Afname van de sterfte maar toename van de morbiditeit van zeer preterm geboren kinderen in een periode van tien jaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Afname van de sterfte maar toename van de morbiditeit van zeer preterm geboren kinderen in een periode van tien jaar"

Transcriptie

1 Onderzoeken Afname van de sterfte maar toename van de morbiditeit van zeer preterm geboren kinderen in een periode van tien jaar Auteurs dr. M.J.K. de Kleine, kinderarts-neonatoloog, dr. A.L. den Ouden*, prof.dr. L.A.A. Kollée**, dr. A. Ilsen***, dr. A.G. van Wassenaer***, kinderartsen, dr R. Brand, statisticus**** en prof.dr. S.P. Verloove-Vanhorick, kinderarts*****. Samenvatting Verbeteringen in de perinatale zorg hebben er toe geleid dat zeer preterm geboren kinderen in leven blijven, maar hebben er misschien ook toe geleid dat meer kinderen met cerebrale en pulmonale morbiditeit in leven blijven. Wij onderzochten daarom het verband tussen veranderingen in de perinatale zorg gedurende één decade en korte termijn uitkomst bij zeer preterm vroeg geboren kinderen. Perinatale risicofactoren en hun effect op sterfte en op het ontstaan van intraventriculaire bloedingen en bronchopulmonale dysplasie (BPD) werden vergeleken in twee cohorten van zeer preterm geboren kinderen in Nederland. De neonatale sterfte daalde tussen 1983 en 1993 van 52,1% naar 31,8% bij kinderen geboren na een zwangerschapsduur van weken en van 15,2% naar 11,3% bij kinderen geboren na een zwangerschapsduur van weken. De incidentie van intraventriculaire bloedingen bij overlevende kinderen veranderde niet (44,4% en 43,3% bij kinderen geboren na een zwangerschapsduur van weken en 29,0% en 24,0% bij kinderen geboren na een zwangerschapsduur van weken). De incidentie van BPD nam toe van 40,3% tot 60,0% bij kinderen geboren na een zwangerschapsduur van weken en bleef gelijk bij kinderen geboren na een zwangerschapsduur van weken (8,5% en 9,8%). Bij multivariabele analyse was een hogere sterftekans geassocieerd met congenitale afwijkingen, kortere zwangerschapsduur, lager geboortegewicht, geen toediening van steroïden voor de geboorte, lagere Apgarscores en intracraniële bloeding, zowel in 1983 als in Een hogere sterfte was geassocieerd met mannelijk geslacht in De grootte van het effect van de leeftijd van de moeder op de sterfte verminderde significant tussen 1983 en Intracraniële bloeding bij overlevende kinderen was geassocieerd met een lager geboortegewicht en beademing zowel in 1983 als in Het effect van beademing op de incidentie van intracraniële bloeding verbeterde significant tussen 1983 en BPD was geassocieerd met een lagere zwangerschapsduur en met beademing, zowel in 1983 als in 1993, en met een laag geboortegewicht en een sectio Caesarea in We concluderen dat de verbeterde overleving van zeer preterm geboren kinderen, vooral van hen die na een zwangerschapsduur van weken werden geboren, vergezeld gaat van een gelijke incidentie (en dus met een toegenomen absoluut aantal) van kinderen met intraventriculaire bloeding en met een toegenomen frequentie van kinderen met BPD. Trefwoorden Vroeggeborenen, neonatale intensive care, sterfte Inleiding De overleving van zeer preterm geboren kinderen (geboren na een zwangerschapsduur van <32 weken) en van kinderen met een erg laag geboortegewicht (<1500 gram) is aanzienlijk toegenomen in de jaren 80 en 90 Correspondentie: * TNO Kwaliteit van Leven, Leiden en Inspectie voor de Gezondheidszorg, Ministerie van VWS, Den Haag ** Afdeling Kindergeneeskunde, Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen. *** Afdeling Neonatologie, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam **** Afdeling Medische Statistiek, Universitair Medisch Centrum Leiden. ***** TNO Kwaliteit van Leven, Leiden en Afdeling Preventieve en curatieve gezondheidszorg voor kinderen, Universitair Medisch Centrum Leiden. van de vorige eeuw. Afhankelijk van de bestudeerde populatie en de precieze definitie van mortaliteit variëren de overlevingsgetallen iets. De overleving van kinderen met een geboortegewicht van <1500 gram is gestegen van minder dan 70% tot boven de 80% en de overleving van kinderen met een geboortegewicht van <1000 gram van minder dan 40% tot meer dan 50%, zowel in Noord Amerika, Australië en Europa 1-3. De overleving van kinderen geboren na een zwangerschapsduur <28 weken steeg van 65% naar 72% in Canada, van 49% naar 72% in Australië en van 35 naar 75% in Nederland 4-7. De toegenomen overleving komt door betere obstetrische en neonatale behandelingen. Zo is bijvoorbeeld de perinatale zorg tussen 1983 en 1993 sterk geconcentreerd. In 1983 werden 61% van deze kinderen behandeld in een NICU en in %. In dezelfde 149

