Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg"

Transcriptie

1 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Nr september 2011 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C Beslissing in de zaak onder nummer 2010/194 van: A., psychiater, wonende te B., appellant, verweerder in eerste aanleg, gemachtigde: mr. R. Kastelein, advocaat te Utrecht. tegen C., wonende te D., verweerder in beroep, klager in eerste aanleg. 1. Verloop van de procedure C. hierna klager heeft op 7 augustus 2009 bij het Regionaal Tuchtcollege te Eindhoven tegen A. hierna de arts een klacht ingediend. Bij beslissing van 31 mei 2010, onder nummer heeft dat College onderdelen van de klacht gegrond verklaard en de arts een berisping opgelegd. De arts is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. Klager heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend. De zaak is in hoger beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 24 mei 2011, waar zijn verschenen klager en de arts, bijgestaan door mr. Kastelein. Mr. Kastelein heeft het woord gevoerd aan de hand van een pleitnota. 2. Beslissing in eerste aanleg Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn voormelde beslissing de volgende overwegingen ten grondslag gelegd. 2. De feiten Het gaat in deze zaak om het volgende: Klager was in militaire dienst in opleiding tot officier bij de KMA. Toen hij studieproblemen kreeg, is klager via zijn behandelend psychiater verwezen naar het Autisme Team Midden Nederland (E.), dat in 2006 een stoornis van Asperger vaststelde. Deze diagnose is later in het kader van een second opinion bij rapport van een psychiater van 24 november 2006 weersproken met de conclusie dat er geen aanwijzingen waren gevonden voor een autisme spectrum stoornis (ASS). Vervolgens is om een medische keuring verzocht in de vorm van een Incidenteel Geneeskundig Onderzoek (IGO). De onderzoekers waren een arts (niet-psychiater) en verweerder als psychiater. De arts heeft klager onderzocht, de resultaten van dit onderzoek werden uitgebreid besproken met verweerder en na onderlinge overeenstemming hebben beiden het rapport op 19 juni 2006 ondertekend. Rapporteurs concludeerden tot een stoornis van Asperger. Op basis hiervan werd klager arbeidsongeschikt verklaard. Na bezwaar zijdens klager is besloten advies in te winnen bij de specialisten van het F., die op 15 augustus 2008 rapport uitbrachten. De betrokken specialisten concludeerden dat van Asperger geen sprake was en dat geen andere stoornis kon worden gediagnosticeerd. Inmiddels had de re-integratiebegeleider van klager een Militair Geneeskundig Onderzoek (MGO) aangevraagd. Onder meer op basis van het IGO werd, nog voordat het F.-rapport bekend was, op 11 juli 2008 aan klager gerapporteerd dat hij dienstongeschikt was. Op 14 augustus 2008 heeft klager daar bezwaar tegen gemaakt en heeft hij verzocht om een her-mgo. In deze brief verzocht hij tevens het onderzoek niet bij de afdeling van verweerder, de afdeling psychiatrisch advies, te doen plaatsvinden maar bij een onafhankelijk deskundige. Bij brief van 2 februari 2009 werd klager door verweerder, hoofd van de afdeling, uitgenodigd voor een herhaald psychiatrisch onderzoek bij de afdeling psychiatrisch advies op 19 februari 2009 van tot uur. Na deze uitnodiging heeft klager gebeld en gezegd dat hij dit niet wenste, maar een onafhankelijk deskundige wenste. Toch is klager, na door hem ingewonnen advies, op 19 februari 2009 verschenen bij verweerder, die een gesprek met klager heeft gehad en hem, na enige aandrang, een mmpi-2 onderzoek heeft doen afnemen. Op 30 maart 2009 heeft verweerder over klager gerapporteerd en de diagnose PDD-NOS gesteld. Bij brief van 1 april 2009 heeft verweerder het rapport aan klager toegezonden. Klager heeft zijn beleving van het gesprek neergelegd in een (ongedateerde) op of na 2 april 2009 geschreven brief aan een juriste van de Juridische Dienstverlening (processtuk 1b). Het ontslag van klager uit de dienst per 1 januari 2009 is op basis van de rapportage van verweerder gehandhaafd. 3. Het standpunt van klager en de klacht Verweerder heeft zonder medeweten en toestemming onderzoek bij klager verricht, hij heeft een onjuiste diagnose gesteld, heeft klager onjuist behandeld en voorgelicht en heeft klager onbehoorlijk bejegend. 1 Staatscourant 2011 nr september 2011

