Aortaklepinsufficiëntie bij een Nederlands warmbloed paard.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aortaklepinsufficiëntie bij een Nederlands warmbloed paard."

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar Aortaklepinsufficiëntie bij een Nederlands warmbloed paard. door Tim SLINGERLAND Promotor: Dr. D. De Clercq Co-promotor: Prof. Dr. G. van Loon Klinische casus in het kader van de Masterproef 2014 Tim Slingerland

2

3 Universiteit Gent, haar werknemers of studenten bieden geen enkele garantie met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de gegevens vervat in deze masterproef, noch dat de inhoud van deze masterproef geen inbreuk uitmaakt op of aanleiding kan geven tot inbreuken op de rechten van derden. Universiteit Gent, haar werknemers of studenten aanvaarden geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid voor enig gebruik dat door iemand anders wordt gemaakt van de inhoud van de masterproef, noch voor enig vertrouwen dat wordt gesteld in een advies of informatie vervat in de masterproef.

4 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar Aortaklepinsufficiëntie bij een Nederlands warmbloed paard. door Tim SLINGERLAND Promotor: Dr. D. De Clercq Co-promotor: Prof. Dr. G. van Loon Klinische casus in het kader van de Masterproef 2014 Tim Slingerland

5 VOORWOORD Mijn dank gaat uit naar dr. D. De Clercq voor haar promotorschap. Haar adviezen en correcties heb ik als zeer nuttig ervaren. Dankzij dr. D. De Clercq heb ik een goed inzicht gekregen in het onderwerp, waardoor ik structuur heb kunnen aanbrengen in deze literatuurstudie. Daarnaast gaat mijn dank ook uit naar prof. Dr. G. van Loon voor zijn co-promotorschap. Zijn adviezen en correcties heb ik eveneens als zeer zinvol ervaren. Tot slot gaat mijn dank uit naar A. van den Berg voor het nalezen van mijn werk.

6 INHOUDSOPGAVE VOORBLAD TITELBLAD VOORWOORD INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING INLEIDING LITERATUURSTUDIE Anatomie en fysiologie van het hart Aortaklepinsufficiëntie Signalement en pathogenesis Klinische symptomen Differentiaal diagnose Diagnostiek Auscultatie Elektrocardiografie Echocardiografie Behandeling Prognose en follow-up CASUSBESCHRIJVING Signalement en anamnese Klinisch onderzoek Aanvullend onderzoek Elektrocardiografie Echocardiografie Diagnose Behandeling en prognose DISCUSSIE REFERENTIELIJST

7 SAMENVATTING Deze casus gaat over een 16 jaar oude Nederlandse warmbloed ruin met aortaklepregurgitatie (AoR). Als gevolg van AoR is het linkerventrikel gedilateerd en treden er ventriculaire extrasystolen op. De leeftijd van het paard is typisch voor AoR, maar ondanks de aanwezigheid van AoR, een gedilateerd linker ventrikel en ventriculaire dysritmieën werden er geen prestatieklachten of andere grote klachten waargenomen. Het dier werd aangeboden met een zeer duidelijk hoorbare holodiastolische hartruis (graad 4/6) aan de linker zijde van de thorax ter hoogte van de 5 e intercostaalruimte. Daarnaast werd een hartfrequentie van 40 slagen per minuut gemeten. Tijdens de palpatie van de arteria facialis werd een springpols gevoeld. Op basis van deze klinische symptomen werd pathologische AoR als waarschijnlijkheidsdiagnose gesteld. Dit werd bevestigd door aanvullend onderzoek. Elektrocardiografie tijdens arbeid toonde ventriculaire dysritmieën. Echocardiografie toonde AoR, verdikking van de aortaklep en een sterke dilatatie van het linker ventrikel. Wegens de aanwezigheid van talrijke ventriculaire extrasystolen is er besloten om het dier op permanente rust te zetten. In overleg met de eigenaar werd besloten geen ondersteunende medicatie te geven. Wanneer de symptomen van hartfalen ontwikkelen, zal ervoor gekozen worden om het paard te euthanaseren.

8 INLEIDING Ten gevolge van congenitale, degeneratieve of infectieuze defecten ter hoogte van de aortaklep, is de aortaklep niet altijd in staat om volledig te sluiten (Ward, 2000; Kahn en Line, 2010; Marr, 2010a; Afonso et al., 2011). Omwille van het incompleet sluiten van de aortaklep tijdens de diastole, zal het bloed deels terug stromen naar het linker ventrikel. Dit gaat gepaard met een holodiastolisch hartgeruis. Men spreekt van aortaklepregurgitatie (Bonagura et al., 2010). Bij paarden wordt AoR meestal gezien bij oudere paarden (Young et al., 2008; Stevens et al., 2009; Kahn en Line, 2010). De prevalentie van AoR bij paarden is hoog, maar tot op heden heeft men niet kunnen aantonen dat AoR een verhoogd risico op sterfte heeft of prestatiedaling met zich mee brengt (Young et al., 2008; Stevens et al., 2009). Desalniettemin kan AoR in sommige gevallen aanleiding geven tot complicaties die funest zijn voor het normaal functioneren van het dier. Ventrikel dilatatie en ventriculaire dysritmieën zijn voorbeelden van dergelijke complicaties (Levy et al., 1987; Klodas et al., 1996; Afonso et al., 2011). De vermoedelijke diagnose wordt gesteld op basis van het signalement, de anamnese en de klinische bevindingen. Een holodiastolische hartruis met soms een muzikaal tot zoemend karakter (Young et al., 2008; Stevens et al., 2009; Kahn en Line, 2010) en de aanwezigheid van een springpols (Afonso et al., 2011) zijn klinische bevindingen die suggestief zijn voor AoR. Om een definitieve diagnose te kunnen stellen maakt men meestal gebruik van kleurendoppler-echocardiografie (Appleton en Hatle, 1992). Elektrocardiografie wordt eveneens uitgevoerd om ventriculaire dysritmieën op te sporen (Levy et al., 1987). Een paard met AoR wordt enkel behandeld wanneer complicaties optreden, zoals morfologische veranderingen van het hart en veranderingen in de elektrische activiteit. Bij risico op het ontstaan van ventriculaire extrasystolen en ventriculaire fibrillatie is het raadzaam om het dier op permanente rust te zetten (Bonagura et al., 2010; Afonso et al., 2011). Wanneer er geen complicaties optreden is de prognose gunstig. Echter, wanneer er wel complicaties optreden is de prognose redelijk gunstig, wanneer het dier op rust gezet wordt (geen inspanning en geen stress) (Marr, 2010a; Bonagura et al., 2010). Deze masterproef bestaat uit verschillende onderdelen. Het eerste deel omsluit een korte literatuurstudie omtrent AoR. Dit deel wordt opgevolgd door een bespreking van een klinische casus. In de discussie worden deze beide delen samengebracht.

9 LITERATUURSTUDIE 1. ANATOMIE EN FYSIOLOGIE VAN HET HART Het hart is opgebouwd uit vier compartimenten: een linker atrium, een rechter atrium, een linker ventrikel en een rechter ventrikel (Fig. 1). De tricuspidalisklep scheidt het rechter atrium van het rechter ventrikel en de bicuspidalisklep (mitralisklep) scheidt het linker atrium van het linker ventrikel (Fig. 1). Deze atrioventriculaire kleppen zijn door middel van de chordae tendineae verbonden met de musculi papillares (Fig. 1). Het rechter ventrikel wordt gescheiden van de arteria pulmonalis door de pulmonalisklep. De pulmonalisklep bestaat uit drie semilunaire kleppen en deze bezitten aan de vrije uiteinden een nodulaire verdikking (nodulus valvulae semilunaris). De aortaklep, eveneens bestaand uit drie semilunaire kleppen, scheidt de aorta van het linker ventrikel (Fig. 1). De nodulaire verdikkingen aan de vrije uiteinden van deze kleppen zijn minder goed zichtbaar (König et al.,2007). Fig. 1. Longitudinale doorsnede van het hart van een paard (linker zijaanzicht) (uit König et al., 2007). Het zuurstofarme bloed dat vanuit het rechter atrium toekomt in het rechter ventrikel, wordt tijdens de systole via de arteria pulmonalis naar de longen gepompt. Tijdens de diastole vloeit het zuurstofrijke

10 bloed van de longen naar de linker harthelft. Dit wordt de pulmonaire circulatie genoemd. Het zuurstofrijke bloed dat tijdens de diastole in het linker ventrikel terecht is gekomen, wordt tijdens de systole via de aorta naar de weefsels gepompt. Dit wordt de systemische circulatie genoemd. Gedurende de systole zijn de atrioventriculaire kleppen gesloten en de semilunaire kleppen open. Tijdens de diastole is het omgekeerd (Sjaastad et al., 2003). De rekbaarheid van de cardiale myocyten voorafgaand aan de contractie wordt uitgedrukt met de term preload. Wanneer de ventriculaire vulling stijgt, stijgt de preload van het ventrikel. Door het uitrekken van de ventriculaire myocyten kan een grotere contractiekracht gerealiseerd worden, waardoor de cardiac output toeneemt. Op deze manier wordt gecompenseerd voor de gestegen ventriculaire vulling. Dit wordt het Frank-Starling mechanisme genoemd. Met afterload wordt de weerstand bedoelt waartegen het hart het bloed moet pompen. Wanneer de afterload van het ventrikel stijgt, daalt de snelheid waarmee de ventriculaire myocyten kunnen contraheren. Wanneer de afterload van het ventrikel daalt, stijgt de snelheid waarmee de ventriculaire myocyten kunnen contraheren (Klabunde, 2012). 2. AORTAKLEPINSUFFICIËNTIE 2.1 SIGNALEMENT EN PATHOGENESIS Aortaklepregurgitatie wordt frequent gezien bij de grote hondenrassen en bij oudere paarden (Young et al., 2008; Stevens et al., 2009; Kahn en Line, 2010). Uit onderzoek is gebleken dat AoR frequenter voorkomt bij Engelse en Arabische volbloeden (en kruisingen hiervan) dan bij kleine pony s (Welsh mountain pony en Shetland pony) (Stevens et al., 2009). Wanneer de aortaklep insufficiënt is en daardoor niet goed sluit, stroomt het bloed gedeeltelijk van de aorta richting het linker ventrikel (Fig. 2). Dit wordt aortaklepregurgitatie genoemd. Aortaklepinsufficiëntie heeft verschillende oorzaken, zoals degeneratieve letsels (nodulair of fibreus), prolaps van de aortakleppen, infectieuze endocarditis en congenitale klepletsels (minder frequent) (Ward, 2000; Kahn en Line, 2010; Marr, 2010a; Afonso et al., 2011). Chronische aortaklepregurgitatie kan aanleiding geven tot dilatatie van het linker ventrikel. Wanneer er sprake is van AoR stroomt het bloed gedeeltelijk terug van de aorta naar het linker ventrikel, waardoor de ventriculaire vulling stijgt. Door de stijging van de ventriculaire vulling, stijgt de preload van het ventrikel. Door middel van het Frank-Starling mechanisme probeert het hart te compenseren voor de gestegen ventriculaire vulling. Dit mechanisme is echter gelimiteerd en kan zorgen voor een aanvullende verslechtering van de hartwerking. Door aortaklepinsufficiëntie stijgt eveneens de afterload van het ventrikel. Dit heeft een negatief effect op de contractiekracht van het ventrikel (Klodas et al., 1996; Klabunde, 2012).