2 tijd nam het gebruik van steroïden voor de geboorte toe, verbeterden de echografische technieken en nam het gebruik van sectio Caesarea toe 9. Het gebruik van kunstmatig surfactant, vanaf 1990, zorgde voor een daling met 30% van de sterfte bij kinderen met het respiratoir distress syndroom (RDS) 10. Ook verbeterde de manier van beademen en namen de mogelijkheden om goede parenterale voeding te geven toe. Aan de andere kant hadden een aantal demografische veranderingen een negatief effect. De gemiddelde leeftijd van de moeder nam in Nederland toe van 27,9 jaar in 1983 tot 29,8 jaar in 1995, wat leidde tot een toename van infertiliteitsbehandelingen en een toename van het aantal meerlingen Deze veranderingen leidden niet alleen tot een toename van het aantal te vroeg geboren kinderen, maar hebben mogelijk ook een negatief effect gehad op de conditie van deze kinderen bij de geboorte 14. Het is mogelijk dat, samen met de afname van de sterfte, ook het aantal kinderen met ontwikkelingsstoornissen is gedaald, omdat dezelfde risicofactoren die sterfte veroorzaken ook verantwoordelijk zijn voor ontwikkelingsstoornissen en beide mogelijk beter zijn te behandelen. Aan de andere kant is het ook mogelijk dat de afname van de sterfte vergezeld gaat van een toename van het aantal kinderen met handicaps, omdat er steeds jongere en kwetsbaardere kinderen in leven blijven. Om het verband tussen deze veranderingen in de perinatale zorg enerzijds en de korte-termijnuitkomst anderzijds te onderzoeken, vergeleken wij diverse perinatale risicofactoren en hun effect op de neonatale sterfte en morbiditeit in twee geografisch bepaalde populaties van kinderen die zeer preterm kinderen waren geboren in 1983 en Methode De gegevens van de in 1983 geboren kinderen werden verkregen uit het Project On Preterm and Small for gestational age infants (POPS). Het POPS-project is een nationale studie waarin 94% van alle kinderen die zeer preterm of met een veel te laag geboortegewicht waren geboren in 1983 werden geincludeerd 6,15. De in 1993 geboren populatie bestond uit zeer preterm geboren kinderen die waren geboren in drie perinatale regio s. Vanwege logistieke redenen verschilden de inclusieperioden enigszins: van 1 oktober 1992 tot 15 juni 1994 in de regio van het UMC St. Radboud, Nijmegen, van 15 november 1992 tot 1 januari 1994 in de regio van het Academisch Medisch Centrum, Amsterdam en van 1 januari 1993 tot 1 januari 1995 in de regio van Máxima Medisch Centrum, Veldhoven. Deze drie NICU s behandelen gezamenlijk ongeveer 30% van alle kinderen die naar de tien Nederlandse NICU s worden verwezen. Antenatale, perinatale en postnatale gegevens werden prospectief verzameld tijdens de ziekenhuisperiode. Antenatale gegevens betroffen de culturele achtergrond (Nederlands versus niet-nederlands), leeftijd van de moeder, geslacht, aangeboren afwijkingen, meerling geboorte, zwangerschapsduur, geboortegewicht en dysmaturiteit (geboortegewicht <10 de percentiel, gecorrigeerd voor zwangerschapsduur en geslacht) 16. De zwangerschapsduur werd berekend op grond van de best mogelijke klinische schatting, die was gebaseerd op de laatste menstruatie, zwangerschapsduurtesten en echo-onderzoek vroeg in de zwangerschap. Echografisch onderzoek werd vaker gebruikt in 1993 dan in 1983, maar zelfs in 1983 was de betrouwbaarheid van de bepaling van de zwangerschapsduur al uitstekend bij 78% van de casus 6. De aangeboren afwijkingen omvatten alle structurele afwijkingen die aanwezig waren bij de geboorte of die werden gediagnosticeerd tijdens de eerste opname. Zowel kleinere als grotere afwijkingen werden geregistreerd. Perinatale gegevens waren: al dan niet geboren in een centrum, toediening van steroïde voor de geboorte, wijze van bevalling (vaginaal versus keizersnede) en Apgarscore 5 minuten na de geboorte. Postnatale gegevens waren: ademhalingsproblemen (beademing, toediening van surfactant en BPD), cerebrale problemen (intraventriculaire bloedingen en convulsies) en infecties (sepsis en necrotiserende enterocolitis). De neonatale sterfte (<28 dagen) en de sterfte tijdens de eerste opname werden gebruikt voor analyse. Voor de neonatale morbiditeit gebruikten wij twee factoren van welke bekend is dat zij een hoog risico op ontwikkelingsstoornissen met zich meebrengen: intraventriculaire bloeding en BPD. We gebruikten het graderingsysteem van Papile et al. voor de intraventriculaire bloeding: graad I, subependymale bloeding; graad II intraventriculaire bloeding, graad III intraventriculaire bloeding met ventrikelverwijding en graad IV parenchymbloeding 17. In 1983 werd in zes van de acht neonatale intensive care units routinegewijs en systematisch echo-onderzoek van de hersenen uitgevoerd 18 ; in 1993 was dit in alle in alle units het geval. Echografisch onderzoek werd uitgevoerd kort na opname, ten minste twee maal in de eerste levensweek en daarna wekelijks. In 1983 was de incidentie van de intraventriculaire bloedingen in de zes centra die routinegewijs en systematisch echo-onderzoek deden twee keer zo groot als die in de twee centra die dat niet deden. De incidenties waren respectievelijk 29% en 15% voor de kinderen die in leven bleven en 52% versus 28% voor de kinderen die overleden. Daarom werden de berekeningen met betrekking tot de intraventriculaire bloeding in 1983 alleen gemaakt voor de boven genoemde zes centra. Voor de diagnose BPD gebruikten wij de definitie van Bancalari: ademhalingsproblemen vanaf de geboorte waarvoor na 28 dagen nog extra zuurstof nodig is. Hoewel tegenwoordig andere definities in gebruik zijn, gebruikten wij deze definitie omdat dit de enige definitie was die zowel in 1983 als in 1993 beschikbaar was 19. De definities van alle andere risico factoren en uitkomsten waren gelijk in beide cohorten. Om selectiebias ten gevolge van het niet-verwezen worden uit te sluiten werden gegevens van de kinderen die zeer preterm waren geboren in de bestudeerde drie regio s maar die niet waren verwezen naar een van de 150