2 Klager is het gesprek op 19 februari 2009 begonnen met te zeggen dat er van een onderzoek geen sprake kon zijn, omdat hij niet (meer) onder het ambtenarenrecht viel en omdat verweerder eerder betrokken was bij het IGO. Wel wilde klager met verweerder praten over de bevindingen van F. en van de psychiater in het kader van de second opinion. Klager betwist dat hij vooraf op de hoogte is gesteld van de aard, de reden, de procedure en de inhoud van het onderzoek. Hij is niet op de hoogte gesteld van het recht op correctie en inzage van het rapport. De uitslag is niet met hem besproken. 4. Het standpunt van verweerder Klager is op 3 mei 2006 op de afdeling van verweerder gekeurd (IGO), op verwijzing van de verzekeringsarts. Bijgevoegd was een brief van de behandelend militair psychiater. Met toestemming van klager is informatie opgevraagd bij het Autisme Team Midden Nederland. Eind 2006 vond een her-igo plaats, met verzoek om een expertise van F.. Voordat F. rapporteerde werd, in verband met wettelijke termijnen, een MGO aangevraagd. De MGO commissie vond reden om de diagnose (en ongeschiktheidsgrond) stoornis van Asperger te handhaven. Vervolgens kwam het her-mgo, in welk kader klager op 19 februari 2009 door verweerder werd gezien. Bij aanvang van het gesprek was klager erg defensief, wantrouwend en soms grof tegen verweerder. Als gebruikelijk werd hem uitleg gegeven over het doel, de aard en de procedure van het onderzoek. Ook werd hem op 1 april 2009 een kopie gestuurd ter inzage en indien nodig correctie. Daarop werd geen reactie ontvangen. Klager had maar een doel: de diagnose autisme moest van tafel. Klager probeerde steeds weer verweerder te overtuigen dat hij niet leed aan een stoornis van Asperger. Verweerder informeerde klager dat er een rapport van het autismeteam E. was en van psychiater G. met als diagnose stoornis van Asperger en dat het F.-rapport veel kenmerken bevatte die wezen op deze stoornis. Telkens als de term autisme viel werd klager boos en soms beledigend. Met veel moeite wist verweerder klager te bewegen de mmip-2 test te maken. Verweerder kon de diagnoses die in de aangeleverde informatie vermeld stonden door eigen onderzoek bevestigen. 5. De overwegingen van het college De rechtmatigheid van het onderzoek Verweerder heeft in het kader van h-mgo over klager gerapporteerd, terwijl hij in een eerdere fase van het onderzoekstraject (in 2006) als psychiater was betrokken. Dat is, zoals verweerder ter zitting ook heeft erkend, in strijd met de toepasselijke regelgeving, te weten artikel 104, lid 3 van het Algemeen militair ambtenaren reglement (AMAR). Dat verweerder niet degene is geweest die in die eerdere fase klager heeft onderzocht, doet daaraan niet af. De resultaten van het eerdere onderzoek (door een arts die niet psychiater was en volgens klager een ondergeschikte was van verweerder) zijn wel met verweerder besproken en de conclusie van dat onderzoek te weten dat bij klager sprake was van de stoornis van Asperger, is door klager als enige bij dat onderzoek betrokken psychiater getrokken. Het gaat dan niet aan om in het vervolgtraject deze diagnose door dezelfde persoon, verweerder, te laten beoordelen, zelfs als de betrokkene, zoals verweerder stelt, daartegen geen bezwaar zou maken. Dat klager daartegen geen bezwaar had, is overigens niet aannemelijk geworden; klager heeft de door verweerder eerder gestelde diagnose steeds te vuur en te zwaard bestreden en heeft ook, voorafgaande aan 19 februari 2009, schriftelijk te kennen gegeven dat hij, conform de regelgeving, een onafhankelijke expertise wenste. Dat hij, na mondelinge contacten, akkoord is gegaan met een gesprek met verweerder en, na veel aandrang van verweerder, met een mmip-2 test mocht bij verweerder, die tijdens het onderzoek niet of weinig afstand nam van zijn eerdere diagnose, niet leiden tot het vertrouwen dat klager van zijn wettelijk recht op een onafhankelijke expertise afstand had gedaan. Verweerder had dus het onderzoek niet mogen uitvoeren en heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door dat wel te doen. De formaliteiten Verweerder schrijft in het rapport dat klager voorafgaande aan het onderzoek op de hoogte is gesteld van de aard, de reden, de procedure en de inhoud van het onderzoek. Klager betwist dat. Het college acht de hierboven weergegeven beperkte mededeling in het rapport, gelet op de omstandigheden, waaronder met name de omstandigheid dat klager een onafhankelijke expertise wenste, onvoldoende aanwijzing dat deze voorlichting heeft plaatsgevonden. Daarbij komt nog dat het college van oordeel is dat de voorlichting over een bepaald niet eenvoudige procedure waaraan zulke ingrijpende gevolgen zijn verbonden niet louter mondeling bij de aanvang van het onderzoek kan plaatsvinden. Het had op de weg van verweerder gelegen om klager, voordat het onderzoek zou plaatsvinden, schriftelijk op de hoogte te stellen van zijn rechten met betrekking tot het onderzoek, de gang van zaken en de inhoud en het doel van de expertise; het volstaat in ieder geval niet om, bij aanvang van het onderzoek, deze informatie mondeling te verschaffen, zoals volgens verweerder is gebeurd. Ook hier is verweerder tekortgeschoten In de brief van 1 april 2009, waarbij het rapport aan klager is toegezonden, wordt, volgens verweerder ten onrechte, niet zoals gebruikelijk melding gemaakt van het recht van klager op inzage en correctie. Niet is aannemelijk geworden dat klager op andere wijze op deze rechten is gewezen. Ook dit is verwijtbaar; dat verweerder de betrokken brief, waaronder zijn naam staat, niet persoonlijk heeft getekend, doet daaraan niet af. 2 Staatscourant 2011 nr september 2011

