Kwaliteitsjaarverslag RAV Noord- en Oost-Gelderland. driven by care

Transcriptie

1 driven by care

2 Colofon w: e: t: Witte Kruis Noord- en Oost-Gelderland Postbus AA Elburg Auteurs Jessica Nijman Jos Vervloet Eindredactie Jessica Nijman Fotografie Witte Kruis Vormgeving De Toekomst Disclaimer De foto s in dit verslag zijn zowel van echte als nagespeelde hulpverleningssituaties. Daar waar een patiënt herkenbaar in beeld is gebracht, betreft het altijd een acteur/actrice. 2

3 Voorwoord Voor u ligt het kwaliteitsjaarverslag van van wordt gevormd door Witte Kruis ambulancezorg, inclusief de meldkamer ambulancezorg (MKA). Binnen de Meldkamer Oost Nederland (MON) worden in gezamenlijkheid met RAV IJsselland de meldkameractiviteiten uitgevoerd voor de ambulancezorg. De Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz) is sinds 2013 van kracht. In 2015 bestond de verwachting dat deze tijdelijk wet een doorlooptijd zou hebben tot 1 januari 2018 waarna deze zou worden omgezet naar structurele wetgeving, met een ordeningswijziging voor de ambulancezorg tot gevolg. Ten tijde van schrijven van dit jaarverslag is bekend geworden dat minister Schippers van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) besloten heeft de Twaz te verlengen tot 1 januari Marktwerking in de ambulancezorg is hiermee voorlopig van de baan. Gezien de ontwikkelingen in de keten van acute zorg, de rol van zorgverzekeraars hierin, en de organisatie van de landelijke meldkamer nog onvoldoende georganiseerd zijn biedt dit ruimte voor de ontwikkeling van nieuwe wetgeving ná de Twaz. De branche en de zorgverzekeraars, alsmede Witte Kruis zijn hierbij nauw betrokken. Naast de uitwerking van de nieuwe wet stond 2015 in het teken van verscheidene ontwikkelingen met impact op het zorglandschap. Zorgverzekeraars en het ministerie zijn steeds meer aan het sturen op verdere integratie binnen de (acute) zorgketen, doel op realisatie van kwaliteitsverhoging, innovatie en doelmatigheid. Dit benadrukt de noodzaak tot sterke samenwerking met onder meer huisartsenposten, (acute) thuiszorg en acute geestelijke gezondheidszorg. Vanuit Witte Kruis is een voorstel opgesteld omtrent deze ontwikkelingen (en mogelijkheden). Tevens hebben de zorgverzekeraars per traumaregio visies gepresenteerd over concentratie van (acute) zorg. Dit heeft veel gevolgen voor de ambulancezorg. Zo zullen er meer ritten buiten de regio s gaan plaatsvinden, langere rijtijden ontstaan en wordt de 45 minutennorm (van locatie patiënt naar de spoedeisende hulp) onder druk gezet. De verwachting is dat hier in 2016 een vervolg aan wordt gegeven. Belangrijke thema s in 2015 voor onze regio waren de implementatie van de Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB), de uitwerking van het medewerkerstevredenheidsonderzoek en de ontwikkelingen op het gebied van de nieuwe cao: Wij zijn trots op de rittijdverbeteringen die zijn behaald. In 92,4% van de A1-ritten binnen de RAV Noord- en Oost Gelderland waren wij binnen 15 minuten ter plaatse. De transitie van het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA) 7.2 naar het LPA 8.0 is in 2015 in onze regio succesvol verlopen. De transitie is gepaard gegaan met een aanzienlijk aantal inhoudelijke wijzigingen voor het proces en product ambulancezorg. De resultaten uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) zijn met veel enthousiasme door onze medewerkers opgepakt en worden vertaald naar verbeterpunten. De cao-acties in 2015 zijn van grote invloed geweest op onze regio. Van mei tot en met oktober zijn er acties gevoerd om tot een betere cao te komen. Uiteindelijk is begin november 2015 een vierjarige cao afgesloten, waarbij tevens een oplossing is opgenomen voor de ORT problematiek tijdens vakanties. Ook op gebied van burgerhulpverlener zijn weer belangrijke stappen gezet. Zo heeft HartveiligWonen door verschillende campagnes, mede in samenwerking met de Hartstichting, een aanzienlijke groei doorgemaakt. Internationaal is ook een toenemende bekendheid en interesse rondom Heartsafe Living merkbaar. Alle bovengenoemde ontwikkelingen waren zonder de inzet en betrokkenheid van onze medewerkers niet mogelijk. Wij willen hen daarom bedanken voor hun bijdrage in het afgelopen jaar. Namens het managementteam van Witte Kruis, Marcel van Pijkeren, manager ambulancezorg 3

4 4

5 Inhoud Voorwoord 3 DE RESULTATEN 20 Inhoud 5 DE ORGANISATIE 6 1. Leiderschap Witte Kruis ambulancezorg Meldkamer Ambulancezorg (MKA) Missie en visie Verantwoorde zorg 8 2. Management van medewerkers HRM-beleid Formatie Arbo en Veiligheid Fysieke belasting en ergonomie Psychische belasting en opvang Ongewenste omgangsvormen Opleiding en bijscholing Medisch management Informatie en communicatie Cultuur Strategie en beleid Tijdelijke wet ambulancezorg Meldkamer van de toekomst Toenemende zorgvraag Afstemming acute zorg Arbeidsmarkt Management van middelen Huisvesting Voorwaarde scheppende locaties Wagenpark Verbruiksartikelen en apparatuur ICT Medewerkers Ziekteverzuim Veilig Incident Melden Calamiteiten Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) Klanten, leveranciers en samenwerking Acute zorgketen Samenwerking en overlegvormen Ketenpartnertevredenheidsonderzoek Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio RAV Voorbereid CBRN Interregionale samenwerking Klachtenprocedure Maatschappij en milieu Maatschappelijke betrokkenheid Milieu HartveiligWonen Bestuur en financiers Productiecijfers Rittijdprestaties 27 INNOVATIE Verbeteren en vernieuwen icarus Directe inzet van ambulance Centraal Loket Management van processen Certificering ISO/HKZ Veiligheidsmanagementsysteem Wetenschappelijk onderzoek 19 5

