1 Stoffen. 1.1 Zwart goud. 1.2 Veilig onderzoeken B 7 A 1 B 2 B 3 A 8 A 9 C 4 A 10 B 11 A 5 A 6 A 12

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Stoffen. 1.1 Zwart goud. 1.2 Veilig onderzoeken B 7 A 1 B 2 B 3 A 8 A 9 C 4 A 10 B 11 A 5 A 6 A 12"

Transcriptie

1 1 Stoffen 1.1 Zwart goud A 1 Dit is een klassikale opdracht. De antwoorden zijn ter beoordeling van de docent. B 2 Deze opdracht is ter beoordeling van de docent. B 3 a Chemofobie is een onberedeneerde angst voor alles wat met chemie heeft te maken. b Chemie heeft onze welvaart vergroot en ons leven aangenamer gemaakt. Chemisch afval, dat noodgedwongen wordt geproduceerd, kan op een verstandige manier worden beheerd en bewerkt, zodat het ons milieu zo min mogelijk belast. c Een chemische fabriek streeft naar een steeds grotere en goedkopere productie, waardoor de winst van het bedrijf en uiteindelijk de welvaart van onze maatschappij toeneemt. Tegelijkertijd zal de afvalstroom die het bedrijf produceert, toenemen en het milieu zwaarder belasten. Economische belangen staan hier dus lijnrecht tegenover milieubelangen. C 4 Deze opdracht is ter beoordeling van de docent. 1.2 Veilig onderzoeken A 5 Dit is een ICT-opdracht. A 6 Dit is een ICT-opdracht. B 7 a Bij een brandende kaars is de zuurstoftoevoer onvoldoende. Daardoor heeft de vlam een gele kleur. (Vergelijk de gele vlam van een kaars met de gele vlam van een gasbrander waarvan de luchtregelschijf is dichtgedraaid!) b De pit van een fornuis is zo gemaakt dat aardgas wordt gemengd met lucht (en dus zuurstof). Er is precies voldoende zuurstof aanwezig om bij verbranding van het aardgas een blauwe vlam te krijgen. A 8 a Voor het verwarmen van een oplossing in een reageerbuis gebruik je een kleurloze vlam. Deze is overal even warm en geeft geen roetaanslag. b Voor het verwarmen van een liter water gebruik je een blauwe ruisende vlam. Het water bevindt zich immers boven de vlam, niet erin. Het feit dat de vlam niet overal even heet is, kan dan geen kwaad. Bovendien levert de vlam meer warmte per seconde zodat het water eerder kookt. A 9 a Een ruisende vlam is het heetst rondom de blauwe kern. In de blauwe kern ligt de temperatuur lager. b De conclusie baseer je op de waarneming van de rode (oranje) kleur van het gaasje op plaats 2. A 10 Allereerst draai je de luchtschijf dicht. Je krijgt nu een gele vlam. Vervolgens draai je de gasregelknop dicht en sluit je de hoofdgaskraan op je practicumtafel. B 11 Bij verbranden moet je altijd een brandstof en zuurstof bij elkaar brengen en tot de juiste ontbrandingstemperatuur verwarmen. Verwarmen kan tot elke temperatuur en hiervoor is geen zuurstof nodig. A 12 a Gedestilleerd water is water waar alle opgeloste stoffen uit zijn gehaald. b Demiwater is water waar de opgeloste kalk is uitgehaald. c In kraanwater zitten opgeloste stoffen die storend kunnen werken tijdens een experiment. 4 Hoofdstuk 1 EPN

2 B 13 Het verslag over veiligheid van het vak scheikunde is ter beoordeling van de docent. B 14 1 handeling 2 handeling 3 handeling 4 waarneming 5 conclusie 6 waarneming 7 conclusie 8 waarneming 9 conclusie 10 waarneming C 15 Dit logboek wordt een verslag dat ter beoordeling is van de docent. B 16 Voordelen: Je kunt met iets wat te groot, te klein, te duur of te gevaarlijk is door middel van een model (maquette of computer) toch experimenten doen. De resultaten van deze experimenten kun je gebruiken om voorspellingen te doen en de resultaten van veranderingen kunnen snel worden bekeken. Nadelen: Een model is altijd een benadering van de werkelijkheid. Het is moeilijk alle factoren die van belang zijn precies te verwerken in je model. Denk aan het weer! Niet alle voorspellingen komen altijd helemaal uit. B 17 Modeltreinen, modelvliegtuigjes, maquettes maken van nieuwe gebouwen, aan de hand van een computeranimatie bekijken wat de invloed van verkeersmaatregelen zal zijn op bijvoorbeeld het ontstaan van files, enzovoort. 1.3 Stoffen en hun eigenschappen B 18 Geen stofeigenschappen zijn: vorm, massa, temperatuur en volume. A 19 De belangrijkste stofeigenschappen zijn: geur, kleur, smaak, fase bij kamertemperatuur, brandbaarheid, dichtheid, geleidingsvermogen voor stroom, kookpunt, smeltpunt, corrosiebestendigheid, afbreekbaarheid en uitzettingscoëfficiënt. B 20 De rode kleurstof zit in de verf en niet in het hout. B 21 De norm wordt niet overschreden, want er ontstaat maar 400 mg zwaveldioxide, terwijl de norm voor dit lokaal 3000 mg is. Stappen die je kunt zetten: berekening hoeveelheid zwaveldioxide die ontstaat: mg; berekening hoeveelheid zwaveldioxide die is toegestaan: mg; berekening van de ontstane hoeveelheid per m 3 lucht: ontstane hoeveelheid delen door 200; een conclusie trekken uit de berekende waarden. B 22 E a Vier stofeigenschappen van glucose zijn: wit, oplosbaar in water, vast bij kamertemperatuur, zoet van smaak. b Tijdens het verhitten van glucose smelt de stof. Hij verkleurt via geel naar bruin. Het ruikt aanvankelijk naar suikerspin, later gaat het stinken. De stof vat vlam. Na verbranding blijft er wat vaste zwarte stof over op het lepeltje. c Overeenkomstige eigenschappen zijn: wit, vast bij kamertemperatuur, brandbaar. d Overeenkomstige eigenschappen zijn wit, vast bij kamertemperatuur. e Eigenschappen die verschillen zijn: brandbaarheid, smeltpunt, kookpunt (en smaak). EPN Stoffen 5

