ZonMw Onderzoeksagenda Zwangerschap en Geboorte
|
|
- Nathan van der Pol
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1
2
3 ZonMw Onderzoeksagenda Zwangerschap en Geboorte Prioriteiten in kennisontwikkeling ten behoeve van een gezonde moeder, een gezonde zwangerschap en een gezond kind 17 juni 2010
4
5 Colofon ZonMw is de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. Als intermediair tussen maatschappij en wetenschap werkt ZonMw aan de verbetering van preventie, zorg en gezondheid door het stimuleren en financieren van onderzoek, ontwikkeling en implementatie. ZonMw staat voor kennisvermeerdering, kwaliteit en vernieuwing in het gezondheidsonderzoek en de zorg. De organisatie bestrijkt het hele spectrum van fundamenteel gezondheidsonderzoek tot en met de praktijk van de (preventieve) zorg. ZonMw heeft als hoofdopdrachtgevers het ministerie van VWS en NWO. Voor meer informatie over deze Onderzoeksagenda kunt u contact opnemen met het secretariaat via blom@zonmw.nl of telefoon (070) juni /06/2010/2 ZonMw Laan van Nieuw Oost Indië 334 Postbus AE Den Haag Tel. (070) Fax (070)
6 6
7 Inhoudsopgave Voorwoord 9 Samenvatting Aanleiding voor deze onderzoeksagenda Achtergrondinformatie over perinatale sterfte en morbiditeit in Nederland Afbakening en randvoorwaarden Kennislacunes 19 Bronnen 23 Bijlage 1: geïnterviewden maart-april Bijlage 2: deelnemers expertmeeting 21 april
8 8
9 Voorwoord In december 2009 heeft de door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ingestelde externe stuurgroep Zwangerschap en Geboorte een advies uitgebracht met voorstellen om de zorg rond zwangerschap en geboorte te optimaliseren. Naast aanbevelingen voor de organisatie van de zorg, adviseert de stuurgroep om de toegang tot kennis te verbeteren en een breed gedragen beroepsoverstijgend onderzoeksprogramma te ontwikkelen. Ter voorbereiding van de onderzoeksagenda heeft ZonMw opdracht gegeven voor een Signalementstudie Zwangerschap en Geboorte. Dit Signalement inventariseert de kennis(lacunes) op het gebied van de perinatale gezondheid en gezondheidszorg en stelt op grond daarvan prioriteiten voor wetenschappelijk onderzoek op dit terrein. Ook hebben in 2009 de Wetenschapscommissie Verloskunde van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) de Kennisagenda Fysiologische Verloskunde opgesteld en de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) de Kennisagenda Perinatale Zorg. Op 21 april 2010 vond bij ZonMw de expertmeeting Zwangerschap en Geboorte plaats. De deskundigen uit de verschillende beroepsgroepen hebben met elkaar vastgesteld welke kennis als eerste moet worden vergaard om de zorg rond zwangerschap en geboorte te optimaliseren en om vermijdbare sterfte en ziekte van kind en moeder te voorkomen. Er blijkt dringend behoefte te zijn aan onafhankelijk, beroeps- en lijnoverstijgend onderzoek naar gezondheidsbevordering en interventies in de zorg en zorgstructuur. Op grond van de bovengenoemde drie documenten en de uitkomsten van de expertmeeting heeft ZonMw de Onderzoeksagenda Zwangerschap en Geboorte opgesteld. Ik hoop dat deze Onderzoeksagenda zal leiden tot initiatieven om in goede samenwerking tussen beleid, praktijk en onderzoek en met de verschillende disciplines onderzoek uit te voeren ten behoeve van een gezonde en goede start van een nieuw leven. Langs deze weg wil ik alle experts bedanken die een bijdrage hebben geleverd aan het Signalement, deze Onderzoeksagenda en de voor deze agenda gehouden interviews en expertmeetings. Henk J. Smid directeur ZonMw 9
10 10
11 Samenvatting In Nederland is de maatschappelijke betrokkenheid van het publiek en de politiek bij de perinatale zorg groot. De relatief ongunstige positie van Nederland in de Europese perinatale sterftecijfers heeft daarom ieders aandacht. Waarom Nederland minder goed dan andere Europese landen de perinatale sterfte omlaag heeft weten te brengen, is niet duidelijk. Daarnaast zijn er grote verschillen tussen bevolkingsgroepen. In het bijzonder in de grote steden zijn er verontrustende uitkomsten - niet alleen onder allochtone, ook onder autochtone bevolkingsgroepen. Behalve sterfte is ook morbiditeit (ziekte) van belang. Aan beide liggen grotendeels dezelfde determinanten ten grondslag en de cijfers volgen hetzelfde patroon. Veel meer dan in het verleden werd gedacht, blijken diverse gezondheidsproblemen rond de geboorte ook te leiden tot gezondheidsproblemen als de baby s ouder, zelfs volwassen zijn. Dat kan ook het geval zijn als de aanvankelijke behandeling succesvol lijkt te zijn. Daarom betekent het verbeteren van de perinatale uitkomsten ook werken aan de gezondheid van huidige en toekomstige generaties. Het terugdringen van problemen rond de geboorte, met aandacht voor verschillen tussen groepen, draagt ook bij aan het terugdringen van gezondheidsverschillen tussen die bevolkingsgroepen in het latere leven. Veruit het grootste deel van de perinatale sterfte (85,2 procent) in Nederland hangt samen met de aanwezigheid van één of meer van de volgende risicofactoren: congenitale afwijking, premature geboorte, laag geboortegewicht voor de betreffende zwangerschapsduur en een lage Apgar-score 1 na de geboorte (na 5 minuten). Dit noemen we de Big4 aandoeningen. Het voorkómen, vroeg opsporen en behandelen van deze aandoeningen is daarom van groot belang. De verschillende beroepsgroepen hebben geconstateerd dat naast veranderingen in de zorg, zoals aangegeven in het advies van de Stuurgroep, ook onderzoek dat tot doel heeft de perinatale mortaliteit en morbiditeit van kind en moeder te verlagen, van groot belang is. Die verlaging kan plaatsvinden door zowel het gunstig beïnvloeden van risicofactoren en het vroeg opsporen en behandelen daarvan als ook door het verbeteren van factoren die de zorg beïnvloeden. Bij de selectie van de onderzoeksprioriteiten zijn accenten gelegd op basis van de inschatting van de mogelijke bijdrage die zulk onderzoek heeft op de vermindering van sterfte en morbiditeit. Hoge prioriteit gaat naar praktijkgericht onderzoek en zorgexperimenten die bijdragen aan verbeteringen op de korte termijn. Dit onderzoek moet zoveel mogelijk lijnoverstijgend superscript (0 de,1e-, 2e-, en 3e-lijnszorg) en beroepsoverstijgend plaatsvinden. Vernieuwingen in de zorg dienen gepaard te gaan met een goede, wetenschappelijke evaluatie. Daarnaast is een blijvende investering nodig voor fundamenteel onderzoek; dus investeringen in kennis ter verbetering van de resultaten op de langere termijn. Deze onderzoeksagenda geeft specifieke en intensieve aandacht aan (aanstaande) ouders in achterstandssituaties. Hoofdthema Het hoofdthema waarop het onderzoek rondom zwangerschap en geboorte zich in de komende jaren moet richten, is de aanpak van de belangrijkste oorzaken van perinatale sterfte en morbiditeit (vroeggeboorte, groeivertraging, congenitale afwijkingen en asfyxie bij het kind). Leidend daarbij zijn het voorkómen van (een cumulatie van) risicofactoren en de vroege opsporing daarvan om te komen tot een vroege (preventieve) behandeling. De kennislacunes die er op dit brede thema geïdentificeerd zijn, worden hieronder kort en in hoofdstuk 4 uitgebreider toegelicht. 1 De Apgar-score is een test, waarmee een snelle indruk van de algemene toestand van een pasgeboren baby verkregen kan worden. De test wordt door de verloskundige, gynaecoloog of kinderarts gescoord één minuut, vijf minuten en tien minuten na de geboorte en geeft inzicht in de conditie van de baby op vijf vitale criteria (ademhaling, pols- en hartslag, spiertonus, kleur van de huid en reactie op prikkels). Op ieder criterium kan 0, 1 of 2 punten worden gescoord. De meeste baby's komen ter wereld met een Apgar-score tussen 7 en 10 punten. Bij minder dan 4 punten is onmiddellijk ondersteunende hulp vereist. 11