3 De Kleine et al. drie NICU s opgevraagd in het Nederlands Perinataal Register 8. De uitkomsten werden gestratificeerd voor kinderen geboren na (tot en met 27 6 / 7 ) zwangerschapsweken en voor kinderen geboren na (tot en met 31 6 / 7 ) zwangerschapsweken. Omdat meerlingzwangerschap een natuurlijk cluster vormt en daardoor strijdig is met de statistische aanname van onafhankelijkheid van de observaties werden alleen de eenlingen geanalyseerd. Statistische analyse Verschillen tussen de gemiddelden van de continue perinatale risicofactoren werden vergeleken met de Student t-test en verschillen in proporties, weergegeven als 2x2 tabellen, werden geanalyseerd met de chikwadraattoets. P-waarden < 0.05 werden als statistisch significant beschouwd. De uitkomstmaten die werden bestudeerd waren: neonatale sterfte (in de eerste 28 levensdagen), sterfte tijdens de initiële opname, intraventriculaire bloeding bij ontslag en BPD 28 dagen na de geboorte. De veranderingen in de uitkomstmaten worden weergegeven als ruwe oddsratio s en 95% betrouwbaarheidsintervallen. De oddsratio s werden vervolgens getest voor homogeniteit met behulp van de Breslow-Day test en werden samen genomen als ze niet significant verschillend waren. Vervolgens werden gemeenschappelijke oddsratio s, gecorrigeerd voor de zwangerschapsduur, berekend met behulp van de Mantel-Haenszel procedure. In de multivariabele analyses werden de perinatale risicofactoren chronologisch geordend en gegroepeerd in achtereenvolgens antenatale, perinatale en postnatale factoren. De impact van elke risicofactor werd gekwantificeerd door de oddsratio voor de betreffende uitkomst. Vervolgens werden aangepaste oddsratio s berekend met behulp van een multivariabele methode waarbij alleen gecorrigeerd werd voor risicofactoren in dezelfde tijdsperiode (antenataal, perinataal of postnataal), waarbij significante factoren werden meegenomen naar een volgende tijdsfase. Het modelleren van de risicofactoren werd eerst verricht voor elk van de twee populaties afzonderlijk. Omdat de grootte van het effect - dat wil zeggen de oddsratio van elk van de significante perinatale factoren - ook zou kunnen zijn veranderd over de tijd, werd ook het jaar van de geboorte, respectievelijk 1983 of 1993, aan het model toegevoegd. Dit model, nu met alle perinatale risicofactoren erin plus de interactie van deze risicofactoren met het jaar van geboorte, werd vervolgens op maat gemaakt voor de gecombineerde twee populaties. Op deze manier kon de oddsratio voor elke klinische risicofactor, gecorrigeerd voor andere risicofactoren, worden gekwantificeerd. Ook kon de invloed van het jaar van de geboorte op deze risicofactoren worden bepaald. Hierbij was het mogelijk dat de grootte van een risicofactor significant veranderde tussen 1983 en 1995, zelfs wanneer die risicofactor op zich in het eigen cohort niet significant was. Resultaten Perinatale gegevens De populatie uit 1983 bestond uit 1007 kinderen; de populatie uit 1993 bestond uit 728 kinderen. In 1983 werden alle levend geboren kinderen geïncludeerd in de studie of ze nu wel of niet opgenomen waren op een neonatale unit. 24 Kinderen (2,4%) hadden een zwangerschapsduur <25 weken; er waren geen levendgeboren kinderen met een geboortegewicht <500 gram en tevens een zwangerschapsduur 25 weken. In 1993 werden alleen de kinderen die opgenomen werden op een neonatale unit geïncludeerd. Vier kinderen (0,5%) hadden een zwangerschapsduur <25 weken en 4 anderen hadden een geboortegewicht <500 gram. Van de overblijvende kinderen waren 728 (74,1%) eenlingen in 1983 en 476 (66,5%) in 1993 (p= 0,001; tabel 1). Om de perinatale veranderingen tussen 1983 en 1993 te kunnen vergelijken werden alleen eenlingen met een zwangerschapsduur tussen de 25 en 32 weken en met geboortegewichten 500 gram geanalyseerd. Gemiddelde zwangerschapsduur, geboortegewicht, geslacht en de prevalentie van aangeboren afwijkingen veranderden niet. In de beschreven tien jaar nam de leeftijd van de moeders toe met bijna drie jaar. De perinatale zorg veranderde aanzienlijk gedurende de tijd. Verwijzing van de zwangere vóór de geboorte naar een perinatologisch centrum nam toe van 41% tot 77%. Deze toename leidde tot een aanzienlijke daling van transporten na de geboorte, terwijl in dezelfde tijd het aantal kinderen dat in een NICU werd behandeld toenam. De toediening van steroïden voor de geboorte steeg van 16% naar 40%, de frequentie van keizersnede nam toe van 34,6 tot 51,1% en het aandeel van dysmature kinderen nam toe van 19,4 tot 25,6%. Deze veranderingen in perinatale zorg gingen niet gepaard met betere Apgarscores na 5 minuten. Tabel 1. Totaal aantal levendgeboren en levendgeboren zeer premature (< 32 weken) kinderen in Nederland in 1983 en 1995 en samenstelling van de bestudeerde groepen uit 1983 en Jaar Totaal aantal levendgeborenen * Zwangerschapsduur < 32 wk * 1068 (0,63%) 1633 (0,86%) Pops studie Validatie studie Jaar Totaal cohort N = 1007 N = 724 < 25 weken 24 4 < 500 gram - 4 Geanalyseerde cohort Eenlingen 728 (74,1%) 476 (66,5%) Zwangerschapsduur wk 169 (23,2%) 88 (18,5%) Zwangerschapsduur wk 559 (76,8%) 388 (81,5%) Meerlingen 255 (25,9%) 240 (33,5%) Zwangerschapsduur wk 59 (23,1%) 57 (23,8%) Zwangerschapsduur wk 196 (76,9%) 183 (76,3%) *Data over 1995 zijn verkregen van Anthony et al

