PROFESSIONAL DJ MIXER. Snelstart Gebruiksaanwijzing SNEL JE MIXER AANSLUITEN (NEDERLANDS)

Transcriptie

1 PROFESSIONAL DJ MIXER Snelstart Gebruiksaanwijzing INHOUD VAN DE DOOS MIXER VOEDING SNEL JE MIXER AANSLUITEN (NEDERLANDS) 1. Kijk na of alle voorop in deze handleiding vermelde onderdelen wel degelijk in de doos zitten. 2. LEES HET VEILIGHEIDSINSTRUCTIE BOEKJE VOORDAT JE HET TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. Bestudeer de schematische voorstelling van de aansluitingen.. Plaats de mixer op een daarvoor geschikte plaats. Zorg dat alle apparaten uitstaan en alle faders en knoppen op 0 staan.. Sluit alle stereo ingangsbronnen aan zoals op de tekening.. Sluit alle stereo uitgangen aan de versterker(s), tape decks, en/of andere toestellen aan.. Steek nu de stopcontacten in.. Schakel de toestellen aan in de opgegeven volgorde. audio ingang bronnen (draaitafels of CD players) mixer ten slotte, alle versterkers of op de uitgangen aangesloten toestellen. Bij het uitschakelen volg je de omgekeerde werkwijze door eerst De versterkers uit te schakelen Daarna de mixer Ten slotte alle aangesloten toestellen

2 CD PLAYER CD PLAYER CD PLAYER HOUSE AMP CD BURNER OR TAPE DECK DJ MIC FROM RECORD TO PHONO 2 TO PHONO 1 TO AMP OR TO MIC

3 ONDERDELEN OP HET FRONTPANEEL Mic /Aux knop: Activeert de Mic /Aux ingangen. 2. Mic /Aux Gain: Regelt het volume van de microfoon en AUX ingang.. Mic Treble: Deze regelt de hoge tonen op je micro kanaal.. Mic Bass: Deze regelt de bassen op je micro kanaal.. Kanaal Gain: Regelt het pre-fader ingangsniveau.. Kanaal Treble: Regelt het niveau van de hoge tonen.. Kanaal Middle: Regelt het niveau van de middentonen.. Kanaal Bass: Regelt het niveau van de bassen.. Ingangskeuze schakelaar: Selecteert welke achteraan aangesloten geluidsbron wordt toegewezen naar het kanaal.. Kanaal Fader: Regelt het niveau dat naar de mix wordt verzonden. 11. Koptelefoon Volume: Regelt het geluidsniveau van de koptelefoon uitgang. 12. Koptelefoon Jack: Je kunt je koptelefoon aansluiten aan deze ¼ uitgang. Om schade te voorkomen aan je koptelefoon en je oren is het aangeraden om het volume zo laag mogelijk te zetten tijdens het aansluiten of loskoppelen. 1. Cue Schuif: Kanaal 1 en 2 kunnen worden voorbeluistert door gebruik te maken van het mini-crossfadertje. Door naar links te schuiven speelt het linker kanaal 1 en door naar rechts te schuiven speelt het rechter kanaal Cue Meter: Audio volume weergave van de cue uitgang. Afhankelijk van de positie waarin de Cue keuzeschakelaar zich bevindt kan dat: Master, Kanaal 1 Kanaal 2 mini cue schuif mix of FX (effect) zijn. In de Kanaal 1 Kanaal 2 positie toont de meter het piek niveau van de PFL Pre Fader Level van de kanalen 1 & 2. Je kunt gebruik maken van zowel de Gain als de EQ regelingen om de niveaus op elkaar af te stemmen terwijl je voorbeluistert. 1. Cue keuzeschakelaar: Deze schakelaar heeft standen. a) Master: Hiermee beluister je het master signaal b) FX: De effect output wordt naar de koptelefoon uitgang geleid. Dit laat toe om een effect voor te beluisteren alvorens het toe te passen. c) CH1-CH2: Laat je toe om Kanaal1-Kanaal2 voor te beluisteren door gebruik te maken van het mini schuifje. 