3 C 23 a Dichtheid geeft aan hoe groot de massa van één cm 3 van een stof is. b Aluminium heeft de grootste dichtheid. c Eén cm 3 lood heeft een grotere massa dan één cm 3 aluminium. Heb je van beide stoffen evenveel gram, dan is het blokje aluminium het grootst. B 24 a benzine, olie/kurk, hout b kwik/steen C 25 a 7,2 = 0,72 g per cm 3 10 b 5,0 1,0 = 5,0 g c 22,8 = 2,0 cm 3 11,4 A 26 a R staat voor Risk (= risico) en S komt van Safety (= veiligheid). b R6 betekent: ontplofbaar met en zonder lucht. S7 betekent: in goed gesloten verpakking bewaren. B 27 a R11; S22 en S24 b Je kunt een mondkapje gebruiken; handschoenen aantrekken; de stof niet bij open vuur gebruiken. c Het is chemisch afval. Ook de mensen van de vuilophaaldienst moeten weten dat ze met een gevaarlijke stof hebben te maken. 1.4 De bouwstenen van stoffen B 29 In cola zitten minstens vier verschillende stoffen. Er zitten dus minstens vier verschillende soorten moleculen in. A 30 a Moleculen zijn de bouwstenen van de meeste stoffen. b Er bestaan tientallen miljoenen stoffen. Elke stof heeft zijn eigen molecuulsoort. Er bestaan dus ook tientallen miljoenen molecuulsoorten. c Atomen zijn de bouwstenen van een molecuul. d Er zijn nu ongeveer 110 atoomsoorten bekend. B 31 a In figuur 1.15 komen drie atoomsoorten voor. b De atoomsoorten koolstof, waterstof en zuurstof komen voor. c Er zijn zeven atomen zuurstof, zes atomen koolstof en acht atomen waterstof. C 32 a De moleculen in figuur 1.16 bestaan alle drie uit koolstofatomen, waterstofatomen en zuurstofatomen. b De aantallen en plaatsen van deze drie atoomsoorten zijn verschillend. C 33 a In 18 ml water bevinden zich 6, moleculen. In één druppel water (0,05 ml) zitten dan 0,05 6, = 1, moleculen water. 18 b In een jaar zitten seconden = seconden (schrikkeljaar verwaarlozen). Vijfentwintig leerlingen tellen per jaar dan watermoleculen = watermoleculen. Je hebt voor die druppel dan: A 28 a Lucht is een mengsel van verschillende stoffen (stikstof, zuurstof, waterdamp, koolstofdioxide, argon, enzovoort). Scheikundig gezien is zuivere lucht dus een mengsel. b In zeewater zit behalve water in elk geval ook zout. Het is dus geen zuivere stof, maar een mengsel. 1, = 2, jaar nodig! Hoofdstuk 1 EPN

4 1.5 Fasen, faseveranderingen en scheiden van mengsels A 34 a Water kookt bij 100 C = 373 K. b Watermoleculen veranderen zelf niet als water kookt. De afstand tussen de moleculen wordt veel groter. Ze beïnvloeden elkaar niet meer. B 35 Zet een bekerglaasje met alcohol in een ruimte waar de temperatuur onder de 78 C is. Zet een streepje op het bekerglas bij de vloeistofspiegel. Kijk na enige dagen hoe hoog de vloeistofspiegel dan is. (Je kunt natuurlijk ook gewoon aan de vloeistof ruiken. Ruiken is immers het waarnemen van gasvormige stoffen!) C 36 Deze stofconstanten zijn afhankelijk van de krachten tussen de moleculen van de stof. Die zijn weer afhankelijk van de massa van de moleculen. A 37 a vast b vloeibaar c vloeibaar A 38 Als er veel waterdamp in de lucht zit, kan er waterdamp condenseren op het koude oppervlak van een bril. B 39 a De ingevulde tabel: b Benzeen is vloeibaar (tussen smeltpunt en kookpunt in). Kamfer is vast (onder het smeltpunt). Kwik is vloeibaar (tussen smeltpunt en kookpunt in). Lood is vast (onder smeltpunt). Azijnzuur is vloeibaar (tussen smeltpunt en kookpunt in). Zwaveldioxide is een gas (boven het kookpunt). c Benzeen is gasvormig (boven het kookpunt). Kamfer is gasvormig (boven het kookpunt). Kwik is vloeibaar (tussen smeltpunt en kookpunt in). Lood is vast (onder smeltpunt). Azijnzuur is gasvormig (boven het kookpunt). Zwaveldioxide is een gas (boven het kookpunt). d De stoffen benzeen, kwik en azijnzuur zijn vloeibaar tussen 290 en 353 C Je kunt drie temperatuurlijnen maken en daarna het antwoord aflezen. e 298 K = = 25 C 498 K = = 225 C. C 40-89,2 C ligt boven het kookpunt van zuurstof. Zuurstof is dus gasvormig. A 41 Voorbeelden van stoffen die meestal maar twee fasen hebben, zijn jood en zwavel. A 42 Marieke heeft een beetje gelijk omdat suiker hoort te bestaan uit alleen suikermoleculen. Dan is het een zuivere stof. Mark heeft ook een beetje gelijk. Als je op een pak suiker kijkt wat er zoal inzit, dan zie je dat er een middeltje is toegevoegd om ervoor te zorgen dat de suiker niet te snel gaat plakken. stof smeltpunt K smeltpunt C kookpunt K kookpunt C benzeen = = 80 kamfer = = 207 kwik = = 357 lood = = 1749 azijnzuur = = 118 zwaveldioxide = = 10 EPN Stoffen 7