6 DE ORGANISATIE 1. Leiderschap 1.1 Het verzorgingsgebied van (NOG) is gelijk aan het gebied van de veiligheidsregio en strekt zich uit van Harderwijk tot Winterswijk. Het gebied is langgerekt met een oppervlakte van ongeveer km 2 en er wonen ca mensen. RAV Noord- en Oost- Gelderland is onderdeel van Witte Kruis ambulancezorg. Het werkgebied van Witte Kruis NOG omvat 22 gemeenten verdeelt over drie clusters (West, Midden, Oost): Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Doetinchem, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Lochem, Montferland, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Putten, Voorst, Winterswijk en Zutphen. Voor de regulier, acute en opgeschaalde zorg conformeert Witte Kruis zich aan de relevante wet- en regelgeving. Dit geldt voor de zorg op straat en die van de meldkamer, maar ook binnen de samenwerking met ketenpartners. Naast de wet- en regelgeving en de ketenpartners waar Witte Kruis mee te maken heeft, hebben diverse instanties invloed op de eisen die gesteld worden aan het proces van ambulancezorg. Dit is veelal vanuit een meer overkoepelend perspectief zoals de brancheorganisatie en ministeries, maar ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en gemeenten. 1.2 Witte Kruis ambulancezorg Witte Kruis levert ambulancezorg in vijf regio s en is de grootste ambulancezorgorganisatie in Nederland. Naast wordt ook ambulancezorg verleend in de regio s Noord-Holland Noord, Haaglanden, Kennemerland en Zeeland. In de regio s Noord-Holland Noord, Kennemerland, Zeeland en Haaglanden vindt de zorgverlening plaats in samenwerking met regionale partners. Naast ambulancezorg biedt Witte Kruis onder meer huisartsenvervoer, repatriëringen en extra paraatheid bij evenementen. Figuur 1: Afbakening veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 6

7 Directeur / bestuurder Medisch eindverantwoordelijke Manager ambulancezorg regio NOG ROC en LOC s Medisch manager Administratie Kwaliteit Operationeel hoofd meldkamer Operationeel hoofden Centralisten Verpleegkundigen en chauffeurs Figuur 2: Organisatiestructuur Witte Kruis Noord- en Oost-Gelderland Witte Kruis maakt onderdeel uit van Connexxion Nederland NV en moederbedrijf Transdev Nederland Holding NV. Voor de bedrijfsvoering wordt gebruik gemaakt van centrale diensten van de holding, waaronder ICT, salarisadministratie en inkoop. 1.3 Meldkamer Ambulancezorg (MKA) Het instellen van de meldkamer ambulancezorg (MKA) als onderdeel van de gemeenschappelijke meldkamer (GMK) ambulance, politie en brandweer behoort volgens de Wet Veiligheidsregio s en de Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz) tot de taak van het bestuur van de veiligheidsregio. De MKA is verantwoordelijk voor het continue proces van intake, indicatiestelling, zorgtoewijzing en coördinatie. Hierdoor is zij de toegangspoort voor de (ambulance)zorg. De meldkamer ambulancezorg zorgt ervoor dat de juiste (ambulance)zorg op het juiste moment en op de juiste plaats wordt ingezet en/of de overdracht van de patiënt aan andere hulpverleners zo efficiënt mogelijk verloopt. De Meldkamer Oost Nederland (MON) in Apeldoorn coördineert ambulancezorg voor RAV IJsselland en RAV Noord- en Oost-Gelderland. 1.4 Missie en visie Witte Kruis hanteert de volgende missie: Het leveren van kwalitatief hoogstaande zorg door middel van het verleggen van haar grenzen aan de hand van continue innovaties, een goede samenwerking met (ketenzorg)partners en het centraal stellen van de patiënt in het proces van ambulancezorg. Het beschikken over goede medewerkers met de juiste instelling is cruciaal in een sector waar de patiënt centraal staat en waar ook veranderingen en vernieuwingen en het behalen van targets een grote plaats innemen. Investeren in een positief werkklimaat en vakmanschap staan daarom binnen Witte Kruis voorop. Door het bieden van kwalitatief hoogwaardige opleidingen en loopbaanmogelijkheden blijven wij medewerkers inspireren en binden. De medewerkers creëren een onderscheidende en succesvolle ambulancezorgorganisatie die klaar is voor de wereld van morgen. Witte Kruis zet zich samen met haar ketenpartners in om een integraal systeem van kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg in de regio Noord- en Oost-Gelderland verder te realiseren en in stand te houden. Zij is zich bewust dat het leveren van verantwoorde zorg aan de patiënt alleen maar kan gebeuren in goede afstemming met ketenpartners zowel bij de dagelijkse als bij de grootschalige hulpverlening. Het moet niet uitmaken waar de zorgvraag van de patiënt in de keten binnenkomt; de patiënt krijgt die zorg die hij nodig heeft. Daarnaast tracht Witte Kruis de kwaliteitsverbetering zo tastbaar en zichtbaar mogelijk te maken, voor de patiënt, haar ketenpartners en voor andere betrokkenen. Hierbij worden de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk ingezet. Om kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg te leveren, werken de partners binnen Witte Kruis nauw samen en 7

8 maken ze, in overleg met de zorgverzekeraars, bindende afspraken met elkaar. Daarnaast werken de partners nauw samen met andere betrokkenen in de zorgsector, de openbare orde en veiligheid en het openbaar bestuur. De visie van Witte Kruis bestaat uit drie pijlers: 1. Niet reageren, maar creëren Witte Kruis heeft als ambitie om een grensverleggende en vooruitstrevende RAV binnen Nederland te zijn. Zij heeft oog voor de laatste ontwikkelingen en zoekt continu naar vernieuwende wegen om de doelen te bereiken. 2. Grensverleggende techniek Witte Kruis werkt aan en biedt grensverleggende technieken om het totale proces van ambulancezorg te verbeteren en efficiënter te maken. 3. Sterk in samenwerken Enerzijds is Witte Kruis een actieve en belangrijke schakel in de acute zorg, aangezien de ambulancezorg zich beweegt tussen de schakels van de acute zorgketen wat vraagt om een optimale doorgeleiding van patiënten. Anderzijds speelt zij een belangrijke coördinerende rol in het organiseren van hulp bij grote rampen en ongelukken. 1.5 Verantwoorde zorg Binnen de steeds veranderende kaders en eisen die worden gesteld aan verantwoorde ambulancezorg, wordt continu gezocht naar vernieuwende kwalitatieve oplossingen om het gestelde doel van hoogwaardige zorgverlening te bereiken. De risico s die dit met zich meebrengt worden nauwkeurig afgewogen, waarbij kwaliteit, verantwoorde (ambulance)zorg en doelmatigheid de belangrijkste criteria zijn. Patiëntgerichtheid, doeltreffendheid, veiligheid en zorg op maat zijn de begrippen die verantwoorde zorg beschrijven. De behoefte van de patiënt is hierbij steeds het uitgangspunt. Dit betekent dat de organisatie de best mogelijke ambulancezorg wil bieden. Om dit te bereiken wordt er continu gewerkt aan verbetering van de dienstverlening door scholing, het gebruik van een modern wagenpark, nieuwe materialen en een efficiënte inzet van mensen en materieel. Ondernemingsraad In de Wet op de Ondernemingsraad (WOR) is bepaald dat een organisatie met meer dan vijftig medewerkers verplicht is om een ondernemingsraad (OR) in te stellen. Witte Kruis heeft een ondernemingsraad. De ondernemingsraad stelt een eigen OR-jaarverslag op. 8