1. Vervangbare Crossfader: Mengt de audio tussen de twee verschillende kanalen. Opmerking: In geval van slijtage kan deze schuif (fader) door de gebruiker zelf worden vervangen. Verwijder eenvoudig de frontplaat endraai de schroeven die de schuif op zijn plaats houden los. Raadpleeg je NUMARK dealer om er zeker van te zijn dat je een originele vervangschuif in de plaats steekt. 1. Crossfader Richtingskeuze druktoets: Het aanschakelen van deze functie zorgt ervoor dat je de toewijzing van kanaal 1 & kanaal 2 omwisselt op de crossfader. 1. Crossfader Slope Regeling: De stand van deze knop bepaalt de snelheid en de intensiteit van het mengen van je crossfader. 1. Master Uitgang Knop: Regelt je master volume. 20. Master Meter: Toont het audio niveau van de master uitgang. 21. KILL Switches: Elemineert Hoge, Midden of Lage frequenties voor een uniek effect. 22. Effects Assign: Selecteerd het kanaal waar een effect op zal worden toegepast. 2. Effects Process: activeert de processor. 2. Effect Select: effect keuze schakelaar. 2. Rate/Frequency: Regelt de intensiteit en de frequentie van je effect. Afhankelijk van het geselecteerde effect, kan dit een doorlopende controle zijn of wel gesynchroniseerd op de beat.. 2. Effect Mix: Regelt de verhouding tussen het effect en het originele geluid. 2. Beat Tap: Tik het tempo van het geluid in op deze druktoets om het effect te koppellen aan het geluid. Houd de toets ingedrukt om de beat synchronisatie op te heffen. 12

4 EIGENSCHAPPEN VAN HET ACHTERPANEEL Opmerking: Het is wenselijk dat het toestel uitgeschakeld is vooraleer je veranderingen aanbrengt aan de aansluitingen. 1. Microfoon Ingang: Microfoons met een ¼ stekker (jack) kunnen worden aangesloten op deze aansluiting. 2. Phono Ingangen: Deze aansluiting is bedoeld om je draaitafels middels een gevoelige RIAA voorversterker op de mixer aan te sluiten. Enkel draaitafels met laag niveau uitgang mogen hier worden aangesloten. Hoog niveau draaitafels mogen hier worden aangesloten wanneer de PHONO/LINE schakelaar op het achterpaneel in de line positie staat geschakeld.. Phono/Line Keuze schakelaar: Schakelt de gevoelige RIAA voorversterker aan of uit. (zie phono ingangen). GND: Deze schroefaansluiting dient om toestellen op aan te sluiten die van een aarding voorzien zijn. Meestal zijn dat draaitafels.. Line Ingangen: CD spelers, Tape Decks, Samplers of andere lijn niveau apparaten moeten hier op worden aangesloten.. Record Uitgang: Deze RCA aansluiting dient om cd recorder of ander opname apparatuur aan te sluiten. Het geluidsniveau van de record uitgang is gebaseerd op pre-master niveaus.. Master Uitgang (RCA): Deze uitgang dient om aan te sluiten aan een PA systeem, actieve luidsprekers of een huiskamer installatie. Het volume van deze uitgang wordt geregeld door de master schuif.. Master Output (Balanced): Deze ¼ (jack aansluiting stuurt een gebalanceerd (symmetrisch ) signaal naar een PA of een opname systeem (recorder). Het niveau van de gebalanceerde uitgang zal ook toenemen wanneer de master luider wordt gezet. Deze uitgang is duurzaam, biedt een beter uitgangssignaal en is erg geschikt om het signaal over langere afstanden te verbinden.. AC In: Deze mixer is ontworpen om te werken met de voeding die in de doos zit. Sluit eerst aan de mixer aan en pas daarna aan het net. Zorg dat je toestel uit staat voor je de stekker in het stopcontact steekt.. Power Schakelaar: Schakel hier je mixer mee aan of uit. Zorg dat je eerst alle toestellen hebt aangesloten vooraleer je ook de versterker aanschakelt. Respecteer steeds deze volgorde. Eerst de mixer aanzetten dan pas de versterker. Eerst versterker uitzetten en dan pas de mixer. DXM0 Effecten onderdeel Effecten toewijzen: Beweeg de toggle om het kanaal te selecteren waarop je een effect wil hebben. Toelichting: toggle terugverende schakelaar EFFECT AAN: Hiermee schakel je het effect aan of uit