5 B 43 a I en III stellen een zuivere stof voor: er is maar één soort molecuul. b II stelt een mengsel voor. Je ziet twee soorten moleculen. B 44 Je kunt de stof laten smelten en kijken of je met een smeltpunt (= zuivere stof) of een smelttraject (= mengsel) hebt te maken. B 45 Zie figuur 1.1. temperatuur 1.1 C 46 Alcohol toevoegen en vervolgens filtreren. Het filtraat indampen. Er blijft jood achter. Het residu (zand en zwavel) mengen met koolstofdisulfide en weer filtreren. Het residu is zand. Het filtraat indampen. Dan blijft er zwavel achter. C 47 E Dit zijn tekenopdrachten ter beoordeling van de docent. C 48 g g + l condenseren a Maak bijvoorbeeld een verhoudingstabel zoals onderstaand. x = 100 3,0 = 0,6 500 l stollen s + l hoeveelheid oplossing g hoeveelheid zout g 100 x 500 3,0 In 100 g oplossing zit 0,6 g opgelost zout. b Het massapercentage zout in de oplossing = 0,6%. s tijd c In 100 g oplossing zit 0,6 g zout. In 50 g oplossing zit dus 0,3 g zout. Dat blijft na indampen over in het schaaltje. 1.6 Atoomsoorten, elementen en verbindingen A 49 Alle metalen: hebben een glimmend oppervlak; geleiden warmte en elektrische stroom, zowel in vaste als in vloeibare toestand; kunnen vervormd worden, vooral als ze heet zijn; kunnen in gesmolten toestand worden gemengd met andere metalen. A 50 a Edele metalen worden niet aangetast door water en lucht, onedele metalen wel. b Bijvoorbeeld goud en zilver zijn edele metalen; bijvoorbeeld ijzer en zink zijn onedele metalen. A 51 a Lichte metalen hebben een kleine dichtheid, zware metalen een grote. b Titaan en aluminium zijn lichte metalen; ze worden toegepast in de luchtvaart, ruimtevaart en in superlichte fietsen. B 52 a Natrium is een zeer onedel metaal. Dit betekent dat de stof natrium snel reageert met bijvoorbeeld zuurstof uit de lucht en zelfs met water. Goud is een zeer edel metaal en reageert vrijwel nergens mee. Als er goud aan de oppervlakte komt, dan zal het niet reageren met zuurstof of water. b Ja, in verbindingen met andere atoomsoorten. Bijvoorbeeld in de verbinding steenzout (keukenzout): een verbinding van de atoomsoorten natrium en chloor. B 53 a 1 Ni 2 Zn 3 Ti 4 Al 5 Fe 6 Cu 7 Cr 8 Pb 9 Sn 10 Ra 8 Hoofdstuk 1 EPN

6 b 1 Nikkel is het materiaal waar munten van gemaakt worden. 2 Zink wordt gebruikt als dakgoot. 3 Titaan wordt verwerkt in horlogebanden. 4 Aluminium wordt gebruikt als verpakkingsmateriaal. Pannen worden soms van aluminium gemaakt. 5 IJzer wordt bijvoorbeeld gebruikt voor bruggen. IJzer wordt ook gebruikt om hekken van te maken. 6 Koper wordt gebruikt voor elektriciteitsbedrading. 7 Chroom wordt gebruikt om ijzeren voorwerpen te bedekken. Hierdoor krijgen de voorwerpen een glanzend uiterlijk. Fietssturen zijn vaak bedekt met een laagje chroom. 8 Lood wordt gebruikt als dakbedekking. 9 Tin wordt gebruikt om orgelpijpen van te maken. 10 Radiumverbindingen worden gebruikt als neutronenbron, bijvoorbeeld bij het opstarten van een kernreactor. c Deze opdracht is ter beoordeling van de docent. A 54 Een afgekoeld mengsel van samengesmolten metalen heet een legering. A 55 a Een legering van kwik en zilver b Een legering van koper en zink c Een legering van koper en tin B 56 E In een legering is er sprake van een atomaire verdeling van de componenten. Dat wil zeggen dat de atomen van beide metaalsoorten goed met elkaar zijn vermengd. Als je twee metaalpoeders met elkaar mengt, heb je een mengsel waarin kleine korreltjes van het ene metaal zijn gemengd met korreltjes van het andere metaal. Zo n korreltje bestaat nog altijd uit vele honderden miljarden metaalatomen. Dus in geval van een mengsel van twee metaalpoeders is er geen sprake van een atomaire verdeling. B 57 E De triaden staan steeds precies onder elkaar in het periodiek systeem. c In het periodiek systeem staat At in dezelfde groep als de atoomsoort I. Atoomsoorten die in dezelfde groep staan, lijken wat betreft hun eigenschappen meestal sterk op elkaar. d Er is zo weinig astaat in de natuur aanwezig dat het geen gevaar voor het milieu kan gaan vormen. B 59 a Koolstof komt in de natuur voor in de vorm van grafiet en in de vorm van diamant. Grafiet wordt onder andere gebruikt als smeermiddel en diamant in boorkoppen. b Waterstof is buitengewoon brandbaar en helium is onbrandbaar. Daarom geeft men de voorkeur aan helium als ballonvulling. B 60 Antwoord B is juist. B 61 Zie figuur 1.2 voor het diagram. Het zal je zijn opgevallen dat er rond 1810 ineens vrij veel elementen werden ontdekt. Naarmate er meer elementen bekend waren, ging de toename langzamer. Nu komen er alleen nog elementen bij die door de mens worden gemaakt. aantal jaar B 62 Deze opdracht is ter beoordeling van de docent. C 58 a astaat b Het element astaat is zo instabiel, dat het te kort bestaat om het gemakkelijk te kunnen onderzoeken. EPN Stoffen 9