9 2. Management van medewerkers 2.1 HRM-beleid Voorkomen ziekteverzuim Door continue aandacht voor arbeidsomstandigheden, een prettige werkomgeving en goede contacten tussen leidinggevenden en medewerkers wordt ziekteverzuim zoveel mogelijk voorkomen. Voor het voorkomen van verzuim zijn verschillende zaken geregeld, waaronder: Aanstellingskeuring aan de hand van vastgestelde functie- en gezondheidseisen; Een Periodiek Arbeidsmonitor waarbij medewerkers worden getest op hun belasting in verhouding tot hun belastbaarheid; Een strak verzuimprotocol. Witte Kruis laat medewerkers bij verzuim van twee weken al oproepen voor het spreekuur bij de arbo-arts. Daarvóór heeft de leidinggevende al diverse contactmomenten; Preventie van agressie en geweld; Een vertrouwenspersoon en Bedrijf Opvang Team (BOT). Duurzame inzetbaarheid Witte Kruis zet zich actief in ten aanzien van het loopbaanbeleid voor haar medewerkers door hen de gelegenheid te bieden om zich te ontplooien en hun inzetbaarheid en loopbaanperspectief binnen de organisatie te vergroten. Witte Kruis erkent hierbij onder andere de verschillende levensfases die medewerkers doorlopen. In 2015 is Witte Kruis breed gestart met het project duurzame inzetbaarheid. Duurzame inzetbaarheid gaat over de optimale inzet van medewerkers om een toekomstbestendige en flexibele organisatie te waarborgen. De omvang van de groep medewerkers met oplopende leeftijd neemt snel toe, waardoor het risico op (fysieke) gezondheidsklachten stijgt en het moeilijker wordt om de vakbekwaamheid op peil te houden. Ook in de toekomst wil Witte Kruis over voldoende gekwalificeerde en gezonde medewerkers beschikken. Witte Kruis vindt het belangrijk om te weten hoe het gesteld is met de huidige inzetbaarheid van de medewerkers. Daarnaast heeft de organisatie behoefte aan een integrale aanpak die medewerkers in beweging zet om te investeren in hun inzetbaarheid, een samenhangend pakket van maatregelen dat medewerkers hierin faciliteert en belemmerende factoren in het werk vermindert dan wel opheft. Vanuit de regio NOG heeft een vertegenwoordiging in 2015 meegedacht over het thema duurzame inzetbaarheid. 2.2 Formatie Het aantal formatieplaatsen (fte s) wordt bepaald op basis van het paraatheidsplan van de RAV. Voor Witte Kruis NOG bestond dat in 2015 uit 201,55 fte; 4 fte meer dan in In 2015 waren er in totaal 220 medewerkers bij Witte Kruis in dienst. 2.3 Arbo en Veiligheid De veiligheid van het personeel wordt geborgd in het arbobeleid, waarbij de Arbowet, het Arbobesluit en arboregelingen leidend zijn. Witte Kruis houdt zich aan de wettelijke bepalingen met betrekking tot de arbozaken. Zij kiest ervoor aan de hand van de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) te bepalen welke investeringen op het gebied van arbozorg moeten worden gedaan. Het gaat hierbij om zowel repressieve als preventieve maatregelen, scholing en voorlichting. Arbozorg wordt gerealiseerd met inachtneming van de redelijkheid van maatregelen en financiële en budgettaire grenzen. De noodzakelijke maatregelen zijn in een plan van aanpak vastgelegd. 2.4 Fysieke belasting en ergonomie De aanpak van fysieke belasting is een belangrijk en continu aandachtspunt voor ambulancemedewerkers. Fysieke klachten aan rug en ledematen kunnen leiden tot ziekteverzuim dat over het algemeen een langdurig karakter heeft in de ambulancesector. Binnen Witte Kruis dragen ergocoaches zorg voor vermindering van de fysieke belasting van de medewerkers als gevolg van duwen, trekken, tillen en vaak herhaalde bewegingen. Instructies met betrekking tot tiltechnieken en het gebruik van hulpmiddelen dragen bij aan vermindering van de fysieke belasting. Bij overwegingen in de aanschaf van materialen telt de ergonomische hanteerbaarheid dan ook sterk mee en wordt een ergocoach om advies gevraagd. Daarnaast stimuleert Witte Kruis fitnessactiviteiten door deze financieel aantrekkelijk te maken dan wel rechtstreeks beschikbaar te stellen. 2.5 Psychische belasting en opvang Het Bedrijf Opvang Team (BOT) biedt nazorg aan medewerkers na een traumatische gebeurtenis tijdens de uitvoering van de ambulancezorg of meldkameractiviteiten. Het team wordt gevormd door medewerkers van de eigen organisatie. Door deze opvang en begeleiding van medewerkers probeert het BOT te voorkomen dat deze gebeurtenis een belemmering gaat vormen voor het dagelijks functioneren tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of in de privésituatie. Het BOT wordt ingezet op basis van de regel van zeven. Dit is een vastgestelde lijst met zeven typen ingrijpende gebeurtenissen, waarbij opvang over het algemeen gewenst is: 1. Geweld/intimidatie naar ambulancepersoneel; 2. Ernstig letsel, dood en/of reanimatie van kinderen; 3. (Verkeers)ongevallen met zwaar letsel, verminking of dood; 4. (Poging tot) zelfmoord; 5. Situatie waarbij familie of collega s van ambulancepersoneel bij betrokken zijn; 6. Situatie van onmacht of ernstige misdrijven; 7. Geüniformeerde die zelf aangeeft behoefte aan ondersteuning te hebben. 9