3 Wel komt het aannemelijk voor dat verweerder klager op de hoogte heeft gesteld van zijn bevindingen, in dier voege dat hij van mening was dat klager leed aan een ASS-stoornis. Impliciet blijkt dat ook uit de stellingen van klager zelf. In zoverre is de klacht ongegrond. De bejegening Dat geldt ook voor de bejegeningklacht: weliswaar is duidelijk geworden dat het gesprek op 19 februari 2009 onaangenaam is verlopen, nu beide partijen elkaar beschuldigen van grofheden en beledigingen, maar het college kan nu eenmaal niet nagaan, hoe een en ander in zijn werk is gegaan en dat houdt in dat deze klacht zal worden afgewezen. De inhoud van het rapport Rapportage zoals door verweerder is uitgebracht, wordt door het Centraal Tuchtcollege volgens vaste jurisprudentie aan de hierna volgende criteria getoetst: 1. wordt in het rapport op inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke gronden de conclusie van het rapport steunt, 2. vinden de in het rapport uiteengezette gronden aantoonbaar voldoende steun in de feiten, omstandigheden en bevindingen van het rapport, 3. kunnen bedoelde gronden de daaruit getrokken conclusie rechtvaardigen, 4. beperkt de rapportage zich tot de deskundigheid van de rapporteur en 5. kon de methode van onderzoek teneinde tot beantwoording van de voorgelegde vraagstelling te komen tot het beoogde doel leiden, en/of heeft de rapporteur daarbij de grenzen van redelijkheid en billijkheid niet overschreden. Vakkundigheid en zorgvuldigheid worden daarbij ten volle getoetst. Ten aanzien van de conclusie van de rapportage vindt slechts een marginale toetsing plaats. Het college is van oordeel dat het rapport niet aan de onder 2 en 3 genoemde criteria voldoet; Daarvoor geldt de navolgende motivering. Onder het hoofdstuk situatie in de aanloop naar het huidige onderzoek meldt verweerder (op pag. 3) dat voorliggen twee rapporten van in autisme gespecialiseerde instellingen, Autisme Team Midden Nederland en F., twee beoordelingen door psychiaters en het rapport BMB/PA (van verweerder zelf). Deze vermelding is niet geheel juist en daardoor onzorgvuldig. Klager heeft ter zitting betoogd dat verweerder niet beschikte over het rapport van het Autisme Team Midden Nederland, om reden dat hij nooit toestemming heeft gegeven aan verweerder dit rapport in te zien. Verweerder heeft dit niet bestreden en hij heeft het rapport ook niet overgelegd; hij heeft slechts overgelegd een brief van een bij dat rapport betrokken sociaal psychiatrisch verpleegkundige, die wel mededelingen doet over de inhoud van het rapport, maar dat is toch iets heel anders dan het rapport zelf. Voorts ziet het college geen beoordelingen door twee psychiaters. Er is een expertise van een extern psychiater die in het kader van een second opinion op 24 november 2006 concludeert dat de eerdere diagnose (van Autisme Team Midden Nederland) niet juist is en dat er geen aanwijzingen zijn gevonden voor een ASS. Verder is er geen beoordeling van een psychiater, of verweerder moet doelen (zie zijn verweer) op de mening van de kolonel-arts en psychiater G. die klager destijds in behandeling had en die op vermoeden van een ASS-stoornis klager naar het Autisme Team Midden Nederland had verwezen (zie het IGO-rapport van 19 juni 2006). De verwijzing naar beoordelingen van twee psychiaters, terwijl er sprake is van een beoordeling en een vermoeden acht het college eveneens onzorgvuldig. Verder overweegt het college nog dat uit de overgelegde brief van de sociaal psychiatrisch verpleegkundige niet als vaststaand kan worden aangenomen dat een psychiater aan het onderzoek van het Autisme Team Midden Nederland heeft deelgenomen terwijl voorts uit de brief niet, althans zeer onvoldoende blijkt van de gronden van de gestelde diagnose. Verweerder had zich daarom niet op dit bij hem verder niet bekende rapport mogen baseren, zoals hij heeft gedaan. Ten onrechte heeft verweerder het F.-rapport gebruikt ter ondersteuning van zijn diagnose (PDD-NOS). Het F.- rapport concludeert dat geen sprake is van de stoornis van Asperger en diagnosticeert ook niet enige andere stoornis in het autistisch spectrum, waartoe ook PDD-NOS behoort. Zo stelt het F.-rapport via het psychologisch onderzoek een lage AQ (autisme quotiënt) vast en het neuropsychologisch onderzoek laat zien dat bij het simultaan informatieaanbod door klager betekenis wordt gegeven vanuit het geheel en niet vanuit subclusters/details zoals indicatief is voor ASS. De in de F.-rapportage voorkomende gegevens zijn zo duidelijk afwijzend voor een ASS-diagnose dat het onbegrijpelijk is en onjuist dat verweerder zich, via een eenzijdige selectie van teksten, op dit rapport beroept. Daar komt nog bij dat verweerder dit niet alleen selectief maar ook onzorgvuldig doet. Onder het hoofdstuk beschrijvende diagnose en beschouwing verwijst verweerder (zie pagina 5) enkele keren expliciet naar het rapport van F. Deze verwijzingen zijn zoals verweerder deze aanhaalt, niet in de rapportage van F. terug te vinden. Een voorbeeld: verweerder schrijft in zijn rapport ook in gesprekken tijdens het onderzoek valt op dat cliënt moeite heeft het geheel te overzien en blijft hangen in kleine details. De onderzoeker merkt op dat ook in de verkregen correspondentie dit gefocust zijn op details vaker voorkomt (rapport F.).. Deze verwijzing kan het college niet herleiden tot een concrete tekst in het rapport; sterker nog: uit hetgeen hierboven reeds is vermeld ten aanzien van het neuropsychologisch onderzoek van 3 Staatscourant 2011 nr september 2011