12 Kennislacunes Deze Onderzoeksagenda formuleert kennislacunes, gegroepeerd in thema s, waarop onderzoek dringend nodig is. De thema s zijn: gezondheidsvoorlichting & gezondheidsbevordering; risicoselectie & screening; organisatie & concentratie van de zorg; etnische, culturele & sociaaleconomische gezondheidsverschillen; ethische aspecten & cliëntperspectief; en oorzaken van perinatale en maternale sterfte en morbiditeit. Onderzoeksprioriteiten (zie ook hoofstuk 4) De prioriteiten voor onderzoek op deze thema s zijn aangeven in hoofdstuk 4. Enkele voorbeelden worden hieronder weergegeven. Onderzoek naar de(kosten)effectiviteit en implementatie van bestaande best practices van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsbevordering en onderzoek naar organisatie en samenwerking tussen zorgverleners. Onderzoek gericht op het opsporen, voorkómen en behandelen van vroeggeboorte, perinatale asfyxie, groeivertraging en congenitale afwijkingen en complicaties bij bevalling; en ontwikkeling, evaluatie van (kosten)effectiviteit en implementatie van screeningsinstrumenten naar leefstijl-, psychosociale en andere factoren, afwijkingen, groeivertraging, aandoeningen moeder. Onderzoek naar mogelijkheden voor verbetering van de kwaliteit en de organisatie van de zorg en samenwerking in de zorgketen. Onderzoek naar het opheffen van de gecumuleerde risico s bij vrouwen in achterstandssituaties; en onderzoek naar de oorzaken van onderbehandeling van allochtone en achterstandsgroepen. Onderzoek naar maatschappelijk relevante ethische kwesties rondom screening en onderzoek naar wensen, voorkeuren, overwegingen en verwachtingen van cliënten. Onderzoek naar ethische aspecten rondom bestaande en nieuwe technieken van prenatale screening. Onderzoek naar dwang en drang rondom gezondere leefstijl bevorderen. Onderzoek naar de nog onbekende oorzaken voor de hoge sterfte bij a terme kinderen en onderzoek naar de gevolgen voor het kind van perinatale problemen en interventies op zowel korte als langere termijn. Consortia De experts pleiten voor vorming van lijnoverstijgende consortia. Hoewel er ook vraagstukken zijn die in enkelvoudig verband te beantwoorden zijn, vormt samenwerking de sleutel tot succes. Monitoring Om effecten op langere termijn te kunnen volgen en beter inzicht te verkrijgen in het verloop van de gezondheid van moeder en kind en de determinanten hiervan, is het opbouwen en gebruik kunnen maken van de gegevens van (bestaande) cohorten en andere registraties een voorwaarde. Er dient aangestuurd te worden op gezamenlijke dataverzameling en opbouw van databestanden en uniformiteit in (presentatie van) verzamelde gegevens. 12
13 1. Aanleiding voor deze onderzoeksagenda Nederland heeft een gemiddeld genomen ongunstige positie in de Europese perinatale sterftecijfers volgens het EURO-PERISTAT-II rapport 1. De perinatale sterfte daalde ook in Nederland de afgelopen decennia, maar minder snel dan in andere landen 1. In Nederland bevallen ieder jaar ongeveer vrouwen. Jaarlijks overlijden er ongeveer kinderen rond de geboorte. Daarnaast overlijden er ook jaarlijks tien tot vijftien vrouwen aan de complicaties rond zwangerschap en geboorte. Naast deze perinatale en maternale sterfte is er ook sprake van morbiditeit van kind en moeder ten gevolge van de zwangerschap of de geboorte. Een goed onderbouwde verklaring voor de slechtere positie van Nederland ten opzichte van andere Europese landen ontbreekt 2,3. Niet alleen het gemiddelde niveau van de perinatale uitkomst is in Nederland ongunstig, er zijn ook grote verschillen tussen bevolkingsgroepen en verschillen naar woonplaats. Zwangere vrouwen die wonen in de grote steden hebben vaker een ongunstige perinatale uitkomst dan vrouwen die elders wonen. Dit heeft een duidelijke relatie met een oververtegenwoordiging van allochtone vrouwen, vrouwen met een lage sociaaleconomische positie, vrouwen die wonen in zogenoemde achterstandswijken en andere specifieke risico s die verbonden zijn aan het wonen in een grote stad 3. Het is zorgwekkend dat het daarbij vaak niet gaat om één afzonderlijk risico maar om een cumulatie van risico s. Sinds begin 2008 staat het verder laten dalen van perinatale sterfte én het voorkómen van morbiditeit bij moeder en kind hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Hoe is het mogelijk dat wij, gezien het niveau van de zorg in Nederland, relatief slecht presteren ten opzichte van de ons omringende landen? In december 2009 heeft een door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangestelde externe stuurgroep Zwangerschap en Geboorte een advies uitgebracht aan de minister met voorstellen om de zorg rond zwangerschap en geboorte te optimaliseren. Naast aanbevelingen over de organisatie van de zorg, adviseert de Stuurgroep ook om, gezien de vele kennislacunes, een onderzoeksagenda op te stellen die gedragen wordt door het hele veld. ZonMw heeft de taak op zich genomen de ontbrekende kennis over perinatale sterfte en morbiditeit in kaart te brengen en prioriteiten te stellen. Het resultaat hiervan is deze Onderzoeksagenda Zwangerschap en Geboorte, die is opgesteld in samenwerking met de verschillende beroepsgroepen en experts. Waarom een onderzoeksagenda? Omdat resultaten van onderzoek de noodzakelijke aanknopingspunten kunnen leveren voor (kosten)effectieve interventies op het gebied van preventie en zorg. Ook kan onderzoek de onderbouwing leveren voor noodzakelijke veranderingen in de zorg om perinatale en maternale sterfte en morbiditeit terug te dringen. Het is van belang om het onderzoek dat hier het meeste aan bijdraagt te identificeren. Werken aan betere perinatale uitkomsten is investeren in de gezondheid van huidige en toekomstige generaties. Dit levert naar verwachting ook een bijdrage aan het terugdringen van grote verschillen in gezondheid in het latere leven. Ambitie en doelstellingen De leidraad voor deze Onderzoeksagenda Zwangerschap en Geboorte is een gezonde moeder, een gezonde zwangerschap en een gezond kind. Deze onderzoeksagenda heeft de ambitie in kaart te brengen welke kennis de komende jaren ontwikkeld moet worden om een belangrijke bijdrage te leveren aan het terugdringen van vermijdbare sterfte en ziekte bij moeder en kind tijdens de zwangerschap en rond de bevalling. Een hoge prioriteit ligt daarbij op het snel verkrijgen van die onderzoeksresultaten die hieraan het meest kunnen bijdragen. Daarbij vraagt het veld nadrukkelijk aandacht voor het verloop van de normale fysiologische zwangerschap en niet alleen te concentreren op de pathologie, de afwijkende bevalling. 13