11 Normaal Aortaklepregurgitatie Fig. 1. Schematische weergave van aortaklepregurgitatie (uit Klabunde, 2012). Deze figuur toont dat bij een normaal werkend hart het bloed tijdens de diastole van het linker atrium naar het linker ventrikel stroomt (groene pijl). Op dit moment is de mitralisklep open en is de aortaklep gesloten, waardoor er geen terugvloei van bloed mogelijk is. In het geval van aortaklepinsufficiëntie is er terugvloei van bloed van de aorta richting het linker ventrikel (rode pijl) KLINISCHE SYMPTOMEN Aortaklepregurgitatie geeft aanleiding tot pan-, holo- of een vroeg-diastolisch decrescendo geruis direct na de tweede harttoon. Het punctum maximum bevindt zich ter hoogte van de linker thoraxwand op het niveau van de 5 e intercostaalruimte. Wanneer er sprake is van zeer uitgesproken AoR is het geruis in sommige gevallen eveneens hoorbaar aan de rechter zijde van de thorax. (Kahn en Line, 2010; Blissitt, 2010; Marr, 2010a). Het geruis heeft soms een muzikaal tot zoemend karakter (Naylor, 2002). Wanneer infectieuze endocarditis de oorzaak is van AoR heeft het dier meestal koorts (Afonso et al., 2011). Aortaklepregurgitatie gaat eveneens gepaard met de aanwezigheid van een springpols. Door AoR daalt de vullingsweerstand van de aorta. Daarnaast veroorzaakt AoR een stijging van het slagvolume (Hamer, 2008). Hierdoor wordt de aorta tijdens de systole snel gevuld. Dit wordt gevolgd door het terug stromen van bloed van de aorta naar het linker ventrikel. Door AoR daalt de diastolische druk zeer sterk. Tijdens palpatie van de arteria facialis is dit duidelijk voelbaar (Swash, 1995). Dit wordt een springpols genoemd. In de literatuur worden er verschillende synoniemen gebruikt voor een springpols, zoals venepols, hyperkinetic pulse en Water Hammer pulse. De beoordeling van de arteriële pols is een goede methode om de ernst van AoR in te schatten (Reef en Spencer, 1987; Marr, 2010a). Op basis van de intensiteit van de hartruis is niet altijd mogelijk om de ernst van de AoR goed in te schatten. Dit komt door de zwakke correlatie tussen beide (Marr, 2010a).

12 2.3. DIFFERENTIAAL DIAGNOSE Aortaklepregurgitatie bij het paard ontstaat voornamelijk door degeneratieve letsels van de aortaklep. Deze degeneratieve letsels kunnen zowel nodulair als fibreus zijn. Daarnaast worden infectieuze endocarditis, congenitale klepletsels en congenitale hartdefecten (zoals het ventriculair septum defect) genoemd als mogelijke oorzaken voor het ontstaan van aortaklepregurgitatie bij het paard. Prolaps van de aortaklep is een veel voorkomende echocardiografische bevinding bij paarden met AoR (König et al.,2007; Kahn en Line, 2010; Marr, 2010a; Bonagura et al., 2010). Er wordt getwijfeld aan het klinisch belang van de aanwezigheid van aortaklepprolaps in het ontstaan van AoR bij paarden (Marr, 2010a) DIAGNOSTIEK Auscultatie Auscultatie is van groot belang bij detectie van een AoR. Aortaklepregurgitatie geeft aanleiding tot een diastolische hartruis. Deze is het best te ausculteren aan de linker zijde van de thorax op het niveau van de 5 e intercostaalruimte. Een holodiastolische hartruis bij het paard kan echter ontstaan door verschillende hartpathologieën (Tabel 1). AORTAKLEPINSUFFICIËNTIE (Meest voorkomend en frequent hoorbaar) - Degeneratieve letsels (nodulair en fibreus) - Infectieuze endocarditis - Congenitale klepletsels - Ventriculair septum defect - Prolaps aortakleppen PULMONALISKLEPINSUFFICIËNTIE (Zelden hoorbaar bij paarden) - Congenitale klepletsels - Infectieuze endocarditis - Ruptuur pulmonalisklep STENOSE ATRIOVENTRICULAIRE KLEPPEN (Komt zelden voor bij het paard) - Congenitaal - Infectieuse endocarditis - Niet-infectieuze valvulitis Tabel 1. Differentiaal diagnose holodiastolisch hartgeruis (Bonagura et al., 2010) Elektrocardiografie Met elektrocardiografie wordt de elektrische activiteit van het hart nagegaan. Dit wordt gedaan omwille van het feit dat aortaklepregurgitatie gepaard kan gaan met ventriculaire dysritmieën, bestaande uit ventriculaire premature depolarisaties, ventriculaire tachycardie en ventriculaire fibrillatie (Levy et al., 1987; Martinez-Useros et al., 1992; Vohra et al., 1993). In de onderstaande

13 figuur (Fig. 3) wordt een elektrocardiogram (ECG) weergegeven van een gezond hart. De P-golf representeert de depolarisatie van de atria, het QRS-complex de depolarisatie van de ventrikels en de T-golf de repolarisatie van de ventrikels. Fig. 3: Normaal elektrocardiogram van een paard (uit Bonagura et al., 2010). P = depolarisatie atria; QRS = depolarisatie ventrikels; T = repolarisatie ventrikels. Ventriculaire premature depolarisaties (VPD) worden gekenmerkt door premature QRS-complexen die abnormaal zijn in vorm en duur. Ventriculaire premature depolarisaties worden meestal niet veroorzaakt door de AV-knoop, maar door ectopische pacemakercellen. Vandaar dat er geen verband bestaat tussen de P-golven en de premature QRS-complexen. Bijgevolg worden de meeste QRS-complexen niet voorafgegaan door P-golven (Bonagura et al., 2010; Marr, 2010a). In sommige gevallen is het mogelijk dat een prematuur QRS-complex per toeval voorafgegaan wordt door een P- golf, zonder dat er een verband bestaat tussen beide (Verheyen et al., 2010). Wanneer 4 of meer VPD s achter elkaar optreden, spreekt men van ventriculaire tachycardie (VT) (Fig. 5) (Patteson, 1996). Ventriculaire tachycardie kan paroxysmaal of continu zijn. Het is mogelijk dat er geen P- golven zichtbaar zijn, omdat deze verscholen kunnen zitten in de QRS-complexen. Wanneer een ventriculaire extrasystole plaats vindt op het moment dat de T-golf zijn maximum bereikt, wordt gesproken van het R-op-T fenomeen (Bonagura et al., 2010; Verheyen et al., 2010).

14 Fig. 4: ECG van een paard met ventriculaire extrasystoles (uit Verheyen et al., 2010). De pijl geeft een ventriculaire premature contractie aan. Het QRS complex heeft een abnormale morfologie en duur en wordt niet vooraf gegaan door een P golf. P = depolarisatie atria; QRS = depolarisatie ventrikels; T = repolarisatie ventrikels. Fig. 5: ECG van een paard met ventriculaire tachycardie (uit Verheyen et al., 2010). De ventriculaire premature depolarisaties (VPD) zijn aangegeven met pijlen. De overige P-QRS-T complexen zijn normaal. P = depolarisatie atria; QRS = depolarisatie ventrikels; T = repolarisatie ventrikels Echocardiografie Echocardiografie wordt gebruikt om de integriteit van de hartkleppen te beoordelen. Bij een paard wordt AoR meestal gediagnosticeerd met pulsed-wave (PW) kleurendoppler-echocardiografie (Appleton en Hatle, 1992). De bevindingen die gedaan worden tijdens echocardiografie van het hart van een paard met AoR worden weergegeven in tabel 2. Echocardiografische bevindingen geassocieerd met een goede prognose Klepprolaps Gematigde ventriculaire dilatatie Gematigde regurgitatie Echocardiografische bevindingen geassocieerd met een gereserveerde prognose Slaande semilunaire kleppen of nodulaire veranderingen ter hoogte van de klep Uitgesproken ventriculaire dilatatie Uitgesproken regurgitatie (Fig.6) Bijkomende uitgesproken mitralisklepregurgitatie Ventriculair septum defect Tabel 2 : Echocardiografische bevindingen van een paard met AoR (uit Marr, 2010a).

15 Fig. 6: Linker parasternaal lange-as echocardiogram (kleurendoppler) van een Arabische volbloed merrie met AoR (uit Marr, 2010a). Het bloed dat tijdens de diastole terugstroomt van de aorta naar het linker ventrikel is geel/groen gekleurd. Ao = aorta; LA = linker atrium; LVOT = Left ventriclar outflow tract = uitstroom baan linker ventrikel BEHANDELING Onderzoek heeft aangetoond dat de mortaliteitscijfers van paarden met milde tot gematigde AoR niet significant verschillen van deze van paarden zonder AoR (Young et al., 2008; Stevens et al., 2009; Marr, 2010a). Wel werd aangetoond dat oudere paarden een groter risico hebben om te sterven ten gevolge van AoR dan jongere paarden met AoR (Stevens et al., 2009). Dit impliceert dat het niet noodzakelijk is om paarden met AoR (zonder complicaties) te behandelen. Echter kan AoR aanleiding geven tot complicaties. Voorbeelden van dergelijk complicaties zijn: het ontstaan van een springpols, dilatatie van het linker ventrikel en ventriculaire dysritmieën met prestatiedaling tot gevolg (Levy et al., 1987; Klodas et al., 1996; Afonso et al., 2011). In dat geval kan ervoor gekozen worden om een ondersteunende therapie in te stellen om congestie te verminderen en de cardiac output te verhogen (Marr, 2010b). Zo kan gebruik worden gemaakt van vasodilatoren. Quinapril is een ACE-inhibitor (vasodilatator) en veroorzaakt een stijging van het slagvolume en de cardiac output. Daarnaast reduceert quinapril het bloedvolume dat geregurgiteerd wordt (Marr, 2010b). Onderzoek heeft aangetoond dat enalapril (ACE-inhibitor) niet werkzaam is bij paarden. Dit komt vermoedelijk doordat enalapril slecht geabsorbeerd wordt door paarden of doordat de stof niet goed getransformeerd kan worden naar enalaprilat, de actieve vorm van enalapril (Sleeper et al., 2008). Benazepril (ACE-inhibitor) kan eveneens gebruikt worden bij paarden als vasodilatator. Recent is aangetoond dat benazepril bij paarden een effectievere ACE-inhibitor is dan enalapril (Afonso et al., 2013). Digitalis glycosiden kunnen aangewend worden vanwege hun inotroop effect. Digitalis glycosiden zorgen voor een stijging van de myocardiale contractiliteit, en daarmee voor een stijging van de cardiac output (Bonagura et al., 2010). Daarnaast hebben digitalis glycosiden een negatief effect op het renine-angiotensine-