5 Effecten keuze: Effecten kunnen worden toegepast op MIC/AUX, Kanaal1, Kanaal2, of MASTER. Wanneer het effect is toegewezen aan MIC/AUX, kun je kiezen tussen effecten onderaan in kleine letters staan geschreven.(vocoder, Tape echo, Echo, Reverb 1, Reverb 2, LMT+DSTR). Bij selectie van Kanaal1, Kanaal2 of master, kun je kiezen tussen de bovenstaande effecten. (2XCopy, Tape Echo, Echo, Flanger, Phaser, Filter). langzaam bij wanneer je de effecten leert gebruiken.de effecten zijn gevaarlijk prettig om mee te spelen. Als je alleen bent laat je dan gaan. Onthoud echter dat wanneer je live speelt, de mensen misschien liever de originele muziek horen Pas daarom je effecten subtiel toe. Effect Parameters: Deze regelingen variëren bij elk effect. WAARSCHUWING Regel BEAT SYNC/TAP ASSIST: Om de effecten te synchroniseren met de beat, tik je à keer met de maat van de muziek mee. Probeer opnieuw indien het niet van de eerste keer lukt. Vaak werkt het synchroniseren het beste door het ritme te halveren. Bijvoorbeeld, probeer op het geluid van de snare drum mee te tikken( op de tweede en de vierde tel) Indien de synchronisatie van de beat met het effect lichtjes verloopt, kun je opnieuw proberen het tempo in te tikken, het effect zal waarschijnlijk gesynchroniseerd blijven. Anderzijds kun je één keer op de beat tikken om te hersynchroniseren. Eenmaal in beat synch, zullen de effecten onderaan aangeduid met een sterretje(*) zich verhouden als cijfer of tijd ten opzichte van het tempo. Gebruik de RATE/FREQUENCY knop om een veelvoud van het effect in te stellen.(1x,2x,x, enz.) Om de beat sync uit te schakelen en doorlopend controle te hebben over de maatstaf/tijd van een effect, druk je de beat sync druktoets voor langere tijd in tot die niet meer knippert. Nu laat de RATE/FREQUENCY knop je toe om de rate of de frequentie bij te regelen. Om terug over te schakelen naar beat sync, tik je gewoon weer het ritme in.to re-enable beat sync, tap out the beat again. Channel FX: 2XCOPY*: Een herhaling (kopie) van het signaal wordt vertraagd met een vastgestelde tijd. De WET/DRY fader zal reageren als een scherpe, faden tussen het origineel (MIX/INTENSITY fader naar beneden) en de vertraging (MIX/INTENSITY fader naar boven). Pro DJs hebben vaak twee kopieën van bepaalde nummers die ze gebruiken om dit soort effecten te kunnen maken. Probeer nu om het effect te gebruiken met de beat tap sync en beweeg de MIX/INTENSITY fader op en neer in het tempo. Varieer nu de veelvouden van het tempo door de RATE knop te gebruiken. We weten hier dat jij je nu amuseert Als je nu klaar bent iedereen op de zenuwen te werken, lees dan verder want er is meer! TAPE ECHO*: Een veel gezocht effect ontwikkeld in de sixties. Geen reggae, jungle, techno, house, hip hop of soul DJ kan zonder. In beat synch mode, bepaald de RATE/FREQUENCY draaiknop het meervoud van het effect. Wanneer de beat synch