7 1.7 Bouw van atomen en bindingen tussen atomen Of A 63 a Mg b Au c Ca d N B protonen en 12 elektronen 79 protonen en 79 elektronen 20 protonen en 20 elektronen 7 protonen en 7 elektronen a Al protonen en 10 elektronen b Cl 17 protonen en 18 elektronen c Zn protonen en 28 elektronen d O 2 8 protonen en 10 elektronen a b B 65 E c C 68 E a In een ionrooster zijn geen afzonderlijke moleculen te onderscheiden. Tegengesteld geladen ionen omringen elkaar (in dit voorbeeld steeds aan zes kanten). b Een laag kookpunt wil zeggen dat de deeltjes elkaar gemakkelijk loslaten, dus dat de bindingen niet zo sterk zijn. Vanderwaalsbindingen (in kaarsvet) zijn dus veel minder sterk dan de ionbindingen (in keukenzout). c Als een atoombinding wordt verbroken, worden de moleculen gesloopt. De stof verandert in nieuwe stoffen. Dat noemen we een chemische reactie. d Kaarsvet (l) geleidt niet omdat er geen geladen deeltjes in kaarsvet voorkomen. e Koper (s) geleidt wel omdat, ook in vaste toestand, elektronen (die negatief geladen zijn) vrij kunnen bewegen. f Keukenzout (s) geleidt niet omdat er weliswaar geladen deeltjes (ionen) zijn, maar die kunnen niet vrij bewegen. g Keukenzout (l) geleidt wel omdat in een vloeibare stof de ionen zich vrij kunnen bewegen. h Plastic (s) geleidt niet: dit is een moleculaire stof, dus er zijn geen geladen deeltjes. Er zijn wel hele grote moleculen. B 66 E De covalentie van Si is 4 omdat er steeds vier streepjes in de molecuultekening staan. Si moet wel op C lijken: ze staan immers in dezelfde groep van het periodiek systeem. C 67 E NH 3 N 2 C 2 H Afsluiting 1 a Beide wetenschappen houden zich bezig met natuurverschijnselen. b Astrofysica houdt zich bezig met natuurkundige aspecten van de sterrenkunde. 2 a Eerst voer je een proef (de handeling) uit. Daarbij neem je iets waar (de waarneming). Dan ga je nadenken om een logische verklaring te zoeken voor de waarneming (de conclusie). b Zin 1 is een handeling. 10 Hoofdstuk 1 EPN

8 De zinnen 2 en 5 zijn waarnemingen. De zinnen 3 en 4 zijn conclusies die je trekt uit waarneming 2. Zin 6 is een conclusie die je trekt uit waarneming 5. 3 a Bijvoorbeeld: huisschilder, schoonmaker van olietankers, onkruidverdelger. b Een huisschilder moet werken in goed geventileerde ruimten. Een schoonmaker van olietankers moet een gasmasker dragen en heel goed opletten dat er tijdens het werk geen vonken worden geproduceerd. Een onkruidverdelger moet een masker en beschermende kleding dragen. 4 a reageerbuisrek b reageerbuisborstel c reageerbuishouder d kroezentang e bekerglas f trechter 5 a Stof P smelt eerst en verdampt daarna. b De temperatuur bij A is het kookpunt. c De temperatuur bij B is het smeltpunt. d Stof P is een zuivere stof. Er is immers een smeltpunt en geen smelttraject. Er is een kookpunt en geen kooktraject. 6 a Het smeltpunt van ethanol ligt bij 114 C (= 159 K). b Het kookpunt van ethanol ligt bij 78 C (= 351 K). c Bij 100 K is ethanol vast en bij 200 K vloeibaar. 7 a rijpen b smelten c sublimeren d stollen e condenseren f verdampen 8 a Het natrium (een licht metaal) blijft drijven op het water; het gedeelte dat onder de waterspiegel zit reageert met water (natrium is onedel); er ontwijkt een gas waardoor het stukje natrium wordt voortbewogen. b Natrium is een onedel metaal. Het reageert zeer snel met zuurstof, zelfs al met water! c Lichte metalen hebben een kleine dichtheid (massa per volume-eenheid). Zware metalen hebben een grote dichtheid. Natrium is een licht metaal: het drijft op water. 9 a fosfor b koper c barium d tin 10 a Br b Cr c Fe d K 11 e goud f aluminium g zuurstof h fluor e Ar f Mn g Pt h Ag Het aantal atomen van elke soort en de manier waarop ze aan elkaar zijn gebonden is verschillend. Hierdoor kun je met dezelfde atoomsoorten toch heel verschillende moleculen maken. 12 a Antwoord C is juist. b Antwoord B is juist. c Antwoord A is juist. d Voorbeelden van een juist antwoord: benzine kerosine aardolie e Antwoord A is juist. f Voorbeelden van een juist antwoord: handschoenen aan laarzen/waterdichte schoenen/speciale schoenen aan (gelaats)masker op g De PAK s bevinden zich (30 tot 60 cm) onder het wegdek. 13 a Voorbeelden van eigenschappen kunnen zijn: bijenwas is een vaste stof; bijenwas smelt in heet water; bijenwas is onoplosbaar in water; bijenwas heeft een dichtheid die kleiner is dan water; bijenwas is brandbaar. EPN Stoffen 11