16 aldosteron systeem, waardoor ze de veneuze druk verlagen en congestie verminderen (Marr, 2010b). Ventriculaire dysritmiën kunnen verergerd worden door het gebruik van digitalis glycosiden (Bonagura et al., 2010). Om de eind-diastolische druk van het linker ventrikel te verminderen, kan tevens gebruik gemaakt worden van furosemide (diureticum). Furosemide zorgt echter ook voor een daling van de cardiac output en het slagvolume, waardoor het gebruik van furosemide niet in alle gevallen raadzaam is (Muir et al., 1976). Furosemide wordt bij paarden intraveneus aangewend omwille van de lage orale beschikbaarheid. De orale beschikbaarheid is laag vanwege het binden van de stof aan het opgenomen voedsel, een hoog first-pass-effect ter hoogte van de darmen en lever en vanwege de slechte opname van de stof ter hoogte van de darmen (Johansson et al., 2004). In de humane geneeskunde wordt eveneens gebruik gemaakt van vasodilatoren voor de behandeling van AoR. Nifedipine wordt gebruikt voor de behandeling van patiënten met asymptomatische AoR om negatieve progressie van de aandoening te vertragen (Scognamiglio et al., 1994). Voor de behandeling van symptomatische patiënten met chronische AoR zijn ACE-inhibitors de aangewezen medicijnen (Boon en Bloomfield, 2002). Naast medicamenteuze behandeling kan aortaklepvervanging en valvuloplastie eveneens uitkomst bieden. Bij aortaklepvervanging worden de semilunaire kleppen vervangen door implantaten (Pibarot en Dumesnil, 2009). In het geval van valvuloplastie worden de insufficiënte semilunaire kleppen gemodificeerd, zodat de aortaklep weer goed functioneert en bijgevolg de regurgitatie verdwijnt (Cosgrove et al., 1991). Er is momenteel geen literatuur beschikbaar over chirurgische behandeling van AoR bij paarden PROGNOSE EN FOLLOW-UP In de meeste gevallen wordt AoR veroorzaakt door langzame degeneratie van de aortaklep in afwezigheid van andere hartproblemen. In dit geval is de prognose goed, omdat de mortaliteit laag is en er meestal geen prestatiedaling wordt waargenomen (Stevens et al., 2009). Echter wanneer AoR gepaard gaat met het geleidelijk ontwikkelen van hartfalen, venepols, ventraal oedeem (Davis et al., 2002), een verhoogde rustpols, ventrikel dilatatie, ventriculaire dysritmieën en een verminderde eetlust, is de prognose slecht en is het raadzaam om het paard te euthanaseren. Wanneer infectieuze endocarditis de oorzaak is van AoR dan is de prognose eveneens slecht. Paarden met AoR dienen regelmatig klinisch en echografisch onderzocht te worden. Wanneer ventriculaire dysritmieën en atrium fibrillatie (AF) ontstaan, is het raadzaam het paard op definitieve rust te zetten. Ventriculaire dysritmiën kunnen leiden tot plotse sterfte van het paard. Daarom is het raadzaam om paarden met gematigde tot erge AoR regelmatige klinisch en echografisch te onderzoeken (Bonagura et al., 2010; Afonso et al., 2011).

17 CASUSBESCHRIJVING 1. SIGNALEMENT EN ANAMNESE Een 16 jaar oude Nederlandse warmbloed ruin werd aangeboden aan de Faculteit Diergeneeskunde. Sinds enkele maanden had het paard een lichte hoest aan het begin van de arbeid die dan volledig verdween tijdens het rijden. Er waren geen prestatieklachten, geen neusvloei en er waren geen symptomen van algemene ziekte zichtbaar. Het paard stond op stal (stro) en enkele uren per dag op de weide. Daarnaast reed hij dressuur op hoog niveau. Vier jaar geleden werd bij aanschaf een keuring uitgevoerd. Radiografische opnames van het beenwerk waren normaal. Of destijds abnormaliteiten werden vastgesteld tijdens hartauscultatie is onbekend. Enkele dagen voordat het paard werd aangeboden aan de Faculteit Diergeneeskunde, werd door de dierenarts een geruis aan de linker zijde van de thorax vastgesteld tijdens rust. Na lichte arbeid was de afwijking nog steeds hoorbaar. Omwille van deze feiten hebben de eigenaren een hartonderzoek aangevraagd. 2. KLINISCH ONDERZOEK Het paard woog 430 kg en had een schofthoogte van 1.52 meter. Hij had een goede algemene conditie en was alert. Zijn temperatuur was normaal, evenals de perifere circulatie. Zijn hartfrequentie was 40 slagen per minuut. Tijden de palpatie van de arteria facialis werd een springpols gevoeld. Er werden geen afwijkingen gehoord tijdens de longauscultatie. Tijdens de hartauscultatie werd holodiastolisch decrescendo geruis (graad 4/6) gehoord ter hoogte van de 5 e intercostaalruimte van de linker thoraxwand. Deze ruis had een muzikaal aspect. Verder werden er geen significante afwijkingen gevonden bij het klinisch onderzoek. 3. AANVULLEND ONDERZOEK Om de elektrische activiteit van het hart na te gaan, werd ervoor gekozen om elektrocardiografie (ECG) in rust en tijdens arbeid uit te voeren. Met een echocardiografisch onderzoek werd de integriteit van de hartkleppen beoordeeld ELEKTROCARDIOGRAFIE Het elektrocardiogram in rust toonde een normaal sinusaal ritme. Het elektrocardiogram tijdens arbeid toonde talrijke ventriculaire extrasystolen en korte episodes van ventriculaire tachycardie met het R- op-t fenomeen (Fig. 7).

18 Fig.7. ECG tijdens arbeid van de patiënt. Enkele ventriculaire extrasystolen zijn aangeduid met korte pijlen. Enkele korte episodes van ventriculaire tachycardie (R-op-T fenomeen) zijn aangeduid met lange pijlen ECHOCARDIOGRAFIE Echocardiografie toonde aan dat het rechter en linker atrium en het rechter ventrikel niet afwijkend zijn in grootte. Het linker ventrikel had een globoïde vorm (Fig. 10) en was gedilateerd (Tabel 3). De mitraliskleppen, de tricuspidaliskleppen en de pulmonaliskleppen werden normaal bevonden, evenals het myocardium en pericardium. De aortaklep was verdikt en er was een erge aortaklepregurgitatie (Fig. 8 en 9). In tabel 3 zijn de metingen van de echocardiografie weergegeven.

19 Fig. 8. Linker parasternaal lange-as echocardiogram (kleurendoppler) van de patiënt: Aortaklepregurgitatie. Bloed dat tijdens de diastole terugstroomt van de aorta naar het linker ventrikel is geel/groen gekleurd. LV = linker ventrikel; IVS = interventriculair septum; RV = rechter ventrikel; RA = rechter atrium; AOV = aortaklep; AO = aorta. Fig. 9. Rechter parasternaal lange-as echocardiogram (kleurendoppler) van de patiënt: Aortaklepregurgitatie. Bloed dat tijdens de diastole terugstroomt van de aorta naar het linker ventrikel is geel/groen gekleurd. LV = linker ventrikel; IVS = interventriculair septum; RV = rechter ventrikel; RA = rechter atrium; TV = tricuspidalisklep; AoR = aortaklepregurgitatie; Ao = aorta.

20 Fig. 10. Vierkamerzicht echocardiogram van de patiënt: Globoïd aspect van het linker ventrikel. LV = linker ventrikel; LA = linker atrium; IVS = interventriculair septum; MV = mitralisklep; RV = rechter ventrikel. M-mode Patiënt Referentiewaarde (Slater en Herrtage, 1995) IVSd 3.3 cm 2.4 ± 0.2 cm IVSs 4.9 cm 3.8 ± 0.5 cm LVIDd 10.9 cm 8.9 ± 1.4 cm LVIDs 6.7 cm 5.9 ± 0.9 cm LVPWd 2.1 cm 2.2 ± 0.5 cm LVPWs 3.8 cm 2.7 ± 0.8 cm %FS 38% 34 ± 8 % Tabel 3. Verslag echocardiografie M-mode van de patiënt. d = diastole; s = systole; IVS = interventriculair septum; LVID = linker ventrikel interne diameter; LVPW = linker ventrikel posterior wand dikte; FS = fractionele verkorting.

21 4. DIAGNOSE Op basis van de auscultatie, de springpols en het echocardiografisch onderzoek werd geconcludeerd dat het paard een erge aortaklepregurgitatie heeft. Echocardiografie toonde aan dat de AoR aanleiding heeft gegeven tot dilatatie van het linker ventrikel. Dit heeft geresulteerd in het voorkomen van ventriculaire premature depolarisaties met episodes van R-op-T. 5. BEHANDELING EN PROGNOSE De prognose is gereserveerd. Verwacht wordt dat er geleidelijk aan een negatieve evolutie zal plaatsvinden. Het paard kan dus nog zeer lang stabiel blijven, maar het is niet meer veilig om het paard te berijden aangezien de R-op-T episodes kunnen leiden tot ventriculaire fibrillatie met plotse collaps en sterfte (Marr, 2010a). Aangezien behandeling enkel de negatieve progressie zou kunnen vertragen, heeft men besloten om het paard niet te behandelen. De eigenaar is geadviseerd om het paard niet meer te berijden.

22 DISCUSSIE Deze casus beschrijft een bijzonder geval van aortaklepregurgitatie. De leeftijd van het dier is overeenkomend met de bevindingen in de literatuur (Young et al., 2008; Stevens et al., 2009; Kahn en Line, 2010). Vanwege het typisch aanwezig zijn van een zeer duidelijk hoorbare holodiastolische hartruis (graad 4/6) en een springpols, heeft men pathologische AoR als waarschijnlijkheidsdiagnose gesteld. Pulmonalisklepinsufficiëntie en stenose van de atrioventriculaire kleppen kunnen eveneens aanleiding geven tot een diastolische hartruis, maar pulmonalisklepinsufficiëntie is echter zelden hoorbaar bij paarden en stenose van de atrioventriculaire kleppen komt zelden voor bij paarden (Kahn en Line, 2010; Marr, 2010a; Bonagura et al., 2010). Omwille van deze feiten werden deze pathologieën bij dit paard onwaarschijnlijk geacht. Mitralisklepregurgitatie (MR) en tricuspidalisklepregurgitatie (TR) werden eveneens bij dit paard onwaarschijnlijk geacht, aangezien deze gekenmerkt worden door de aanwezigheid van een systolische hartruis met een blazend karakter (Naylor, 2002). In tegenstelling tot wat er in de literatuur beschreven staat, vertoonde dit paard geen klinische symptomen of prestatieklachten die verwacht worden bij linker ventrikel dilatatie en de daarmee gepaard gaande ventriculaire dysritmieën (Davis et al., 2002; Marr, 2010b). Vanwege het voelen van een springpols, werden dergelijke complicaties niet uitgesloten. Het ECG van de patiënt kwam overeen met het ECG van een paard met gecompliceerde AoR (Levy et al., 1987; Martinez-Useros et al., 1992; Vohra et al., 1993). Ditzelfde geldt voor de echocardiografische bevindingen (Marr, 2010a). Aortaklepprolaps werd daarentegen niet aangetoond terwijl dit een veel voorkomende echocardiografische bevinding is bij paarden met AoR (Marr, 2010a; Bonagura et al., 2010). Op basis van de resultaten van het aanvullend onderzoek kon worden vastgesteld dat het ontstaan van AoR bij dit paard niet werd veroorzaakt door infectieuze endocarditis, congenitale klepletsels of congenitale hartdefecten. Vermoedelijk werd AoR bij dit paard veroorzaakt door degeneratieve letsels. De bevindingen van het klinische en aanvullend onderzoek van dit paard worden in de literatuur geassocieerd met een gereserveerde prognose (Marr, 2010a). Vanwege de afwezigheid van klinische symptomen die verwacht worden bij linker ventrikel dilatatie en de daarmee gepaard gaande ventriculaire dysritmieën, kan het instellen van een ondersteunde therapie bij dit paard nog van enige waarde zijn (Marr, 2010b). Door middel van een ondersteunende therapie wordt getracht congestie te verminderen en de cardiac output te verhogen, om zo de negatieve progressie te kunnen vertragen (Marr, 2010b). De eigenaren hebben echter besloten om het dier niet te behandelen. Dit is echter geen onbegrijpelijke keuze. Dergelijke behandeling is duur en dient continu (levenslang) gegeven te worden. Bovendien kunnen dergelijke paarden zonder behandeling zeer lang stabiel blijven (Marr, 2010a; Marr, 2010b). De dierenarts heeft de eigenaar geadviseerd om het paard op definitieve rust te zetten, hetgeen volledig in overeenstemming is met de bevindingen in de literatuur (Bonagura et al., 2010; Afonso et al., 2011).

