bedraagt respectievelijk 13 en 16 jaar. De jaarlijkse uitstroom kan vervolgens verdeeld worden naar vervolgonderwijs vo dan wel vervolgonderwijs buiten vo. Op basis van diverse peiljaren valt deze uitstroom grofweg als volgt onder te verdelen: naar ander vso: 8%; naar vo: 61%; naar beroepsonderwijs: 18%; «anders»: 13%. Jaarlijks gaan er circa 1500 tot 1700 leerlingen naar. Dit aantal is al mede dekkend voor de totaalsom. Een nadere berekening op de andere categorieën is derhalve overbodig. Ontwikkeling aantal (i)vbo/lwoo-leerlingen (I)VBO LWOO (I)VBO 2,3, LWOO Totaal* Ontwikkeling instroom eerste leerjaar en uitstroom na vier jaar (I)VBO instroom LWOO instroom (I)VBO uitstroom LWOO uitstroom Totaal Verschil als % van 1e leerjaar 15,38% 15,28% 15,49% 15,00% 13,74% Verschil als % van totaal *) 4,23% 4,13% 4,14% 4,40% 4,29% Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 43 3

4 Totaal generaal uitstroom svo/lom, ivbo; lwoo SVO/LOM Uitstroom (I)VBO/LWOO Uitstroom % van de totale populatie: 5,85% 5,73% 6,96% 6,19% 5,98% Indien uitgegaan wordt van een percentage van gemiddeld 6% dan zal dit bij een leerlingenpopulatie van lwoo-leerlingen neerkomen op: leerlingen «vrijvallende ruimte». Tevens is bekend dat voor een aantal leerlingen in de leerjaren 3 en 4 geen volledige zorg meer noodzakelijk is. Dit verschijnsel is bij deze analyse buiten beschouwing gelaten. Zij-instromers: Uit de rapportage over 2000 en het conceptrapport over 2001 van het SCO-Kohnstamm Instituut blijkt dat van het totaal aantal aanmeldingen voor indicatiestelling bij een RVC van * resp ** omstreeks 9 tot 8% betrekking heeft op zij-instromers. Dit betekent dat het aantal zij-instromers zich beweegt binnen een bandbreedte van 3600 tot 3700 leerlingen. Van dit aantal wordt jaarlijks 15% voorzien van een negatief Advies. Uitgaande van deze gegevens gaat het om een populatie van ca leerlingen. * jaarverslag SCO-Kohnstamm: aantal aanmeldingen over geheel ** extrapolatie o.b.v. gegevens (concept) SCO-Kohnstamm-monitor 2001 Aantal leerlingen met een sociaal-emotioneel probleem Uit de concept-rapportage 2001 van het SCO Kohnstamm Instituut kan als eerste indicatie worden gemeld dat het aantal leerlingen met een sociaal emotioneel probleem (SEP) en een te geringe leerachterstand om voor lwoo in aanmerking te komen circa 661 leerlingen bedraagt. Van de groep met een leerachterstand < 1,5 jaar zonder verdere aanduiding mag worden aangenomen dat ook hiervan 25% een SEP indicatie zal hebben. Het totaal aantal SEP-leerlingen wordt dan: 940 leerlingen die geen lwooindicatie kunnen krijgen. Eindconclusie: Binnen de marges van de uitval (5000) is voldoende ruimte aanwezig om zowel de zij-instromers (3100) als de leerlingen met uitsluitend SEP (940) van zorg op maat te voorzien. Hiernaast is er nog een bovenschools zorgbudget beschikbaar waarmee omstreeks leerlingen van zorg kunnen worden voorzien. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 43 4

5 Bijlage 2 Overzicht VO- en landbouwleerlingen Handicap Financiering via OCW (leerlingen) Financiering via LNV (leerlingen) Totaal Charcot Marie-Tooth 1 1 Down Syndroom Syndroom van Asperger Autisme Autistiforme afwijking 1 1 Pervasieve ontwikkelingsstoornis 7 7 PDD-NOS Syndroom Gilles de la Tourette ADHD/PDD-NOS 2 2 ADHD Spierziekte/verlamming 2 2 Botziekte 1 1 Osteogenesis imperfecta 4 4 Spastisch 2 2 Spinale musculaire Atrofie 2 2 Spierziekte 2 2 Astma 2 2 Fybromyalgie 1 1 Jeugdkanker 1 1 Jeugdreuma 4 4 Spastische quadriplegie 1 1 Spastische tetraparese 1 1 Hersentumor 1 1 Transsexuele leerlingen 1 1 Dwarsleasie 1 1 Tbc/verlamd 1 1 Wiplashtrauma en NAH 1 1 Spina bifida 1 1 Nieraandoening 5 5 Gevolgen auto-ongeluk 1 1 Spierdystrofie 1 1 Lichamelijk gehandicapt 1 1 Myotone Dystrofie (spier) 1 1 Ehlers-Danlos syndroom 1 1 NLD-syndroom 1 1 Totaal Ministeriële regeling visueel/auditief gehandicapten: 3,2 miljoen 774 ll. Ministeriële regeling dyslexie: 3,2 miljoen 2263 ll De middelen die gemoeid zijn met dyslexie worden vanaf het schooljaar opgenomen in de BSM-vergoeding van de vo-scholen. De overige regelingen blijven in dat schooljaar mede in relatie tot LGF gehandhaafd. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 43 5

Vergelijkbare documenten

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2003-2004 Samenvatting, conclusies en aandachtspunten 1 Autisme in het primair