10 Stichting Impact heeft in 2010, in samenwerking met de geüniformeerde diensten in Nederland, de richtlijn psychosociale ondersteuning geüniformeerden, ontwikkeld. Uit wetenschappelijke onderzoeken over traumaverwerking blijkt dat het direct inzetten van een BOT-team na een ernstige hulpverlening in negatieve zin een versterkend effect kan hebben op de verwerking. Deze aanbeveling ligt ten grondslag aan de BOT-procedure die binnen Witte Kruis gevolgd wordt. Dit houdt in dat wordt gewerkt vanuit secundaire inzet, waarbij medewerkers eerst in de gelegenheid gesteld worden om zelf of met collega s stoom af te blazen. Daarna wordt er door de dienstdoende BOT-medewerker, altijd contact opgenomen met de betreffende medewerkers n.a.v. de melding. Afhankelijk van dit contact volgt er na drie weken een vervolggesprek waarbij er wordt teruggeblikt op de feitelijkheden en de beleving van de collega. Er worden maximaal drie gesprekken gevoerd. Wanneer er aanleiding voor is wordt er in overleg met de medewerker en de leidinggevende professionele hulp ingeschakeld. Elk van de drie cluster binnen de regio NOG beschikt over een eigen BOT-team. In totaal zijn er 14 BOT medewerkers binnen de regio. Daarnaast hanteert de meldkamer ambulancezorg sinds 2015 ook een agressieprotocol en beschikken zij over een eigen BOT-dienst bestaande uit 4 medewerkers. In 2015 zijn binnen Witte Kruis NOG in totaal 47 BOT-meldingen gedaan in verband met suïcide, ernstig trauma, ongeval met kinderen, moord en reanimatie. 2.6 Ongewenste omgangsvormen Agressie-incidenten Indien er sprake is van een agressie- of geweldincident tegen een medewerker, dan treedt het agressie- en geweldsprotocol in werking. BOT-medewerkers binnen Witte Kruis zijn naast hun BOT-taken opgeleid als agressiecoaches. Zij bieden medewerkers ondersteuning en helpen bij eventuele vervolgacties in geval van incidenten met agressie en/ of geweld. Tevens verzorgen zij de registratie van de agressie-incidenten. Wanneer uit de verpleegkundige verslaglegging blijk wordt gegeven van agressie tijdens de hulpverlening benaderd de BOT-medewerker zijn/haar collega. Afhankelijk van de wens van de medewerker wordt dit verder opgepakt waarna opvang door leidinggevende en eventuele BOT-opvang volgt. In sommige gevallen wordt een persoonlijke brief verstuurd naar de agressor en in het uiterste geval aangiftebegeleiding en begeleiding in geval van een rechtszaak. Het veiligheidsbeleid, afgeleid van het landelijke programma Veilig Publieke Taak, is opgebouwd uit een preventief beleid en een reactief beleid. De uitgangspunten bij het beleid zijn: Bewustwording bij de werkgever en werknemer dat agressie en geweld niet acceptabel is; Maatregelen zijn gericht om incidenten zoveel mogelijk te voorkomen; Medewerkers worden maximaal ondersteund bij de afhandeling van een geweldsincident; Goede nazorg wordt geboden bij incidenten waarbij medewerkers betrokken zijn; Agressiecoaches bieden collegiale en procedurele ondersteuning; Agressie- en geweldsincidenten worden altijd gemeld en geregistreerd; De werkgever geeft in beginsel bij een incidentmelding een reactie naar de dader; In geval van schade wordt deze verhaald op de dader; In geval van een strafbaar feit wordt aangifte gedaan; Een vaste contactfunctionaris voor overleg met politie. Sinds de implementatie van het veiligheidsbeleid is er een beter inzicht in de risicovolle momenten voor ambulancemedewerkers. Dit is te danken aan een sterke toename van het aantal meldingen van agressie en/of geweld. Dit betekent overigens niet dat agressie in dezelfde mate is toegenomen. In Witte Kruis regio NOG zijn in 2015 totaal 28 meldingen gedaan van een agressie-incident. Hierbij dient opgemerkt te worden dat dit aantal vertekend kan zijn door de gevolgen van de cao-acties onder het ambulancepersoneel het afgelopen jaar. Gedurende de cao-acties heeft registratie plaatsvonden van agressie-incidenten en waren meldingen afhankelijk waren van persoonlijke overdracht. Een aantal keer heeft de agressor een brief ontvangen waarin aangegeven wordt dat het gedrag niet getolereerd wordt. Tweemaal is aangifte gedaan in Tabel 1: Aantal agressie-incidenten naar type in 2015 Verbaal geweld Fysiek geweld Seksuele intimidatie Bedreiging Fysiek én verbaal Totaal Aantal incidenten

11 Ongewenste omgangsvormen door collega s Witte Kruis heeft een regeling ongewenste omgangsvormen ingesteld. Witte Kruis biedt de mogelijkheid om een medewerker contact op te laten nemen met de vertrouwenspersoon bij confrontatie van zaken zoals seksuele intimidatie en pesten. In 2015 zijn vier vertrouwenspersonen aangesteld binnen Witte Kruis regio NOG. 2.7 Opleiding en bijscholing Vakbekwaamheid De Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) stelt eisen aan de individuele beroepsbeoefenaren. Eén van de kenmerken van de Wet BIG is dat het een kwaliteitswet is met als doelstelling het handhaven van een kwalitatief goede gezondheidszorg door bekwame beroepsbeoefenaren, die kunnen worden aangesproken als zij hun deskundigheid overschrijden en/of schade toebrengen aan de patiënt. Alle verpleegkundigen binnen de RAV en nagenoeg alle centralisten zijn BIG-geregistreerd. Bovendien wordt de feitelijke bekwaamheid van ambulanceverpleegkundigen, -chauffeurs en verpleegkundig centralisten jaarlijks geverifieerd. De Regionaal Opleiding Coördinator (ROC) is verantwoordelijk voor de bewaking van de opleidingsactiviteiten en de actualiteit van de behaalde kwalificaties. Door de medisch manager ambulancezorg (MMA) wordt elk jaar aan de ambulanceverpleegkundigen van de RAV een autorisatie toegekend. Alle medewerkers worden jaarlijks bijgeschoold op basis van het opleidingsjaarplan. Het opleidingsjaarplan is een uitvloeisel van het Strategisch Opleidingsplan (SOP). Uitgangspunt van het opleidingsplan 2015 waren de wensen en behoeften van de ambulancezorgverleners voor het goed kunnen uitvoeren van hun taak. Belangrijke aandachtspunten daarbij waren: Ontwikkelingen in de wijze van afname van het (her) assessment van bekwaamheid; De initiële PHTLS-cursus (Pre Hospital Trauma Life Support) en de herhalingscursus worden weer via de Academie voor Ambulancezorg afgenomen; De accreditatiepunten zijn met ingang van 2014 de volgende 5-jarencyclus ingaan; In alle trainingen wordt aandacht besteedt aan de CRM-punten die als rode draad hier door heen lopen; Zowel de opleiding voor de ambulanceverpleegkundige als de verpleegkundig MKA-centralist is CZO gecertificeerd; Voorbereiding op de invoering van de Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB). In 2015 is voortgeborduurd op de implementatie van LPA 8.0. Dit door aandacht te geven aan de nieuwe deelvaardigheden, nieuw materiaal en deze zaken te integreren in een casus. Daarnaast zijn de protocollen theoretisch getoetst. 11

12 Ambulancechauffeurs leggen jaarlijks een toets medisch assisteren af en een rijvaardigheidstoets. Eens in de vijf jaar leggen de verpleegkundigen en chauffeurs een assessment af, om de bekwaamheid te testen. In 2015 hebben drie ambulanceverpleegkundigen en vijf ambulancechauffeurs hun diploma behaald. Van de deelnemers aan het landelijk assessment is in % geslaagd. Bureau Opleiden en Oefenen Witte kruis breed is er een voorstel voor de inrichting van bureau Opleiden en Oefenen ontwikkeld. Dit plan is binnen de regio NOG tijdens een tweedaagse met de werkbegeleiders verder uitgewerkt. Belangrijkste onderdeel hiervan is de verdeling van taken over meerdere personen. Zo zijn de werkbegeleiders instructeur geworden en zijn er voor het inwerken nieuwe werkbegeleiders aangesteld. Daarnaast zijn er experts aangesteld die verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van lesstof en het afnemen van assessments. Op deze manier wordt een vermindering van werklast verwacht voor de instructeurs waardoor de kwaliteit van scholing verbeterd. Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB) In 2015 zijn de voorbereidingen getroffen voor de invoering van de Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB). Dit hernieuwde model is begin januari 2016 in werking getreden en zorgt tijdens crisissituaties voor een verbeterde geneeskundige hulpverlening. Een belangrijk verschil is dat de opschaling een wettelijke verantwoordelijkheid is geworden. De GGB kent een beleidsmatig en operationeel deel. Witte Kruis NOG heeft net als andere RAV s een integraal crisisplan opgesteld waarin de opschaling van ambulancezorg wordt beschreven. Operationeel gezien zijn voorbereidingen getroffen ten aanzien van opzet, alarmering en herbevoorraden. In de nieuwe situatie is de Geneeskundige behandelcombinatie (GNK) verdwenen en wordt uitgegaan van vrije instroom van beschikbare medewerkers bij een grootschalige incidenten. Indien de In situaties waarbij het aantal slachtoffers de vervoerscapaciteit overstijgt wordt het calamiteitenvoertuig ingezet. 12

13 Binnen het GGB model zijn verschillende taken beschreven voor de ambulances die als eerste ter plaatse zijn. Deze taken zijn beschreven in een e-learning programma dat Witte Kruis landelijk aangeboden is voor alle medewerkers. Daarnaast is het beoefend in spelvorm, ETS (Emergency Training System), en table top. In 2016 zal hier nog een praktische oefening aan toegevoegd worden. GHOR Witte Kruis oefent in samenwerking met de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) voor opgeschaalde situaties. Jaarlijks oefent Witte Kruis in multidisciplinair verband met ketenpartners als politie, brandweer en reddingsbrigade. Er is een registratie binnen de opleidingsmodule waarmee de leidinggevenden van Witte Kruis kunnen monitoren of alle medewerkers voldoende getraind zijn voor opgeschaalde situaties. 2.8 Medisch management De medisch manager ambulance (MMA) is binnen de regio Noord- en Oost Gelderland verantwoordelijk op het gebied van medisch management. De MMA is verantwoordelijk voor het medisch beleid, de medische zorg en geeft opdracht tot het verrichten van ambulancezorgverlening. De MMA toetst en bewaakt langs verschillende routes de kwaliteit van (medische) voorbehouden handelingen van ambulanceverpleegkundigen en speelt op grond van zijn specifieke medische deskundigheid en bevoegdheid een hoofdrol in het beantwoorden van de vraag of een ambulanceverpleegkundige bekwaam, en dus bevoegd, is om de nader omschreven handelingen uit te voeren. Dit is tot op zekere hoogte ook van toepassing op de assisterende rol van de ambulancechauffeurs. De MMA neemt zitting in de calamiteitencommissie van Witte Kruis. Participatie in de calamiteitencommissie van de MMA is vanuit de verantwoordelijkheid op medisch gebied essentieel en een vereiste vanuit de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). 2.9 Informatie en communicatie Witte Kruis Noord- en Oost-Gelderland informeert haar medewerkers structureel over organisatie- of brancheontwikkelingen. Ambuweb (een intranet-omgeving) is een belangrijk medium voor het plaatsen van organisatiegerelateerde informatie. In 2015 zijn de eerste voorbereidingen getroffen voor de overgang naar een nieuwe intranetomgeving die Witte Kruis breed zal worden geïmplementeerd in Cultuur Een belangrijk verbeterpunt uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) van 2014 was de verbinding tussen het managementteam en de werkvloer. In 2015 is daarom ingezet op de verbetering van de informatie vanuit het management. De regionale cultuurwerkgroep waarin medewerkers vanuit de clusters vertegenwoordigd zijn, benadert medewerkers actief om input te leveren en ervaringen te delen. Een concreet resultaat hiervan is dat men in de regio Apeldoorn gestart is met een wekelijks infobulletin waar nieuws vanuit zowel MT als medewerkers zelf actief en laagdrempelig wordt gedeeld. Dit initiatief past in de behoefte van medewerkers op deze standplaats om als team meer zelf te reguleren en verbeteren. Taken en verantwoordelijkheden binnen gedefinieerde pijlers zijn hier meer belegd bij medewerkers waarbij het (waarnemend) Operationeel Hoofd meer een coachende rol op zich neemt. Deze pilot zelfreguleren krijgt binnen de standplaats Apeldoorn in 2016 een vervolg en mogelijk volgen ook andere standplaatsen dit voorbeeld. Ook de voorbereidingen voor het implementeren van een werkoverleg nieuwe stijl in, en de eigen invulling van de teamdag 2016 zijn voorbeelden van initiatieven die vanuit de werkvloer zijn ontstaan en met enthousiasme worden opgepakt. De MMA-ondersteuners spelen een belangrijke rol in het monitoren van patiëntveiligheid (bijvoorbeeld als lid van de calamiteitencommissie) of het signaleren van trends in de zorg binnen Witte Kruis regio NOG. In het voorjaar van 2015 zijn de eerste stappen gezet voor de herinrichting van het medisch management. Op basis van een inventarisatie van taken en bijbehorende discipline is het medisch management toekomstbestendiger ingedeeld. Daarbij is vooral geïnvesteerd op medische inhoud en betrokkenheid bij scholing. Eind 2015 is de formatie van het medisch management uitgebreid en is de nieuwe structuur per 2016 operationeel. 13

14 3. Strategie en beleid 3.1 Tijdelijke wet ambulancezorg De Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz), welke sinds 1 januari 2013 van kracht is, voorziet erin dat er per veiligheidsregio door de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) één vergunninghouder voor de RAV is aangewezen. Deze partij is integraal verantwoordelijk voor het verlenen van verantwoorde ambulancezorg in de regio, zowel in de dagelijkse routinematige situatie als bij rampen en ongevallen. Tot het verlenen van ambulancezorg behoren zowel de instandhouding van de MKA als het daadwerkelijk verlenen van ambulancezorg door het ambulance personeel. Met het besluit om de Twaz te verlengen tot 1 januari 2020, voldoet Witte Kruis Noord- en Oost-Gelderland voldoet aan onderstaande eisen: Voldoende financiële draagkracht; Voldoende capaciteit om het referentiekader spreiding en beschikbaarheid uit te kunnen voeren; Afspraken met zorginstellingen omtrent planbaar ambulancevervoer; Analyse van de overschrijdingen van de 15-minuten responsetijd; Het beschikken over een gecertificeerd kwaliteits- en veiligheidsmanagementsysteem; Deelnemen aan overleg over oplossen van knelpunten in de acute zorg; Het beschikken over een opleiding- en bekwaamheidsbeleid. 3.2 Meldkamer van de toekomst De minister van Veiligheid en Justitie heeft zich uitgesproken over vergaande schaalvergroting van gemeenschappelijke meldkamers in Nederland. Er komt één landelijke organisatie (LMO), met maximaal tien locaties. Deze locaties zijn bovenregionale meldkamers van politie, brandweer en ambulancezorg. Het intakeproces wordt gesplitst in een multidisciplinair deel en een monodisciplinair deel, waarbij de kolommen verantwoordelijk zijn en blijven voor het monodisciplinaire deel van de intake. Deze ontwikkeling heeft ook gevolgen voor de meldkamer ambulancezorg. In 2015 zijn er besprekingen vervolgd tussen de directies van de betrokken RAV s en veiligheidsregio s over de samenvoeging van de huidige meldkamerlocaties van Apeldoorn, Arnhem, Nijmegen en Hengelo. De beoogde locatie is de MON in Apeldoorn. Eind 2015 heeft het ministerie laten weten dat er een heroriëntatie nodig is, omdat de organisatie op dit moment op een dusdanige wijze is geregeld, dat de opdracht om te komen tot een LMO binnen de huidige afspraken van tijd en geld niet gerealiseerd kan worden. 3.3 Toenemende zorgvraag Er is sprake van een veranderende en toenemende zorgvraag. Er valt een verschuiving van cure (behandelen) naar care (verzorgen) te verwachten en een steeds meer gecombineerde vraag van care én cure. De financiële ruimte om een en ander op te vangen is beperkt. 14

15 Het is noodzakelijk om efficiënte en betaalbare zorg te kunnen blijven verlenen. Zorgverzekeraars zullen sterker de regie gaan nemen in hun rol als zorginkoper. Dit leidt tot een toename van de druk op de kwaliteit van zorg tegen een lagere prijs en op de gewenste transparantie. Zorginstellingen krijgen wel steeds meer vrijheid om eigen beleid vorm te geven. Te verwachten is dat financiering ook sterk zal samenhangen met de mate van efficiënte samenwerking met andere zorginstellingen. Witte Kruis Noord- en Oost-Gelderland zoekt doorlopend naar vernieuwende manieren waarop zij verantwoorde ambulancezorg kan leveren. 3.4 Afstemming acute zorg Binnen de acute zorg is sprake van meer accent op de eerste lijn: zorg dichtbij als het kan, ver weg als het moet. Daarnaast zal de scheidslijn tussen de eerstelijns- en de tweedelijns gezondheidszorg steeds verder vervagen. Het managementteam van Witte Kruis heeft veel contact met de ketenpartners, vooral de ziekenhuizen en huisartsenposten. Er vindt regelmatig overleg plaats over onder meer de samenwerking in het algemeen, digitale vooraankondiging en trauma-hulpverlening en incidenten in de samenwerking. 3.5 Arbeidsmarkt Er is sprake van een steeds krapper wordende arbeidsmarkt voor verzorgenden en verpleegkundigen. Afgezet tegen een groeiende en complexer wordende zorgvraag, staat de (ambulance)zorg voor de uitdaging in de komende jaren over voldoende en juist gekwalificeerd personeel te blijven beschikken. In wordt onder meer gebruik gemaakt van zorgdifferentiatie. Differentiatie kan in bepaalde gevallen beter en doelmatiger tegemoet komen aan de benodigde zorg voor de patiënt. De hoog complexe ambulancezorg (ALS) wordt in deze regio zowel uitgevoerd door ambulanceteams, bestaande uit een chauffeur en verpleegkundige, als door de rapid responder, een solo-eenheid met alleen een ambulanceverpleegkundige. In 2015 zijn de eerste lichting BMH-studenten afgestudeerd. Deze studenten zijn in principe opgeleid om vanuit de Hbo-opleiding Bachelor Medische Hulpverlening (BMH) meteen aan de slag te kunnen in de ambulancezorg. Witte Kruis regio NOG heeft drie BMH-studenten in 2015 begeleid in hun stage. In oktober 2015 heeft de minister van VWS een ontwerpbesluit aangeboden inzake de opleiding, deskundigheid, en tijdelijke zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van voorbehouden handelingen van de Bachelor Medisch Hulpverlener. Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het ontwerpbesluit met ingang van medio

16 4. Management van middelen 4.1 Huisvesting Witte Kruis Noord- en Oost-Gelderland maakt gebruik van tien standplaatsen en vier uitrukposten. De meldkamer ambulancezorg is gevestigd binnen de Meldkamer Oost Nederland te Apeldoorn. Op de hoofdposten is de stalling van alle parate ambulances en vangen de diensten aan. Het indirecte personeel heeft tevens kantoor op een deel van de hoofdposten. Het hoofdkantoor is gevestigd in Elburg. De standplaatsen in de regio Noord- Oost Gelderland zijn: Post Apeldoorn Noord Post Apeldoorn Zuid Post Baak (in 2015 is standplaats Vorden vervangen voor Baak) Post Borculo Post Doetinchem Post Elburg Post Ermelo Putterweg Post Etten Post Groenlo Post Harderwijk Post Heerde Post Varsseveld Post Winterswijk Post Zutphen 4.2 Voorwaarde scheppende locaties Voorwaarde scheppende locaties (VWS) worden gebruikt om het dekkingsgebied in de regio te behouden. Ambulanceteams worden soms naar bepaalde posities gestuurd ter afdekking van gebieden. Dit is meestal als er in een bepaald gebied een capaciteitsprobleem dreigt te ontstaan, omdat er al meerdere ambulances zijn ingezet. Vanuit de focus op verbetering van de aanrijtijden en rittijdoverschrijdingen, zijn in samenspraak met de meldkamer diverse VWS-locaties nieuw betrokken of verbeterd. VWS-locaties Twello, Klarenbeek en Voorst zijn hier voorbeelden van in Wagenpark Om aan de reguliere paraatheid te kunnen voldoen, had Witte Kruis NOG in 2015 de beschikking over 32 ambulancevoertuigen. Hiervan zijn 30 voertuigen uitgerust met materialen om Advanced Life Support (ALS) te kunnen uitvoeren. Twee voertuigen zijn ingericht voor besteld vervoer (BLS-ambulances). Cluster Midden beschikt over twee rapid responders waaronder een motor en een soloambulance. In 2015 zijn vijf ambulancevoertuigen vervangen en wordt er sindsdien uitsluitend gereden met ALS-ambulances van het type Mercedes-Benz Sprinter. Daarnaast beschikt de regio over 11 dienstvoertuigen. In 2015 zijn drie calamiteitenvoertuigen aangesteld voor de posten Elburg (cluster West), Apeldoorn (cluster Midden) en Doetinchem (cluster Oost) ter voorbereiding op de invoering van de Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB). De nieuwe calamiteitenvoertuigen bieden plek aan twee ambulancechauffeurs en vier verpleegkundigen en bevatten naast extra dekens en infuus materiaal ruimte voor 10 spoedkoffers, 10 zuurstoftassen, en een kinderkoffer. 16

17 4.4 Verbruiksartikelen en apparatuur Voor het gebruik van materialen en middelen wordt gestreefd naar uniformiteit binnen de Witte Kruis regio s. Goede kwaliteit en een verantwoorde prijs zijn daarbij bepalend. Conform het vervangingsbeleid dat binnen iedere organisatie wordt gehanteerd, dient alle apparatuur na een vastgestelde gebruiksperiode te worden vervangen. In de continue zoektocht naar verbetering wordt met het vervangingsbeleid beoogd dat elke ambulance is voorzien van apparatuur waarmee kwalitatief hoogwaardige zorg kan worden geleverd. Medicatie wordt afgenomen bij de ziekenhuisapotheken. 4.5 ICT Door de alom beschikbare informatie via intranet, internet en apps kunnen medewerkers snel informatie opzoeken, bijv. gedurende een ambulancerit met als doel de patiënt nog betere zorg te kunnen bieden. Daarnaast is de informatie ook noodzakelijk voor de indirecte processen van de organisatie en is de wijze waarop dat gebeurt snel aan verandering onderhevig. Het is voor de regio NOG van Witte Kruis essentieel om de nieuwe technologische mogelijkheden maximaal te benutten. Steeds meer lesmateriaal is beschikbaar als e-learning, zakelijke informatie wordt grotendeels digitaal verspreid, het patiëntendossier wordt terplekke ingevoerd op het digitale ritformulier in een mobiele dataterminal (MDT) en aanvullende informatie kan de ambulancemedewerker opvragen via een van de beschikbare apps op de smartphone die in iedere ambulance is geplaatst. Het intensieve gebruik van ICT bevat ook risico s voor de organisatie die de efficiency en veiligheid van de informatie kunnen bedreigen. Een aantal uitgangspunten voor de ICT-infrastructuur binnen Witte Kruis Noord- en Oost- Gelderland zijn: De hard- en software dienen uit standaardproducten te bestaan; De ambulancedienst en MKA hanteren dezelfde software voor het vastleggen van ritgegevens; Het dataverkeer dient 24 uur per dag te kunnen plaatsvinden; De aan te schaffen systemen verbeteren de bedrijfsvoering op het gebied van registratie, rapportage en op financieel gebied. Papierloos vergaderen In 2015 is Witte Kruis regio NOG gestart met online-applicaties om documenten te delen. OurMeeting en Basecamp worden gebruikt als manier voor papierloos vergaderen. Documenten, notulen, agenda s zijn digitaal te benaderen door vergaderleden bijv. via tablet of laptop. Informatiebeveiliging Voor een maximale beveiliging van digitale informatie is Witte Kruis in 2014 gestart met het toetsen van alle directe en indirecte processen aan de norm NEN Dit project is veelomvattend en in 2015 is hier op voortgeborduurd. De bestuurders van alle ambulancediensten hebben afgesproken eind 2017 volledig te voldoen aan deze norm. Witte Kruis Noord- en Oost-Gelderland verwacht deze deadline te halen. 17

18 5. Management van processen 5.1 Certificering ISO/HKZ Witte Kruis is gecertificeerd conform de kwaliteitsnormen van HKZ Ambulancezorg, certificatieschema 2011 en heeft een HKZ-certificaat. Het certificaat heeft betrekking op de volledige ambulancezorg; van het opnemen van de melding op de meldkamer tot het overdragen of doorverwijzen van de patiënt aan de best passende ketenpartner. Voor zowel de operationele medewerkers als staffunctionarissen is in de loop der jaren een grote mate van bekendheid en vertrouwdheid opgebouwd met het kwaliteitssysteem. De uitvoer van de kwaliteitsprocessen en de manier waarop het kwaliteitssysteem verder wordt vormgegeven is voortdurend in beweging. Er is sprake van continue aanscherping en nuancering op basis van nieuwe inzichten en trends. De uitvoer van de solide en verantwoorde zorgverlening aan patiënten is gewaarborgd in de uitvoer van procedures en werkinstructies die evidence-based en pragmatisch zijn. Het onderhouden en actualiseren van deze procedures en het overkoepelende kwaliteitssysteem is een doorlopend proces dat is vervlochten in de dagelijkse bedrijfsvoering van de organisaties. Documenten zijn Witte Kruis breed van toepassing en worden daar waar nodig aangevuld met regionale documenten. 5.2 Veiligheidsmanagementsysteem Patiëntveiligheid is het (nagenoeg) ontbreken van (de kans op) aan de patiënt toegebrachte schade (lichamelijk/psychisch) die is ontstaan door het niet volgens de professionele standaard handelen van hulpverleners en/ of door tekortkoming in het zorgsysteem. Het onderwerp is al vele jaren een belangrijk thema binnen de gezondheidszorg. Eind 2009 is er door de brancheorganisatie Ambulance zorg Nederland gestart met het opstellen van een globaal plan van aanpak voor de ontwikkeling en uitvoering van een patiëntveiligheidsprogramma voor de ambulancezorg. Vanaf 2011 is op landelijk niveau uitvoering gegeven aan dit programma. Onder leiding van AZN is een toolbox ontwikkeld voor de inbedding van een Veiligheids managementsysteem (VMS). Het VMS van Witte Kruis Noord- en Oost-Gelderland is opgebouwd en ingericht op basis van het HKZ-schema Ambulancezorg, waar het specifieke HKZ-schema Cliënt-/ Patiëntveiligheid (2009) onderdeel van is. De HKZ-normen bevatten de basiseisen voor een VMS om risico s voor patiënten te beheersen en verminderen. Witte Kruis heeft in 2013 het HKZ-certificaat voor patiëntveiligheid behaald. Sindsdien maakt de beoordeling van het VMS integraal onderdeel uit van de reguliere HKZ-certificering. 18

19 Witte Kruis streeft ernaar een veiligheidssysteem te voeren wat het veiligheids-denken vanuit de medewerkers laat komen en niet een abstract element van het management is. Het VMS van de regio Noord- en Oost-Gelderland uit de volgende onderdelen waar medewerkers zoveel mogelijk bij worden betrokken: Veiligheidsbeleid; Monitoring en sturing van cultuur; Veilig Incident Melden (VIM); Het uitvoeren van retrospectieve risicoanalyses (SIRE en Prisma); Het uitvoeren van prospectieve risicoanalyses; Patiëntenparticipatie; Continu verbeteren. 5.3 Wetenschappelijk onderzoek Vanuit Ambulancezorg Nederland (AZN) wordt er meer aandacht besteed aan onderzoek en is er een landelijke onderzoeksagenda vastgesteld zodat de coördinatie van onderzoek tussen de diverse RAV s meer wordt gestroomlijnd. In het voorjaar 2016 zal een eerste samenkomst zijn waarin informatie over de diverse projecten met elkaar worden gedeeld. Witte Kruis Noord- en Oost Gelderland zal hierin participeren. In 2015 liepen er binnen de regio drie wetenschappelijke studies: Early Bami studie Vanaf juli 2013 heeft cluster West van Witte Kruis Noord- en Oost-Gelderland deelgenomen aan de Early Bami studie. Early Bami staat voor Early Beta blocker Administration before reperfusion in patients with ST-Elevation Myocardial Infarction who are planned to undergo primary PCI. Deze cardiologische studie werd pre-hospitaal uitgevoerd door diverse ambulancediensten en werd gecoördineerd vanuit de research organisatie DIAGRAM B.V. te Zwolle. Naast de Isala Kliniek in Zwolle namen ook het VUMC en het AMC deel en daarnaast ook enkele centra in Spanje waardoor het een internationale studie betrof. Het doel van de Early Bami studie is het evalueren van de mogelijk positieve effecten van vroege toediening van 5 mg Metoprolol IV (of placebo IV) voor reperfusie in de ambulance bij patiënten met een STEMI (ST-Elevatie Myocard Infarct). Eind 2015 is het benodigde inclusieaantal van 601 patiënten bereikt. Witte Kruis heeft hierin bijgedragen met een inclusie van meer dan 60 patiënten in de regio Noord- en Oost Gelderland. Resultaten van de studie worden in 2016 verwacht. FAMOUS TRIAGE In de FAMOUS TRIAGE studie waarbij ambulances van de standplaatsen Elburg en Heerde betrokken zijn wordt onderzoek gedaan of de gemodificeerde HEART-score in combinatie met een pre-hospitale bepaling van Troponine een valide triage instrument is ter voorspelling van een Acuut Coronair Syndroom (ACS) bij patiënten met pijn op de borst. In de keten wordt door de afdelingen cardiologie en klinische chemie van Isala in Zwolle en het Deventer ziekenhuis nauw samengewerkt met RAV IJsselland. In de eerste fase van het onderzoek in 2015 werd bij patiënten met pijn op de borst pre-hospitaal de gemodificeerde HEART-score bepaald. Daarnaast werd bloed afgenomen waaruit in het ziekenhuis het high sensitive Troponine werd bepaald. Vervolgens werd follow-up gedaan na 30 dagen. Deze follow-up richtte zich op Major Adverse Cardiac Events (MACE). De resultaten van de eerste fase zijn veelbelovend. In 2016 volgt fase 2 van de studie waarbij in de pre-hospitale setting met behulp van POC-apparatuur daadwerkelijk de Troponine bepaald kan worden, waarbij ook in de ambulance de volledige HEART score ingevuld kan worden. Uiteindelijk is de verwachting dat, op basis van de resultaten van dit onderzoek, in de toekomst het zorgpad voor patiënten met klachten van pijn op de borst zal gaan veranderen waarbij de zorg voor de patiënt verbetert (minder stress) en behandeling efficiënter, veiliger en meer kosteneffectief zal worden. DTN studie In de acute fase van een ischemisch CVA is intraveneuze trombolyse een effectieve en bewezen acute behandeling, welke mogelijk is binnen 4,5 uur na ontstaan van de klachten. Hoe sneller deze behandeling wordt ingezet, hoe effectiever het effect van de behandeling en hoe groter de gezondheidswinst is. Doel van deze pilotstudie is het vergelijken van twee logistieke methoden om de Door-to-Needletime (DTN) klinisch te verkorten door gebruik te maken van de preklinische mogelijkheden. Omdat een verstoorde INR / trombocyten gehalte, contra-indicaties zijn voor het opstarten van de intraveneuze behandeling (trombolyse) is de hypothese dat afname van een stolbuis bloed de interne procedure kan verkorten. Daarvoor is een pilot studie in samenwerking met de neurologen van het Gelre Ziekenhuis te Apeldoorn opgestart om dit te vergelijken. Het ambulance team neemt gelijktijdig met het plaatsen van twee intraveneuze toegangen en aantal buisjes bloed af welke direct bij binnen komst op de SEH worden overgedragen aan de laborant voor bepaling. Na een korte screening op de SEH zal zo spoedig mogelijk de CT-scan worden gemaakt. De doorstroomtijd (de tijd tussen binnenkomst ziekenhuis tot het maken van de CT-scan) zal retrospectief worden vergeleken met een patiëntengroep van vorig jaar waarbij de behandeltijd preklinisch en ook de aanrijtijd zal worden meegenomen. Indien er 20 patiënten zijn geïncludeerd dan zal de pilotstudie worden afgerond. De verwachting is dat dit medio juni 2016 het geval zal zijn. 19

20 DE RESULTATEN 6. Medewerkers 6.1 Ziekteverzuim Intensief contact gericht op het zo spoedig mogelijk hervatten van taken en het voorkomen van langdurige afwezigheid vormt de basis van het ziekteverzuimbeleid van Witte Kruis Noord- en Oost-Gelderland. De oorzaak van het ziekteverzuim wordt in kaart gebracht en bij re-integratie worden, waar mogelijk, vervangende werkzaamheden voor de medewerker verzorgd. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat medewerkers die te weinig bewegen vaker en vooral langduriger ziek zijn. Om onder meer deze verzuimkosten terug te dringen worden werknemers aangezet tot een gezonde levensstijl met voldoende beweging. De doelstelling van Witte Kruis is om het ziekteverzuim te beheersen tot onder 5% en instroom in de WIA te voorkomen. Voor de regio NOG was het ziekteverzuim over 2015 gemiddeld 4,5%. 6.2 Veilig Incident Melden Veilig Incident Melden (VIM) is een laagdrempelig systeem om werkgerelateerde risico s en incidenten met betrekking tot patiëntveiligheid te melden, registreren en behandelen. Ingediende incidenten worden behandeld door een VIM-commissie. Deze commissie bestaande uit ambulancemedewerkers van de verschillende standplaatsen heeft een vertrouwelijk en onafhankelijk karakter. De vermijdbaarheid van het (bijna-)incident staat centraal. Naar aanleiding van een afgehandelde incidentmelding kan de commissie een advies ter verbetering indienen bij het management. Incidenten worden bij voorkeur binnen de decentrale commissie van het eigen cluster afgehandeld. In geval van meer ernstige incidenten of structurele trends wordt een melding behandeld door de centrale commissie van Witte Kruis. In 2015 zijn er 90 meldingen ingediend, een daling ten opzichte van 2013 (203 meldingen). Met name in de categorie apparatuur en techniek zijn minder meldingen gedaan. Medewerkers worden in het kader van voortdurende kwaliteitsverbetering blijvend gestimuleerd om incidenten te melden. Toename van het aantal meldingen is niet het doel van VIM. Het is echter wel een indicator voor het bewustzijn onder medewerkers met betrekking tot patiëntveiligheid. Om dit bewustzijn in stand te houden of zelfs te vergroten is het essentieel om meldingen adequaat af te handelen, zodat de oorzaak van een incident kan worden aangepakt waardoor een vergelijkbaar incident in de toekomst kan worden vermeden. Door middel van VIM-nieuwsbrieven worden medewerkers meerdere malen per jaar geïnformeerd over de acties en verbetervoorstellen voortkomend uit de meldingen. 20