23 REFERENTIELIJST Afonso T., Verheyen T., Saey V., Sys S.U., van Loon G. (2011). Severe aortic regurgitation due to endocarditis in a horse. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 80 (1), p Afonso T., Giquère S., Rapoport G., Berghaus L.J., Barton M.H., Coleman A.E. (2013). Pharmacodynamic evaluation of 4 angiotensin-converting enzyme inhibitors in healthy adult horses. Journal of Veterinary Internal Medicine 27 (5), p Appleton C.P., Hatle L.K. (1992). The natural history of left ventricular filling abnormalities: assessment by two-dimensional and Doppler echocardiography. Echocardiography 9 (4), p Blissitt K. (2010). Auscultation. In: Marr C. M. en Bowen M. (Editors) Cardiology of the Horse. Second edition. Saunders Ltd, Londen, p Bonagura J.D., Reef V.B., Schwarzwald C.C. (2010). Cardiovascular diseases. In: Reed S.M., Bayly W.M., Sellon D.C. (Editors) Equine Internal Medicine. Third edition. Saunders, St. Louis, p Boon N.A., Bloomfield P. (2002). The medical management of valvar heart disease. Heart 87 (4), p Cosgrove D.M., Rosenkranz E.R., Hendren W.G., Bartlett J.C., Stewart W.J. (1991). Valvuloplasty for aortic insufficiency. The Journal of Thoracic and Cardiovascular Surgery 102 (4), p Davis J.L., Gardner S.Y., Schwabenton B., Breuhaus B.A. (2002). Congestive heart failure in horses: 14 cases ( ). Journal of the American Veterinary Medical Association 220 (10), p Hamer J.P.M. (2008). Aorta- en mitralisklepafwijkingen. In: Van der Wall E.E., Van de Werf F., Zijlstra F. (Editors) Cardiologie. Tweede herziene druk. Bohn Stafleu van Loghum, Houten, p Johansson A.M., Gardner S.Y., Levine J.F., Papich M.G., LaFevers D.H., Goldman R.B., Sheets M.K., Atkins C.E. (2004). Pharmacokinetics and pharmacodynamics of furosemide after oral administration tot horses. Journal of Veterinary Internal Medicine 18 (5), p Kahn C.M., Line S. (2010). Circulatory system. In: Kahn C.M. (Editor) en Line S. (Associate Editor) The Merck Veterinary Manual. Tenth edition. Merck & Co., Inc., Whitehouse Station, p Klabunde R.E. (2012). Cardiovascular Physiology Concepts. Second edition. Lippincott Williams & Wilkins, Londen, p Klodas E., Enriquez-Sarano M., Tajik A.J., Mullany C.J., Bailey K.R., Seward J.B. (1996). Aortic regurgitation complicated by extreme left ventricular dilation: Long-term outcome after surgical correction. Journal of the American College of Cardiology 27 (3), p König H.E., Ruberte J., Liebich H.-G. (2007). Organs of the cardiovascular system (systema cardiovasculare). In: Könich H.E. en Liebich H.-G. (Editors) Veterinairy Anatomy of Domestic Mammals. 3rd edition. Schattauer GmbH, Stuttgart, p

24 Levy D., Anderson K.M., Savage D.D., Balkus S.A., Kannel W.B., Castelli W.P. (1987). Risk of ventricular arrhytmias in left ventricular hypertrophy: The Framingham heart study. The American Journal of Cardiology 60 (7), p Marr C. M. (2010a). Cardiac murmurs: valvular regurgitation and insufficiency. In: Marr C. M. en Bowen M. (Editors) Cardiology of the Horse. Second edition. Saunders Ltd, Londen, p Marr C. M. (2010b). Heart failure. In: Marr C. M. en Bowen M. (Editors) Cardiology of the Horse. Second edition. Saunders Ltd, Londen, p Martínez-Useros C., Tornos P., Montoyo J., Permanyer-Miralda G., Alijarde M., García del Castillo H., Moreno V., Soler-Soler J. (1992). Ventricular arrhytmias in aortic valve disease: a further marker of impaired left ventricular function. International Journal of Cardiology 34 (1), p Muir W.W., Milne D.W., Skarda R.T. (1976). Acute hemodynamic effects of furosemide administered intravenously in the horse. American Journal of Veterinary Research 37 (10), p Naylor J. M. (2002). How to diagnose aortic and mitral regurgitation in older horses: a case-based approach. American Association of Equine Practitioners Proceedings 48, p Patteson M. (1996). Equine Cardiology. Blackwell Science Ltd, Oxford, p Pibarot P., Dumesnil J.G. (2009). Prosthetic heart valves: selection of the optimal prosthesis and longterm management. Circulation 119, p Scognamiglio R., Rahimtoola S.H., Fasoli G., Nistri S., Dalla Volta S. (1994). Nifedipine in asymptomatic patients with severe aortic regurgitation and normal left ventricular function. The New England Journal of Medicine 331 (11), p Sjaastad Ø.V., Hove K., Sand O. (2003). The cardiovascular system. In: Steel C. (Editor) Physiology of Domestic Animals. Scandinavian Veterinary Press, Oslo, p Slater J.D., Herrtage M.E. (1995). Echocardiographic measurements of cardiac dimensions in normal ponies and horses. Equine Veterinary Journal Supplements 27 (19), p Sleeper M.M., McDonnell S.M., Ely J.J., Reef V.B. (2008). Chronic oral therapy with enalapril in normal ponies. Journal of Veterinary Cardiology 10 (2), p Stevens K.B., Marr C.M., Horn J.N.R., Pfeiffer D.U., Perkins J.D., Bowen I.M., Allan E.J., Campbell J., Elliott J. (2009). Effect of left-sided valvular regurgitation on mortality and causes of death among a population of middle-aged and older horses. The Veterinary Record 164, p Swash M. (1995). The cardiovascular system. In: Swash M. (Editor) Hutchinson s clinical methods. 20 th edition. Saunders Ltd, Londen, p Verheyen T., Decloedt A., De Clercq D., Deprez P., Sys S.U., van Loon G. (2010). Electrocardiography in horses, part 2: how to read the equine ECG. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 79 (5), p

25 Vohra J., Sathe S., Warren R., Tatoulis J., Hunt D. (1993). Malignant ventricular arrhytmias in patients with mitral valve prolapse and mild mitral regurgitation. Pacing and Clinical Electrophysiology 16 (3), p Ward C. (2000). Clinical significance of the bicuspid aortic valve. Heart 83, p Young L.E., Rogers K., Wood J.L.N. (2008). Heart murmurs and valvular regurgitation in Thoroughbred racehorses: epidemiology and associations with athletic performance. Journal of Veterinary Internal Medicine 22 (2), p

26 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar Hypomagnesiëmie bij zoogkalveren door Tim SLINGERLAND Promotor: Dr. B. Pardon Co-promotor: Prof. Dr. P. Deprez Klinische casus in het kader van de Masterproef 2014 Tim Slingerland

27

28 Universiteit Gent, haar werknemers of studenten bieden geen enkele garantie met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de gegevens vervat in deze masterproef, noch dat de inhoud van deze masterproef geen inbreuk uitmaakt op of aanleiding kan geven tot inbreuken op de rechten van derden. Universiteit Gent, haar werknemers of studenten aanvaarden geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid voor enig gebruik dat door iemand anders wordt gemaakt van de inhoud van de masterproef, noch voor enig vertrouwen dat wordt gesteld in een advies of informatie vervat in de masterproef.

29 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar Hypomagnesiëmie bij zoogkalveren door Tim SLINGERLAND Promotor: Dr. B. Pardon Co-promotor: Prof. Dr. P. Deprez Klinische casus in het kader van de Masterproef 2014 Tim Slingerland

30 VOORWOORD Mijn dank gaat uit naar dr. B. Pardon voor zijn promotorschap. Zijn adviezen en correcties heb ik als zeer nuttig ervaren. Dankzij dr. B. Pardon heb ik een goed inzicht gekregen in het onderwerp, waardoor ik structuur heb kunnen aanbrengen in deze literatuurstudie. Daarnaast gaat mijn dank ook uit naar prof. dr. P. Deprez voor zijn co-promotorschap. Tot slot wil ik A. van den Berg bedanken voor het nalezen van mijn werk.

31 INHOUDSOPGAVE VOORBLAD TITELBLAD VOORWOORD INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING... p.1 INLEIDING... p.2 CASUSBESCHRIJVING... p.3 1. Signalement en anamnese... p.3 2. Klinisch onderzoek... p.3 3. Aanvullend onderzoek... p Bloedonderzoek... p Kalf bedrijf A... p Kalf bedrijf B... p Urineonderzoek... p Mestonderzoek... p.6 4. Differentiaal diagnose en diagnose... p.6 5. Prognose en behandeling... p.7 LITERATUURSTUDIE... p.8 1. Magnesium: Een belangrijk element... p Interactie met botweefsel... p Katalysatie enzymatische reacties... p Interactie met intracellulaire structuren... p Metabolisme... p.9 2. Hypomagnesiëmie... p Ziektebeeld... p Kalf... p Volwassen rund... p Diagnose... p Oorzaak... p Kalf... p Volwassen rund... p Verlaagde magnesiumabsorptie... p Verlaagde magnesiumopname... p Bedrijfsmanagement... p Conclusie... p.17 REFERENTIELIJST... p.18

32 SAMENVATTING Deze casus gaat over zoogkalveren met hypomagnesiëmie, beter bekend als kopziekte. Twee jonge vleeskalveren, afkomstig van twee verschillende bedrijven, werden aangeboden met verscheidene neuromusculaire klachten. Ze vertoonden epilepsie-achtige aanvallen, hetgeen voor twee andere kalveren fataal was. De kalveren van deze bedrijven werden uitsluitend gevoed met koemelk. Op basis van de anamnese en symptomen werd hypomagnesiëmie als waarschijnlijkheidsdiagnose gesteld. Bloedonderzoek toonde aan dat het magnesiumgehalte van het serum zeer laag was voor beide kalveren. Een sluitende diagnose werd gesteld op basis van urineonderzoek. Urineonderzoek toonde namelijk aan dat het magnesiumgehalte van de urine eveneens zeer sterk was gedaald. De dieren werden meerdere malen intraveneus gecorrigeerd voor magnesium en calcium. Daarnaast werd elke dag magnesiumoxide oraal toegediend. De symptomen verdwenen na herstel van het magnesiumgehalte van het serum en de urine. Naar bedrijfsbegeleiding toe werden de veehouders geadviseerd om de koemelk te supplementeren met magnesiumoxide om nieuwe gevallen van hypomagnesiëmie te voorkomen. Om hypomagnesiëmie bij het volwassen vee te voorkomen werd geadviseerd om de weidebemesting met kalium en stikstof binnen de perken te houden en eventueel te starten met magnesiumbemesting. In de literatuurstudie wordt dieper ingegaan op de pathogenese en preventie van hypomagnesiëmie bij kalveren en bij volwassen rundvee. Sleutelwoorden: Kalveren - Koemelk - Tetanie - Zenuwsymptomen - Zogen