4 Tabel 2. Perinatale gegevens van twee cohorten (1983 and 1993 ) eenlingen, levendgeboren na een zwangerschapsduur van (tot en met 31 6 /7) weken P N = 728 N = 476 Antenatale factoren Niet-Nederlands sprekende ouders 4,8% 12,6% <0,001 Leeftijd moeder (mean ± s.d.) 27,3 ± 5,0 jr 30,1 ± 5,1 jr <0,001 Leeftijd moeder <35 jr 92,8% 85,0% <0,001 Jongens 56,5% 56,3% 0,953 Congenitale afwijkingen 10,6% 11,3% 0,676 Zwangerschapsduur (mean ± s.d.) 29,3 ± 1,8 wk 29,5 ± 1,7 wk 0,054 Geboortegewicht (mean ± s.d.) 1267 ± 348 g 1240 ± 366 g 0,201 Perinatale factoren Inborn 41,2% 77,1% <0,001 Postpartum transport 33,7% 18,5% <0,001 Niet verwezen 25,1% 4,4% <0,001 Antenatale steroïden 16,4% 40,3% <0,001 Small for gestational age (<P10) 19,4% 25,6% 0,010 Sectio Caesarea 34,6% 51,1% <0,001 Apgarscore 5 < 7 23,5% 20,6% 0,235 Neonatale factoren Beademing 52,6% 59,2% 0,023 Duur van beademing in dagen a 5 (1-78) 4 (1-78) 0,846 Surfactant b 39,7% Pneumothorax 11,3% 6,2% 0,010 BPD 11,1% 17,0% 0,003 Intraventriculaire bloeding c 26,6% 29,0% 0,374 Convulsies 5,5% 6,0% 0,746 Sepsis 11,0% 18,3% <0,001 Necrotiserende enterocolitis 5,0% 2,9% 0,082 IC dagen (mediaan and range) d 28 (0-380) 18 (0-200) <0,001 a. Alleen beademde kinderen. Mediaan en range, Mann Whitney U-test. b. Alleen beademde kinderen. c. Data over intraventriculaire bloeding in 1983 zijn alleen gebruikt uit die centra die routinegewijs en systematisch echografie van de hersenen uitvoerden. d. Median and range, Mann Whitney U-test. In 1993 werden meer kinderen beademd dan in De introductie van kunstmatige surfactant in de begin jaren 1990 ging gepaard met een lagere incidentie van pneumothorax, maar niet met een korte duur van beademing. De incidentie van BPD nam zelfs toe. De incidentie van sepsis nam toe en van necrotiserende enterocolitis bleef hetzelfde. Sterfte De neonatale sterfte nam af van 23,8% tot 15,1% en de sterfte tijdens de eerste opname nam af van 26,1% tot 16,6% (tabel 3). Neonatale morbiditeit Tussen 1983 en 1993 waren er geen veranderingen in de incidentie van intraventriculaire bloedingen bij de overlevende kinderen (tabel 4), noch voor noch na correctie voor veranderingen in zwangerschapsduur. De incidentie van intraventriculaire bloeding was in beide cohorten aanzienlijk hoger bij de kinderen met een zwangerschapsduur van weken dan in de kinderen geboren na een zwangerschapsduur van weken. Deze verschillen waren geheel conform de verwachting. Bij de kinderen geboren na een zwangerschapsduur van weken BPD kwam significant meer voor in 1993 dan in 1983 (tabel 5). In 1993 werd 41% van alle kinderen met de diagnose BPD en geboren na een zwangerschapsduur van weken behandeld met steroïden in de neonatale periode. Het is bekend dat deze steroïden een risicofactor zijn voor gedragsveranderingen later. Multivariabele analyse Bij multivariabele analyse was een hogere sterfte tijdens de initiële opname geassocieerd met mannelijk geslacht, aangeboren afwijkingen, korte zwangerschapsduur, laag geboortegewicht, geen toediening van steroïden voor de geboorte, lage Apgarscore en intracraniële bloeding, zowel in 1983 als in 1993 (tabel 6). Hoewel de leeftijd van de moeder op zichzelf niet significant was geassocieerd met sterfte in elk van beide cohorten, veranderde de grootte van het effect van de maternale leeftijd op de sterfte tussen 1983 en 1993, in die zin dat de grootte van de invloed afnam. Intracraniële bloedingen waren bij overlevende kinderen geassocieerd met een korte zwangerschapsduur en beademing, zowel in 1983 als in De grootte 152

5 De Kleine et al. Tabel 3a. Aantallen, neonatale sterfte (tot en met 28 dagen) en oddsratio s en 95% betrouwbaarheidsintervallen van twee cohorten (1983 and 1993) eenlingen, levendgeboren na een zwangerschapsduur van (tot en met 31 6 /7) weken, gestratificeerd in (tot en met 27 6 /7) en (tot en met 31 6 /7) weken Allen sterfte Allen sterfte OR (95% C.I.) Ruwe oddsratio (23,8%) (15,1%) 0,57 (0,42-0,77) Zwangerschapsduur wk (52,1%) (31,8%) 0,43 (0,25-0,74) Zwangerschapsduur wk (15,2%) (11,3%) 0,71 (0,48-1,05) Oddsratio gecorrigeerd voor zwangerschapsduur 0,60 (0,44-0,82) Tabel 3b. Aantallen, sterfte tijdens primaire opname oddsratio s en 95% betrouwbaarheidsintervallen van twee cohorten (1983 and 1993) eenlingen, levendgeboren na een zwangerschapsduur van (tot en met 31 6 /7) weken, gestratificeerd in (tot en met 27 6 /7) en (tot en met 31 6 /7) weken Allen sterfte Allen sterfte OR (95% C.I.) Ruwe oddsratio (26,1%) (16,6%) 0,56 (0,42-0,76) Zwangerschapsduur wk (54,1%) (31,8%) 0,39 (0,23-0,67) Zwangerschapsduur wk (17,5%) (13,1%) 0,72 (0,49-1,03) Gemeenschappelijke oddsratio gecorrigeerd voor zwangerschapsduur 0,59 (0,44-0,80) Tabel 4. Intraventriculaire bloedingen bij levend ontslagen kinderen van twee cohorten (1983 and 1993) eenlingen, levendgeboren na een zwangerschapsduur van (tot en met 31 6 /7) weken, gestratificeerd in (tot en met 27 6 /7 ) en (tot en met 31 6 / 7 ) weken. Data over intraventriculaire bloeding in 1983 zijn alleen gebruilkt uit die centra die routinegewijs en systematisch echografie van de hersenen uitvoerden. Median and range, Mann Whitney U test Ruwe OR Gemeenschappelijke OR Alle zwangerschapsduren Geen IVH 174 (68,2%) 290 (73,0%) Graad (23,5%) 84 (21,2%) 0,87 (0,59-1,28) 0,84 (0.33-2,18) Graad ( 8,2%) 23 ( 5,8%) 0,67 (0,36-1,25) 0,70 (0.16-3,07) Alle graden 81 (31,8%) 107 (27,0%) 0,79 (0,56-1,12) 0,79 (0.56-1,12) * Zwangerschapsduur wk IVH 25 (55,6%) 34 (56,7%) Grade (33,3%) 20 (33,3%) Grade (11,1%) 6 (10,0%) Zwangerschapsduur wk Geen IVH 149 (71,0%) 256 (76,0%) Graad (21,4%) 64 (19,0%) Graad ( 7,6%) 17 ( 5,0%) * De continuiteitscorrectie werd verwijderd uit de Mantel-Haenszel statistiek omdat de som van de geobserveerde en verwachte verschillen 0 is. Tabel 5. Bronchopulmonale dysplasie bij levend ontslagen kinderen van twee cohorten (1983 and 1993) eenlingen, levendgeboren na een zwangerschapsduur van (tot en met 31 6 /7) weken, gestratificeerd in (tot en met 27 6 /7) en (tot en met 31 6 /7) weken Allen BPD Allen BPD OR (95% C.I.) Ruwe oddsratio (13,0%) (17,4%) 1,41 (0,98-2,02) Zwangerschapsduur wk (40,3%) (60,0%) 2,23 (1,12-4,43) Zwangerschapsduur wk ( 8,5%) ( 9,8%) 1,17 (0,72-1,91) Oddsratio gecorrigeerd voor zwangerschapsduur 1,46 (0,98-2,16) 153

