Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Warmte en temperatuur; het molecuulmodel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Warmte en temperatuur; het molecuulmodel"

Transcriptie

1 Uitwerkingen opgaven hoofdstuk.1 Warmte en temperatuur; het molecuulmodel Opgave 1 Opgave 2 a Onjuist. De temperatuur in de ruimte is een maat voor de snelheid van de moleculen. s Nachts is de temperatuur lager en de snelheid van de moleculen is dan ook kleiner. b Juist. De temperatuur van het kwik in de thermometer is gedaald. Dat kan alleen als er warmte is afgestaan. c Onjuist. Het volume van de lucht is gelijk aan de inhoud van de kamer. Die inhoud verandert niet. Het aantal moleculen in de kamer verandert ook niet, want de kamer is afgesloten. Daaruit volgt dat de gemiddelde afstand tussen de moleculen gelijk blijft. d Onjuist. Natuurkundigen zeggen dat de lucht in de kamer warmte heeft afgestaan. e Juist. Het kwik in de thermometer is gedaald; dat betekent dat het volume van het kwik is afgenomen. Hetzelfde aantal moleculen zit dan dichterbij elkaar. Daaruit volgt dat de afstand tussen de kwikmoleculen kleiner is geworden. a De moleculen in een gas bewegen snel en blijven niet bij elkaar. r is veel ruimte tussen de moleculen van de lucht. De deodorantmoleculen zullen dan ook door de gehele ruimte gaan bewegen. Na een korte tijdsduur zijn moleculen van het parfum bij je neus gekomen. b De parfum gaat van vloeibare fase over in de gasvormige fase. Daarvoor is energie nodig. De energie wordt onttrokken aan de thermometer, die dus warmte afstaat. Bij het afstaan van warmte daalt de temperatuur van de thermometer. Opgave a De moleculen worden dichter op elkaar geduwd. De gemiddelde afstand tussen de moleculen wordt kleiner. b De moleculen oefenen ook een kracht uit op de zuiger van de pomp. Doordat de ruimte waarin de moleculen zich bevinden kleiner wordt, neemt het aantal botsingen van moleculen per seconde tegen de zuiger toe. De gezamenlijke kracht van de moleculen tegen de zuiger neemt dan toe. Zodra deze kracht van de moleculen groter wordt dan je spierkracht kun je de pomp niet meer verder duwen. De pomp blijft steken op het punt waar de kracht van de moleculen op de zuiger even groot is als jouw kracht. Opgave 4 a Zie figuur.1. Figuur.1 UITWRKINGN OPGAVN HAVO 5 HOOFDSTUK 1 van 1

2 Als in de zomer de temperatuur stijgt, zetten stoffen uit. Het brugdek PS in figuur.1 zal langer worden. Door de spleet A tussen het brugdek en de rechterkant is dat mogelijk. Als de spleet ontbreekt, zal het brugdek bol gaan staan en is er kans dat de brug kapotgaat. b De spleet is tijdens een hittegolf smaller; het brugdek is uitgezet en neemt meer ruimte in. c De bovenkant van de pijler zou bij het uitzetten met het brugdek naar rechts gaan bewegen. De pijler kan dan kapot gaan. d Ieder gedeelte van het brugdek zet een klein beetje uit. De linkerkant blijft daarbij op z n plaats. Bij het uitzetten wordt het brugdek PS naar rechts verplaatst. Bij de linkerpijler is een klein gedeelte PQ van het brugdek uitgezet, gerekend vanaf de linkerkant. Het brugdek is dan maar een klein beetje verplaatst. Bij B is een groter gedeelte PR van het brugdek uitgezet. De rol bij B is dan ook verder naar rechts verplaatst. De rol bij B moet over een grotere afstand kunnen rollen en begint daarom verder naar links. Opgave 5 a De massa van een stof hangt af van het aantal moleculen en de massa van één molecuul. b Het volume wordt groter. c De massa blijft gelijk, want de massa van één molecuul verandert niet en het aantal moleculen verandert niet. d Bij het verwarmen wordt het volume groter, maar blijft de massa gelijk. De gelijke massa wordt dan gedeeld door een groter volume. De dichtheid wordt kleiner. Je kunt ook zeggen dat door het uitzetten de moleculen minder dicht op elkaar zitten..2 Warmtetransport Opgave Opgave Opgave 8 a Tussen de veertjes zit veel lucht. Door de veertjes kan de lucht slecht bewegen, waardoor er weinig warmtestroming optreedt. Lucht en de donsveertjes zijn slechte warmtegeleiders. r is dan weinig warmtetransport via geleiding en stroming vanuit je lichaam naar de omgeving. b Door de bewegingen van de gebruiker verplaatsen de veertjes zich naar plaatsen waar weinig beweging is. Daardoor zijn er op den duur op bepaalde plaatsen geen donsveertjes meer. Op zo n plaats kan dan gemakkelijk warmte van je lichaam worden weggevoerd via stroming en geleiding. Door de compartimenten blijven de veertjes over het gehele dekbed verspreid, zodat de isolatie overal intact blijft. a Als iets koud aanvoelt, gaat er warmte van je lichaam weg. De tegels voelen kouder aan dan het hout. Dat betekent dat bij de tegels meer warmte van je lichaam weg gaat. De tegels geleiden de warmte beter dan het hout. b De warmte moet vanaf de verwarmingsbuizen door de vloerbedekking naar de lucht in de winkel gebracht worden. De vloerbedekking moet een goede warmtegeleider zijn. Parket (gemaakt van hout of kunststof) geleidt warmte slecht. Je kunt dus beter tegels gebruiken. a Beide lijnen beginnen op dezelfde plaats in het diagram. b Het temperatuurverschil met de omgeving is aan het begin groot, waardoor er per seconde veel warmte aan de omgeving wordt afgestaan. Later is het UITWRKINGN OPGAVN HAVO 5 HOOFDSTUK 2 van 1