33 INLEIDING Hypomagnesiëmie is een nutritionele aandoening die ontstaat wanneer onvoldoende magnesium opgenomen wordt of wanneer de magnesiumabsorptie ter hoogte van het gastro-intestinaal stelsel verstoord wordt (Grunes et al., 1970). In de literatuur worden verschillende synoniemen voor hypomagnesiëmie gebruikt, zoals: kopziekte, grass tetany, hypomagnesemic tetany, grass staggers en lactation tetany. De aandoening komt voornamelijk voor bij runderen, maar schapen en geiten kunnen eveneens aangetast zijn. Vrouwelijke dieren zijn vaker aangetast dan mannelijke dieren (Grunes et al., 1970). Hypomagnesiëmie komt voornamelijk voor in de vroege lente en in de herfst (Kemp en t Hart, 1957). Vroeger kwam hypomagnesiëmie frequenter voor dan nu (Sleper et al., 1989). Ondanks het feit dat de incidentie van hypomagnesiëmie gedaald is, komen in sommige gebieden nog steeds genoeg uitbraken voor om economisch van belang te zijn (Allcroft en Burns, 1968; Crawford et al., 1998). Economische schade ten gevolge van hypomagnesiëmie uit zich door productieverliezen (melk en vlees) en acute sterfte (Allcroft en Burns, 1968). Vroeger kon het percentage koeien dat stierf ten gevolge van hypomagnesiëmie oplopen tot drie procent per jaar (Baker en Gould, 1976; Grunes en Mayland, 1984). Hypomagnesiëmie bij kalveren wordt voornamelijk gekenmerkt door acute sterfte en bij volwassen runderen door atypische symptomen. Dit maakt het moeilijk om tijdig een diagnose te stellen en een behandeling te starten om economische verliezen te voorkomen (Deprez, 2012). Daarom is het evident maatregelen te treffen ter preventie van hypomagnesiëmie. Vanwege de toegenomen vraag naar vlees- en zuivelproducten is intensieve veehouderij noodzakelijk geworden. Om de economische verliezen zo laag mogelijk te houden, is het van belang dat diagnostische technieken en controletechnieken mee evolueren (Allcroft en Burns, 1968). Deze masterproef omsluit verschillende onderdelen. In het eerste deel worden twee gevallen van hypomagnesiëmie bij zoogkalveren besproken. In het tweede deel worden deze gevallen vergeleken met de beschikbare literatuur omtrent hypomagnesiëmie bij herkauwers. Het geheel wordt afgesloten met een korte conclusie. Deze masterproef is bedoeld om de lezer inzicht te verschaffen in de praktische veruiterlijking van hypomagnesiëmie bij runderen. In het stuk wordt uitgelegd hoe hypomagnesiëmie ontstaat, hoe de aandoening herkend en bevestigd kan worden, welke behandelingen mogelijk zijn en wat belangrijk is ter preventie van hypomagnesiëmie.

34 CASUSBESCHRIJVING 1. SIGNALEMENT EN ANAMNESE Twee kalveren van twee verschillende bedrijven werden aangeboden aan de kliniek Inwendige Ziekten Herkauwers met vergelijkbare anamneses en klinische symptomen. Het kalf van bedrijf A was een drie maanden oude Belgisch wit-blauwe vaarskalf. Op dat moment was het kalf reeds drie weken stijf en kwam moeilijk recht. Daarnaast heeft het kalf epileptiforme aanvallen gehad. Deze symptomen werden niet waargenomen bij de andere kalveren op het bedrijf. Het kalf kreeg drie keer per dag 2 à 3 liter koemelk (ze heeft nooit gezogen) en at nog geen krachtvoer mee. Het kalf van bedrijf B is een twee maanden oude Blonde d Aquitaine stierkalf. Het kalf heeft epilepsie-achtige aanvallen gehad. Verschillende zoogkalveren van dit bedrijf vertoonden gelijkaardige symptomen. Dergelijke epilepsieachtige aanvallen waren fataal voor twee van deze kalveren. 2. KLINISCH ONDERZOEK De resultaten van het klinisch onderzoek van beide kalveren worden weergegeven in tabel 1. Tabel 1. Resultaten van het klinisch onderzoek. Algemene indruk Gedrag Conditie Houding KALF BEDRIJF A Alert Goed Normaal KALF BEDRIJF B Alert Goed Normaal Algemeen onderzoek Temperatuur 38.8 C 38.7 C Pols 120/minuut 120/minuut Ademhalingsfrequentie 44/minuut 44/minuut Ademhalingstype Costo-abdominaal Costo-abdominaal Lymfeknopen Niet opgezet Niet opgezet Mucosae Roze Roze Huidturgor Normaal Normaal Circulatiestelsel Halsvene Zet goed op en loopt goed leeg Zet goed op en loopt goed leeg Spijsverteringsstelsel Mondholte Auscultatie/percussie links Auscultatie/percussie rechts Ademhalingsstelsel Auscultatie links Auscultatie rechts Zenuwstelsel Normaal Normaal Normaal Geen afwijkingen Geen afwijkingen Lang naknipperen na ooglidreflex Af en toe trillen Normaal Normaal Normaal Geen afwijkingen Geen afwijkingen Stijfheid na stimulatie Lang naknipperen na ooglidreflex (Fig. 1a) Incoördinatie bij opstaan Spelen met tong (Fig. 1b) Veel neerliggen en algemeen trager

35 Fig. 1. Klinisch onderzoek. Figuur 1a illustreert de ooglidreflex bij een kalf met hypomagnesiëmie (kalf van bedrijf B). Het ooglid bleef lang naknipperen na het uitvoeren van de ooglidreflex. Figuur 1b illustreert het overdreven spelen met de tong bij hetzelfde kalf. 3. AANVULLEND ONDERZOEK 3.1. BLOEDONDERZOEK Kalf bedrijf A Drie dagen voordat het kalf werd aangeboden aan de kliniek Inwendige Ziekten Herkauwers werd een bloedonderzoek uitgevoerd door een extern laboratorium. De resultaten van dit onderzoek worden weergegeven in tabel 2. Het bloedonderzoek toonde een afwijkende leukocytenformule (stressleukogram), een stijging van het creatininegehalte en een stijging van de spierenzymen. De stijging van het creatininegehalte werd geïnterpreteerd als prerenale azotemie. De stijging van de spierenzymen werd geïnterpreteerd als spierschade door de epileptiforme aanvallen. Ionair werd een te laag magnesiumgehalte teruggevonden. Ook het vitamine B12-gehalte was laag. Toen het kalf aangeboden werd aan de kliniek Inwendige Ziekten Herkauwers werd wederom een bloedonderzoek uitgevoerd. In dit geval heeft men enkel de biochemische parameters van het bloed geanalyseerd (Tabel 2). Uit dit onderzoek werd geconcludeerd dat het creatininegehalte nog steeds te hoog was en het magnesiumgehalte nog steeds te laag. Door een extern laboratorium werd het bloed gecontroleerd op de aanwezigheid van antigenen van het Boviene Virale Diarree Virus (BVDV). Het bloed werd negatief bevonden voor BVDV-antigenen.

36 Tabel 2. Resultaten van de bloedonderzoeken Parameter Bloedmeting Referentie- Bloedmeting Bloedmeting Referentie- Eenheid kalf a thuis waarden kalf a kliniek kalf b kliniek waarden Hemoglobine mmol/l Hematocriet ml/l Erythrocyten milj/µl Leucocyten /µl Neutrofiele % staven Neutrofiele % segmenten Lymfocyten % Monocyten % Basofielen % Eosinofielen % Segmentkernigen /µl totaal Lymfocyten /µl totaal Monocyten /µl totaal Basofielen /µl totaal Eosinofielen 324 <700 /µl totaal Vitamine B ng/l pmol/l Fibrinogeen mg/dl Magnesium mmol/l Chloride mmol/l Natrium mmol/l Kalium mmol/l Calcium mmol/l Ionair mmol/l calcium Selenium µg/l Ureum 3.50 < mmol/l Creatinine µmol/l Totaal eiwit g/l Albumine % g/l Alfa-1 globulinen % g/l Alfa-2 globulinen % g/l Beta globulinen % g/l Gamma globulinen % g/l Bilirubine µmol/l totaal GPT 26 <10 U/l AST U/l Gamma-GT 24 <36 65 <30 U/l AF 248 < U/l LDH 1141 < U/l CK U/l GPT = Galactose-1-fosfaat uridyltransferase AST = Aspartaat transaminase Gamma-GT = Gamma-glutamyltranspeptidase AF = Alkalische fosfatase LDH = Lactaat dehydrogenase CK = Creatinekinase

37 Kalf bedrijf B Toen het kalf werd aangeboden aan de kliniek Inwendige Ziekten Herkauwers werd een bloedonderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek worden weergegeven in tabel 2. Het bloedonderzoek toonde een afwijkende leukocytenformule (stressleukogram). Ook bij dit kalf was het creatininegehalte gestegen, evenals de spierenzymen. Wederom werd de stijging van het creatininegehalte geïnterpreteerd als prerenale azotemie en de stijging van de spierenzymen als spierschade door de epilepsie-achtige aanvallen. Ionair werd een te laag magnesiumgehalte en een te laag ionair calciumgehalte teruggevonden URINEONDERZOEK Bij het kalf van bedrijf A werd naast het bloed ook de urine onderzocht. In de urine werd eveneens een lage magnesiumconcentratie aangetoond. Er werd een magnesiumconcentratie van 0.21 mmol per liter gemeten (referentie laboratorium: mmol per liter) MESTONDERZOEK Bij het kalf van bedrijf A werden ook de faeces onderzocht. De faeces werden getest op de aanwezigheid van parasieten. Giardia werd aangetoond. 4. DIFFERENTIAAL DIAGNOSE EN DIAGNOSE Na het klinisch onderzoek vermoedde de dierenarts hypomagnesiëmie. Differentiaal diagnostisch kan eveneens worden gedacht aan enterotoxemie. Enterotoxemie bij herkauwers wordt voornamelijk veroorzaakt door de toxines van Clostridium perfringens en Clostridium welchii. Clostridium enteroxemie wordt gekenmerkt door overmatig speekselen, convulsies en plotse sterfte (Mayland, 1988). Clostridium perfringens toxines veroorzaken een hemorrhagische necrotiserende enteritis (Hoflack et al., 2001). Dit kan leiden tot secundaire hypomagnesiëmie. Ten gevolge van enteritis versnelt de intestinale transit waardoor magnesium slecht geresorbeerd kan worden (Hunt, 1996). Clostridium enterotoxemie kan van primaire hypomagnesiëmie onderscheiden worden door het aantonen van de bacterie of het toxine in weefselstalen van de dunne darm (Hoflack et al., 2001). Bij de kalveren van deze casus werden geen symptomen van gastro-intestinaal falen waargenomen, waardoor Clostridium enterotoxemie als oorzaak van de waargenomen klinische symptomen als onwaarschijnlijk werd geacht. In theorie zou het ziektebeeld eveneens verklaard kunnen worden door verschillende intoxicaties, met name nitraatintoxicatie en loodintoxicatie (Mayland, 1988; Odette, 2005). Nitraatintoxicatie veroorzaakt vergelijkbare klinische symptomen als hypomagnesiëmie. Ook sterfte ten gevolge van nitraatintoxicatie komt voor. Nitraatintoxicatie komt voornamelijk voor bij grazende koeien die grazen op weides die sterk bemest werden met stikstof (Mayland, 1988).

Hartbijgeruisen: hoe pak je dit aan?

Hartbijgeruisen: hoe pak je dit aan? Hartbijgeruisen: hoe pak je dit aan? Dominique De Clercq, Gunther van Loon Vakgroep Inwendige Ziekten Grote Huisdieren, Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Gent Hartgeruisen worden frequent vastgesteld

Nadere informatie

Tussentoets 1 (TT-1, code 8WA01) Hart en Long 8WA00. Maandag 11 maart 2013

Tussentoets 1 (TT-1, code 8WA01) Hart en Long 8WA00. Maandag 11 maart 2013 Tussentoets 1 (TT-1, code 8WA01) Hart en Long 8WA00 Maandag 11 maart 2013 Faculteit Biomedische Technologie BSc opleiding Medische Wetenschappen en Technologie Verantwoordelijk docent: C. Bouten Coördinator

Nadere informatie

anatomie en fysiologie van het hart

anatomie en fysiologie van het hart 1 KLINISCHE INTERPRETATIE VAN ECG S 1 anatomie en fysiologie van het hart 1.1 Het hart is de pomp van het lichaam Het hart pompt met gecoördineerde bewegingen bloed door het lichaam en voorziet zo de weefsels

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2012-2013 Overzicht van bevindingen bij hartonderzoeken uitgevoerd bij paarden in de periode 2008-2012 door Sarah VAN DEN BROECK Promotor: Prof.