uitgeschakeld is, zal de RATE/FREQUENCY ononderbroken de vertraging controleren. De MIX/INTENSITY fader regelt het inputsignaal naar de echo. Dit maakt het erg nuttig om een zin, een gezongen woord of een beat in echo te zetten. Schakel de mix even in op het moment dat het muziekfragment dat je wil accentueren voorbij komt en draai het dan terug weg. Je zult merken dat de op dat ogenblik weergegeven audio nu weg zal echoën. Probeer nu de MIX/INTENSITY fader voor één maat open te zetten, onderbreek dan de muziek door de phono/line switch om te schakelen. Laat het even echoën, zet nu de MIX fader terug naar beneden en schakel de muziek terug in Gefeliciteerd! Nu ben je een echte remix artiest. WAARSCHUWING! Deze tape echo zal sterk in volume toenemen en gaan aanzwellen tot een hoog feedback volume wanneer de MIX/INTENSITY fader te hoog is afgesteld. Door voorzichtig de MIX/INTENSITY fader te bedienen kan je eenvoudig klanken bewerken het is een kwestie van beheersing ECHO*: Gewoon echo effect. De samenstelling van deze echo is een beetje anders. Hier bepaalt de de MIX/INTENSITY fader het echo volume. Met de fader naar boven, heb je echo. Duw je de fader verder dan krijg je zware feedback net zoals bij de tape echo. Wanneer de fader onderaan staat, dan zal het echo effect volledig weg gesneden worden. Dit effect is zeer nuttig het benadrukken van muzikale zinnen en voor het jongleren met beats. FLANGER*: Op en neer gaand flanger effect. In de beat synch mode bedient de RATE/FREQUENCY de sweep rate als een veelvoud van het tempo. Wanneer beat synch is uitgeschakeld zal de RATE/FREQUENCY continu de sweep rate bepalen. MIX/INTENSITY stelt de intensiteit van het flange effect in. PHASER*: Op en neer gaand phase shifter effect. Gelijkaardig aan het flanger effect, alleen heeft een flanger een meer uitgesproken harmonische klank, die doet denken aan het geluid van een straalvliegtuig dat overvliegt. In de beat synch mode bedient de RATE/FREQUENCY het sweep niveau als een meervoud van het tempo. Wanneer beat synch niet actief is, zal de RATE/FREQUENCY regeling continu het sweep niveau bepalen. De MIX/INTENSITY regelt de intensiteit van het phase shifter effect. FILTER: -pole Low Pass Filter. De RATE/FREQUENCY regelt de kantel frequentie van de low pass filter. De MIX/INTENSITY regelt de resonantie (Q) van de low pass filter. Bij hoge resonantie instellingen zal de filter fluiten. MIC FX: VOCODER: Blokgolf Vocoder met Sibilance. De robot stemklank stamt uit de eerste dagen van de elektronische muziek. RATE/FREQUENCY bedient de toonhoogte van de vocoder. MIX/INTENSITY mengt het geluid van jou stem met dat van de robotklank. TAPE ECHO*: Zie beschrijving in, Channel FX. ECHO*: Zie beschrijving in, Channel FX. REVERB 1: Hall Galm Simulator. RATE/FREQUENCY bepaalt het uitsterven van de klank (grootte van de kamer), MIX/INTENSITY bedient de verhouding wet/dry van het reverb effect. REVERB 2: Reverse Reverb. Een zeer lugubere klank. RATE/FREQUENCY bedient de vertragingstijd van de reverb, MIX/INTENSITY bedient de verhouding wet/dry van het reverb effect. LMT+DISTORT: Band limited Distortion. Roep even Aanvalleu! of Alles geven!!! met dit effect. Ze zullen het zeker begrijpen! RATE/FREQUENCY bepaald de hoeveelheid vervorming, MIX/INTENSITY bedient de verhouding wet/dry van het distortion effect.