3 temperatuurverschil kleiner, zodat er minder warmte per seconde wordt afgestaan aan de omgeving. c De grootste warmteafgifte vindt plaats aan het vloeistofoppervlak. Het hoge smalle kopje zal daarom minder warmte per seconde aan de lucht afstaan dan het brede kopje. De temperatuur van dit kopje zal minder snel dalen. Lijn P hoort bij het hoge smalle kopje. d Als de temperatuur van de koffie gelijk is aan de temperatuur van de omgeving, wordt er geen warmte meer afgestaan. Aan het eind is de temperatuur van beide kopjes koffie gelijk aan de temperatuur van de omgeving, en dus is de eindtemperatuur van beide kopjes gelijk. Opgave 9 a Lucht is een slechte warmtegeleider. De lucht bevindt zich in een smalle afgesloten ruimte en wordt door de glasplaten op zijn plaats gehouden. Daardoor treedt er geen warmtestroming op. Ook is dubbel glas dikker dan enkel glas, zodat er ook minder warmtegeleiding optreedt door het glas. b Zie de doorgetrokken lijn in figuur.2. Figuur.2 c Zie de onderbroken lijn in figuur.2. Omdat er minder warmte verloren gaat bij dubbel glas, zal de temperatuur in de kamer sneller stijgen. De lijn in het diagram loopt aan het begin steiler. De eindtemperatuur zal sneller bereikt worden. De lijn in het diagram loopt eerder horizontaal.. Warmte opnemen en afstaan Opgave 10 Qkwik ckwik mkwik Tkwik 1 1 ckwik 0,14 10 Jkg K ( BINAS) mkwik 8,2 g 8,2 10 kg Tkwik 5 C 5 K Q kwik 0, , J Opgave 11 a Zie figuur.. De soortelijke warmte geeft aan hoeveel warmte Q er nodig is voor een temperatuurstijging T van één graad Celsius van één kilogram stof. De massa m van beide vloeistoffen is gelijk. Bij eenzelfde temperatuurstijging T is er bij vloeistof B een grotere hoeveelheid warmte Q nodig. r is dan ook meer warmte nodig om een temperatuursstijging van één graad te bereiken. Vloeistof B heeft de grootste soortelijke warmte. UITWRKINGN OPGAVN HAVO 5 HOOFDSTUK van 1

4 Figuur. b Zie figuur.. Voor vloeistof A: QA QA ca ma ta ca m t Q m A 15 kj J A ta 0 C A A 200 g 0,200 kg ca 2,5 10 Jkg K 0,200 0 Voor vloeistof B: QB QB cb mb tb cb mb t B QB 15 kj J m 200 g 0,200 kg 1 1 B tb 18 C cb 4, 2 10 Jkg K 0, Opgave 12 a De massa van de kan berekend worden uit de dichtheid en het volume van de. m ρ V m 1, , ,20 kg b Q totaal Q thermosfles + Q Qthermosfles Cthermosfles Tthermosfles C T thermosfles Q thermosfles thermosfles 80 J K 1 1,0 C 80 1,0 80 J UITWRKINGN OPGAVN HAVO 5 HOOFDSTUK 4 van 1

5 Q c m T Q c, g 0,20 kg m 1,0 C J kg T 1 K 1 ( Binas),9 10 0,20 1,0 1,01 10 Qtotaal , ,1 10 J c In vraag b is de warmte berekend die het voorwerp (thermosfles met ) opneemt bij een temperatuurstijging van één graad Celsius. Dit is de definitie van warmtecapaciteit. d Q c m T 1 1 c,9 10 Jkg K ( BINAS) m 20 g 0,20 kg T ( 10) 2 C Opgave 1 Zie figuur.4. Q,9 10 0,20 2 2, 10 4 J J Figuur.4 Het verwarmingselement heeft een elektrisch vermogen van 5 W er wordt door het verwarmingselement 5 J per seconde toegevoerd aan de joulemeter en het water. Voor een temperatuursstijging van de joulemeter en het water t van graden heeft de joulemeter 10 min 00 s nodig de toegevoerde elektrische energie: Q elektrisch J Door het water wordt opgenomen: Qwater mwater twater 1 1 4,18 10 Jkg K ( BINAS) mwater 00 g 0,00 kg twater C Q water 4, , J UITWRKINGN OPGAVN HAVO 5 HOOFDSTUK 5 van 1

6 Door de joulemeter wordt opgenomen: Q joulemeter Q elektrisch Q water J Qjoulemeter Cjoulemeter tjoulemeter Qjoulemeter Cjoulemeter t joulemeter Qjoulemeter 18 J tjoulemeter C 18 2 Cjoulemeter 1,1 10 J/K Opmerking In de berekening van C joulemeter worden twee getallen die niet erg veel van elkaar verschillen (ongeveer 10%) van elkaar afgetrokken. Hierdoor hangt de uitkomst van de berekening sterk af van de aflezing in het diagram Opgave 14 a De koperkrullen staan warmte af. b De joulemeter en het water nemen warmte op. c De door het water opgenomen warmte (Q water ) en de door de joulemeter opgenomen warmte (Q joulemeter ) is gelijk aan de door de koperkrullen afgestane warmte (Q koper ). Qwater mwater Twater 1 1 4,18 10 Jkg K ( BINAS) mwater 150 g 0,150 kg twater (24, 18,), 4 C Q water 4, ,150,4 4012,8 J Qjoulemeter Cjoulemeter Tjoulemeter 1 Cjoulemeter 125 JK Tjoulemeter, 4 C Qjoulemeter 125,4 800 J Qwater + Qjoulemeter 4012, ,8 J Q 4812,8 J koper Qkoper ckoper mkoper Tkoper Qkoper ckoper mkoper T koper Qkoper 4812,8 J m 15 g 0,15 kg koper Tkoper (100 24, ) 5, C 4812, ckoper,9 10 Jkg K 0,15 5, UITWRKINGN OPGAVN HAVO 5 HOOFDSTUK van 1