4 LKH moet uit hun rapport juist het tegendeel worden afgeleid. Aan het psychiatrisch rapport van 24 november 2006 ten slotte, dat concludeerde dat er geen aanwijzingen voor een ASS waren gevonden, wordt in het rapport van verweerder ten onrechte geen enkele inhoudelijke aandacht besteed. Samenvattend is het college van oordeel dat het rapport van verweerder en de door hem getrokken conclusie niet aan de daarvoor geldende maatstaven voldoen. De maatregel Het college acht het passend de maatregel van berisping op te leggen. 3. Vaststaande feiten en omstandigheden De arts heeft bezwaar gemaakt tegen een gedeelte van de vaststelling van de feiten door het Regionaal Tuchtcollege onder 2 De feiten, hetgeen hierna voor zover nodig bij de beoordeling zal worden behandeld. Voor het overige is de voormelde feitenvaststelling door het Regionaal College niet in geschil, zodat ook het Centraal Tuchtcollege van die overige feiten zal uitgaan. 4. Beoordeling van het hoger beroep Standpunten in hoger beroep 4.1. In hoger beroep heeft de arts zakelijk weergegeven het volgende aangevoerd. Ten onrechte heeft het Regionaal Tuchtcollege in haar beslissing onder 2. De feiten overwogen dat de arts als onderzoeker bij het IGO betrokken was. Ten onrechte heeft het Regionaal Tuchtcollege nagelaten onder 2. De feiten te vermelden dat de arts niet bij het MGO betrokken was en dat het her-mgo door een commissie van drie (verzekerings)artsen werd uitgevoerd. Op grond van de toepasselijke militaire regelgeving geldt niet het voorschrift dat een arts die eerder bij een IGO betrokken is geweest, niet bij een her-mgo betrokken mag worden. De arts concludeert tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot afwijzing van de klachten Klager heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Hij concludeert tot afwijzing van het hoger beroep en bevestiging van de beslissing in eerste aanleg. Beoordeling 4.3. De arts heeft bestreden dat hij als onderzoeker bij het IGO betrokken is geweest. 4.4 In het rapport van 19 juni 2006 staat de arts naast H. als onderzoeker genoemd. Voorts staat op pagina 2 onder I Onderzoeksopzet dat de resultaten van het onderzoek van H. uitgebreid werden besproken met de arts en dat na onderlinge overeenstemming de resultaten werden vastgelegd in het rapport. Niet in geschil is dat de arts het rapport heeft ondertekend. Op grond van deze omstandigheden is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat de arts als bij het IGO betrokken onderzoeker moet worden aangemerkt. Weliswaar heeft de arts aangaande de ondertekening ter zitting aangevoerd dat hij het rapport slechts als afdelingshoofd heeft ondertekend maar nu hij voorts heeft verklaard, kort samengevat, dat hij als afdelingshoofd de conclusie van het rapport controleert, (door eerst de inhoud van het rapport te lezen met zijn hand op de conclusie), moet worden geoordeeld dat de arts de conclusie van de onderzoeker, H., heeft overgenomen en tot de zijne heeft gemaakt. De conclusie is dat de grief van de arts geen doel treft Wat betreft de overige grieven tegen de feitenvaststelling door het Regionaal College overweegt het Centraal Tuchtcollege dat het aan het Regionaal College is om te bepalen welke feiten en omstandigheden in de uitspraak worden opgenomen. Deze grieven treffen derhalve geen doel Het beroep van de arts dat op grond van de militaire regelgeving niet het voorschrift geldt dat indien een arts is betrokken bij een IGO, deze arts niet mag worden betrokken bij een her-mgo, wordt verworpen, nu, wat daarvan ook zij, de arts zich niet kan onttrekken aan de voor hem als arts geldende gedragsregels. In dit kader is voorts nog van belang dat niet gebleken is van feiten of omstandigheden op grond waarvan geoordeeld moet worden dat de tijdsdruk van dien aard was dat er onvoldoende tijd en gelegenheid bestond om een andere arts bij het her-mgo van klager te betrekken. Er bestond dus geen noodzaak om dit onderzoek per se door de arts te laten uitvoeren. In dit kader acht het Centraal Tuchtcollege voorts nog de volgende als enerzijds gestelde en anderzijds niet gemotiveerd weersproken en dus vaststaande omstandigheden van belang: a. klager heeft in het voortraject van het her-mgo telefonisch bezwaar gemaakt tegen de betrokkenheid van de arts bij dit onderzoek; b. klager heeft zich in het eerste gesprek met de arts, dat tussen tweeënhalf en vier uren heeft geduurd, zich sterk verzet tegen het onderzoek; c. klager ontvlamde steeds wanneer het woord autisme viel en was het gehele gesprek lang geprikkeld; d. klager wilde weglopen; 4 Staatscourant 2011 nr september 2011