Nadere informatie

De behandeling van hartfalen bij de oudere patiënt. Loes Klieverik WES 11-03-2010

De behandeling van hartfalen bij de oudere patiënt. Loes Klieverik WES 11-03-2010 De behandeling van hartfalen bij de oudere patiënt Loes Klieverik WES 11-03-2010 Wat is oud?? Definitie Hartfalen Tekortschieten van de pompwerking van het hart en veranderingen in de neurohumorale activatie

Nadere informatie

Casuïstieken rundvee Casus 1

Casuïstieken rundvee Casus 1 Casuïstieken rundvee Casus 1 Bart Pardon Vakgroep Inwendige Ziekten van de Grote Huisdieren, Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Gent Salisburylaan 133, Merelbeke, Belgium Bart.Pardon@UGent.be 1 Anamnese

Nadere informatie

Volwassenen met een aangeboren hartafwijking. Imaging problemen, oriëntatie en analyse

Volwassenen met een aangeboren hartafwijking. Imaging problemen, oriëntatie en analyse Volwassenen met een aangeboren hartafwijking Imaging problemen, oriëntatie en analyse donderdag 24 januari 2019 Poli cardiologie Zijn specifieke echocardiografische expertise en protocollen NOODZAKELIJK

Nadere informatie

Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1

Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1 Functionele mitrale regurgitatie VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1 Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2 Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3 Hartfalen is een aandoening die wereldwijd

Nadere informatie

De waarde van het oppervlakte ECG in volwassenen met een aangeboren hartafwijking. R. Evertz Cardioloog/Elektrofysioloog

De waarde van het oppervlakte ECG in volwassenen met een aangeboren hartafwijking. R. Evertz Cardioloog/Elektrofysioloog De waarde van het oppervlakte ECG in volwassenen met een aangeboren hartafwijking R. Evertz Cardioloog/Elektrofysioloog Continuous Nursing Education Utrecht, Dinsdag 14 februari 2017 Is het ECG behulpzaam?

Nadere informatie

Chapter. De Longcirculatie in Pulmonale Hypertensie. Nieuwe inzichten in Rechter Ventrikel- & Longfysiologie. Nederlandse samenvatting

Chapter. De Longcirculatie in Pulmonale Hypertensie. Nieuwe inzichten in Rechter Ventrikel- & Longfysiologie. Nederlandse samenvatting Chapter 9 Nederlandse samenvatting De Longcirculatie in Pulmonale Hypertensie Nieuwe inzichten in Rechter Ventrikel- & Longfysiologie Samenvatting Pulmonale arteriële hypertensie is een ziekte van de longvaten,

Nadere informatie

Chronische hartklep aandoening bij de hond

Chronische hartklep aandoening bij de hond Chronische hartklep aandoening bij de hond Diverse benamingen De chronische hartklep aandoening bij de hond wordt ook wel myxomateuze klepdegeneratie genoemd, omdat bepaalde hartkleppen op een specifieke

Nadere informatie

Hartgeruisen Oefening baart kunst?

Hartgeruisen Oefening baart kunst? Hartgeruisen Oefeningbaartkunst? Dr.CharlieDeRycke,UA Promotor:Prof.Dr.PaulDeCort,KUL MasterofFamilyMedicine MasterproefHuisartsgeneeskunde Abstract Context Er is een dalend vertrouwen onder artsen in

Nadere informatie

Aortaklepinsufficiëntie

Aortaklepinsufficiëntie Hartcentrum Aortaklepinsufficiëntie Patiëntenfolder aandoeningen Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 De werking van een gezond hart... 3 Wat doet het hart?... 3 Hoe zit het hart in elkaar?... 3 De bloedsomloop...

Nadere informatie

Anatomie / fysiologie Circulatie. Stellingen n.a.v. vorig college. Stellingen, vervolg. Bloeddruk

Anatomie / fysiologie Circulatie. Stellingen n.a.v. vorig college. Stellingen, vervolg. Bloeddruk Anatomie / fysiologie Circulatie Bloeddruk 1 Stellingen n.a.v. vorig college Het ventrikelseptum van het hart is dikker dan het atriumseptum van het hart. Een hart dat over de top van de Frank Starling-curve

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/42799 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haeck, M.L.A. Title: Right ventricular function assessment in cardiopulmonary

Nadere informatie

Anatomie / fysiologie

Anatomie / fysiologie Anatomie / fysiologie Cxx53 7 en 8 Hart 1 FHV2009 / Cxx53 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 1 Ligging van het hart Kegelvormig, hol, gespierd orgaan. Ca. 10 cm lang en omvang vuist FHV2009 / Cxx53

Nadere informatie

QTc, Wat moet je ermee? J.A. Janson fellow IC, AIOS cardiologie

QTc, Wat moet je ermee? J.A. Janson fellow IC, AIOS cardiologie QTc, Wat moet je ermee? J.A. Janson fellow IC, AIOS cardiologie 01-11-2018 Waarom QT-tijd? - Verhoogd risico op levensbedreigende ritmestoornissen - Verlenging van QT-tijd bij veel medicijnen, derhalve

Nadere informatie

Tetralogie van Fallot en pulmonalisatresie

Tetralogie van Fallot en pulmonalisatresie Tetralogie van Fallot en pulmonalisatresie Annemien van den Bosch An Van Berendoncks Symposium Volwassenen met een aangeboren hartafwijkingen, focus op echocardiografie 24/1/2019 Overzicht Anatomie Vaak

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 9 Nederlandse Samenvatting F.S. de Man 1,2, N. Westerhof 1,2, A. Vonk-Noordegraaf 1 Departments of 1 Pulmonology and 2 Physiology, VU University Medical Center / Institute for Cardiovascular Research,

Nadere informatie

Take-home toets. Thema 4.3.1: Anatomie en fysiologie van het hart en de circulatie

Take-home toets. Thema 4.3.1: Anatomie en fysiologie van het hart en de circulatie Take-home toets Thema 4.3.1: Anatomie en fysiologie van het hart en de circulatie 1. I Arterien vervoeren altijd zuurstofrijk bloed II Arterien vervoeren het bloed naar het hart 2. Waar vindt de kleine

Nadere informatie

Richtlijn Vroegtijdige opsporing van aangeboren hartafwijkingen (2005; update verwacht begin 2017)

Richtlijn Vroegtijdige opsporing van aangeboren hartafwijkingen (2005; update verwacht begin 2017) Richtlijn Vroegtijdige opsporing van aangeboren hartafwijkingen (2005; update verwacht 1. Werking van het hart Fysiologie van het hart Afbeelding 1: de normale volwassen bloedsomloop. Bronvermelding: Uitgeverij

Nadere informatie

Hartfalen. in een notendop. Dr. Riet Dierckx 22/05/2018

Hartfalen. in een notendop. Dr. Riet Dierckx 22/05/2018 Hartfalen in een notendop Dr. Riet Dierckx 22/05/2018 Hartfalen definitie en classificatie Hartfalen is een klinisch syndroom gekarakteriseerd door symptomen en/of tekenen van congestie objectieve vaststelling

Nadere informatie

Rechts ECG: V3 t/m V6 uitpolen naar rechts om rechter ventrikel te bekijken op ischaemie. Belangrijk voor behandeling ( Vullen? ja/nee?

Rechts ECG: V3 t/m V6 uitpolen naar rechts om rechter ventrikel te bekijken op ischaemie. Belangrijk voor behandeling ( Vullen? ja/nee? ECG diagnostiek Aansluiten Electrode tbv Electro Cardio Gram Rood Geel :Rechter arm / Schouder : Linker arm /schouder Groen : Linker been/ onderbuik/heup links Zwart : Rechter been/ onderbuik/heup rechts

Nadere informatie

Behandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC

Behandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC Behandeling van atrium fibrilleren op de IC Mirjam Wikkerink, ANIOS IC AF op IC 15% van de patiënten, meestal in de eerste 72 uur na ontstaan van sepsis Verminderde atriale contractie, hoge ventriculaire

Nadere informatie

HARTFALEN PATHOFYSIOLOGIE HIGHLIGHTS

HARTFALEN PATHOFYSIOLOGIE HIGHLIGHTS HARTFALEN PATHOFYSIOLOGIE HIGHLIGHTS Voor meer informatie zie.nl 2015 Novartis Pharma, oktober 2015, 1015HF466074 De onderliggende neurohormonale disbalans leidt tot verdere progressie van Bij patiënten

Nadere informatie

Basiscursus Congenitale echocardiografie

Basiscursus Congenitale echocardiografie Basiscursus Congenitale echocardiografie donderdag 18 januari 2018 Thoraxcentrum en Sophia kinderziekenhuis Poli cardiologie Introductie Basiscursus Congenitale echocardiografie donderdag 18 januari 2018

Nadere informatie

De Ierse Wolfshond: Onze grote vriend met zijn grote hart. Hanneke van Meeuwen. www.dierenkliniekeersel.nl 13-04-2008.

De Ierse Wolfshond: Onze grote vriend met zijn grote hart. Hanneke van Meeuwen. www.dierenkliniekeersel.nl 13-04-2008. De Ierse Wolfshond: Onze grote vriend met zijn grote hart Hanneke van Meeuwen KVG Eersel www.dierenkliniekeersel.nl 13-04-2008 Iets over mijzelf Afgestudeerd Universiteit Gent juli 2001 Werkzaam KvG sinds

Nadere informatie

Elektrolytstoornis tijdens ALS. samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH

Elektrolytstoornis tijdens ALS. samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH Elektrolytstoornis tijdens ALS samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH Inhoudsopgave Doelstelling Context: 4 H s en 4 T s Kalium Hyperkaliëmie Hypokaliëmie Samenvatting Vragen/discussie Doelstelling Inzicht

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38631 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Calkoen, Emmeline E. Title: Atrioventricular septal defect : advanced imaging

Nadere informatie

hebben op de mate van eventuele autonome dysfunctie. Verder ondersteunen de resultaten uit dit proefschrift het groeiende bewijs voor het feit dat

hebben op de mate van eventuele autonome dysfunctie. Verder ondersteunen de resultaten uit dit proefschrift het groeiende bewijs voor het feit dat Van alle aangeboren afwijkingen komt een aangeboren hartafwijking het meest voor. Ongeveer 1 op 100 baby s wordt geboren met een hartafwijking. Dankzij de (chirurgische) technieken die tegenwoordig beschikbaar

Nadere informatie

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Allemaal Beestjes Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Voorgeschiedenis Vrouw, 68 jaar Diabetes type 2 (1995), hypertensie (2010), chronische nierinsuffiëntie (2012) Presentatie op de SEH In de nacht

Nadere informatie

365 DAGEN. hart voor je hond

365 DAGEN. hart voor je hond 365 DAGEN hart voor je hond Omdat je niet zonder elkaar kunt Als uw hond een hartaandoening heeft Een hond is een trouwe kameraad die onvoorwaardelijke vriendschap geeft en daarom gedurende zijn/haar

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 21

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 21 Inhoud Inleiding 7 1. 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 21 2. Zorgvraag verhelderen 25 - Recepten 26 - Zelfzorgvragen 32 3. Geneesmiddelen 37 - Medicijnen voor hart en bloedvaten 38 4. Bereiden

Nadere informatie

Diastolische functie HOUTHUIZEN PATRICK

Diastolische functie HOUTHUIZEN PATRICK Diastolische functie HOUTHUIZEN PATRICK CATHARINA ZIEKENHUIS EINDHOVEN Ik ga op reis en ik neem mee FYSICA IN PRAKTIJK een koffer KOFFER A KOFFER B Compliance volume Compliance C = ΔV ΔP druk mate waarin

Nadere informatie

Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister

Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister 6. Kankerregistratie 1. Formulieren Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister Zie bijlage 3 en 4 Handleiding voor het invullen van de formulieren van de Stichting

Nadere informatie

Het Erasmus MC hartteam, vruchtbare samenwerking voor moeder en kind.