6 van het effect van beademing als risicofactor voor het ontstaan van intracraniële bloeding (d.w.z. de kans om tijdens beademing een intracraniële bloeding te krijgen) nam significant af tussen 1983 en 1993 (tabel 7). Het risico op ontstaan van BPD nam toe na een korte zwangerschapsduur en na beademing, zowel in 1983 als in 1993, en na sectio Caesarea in De grootte van het effect van beademing op de incidentie van BPD (d.w.z. de kans om na beademing BPD te krijgen) nam significant af tussen 1983 en 1993 (tabel 8). Discussie Het Project On Preterm and Small for gestational age (POPS) uit 1983 bestond uit 94% van alle levend geboren kinderen in Nederland, geboren na een zwangerschapduur korter dan 32 weken of met een geboortegewicht <1500 gram. Hoewel de sterfte in de verschillende Nederlandse intensive care units varieerde, was deze na correctie voor de variabiliteit van risicofactoren gelijk voor alle centra Uit deze populatie selecteerden wij kinderen, geboren na een zwangerschapduur tussen weken met een geboortegewicht >500 gram. Deze populatie vergeleken wij met eenzelfde populatie geboren rond 1993 in de gezondheidsregio s van drie NICU s (Amsterdam, Nijmegen en Veldhoven). Deze drie NICU s beslaan ongeveer 30% van de neonatale intensive zorg in Nederland. Daarom waren we in staat om twee geografisch gedefinieerde cohorten te vergelijken met een tussentijd van tien jaar. Tussen 1983 en 1993 waren er in Nederland aanzienlijke demografische veranderingen. De gemiddelde leeftijd van moeders nam toe met 1,9 jaar, het aantal meerlingen nam epidemische proporties aan en het aantal vrouwen van niet-nederlandse afkomst nam toe Door deze factoren nam waarschijnlijk het obstetrische risico toe; in ieder geval nam de kans op vroeggeboorte toe 13, Anthony et al. documenteerden een toename tussen 1983 en 1995 van de frequentie van levendgeboren kinderen met een zwangerschapsduur <32 weken van 0,63-0,86% 23. In onze studiegroep nam de gemiddelde moederlijke leeftijd toe met 2,8 jaar. In 1983 was de gemiddelde leeftijd van moeders van zeer preterm geboren kinderen lager dan in de algemene populatie, terwijl dit verschil in 1993 was verdwenen. Hoewel in de literatuur een hogere moederlijke leeftijd geassocieerd is met een slechte uitkomst, konden wij geen verband leggen tussen moederlijke leeftijd enerzijds en sterfte, intracraniële bloeding of BPD anderzijds. De sterke stijging van het aantal meerlingen van 25,9% tot 33,5% in 1993 is waarschijnlijk vooral te wijten aan zwangerschapsbevorderende technieken zoals hormoontherapie en in vitro fertilisatie. Tussen 1983 en 1993 werd de perinatologie in Nederland vrijwel volledig geregionaliseerd en gecentraliseerd. In 1993 werd van alle kinderen geboren na een zwangerschapsduur <32 weken of met een geboortegewicht <1500 gram 89% behandeld in één van neonatale intensive care units waar zij hetzij voor hetzij na de geboorte naar werden verwezen 8. De 11% kinderen die niet was verwezen had gemiddeld een verder Tabel 6. Multivariabele logistische regressie van antenatale, perinatale en postnatale risicofactoren op stertfte voor ontslag van twee cohorten (1983 and 1993) eenlingen, levendgeboren na een zwangerschapsduur van (tot en met 31 6 /7) weken, gestratificeerd in (tot en met 27 6 /7) en (tot en met 31 6 /7) weken Antenatale risicofactoren zijn gecorrigeerd voor elkaar; perinatale risicofactoren zijn gecorrigeerd voor elkaar en voor de antenatale factoren; postnatale risicofactoren zijn gecorrigeerd voor alle andere factoren. De data van intraventriculaire bloeding in 1983 zijn alleen gebruikt uit die centra die routinegewijs en systematisch echografie van de hersenen uitvoerden. Nietsignificante factoren zijn in het model behouden om de coefficienten te kunnen vergelijken. Antenatale factoren OR (95% C.I.) OR (95% C.I.) Leeftijd moeder (jaren)* 1,01 (0,98-1,05) 0,96 (0,91-1,01) Mannelijk geslacht 1,35 (0,92-1,99) 2,52 (1,42-4,55) Congenitale afwijkingen 2,03 (1,15-3,59) 1,87 (0,91-3,84) Zwangerschapsduur 0,64 (0,56-0,72) 0,76 (0,64-0,90) (weken) Geboortegewicht 0,90 (0,84-0,97) 0,85 (0,77-0,94) (100g) Perinatale factoren Ante partum steroiden 0,30 (0, ) 0,34 (0,18-0,66) Lage Apgarscore 5,39 (3, ) 6,23 (3,36-11,6) Postnatalefactoren Intracraniele bloeding 1,62 (1,34-1,96) 1,58 (1,21-2,06) (graad) * Het effect van de leeftijd van de moedere op de mortaliteit daalde (p<0,001) en het effect van mannelijk geslacht steeg significant (p=0,045) tussen 1983 en Tabel 7. Multivariabele logistische regressie van antenatale, perinatale en postnatale risicofactoren op de incidentie van intracraniele bloedingen (graad 1-4) van twee cohorten (1983 and 1993) eenlingen, levendgeboren na een zwangerschapsduur van (tot en met 31 6 /7) weken en levend ontslagen, gestratificeerd in (tot en met 27 6 /7) en (tot en met 31 6 /7) weken. Antenatale risicofactoren zijn gecorrigeerd voor elkaar; perinatale risicofactoren zijn gecorrigeerd voor elkaar en voor de antenatale factoren; postnatale risicofactoren zijn gecorrigeerd voor alle andere factoren. De data van intraventriculaire bloeding in 1983 zijn alleen gebruikt uit die centra die routine gewijs en systematisch echografie van de hersenen uitvoerden. Nietsignificante factoren zijn in het model behouden om de coefficienten te kunnen vergelijken OR (95% C.I.) OR (95% C.I.) Antenatale factoren Zwangerschapsduur 0,71 (0,60-0,85) 0,79 (0,69-0,90) (weken) Postnatale factoren Beademing * 2,14 (1,49-3,08) 1,19 (0,88-1,61) * Het effect van beademing op intraventriculaire bloedingen daalde significant (p=0,028) tussen 1983 and