5 e. de arts heeft aangedrongen op het afnemen van een mmpi-test; f. klager heeft meteen kenbaar gemaakt dat hij niet wilde dat hij door de arts werd onderzocht. Op grond van het voorgaande kan niet anders worden geconcludeerd dan dat het Regionaal College terecht heeft geoordeeld dat de arts het her-mgo niet had mogen uitvoeren bij klager. De tegen dit oordeel gerichte grieven falen dan ook Dat de arts thans de ernst inziet van de verwijtbaarheid van zijn handelen, dat de werkwijze inmiddels is aangepast en dat geen sprake is van recidive, doet niet af aan de ernst van het tuchtrechtelijke verwijt dat de arts kan worden gemaakt Hetgeen de arts verder heeft aangevoerd in hoger beroep, heeft niet geleid tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het College in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen. 4.9 Om redenen aan het algemeen belang ontleend, wordt de publicatie van deze beslissing gelast. 5. Beslissing Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg: verwerpt het beroep; bepaalt dat deze beslissing op de voet van artikel 71 Wet BIG zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant, en zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie, PSY, en De Psychiater met het verzoek tot plaatsing. Deze beslissing is gegeven in raadkamer door: mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mr.drs. R. Prakke- Nieuwenhuizen en mr. R.A. van der Pol, leden-juristen en dr. R.A. Verweij en mr.drs. R.H. Zuijderhoudt, leden-beroepsgenoten en mr. E. Wesemann, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 1 september 2011, door mr. E.J. van Sandick, in tegenwoordigheid van de secretaris. Voorzitter. Secretaris. 5 Staatscourant 2011 nr september 2011