9 b Antwoord C is juist. c Antwoord B is juist. d Antwoord B is juist. e Antwoord E is juist. 14 E Overeenkomsten: 1 Allebei zijn het witte stoffen. 2 Allebei bevinden ze zich bij kamertemperatuur in de vaste fase. 3 Allebei zijn ze reukloos. Verschillen: 1 Er is een verschil in oplosbaarheid: krijt is niet oplosbaar, citroenzuur wel. 2 Er is een verschil in brandbaarheid: krijt is niet brandbaar, citroenzuur wel. 3 Er is een verschil in smaak: krijt heeft nauwelijks smaak, citroenzuur is zuur. 15 a In het atoommodel van Dalton worden atomen voorgesteld als bolletjes van verschillende grootte en met verschillende kleuren. b In het atoommodel van Rutherford bevinden zich in de kern van een atoom protonen (positief geladen en met grote massa) en neutronen (niet geladen en met grote massa). Om de kern heen bevinden zich elektronen (negatief geladen en met kleine massa). c Met het atoommodel van Dalton kun je niet begrijpen dat er bindingen tussen atomen kunnen optreden. Door aan te nemen dat er aan de buitenkant van een atoom elektronen zijn die op verschillende manieren voor bindingen kunnen zorgen, wordt het beeld een beetje duidelijker. d E Het aantal protonen en elektronen is in een atoom aan elkaar gelijk. In een ion zijn er meer of minder elektronen dan het aantal protonen in de kern. 12 Hoofdstuk 1 EPN

Stoffen. 1.1 Inleiding. 1.2 Veilig werken bij. het practicum. experiment 1.1

Stoffen. 1.1 Inleiding. 1.2 Veilig werken bij. het practicum. experiment 1.1 01 Stoffen 1.1 Inleiding Conclusie: een kleurloze vlam is heter dan een gele vlam. Een gele vlam is niet geschikt om stoffen mee te verhitten. A 1 Dit is een klassikale opdracht. 1.2 Veilig werken bij

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Scheikunde 3 havo

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Scheikunde 3 havo Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Scheikunde 3 havo Samenvatting door een scholier 1366 woorden 12 november 2012 6,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 1.1 Bij scheikunde hou je

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door Maas 1255 woorden 26 mei 2017 6,4 19 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Paragraaf 2 Veiligheidsregels laboratorium : 1. 2. 3. 4.

Nadere informatie

Samenvatting scheikunde hoofdstuk 1 stoffen 1 tm 7 (hele hoofdstuk) + aantekeningen h3a 1.1 zwart goud (herhaling) Fossiele

Samenvatting scheikunde hoofdstuk 1 stoffen 1 tm 7 (hele hoofdstuk) + aantekeningen h3a 1.1 zwart goud (herhaling) Fossiele Samenvatting scheikunde hoofdstuk 1 stoffen 1 tm 7 (hele hoofdstuk) + aantekeningen h3a 1.1 zwart goud (herhaling) Fossiele Aardgas, aardolie en steenkool heten ook wel fossiele brandstoffen brandstoffen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door Sarah 1515 woorden 3 april 2017 6 12 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde PW Hoofdstuk 1 1.1 Zwart goud aardolie is ontstaan

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 4 Samenvatting door Syb 1176 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Scheikunde Methode Chemie overal Scheikunde H1/H2/H3 Samenvatting PARAGRAAF 1.1 Een stof

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

1) Stoffen, moleculen en atomen

1) Stoffen, moleculen en atomen Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

Het smelten van tin is géén reactie.

Het smelten van tin is géén reactie. 3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H1

Samenvatting Scheikunde H1 Samenvatting Scheikunde H1 Samenvatting door Esmee 1918 woorden 25 oktober 2015 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 1 Stoffen 1. Zwart

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 vwo. Hoofdstuk 1: Stoffen. 1.1 Zwart goud

Samenvatting Chemie Overal 3 vwo. Hoofdstuk 1: Stoffen. 1.1 Zwart goud Samenvatting Chemie Overal 3 vwo Hoofdstuk 1: Stoffen 1.1 Zwart goud Aardolie Aardgas, aardolie en steenkool heten ook wel fossiele brandstoffen. Bij verbranding komt veel energie vrij, maar er ontstaan

Nadere informatie

Aantekening Scheikunde Chemie Overal

Aantekening Scheikunde Chemie Overal Aantekening Scheikunde Chemie Overal Aantekening door Jenayra 772 woorden 11 februari 2018 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 3 Scheikunde Paragraaf 3.1 Fossiele brandstoffen:

Nadere informatie

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Scheikunde Samenvatting H4+H5 Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 1: Stoffen 1.1 Zwart goud Aardolie Aardgas, aardolie en steenkool heten ook wel fossiele brandstoffen. Bij verbranding komt veel energie vrij, maar er ontstaan

Nadere informatie

Samenvatting hoofdstuk 2

Samenvatting hoofdstuk 2 temperatuur in o Scheikunde hemie op school Samenvatting hoofdstuk 2 De bouw van stoffen Samenvatting hoofdstuk 2 Er zijn verschillende eigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen. We noemen deze

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4 Samenvatting door een scholier 1714 woorden 3 oktober 2010 6 10 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 1.1 Scheikunde Bron 1 scheikunde Door

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3 Samenvatting door een scholier 1619 woorden 9 oktober 2005 7,2 12 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde, hoofstuk 1, 2.4,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door W. 1173 woorden 23 juni 2016 6,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Samenvatting H1 1 t/m 7 1 Atoombouw: Atoom: Opgebouwd uit

Nadere informatie

Niet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water.

Niet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Niet-metalen + metalen. Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water. H2O. Wat is de structuur van een metaalbinding? Metaalrooster. Geef een

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Opgave 1.1 Opgave 1.2 Opgave 1.3 Opgave 1.4 Stofeigenschappen en zintuigen Noem 4 stofeigenschappen die je met je zintuigen kunt waarnemen? Fysische constanten a. Methaan

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je

Nadere informatie

7.1 Het deeltjesmodel

7.1 Het deeltjesmodel Samenvatting door Mira 1711 woorden 24 juni 2017 10 3 keer beoordeeld Vak NaSk 7.1 Het deeltjesmodel Een model van een stof Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen. Aangezien je niet kunt zien hoe een

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Scheikunde is overal. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 1. Scheikunde is overal. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 1 Scheikunde is overal J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 1 Scheikunde is overal Paragrafen 1.1 Stofeigenschappen 1.2 Veiligheid 1.3 Faseveranderingen Practica Experiment 1 Hoe werkt de gasbrander?

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen

Oefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen Oefenvragen oofdstuk 7 Een indeling van stoffen Vraag 1 Kruis bij de onderstaande stoffen de juiste groep aan. NaCl C612O6 CO2 Pb Fe Cl2 KNO3 CaBr2 moleculaire stoffen zouten metalen Vraag 2 Maak de volgende

Nadere informatie

H7 werken met stoffen

H7 werken met stoffen H7 werken met stoffen Stofeigenschappen Faseovergangen Veilig werken met stoffen Chemische reacties Stoffen Zuivere stoffen mengsels legeringen één soort moleculen opgebouwd uit een aantal verschillende

Nadere informatie

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Opgave 1 Op het etiket van een pot pindakaas staat als een van de ingrediënten magnesium genoemd. Scheikundig is dit niet juist. Pindakaas bevat geen magnesium

Nadere informatie

Stoffen en Reacties 2

Stoffen en Reacties 2 Stoffen en Reacties 2 Practicum Metalen Naam student 1. Naam student2..... Pagina 2 van 13 Inleiding Reageert metaal met zuurstof? Sinds de mensheid metalen kent worden ze voor allerlei toepassingen gebruikt

Nadere informatie

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,

Nadere informatie

THEORIE UIT EXPERIMENTEN TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE

THEORIE UIT EXPERIMENTEN TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE THEORIE UIT EXPERIMENTEN ONDERBOUW TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE TABEL 1 DICHTHEID (bij 25 C) gram per cm 3 = g cm -3 aardgas 0,00076 alcohol 0,8 aluminium 2,7 broom 3,1 butagas 0,0024 eikenhout

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Eindexamen scheikunde havo 2006-II 4 Beoordelingsmodel Element 115 1 Calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95. Dus samen hebben ze 115 protonen. calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95 1 2 Een

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door J. 1535 woorden 7 maart 2015 6,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 scheiden en reageren 1.2 zuivere stoffen en

Nadere informatie

5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken

5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken 3HV Antwoorden samenvatting onderouw scheikunde 1.6 Scheidingsmethoden 1 a stofnaam voorwerp c voorwerp d stofnaam e voorwerp f stofnaam 2 a goed slecht c goed d slecht e slecht f matig (zuurstof) tot

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen

Nadere informatie

Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin.

Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. De metalen en de zouten zullen in gesmolten toestand stroom geleiden, de metalen hebben

Nadere informatie

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? uitleggen wat een reactieschema is; reactieschema's in woorden en symbolen opstellen; de kenmerken van de atoomtheorie van Dalton noemen; moleculen en atomen tekenen; scheikundige

Nadere informatie

Scheikunde Chemie overal Week 1. Kelly van Helden

Scheikunde Chemie overal Week 1. Kelly van Helden Scheikunde Chemie overal Week 1 Kelly van Helden 1.1 Chemie om je heen Scheikunde is overal Scheiden of zuiveren van stoffen Veranderen van grondstoffen in bruikbare stoffen Drinkwater uit zeewater Poetsen

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

Scheikunde samenvatting H1 t/m H4

Scheikunde samenvatting H1 t/m H4 samenvatting H1 t/m H4 Hoofdstuk 1 Als je stoffen bij elkaar doet, kunnen er verschillende dingen gebeuren: 1) De vaste stof waarbij een vloeistof wordt gedaan, lost op oplossing helder. 2) Wanneer we

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2: De aarde, onze hofleverancier

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2: De aarde, onze hofleverancier Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2: De aarde, onze hofleverancier Samenvatting door D. 1265 woorden 3 november 2014 6,1 12 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 2.1 De aarde Opbouw aarde

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Inhoudsopgave 1 Atoommodel... 1 Moleculen... 1 De ontwikkeling van het atoommodel... 1 Atoommodel van Bohr... 2 Indicatoren van atomen... 3 2 Periodiek

Nadere informatie

3.1. 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie.

3.1. 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie. 3.1 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie. 2. De pijl in een reactieschema (bijvoorbeeld: A + B C) betekent: - A en B reageren tot C of - Er vindt

Nadere informatie

Atoommodel van Rutherford

Atoommodel van Rutherford Samenvatting scheikunde havo 4 hoofdstuk 2 bouwstenen van stoffen 2.2 de bouw van een atoom Atoommodel val Een atoom is een massief bolletje. Elk atoomsoort heeft zijn eigen Dalton afmetingen Ook gaf hij

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door T. 1440 woorden 1 oktober 2014 4,7 4 keer beoordeeld Vak Scheikunde Hoofdstuk 1 1.2 Zuivere stoffen en mengsels Er bestaan tientallen miljoenen

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden Vraag 1 Geef het symbool van: Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden I. IJzer Fe Aluminium Al Koolstof C IV. Lood Pb V. Chloor Cl VI. Silicium Si Vraag 2 Geef de naam van de atoomsoort.

Nadere informatie

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018 H78 kort les.notebook June 05, 2018 Hoofdstuk 7 en Materie We gaan eens goed naar die stoffen kijken. We gaan steeds een niveau dieper. Stoffen bijv. limonade (mengsel) Hoofdstuk 8 Straling Moleculen water

Nadere informatie

Scheidingsmethoden methode principe voorbeeld. destilleren verschil in kookpunt wijn whiskey. filtreren verschil in deeltjesgrootte koffie

Scheidingsmethoden methode principe voorbeeld. destilleren verschil in kookpunt wijn whiskey. filtreren verschil in deeltjesgrootte koffie 1.2 Twee of meer atoomsoorten samen vormen een molecuul : bouwsteen die bestaat uit twee of meer atomen Atoom : bouwsteen van een molecuul Stoffen Zuivere stoffen Elementen: stoffen waarvan de bouwstenen

Nadere informatie

5.7. Boekverslag door S woorden 26 oktober keer beoordeeld. Scheikunde

5.7. Boekverslag door S woorden 26 oktober keer beoordeeld. Scheikunde Boekverslag door S. 1928 woorden 26 oktober 2009 5.7 45 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde H1: 1.1 OUDE MATERIALEN: Natuurlijke materialen: materialen die je in de omgeving/ in de natuur

Nadere informatie

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen Paragrafen 3.1 Macro- en microniveau 3.2 Het periodiek systeem 3.3 Formuletaal 3.4 Atoombouw Practica Exp. 1 Welke

Nadere informatie

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-C Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen.