7 Opgave 15 a De door het warme water afgestane warmte (Q warme water ) is gelijk aan de door het bad opgenomen warmte (Q bad ). Qwarme water mwarme water twarme water 1 1 4,18 10 Jkg K ( BINAS) mwarme water ρwater Vwater 0, ,88 kg twater (2,5 8,0) 4,5 C Q bad 1,12 10 J Q warme water 4, ,88 4,5 1,12 10 J Qbad Qbad Cbad tbad Cbad t bad Qbad 1,12 10 J tbad (8,0 21,0) 4,0 C 1, Cbad 2, 4 10 J/K 4 b De door het warme water en het warme bad afgestane warmte (Q warme water en Q bad ), is gelijk aan de door het koude water opgenomen warmte (Q koude water ). Qwarme water mwarme water twarme water 1 1 4,18 10 Jkg K ( BINAS) mwarme water 59,88 kg twater (8,0 40,0) 28,0 C Q warme water 4, ,88 28,0, J Qbad Cbad tbad 4 Cbad 2, 4 10 J/K tbad (8,0 40,0) 28,0 C Q bad 2, ,0 0,2 10 J Q warme water + Q bad, ,2 10,80 10 J Q koude water,80 10 J Qkoude water mkoude water tkoude water Q koude water mkoude water tkoude water Qkoude water, J 1 1 4,18 10 Jkg K ( BINAS) tkoude water (40, 0 15,5) 24,5 C,80 10 mkoude water 4,99 kg 4, ,5 m ρ V koude water water koude water m 4,99 V koude water koude water ρwater 0, ,1 10 m 5,1 liter UITWRKINGN OPGAVN HAVO 5 HOOFDSTUK van 1

8 .4 Rendement en duurzame energie Opgave 1 a De verbrandingswarmte van gasolie is 10 9 J/m. b De bussen rijden een afstand van 100 km. Bus A kan 5,0 km rijden op 1,0 liter gasolie. Voor een afstand van 100 km heeft bus A dus 20 liter gasolie nodig. De verbrande gasolie levert aan chemische energie: in , J nuttig c η 100% in,a η 20% 8 8 nuttig in,a,2 10 1,44 10 J 100% 100% d Bij bus B, met vliegwiel, daalt het brandstofverbruik van de bus met 5,0 %. in,b 0,95 in,a 0,95,2 10 8, J e De bussen hebben dezelfde vorm en rijden onder dezelfde omstandigheden. Ze ondervinden dan dezelfde wrijvingskracht. De snelheid is constant, dus is de motorkracht steeds gelijk aan de wrijvingskracht. De bussen rijden dezelfde afstand. Aangezien W motor F motor s verricht de motorkracht in beide gevallen dezelfde arbeid. f erste manier nuttig ηb 100% 8 in,b 1, ηb 100% 21% 8 nuttig 1, J, in,b,8 10 J Tweede manier nuttig ηb 100% in,b nuttig ηa 100% in,a ηa 20% in,b 0,95 in,a nuttig 1 nuttig 1 ηb 100% 100% 20% 21% 0,95 0,95 0,95 in,a in,a Opgave 1 a De energie in kwh kun je uitrekenen door het vermogen in kw te zetten en de tijd in uren. Het totale vermogen bedraagt 8 0 W 480 W 0,48 kw. De lampen branden, uur in één jaar. P t 0, , kwh 5, 10 2 kwh b erste manier Acht gloeilampen van 0 W vervangen door acht spaarlampen van 1 W levert een vermogensbesparing op van 8 (0 1) 8 4 W 0, kw. De bespaarde energie is dan bespaard 0, ,2 kwh. De hoeveelheid gespaard geld is dan 411, 0,1 0. UITWRKINGN OPGAVN HAVO 5 HOOFDSTUK 8 van 1

9 c Tweede manier De gloeilampen kosten aan energie per jaar: 525, 0,1 89,5. De spaarlampen leveren een energie van P t 8 0, ,9 kwh. De spaarlampen kosten aan energie per jaar: 11,9 0,1 19,. De hoeveelheid gespaard geld is dan: 89,5 19, 0. η besparing centrale in besparing in η centrale 9 besparing 2 10 kwh η centrale 100% 100% 55% in,bespaard 100%, 10 kwh 55% De stookwaarde van Gronings aardgas: 8,9 kwhm het volume aan bespaard Gronings aardgas is 9, 10 8 Vbespaard 4 10 m 8,9 Opgave 18 Opgave 19 a De hoeveelheid warmte die de geiser per minuut afstaat aan het water: Qwater mwater twater 1 1 4,18 10 Jkg K ( BINAS) mwater ρwater Vwater 0,998 10,5 10,485 kg twater (85 15) 0 C Q water 4,18 10, , J 2,2 10 J Qwater Qwater ηgasgeiser 100% in 100% in η gasgeiser b Qwater 2, J ηgasgeiser 1% 2, in 100%, J per minuut 1% De stookwaarde van Gronings aardgas: 2 10 Jm het benodigde volume aan Gronings aardgas V, ,11 m 2 10 gas a De hoeveelheid warmte die de boiler afstaat aan het water: Qwater mwater twater 1 1 4,18 10 Jkg K ( BINAS) mwater ρwater Vwater 0, ,84 kg twater (80 15) 5 C Q water 4, ,84 5 2,19 10 J UITWRKINGN OPGAVN HAVO 5 HOOFDSTUK 9 van 1

10 η Q Q 100% 100% water water boiler in in η boiler water 2,19 10 J Q ηboiler 8% 2,19 10 in 100% 2,81 10 J 8% De stookwaarde van Gronings aardgas: 2 10 Jm 2,81 10 het benodigde volume aan Gronings aardgas Vgas 0,8 m 2 10 b Het water stroomt van Q naar P. Warm water heeft een kleinere dichtheid dan koud water. Het warme water zal daardoor naar boven bewegen. c De ingestraalde energie door de zon: in Pzon t Pzon 00 W 00 J/s 4 t 5,5 uur 5,5 00 1,98 10 s in 00 1, ,8 10 J r wordt vrijwel geen warmte aan de omgeving afgestaan in Q water Qwater Qwater mwater twater twater m water Qwater 1,8 10 J 1 1 4,18 10 Jkg K ( BINAS) mwater ρwater Vwater 0, ,84 kg 1,8 10 twater 41,5 C 4, ,84 de eindtemperatuur van het water: t eind t begin + t ,5 5 C d Het door de zon verwarmde water levert een besparing op van: Q bespaard 1,8 10 J Qbespaard Qbespaard ηboiler 100% bespaard aardgas 100% bespaard aardgas ηboiler Q η bespaard boiler 8% 1,8 10 J 1,8 10 bespaard aardgas 100% 1, 10 J 8% De stookwaarde van Gronings aardgas: 2 10 Jm het bespaarde volume aan Gronings aardgas V 1, 10 0,5 m 2 10 bespaard UITWRKINGN OPGAVN HAVO 5 HOOFDSTUK 10 van 1