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE C2010.295 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.295 van: , wonende te , appellant, klager in eerste aanleg, gemachtigde: R. Melchers,

Nadere informatie

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., arts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.154 ECLI:NL:TGZCTG:2017:160 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.154 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 32053 13 november 2014 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2013.442 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2408 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Onvoldoende inzicht in gedachtegang bij taxatie. Bezwaar tegen kostenveroordeling bij

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg

Nadere informatie

2008/115 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/115 van: A., wonende te B.

2008/115 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/115 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., bedrijfsarts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr. 7173. Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. 1. Verloop van de procedure. 2. Beslissing in eerste aanleg

STAATSCOURANT. Nr. 7173. Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. 1. Verloop van de procedure. 2. Beslissing in eerste aanleg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7173 17 maart 2015 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2014.068 Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

1.3. Klager heeft op 9 april 2003 een verweerschrift ingediend.

1.3. Klager heeft op 9 april 2003 een verweerschrift ingediend. GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER Beslissing van 9 oktober 2003 in de zaak onder rekestnummer 326/2003 GDW van: --------------------, gerechtsdeurwaarder te --------------------,

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.389 t/m c2016.425 ECLI:NL:TGZCTG:2017:137 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.389 t/m c2016.425 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2018.203 ECLI:NL:TGZCTG:2018:329 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.203 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van G2012/87 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2012/87 Rep. nr. G2012/87 26 februari 2013 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende

Nadere informatie

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd

Nadere informatie

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y..

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y.. No. CvB 2013/10 HET COLLEGE VAN BEROEP van het Nederlands Instituut van Psychologen heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,

Nadere informatie

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Klaagster en haar partner gaan uit elkaar. In dat kader moet de gezamenlijke woning worden verkocht. Als na geruime tijd geen verkoop

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-151 d.d. 11 mei 2012 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en mevrouw. mr. J.W.M. Lenting, leden, met de heer

Nadere informatie

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Informatie aan niet-opdrachtgever. Verleggen van bemiddelingskosten naar de andere

Nadere informatie

2006/111 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/111 van: 1. A., 2. B.

2006/111 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/111 van: 1. A., 2. B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: 1. A., 2. B., beiden wonende te C., appellanten, klagers in eerste aanleg, gemachtigden: D. en E.,

Nadere informatie

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. Klager is sinds enige jaren eigenaar van een tweetal panden die voorheen eigendom van klagers vader waren. Beklaagde voert al sinds jaar

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 10/2351 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. VvE-management. Lasterlijke uitlatingen? Klager heeft het bestuur van de VvE laten

Nadere informatie

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht. Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde

Nadere informatie

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Klagers kopen een appartement dat volgens de verkoopbrochure een woonoppervlak heeft van 71 m². De opmeting van

Nadere informatie

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. 19-04 RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. De NVM verwijt makelaarskantoor X (beklaagde en lid NVM) dat door haar medewerker/vennoot Z een taxatierapport

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017/320 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/320 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN 0378J KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS JURISPRUDENTIE TUCHTRECHTSPRAAK JT 2005-17 RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN Artikel 10 GBR-1994, geheimhoudingsplicht,

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/807 Wtra AK van 1 maart 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/807 Wtra AK van 1 maart 2019 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/807 Wtra AK van 1 maart 2019 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R, t e g e n Y, registeraccountant,

