katoen de kleding de kragen de mode de zebra de druiven de duiven scheve de slurven stijve

Transcriptie

1 deel 6 week 1 de hemden de jurken korte de mutsen de wanten de broeken de mouwen de riemen ruiten de truien katoen de kleding de kragen de mode de zebra dikke de petten de rokken de sokken de stippen groep 6 week 2 het gejuich de lachfilm gekuch de aandacht de achterkant echte de klacht het nachthemd slechts tachtig de druiven de duiven scheve de slurven stijve de dozen de laarzen de hazen glanzen vriezen

2 groep 6 week 3 net als ei, ijs, handig, vrolijk de aardbei het konijn eigen het nijlpaard het eiland de spijker het geheim de tijger het weiland lijken angstig deftig stevig veertig vochtig dadelijk duidelijk eindelijk makkelijk vriendelijk groep 6 week 5 net als gitaar de dirigent de figuur de giro de gitaar het idee juni de kilo het klimaat het kritiek de liter de minuut de piano de piloot de piraat het pistool prima de rivier de sigaar de taxi de titel

3 groep 6 week 6 net als ei en ijs het afscheid allebei eigenwijs het gewei de meisjes het paleis de scheiding steil het terrein veilig de bladzijde het ijzer nijdig het tapijt de vijand de wedstrijd de woestijn bijten rijden slijpen groep 6 week 7 net als slang en bank de honger de honing de houding de mening de omvang de paling de ringslang de spanning de zanger de zitting het anker blank Frankrijk de frisdrank het geschenk mank het stinkdier de tuinbank de stronk de vonk

4 groep 6 week 9 net als cent de cel het cement de cent de centimeter centraal centrale het centrum het cijfer de cirkel de citroen december de decimeter de lucifer het medicijn de oceaan de oceanen precies de provincie de provincies het recept groep 6 week 10 net als insect de acrobaat actief de camera het circus de clown de club de cola het concert het contact de controle controleren correct de disco directeur het insect de postcode het product het project de reclame de seconde

5 groep 6 week 11 net als ezel, kikker de fotograaf grote de haren de loten het mobieltje de straten de tenen vele de vogels nemen alle de ballen de ballon dapper kapotte de puzzel de strikken witte boffen kussen groep 6 week 13 werkwoorden meer fietsen fluiten huilen klimmen praten spelen springen vliegen zingen zwemmen een ik: fiets fluit huil klim praat speel spring vlieg zing zwem een een ander: fietst fluit huilt klimt praat speelt springt vliegt zingt zwemt

6 groep 6 week 14 werkwoorden woordenboek- vorm ik vorm bakken dansen eten geven helpen horen juichen lusten roepen snappen begin drink gil hol klets krijg lach schreeuw verveel win groep 6 week 15 werkwoorden tijd van nu lopen kiezen nemen vragen weten ik loop kies neem vraag weet een ander loopt kiest neemt vraagt weet tijd van toen meer liepen kozen namen vroegen wisten ik/een ander liep koos nam vroeg wist

7 groep 6 week 17 net als gitaar Afrika de bami de benzine het diploma de familie de finale de file juli de kantine de kapitein de klarinet de kiwi de minister de muzikant de olifant de pagina de sigaret de sirene de spinazie het uniform groep 6 week 18 net als Europa en s morgens Ameland Leeuwarden Amsterdam Nederland Europa Noord- Holland Friesland Rozenstraat Jan Smit Waddenzee s avonds s middags s morgens s nachts s ochtends s winters s zomers m n t zo n

8 groep 6 week 19 net als tekenen huppelen knutselen puzzelen stapelen stempelen struikelen wandelen oefenen openen regenen rekenen tekenen fladderen gisteren de kinderen knikkeren luisteren slenteren toveren de wonderen

9 groep 6 week 21 net als lopen blazen brengen buigen denken praten schrijven staan voelen weten zeggen ik ik- vorm ik blaas ik breng ik buig ik denk ik praat ik schrijf ik sta ik voel ik weet ik zeg een ander ik- vorm + t hij blaast hij brengt hij buigt hij denkt hij praat hij schrijft hij staat hij voelt hij weet hij zegt

10 groep 6 week 22 net als lopen begrijpen betalen durven fluisteren gapen knippen komen pakken tekenen verzinnen ik ik- vorm ik begrijp ik betaal ik durf ik fluister ik gaap ik knip ik kom ik pak ik teken ik verzin een ander ik- vorm + t hij knipt hij betaalt hij durft hij fluistert hij gaapt hij knipt hij komt hij pakt hij tekent hij verzint

11 groep 6 week 23 net als lopen doen eten komen lezen luisteren schieten slapen sluiten vallen vouwen meedoen opeten tegenkomen voorlezen afluisteren opschieten uitslapen opsluiten omvallen opvouwen groep 6 week 25 net als zebra s de auto s de diploma s de Eskimo s de foto s de iglo s de kano s de kilo s de komma s de menu s de oma s de opa s de pagina s de paraplu s de piano s de pinda s de programma s de salto s de ski s de taxi s de zebra s

12 groep 6 week 26 net als vrijheid de bezigheid de boosheid de duidelijkheid de eenzaamheid de gelegenheid de gezelligheid de gezondheid de hoeveelheid de moeilijkheid de mogelijkheid de narigheid de schoonheid de snelheid de veiligheid de viezigheid de vrijheid de waarheid de werkelijkheid de wijsheid de zekerheid groep 6 week 27 net als ezel, kikker de bezem de boterham bovenop de deken de glazen helemaal de lepels de vazen de wagen wonen de emmer de flessen de jassen de klokken de matrassen de messen de pannen de vissen de zakken vallen

13 groep 6 week 29 net als werkwoord: rijden aankleden houden antwoorden landen braden luiden (zich) branden melden glijden onthouden ophouden opwinden raden redden rijden snijden verbinden verbranden verkleden vinden groep 6 week 30 net als rijden, lopen beantwoorden optreden bidden schudden bieden verraden broeden voeden laden worden dromen duren halen kraken logeren pesten rusten slapen stoppen zitten

14 groep 6 week 31 werkwoordpakket woordenboekvorm hebben kunnen mogen willen zijn zullen ik- vorm heb kan/kun jij mag wil ben ik zal/zul jij jij- vorm hebt kunt mag wilt bent zult hij- vorm heeft kan mag wil is zal u- vorm heeft kunt mag wilt bent zult groep 6 week 33 net- als- woord: vakantie de actie de felicitatie de advertentie de garantie de arrestatie de illustratie de attentie de informatie de directie de operatie de organisatie de politie de portie de prestatie de reactie de reparatie de situatie de traktatie de variatie de vakantie

15 groep 6 week 34 net- als- woord: bagage, ei de bagage de lekkage de etalage de manege de garage de reportage de horloge de stage de slijtage de leiding het seizoen het heimwee weinig beide de reiziger allerlei de leider bereiken weigeren groep 6 week 35 net- als- woord: blauw, kou augustus nauwelijks flauwekul de automaat de astronaut de autobus klautert de kabeljauw naukeurig de augurk eenvoudig de juffrouw de kabouter de oudste de toeschouwers trouwens verkouden vertrouw onthouden

16