Het Erasmus MC hartteam, vruchtbare samenwerking voor moeder en kind. Het Erasmus MC hartteam, vruchtbare samenwerking voor moeder en kind. Dr. J.J. Duvekot, gynaecoloog/perinatoloog Moeder en Kind Centrum subafdeling verloskunde en prenatale geneeskunde Erasmus MC, Rotterdam

Nadere informatie

Definitie van infarct. Klinische diagnose. Uitgebreidheid van necrose bepaalt de onmiddellijke en laattijdige prognose!

Definitie van infarct. Klinische diagnose. Uitgebreidheid van necrose bepaalt de onmiddellijke en laattijdige prognose! Acuut Myocardinfarct I Dieter Nuyens Cardiologie Definitie van infarct Klinische diagnose Anamnese Cardiale enzymes ECG veranderingen Uitgebreidheid van necrose bepaalt de onmiddellijke en laattijdige

Nadere informatie

Klepchirurgie en chirurgie van de thoracale aorta

Klepchirurgie en chirurgie van de thoracale aorta Klepchirurgie en chirurgie van de thoracale aorta Hartklepchirurgie behelst voornamelijk de aorta- en mitralisklep. Chirurgie van de tricuspidklep is minder frequent, en chirurgie van de pulmonalisklep

Nadere informatie

Referentiewaarden Klinische Chemie Eenheid Hond Kat Eiwitten Eenheid Hond Kat Pancreas Darm Eenheid Hond Kat Bloedgassen Eenheid Hond Kat

Referentiewaarden Klinische Chemie Eenheid Hond Kat Eiwitten Eenheid Hond Kat Pancreas Darm Eenheid Hond Kat Bloedgassen Eenheid Hond Kat Klinische Chemie Eenheid Hond Kat Ureum mmol/l 3,0 12,5 6,1 12,8 Ureum (nuchter) mmol/l 2,1 8,4 Kreatinine µmol/l 50 129 (70+0,7xL,gew,) 76 164 Glucose (nuchter) mmol/l 4,2 5,8 3,4 5,7 Fructosamine µmol/l

Nadere informatie

vwo bloed en bloedsomloop 2010

vwo bloed en bloedsomloop 2010 vwo bloed en bloedsomloop 2010 Integratie In de afbeelding is schematisch de regulatie van een aantal animale en vegetatieve functies bij de mens weergegeven. Al deze functies spelen een rol bij het constant

Nadere informatie

Plasma volume expansie in ernstige hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap

Plasma volume expansie in ernstige hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap Samenvatting Plasma volume expansie in ernstige hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap Samenvatting Dit proefschrift beschrijft het effect van plasma volume expansie in de behandeling van ernstige

Nadere informatie

Referentiewaarden. 1/11 Documentnummer 314, versie 44

Referentiewaarden. 1/11 Documentnummer 314, versie 44 A AAT 0,9-2,0 g/l ALAT m < 45 U/l v < 34 Albumine 35-50 g/l Albumine/kreatinine ratio m < 2,5 v < 3,5 Alkalische fosfatase 0-14 d < 248 U/l 15 d - 1 j < 470 1-10 j < 335 10-13 j < 417 m 13-15 j < 468 m

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Samenvatting Samenvatting: Bij patiënten met een indicatie voor een pacemaker op grond van bradycardieën, komt paroxysmaal atrium fibrilleren (AF) vaak voor (30-50%), ook als deze ritmestoornis voor pacemaker

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 080237 Henneman boek.indb 171 03-11-2008 10:57:48 172 Samenvatting en conclusies In de algemene introductie van dit proefschrift worden de verschillende niet-invasieve technieken

Nadere informatie

Geschreven door Diernet Team dinsdag, 23 augustus 2011 13:31 - Laatst aangepast donderdag, 15 september 2011 22:17

Geschreven door Diernet Team dinsdag, 23 augustus 2011 13:31 - Laatst aangepast donderdag, 15 september 2011 22:17 Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Hyperthyreoïdie is een ziekte die wordt veroorzaakt door een overmatige hoeveelheid schildklierhormonen. Schildklierhormonen

Nadere informatie

Boezemfibrilleren. De bouw en werking van het hart

Boezemfibrilleren. De bouw en werking van het hart Boezemfibrilleren Boezemfibrilleren is een stoornis in het hartritme. Uw hartslag wordt onregelmatig. U kúnt dit voelen, maar dat hoeft niet. Van alle mensen met boezemfibrilleren voelt ongeveer 10 tot

Nadere informatie

Bij een metabole acidose is er een daling van de ph en het bicarbonaatgehalte. Compensatoir kan het CO2 gehalte in het bloed dalen.

Bij een metabole acidose is er een daling van de ph en het bicarbonaatgehalte. Compensatoir kan het CO2 gehalte in het bloed dalen. ZUUR BASE EVENWICHT Afwijkingen in het zuur base evenwicht worden onderverdeeld in respiratoire en metabole acidose, respiratoire en metabole alkalose en gemengde aandoeningen. 1.1 Respiratoire acidose

Nadere informatie

Atrioventricular septum defect

Atrioventricular septum defect Atrioventricular septum defect Annemien van den Bosch Martijn Kauling Echocursus voor volwassenen met een aangeboren hartafwijking 24 januari 2019 Atrioventriculair Septum Defect Incidentie 0.8 % van de

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING Chapter 9 NEDERLANDSE SAMENVATTING Boezemfibrilleren is een zeer frequent voorkomende hartritmestoornis en daardoor een belangrijk klinisch probleem. Onder de westerse bevolking is de kans op boezemfibrilleren

Nadere informatie

Deze grafiek geeft de volume en drukveranderingen weer tijdens een cardiale cyclus. De aldus gegenereerde curves geven preload en compliance van het

Deze grafiek geeft de volume en drukveranderingen weer tijdens een cardiale cyclus. De aldus gegenereerde curves geven preload en compliance van het 1 Deze grafiek geeft de volume en drukveranderingen weer tijdens een cardiale cyclus. De aldus gegenereerde curves geven preload en compliance van het hart mee. De relatie tussen de eindsystolische punten

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

hoofdstuk één hoofdstuk twee

hoofdstuk één hoofdstuk twee Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar hemolytische foetale bloedarmoede en foetale hydrops. Hemolytische foetale bloedarmoede ontstaat door afbraak van rode bloedcellen. Foetale hydrops betreft het

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Electrofysiologie van het hart

Hoofdstuk 1: Electrofysiologie van het hart Hoofdstuk 1: Electrofysiologie van het hart Chapter 21, blz. 504 t/m 528: Cardiac electrophysiology and the electrocardiogram Het bestaat uit een hoop verschillende cellen, met elk een eigen functie. Ze

Nadere informatie

Hoorcollege Tractus circulatorius. Dirk Geurts

Hoorcollege Tractus circulatorius. Dirk Geurts Hoorcollege Tractus circulatorius Dirk Geurts Voorbereiding E-book/boek Anatomie en fysiologie van Martini lezen (Hoofdstuk 13, Het cardiovasculaire stelsel: bloedvaten en bloedsomloop, paragraaf 13.1

Nadere informatie

Tachycardie bij sepsis

Tachycardie bij sepsis Tachycardie bij sepsis Een geblokte strategie? J.G. van der Hoeven Normaal Vroege fase EF SV, HF Hart Perifere circulatie Septische shock Vasodilatatie Permeabiliteit Resolutie fase EF SV Volume Late fase

Nadere informatie

De oudere patiënt met comorbiditeit

De oudere patiënt met comorbiditeit De oudere patiënt met comorbiditeit Dr. Arend Mosterd cardioloog Meander Medisch Centrum, Amersfoort Dr. Irène Oudejans klinisch geriater Elkerliek ziekenhuis, Helmond Hartfalen Prevalentie 85 plussers

Nadere informatie

Oefenboek ECG 2e master Geneeskunde. Prof. Dr. Rik Willems

Oefenboek ECG 2e master Geneeskunde. Prof. Dr. Rik Willems Oefenboek ECG 2e master Geneeskunde Prof. Dr. Rik Willems ECG protocol Ritme Frequentie P- golf Duur P- golf PR- segment Besluit ritme QRS- as QRS- duur QRS- ST- segment Duur QT T- top Algemeen besluit

Nadere informatie

HOOFDSTUK 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING

HOOFDSTUK 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING HOOFDSTUK 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING - 165 - Cerebral hemodynamics in normal and complicated pregnancy Tijdens de zwangerschap ontwikkelt 6-25% van de vrouwen een hoge bloeddruk. Het is een van de meest

Nadere informatie

Reanimatie bij Fontan. Kim Cortenbach Keuze coassistent IC 7 november 2017

Reanimatie bij Fontan. Kim Cortenbach Keuze coassistent IC 7 november 2017 Reanimatie bij Fontan Kim Cortenbach Keuze coassistent IC 7 november 2017 Inhoud Casus Fysiologie van reanimeren Fontancirculatie Reanimatie bij Fontan Vervolg casus Casus Vrouw, 29 jaar RVO/ OHCA bij

Nadere informatie

Botulisme. Botulisme: een veelal fatale voedselvergiftiging

Botulisme. Botulisme: een veelal fatale voedselvergiftiging Botulisme Botulisme: een veelal fatale voedselvergiftiging Jaarlijks zijn er uitbraken van botulisme bij vele diersoorten. Het grootste aantal slachtoffers valt onder de watervogels, zoals eenden en ganzen,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 137 138 Het ontrafelen van de klinische fenotypen van dementie op jonge leeftijd In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt dementie ook op jonge leeftijd voor. De diagnose

Nadere informatie

Sommige infecties bij runderen blijven gedurende lange tijd aanwezig op een rundveebedrijf

Sommige infecties bij runderen blijven gedurende lange tijd aanwezig op een rundveebedrijf Moeilijk te ontdekken infectieuze ziekten bij runderen Sommige infecties bij runderen blijven gedurende lange tijd aanwezig op een rundveebedrijf vooraleer ze ontdekt en aangepakt worden. Het gaat om besmettelijke

Nadere informatie

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors Gender differences in heart disease Dr Danny Schoors Women are meant to be loved, not to be understood Oscar Wilde (1854-1900) 2 05/01/16 Inleiding Cardiovasculaire ziekte 7 tot 10 jaar later dan bij mannen

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 8 Chapter 8 74 Samenvatting Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding op dit proefschrift. De belangrijkste doelen van dit proefschrift waren achtereenvolgens: het beschrijven

Nadere informatie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een

Nadere informatie

Behandeling tot nu toe: Verademing van Bram Bakker gelezen en enkele oefeningen daaruit gebruikt. Oefeningen van the Iceman gedaan.