14 De doelstellingen van de Onderzoeksagenda zijn: Het stimuleren van beroeps- en lijnoverstijgend onderzoek gericht op de ontwikkeling, evaluatie en implementatie van interventies ter preventie van vermijdbare perinatale en maternale sterfte en morbiditeit. Het ontwikkelen van een perinataal multidisciplinair preventiekader gericht op gezondheidsbevordering (zoals voorlichting over roken en overgewicht) en ziektepreventie, waarbij het bereik van risicogroepen een belangrijk aandachtspunt is. Het stimuleren van onderzoek om bij te dragen aan een praktijk die meer is gestoeld op een wetenschappelijk bewezen aanpak (evidence based). Het centraal stellen van het cliëntperspectief: moeder en kind in de hoofdrol. Werkwijze ZonMw heeft begin 2009 opdracht verleend aan het Eramus MC voor het opstellen van een Signalementstudie waarin de actuele stand van zaken rond zwangerschap en geboorte wordt gegeven en een overzicht van kennis en kennislacunes. Het ErasmusMC heeft in december 2009 een concept van dit Signalement Zwangerschap en Geboorte gepresenteerd. De KNOV (Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen) en de NVK (Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde) hebben beide eind 2009 ook een onderzoeksagenda opgesteld 4,5. De Signalementstudie en de onderzoeksagenda s zijn in december 2009 besproken tijdens een door ZonMw georganiseerde expertmeeting. Op grond van deze documenten is een concept van een onderzoeksagenda opgesteld. Het concept van de onderzoeksagenda is aangevuld door een consultatie van vertegenwoordigers van de verschillende betrokken beroepsgroepen en instanties (zie bijlage 1). Deze gesprekken zijn in maart en april 2010 gevoerd. Op 21 april 2010 werd in een gezamenlijke expertbijeenkomst (zie bijlage 2) het concept van de onderzoeksagenda besproken wat heeft geresulteerd in de definitieve versie van deze Onderzoeksagenda Zwangerschap en Geboorte. Tevens is het Signalement verder bewerkt en in juni 2010 gepubliceerd. 14
15 2. Achtergrondinformatie over perinatale sterfte en morbiditeit in Nederland Dit hoofdstuk gaat kort in op de belangrijkste feiten over de Nederlandse situatie rond perinatale en maternale sterfte en morbiditeit. Veruit het grootste deel van de perinatale sterfte (85,2 procent) in Nederland hangt samen met de aanwezigheid van één of meer van de volgende vier risicofactoren (de Big4 aandoeningen): - premature geboorte - congenitale afwijking - laag geboortegewicht voor de betreffende zwangerschapsduur - lage Apgar-score 5 minuten na de geboorte 2. Deze noemen we de Big4 aandoeningen. Big4 aandoeningen komen voor bij één op de zes zwangerschappen (16 procent) en gezamenlijk zijn deze verantwoordelijk voor 85 procent van de perinatale sterfte. Laat men de lage Apgar-score buiten beschouwing, dan spreken wij van de Big3 aandoeningen. Big3 aandoeningen veroorzaken 82 procent van de sterfte 2. De meeste kinderen met Big4 hebben slechts één Big4 aandoening (97 procent, in totaal 14,2 procent van alle zwangerschappen). De rest (in totaal 2,1 procent van alle zwangerschappen) heeft meer dan één Big4 aandoening en dat vergroot het risico op sterfte aanzienlijk. 80 Procent van de perinatale sterfte vindt plaats bij de 2 procent van de kinderen die een combinatie van twee of meer van de Big4 aandoeningen hebben. De sterftekans is bij een gecombineerde Big4 gemiddeld 39 procent tegen slechts 0,4 procent bij de kinderen met een enkelvoudige Big4 aandoening. Kinderen die als enige probleem een te laag geboortegewicht hebben (één van de Big4 aandoeningen), hebben een nog lagere sterfte (0,03 procent). Dat cijfer is echter misleidend. Een te laag geboortegewicht - veroorzaakt door groeivertraging - geeft vooral aanleiding tot doodgeboorte vóór de 37ste week van de zwangerschap. De baby s die een groeivertraging hebben, maar uiteindelijk toch op tijd worden geboren, zijn relatief gezond 2. Uit de meest recente getallen uit 2007 blijkt dat in Nederland ongeveer tweederde van de perinatale sterftegevallen foetale sterfte betreft: 46 procent van de sterfte vindt plaats vóór de geboorte en 21 procent tijdens de baring. Het resterende deel van de sterfte betreft levend geboren kinderen die in de eerste zeven levensdagen overlijden. In totaal overleden in kinderen na een zwangerschapsduur van 37 weken of meer (dat is ongeveer 25 procent van het totaal aantal jaarlijkse perinatale sterfgevallen) 2. Nederland kent grote verschillen in perinatale uitkomsten, zowel tussen steden onderling als binnen steden. De uitkomsten van de zwangerschap zijn aanzienlijk slechter in achterstandswijken, voor zowel allochtone als autochtone vrouwen. Etniciteit, culturele verschillen en een lage sociaaleconomische status hebben effect op de uitkomst van de zwangerschap 3. Overgewicht, slechte voeding, roken en alcoholgebruik stimuleren in belangrijke mate de vier belangrijkste oorzaken voor perinatale sterfte en morbiditeit. Ongeveer 30 procent van de Nederlandse vrouwen in de vruchtbare periode (15-44 jaar) rookt en ongeveer 5 procent is probleemdrinker. Slechts een heel klein percentage van de vrouwen voldoet aan de aanbevelingen uit de Richtlijnen goede voeding en ongeveer 40 procent van de vrouwen heeft een matig tot ernstig overgewicht 3. Het gebruik van foliumzuur daalt (vlak na de voorlichtingscampagne lag dat op 70% voor autochtone vrouwen). Het bereik van perinatale zorg en prenatale screening is onvoldoende. In de grote stad zijn autochtone vrouwen in ongeveer driekwart van de gevallen voor de 14 e week van de zwangerschap bij de zorgverlener geweest 3. Het wonen in een achterstandswijk gaat gepaard met een verhoogd risico op perinatale mortaliteit en morbiditeit. Waarop dat effect rust is maar gedeeltelijk bekend. Duidelijk is dat een opeenstapeling van risico s gezamenlijk leidt tot slechtere uitkomsten 3. 15
16 De hoge perinatale sterfte in verhouding tot die van andere Europese landen kan niet uitsluitend verklaard worden door de bijdrage van de reeds bekende oorzaken voor slechtere zwangerschapsuitkomsten, zoals consanguïniteit (geboorte uit twee bloedverwanten), de leeftijd van de moeder (tienerzwangerschap en boven de 40 jaar), een meerlingzwangerschap, het beperkte bereik van de prenatale screening (zoals een test op het syndroom van Down) en het medisch beleid bij onvoldragen zwangerschappen in Nederland (24-26 weken) 2,3. Kinderen die intensieve neonatale zorg nodig hebben gehad, hebben een verhoogd risico op ontwikkelingsstoornissen in de loop van hun leven. Dat geldt voor zowel te vroeg geboren kinderen als voor kinderen die op tijd worden geboren. Van de te vroeg geboren kinderen (bij een zwangerschapsduur korter dan 32 weken) heeft 40 procent op tweejarige leeftijd een mentale of een motorische achterstand. Bij sommige van deze kinderen ontwikkelen zich gedragstoornissen, ADHD, autisme en psychiatrische ziektebeelden. Kinderen met een groeiachterstand die ook te vroeg geboren zijn, vertonen meer complexe neurologische en ontwikkelingsstoornissen. Intra-uteriene (in de baarmoeder) groeiachterstand wordt ook geassocieerd met hart- en vaatziekten en diabetes op volwassen leeftijd. Op tijd geboren kinderen met een groeiachterstand hebben in vergelijking met kinderen met een normaal geboortegewicht, een verhoogde kans op leerproblemen en op lagere intellectuele vermogens op jong volwassen leeftijd. Kinderen