Nadere informatie

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG 2 18 mei 2007 Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Uitspraak in de zaak van: , psychiater in ruste wonende te , klager, t e g e n : , psychiater wonende te ,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:1221

ECLI:NL:RBOBR:2017:1221 ECLI:NL:RBOBR:2017:1221 Instantie Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 16_2690 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 48598 30 augustus 2017 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2017.105 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2015-079 ECLI:NL:TGZRSGR:2016:21 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2015-079 Datum uitspraak: 1 maart 2016 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2012.059 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.059 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 Instantie Datum uitspraak 27-07-2016 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer 16 _ 1047 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-04-2016 Datum publicatie 14-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.180.180/01

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:1325

ECLI:NL:CRVB:2014:1325 ECLI:NL:CRVB:2014:1325 Instantie Datum uitspraak 11-04-2014 Datum publicatie 24-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-3365 WIA Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 7 4 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Raad van Bestuur

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2013:2805

ECLI:NL:CRVB:2013:2805 ECLI:NL:CRVB:2013:2805 Instantie Datum uitspraak 11-12-2013 Datum publicatie 20-01-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-4576 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179

ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179 ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179 Instantie Datum uitspraak 04-01-2012 Datum publicatie 05-01-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-4246 WMO Bestuursrecht

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. 1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het

Nadere informatie

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen. Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen. Een makelaar is door de rechtbank als deskundige benoemd om te komen tot de verkoop

Nadere informatie

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Onderhandelingsperikelen. Onjuiste beeldvorming over positie veroorzaakt. Vertrouwen

Nadere informatie

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend.

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend. Zaaknummer: 1995/147 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, dr Brommer Datum uitspraak: 4 maart 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden: Fatale datum, bekendmaking

Nadere informatie

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK 107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-03-2016 Datum publicatie 04-03-2016 Zaaknummer 200.155.292/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 16-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.096.974-01 NOT Civiel

Nadere informatie

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig. Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen 107071 ADVIES inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban tegen de heer C, directeur van D te E, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R t e g e n Y, accountant-administratieconsulent,

Nadere informatie

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM 12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Gedeeltelijk onvoldoende belangenbehartiging bij verkoop. Geen onderzoek gedaan naar bijzondere

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO SAMENVATTING 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO Een vader klaagt dat de IB'er zonder indicatie en overleg onjuiste informatie heeft verschaft aan het AMK en aan de logopedist en de

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

klacht over informatieverstrekking van de school aan de vader met ouderlijk gezag is gegrond. ADVIES

klacht over informatieverstrekking van de school aan de vader met ouderlijk gezag is gegrond. ADVIES 108432 - klacht over informatieverstrekking van de school aan de vader met ouderlijk gezag is gegrond. inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], vader van [de leerling] tegen ADVIES de directeur

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER. Beslissing van 24 juli 2003 in de zaak onder rekestnummer 90/2003 GDW van:

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER. Beslissing van 24 juli 2003 in de zaak onder rekestnummer 90/2003 GDW van: GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER Beslissing van 24 juli 2003 in de zaak onder rekestnummer 90/2003 GDW van: destijds toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te, thans gerechtsdeurwaarder

Nadere informatie

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde. Taxatie. Onjuiste Taxatiewaarde. Belangenbehartiging opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn (ex-)echtgenote hebben beklaagde in het kader van hun echtscheiding gevraagd hun woning te taxeren.

Nadere informatie

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector Beslissing Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art. 3.9.1 Tuchtrechtreglement Bancaire Sector DE ALGEMEEN DIRECTEUR, mr. J. Brouwer, benoemd door de Stichting Tuchtrecht Banken, Klager, gemachtigden: dhr. mr.

Nadere informatie

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van:

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van: 108218 - Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw [klagers] te [woonplaats], ouders van twee voormalige

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:766

ECLI:NL:CRVB:2016:766 ECLI:NL:CRVB:2016:766 Instantie Datum uitspraak 04-03-2016 Datum publicatie 10-03-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/6421

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 58823 18 oktober 2017 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2017.140 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO SAMENVATTING 106132/106161/106162 - Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO Een drietal ouders klaagt over het pedagogisch handelen van de leerkracht en over de wijze

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. ingediend door: i n d e k l a c h t nr. 054.01 hierna te noemen 'klager tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van: 11-005A ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2002 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 11-005A RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort Amsterdam BESLISSING d.d. 13 september 2011 in de zaak 11-005A

Nadere informatie

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is ECLI:NL:GHARL:2015:4336 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 19-06-2015

Nadere informatie

Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage?

Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage? Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage? Een notaris en een bank klagen erover dat een makelaarskantoor bij eerstgenoemde een factuur heeft ingediend voor

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard,

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard, REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing van 4 september 2008 naar aanleiding van de op 29 augustus 2006 bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven ingekomen en vervolgens naar

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-1 3 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Raad van Bestuur LUMC, verweerder

Nadere informatie

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant, Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

2007/134 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/134 van: A., wonende te B.

2007/134 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/134 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen F., arts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:39. Uitspraak. Centrale Raad van Beroep. Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:CRVB:2014:39. Uitspraak. Centrale Raad van Beroep. Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:CRVB:2014:39 Instantie Datum uitspraak 15-01-2014 Datum publicatie 17-01-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-7549 WAJONG Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het volgende

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG C2016.331 ECLI:NL:TGZCTG:2017:102 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: C2016.331 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Niet-ontvankelijkheid klager. Al eerder over feiten geoordeeld. Tijdsverloop van acht

Nadere informatie

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Tussen klaagster en haar ex-echtgenoot is een gerechtelijke procedure over huwelijkse voorwaarden gevoerd. De ex-echtgenoot heeft daarbij een beroep gedaan op een in zijn

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-665 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Klacht ontvangen op : 18 februari 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

LOWI Advies 2014, nr. 11

LOWI Advies 2014, nr. 11 LOWI Advies 2014, nr. 11 Advies van 28 november 2014 van het LOWI ten aanzien van de klacht van Verzoeker, ingediend op 2014 en gericht tegen het besluit van het Bestuur van 2014. 1. De klacht De klacht

Nadere informatie

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit LOWI Advies 2015, nr. 10 Advies van het LOWI van 17 september 2015 ten aanzien van een verzoek van, bij het LOWI ingediend op 17 augustus 2015 betreffende het voorlopig besluit van het Bestuur van, inzake

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/129

Zaaknummer : 2013/129 Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27143 30 september 2014 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2014.053 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2018.223 ECLI:NL:TGZCTG:2019:142 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.223 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

Beweerdelijke onvoldoende belangenbehartiging. Verhuuropdracht beperkt tot huurprijsovereenstemming. Klachtonderdeel pas in hoger beroep ingebracht?

Beweerdelijke onvoldoende belangenbehartiging. Verhuuropdracht beperkt tot huurprijsovereenstemming. Klachtonderdeel pas in hoger beroep ingebracht? Beweerdelijke onvoldoende belangenbehartiging. Verhuuropdracht beperkt tot huurprijsovereenstemming. Klachtonderdeel pas in hoger beroep ingebracht? Klager, die al jarenlang met beklaagde zaken doet, geeft

Nadere informatie

Tot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Tot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Tot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. Klager bezichtigt een paar appartementen in een complex dat o.a. via beklaagde te koop wordt aangeboden. In dat kader wordt ook de

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-855 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 23 mei 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Beslissing in de zaak onder nummer C van:

Beslissing in de zaak onder nummer C van: c2013.473 ECLI:NL:TGZCTG:2014:300 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.473 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde. Onjuiste informatie: garage niet geïsoleerd. Verwijzing naar verkeerd artikel in koopakte en tekening in spiegelbeeld. Klager koopt een woning die bij beklaagde in verkoop was. Hij verwijt de makelaar

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2012.100 ECLI:NL:TGZCTG:2014:17 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.100 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

1.2 [naam creditcardmaatschappij] heeft een op 4 februari 2016 door de Commissie van Beroep ontvangen verweerschrift ingediend.

1.2 [naam creditcardmaatschappij] heeft een op 4 februari 2016 door de Commissie van Beroep ontvangen verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-020 d.d. 22 juli 2016 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. W.J.J. Los, mr. A. Smeeing-van Hees, drs. P.H.M. Kuijs en mr. A. Bus, leden, en mr. G.A. van de Watering, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-323 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 juli 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292 ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292 Instantie Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 28-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-1813 WWB + 11-1953

Nadere informatie

de naamloze vennootschap DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-387 d.d. 15 december 2015 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. A.M.T. Wigger en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. S. van der Hoorn, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie