De HERE, uw God, droeg mij op u al deze geboden te geven, die u moet gehoorzamen in het land dat u spoedig zult binnen trekken en waar u zult leven.

Transcriptie

1 [Uitzending 275: Deuteronomium 8:1 t/m 9:6] In Deut.8 is Mozes nog steeds bezig het voorschrift uit het begin van Deut.6 uit te werken. In Deut.6 zegt Mozes tegen de Israëlieten: De HERE, uw God, droeg mij op u al deze geboden te geven, die u moet gehoorzamen in het land dat u spoedig zult binnen trekken en waar u zult leven. Een nieuw gevaar dat het bewaren van Gods geboden en het dienen van de HERE bedreigt heeft te maken met de rijkdom van het land Kanaän. Deuteronomium 8 vers 1: U moet alle geboden die ik u vandaag geef, gehoorzamen. Als u dat doet, zult u niet alleen leven, maar u ook vermenigvuldigen en het land dat de HERE uw vaders beloofde, binnentrekken en veroveren. Alle geboden houdt in de Tien Geboden die zijn genoemd in Deut.5, maar ook alle uitwerkingen (de verordeningen en inzettingen) die er bij horen. Mozes legt dit gebod vandaag op, al heeft hij de inhoud al eerder bekend gemaakt. Alle geboden die ik u vandaag geef hebben te maken met de verbondsvernieuwing, maar ook met de blijvende actualiteit. Ps.95:7, zegt: Luister toch elke dag naar wat Hij u zegt. Van Israël wordt het luisteren naar de HERE verwacht, d.w.z. het onderhouden en gehoorzamen van Gods geboden, niet alleen theoretisch maar ook in de praktijk. Dat zal leven als gevolg hebben en de rijkdom van veel kinderen. Het volk Israël zal het beloofde land binnen trekken en het blijvend in bezit mogen hebben, omdat de HERE dat gezworen heeft aan Abraham, Isaäk en Jacob. Toch zal uit vers 19 en 20 blijken dat het blijvende bezit van het land afhankelijk is van Israëls gehoorzaamheid. Deuteronomium 8 vers 2: Herinnert u zich hoe de HERE u veertig jaar lang door de woestijn leidde? Hij maakte u nederig en stelde u op de proef om te zien hoe u zou reageren en of u Hem werkelijk zou gehoorzamen. Bij monde van Mozes herinnert de HERE hen aan het verleden. Zij moeten inzien dat de HERE Zich toen met hen bemoeide en hen testte en trainde. De HERE wil dat ook wij, Zijn zorg en bemoeienis in het verleden niet zullen vergeten. TTB NL TWR CW 1

2 Paulus zegt in Filippenzen 1 vers 6: Ik ben er zeker van dat God op de grote dag van Jezus Christus het goede werk dat Hij onder u begonnen is, zal voltooien. Israël moest leren niet te vergeten dat de HERE hen geleid en gezegend had en dat moeten wij vandaag ook leren. Als we eerlijk zijn moeten we toegeven dat we de zegeningen van de HERE zo maar weer vergeten zijn. Moeilijke dingen blijven vaak als klittenband aan ons kleven en versluieren de zegeningen die God iedere dag weer geeft. Tel uw zegeningen, één voor één. Herinnering aan Gods grote daden in ons leven bemoedigen en geven hoop en zekerheid voor de toekomst. Waarom testte de HERE Israël in de woestijn? Het antwoord lazen we in vers 2: om te zien hoe u zou reageren en of u Hem werkelijk zou gehoorzamen. Ook vandaag wil de HERE dat van Zijn kinderen weten. Goed om vandaag eens over na te denken. Hoe reageren wij op de dingen die in ons leven gebeuren? Gehoorzamen wij werkelijk de HERE God? Wij mensen hebben vaak een grote mond tegen de Here God, we zijn vaak ook erg met onszelf ingenomen. Als de HERE Zijn licht op ons leven laat schijnen dan ontdekken we dat we maar kleine, nietige en kwetsbare mensjes zijn. Daarom moet de HERE, u, jou en mij testen en trainen om ons nederig te maken en te houden. Juist in beproevingen blijkt of geloof echt is of alleen vrome schijn. Deuteronomium 8 vers 3: Ja, Hij maakte u nederig door u honger te laten lijden en daarna manna te eten te geven, voedsel dat u en uw voorouders voor die tijd niet kenden. Hij deed dat om u te laten weten dat eten niet het belangrijkste is, maar dat de mens ook leeft van ieder woord dat God spreekt. De Here Jezus haalde deze woorden aan toen Hij in de woestijn door de duivel werd verzocht. (Matth.4 en Lucas 4). Wanneer de Here Jezus deze verzen niet had aangehaald zouden wij, deze belangrijke geestelijke les, waarschijnlijk niet hebben geleerd. De HERE wijst erop wat het belangrijkste is voor een mens. De HERE is goed voor mij geweest. En voor u? Hij heeft op vele manieren gezegend, ook met materiële zaken. TTB NL TWR CW 2

3 Zeker, ik heb meer dan eens gedacht dat we niet rond konden komen, maar het is nog nooit gebeurd. De belangrijkste les is steeds dat de HERE op Zijn tijd geeft wat nodig is. Die wetenschap is een geestelijke weldaad waarvoor wij de HERE mogen loven en prijzen. Luisteraar, laten we tijd nemen om de HERE te danken voor Zijn weldaden van deze dag. Psalm 103 vers 1 en 2: Met hart en ziel wil ik de HERE prijzen en Zijn heilige naam loven. Mijn ziel, prijs de HERE en vergeet vooral nooit wat Hij allemaal voor goeds heeft gedaan. Lees vandaag (op een goed moment) Ps.103 maar een keer door. U vindt er meer dan genoeg dingen om God te danken. Mozes gaat verder en noemt de zegeningen voor Israël. Deuteronomium 8 vers 4: Al die jaren zijn uw kleren niet versleten en uw voeten niet gewond of opgezwollen. Vindt u het geen wonder? Het gaat dwars tegen onze ervaring in. Stel u voor dat u kleren draagt die niet slijten. Natuurlijk zijn er ook mensen die dat helemaal niet leuk vinden, want dan is regelmatig nieuwe kleren kopen niet meer nodig. Als je kleren niet slijten, zien ze er elke dag splinternieuw uit. Een ander punt (wat voor sommige mensen vandaag erg belangrijk is) als je kleren 40 jaar niet slijten ga je die tijd ook niet met de mode mee. Maar, dat maakt in de woestijn niet zoveel uit en in die tijd waren de mensen blij dat ze kleren hadden. We hebben ook gelezen: Al die jaren zijn uw voeten niet gewond of opgezwollen. Veel zendelingen vertellen vaak over het dagelijks leven van de mensen waar zij tussen leven en werken. Vaak hoor je dan dat de mensen (als er genoeg eten is) iedere dag hetzelfde eten. Door het vaak eenzijdige voedsel en tekort aan vitaminen kunnen er allerlei ziektes uitbreken. Eén van de gevolgen daarvan zijn vaak opgezwollen voeten. Maar, bij Israël gebeurde dat niet, zij kregen van de HERE alle voedingsstoffen die zij nodig hadden. U weet wat zij al die veertig jaar hebben gegeten. Precies, het was manna. De HERE voedde hen met manna en zorgde voor Zijn volk. Het gaf hen alles wat hun lichamen nodig hadden. TTB NL TWR CW 3

4 Het Woord van God is voor de een gelovige geestelijk voedsel voor elke dag. Het is (net als het manna) wonderlijk voedsel. Het geeft alles wat een mens nodig heeft voor een gezond geestelijk leven. De HERE belooft langdurige zegeningen als het volk Hem blijft dienen en gehoorzamen. Dit gebeurt door in de wegen van de HERE te wandelen en ontzag voor Hem te hebben (vs.6). Zo brengt Mozes het volk bij, dat het belangrijk is alleen op God te vertrouwen. De ervaring leert dat dit een moeilijke les is. Dat was het toen, maar dat is het vandaag nog steeds. Een mens moet werken voor zijn of haar noodzakelijke levensbehoeften, maar uiteindelijk schenkt God wat daarvoor nodig is. Wanneer er een periode van beproeving komt die ook tot opvoeding kan zijn volgens Jac.1:12 dan wordt onze zelfstandigheid en het wij kunnen het zelf wel ondermijnd. Dan moeten (ook wij) opnieuw leren dat ons bestaan, zowel lichamelijk als geestelijk, alleen kan rusten op de levende God. Deuteronomium 8 vers 5 t/m 9: Daarom moet u begrijpen dat net zoals een vader zijn zoon straft, de HERE u straft om u te helpen. Gehoorzaam de wetten van de HERE, uw God, volg Zijn weg en heb ontzag voor Hem. Want de HERE, uw God, brengt u naar een goed land met beken, bronnen en meren in heuvels en dalen. Het is een land van tarwe en gerst, van wijnstokken, vijgenbomen en granaatappels, olijven en honing, het is een land met voldoende voedsel, waar u niets tekort zult komen. Het is een land waar ijzer net zo gewoon is als steen en waar de bergen vol zitten met koper. De oproep van vers 5 wordt gemotiveerd door een beschrijving van het goede en mooie land dat de HERE gaat geven. Het land bevat waterrijke beken (waddi s die vaak water bevatten), bronnen en diepe stromen, zowel in de dalen als op de bergen. Naar onze begrippen is Kanaän relatief arm aan water, maar het is daaraan toch veel rijker dan Egypte en de woestijn. TTB NL TWR CW 4

5 Israël maakt als volk een enorme overgang mee. Het water (een van de eerste levensbehoeften) is volop aanwezig in het beloofde land. Het is ook een land met een grote rijkdom aan land- en tuinbouwproducten. Het wordt symbolisch samengevat in zeven voorbeelden: tarwe, gerst, wijnstokken, vijgenbomen, granaatappelen, olierijke olijfbomen en honing. De rijkdom aan agrarische producten van het beloofde land komt ook naar voren in de kalender van Gezer. De kalender werd in 1908 gevonden en is geschreven op een tablet van kalksteen. De tekst dateert vermoedelijk uit de 10 e eeuw v.chr., dat is de tijd kort na Salomo. De tekst van het tablet luidt: Twee maanden: olijven inzamelen. Twee maanden: graan zaaien. Twee maanden: laat zaaisel / planten. Eén maand vlas snijden. Eén maand gersteoogst. Eén maand oogsten en feest vieren. Twee maanden: druiven snoeien. Eén maand: zomervrucht. In dit land van overvloed behoeven de Israëlieten niet in armoede hun brood te eten en zullen zij nergens gebrek aan hebben. De voorziening van het manna houdt straks op (Joz.5:12). De HERE laat in het beloofde land Zijn zorg zien en blijken in gewas en arbeid. Vanuit de natuur voorziet de HERE in al hun behoeften maar dat geeft ook verzoeking. Rijkdom en welvaart is voor een mens, één grote verzoeking om te gaan roemen in eigen kunnen en op eigen bezit i.p.v. in God. Vers 9 vermeldt dat het beloofde land ijzerhoudend gesteente bevat en dat uit de bergen koper kan worden gehouwen. Er wordt wel eens gedacht dat een gelovige vandaag ook in wereldlijke dingen voorspoedig zal zijn. Dat kan maar dat hoeft niet. Ook vandaag belooft de HERE voor Zijn kinderen te zorgen, maar daarbij legt de HERE vaak een andere maatstaf aan dan wij mensen mogelijk graag zouden willen. 1 Timotheüs 6 vers 6 t/m 10: Het leven met God brengt veel op. Zeker als je ook tevreden bent met wat je hebt. Per slot van rekening hebben wij bij onze geboorte niets meegebracht, en als wij sterven, zullen wij ook niets kunnen meenemen. Als we ons kunnen voeden en kleden, moet ons dat genoeg zijn. TTB NL TWR CW 5