met een ernstige vorm van zuurstoftekort rond de geboorte, ongeacht de zwangerschapsduur, hebben vaker een slechte intellectuele, neuropsychologische en motorische ontwikkeling. Maternale sterfte wordt vooral veroorzaakt door aandoeningen die verband houden met hoge bloeddruk, trombose, infecties en bloedingen (8 uit zwangeren). De belangrijkste oorzaak voor maternale sterfte is eclampsie en HELLP-syndroom. Etniciteit heeft een belangrijke invloed op de sterfte van de moeder. De oorzaak daarvan is onvoldoende bekend. Maternale morbiditeit komt voor bij 7 van de zwangere vrouwen. Er zijn aanwijzingen dat bloedingen daarbij een grote rol spelen. Tevens kunnen zorgfactoren hierin een rol spelen 2. De vormgeving van het Nederlandse verloskundige systeem is uniek. Nergens kent men in de verloskunde het onderscheid in nulde, eerste- tweede en derdelijn, twee professionals (huisarts en verloskundige) in de eerste lijn en een professionele kraamzorg. De basis onder het functioneren van dit systeem is een adequate risicoselectie in zowel de eerste als de tweede lijn. Die risicoselectie kan beter. Bij ongeveer een derde van de zwangerschappen met een Big4 aandoening, begint de bevalling in de eerste lijn 3. Daarnaast is adequate communicatie en informatie-uitwisseling tussen alle zorgverleners essentieel. Immers, ruim 80% van de zwangere vrouwen heeft op enig moment tijdens de zwangerschap te maken met meerdere zorgprofessionals 2,3. Zoals uit deze korte opsomming blijkt, is al veel bekend over de mogelijke oorzaken van de relatief slechte zwangerschapsuitkomsten in Nederland. Ook is duidelijk dat er nog diverse kennishiaten bestaan. De werkelijke oorzaken van een niet goed verlopende zwangerschap zijn lang niet altijd bekend en er is nog veel onduidelijk over hoe deze risicofactoren kunnen worden voorkomen en hoe er vroeg kan worden ingegrepen als ze zich voordoen. Kennis over effectiviteit, doelmatigheid en implementatievoorwaarden van interventies ontbreekt. Verder is er nog veel onduidelijkheid over hoe de overdracht tussen de lijnen geoptimaliseerd kan worden. Ook is niet bekend wat de (kosten)effectiviteit, de implementatievoorwaarden en implicaties van (soms reeds in gang gezette) zorginnovaties zijn. Ten behoeve van landelijk invoering is evaluatie hiervan noodzakelijk. 16
17 3. Afbakening en randvoorwaarden Periode waarop de onderzoeksagenda betrekking heeft Een gezonde zwangerschap begint al voor de conceptie. Veel problemen kunnen worden voorkomen door gezond te beginnen aan de zwangerschap. De Onderzoeksagenda begint daarom bij de preconceptiefase en heeft óók betrekking op de lange termijn morbiditeit als gevolg van complicaties rond de geboorte voor zowel moeder en kind. We gaan daarbij uit van een fasering in zes fasen: 1. Preconceptiefase 2. Vroege zwangerschap tot 22 weken 3. Late Zwangerschap vanaf 22 weken 4. Baring 5. Eerste 6 weken van de moeder (eerste controle) en de eerste zeven dagen van het kind 6. De periode van het kind tot jongvolwassen leeftijd (de periode waarop lange termijn effecten van een slechte start zich kunnen openbaren) De Onderzoeksagenda legt de aandacht vooral op de start van het leven en op een levensloopperspectief: een ongunstige perinatale uitkomst dient te leiden tot vervolgaandacht voor dit kind. En ook voor de ouders, zowel wat hun eigen gezondheid betreft als die van een eventueel volgend kind. Definities Onder perinatale sterfte verstaan wij in deze agenda sterfte van het kind vanaf een zwangerschap van 22 weken tot 7 dagen na de geboorte (de optelsom van de foetale sterfte en de vroeg neonatale sterfte). Maternale sterfte is de dood van de moeder als gevolg van complicaties gedurende de zwangerschap of de baring. Onder morbiditeit bij moeder en kind verstaan we die complicaties die op korte en lange termijn ontstaan bij moeder of kind ten gevolge van complicaties die optraden tijdens de zwangerschap of de baring. Type onderzoek Het veld pleit voor betere toepassing van bestaande kennis. Bij de uitvoering van de Onderzoeksagenda zou de nadruk moeten liggen op toegepast en praktijkgericht onderzoek, op de evaluatie en implementatie van bestaande (kosten)effectieve interventies en waar nodig op de ontwikkeling van nieuwe effectieve interventies. Belangrijk is dat als er sprake is van een innovatie in de zorg dit wordt begeleid met evaluatie- en implementatieonderzoek. Maar er zijn ook andere vormen van onderzoek nodig, zoals fundamenteel-strategisch onderzoek en epidemiologisch onderzoek, dit om de juiste bouwstenen aan te leveren voor het toegepast onderzoek. Uitgangspunt is dat dit onderzoek moet bijdragen aan het terugdringen van de perinatale en de maternale sterfte en morbiditeit. Het moet aan de onderzoekers worden overgelaten welk type onderzoek zij passend achten bij de onderzoeksvraag. Juist voor het onderzoek naar de effectiviteit van interventies is verbreding en flexibilisering van de te hanteren designs nodig, mits goed onderbouwd. Hoewel het optimale bewijs van effectiviteit kan worden verkregen door een randomized controlled trial (RCT) zijn er verschillende redenen denkbaar waarom toepassing van dit design niet altijd mogelijk of geëigend is. Een voorbeeld daarvan is de evaluatie van een interventie in de wijk. Ook kan randomisatie om verschillende redenen, zoals ethische en politieke, lastig zijn. Het gekozen onderzoeksdesign moet vanzelfsprekend wel passen bij de onderzoeksvraag. Aantonen of de interventie het beoogde effect heeft, moet uiteindelijk altijd de doelstelling van het onderzoek zijn. 17
18 Onderzoek in consortia en zorgexperimenten Kennisontwikkeling moet gericht zijn op het vergroten van de kans op een gezonde zwangerschap en op een goede uitkomst voor moeder en kind. Hierin spelen verschillende professionals in de 0 e,1 e,2 e en 3 e lijn een rol. Gezamenlijke ontwikkeling van kennis bevordert de samenwerking en de onderlinge afstemming van zorg. De ontwikkeling van kennis moet bij voorkeur plaats vinden in multidisciplinaire,lijnoverstijgende, consortia. Dergelijke samenwerkingsverbanden van ziekenhuizen, verloskundige centra en praktijken, huisartsen, universiteiten en hogescholen, zijn bij uitstek geschikt om praktijkgericht onderzoek uit te voeren en de resultaten van het onderzoek direct toe te passen in de praktijk. Het ontwikkelen van de infrastructuur die hiervoor nodig is, heeft ondersteuning nodig. In deze consortia kunnen ook nieuwe organisatie- en samenwerkingsvormen worden onderzocht in zorgexperimenten. In een consortium moeten diverse lijnen tot ontwikkeling worden gebracht. Ook kan in een consortium meer aandacht zijn voor het beleid van gemeenten en andere overheden. Uiteraard moet er bij de uitvoering van de onderzoeksagenda wel oog blijven voor kleinere noodzakelijke experimenten die wat hun uitvoering betreft niet passen binnen een groter consortium. Participatie en cliëntperspectief De afgelopen jaren dringt steeds meer het besef door dat participatie van cliënten essentieel is om vooruitgang te boeken. Onder participatie verstaat ZonMw het betrekken van belanghebbenden bij het bereiken van de doelstellingen van de onderzoeksagenda. Met betrekken wordt bedoeld het raadplegen, advies inwinnen, samenwerken of laten (mee)beslissen van belanghebbenden bij het subsidiëren van projecten en bij de werkzaamheden in de projecten. Participatie kan bijdragen aan een betere kwaliteit van onderzoek, ontwikkeling en implementatie en nieuwe inzichten daarvoor. Daarnaast bevordert participatie dat onderzoeksvragen aansluiten bij de behoeften van cliënten en daarmee ook de implementatie van de resultaten van onderzoek. Internationaal perspectief In het buitenland wordt kennis ontwikkeld die ook voor Nederland relevant kan zijn. Andersom is Nederlands onderzoek van grote waarde voor het buitenland. Het veld dringt erop aan ervoor zorg te dragen dat het internationale perspectief bij de uitvoering van de onderzoeksagenda niet ontbreekt. Registratie Bij de uitvoering van een Onderzoeksprogramma Zwangerschap en Geboorte wordt ervan uitgegaan dat het ministerie van VWS zorg draagt voor eenduidige adequate registratie van perinatale en maternale sterfte- en morbiditeitscijfers. Er is onder andere behoefte aan een internationale synchronisatie van de cijfers ten behoeve van een goede vergelijking met het buitenland. Multidisciplinaire normen en richtlijnen Deze agenda richt zich op onderzoek en niet op de ontwikkeling van richtlijnen. De regierol voor het ontwikkelen van multidisciplinaire normen en richtlijnen wordt nadrukkelijk overgelaten aan het nog op te richten College Perinatale Zorg. Het veld wijst erop dat bij het oprichten van zo n College Perinatale Zorg wel moet worden gestreefd naar verbinding tussen het College en een Onderzoeksprogramma Zwangerschap en Geboorte. 18
Healthy Pregnancy 4 All vroege start, lang profijt. Adja Waelput. 8 juni 2015, UMCG
Healthy Pregnancy 4 All vroege start, lang profijt Adja Waelput 8 juni 2015, UMCG Gezond ouder worden gebeurt in de baarmoeder en die verschillen zijn er al vanaf de geboorte Perinatale sterfte 2000-2008
Nadere informatieOnderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 19 februari 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 0018 00 EA Den Haag Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 19 februari 008 Hierbij
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 mei 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieMinisterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en PG
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 20SEP, 2016 houdende vergunningverlening in het kader van de Wet op het bevolkingsonderzoek
Nadere informatieSamenvatting. Huidig programma en criteria voor screening
Samenvatting Technologische ontwikkelingen maken het in toenemende mate mogelijk om al vroeg in de zwangerschap eventuele afwijkingen bij de foetus op te sporen. Ook zijn nieuwe testen beschikbaar die
Nadere informatieNederlandse perinatale sterfte daalt
Concept persbericht 23052013 EMBARGO TOT MAANDAG 27 MEI 2013 00.01 UUR De internationale positie verbetert: Nederlandse perinatale sterfte daalt MAASTRICHT, 26 mei 2013 De perinatale sterfte (sterfte rond
Nadere informatieGrootstedelijke perinatale gezondheid Aanvalsplan Perinatale Sterfte Rotterdam
Grootstedelijke perinatale gezondheid Aanvalsplan Perinatale Sterfte Rotterdam Eric A.P. Steegers, Verloskunde en Prenatale Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam Rotterdam circa 9000 zwangeren per jaar 5000
Nadere informatieFetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING
Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk
Nadere informatieONDERZOEK. Verloskunde Academie Rotterdam
ONDERZOEK Verloskunde Academie Rotterdam Kennispoort 3 februari 2012 Hanneke Torij & Adja Waelput Inhoud Introductie en achtergrond Academische Werkplaats als organisatiestructuur / platform voor onderzoek
Nadere informatieHierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over onnodige babysterfte (2009Z19436).
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieInternationale positie van Nederlandse geboortezorg is verbeterd
Voor dit bericht geldt een embargo tot maandag 26 november 2018, 09.05 uur Utrecht, 26-11-2018 EURO-PERISTAT 2018 over cijfers uit 2015 Internationale positie van Nederlandse geboortezorg is verbeterd
Nadere informatie2 E NATIONAAL CONGRES PRECONCEPTIEZORG
2 E NATIONAAL CONGRES PRECONCEPTIEZORG 18 september 2009 10.00 16.30 uur NBC Nieuwegein INLEIDING Er wordt op veel plaatsen hard gewerkt aan de implementatie van preconceptiezorg: sinds het vorige congres
Nadere informatieFactsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u
Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u Een globaal overzicht uit de perinatale registratie In Nederland worden gegevens over de perinatale zorg
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20350 2500 EH Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl CZ-EKZ
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 2955 Vragen van het lid
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 april 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34
Nadere informatieAls het rommelt in de roze wolk. Marieke Bink-Buis verloskundige
Als het rommelt in de roze wolk Marieke Bink-Buis verloskundige Inhoud presentatie Voorstellen Toename problematiek Belang van opsporen kwetsbare zwangeren Bedreiging zwangerschap Kwetsbaarheid herkennen
Nadere informatie1 ½ lijns geboortezorg;
1 ½ lijns geboortezorg; Evidentie in het Geboortecentrum Sophia Health and logistics congres 13 oktober 2011 Hanneke de Graaf Directeur Geboortecentrum Sophia en Onderzoeker Geboortezorg Erasmus MC 1 Wat
Nadere informatieThe Lancet Midwifery Series
The Lancet Midwifery Series Een artikelenreeks over de invloed van verloskundigenzorg op vrouwen en hun pasgeborenen, gezinnen, families en gemeenschappen Joke Klinkert, verloskundige, MPH, directeur EVAA
Nadere informatieOpzet. Methode. Inleiding. Resultaten. Conclusie. Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli
Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli Een kwart van de aterme perinatale sterfte betreft SGA (
Nadere informatieObstetrie & Gynaecologie Verloskunde De 20-weken echo
Obstetrie & Gynaecologie Verloskunde De 20-weken echo Prenatale diagnostiek Obstetrie & Gynaecologie Verloskunde Inleiding In deze folder leest u meer over de 20-weken echo. De informatie is bedoeld voor
Nadere informatieRegionaal Consortium Zwangerschap & Geboorte Zuidwest Nederland
Regionaal Consortium Zwangerschap & Geboorte Zuidwest Nederland In het Regionaal Consortium Zwangerschap & Geboorte Zuidwest Nederland werken bijna alle ketenpartners in de geboortezorg in de regio Zuidwest
Nadere informatieRichtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen
Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen Inleiding Aanleiding In Nederland werden in 2008 in totaal 13.649 kinderen (7,7% van alle pasgeborenen) te vroeg (zwangerschapsduur
Nadere informatieEen gezonde start voor moeder en kind. Integrale zorg rondom zwangerschap en geboorte Update van de onderzoeksagenda 2010
Zwangerschap en geboorte Een gezonde start voor moeder en kind Integrale zorg rondom zwangerschap en geboorte Update van de onderzoeksagenda 2010 Een gezonde start voor moeder en kind. Integrale zorg rondom
Nadere informatiestoppen zware drinkers minder vaak met het drinken van alcoholhoudende drank dan vrouwen met een lager alcoholgebruik.
Samenvatting In Nederland gebruikt ongeveer 80% van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd alcoholhoudende drank. Veel vrouwen staken het alcoholgebruik zodra ze zwanger zijn of eerder al, als ze zwanger
Nadere informatieDe aanpak van perinatale sterfte in Nederland
Perspectief De aanpak van perinatale sterfte in Nederland Uitkomsten van een systematisch expert-onderzoek Jashvant Poeran, Eric A.P. Steegers en Gouke J. Bonsel In 2009 kondigde de toenmalige minister
Nadere informatieHealthy Pregnancy 4-All 2 Kraamzorg onderzoek
Healthy Pregnancy 4-All 2 Kraamzorg onderzoek Dag van de kraamzorg 08-09-2015 drs. J Lagendijk, arts-onderzoeker Inhoud Sociale geneeskunde Het onderzoek Healthy Pregnancy 4 All 1 & 2 Het kraamzorg project
Nadere informatiePlan van Aanpak Taskforce Rookvrije Start. 29 juni 2016
Plan van Aanpak Taskforce Rookvrije Start 29 juni 2016 Taskforce Rookvrije Start 29 juni 2016 Een rookvrije start begint bij een vrouw die zwanger wil worden en daarom stopt met roken. Haar embryo ontwikkelt
Nadere informatieDe Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 13 JUNI 2017 houdende vergunningverlening in het kader van de Wet op het bevolkingsonderzoek
Nadere informatieObstetrie. Extreme vroeggeboorte van uw kind
Obstetrie Extreme vroeggeboorte van uw kind Inhoudsopgave 1. Vroege geboorte...4 2. Perinatologisch Centrum...5 Overplaatsing...5 3. Levenskansen en kwaliteit van leven...6 Risico s...7 4. Gesprek over
Nadere informatieBijlage bij brief: CZ/EKZ-2907532. WERKPLAN externe Stuurgroep zwangerschap en geboorte
Bijlage bij brief: CZ/EKZ-2907532 WERKPLAN externe Stuurgroep zwangerschap en geboorte INHOUDSOPGAVE 1 PROJECTDEFINITIE...1 1.1 AANLEIDING...1 1.2 UITDAGING EN DOEL(EN)...1 1.3 AFBAKENING...1 1.4 RESULTAAT...2
Nadere informatieZorgpaden voor niet-medische risicofactoren in de verloskundige zorg
Zorgpaden voor niet-medische risicofactoren in de verloskundige zorg Preconception Care and Risk Assessment during pregnancy Amber A. Vos arts-onderzoeker afdeling Verloskunde en Gynaecologie Erasmus MC
Nadere informatieSystematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling.
Rapport Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling. Auteurs: F.J.M. van Leerdam 1 K. Kooijman 2 F. Öry 1 M. Landweer 3 1: TNO Preventie en Gezondheid Postbus
Nadere informatiePlannen geboortezorg. Lisette Bruns Directie Curatieve Zorg. Manou de Nennie Directie Voeding Gezondheidsbescherming en Preventie
Plannen geboortezorg Lisette Bruns Directie Curatieve Zorg Manou de Nennie Directie Voeding Gezondheidsbescherming en Preventie Inhoud 1.Regeerakkoord 2.Visie VWS 3.Plannen geboortezorg 4.Zwangere centraal
Nadere informatieLUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:
Op weg naar een Kamer Mondzorg Josef Bruers LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Quality for the future 4 oktober 2013 Kamer Mondzorg Werktitel voor een initiatief om in Nederland te komen
Nadere informatieExpertmeeting Alcohol en Zwangerschap 6 december 2012
Expertmeeting Alcohol en Zwangerschap 6 december 2012 Onderzoek Alcohol en Zwangerschap 2008-2012 Nickie van der Wulp, MSc 12, Ciska Hoving, PhD 2, Wim van Dalen, MSc 1, & Hein de Vries, PhD 2 1 Nederlands
Nadere informatieHet belang van de PIL Eric A.P. Steegers Verloskunde & Gynaecologie Erasmus MC, Rotterdam
Het belang van de PIL Eric A.P. Steegers Verloskunde & Gynaecologie Erasmus MC, Rotterdam 25 januari 2019 Het belang van preconceptiezorg Eric A.P. Steegers Verloskunde & Gynaecologie Erasmus MC, Rotterdam
Nadere informatieGezonde start. Elk kind heeft recht op zo gezond mogelijke ouders. Prof. Dr. S.Pauline Verloove-Vanhorick Preventieve gezondheidszorg voor kinderen
Gezonde start Elk kind heeft recht op zo gezond mogelijke ouders Prof. Dr. S.Pauline Verloove-Vanhorick Preventieve gezondheidszorg voor kinderen Amersfoort, 20 november 2014 De trap des levens Anonymus,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 323 Prenatale screening Nr. 92 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieOrganisatie en uptakevan. naar downsyndroom en ernstige foetale afwijkingen. Marian Bakker
Organisatie en uptakevan de prenatale screening naar downsyndroom en ernstige foetale afwijkingen Marian Bakker Organisatie van de prenatale screening Ingevoerd in 2007 Niet gericht op preventie of behandeling,
Nadere informatieKLAAR VOOR EEN KIND KLAAR VOOR EEN KIND. Rapportage Perinatale gezondheid in Rotterdam. www.klaarvooreenkind.nl. Nulmeting periode 2000-2007
Rapportage Perinatale gezondheid in Rotterdam KLAAR VOOR EEN KIND Nulmeting periode 2000-2007 Jashvant Poeran Erwin Birnie Semiha Denktas Eric A.P. Steegers Gouke J. Bonsel www.klaarvooreenkind.nl KLAAR
Nadere informatieSamenvatting. De foetus als patiënt?
Samenvatting Sinds de Gezondheidsraad in 1990 advies uitbracht over invasieve diagnostiek en behandeling van de foetus hebben zich op dit terrein belangrijke ontwikkelingen voorgedaan, vooral door het
Nadere informatieAddendum. Nederlandse Samenvatting
Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.
Nadere informatieLokaal gezondheidsbeleid 2016-2020. Workshop 18 februari 2016
Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020 Workshop 18 februari 2016 Programma 9.30 uur Welkom Toelichting VTV 2014 en Kamerbrief VWS landelijk gezondheidsbeleid Concept Positieve Gezondheid Wat is integraal gezondheidsbeleid?