11 .5 nergiehuishouding van het menselijk lichaam Opgave 20 Opgave 21 Opgave 22 a De energiebehoefte van een vrouw per dag: vrouw 2000 kcal 1 cal 4,184 J (BINAS) vrouw ,184 8,0 10 J vrouw vrouw Pvrouw t Pvrouw t vrouw 8,0 10 J t 1 dag s 8,0 10 Pvrouw 9 W b De energie-inhoud van 100 g crackers 85 kcal 1 g cracker levert een energie van,85 kcal 22 De energie-inhoud van één cracker 22 kcal mcracker 5, gram,85 c De energie-inhoud van één cracker: cracker 22 kcal De energie die 8,0 g kipfilet levert: 100 g kipfilet levert een energie van kj één g kipfilet levert een energie van, kj 8,0 g kipfilet levert een energie van 8,0, 5, kj kipfilet 5, kj 5, 10 J 1 1 cal 4,184 J (BINAS) 1 J cal 4,18 5, 10 kipfilet 12, 10 cal 12, kcal 4,18 De energie-inhoud van één cracker belegd met 8,0 g kipfilet totaal cracker + kipfilet 22 kcal + 12, kcal 4, kcal Het aantal crackers met kipfilet voor een man om volledig in zijn dagelijkse 2500 energiebehoefte te voldoen: N crackers 2 4, In de eerste twee minuten spelen bij de aansturing van de ADP ATP omzetting in de spieren twee reacties een rol waarbij geen zuurstof nodig is. Die twee reacties zijn de omzetting van ADP en kreatinefosfaat in ATP, en de omzetting van glycogeen. Na die twee minuten gaat zijn lichaam de ADP ATP reactie aansturen met de energie die vrijkomt uit de verbranding van glucose en vetzuren. Bij deze vormen van verbranding is wel zuurstof nodig. a Het extra vermogen dat Xander nodig heeft door te tennissen is: P extra W Het totale vermogen van Xander het basaal metabolisme + P extra W UITWRKINGN OPGAVN HAVO 5 HOOFDSTUK 11 van 1

12 b Richard heeft een vermogen van 280 W 280 J/s. In 0 minuten heeft Richard dus een energie verbruikt van in J 504 kj. Bij de verbranding van 1,0 gram koolhydraten komt er 1 kj aan energie vrij 504 mkoolhydraat 0 g 1 c Het energieverbruik van Xander in de tweede set 1,2 MJ 1,2 10 J. Het lichaam heeft gemiddeld 1,0 dm zuurstof nodig voor elke 21 kj die vrijkomt bij de verbranding van koolhydraten het aantal dm zuurstof dat 1, 2 10 Xander nodig heeft om de tweede set te spelen 5, Het percentage zuurstof in lucht is 20% je hebt 5 zoveel lucht nodig. De lucht die Xander heeft ingeademd 5 5,1 2, dm. Opgave 2 a De verdampingswarmte van water is 2,2 10 J/kg. b Melanie verliest per dag door verdamping 00 gram water per uur 00 25,0 gram. 24 De verdampingswarmte van water is 2,2 10 J/kg. Om 25,0 gram water te verdampen is een energie nodig van verdamping 0,0250 2,2 10 5, J 25% van haar energieverlies vindt door verdamping plaats het totale energieverlies is totaal 4 5, , 10 5 J c Melanie gebruikt ook nog energie om te bewegen, adem te halen enzovoort. De totale energiebehoefte is dus groter dan het energieverlies. d Melanie heeft aan energie nodig voor lesuren: totaal, , J Verbrandingswarmte van volle : 2 kj per 100 gram. De door het glas volle geleverde energie: , J 100 De hoeveelheid energie die nog geleverd moet worden door het brood: brood totaal 10,5 10 5, , J en bruine boterham met kaas zonder boter levert een energie bruine boterham + kaas Verbrandingswarmte van bruinbrood: 1048 kj per 100 gram De geleverde energie door één bruine boterham 0 5 bruine boterham , J 100 Verbrandingswarmte van kaas: 1558 kj per 100 gram De door één plak kaas geleverde energie: 15 5 kaas , 10 J 100 de door één bruine boterham met kaas geleverde energie:, , , J Het aantal bruine boterhammen met kaas dat Melanie moet eten: 5, , 2 5 5, UITWRKINGN OPGAVN HAVO 5 HOOFDSTUK 12 van 1

13 Opgave 24 a Het rendement van de extra energieproductie is 20% 80% van het extra vermogen wordt omgezet in warmte. Het extra vermogen is 50 W 80% van de hoeveelheid extra geproduceerde warmte per seconde gaat als extra warmteverlies naar de omgeving P extra 0, W Het basaal metabolisme is 5 W het warmteverlies is toegenomen met de factor: 448 5,. 85 b De warmteafgifte is (vooral) in de vorm van warmtestroming en verdamping. c Tijdens het lopen stroomt de lucht om hem heen, waardoor de warmte wordt afgevoerd. Als hij stilstaat, blijft de warme lucht om hem heen hangen, waardoor de warmteafvoer minder is. d Het energieverlies van de hardloper verlies P verlies t 425 2,5 00, J Voor het verdampen van 1,0 liter zweet is 2,4 MJ nodig, het volume zweet dat verdampt: Vzweet 1,liter 2, 4 10 UITWRKINGN OPGAVN HAVO 5 HOOFDSTUK 1 van 1

2.1 Nogmaals warmte en temperatuur

2.1 Nogmaals warmte en temperatuur Uitwerkingen opgaven hoofdstuk.1 Nogaals warte en teperatuur Opgave 1 a Onjuist. De teperatuur in de ruite is een aat voor de snelheid van de oleculen. s Nachts is de teperatuur lager en de snelheid van

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting door E. 1500 woorden 6 maart 2014 5,7 16 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Energie en warmte 3.1 warmte

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton)

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting door een scholier 1404 woorden 25 augustus 2003 5,4 75 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Verwarmen en isoleren Warmte en energie 2.1 Energievraag

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting door L. 1264 woorden 2 juli 2014 3,9 15 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school. Om iets te verwarmen heb je

Nadere informatie

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.