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen. 2 ELEKTRICITEITSLEER 2.1. Inleiding Je hebt al geleerd dat elektriciteit kan worden opgewekt door allerlei energievormen om te zetten in elektrische energie. Maar hoe kan elektriciteit ontstaan? En waarom

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8 Samenvatting door Dylan 748 woorden 30 december 2016 5,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Paragraaf 1 Gemeenschappelijke eigenschappen metalen:

Nadere informatie

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft Werkstuk door een scholier 996 woorden 14 mei 2003 5 152 keer beoordeeld Vak Scheikunde Inhoudsopgave Wat is waterstof? Wat is water? Wat is filtreren? Wat is destilleren? Drie fasen van water. Wat is

Nadere informatie

Oplossen en mengen. Opdracht 2. Niet.

Oplossen en mengen. Opdracht 2. Niet. VW CURIE DSTUK 5 { oofdstuk 5 y plossen en mengen pdracht 1. a alcohol (ethanol), olie, vet, benzine en kwik (amalgamen) b IJzer als element is onoplosbaar, maar als ijzer(ii)- of ijzer(iii)-ionen kunnen

Nadere informatie

Een stof heeft altijd stofeigenschappen. Door hier gebruik van te maken, kun je stoffen makkelijk scheiden.

Een stof heeft altijd stofeigenschappen. Door hier gebruik van te maken, kun je stoffen makkelijk scheiden. Stoffen scheiden Schrijf bij elke proef steeds je waarnemingen in je schrift. Bij het doen van experimenten is het belangrijk dat je goed opschrijft wat je hebt gedaan, zodat andere mensen jouw experiment

Nadere informatie

Stoffen, structuur en bindingen

Stoffen, structuur en bindingen Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3

Samenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3 Samenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3 Samenvatting door een scholier 1298 woorden 14 januari 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Ontledingsreactie:

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MV0-3 EXMEN MELR LGEMEEN VOORTGEZET ONERWJS N 1982 MV0-3 onderdag 6 mei, 9.00-11.00 uur NTUUR- EN SHEKUNE (Scheikunde) MEERKEUZETOETS it examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen ij het examen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door S. 1204 woorden 6 jaar geleden 6,2 11 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie H1 para. 1 Zintuigen gebruik je om waarnemingen te

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en sch Samenvatting door een scholier 2120 woorden 23 november 2010 4,5 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Natuurkunde hoofdstuk 6: Chemie en sch 6.1 Elementen Indelen

Nadere informatie

Antwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn.

Antwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn. Antwoorden 1 Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft een ion Fe 3+? 26 protonen, 23 elektronen, 30 neutronen 2 Geef de scheikundige namen van Fe 2 S 3 en FeCO 3. ijzer(iii)sulfide en ijzer(ii)carbonaat

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen MAVO -C I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO -C Vrijdag 10 mei, 9.00-11.00 uur SCHEIKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt

Nadere informatie

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties Proef door een scholier 1870 woorden 20 december 2005 5 23 keer beoordeeld Vak Scheikunde Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties Calcium (Ca)

Nadere informatie

3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3

3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3 Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD EXAMENOPGAVEN Toetsdatum: n.v.t. Vak: Scheikunde voorbeeldexamen 2015 Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

Wednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1

Wednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1 Chemie Overal Sk Havo deel 1 Website van de methode www.h1.chemieoveral.epn.nl Probeer thuis of het werkt. Aanbevolen browser: internet explorer Neem onderstaande tabel over en rond af Atoomsoort Zuurstof

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Chemie

Samenvatting Scheikunde Chemie Samenvatting Scheikunde Chemie Samenvatting door een scholier 2091 woorden 8 november 2004 5,4 123 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde: 1.1 t/m 1.5 1.1 Scheikunde houdt zich

Nadere informatie

1 Stoffen. 1.1 Inleiding

1 Stoffen. 1.1 Inleiding 1 Stoffen 1.1 Inleiding Water is vloeibaar en hout is hard. Van katoen kun je kleren maken, maar met papier lukt dat niet zo goed. Zuurstof heb je nodig om te leven en paracetamol zorgt ervoor dat hoofdpijn

Nadere informatie

Klas 4 GT. Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG

Klas 4 GT. Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG Klas 4 GT Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG De kracht van het atoom Een atoom bevat enorme krachten proefwerkstof Proefwerk 14-10-05 Nask2 3(4) VMBO TG deel B hoofdstuk3 Hoofdstuk 4 atomen en ionen blz2 tot

Nadere informatie

Bindingen. Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11

Bindingen. Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11 Bindingen Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11 1. Leg uit dat suiker een moleculaire stof is 2. Van suiker is de oplosbaarheid in water zeer hoog. Leg uit waarom suiker zo goed in water

Nadere informatie

2 VWO 2 HAVO Oefenstof dichtheid.

2 VWO 2 HAVO Oefenstof dichtheid. (1 liter = 1 dm 3 ) (1 ml = 1 cm 3 ) (1 m 3 = 1000 dm 3 ) (1 dm 3 = 1000 cm 3 ) ( 1 kg = 1000 g) (1 g = 1000 mg) 1. Bepaal de massa van een vurenhouten balk met een volume van 70 dm 3. V = 70 dm 3 ρ =

Nadere informatie

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken Hoofdstuk 5 In vuur en vlam 5.1 Brand! Voorwaarden voor verbranding Ontbrandingstemperatuur De temperatuur waarbij een stof gaat branden De ontbrandingstemperatuur is ook een stofeigenschap. Er zijn drie

Nadere informatie

8.1. Antwoorden door een scholier 1081 woorden 3 maart keer beoordeeld. Scheikunde 2.1 AFVAL

8.1. Antwoorden door een scholier 1081 woorden 3 maart keer beoordeeld. Scheikunde 2.1 AFVAL Antwoorden door een scholier 1081 woorden 3 maart 2005 8.1 128 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 2.1 AFVAL 1. a. metaal, papier, plastic, hout b. GFT en papierbak 2. bron 1 3. a. het

Nadere informatie

gelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern.

gelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern. 1 Atoombouw 1.1 Atoomnummer en massagetal Er bestaan vele miljoenen verschillende stoffen, die allemaal zijn opgebouwd uit ongeveer 100 verschillende atomen. Deze atomen zijn zelf ook weer opgebouwd uit

Nadere informatie

8,1. Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1

8,1. Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober 2014 8,1 129 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 Paragraaf 2 Een zuivere stof is 1 stof met een unieke combinatie stofeigenschappen.

Nadere informatie

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven. MAVO Herexamen 1976 1. Beantwoord de volgende vragen over het element calcium. a. Hoeveel protonen bevat een atoom van dit element? Licht het antwoord toe. b. Hoe zijn de elektronen over de schillen verdeeld?

Nadere informatie

LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007

LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007 LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007 docent: drs. Ruben E. A. Musson Het gebruik van uitsluitend BINAS is toegestaan. 1. Welk van de volgende processen

Nadere informatie

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn? Dichtheid Als je van een stalen tentharing en een aluminium tentharing wilt weten welke de grootte massa heeft heb je een balans nodig. Vaak kun je het antwoord ook te weten komen door te voelen welk voorwerp

Nadere informatie

systeem staat. Voorbeelden zijn calcium en magnesium.

systeem staat. Voorbeelden zijn calcium en magnesium. Begrippenlijst Aardalkalimetaal Absolute nulpunt Aggregatietoestand Alkalimetaal Alliage Amalgaam Apolair Atoom Atoombinding Atoomnummer Atoommassa Atoomrooster Brons Condenseren Damp Een aardalkalimetaal

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1. Par1 Nieuwe stoffen, nieuwe materialen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1. Par1 Nieuwe stoffen, nieuwe materialen Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door C. 1158 woorden 24 juni 2016 8,1 45 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde H1 Par1 Nieuwe stoffen, nieuwe materialen Oude materialen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 & 5.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 & 5. Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 & 5. Samenvatting door een scholier 1765 woorden 28 juni 2011 6 104 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 3.2 - Een chemische reactie kun je herkennen

Nadere informatie

5-1 Moleculen en atomen

5-1 Moleculen en atomen 5-1 Moleculen en atomen Vraag 1. Uit hoeveel soorten moleculen bestaat een zuivere stof? Vraag 2. Wat is een molecuul? Vraag 3. Wat is een atoom? Vraag 4. Van welke heb je er het meeste: moleculen of atomen?

Nadere informatie

Module 8 Chemisch Rekenen aan reacties

Module 8 Chemisch Rekenen aan reacties 1 Inleiding In deze module ga je leren hoe je allerlei rekenwerk kunt uitvoeren aan chemische reacties. Dat is van belang omdat in veel bedrijven wordt gerekend aan reacties onder andere om te bepalen

Nadere informatie

Proef Scheikunde Proeven

Proef Scheikunde Proeven Proef Scheikunde Proeven Proef door een scholier 973 woorden 4 december 2001 4,6 177 keer beoordeeld Vak Scheikunde Titel: De zuurstoftoevoer. Proefnummer: 1 Verbrandt papier met zuurstof? -) het brandt

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2007-II

Eindexamen scheikunde havo 2007-II Beoordelingsmodel Kwik 1 maximumscore 2 aantal protonen: 160 aantal elektronen: 158 aantal protonen: 160 1 aantal elektronen: het gegeven aantal protonen verminderd met 2 1 2 maximumscore 2 g 2 Cl 2 Indien

Nadere informatie

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie 3.1 Energie Wat is energie? Energie voorziening Fossiele brandstof verbranden Co2 komt vrij slecht voor het broeikaseffect Windmolen park Zonnepanelen Energie is iets wat nodig is voor een verbrandingsreactie

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (2)

Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (2) Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (1) Kenmerkend voor het optreden van een chemische reactie is dat de stofeigenschappen veranderen. Als stofeigenschappen veranderen, dan zijn er dus nieuwe ontstaan.. Deze

Nadere informatie

Later heeft men ook nog een ongeladen deeltje met praktisch dezelfde massa als een proton ontdekt (1932). Dit deeltje heeft de naam neutron gekregen.

Later heeft men ook nog een ongeladen deeltje met praktisch dezelfde massa als een proton ontdekt (1932). Dit deeltje heeft de naam neutron gekregen. Atoombouw 1.1 onderwerpen: Elektrische structuur van de materie Atoommodel van Rutherford Elementaire deeltjes Massagetal en atoomnummer Ionen Lading Twee (met een metalen laagje bedekte) balletjes,, die

Nadere informatie

Proef Scheikunde Experimenten Hoofdstuk 1 en 2

Proef Scheikunde Experimenten Hoofdstuk 1 en 2 Proef Scheikunde Experimenten Hoofdstuk 1 en 2 Proef door een scholier 1709 woorden 21 november 2010 4,6 30 keer beoordeeld Vak Scheikunde Chemie overal Experiment 1.3: Is magnesium brandbaar? We gaan

Nadere informatie