7 De Kleine et al. gevorderde zwangerschapduur en een hoger geboortegewicht. In de 1993 studiepopulatie werd, met behulp van het Nederlands Perinataal Register, vastgesteld dat slechts 6% van de kinderen met een zwangerschap van <28 weken en 3% van de kinderen met een zwangerschapsduur tussen weken niet was verwezen naar een neonatale intensive care unit. De officiële richtlijn van de Nederlandse Vereniging van Obstetrie en Gynaecologie en de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde raadt aan om zwangeren met een dreigende vroeggeboorte tussen weken zwangerschapsduur te verwijzen 26. Het Nederlands beleid ten aanzien van kinderen geboren na een zeer korte zwangerschapsduur is Europees gezien erg behoudend 27. Zowel in 1983 als in 1993 bleven geen kinderen geboren na een zwangerschapsduur <25 weken in leven. Dit is een afspiegeling van de mening van de meerderheid van de Nederlandse neonatologen dat resuscitatie bij kinderen geboren na een zwangerschapsduur <25 weken niet zinvol is vanwege de zeer slechte kansen op intacte overleving In tegenstelling tot 1983 werd in 1993 palliatieve zorg meestal niet gegeven op de NICU maar op de verloskamer. Deze attitude is tot aan 2007 ongewijzigd gebleven. De obstetrische zorg bij zwangerschappen van >25 weken is veel actiever geworden en meer dan vroeger gericht op de geboorte van een kind in optimale conditie. Verwijzing vóór de geboorte, vooral bij zeer jonge zwangerschap, en het gebruik van steroïden voor de geboorte wordt aangeboden aan alle zwangeren met een dreigende vroeggeboorte <34 weken, tenzij de bevalling uitermate snel verloopt of er een spoedsectio Caesarea moet worden verricht vanwege foetale nood 8. Het verrichten van een sectio Caesarea bij deze zeer jonge zwangerschappen is algemeen geaccepteerd geworden. Deze trend werd in onze studie Tabel 8. Multivariabele logistische regressie van antenatale, perinatale en postnatale risicofactoren op de incidentie van bronchopulmonale dysplasie van twee cohorten (1983 and 1993) eenlingen, levendgeboren na een zwangerschapsduur van (tot en met 31 6 /7) weken en levend ontslagen, gestratificeerd in (tot en met 27 6 /7) en (tot en met 31 6 /7) weken Antenatale risicofactoren zijn gecorrigeerd voor elkaar; perinatale risicofactoren zijn gecorrigeerd voor elkaar en voor de antenatale factoren; postnatale risicofactoren zijn gecorrigeerd voor alle andere factoren OR (95% C.I.) OR (95% C.I.) Antenatale factoren Zwangerschapsduur 0,54 (0,44-0,66) 0,48 (0,38-0,60) (weken) Geboortegewicht (100g) 1,01 (0,91-1,13) 0,89 (0,79-0,99) Perinatale factoren Sectio Caesarea 1,37 (0,73-2,57) 3,66 (1,72-7,76) Postnatale factoren Beademing * 6,61 (4,21-10,4) 4,72 (2,91-7,64) * Het effect van beademing op BPD (p<0,028) daalde significant tussen 1983 en bevestigd. Het meer toepassen van sectio Caesarea heeft mogelijk bijgedragen tot een betere overleving. Richardson bestudeerde de overleving in twee populaties geboren in en en vergeleek de invloed op de sterfte van de conditie bij de ge boorte, vastgelegd met behulp van de scores for neonatal physiology (SNAP) en van een aantal perinatale risicofactoren. Hij suggereerde dat eenderde van de verbeterde overleving kon worden toegeschreven aan een betere conditie bij de geboorte en tweederde aan meer effectieve neonatale intensieve zorg 1. In onze studie werden de veranderingen in obstetrisch beleid en obstetrische zorg niet weergegeven in het aantal kinderen met een lage Apgarscore na 5 minuten, en ook niet door het aantal kinderen dat beademing nodig had. Hoewel de Apgarscore niet een perfecte parameter is van de obstetrische praktijk, is het ondanks alle beperkingen wel een weergave van de actuele conditie van het kind bij de geboorte. Omdat een lage Apgarscore sterk geassocieerd is met een slechte prognose is het jammer dat deze risicofactor niet is verbeterd. Tussen nam de overleving significant toe in elke zwangerschapsweek en in elke geboortegewichtklasse. Zowel in 1983 als in 1993 waren zwanger schapsduur en geboortegewicht zeer significante voorspellers van de overleving. Intraventriculaire bloedingen, gediagnosticeerd met behulp van cerebrale echografie, zijn sterke voorspellers van een slechte lange-termijnuitkomst 33. Wij hadden een toegenomen incidentie van intraventriculaire bloedingen graad 1 en 2 verwacht, ten gevolge van technische verbetering van de echografie apparatuur, maar troffen dit niet aan. Deze onveranderde incidentie van intraventriculaire bloedingen is op zich geruststellend. Maar omdat de incidentie gelijk blijft en de sterfte sterk afneemt, zal absoluut gezien het aantal kinderen met intraventriculaire bloeding toenemen, omdat steeds jongere en kwetsbaardere kinderen in leven blijven. Tussen 1983 en 1993 werd het gebruik van antenatale steroïden en het gebruik van surfactant voor kinderen met RDS standaardbehandeling. Onze studie documenteert het gunstige effect van antenatale steroïden op de sterfte. Meta-analyse van een groot aantal gerandomiseerde klinische trials heeft laten zien, dat door gebruik van surfactant de sterfte bij RDS afneemt met 30% 10. Wij hadden dan ook verwacht dat de incidentie van RDS en de incidentie en gemiddelde duur van de beademing en de incidentie van BDP zou afnemen. Maar deze belangrijke indicatoren van neonatale longziekte lieten geen verbetering zien in onze studie. Het gebruik van surfactant heeft dus wel de sterfte verlaagd, maar heeft geen daling gegeven van de gemiddelde beademingsduur bij die kinderen die in leven bleven. Langdurige beademing en chronische longziekte waren risicofactoren voor een slechte lange-termijn uitkomst vóór de komst van surfactant en bleven dat na de komst van surfactant Hoewel niet alle studies over de ontwikkeling van kinderen met BDP eensluidend zijn, laten veel studies bij deze kinderen een slechtere ontwikkeling zien en meer neurologi- 155

CHAPTER 12. Samenvatting

CHAPTER 12. Samenvatting CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten

Nadere informatie

Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte

Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte Samenvatting Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte in vergelijking met vrouwen die zwanger zijn van een eenling. Ongeveer 5-9% van de eenlingen wordt te vroeg

Nadere informatie

Onderzoeken. Trefwoorden Vroeggeborenen, follow-up, handicap

Onderzoeken. Trefwoorden Vroeggeborenen, follow-up, handicap Onderzoeken Veranderingen in perinatale behandeling en de ontwikkeling van zeer preterm geboren kinderen op de leeftijd van vijf jaar; een vergelijking tussen 1983 en 1993 Auteurs dr. M.J.K. de Kleine,

Nadere informatie

24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst

24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst 24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst Dr. J.J. Duvekot, gynaecoloog/perinatoloog Moeder en Kind Centrum subafdeling verloskunde en prenatale geneeskunde Erasmus MC, Rotterdam

Nadere informatie

Dutch summary. Nederlandse samenvatting

Dutch summary. Nederlandse samenvatting Dutch summary Nederlandse samenvatting 127 Kinderen die te vroeg geboren worden, dat wil zeggen bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken, worden prematuren genoemd. Na de bevalling worden ernstig

Nadere informatie

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2 Samenvatting 125 Samenvatting Hoofdstuk 1 Gedurende de laatste 20 jaar is binnen de IVF de aandacht voornamelijk uitgegaan naar de verbetering van zwangerschapsresultaten. Hierdoor is er te weinig aandacht

Nadere informatie

Opzet. Methode. Inleiding. Resultaten. Conclusie. Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli

Opzet. Methode. Inleiding. Resultaten. Conclusie. Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli Een kwart van de aterme perinatale sterfte betreft SGA (

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28766 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Steggerda, Sylke Jeanne Title: The neonatal cerebellum Issue Date: 2014-09-24 Chapter

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn NVOG Nederlandse Vereniging voor RICHTLIJN Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn No 23 juni 1999 1 OMSCHRIJVING VAN HET PROBLEEM Er zijn geen formele landelijke afspraken

Nadere informatie

Plasma volume expansie in ernstige hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap

Plasma volume expansie in ernstige hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap Samenvatting Plasma volume expansie in ernstige hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap Samenvatting Dit proefschrift beschrijft het effect van plasma volume expansie in de behandeling van ernstige

Nadere informatie

Perinatale Zorg in Nederland

Perinatale Zorg in Nederland Perinatale Zorg in Nederland 2002 Inhoud Proloog 5 Introductie 6 Leeswijzer 7 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 2002 9 Tabel 1.1 Bevallen vrouwen naar eenling/meerling en pariteit in 2002 11 Tabel 1.2 Bevallen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting 161. Samenvatting. Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden

Nederlandse samenvatting 161. Samenvatting. Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden Nederlandse samenvatting 161 1 2 3 Samenvatting Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Nederlandse samenvatting 163 Wereldwijd is het percentage kinderen dat te vroeg geboren

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u

Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u Een globaal overzicht uit de perinatale registratie In Nederland worden gegevens over de perinatale zorg

Nadere informatie

Perinatale Zorg in Nederland

Perinatale Zorg in Nederland Perinatale Zorg in Nederland 2001 Inhoud Proloog 3 Introductie 4 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 2001 7 Hoofdstuk 2 Geboren kinderen 21 Hoofdstuk 3 Perinatale sterfte 33 Hoofdstuk 4 Foetale sterfte 37

Nadere informatie

Obstetrie. Extreme vroeggeboorte van uw kind

Obstetrie. Extreme vroeggeboorte van uw kind Obstetrie Extreme vroeggeboorte van uw kind Inhoudsopgave 1. Vroege geboorte...4 2. Perinatologisch Centrum...5 Overplaatsing...5 3. Levenskansen en kwaliteit van leven...6 Risico s...7 4. Gesprek over

Nadere informatie

Kennispoort conferentie 2016

Kennispoort conferentie 2016 Kennispoort conferentie 206 Het effect van de geplande plaats van bevalling op obstetrische interventies en maternale uitkomsten bij laagrisico vrouwen Belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Internationale positie van Nederlandse geboortezorg is verbeterd

Internationale positie van Nederlandse geboortezorg is verbeterd Voor dit bericht geldt een embargo tot maandag 26 november 2018, 09.05 uur Utrecht, 26-11-2018 EURO-PERISTAT 2018 over cijfers uit 2015 Internationale positie van Nederlandse geboortezorg is verbeterd

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20953 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bruine, Francisca Teresa de Title: Advanced MR brain imaging in preterm infants

Nadere informatie

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013 Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.

Nadere informatie

mw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. C. de Vries (PRN) mw.dr. E. de Miranda (KNOV), mw.dr. A.C.J. Ravelli (AMC), dhr. P.

mw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. C. de Vries (PRN) mw.dr. E. de Miranda (KNOV), mw.dr. A.C.J. Ravelli (AMC), dhr. P. Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.

Nadere informatie

Induction of Labor versus Expectant management in women with Preterm Prelabor Rupture of Membranes between 34 and 37 weeks

Induction of Labor versus Expectant management in women with Preterm Prelabor Rupture of Membranes between 34 and 37 weeks Induction of Labor versus Expectant management in women with Preterm Prelabor Rupture of Membranes between 34 and 37 weeks David van der Ham namens de PPROMEXIL projectgroep ISRCTN 29313500 ZonMW projectnummer:

Nadere informatie

Samenvatting Chapter 15

Samenvatting Chapter 15 Samenvattting Samenvatting Chapter 15 Er zijn 2 soorten tweelingen: een-eiig en twee-eiig. Twee-eiige tweelingen komen vaker voor dan een-eiige tweelingen (65% versus 35%). Alle tweeeiige tweelingen hebben

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen

Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen Inleiding Aanleiding In Nederland werden in 2008 in totaal 13.649 kinderen (7,7% van alle pasgeborenen) te vroeg (zwangerschapsduur

Nadere informatie

Retinopathie (ROP) bij te vroeg geboren kinderen. Oogheelkunde

Retinopathie (ROP) bij te vroeg geboren kinderen. Oogheelkunde Retinopathie (ROP) bij te vroeg geboren kinderen Oogheelkunde Wat is prematuren retinopathie? Prematuren retinopathie (ROP) is een aandoening die kan ontstaan in het netvlies van te vroeg geboren kinderen.