1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering. 1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting door Jel 1075 woorden 17 maart 2018 8 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school.

Nadere informatie

Samenvatting NaSk 1 Hoofdstuk 5

Samenvatting NaSk 1 Hoofdstuk 5 Samenvatting NaSk 1 Hoofdstuk 5 Samenvatting door R. 956 woorden 12 oktober 2015 7,4 4 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Paragraaf 1 De belangrijkste energiebronnen in huis zijn elektriciteit en aardgas. De meeste

Nadere informatie

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt. Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten.

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1700 woorden 17 januari 2010 6,6 24 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores maximumscore Bij het consumeren van radioactieve melk is sprake van besmetting omdat het lichaam de ioniserende straling van binnenuit absorbeert / de bron zich in het lichaam bevindt. inzicht dat bij

Nadere informatie

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser Opgave 1 Afdaling Een skiër daalt een 1500 m lange helling af, het hoogteverschil is 300 m. De massa van de skiër, inclusief de uitrusting, is 86 kg. De wrijvingskracht met de sneeuw is gemiddeld 4,5%

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.2 Warmte T (K) Absolute temperatuur en warmte +273,15 273,15 T = K T Kelvin = T Celcius + 273,15 t ( C) WBE: E voor

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Warmte Hoofdstuk 2 samenvatting Warmte is Energie Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Brandstoffen verbranden: Brandstof Zuurstof voldoende hoge temperatuur (ontbrandingstemperatuur) Iedere brandstof

Nadere informatie

Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel]

Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel] Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel] Gebruik bij deze opdrachten BINAS-tabellen 8 t/m 12 / 38A / 56 / 57. Rekenen met vormingswarmte

Nadere informatie

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Rendement2

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Rendement2 1. De Keukenboiler Makkelijk zo n elektrisch boilertje onder het aanrecht. Nooit meer wachten tot er warm water uit de kraan komt. En je hoeft geen warm water te delen met iemand uit de badkamer. a. Welke

Nadere informatie

ENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen

ENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen ENERGIE H5 par. 1 en 2 Diagnostische Toets natuurkunde uitwerkingen OPEN VRAGEN 1. Energieomzetting Enkele jaren geleden stond in de Gelderlander de foto rechts met de volgende tekst: Trots poseren koeien

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 7.1 Fasen en dichtheid Een stukje scheikunde 1. Intermoleculaire ruimte 2. Hogere temperatuur, hogere snelheid 3.

Nadere informatie

[Samenvatting Energie]

[Samenvatting Energie] [2014] [Samenvatting Energie] [NATUURKUNDE 3 VWO HOOFDSTUK 4 WESLEY VOS 0 Paragraaf 1 Energie omzetten Energiesoorten Elektrisch energie --> stroom Warmte --> vb. de centrale verwarming Bewegingsenergie

Nadere informatie

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm.

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm. Samenvatting door C. 1902 woorden 28 februari 2013 5,7 13 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Het verrichten van arbeid Als je fietst verbruik je energie. Dit voel je na het

Nadere informatie

Oefenopgaven havo 5 et-4: Warmte en Magnetisme 2010-2011 Doorgestreepte vraagnummers (Bijvoorbeeld opgave 2 vraag 7) zijn niet van toepassing.

Oefenopgaven havo 5 et-4: Warmte en Magnetisme 2010-2011 Doorgestreepte vraagnummers (Bijvoorbeeld opgave 2 vraag 7) zijn niet van toepassing. Oefenopgaven havo 5 et-4: Warmte en Magnetisme 2010-2011 Doorgestreepte vraagnummers (Bijvoorbeeld opgave 2 vraag 7) zijn niet van toepassing. Opgave 2 Aardwarmte N2-2002-I -----------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen ( ) Pagina 1 van 6

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen ( ) Pagina 1 van 6 Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen (2016-06-08) Pagina 1 van 6 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is

Nadere informatie

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Naam: Klas: Practicum soortelijke warmte van water Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Doel van de proef Het bepalen van de soortelijke warmte van water

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke

Nadere informatie

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!

De verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties! Centrale Verwarmingssysteem Uitwerking van de deelvragen 1 ) Wat zijn de Energietransformaties in het systeem? De Energietransformaties die optreden in het CV-systeem zijn a. Boven de brander c.q. in de

Nadere informatie

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 INHAAL PROEFWERK ROEFWERK H10 + H6 3/2010 Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Nadere informatie

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Warmte Hoofdstuk 2 Warmte is Energie Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Brandstoffen verbranden: Brandstof Zuurstof voldoende hoge temperatuur (ontbrandingstemperatuur) 1 Grootheid Symbool Eenheid

Nadere informatie

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Rendement2. a) Welke energieomzetting vindt er plaats?

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Rendement2. a) Welke energieomzetting vindt er plaats? 1. De Keukenboiler Makkelijk zo n elektrisch boilertje onder het aanrecht. Nooit meer wachten tot er warm water uit de kraan komt. En je hoeft geen warm water te delen met iemand uit de badkamer. a) Welke

Nadere informatie

Theorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2)

Theorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2) heorie: emperatuur meten (Herhaling klas 2) Objectief meten Bij het meten van een grootheid mag je meting niet afhangen van toevallige omstandigheden. De temperatuur die je ervaart als je een ruimte binnenkomt,

Nadere informatie

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA. Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA. Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15 TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA Dinsdag 25 oktober 2011 13.15 15.15 Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van BINAS en een (grafische) rekenmachine. Let op eenheden en significante cijfers. 1.