Nadere informatiePerinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland
Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland Anita CJ Ravelli, AMC afdeling Klinische Informatiekunde Mede namens: Martine Eskes, Jan Jaap HM Erwich, Hens AA Brouwers, Erna Kerkhof, Joris
Nadere informatieDE SCREENING OP DOWN, EDWARDS EN PATAUSYNDROOM EN DE 20 WEKENECHO PUBLIEKSMONITOR 2017
DE SCREENING OP DOWN, EDWARDS EN PATAUSYNDROOM EN DE 20 WEKENECHO PUBLIEKSMONITOR 2017 SAMENVATTING In 2017 is 86,5 van de 173.244 zwangerschappen gecounseld voor prenatale screening. Bijna alle counselingsgesprekken
Nadere informatieHierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817).
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)
Nadere informatieKNOV-Visie. Voeding van de pasgeborene. Utrecht 2015
1 5 KNOV-Visie Voeding van de pasgeborene Utrecht 015 6 1 7 8 9 10 11 1 1 1 15 16 17 18 19 0 1 5 6 7 8 9 0 1 5 6 7 8 9 0 CLIËNTE De cliënte en haar partner maken een geïnformeerde keuze over de voeding
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 9 oktober 2014 Betreft beantwoording Kamervragen
> Retouradres: Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte Nr. 69 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieEenheid van Taal in de Perinatale Keten: zorg, screening en registratie. Ger de Winter, Stichting PRN
Eenheid van Taal in de Perinatale Keten: zorg, screening en registratie Ger de Winter, Stichting PRN Eenheid van Taal in de Perinatale Keten Perinatale Zorg Ketenzorg Uniformering infovoorziening Zorg,
Nadere informatieSamenvatting. Keuze voor à terme sterfte. Hoe werkt perinatale audit in de praktijk?
Samenvatting In 2003 blijkt uit de eerste Peristatstudie dat de perinatale sterfte in 1998 2000 in Nederland het hoogst is binnen de toenmalige Europese Unie. In 2004 is de sterfte in Nederland gedaald
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 323 Prenatale screening Nr. 17 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatietweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk Een kwestie van verschil:
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (H van Lindert, M Droomers, GP Westert. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk.
Nadere informatieGezondzwangerworden. be PASCALE MOKANGI, ILSE DELBAERE, HANS DE STEUR
Gezondzwangerworden. be PASCALE MOKANGI, ILSE DELBAERE, HANS DE STEUR Hoe word je gezond zwanger? De eerste 8 weken van de zwangerschap zijn cruciaal Alle organen vormen en ontwikkelen zich in deze periode
Nadere informatieMinisterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Beschikking van de Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport, van 11 JUNI 2O1 houdende vergunningverlening in het kader van de Wet op het bevolkingsonderzoek
Nadere informatieGyPsy screening. Detectie en zorgtoeleiding van zwangeren met psychopathologie en psychosociale problematiek
GyPsy screening Detectie en zorgtoeleiding van zwangeren met psychopathologie en psychosociale problematiek Chantal Quispel Promovenda Verloskunde & Gynaecologie en Psychiatrie Conferentie Kennispoort
Nadere informatieSamenvatting. Adviesaanvraag
Samenvatting Adviesaanvraag De afgelopen jaren is de aandacht voor preconceptiezorg als middel om de gezondheid van toekomstige ouders en kinderen te bevorderen groeiende. Dit, in combinatie met de relatief
Nadere informatieDO NOT COPY. Chronische ziekten. Inhoud. De maatschappelijke opgave. Wat is er aan de hand? Wat doen we er aan? Rol overheid. Preventie in de zorg
Chronische ziekten De maatschappelijke opgave Inhoud Wat is er aan de hand? Wat doen we er aan? Rol overheid Preventie in de zorg Aanpak diabetes 25 oktober 2007 Eric Koster Toename chronische aandoeningen
Nadere informatieGebruik gegevens werkgroep RGI toepassing door GGD Groningen. 19 juni 2014 t.b.v. vakgroep Epidemiologie contact:
Gebruik gegevens werkgroep RGI toepassing door GGD Groningen 19 juni 2014 t.b.v. vakgroep Epidemiologie contact: jan.broer@ggd.groningen.nl Werkgroep Regionale Gezondheid Informatie (RGI) Joost Bernsen
Nadere informatieDubbel : geen. 4 geselecteerd
Interventies specifiek gericht op het terugdringen van gezondheidsverschillen en verbeteren van de zwangerschapsuitkomsten bij allochtone vrouwen van niet-westerse afkomst; Cornel Kirpestein, project De
Nadere informatieOvereenkomst Regionaal Centrum Prenatale Screening en praktijk voor counseling
Overeenkomst Regionaal Centrum Prenatale Screening en praktijk voor counseling Partijen, Het Regionaal Centrum prenatale screening (naam) WBO vergunninghouder in het kader van landelijke organisatie van
Nadere informatieDE PRENATALE SCREENING OP DOWNSYNDROOM EN HET STRUCTUREEL ECHOSCOPISCH ONDERZOEK
DE PRENATALE SCREENING OP DOWNSYNDROOM EN HET STRUCTUREEL ECHOSCOPISCH ONDERZOEK PUBLIEKSMONITOR 2016 SAMENVATTING De resultaten van deze monitor zijn gebaseerd op gegevens die zijn geregistreerd in de
Nadere informatieHoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 1 Algemene inleiding De algemene inleiding beschrijft de context en de doelen van de huidige studie. Prenatale screening op aangeboren afwijkingen wordt sinds 2007 in Nederland aan alle zwangere
Nadere informatieVerstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen
Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker
Nadere informatieVroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade
Factsheet Nieren en nierschade deel 5 Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade In Nederland hebben 1,7 miljoen mensen chronische nierschade. Dit is in veel gevallen het gevolg van
Nadere informatieVerzekeringsgeneeskunde en Wetenschap
Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap hoop voor de toekomst! Em. Prof. Dr. Haije Wind, verzekeringsarts Amsterdam, 14 maart 2019 Amsterdam UMC locatie AMC, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid,
Nadere informatiewww.prenatalescreening.nl
Downsyndroom In dit informatieblad leest u meer over Downsyndroom. De informatie is bedoeld voor aanstaande ouders die meer willen weten over deze aandoening, omdat zij overwegen de combinatietest te laten
Nadere informatiePrenatale screening: de combinatietest Kansbepaling vroeg in de zwangerschap op het syndroom van Down
Prenatale screening: de combinatietest Kansbepaling vroeg in de zwangerschap op het syndroom van Down Albert Schweitzer ziekenhuis polikliniek Gynaecologie april 2012 Pavo 0530 Inleiding Iedere ouder wenst
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals
Nadere informatieOver de grenzen van de eigen praktijk 1 Hoe geeft de verloskundige cliëntgericht werken vorm met de hele keten?
Over de grenzen van de eigen praktijk 1 Hoe geeft de verloskundige cliëntgericht werken vorm met de hele keten? De Inspectie voor de Gezondheidszorg spreekt in haar recente rapport (juni 2014) 2 haar waardering
Nadere informatieZwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP
Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A, ook wel Mexicaanse griep genoemd, geeft
Nadere informatieVerslag regionale werkconferenties kiezen voor gezond leven
Verslag regionale werkconferenties kiezen voor gezond leven Aanleiding voor de werkconferenties Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) brengt in het najaar van 2006 een tweede Preventienota
Nadere informatieDe verloskundige: Dr. Evelien Spelten Projectleider / psycholoog
De verloskundige: Ruimte voor maatschappelijke en medische rol Dr. Evelien Spelten Projectleider / psycholoog Takenpakket Voorlichting Cliënt: complex Partner Kinderwensspreekuur Risicogroepen Richtlijnen
Nadere informatie(potentiële) belangenverstrengeling. Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld. Nee
Disclosure belangen Marie-Louise Essink-Bot (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële)
Nadere informatieNVOG Voorlichtingsbrochure GEBRUIK VAN SSRI-MEDICATIE VOOR EN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP EN IN HET KRAAMBED
NVOG Voorlichtingsbrochure GEBRUIK VAN SSRI-MEDICATIE VOOR EN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP EN IN HET KRAAMBED 1 GEBRUIK VAN SSRI-MEDICATIE VOOR EN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP EN IN HET KRAAMBED 1. Achtergrond 2.
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting De organisatie van de geboortezorg in Nederland is gebaseerd op het principe dat zwangerschap, bevalling en kraambed fysiologische processen zijn. Het verschil met veel andere landen is de
Nadere informatie2 E NATIONAAL CONGRES PRECONCEPTIEZORG
VOORLOPIG PROGRAMMA 2 E NATIONAAL CONGRES PRECONCEPTIEZORG 18 september 2009 10.00 16.30 uur NBC Nieuwegein INLEIDING Na het succes van het 1 e Nationale Congres Preconceptiezorg in 2008 zal op 18 september
Nadere informatieOpleiden voor Public Health. Prof dr Gerhard Zielhuis Epidemiologie, UMC St Radboud
Opleiden voor Public Health Prof dr Gerhard Zielhuis Epidemiologie, UMC St Radboud Public Health = alles wat we doen om de volksgezondheid te verbeteren Cellen > individuen -> maatschappij Preventie Effectiviteit
Nadere informatieHierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over screening op vasa praevia (2013Z01807).
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34
Nadere informatieCall Gebiedsgerichte gezondheidsaanpakken fase 1 voor Programma Gezonde Toekomst Dichterbij
Call Gebiedsgerichte gezondheidsaanpakken fase 1 voor Programma Gezonde Toekomst Dichterbij Aanleiding Fonds NutsOhra heeft met het programma Gezonde Toekomst Dichterbij de ambitie om de gezondheidsachterstanden
Nadere informatieProgrammatekst Zwangerschap en geboorte II. Een gezonde start voor moeder en kind. Integrale zorg rondom zwangerschap en geboorte.
Programmatekst Zwangerschap en geboorte II Een gezonde start voor moeder en kind. Integrale zorg rondom zwangerschap en geboorte. Programmatekst Zwangerschap en geboorte II Een gezonde start voor moeder
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte Nr. 63 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieNVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP
NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP 1. Inleiding 2. Wat zijn groep B streptokokken (GBS)? 3. Hoe vaak komen GBS voor bij zwangeren? 4.
Nadere informatieHet belang van het eerstelijns preconceptieconsult voor (aanstaande) ouders en kind
Het belang van het eerstelijns preconceptieconsult voor (aanstaande) ouders en kind Leo P ten Kate emeritus hoogleraar klinische genetica VUmc, Amsterdam Risico om hier te komen Per jaar 290.000 verkeersslachtoffers
Nadere informatieVrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte
Samenvatting Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte in vergelijking met vrouwen die zwanger zijn van een eenling. Ongeveer 5-9% van de eenlingen wordt te vroeg
Nadere informatiePreconceptie voorlichting
Preconceptie voorlichting De voorgeschiedenis Dr. Anneke Meuwese-Jongejeugd, Projectleider RIVM-CvB 1 Workshop preconceptievoorlichting 1. Voorgeschiedenis Anneke Meuwese-Jongejeugd (RIVM-CvB) 2. Kernboodschappen
Nadere informatieIntegrale zorg voor chronisch zieken; het spel en de knikkers
Integrale zorg voor chronisch zieken; het spel en de knikkers uitnodiging 12 april 2011 ZonMw programmadag 2011 Diseasemanagement chronische ziekten gecombineerd met inspiratiemiddag Vilans Programmadag
Nadere informatieThema: Cliënt centraal
1 Voorbeeldleervragen Uit onderzoek in de geboortezorg door het Athena Instituut Thema: Cliënt centraal Beste zorg in belang cliënt Hoe kunnen wij als keten zodanig samenwerken dat het belang van de zwangere
Nadere informatieWIJKGERICHT WERKEN AAN GEZONDHEID
WIJKGERICHT WERKEN AAN GEZONDHEID 1. GEZONDE WIJKEN Gebaseerd op Factsheet Gezond leven: Gezonde wijken. NIGZ, 2001 Gezonde-wijkenbenadering In achtergebleven stadsdelen en oude centrumbuurten ziet men
Nadere informatieKetenprotocol. Minder leven. Auteurs: E. Davelaar & S. van der Lugt
Ketenprotocol Auteurs: E. Davelaar & S. van der Lugt Datum: September 2015 Algemeen Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer ) is in 2012 formeel opgericht ter verbetering van
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)
Nadere informatieCHAPTER 9. Nederlandse samenvatting
CHAPTER 9 Nederlandse samenvatting Chapter 9 138 Nederlandse samenvatting Dit proefschrift beoogt bij te dragen aan de kennis over prenataal zorggebruik van zwangere vrouwen die eerstelijns verloskundige
Nadere informatieMidwifery Science. onderzoeksprogramma AVM. Marianne Nieuwenhuijze RM MPH
Midwifery Science onderzoeksprogramma AVM Marianne Nieuwenhuijze RM MPH Kennis van de fysiologische verloskunde Zwangerschap en baring bij vrouwen met overgewicht en obesitas Kennis van de fysiologische
Nadere informatieVitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011
Vitale Vaten Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Dé Gezonde regio: waar? Dé Gezonde regio: wie? Verleiden Opbouw presentatie Inleiding hart- en vaatziekten Project Vitale Vaten Gorinchem
Nadere informatieGespreksleidraad voor counselors prenatale screening. Informeren over NIPT
Gespreksleidraad voor counselors prenatale screening Informeren over NIPT Inhoudsopgave blz. 1 De kernboodschap: wat vertel je over de NIPT? 3 2 Achtergrondinformatie NIPT 3 2.1 De belangrijkste feiten
Nadere informatiein de Perinatale Sterfte Signalementstudie Zwangerschap en Geboorte 2010
Signalementstudie Zwangerschap en Geboorte 2010 L i j n e n in de Perinatale Sterfte Gouke J. Bonsel Erwin Birnie Semiha Denktas, Jashvant Poeran Eric A.P. Steegers a a a a a a a a a a a a a a a a a a
Nadere informatieGroep B streptokokken en zwangerschap
Patiënteninformatie Groep B streptokokken en zwangerschap Informatie over een infectie met groep B streptokokken bij zwangerschap Inhoudsopgave Pagina Wat zijn groep B streptokokken (GBS)? 4 Hoe vaak
Nadere informatieDring onnodige babysterfte in Nederland terug!
PvdA-plan Dring onnodige babysterfte in Nederland terug! Den Haag, 28 januari 2006 Khadija Arib, PvdA Tweede-Kamerlid I AANLEIDING Vele malen is in de Tweede Kamer gesproken over perinatale zorg. Perinatale
Nadere informatie