Behandeling tot nu toe: Verademing van Bram Bakker gelezen en enkele oefeningen daaruit gebruikt. Oefeningen van the Iceman gedaan. Casus 59-jarige man Vraag: oorzaak zuurstofpols daling bij einde inspanning, door mitralisklepafwijking? Aanleiding sportmedisch onderzoek: verminderde inspanningstolerantie. Sportbeoefening: Hardlopen

Nadere informatie

Hart: ischemie en kleppen. Prof. Paul Herijgers

Hart: ischemie en kleppen. Prof. Paul Herijgers Hart: ischemie en kleppen Prof. Paul Herijgers Coronary artery disease Pathofysiologie Maximaal onttrekken zuurstof aan coronair bloed Toename enkel via coronaire vasodilatatie en vooral door openen van

Nadere informatie

DIABETISCHE NEFROPATHIE

DIABETISCHE NEFROPATHIE DIABETISCHE NEFROPATHIE Onderdeel van de micro-angiopathie bij diabetes mellitus. Insuline-afhankelijke DM 30% vd ptn krijgt nefropathie Niet-insuline-dependente DM 5% vd ptn Pathogenese: Meerdere factoren

Nadere informatie

Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak

Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak Auteur: Steven Sarrazin Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak Veelal wordt de bestrijding van het Boviene Virale Diarree-virus (BVD) enkel geassocieerd met vaccinatie. Echter, met vaccinatie

Nadere informatie

Orthostatische hypotensie

Orthostatische hypotensie Infobrochure Orthostatische hypotensie mensen zorgen voor mensen Inleiding Uzelf of uw familielid heeft orthostatische hypotensie. Orthostatische hypotensie is een plotselinge bloeddrukdaling die optreedt

Nadere informatie

Jolien Roos-Hesselink Judith Cuypers Maarten Witsenburg

Jolien Roos-Hesselink Judith Cuypers Maarten Witsenburg Congenitale Cardiologie Jolien Roos-Hesselink Judith Cuypers Maarten Witsenburg Patiënte Meisje wordt geboren: ze is blauw en in de problemen. Snel naar het ziekenhuis: ErasmusMC locatie Sophia! Diagnose:

Nadere informatie

Prof. dr. F. C. Visser Cardioloog Erasmus Medisch Centrum. Electrocardiografische & fysiologische veranderingen tijdens inspanning

Prof. dr. F. C. Visser Cardioloog Erasmus Medisch Centrum. Electrocardiografische & fysiologische veranderingen tijdens inspanning Prof. dr. F. C. Visser Cardioloog Erasmus Medisch Centrum Electrocardiografische & fysiologische veranderingen tijdens inspanning Indicaties voor inspannings ECG Evaluatie van patienten met pijn op de

Nadere informatie

Boezemfibrilleren. Lianne Permentier, cardioloog Ommelander Ziekenhuis

Boezemfibrilleren. Lianne Permentier, cardioloog Ommelander Ziekenhuis 27-10-2016 Boezemfibrilleren Lianne Permentier, cardioloog Ommelander Ziekenhuis Opbouw presentatie Bouw en werking hart Het normale hartritme Boezemfibrilleren Oorzaken boezemfibrilleren Behandelmogelijkheden

Nadere informatie

Feline infectieuze peritonitis (FIP), Besmettelijke buikvliesontsteking bij katten

Feline infectieuze peritonitis (FIP), Besmettelijke buikvliesontsteking bij katten Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Feline infectieuze peritonitis (FIP) is een virale ziekte die schade toebrengt aan verschillende lichaamsweefsels. Twee vormen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21650 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Shanks, Miriam Title: Evolving imaging techniques for the assessment of cardiac

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32654 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nucifora, Gaetano Title: Clinical applications of non-invasive imaging techniques

Nadere informatie

Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan

Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan Auteur: Steven Sarrazin Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan Boviene Virale Diarree (BVD) is een aandoening met een veel ruimer ziektebeeld dan de naam laat vermoeden. Daarom is

Nadere informatie

Voor langdurige behandeling: bewijs van cardiale valvulopathie als vastgesteld door middel van echocardiografie voorafgaand aan de behandeling.

Voor langdurige behandeling: bewijs van cardiale valvulopathie als vastgesteld door middel van echocardiografie voorafgaand aan de behandeling. RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN VOOR CABERGOLINE BEVATTENDE PRODUCTEN 4.2 Dosering en wijze van toediening Beperking van de maximumdosis tot 3 mg/dag 4.3 Contra-indicaties Voor langdurige

Nadere informatie

Klinische les Links Hartfalen. IC/CC specialisatie Marco van Meer

Klinische les Links Hartfalen. IC/CC specialisatie Marco van Meer Klinische les Links Hartfalen IC/CC specialisatie Marco van Meer Inhoud Definitie Gradaties Oorzaken (patho)fysiologie Gevolg Diagnostiek en monitoring Therapie Er komt een man bij de dokter: Definitie

Nadere informatie

Subaortastenose bij de newfoundland: erfelijkheid, pathofysiologie, diagnose, prognose en fokadvies

Subaortastenose bij de newfoundland: erfelijkheid, pathofysiologie, diagnose, prognose en fokadvies 138 Overzichtsartikel Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2012, 81 Subaortastenose bij de newfoundland: erfelijkheid, pathofysiologie, diagnose, prognose en fokadvies Subaortic stenosis in the Newfoundland:

Nadere informatie

Echocardiografie bij acuut coronair syndroom. J. van Etten, beeldvormend cardioloog

Echocardiografie bij acuut coronair syndroom. J. van Etten, beeldvormend cardioloog Echocardiografie bij acuut coronair syndroom J. van Etten, beeldvormend cardioloog Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven

Nadere informatie

EBM II: Korte casus 1. Kaat De Groot Laurens Deprost

EBM II: Korte casus 1. Kaat De Groot Laurens Deprost EBM II: Korte casus 1 Kaat De Groot Laurens Deprost EBM II: Inleiding tot klinisch denken Titularis: Prof. Dr. Nicole Pouliart Tutor: Chelsey Plas 05/12/2014 Inhoud Casus Differentiaaldiagnoses oesofageale

Nadere informatie

Hartfalen : diagnose en definities

Hartfalen : diagnose en definities Hartfalen : diagnose en definities Dr. Flor Kerkhof Dr. Stefan Verstraete Dr. Filip De Vlieghere Cardiologie AZ Zeno hartfalensymposium Brugge 17/1/2019 Groei van hartfalen in Europa Prevalentie in Europa

Nadere informatie

BELGIAN WORKING GROUP ON HEART FAILURE ANDCARDIAC FUNCTION

BELGIAN WORKING GROUP ON HEART FAILURE ANDCARDIAC FUNCTION BELGIAN WORKING GROUP ON HEART FAILURE ANDCARDIAC FUNCTION PERSCONFERENTIE 25SEPTEMBER2009 PROVINCIAAL ADMINISTRATIEF CENTRUM GENT 1 INHOUDSTAFEL 1. Persmededeling 3 2. Citaten 5 3. Voorstelling vandebwghf

Nadere informatie

Inflammatoire darmontsteking (IBD), maagdarmontsteking bij honden en katten

Inflammatoire darmontsteking (IBD), maagdarmontsteking bij honden en katten Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Inflammatoire (ontsteking) van darmziekten (IBD) is een groep van gastro-intestinale (maagdarm) ziekten waarbij ontstekingen

Nadere informatie

NIEUWIGHEDEN IN DE AANPAK VAN KLEPLIJDEN. MC Herregods HARPA

NIEUWIGHEDEN IN DE AANPAK VAN KLEPLIJDEN. MC Herregods HARPA NIEUWIGHEDEN IN DE AANPAK VAN KLEPLIJDEN MC Herregods HARPA 02-2018 4 hartkleppen functie van de hartkleppen functie van de hartkleppen welke problemen kunnen hartkleppen stellen? vernauwing of stenose

Nadere informatie

Mijn patiënt heeft palpitaties. Dr. Joris Schurmans 26/9/2015

Mijn patiënt heeft palpitaties. Dr. Joris Schurmans 26/9/2015 Palpitaties Mijn patiënt heeft palpitaties Dr. Joris Schurmans 26/9/2015 Palpitaties Palpitaties Hartritme-stoornissen Diagnostische work-up Hartritme-stoornissen Hartritme-stoornissen Palpitaties Palpitaties

Nadere informatie

1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND BIJSLUITER Vetmedin Chew 1,25 mg kauwtabletten voor honden Vetmedin Chew 2,5 mg kauwtabletten voor honden Vetmedin Chew 5 mg kauwtabletten voor honden Vetmedin Chew 10 mg kauwtabletten voor honden 1. NAAM

Nadere informatie

ESDOORNVERGIFTIGING ATYPISCHE MYOPATHIE. Piet Deprez

ESDOORNVERGIFTIGING ATYPISCHE MYOPATHIE. Piet Deprez ESDOORNVERGIFTIGING ATYPISCHE MYOPATHIE Piet Deprez Typisch versus atypisch Maandagziekte / tying up /. Spierbeschadiging tijdens of na arbeid Atypische myopathie Dieren op de weide zonder verband met

Nadere informatie

Spelregels; A = Groen B = Rood Heeft u het antwoord fout, dan neemt u weer plaats op uw stoel!!

Spelregels; A = Groen B = Rood Heeft u het antwoord fout, dan neemt u weer plaats op uw stoel!! Spelregels; A = Groen B = Rood Heeft u het antwoord fout, dan neemt u weer plaats op uw stoel!! Oefenvraag 1. Op het ECG zijn de verschillende fasen van de hartslag te zien. Ze worden benoemd met de letters

Nadere informatie

Kennelhoest - Infectieuze tracheobronchitis (infectieuze ontsteking van luchtpijp en bronchiën) bij honden

Kennelhoest - Infectieuze tracheobronchitis (infectieuze ontsteking van luchtpijp en bronchiën) bij honden Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Een Infectieuze tracheobronchitis is de medische term die een groep van besmettelijke, respiratoire (luchtweg) aandoeningen

Nadere informatie

Hartaandoeningen bij de hond

Hartaandoeningen bij de hond Hartaandoeningen bij de hond HARTAANDOENINGEN VOEDINGSOVERGEVOELIGHEID BIJ DE HOND HARTAANDOENINGEN BIJ DE HOND Hartaandoeningen bij de hond zijn in het algemeen progressief van aard, wat wil zeggen dat

Nadere informatie

Vraag en antwoord document Hartaandoeningen bij de hond

Vraag en antwoord document Hartaandoeningen bij de hond Vraag en antwoord document Hartaandoeningen bij de hond In oktober en november 2014 zijn er webinars gegeven over de diagnostiek en behandeling van hartaandoeningen bij honden door dr. V. Szatmári (Diplomate

Nadere informatie

Aangeboren hartaandoeningen bij de Labrador Retriever

Aangeboren hartaandoeningen bij de Labrador Retriever Aangeboren hartaandoeningen bij de Labrador Retriever Alhoewel de Labrador Retriever slechts zelden op latere leeftijd een hartziekte ontwikkeld, is de Labrador wel gepredisponeerd voor 2 aangeboren hartaandoeningen.

Nadere informatie

Familiaire Mediterrane Koorts

Familiaire Mediterrane Koorts https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL CALCII BOROGLUCONAS 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzame bestanddelen: Per ml: Calcium gluconaat voor

Nadere informatie

Op hoop van zegen Johan de Vries

Op hoop van zegen Johan de Vries Op hoop van zegen Johan de Vries Klinisch chemicus Kennisplatform Transfusiegeneeskunde 30 maart 2017 Maxima Medisch Centrum, Veldhoven Inhoud Casus 1: Het gaat goed Casus 2: Het gaat goed fout Beschouwing

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Tricuspidalisklepdysplasie bij een familie Labrador Retrievers

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Tricuspidalisklepdysplasie bij een familie Labrador Retrievers UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2013-2014 Tricuspidalisklepdysplasie bij een familie Labrador Retrievers door Sylvie D HOOGHE Promotoren: Dr. Valérie Bavegems Klinische casus in

Nadere informatie