Nadere informatie

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Energie 2

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Energie 2 1. "Een lamp met een vermogen van 40 watt staat 5 minuten aan. Bereken de hoeveelheid energie die de lamp heeft omgezet (in joule)." P = 40 W t = 5 min = 300s E = 40W x 300s E = 12000Ws = 12.000J = 12

Nadere informatie

natuurkunde havo 2016-I

natuurkunde havo 2016-I natuurkunde havo 06-I Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Radiumbad maximumscore voorbeeld van een antwoord: Radium-6 vervalt volgens: 6 4 6 Ra Rn + He + γ of Ra Rn

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur

Nadere informatie

Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo

Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo 1 Arbeid verrichten 1 a) = 0 b) niet 0 en in de richting van de beweging c) =0 d) niet 0 e tegengesteld aan de beweging 2 a) De wrijvingskracht

Nadere informatie

Eindexamen havo natuurkunde pilot II

Eindexamen havo natuurkunde pilot II Eindexamen havo natuurkunde pilot 0 - II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden scorepunten toegekend. Opgave Parasaurolophus maximumscore antwoord: resonantie maximumscore Voor de grondtoon

Nadere informatie

natuurkunde havo 2016-II

natuurkunde havo 2016-II natuurkunde havo 206-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Sluis van Fankel maximumscore 2 uitkomst: 9,6 (minuten) voorbeeld van een bepaling: Op de heenweg ligt het

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2001-I

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2001-I Eindexamen natuurkunde havo 00-I 4 Antwoordmodel Opgave Hartfoto s 43 43 0 antwoord: K Ca + e (+ γ) 9 0 elektron rechts van de pijl Ca als vervalproduct aantal nucleonen links en rechts kloppend - en Als

Nadere informatie

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! PROEFWERK NATUURKUNDE KLAS 5 ROEFWERK H10 + H6 10/3/2009 Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur kan worden

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materi Samenvatting door een scholier 1210 woorden 6 april 2015 6,9 35 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 3: Materi Eigenschappen van moleculen: -Ze verschillen

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Energie en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 6 Energie en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 6 Energie en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 6.1 Energie omzetten en overdragen Arbeid De energie die de kracht geeft/overdraagt aan het voorwerp waar de kracht

Nadere informatie

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald Hieronder wordt uitgelegd wat massadichtheid betekent. De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald volume. De massadichtheid is dus bijvoorbeeld

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2000-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2000-II Eindexamen natuurkunde havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave Slijtage bovenleiding uitkomst: m =,87 0 6 kg Het afgesleten volume is: V = (98,8 78,7) 0-6 5200 0 3 2 = 2,090 0 2 m 3. Hieruit volgt dat m =

Nadere informatie

Opstel Nederlands Warmte

Opstel Nederlands Warmte Opstel Nederlands Warmte Opstel door een scholier 2111 woorden 22 april 2018 7 3 keer beoordeeld Vak Nederlands Opdracht: Practicum Titel project: Warm houden https://www.scholieren.com/verslag/opstel-nederlands-warmte

Nadere informatie

Droogijs. IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be

Droogijs. IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be IJskappen Antarctica smelten ongelooflijk snel Bron: www. metrotime.be De 3D pen laat kinderen veilig 3D objecten tekenen Door middel van LED dioden aan het uiteinde van de pen zal de inkt direct stollen,

Nadere informatie

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.

Nadere informatie

Naam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO

Naam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO Naam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO Opgave 1 Kees wil kaarsvet in een reageerbuis voorzichtig smelten. Hij houdt de reageerbuis daarom niet direct in de vlam, maar verwarmt de buis met kaarsvet in een stalen

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Materiaal Dichtheid g/cm 3 Soortelijke warmte J/g C Smelttemperatuur C Smeltwarmte J/g Kooktemperatuur C Lineaire uitzettingscoëfficiënt mm/m C alcohol 0,8 2,5 114 78 aluminium

Nadere informatie

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het

Nadere informatie

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 en 7 Tijdsduur: Versie: 90 minuten A Vragen: 20 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let

Nadere informatie

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009 MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU HEREXAMEN END MULO tevens e ZTTNG STAATSEXAMEN END MULO 2009 VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRJDAG 07 AUGUSTUS 2009 TJD : 7.30 9.30 UUR DEZE TAAK BESTAAT

Nadere informatie

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart 2017 13.30-15.00 uur Docenten: T. Savenije, B. Dam Dit tentamen bestaat uit 30 multiple-choice vragen Hiermee zijn in totaal 20 punten te verdienen Voor

Nadere informatie

3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie.

3 niet expliciet genoemd in eindtermen Verklaar het verschijnsel diffusie met de moleculaire theorie. Domein D: Warmteleer Subdomein: Gas en vloeistof 1 niet expliciet genoemd in eindtermen, moet er een groep vragen gemaakt worden waarin die algemene zaken zijn vervat? zie ook mededelingen voor eindexamendocenten.