6 Maar wie graag rijk wil worden, komt al gauw in verleiding en raakt verstrikt in de begeerte naar onnodige en verkeerde dingen, en gaat tenslotte verloren. Want de liefde voor het geld is de eerste stap naar allerlei zonden. Sommige mensen hebben zich daarvoor zelfs van God afgekeerd en zich veel ellende op de hals gehaald. De belofte die de HERE geeft met betrekking tot Zijn zegen wordt uitgedrukt met geestelijke zegeningen. In Efeziërs 1 vers 3 lezen we: Aan God, de Vader van onze Here Jezus Christus, komt alle dank en eer toe. Hij heeft ons, nu wij één zijn met Jezus Christus, alle geestelijke zegen gegeven die er in de hemel is. In het laatste Bijbelboek: Openbaring, lezen we over de val van Babylon (Openbaring 18:16): Och, grote stad! Zullen zij zeggen. Eerst was u gekleed in fijn linnen, purper en scharlaken en droeg u gouden sieraden, edelstenen en parels, en één uur later was al die schitterende rijkdom kwijt! De rijkdom van Babel is in een uur verdwenen, zo zal het met de rijkdom van de wereld gaan. Een gelovige wordt geroepen om schatten in de hemel te verzamelen en niet op deze aarde (Matth.6:19). Waarom niet? Ze vergaan (binnen een uur) of ze worden gestolen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de HERE geen rijkdom aan gelovigen geeft. Er zijn christenen die de HERE ook financieel heeft gezegend. Sommigen van hen zijn voor ons (als radiozending organisatie) een grote hulp. Mede door hun ondersteuning wordt het Woord van God via de radio uitgezonden. Neem de woorden van de apostel Paulus mee die hij doorgeeft aan Timotheüs: Het leven met God brengt veel op. Zeker als je ook tevreden bent met wat je hebt. Deuteronomium 8 vers 10 en 16: Als u verzadigd bent, zult u de HERE,uw God, prijzen voor het goede land dat Hij u heeft gegeven. Maar dat is ook de tijd om voorzichtig te zijn! Pas op dat u in uw overvloed de HERE, uw God, niet vergeet en ongehoorzaam aan Hem wordt. TTB NL TWR CW 6

7 Want als u genoeg te eten hebt en goede huizen hebt gebouwd om in te wonen, als uw kudden groot zijn geworden en uw goud en zilvervoorraden snel zijn gegroeid, dan bedreigt u de trots en loopt u het risico dat u de HERE, uw God vergeet, die u uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd. Pas ervoor op dat u de God, die u veilig door de grote en vreselijke woestijn met zijn giftige slangen en schorpioenen leidde, niet vergeet. Het was daar heet en droog, en toen gaf Hij u water uit een rots! Hij voedde u met manna in de woestijn, zodat u nederig werd en op de proef werd gesteld om u een betere toekomst te geven. Wanneer het volk Israël in het beloofde land is gekomen en daar voorspoed mag hebben, dan is dat omdat de HERE hen heeft gezegend en zij hebben geluisterd naar Zijn Woord. Als de voorspoed verdwijnt dan moet Israël zich grondig onderzoeken op het punt van de gehoorzaamheid aan de HERE God. De Bijbel laat ons zien dat Israël uit het beloofde land is verdreven en in ballingschap is weggevoerd. Zelfs kwam het zover dat in 70 na Christus Jeruzalem en de tempel werden verwoest en het volk over de hele wereld werd verstrooid. Maar, de HERE brengt (in onze dagen) Zijn volk weer terug naar het beloofde land. Zacharia 10 vers 9: Al heb Ik hen als zaad uitgestrooid onder vreemde volken, ook in die verre streken zullen zij aan Mij denken en met al hun kinderen zullen zij weer terugkomen naar Israël. Mozes onderwijst het volk verder over het waarom van het op de proefstellen, Deuteronomium 8 vers 17 t/m 20: Hij deed dat opdat u nooit zou denken dat het uw eigen kracht was die u in staat stelde zover te komen. Vergeet nooit dat de HERE, uw God, u de kracht geeft rijk te worden en Hij doet dat om Zijn belofte aan uw voorouders na te komen. Maar als u de HERE, uw God, de rug toekeert en in Zijn plaats andere goden aanbidt en slechte wegen bewandelt, zult u zeker sterven, net zoals de HERE in het verleden andere volken heeft vernietigd. Dat zal ook uw lot zijn als u de HERE, uw God, niet gehoorzaamt. TTB NL TWR CW 7

8 De laatste verzen van Deut.8 bevatten verwijzingen naar verleden, heden en toekomst. Alles behoort uit te lopen op afhankelijkheid van de HERE God en op de eer van Zijn naam. Op de lofprijzing: Soli Deo Gloria. Maar wanneer de Israëlieten ondanks alles toch de HERE vergeten en achter andere goden aan gaan lopen, dan zegt Mozes met klem dat ze zullen omkomen, zoals de inwoners van Kanaän. Ze zullen omkomen omdat zij niet wilden luisteren naar de stem van de HERE hun God, terwijl de woestijnreis hen juist dat duidelijk wilde maken. Gods speciale volk (Deut.7) verliest dan zijn bevoorrechte positie en wordt gerekend als de andere volken en zal eveneens gestraft worden (Deut.9:5). Mozes spreekt het volk verder toe, Deuteronomium 9 vers 1 en 2: Luister, Israël! U gaat nu de Jordaan oversteken en het land van andere volken in bezit nemen. Die volken zijn veel groter en sterker dan u! Zij wonen in steden met hoge muren eromheen. Onder hen zijn de beruchte kinderen van Enak, reuzen tegen wie niemand het kan opnemen! Namens de HERE geeft Mozes de Israëlieten een indruk van het beloofde land. Het is een verslag dat (menselijk gesproken) dramatischer is dan het verslag waarmee de 10 verspieders terugkeerden van een verkenningstocht door het beloofde land. Maar, de HERE kende het land en Hij wist wie er in het land woonden. De HERE zegt tegen Israël dat zij het land in moeten trekken. Eerder hadden hun voorouders dat geweigerd omdat zij de HERE niet geloofden op Zijn Woord. De HERE wist dat de bewoners van het land voor een deel reuzen waren. Onder hen zijn de beruchte kinderen van Enak, reuzen tegen wie niemand het kan opnemen! Maar (zoals Luther al zei): Wie met God gaat is in de meerderheid. Die volken zijn veel groter en sterker dan u, maar Ik (de HERE) ga met u mee. En, hoe zal dat dan gaan? Deuteronomium 9 vers 3: Maar de HERE, uw God, zal voor u uit gaan als een verterend vuur om hen te verslaan, zodat u hen snel kunt verdrijven en vernietigen zoals de HERE u heeft bevolen. TTB NL TWR CW 8

9 De HERE heeft de verantwoordelijkheid genomen om de volken uit het land te verdrijven. Hij is de Heerser van het land. Hij is de Schepper. De HERE heeft het recht om dat te doen. Als Schepper, is Hij soeverein (d.w.z. aan niemand verantwoording schuldig dan alleen aan Zichzelf). Wij (Zijn schepselen), zijn wel verantwoording aan Hem schuldig. Deuteronomium 9 vers 4: Maar wanneer de HERE dit voor u heeft gedaan, zeg dan niet: De HERE heeft ons geholpen, omdat wij zo goed zijn! Nee, Hij helpt u vanwege de slechtheid van deze volken. God zegt dat Hij de andere volken verdrijft omdat zij verdorven zijn en niet omdat de Israëlieten (die Hij nu het land binnenleidt) beter zijn. Mozes verklaart namens de HERE, Deuteronomium 9 vers 5 en 6: Het is echt niet omdat u van die fijne, rechtvaardige mensen bent dat de HERE hen voor u het land uit jaagt! Ik herhaal: Hij doet dit alleen vanwege de slechtheid van deze volken en wegens de belofte die Hij deed aan uw voorouders Abraham, Isaäk en Jacob. Onthoud dus goed dat de HERE, uw God, u dit goede land niet geeft omdat u zo goed bent, want dat bent u helemaal niet. U bent een slecht en koppig volk. Luisteraar, als u zichzelf als zondaar herkent dan heeft u verzoening nodig en die is alleen bij Christus te vinden. Als u tot Hem roept zal Hij luisteren. Niet omdat u het bent, maar omdat Christus het wil. Hij is gekomen om het verlorene te zoeken en te vinden. Mag Hij u vinden? In de volgende uitzending lezen we: Deut.9:7 t/m 11:14. TTB NL TWR CW 9