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2005-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2005-II Opgave 1 Marathonloper Tijdens hardlopen verbranden de spieren voedingsstoffen en zetten de energie die daarbij vrijkomt om in arbeid en warmte. Uit onderzoek blijkt dat een goed getrainde marathonloper

Nadere informatie

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 Tijdsduur: Versie: A Vragen: 24 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je alle

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. en energieomzetting

Hoofdstuk 3. en energieomzetting Hoofdstuk 3 Energie en energieomzetting branders luchttoevoer brandstoftoevoer koelwater condensator stoomturbine generator transformator regelkamer stoom water ketel branders 1 Energiesoort Omschrijving

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Mulo III kandidaten maken item 1 t/m 30 Mulo IV kandidaten maken item 1 t/m 36 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),

Nadere informatie

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt:

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt: Uitwerkingen natuurkunde Havo 1999-I Opgave 1 Accu 3p 1. Het vermogen van de lampen wordt gegeven door P = VI. Dus de accu moet een stroom leveren van I = P/V = 100/12 = 8,33 A. De "capaciteit" wordt berekend

Nadere informatie

Praktische opdracht Natuurkunde rendement eierkoker

Praktische opdracht Natuurkunde rendement eierkoker Praktische opdracht Natuurkunde rendement ei Praktische-opdracht door een scholier 1509 woorden 8 maart 2005 7,1 9 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Inleiding Het rendement van een ei Om te beginnen is het

Nadere informatie

( ) -grafiek. blijkt dat de richtingscoëfficiënt: θ 1

( ) -grafiek. blijkt dat de richtingscoëfficiënt: θ 1 QUARK_4-Thema-07/8-warmte, warmtecapaciteit Blz. 2 THEMA 8: warmtecapaciteit 1 Warmtecapaciteit van een voorwerp Definitie van warmtecapaciteit De grootte van de temperatuursverandering θis recht evenredig

Nadere informatie

Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4. Vraag 1: Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en 1 bara, 1,5 kg/m 3 bedraagt.

Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4. Vraag 1: Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en 1 bara, 1,5 kg/m 3 bedraagt. Voorbeeld EXAMEN Thermodynamica OPEP Niveau 4 Vraag : Van een ideaal gas is gegeven dat de dichtheid bij 0 C en bara,,5 kg/m bedraagt. Bereken: (0) a. De specifieke gasconstante R s. (0) b. De druk die

Nadere informatie

Proef Natuurkunde Warmteafgifte weerstand

Proef Natuurkunde Warmteafgifte weerstand Proef Natuurkunde Warmteafgifte weerstand Proef door een scholier 1229 woorden 12 december 2003 5,7 31 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Inleiding Wij hebben ervoor gekozen om ons met onze natuurkunde EXO

Nadere informatie

Overal NaSk 1-2 havo / vwo Uitwerkingen Hoofdstuk 5 Warmte

Overal NaSk 1-2 havo / vwo Uitwerkingen Hoofdstuk 5 Warmte Overal NaSk 1-2 havo / vwo Uitwerkingen Hoofdstuk 5 Warmte 5.1 Energie en omzettingen A1 a Onjuist, in aardolie zit chemische energie opgeslagen. b juist A2 a joule (J) b graden Celsius ( C) c Joule (J),

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2003-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2003-II Eindexamen natuurkunde havo 00-II Opgave Visby-lens Maximumscore 4 uitkomst: n =,5 De invalshoek i 54 en de brekingshoek r. sin i Bij lichtbreking geldt: n. sin r sin54 0,809 Hieruit volgt dat n, 5. sin

Nadere informatie

Oefentoets warmte. 2. Welk materiaal zou erg geschikt zijn om een pan van te maken?

Oefentoets warmte. 2. Welk materiaal zou erg geschikt zijn om een pan van te maken? Oefentoets warmte 1. Bij het koken van een ei wordt warmte overgedragen. Geef in een tekening aan hoe de warmte stroomt. Neem in je tekening de volgende dingen op: gasfornuis, pan, water, ei, handvat van

Nadere informatie

Bereken de verhouding massa van het water van het mengsel bij t = 0 s. massa van het ijs

Bereken de verhouding massa van het water van het mengsel bij t = 0 s. massa van het ijs jaar: 1989 nummer: 30 Een geïsoleerd vat bevat een water -ijs mengsel bij 0 C (273 K). Dit mengsel wordt langzaam verwarmd door een ondergedompelde weerstand die vanaf t = 0 s zorgt voor een constante

Nadere informatie

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2005-II

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2005-II 4 Beoordelingsmodel Opgave Marathonloper uitkomst: 0% Wuit Voor het rendement geldt: 00%, Ein waarin Wuit 0,0 kj(/s) en Ein,50 kj(/s). 0,0 0 Hieruit volgt dat 00% 0%., 50 0 Wuit gebruik van 00% Ein inzicht

Nadere informatie

Warmte inleiding. Opdracht 1. Wat weet je nog uit de tweede klas? Kruis bij iedere bewering aan of deze juist of onjuist is. Bewering Juist Onjuist

Warmte inleiding. Opdracht 1. Wat weet je nog uit de tweede klas? Kruis bij iedere bewering aan of deze juist of onjuist is. Bewering Juist Onjuist Warmte inleiding Opdracht 1. Wat weet je ng uit de tweede klas? Kruis bij iedere bewering aan f deze juist f njuist is. Bewering Juist Onjuist Temperatuur en warmte hebben dezelfde eenheid De eenheid van

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Arbeid en energie

Hoofdstuk 4: Arbeid en energie Hoofdstuk 4: Arbeid en energie 4.1 Energiebronnen Arbeid: W =............. Energie:............................................................................... Potentiële energie: E p =.............

Nadere informatie

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a -

Deel 1 : Mechanica. 2 de jaar 2 de graad (2uur) Inhoudstafel. - a - - a - Deel 1 : Mechanica Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoodstuk 3: Hoodstuk 4: Inleiding grootheden en eenheden Gebruik voorvoegsels... Wetenschappelijke notatie... Lengtematen, oppervlaktematen en inhoudsmaten...

Nadere informatie

aluminium 2,7 0,9 660 400 2450 0,024 ijzer 7,9 0,45 1540 270 0,012

aluminium 2,7 0,9 660 400 2450 0,024 ijzer 7,9 0,45 1540 270 0,012 MINISTERIE VN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENBUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN VWO/HVO/NTIN 2013 VK : NTUURKUNDE DTUM : DONDERDG 04 JULI 2013 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten)

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

Eindexamen natuurkunde pilot havo II Eindexamen natuurkunde pilot havo 0 - II Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Opgave Vooruitgang maximumscore 4 uitkomst: (met een marge van 5 m) s = 8 (m) voorbeeld van een bepaling: De afstand s die

Nadere informatie

Is de pinda een energiebron? Zo ja, hoeveel energie bevat de pinda dan?

Is de pinda een energiebron? Zo ja, hoeveel energie bevat de pinda dan? Is de pinda een energiebron? Zo ja, hoeveel energie bevat de pinda dan? Uit bijna alle dieetvoorschriften blijkt: 'Van pinda's eten wordt je snel dik. Je wordt er snel dik van, omdat ze veel calorieën

Nadere informatie

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 13.30 16.30 uur

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 13.30 16.30 uur natuurkunde Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 3.30 6.30 uur 20 05 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen; het examen bestaat uit 26 vragen.

Nadere informatie

Samenvatting NaSk H3 water en lucht + H4 warmte

Samenvatting NaSk H3 water en lucht + H4 warmte Samenvatting NaSk H3 war en lucht + H4 warm Samenvatting door een scholier 1059 woorden 30 mei 2017 9,6 2 keer beoordeeld Vak NaSk H3 war en lucht + H4 warm H3 1. Fasen en faseovergangen De faseovergangen

Nadere informatie

Uitwerking examen Natuurkunde1,2 HAVO 2007 (1 e tijdvak)

Uitwerking examen Natuurkunde1,2 HAVO 2007 (1 e tijdvak) Uitwerking examen Natuurkunde, HAVO 007 ( e tijdvak) Opgave Optrekkende auto. Naarmate de grafieklijn in een (v,t)-diagram steiler loopt, zal de versnelling groter zijn. De versnelling volgt immers uit

Nadere informatie

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde

Nadere informatie

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde Samenvatting door L. 2352 woorden 14 januari 2012 5,7 16 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde hst 4 krachten 1 verrichten van krachten Als je fietst verbruik je energie, die vul je weer aan door

Nadere informatie

Woensdag 11 mei, uur

Woensdag 11 mei, uur 1 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 Woensdag 11 mei, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

natuurkunde oud programma havo 2015-I

natuurkunde oud programma havo 2015-I Opgave Train Whistle maximumscore v Een lage toon heeft een lage frequentie. Volgens λ = vt = hoort bij een f lage frequentie een grote golflengte. De klankkast met de grootste lengte, zal dus de laagste

Nadere informatie

Examen HAVO. natuurkunde 1

Examen HAVO. natuurkunde 1 natuurkunde 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 24 mei 13.30 16.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen; het examen bestaat uit 25 vragen. Voor elk

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door een scholier 1712 woorden 7 februari 2012 5,3 38 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova 1 Kristalstructuur is een vorm die een vaste stof heft zoals:

Nadere informatie

natuurkunde 1,2 Compex

natuurkunde 1,2 Compex Examen HAVO 2007 tijdvak 1 woensdag 23 mei totale examentijd 3,5 uur natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Bij

Nadere informatie

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,

Nadere informatie

Examen HAVO. natuurkunde 1. tijdvak 1 vrijdag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. natuurkunde 1. tijdvak 1 vrijdag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2008 tijdvak 1 vrijdag 23 mei 13.30-16.30 uur natuurkunde 1 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 81 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam

TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart uur Docenten: T. Savenije, B. Dam TOETS CTD voor 1 ste jaars MST (4051CHTHEY) 7 maart 2017 13.30-15.00 uur Docenten: T. Savenije, B. Dam Dit tentamen bestaat uit 30 multiple-choice vragen Hiermee zijn in totaal 20 punten te verdienen Voor

Nadere informatie

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275 Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Kracht

Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting door een scholier 1634 woorden 16 oktober 2003 5,7 135 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Practicum 48 Kracht: Heeft een grootte en een richting.

Nadere informatie

Een tweede punt van kritiek is dat er in de natuurkunde alleen een kracht (en geen plank) arbeid kan verrichten.

Een tweede punt van kritiek is dat er in de natuurkunde alleen een kracht (en geen plank) arbeid kan verrichten. Uitwerkingen 1 W = F s Opgave Eenheid van arbeid: joule (symbool J). W = F s = 40,0 N 8,00 m = 30 J W 10 J F = = = 400 N s 0,300 m W 350 J s = = =,33 m F 150 N W 7300 kj s = = = 90 m =,9 km F,5 kn In de

Nadere informatie

In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw.

In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw. De basis van isolatie en hoe INSULd8eco werkt in uw gebouw In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw. Om de werking van onze isolatie oplossing goed te begrijpen,

Nadere informatie

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 2017-2018

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015 VAK : NATUURKUNDE DATUM : DINSDAG 23 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig of

Nadere informatie

scheikunde vwo 2017-II

scheikunde vwo 2017-II Kerosine uit zonlicht maximumscore 3 Een voorbeeld van een juiste berekening is: E = ( 2,42 0 5 ) + 0,5 ( 3,935 0 5 ) + 0,5 (,05 0 5 ) = +3,84 0 5 (J mol ). juiste verwerking van de vormingswarmten van

Nadere informatie

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009 MINISTERIE N ONDERWIJS EN OLKSONTWIKKELING EXMENBUREU UNIFORM EINDEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN WO/HO/NTIN 2009 K : NTUURKUNDE DTUM : MNDG 06 JULI 2009 TIJD : 09.45 11.25 UUR (Mulo III kandidaten) 09.45

Nadere informatie

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.

2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt. Domein E: Materie en energie Subdomein: Energie 1 De dichtheid van een kubus P is 10 keer zo groot als de dichtheid van een kubus Q. De ribbe van kubus Q is 10 keer zo groot als de ribbe van kubus P. Hoe

Nadere informatie

In autotijdschriften staan vaak testrapporten van nieuwe auto s. In de figuur op de bijlage is zo n overzicht afgedrukt.

In autotijdschriften staan vaak testrapporten van nieuwe auto s. In de figuur op de bijlage is zo n overzicht afgedrukt. Opgave 1 Autotest In autotijdschriften staan vaak testrapporten van nieuwe auto s. In de figuur op de bijlage is zo n overzicht afgedrukt. 0p 0 Zet je naam op de bijlage. De wettelijk verplichte minimale

Nadere informatie