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

Voorspellen van sterfte bij zeer premature kinderen*

Voorspellen van sterfte bij zeer premature kinderen* Onderzoek Voorspellen van sterfte bij zeer premature kinderen* Ewoud Schuit, Chantal W.P.M. Hukkelhoven, Bradley N. Manktelow, Dimitri N.M. Papatsonis, Martin J.K. de Kleine, Elizabeth S. Draper, Ewout

Nadere informatie

development of sucking patterns in preterm infants

development of sucking patterns in preterm infants 9 Samenvatting 123 Dit proefschrift gaat over de ontwikkeling van zuigpatronen bij premature pasgeborenen. Deze baby s hebben vaak problemen met het leren drinken uit de borst of de fles en het is niet

Nadere informatie

Follow-uponderzoek van veel te vroeg geboren kinderen op de leeftijd van vijf jaar

Follow-uponderzoek van veel te vroeg geboren kinderen op de leeftijd van vijf jaar Follow-uponderzoek van veel te vroeg geboren kinderen op de leeftijd van vijf jaar samenvatting van het proefschrift Follow up assessment of very preterm infants at five years of age dr. M.J.K. de Kleine,

Nadere informatie

Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland

Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland Anita CJ Ravelli, AMC afdeling Klinische Informatiekunde Mede namens: Martine Eskes, Jan Jaap HM Erwich, Hens AA Brouwers, Erna Kerkhof, Joris

Nadere informatie

Vereenvoudigde Nederlandse samenvatting

Vereenvoudigde Nederlandse samenvatting Vereenvoudigde Nederlandse samenvatting 151 152 Vroeggeboorte In de westerse wereld wordt 5 tot 13 procent van alle kinderen te vroeg geboren, waarbij vroeggeboorte wordt gedefinieerd als een zwangerschapsduur

Nadere informatie

Zuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene?

Zuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene? Zuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene? 6e Nationale Reanimatie Congres Frank van den Dungen Kinderarts-neonatoloog Afd. IC Neonatologie VU medisch centrum NVK werkgroep Reanimatie Pasgeborenen INHOUD

Nadere informatie

Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed beke

Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed beke 107 Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed bekend. Onderzoek naar welke medicijnen gebruikt worden

Nadere informatie

Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011. Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014

Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011. Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014 Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011 Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014 Uitgangsvraag: Leidt een rescue -behandeling met corticosteroïden

Nadere informatie

Inleiden bij 41 of 42 weken?

Inleiden bij 41 of 42 weken? INDuction versus EXpectant management INDEX Inleiden bij 41 of 42 weken? Een overzicht van de evidence Judit Keulen MSc Esteriek de Miranda PhD Doel & vraagstelling INDEX Heranalyse van perinatale en maternale

Nadere informatie

Cursus Statistiek 2. Fellowonderwijs Opleiding Intensive Care. UMC St Radboud, Nijmegen

Cursus Statistiek 2. Fellowonderwijs Opleiding Intensive Care. UMC St Radboud, Nijmegen Cursus Statistiek 2 Fellowonderwijs Opleiding Intensive Care UMC St Radboud, Nijmegen Cursus Statistiek 2 Steekproefgrootte en power berekening Vergelijken van gemiddelden (T-testen) Niet-parametrische

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk factors and prognostic models for preterm birth. Schaaf, J.M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk factors and prognostic models for preterm birth. Schaaf, J.M. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk factors and prognostic models for preterm birth Schaaf, J.M. Link to publication Citation for published version (APA): Schaaf, J. M. (2013). Risk factors and

Nadere informatie

Prematuren Retinopathie

Prematuren Retinopathie Prematuren Retinopathie Oogheelkunde Locatie Hoorn/Enkhuizen (ROP=Retinopathie of Prematurity) (ROP=Retinopathie of Prematurity) Wat is ROP? Prematuren retinopathie (ROP) is een aandoening die kan ontstaan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 138 Uitstel van ouderschap De positie van de vrouw in de westerse maatschappij is de laatste tientallen jaren fundamenteel veranderd. Vrouwen zijn hoger opgeleid dan vroeger en werken vaker buitenshuis.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Nederlandse samenvatting (Dutch summary) 1 Vroeggeboorte na antenatale inflammatie bronchiale hyperreactiviteit als onderliggende oorzaak van Vroeggeboorte Over vroeggeboorte, ook wel prematuriteit genoemd,

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Prediction of preterm delivery Wilms, F.F. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Prediction of preterm delivery Wilms, F.F. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Prediction of preterm delivery Wilms, F.F. Link to publication Citation for published version (APA): Wilms, F. F. (2014). Prediction of preterm delivery General rights

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

Tweelingen in de groei

Tweelingen in de groei Tweelingen in de groei Henriëtte A. Delemarre-van de Waal Zoals bekend ontstaat een twee-eiige tweeling wanneer tegelijkertijd twee eicellen worden bevrucht door twee zaadcellen. Beide embryo s hebben

Nadere informatie

Disclosure belangen. (potentiële) belangenverstrengeling. Geen. Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven.

Disclosure belangen. (potentiële) belangenverstrengeling. Geen. Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven. Disclosure belangen (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Bedrijfsnamen Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding

Nadere informatie

Zuurstof reductie test

Zuurstof reductie test Zuurstof reductie test Bronchopulmonale dysplasie (BPD) kan geclassificeerd worden in mild, matig en ernstig afhankelijk van de hoeveelheid en duur van externe zuurstoftoediening en de mate van respiratoire

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Zuurstof reductie test

Zuurstof reductie test Zuurstof reductie test Bronchopulmonale dysplasie (BPD) kan geclassificeerd worden in mild, matig en ernstig afhankelijk van de hoeveelheid en duur van externe zuurstoftoediening en de mate van respiratoire

Nadere informatie

nazorg-poli neonatale intensive care unit

nazorg-poli neonatale intensive care unit nazorg-poli neonatale intensive care unit inleiding Door vroeggeboorte en/of problemen voorafgaand aan, of rondom de bevalling, verbleef uw kind op de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) van ons ziekenhuis.

Nadere informatie

Je ziet ze niet, maar ze kunnen er wel zijn: Hersenbloedingen bij de premature neonaat. Karianne Kraft Kinderarts-neonatoloog UMCG maart 2019

Je ziet ze niet, maar ze kunnen er wel zijn: Hersenbloedingen bij de premature neonaat. Karianne Kraft Kinderarts-neonatoloog UMCG maart 2019 Je ziet ze niet, maar ze kunnen er wel zijn: Hersenbloedingen bij de premature neonaat Karianne Kraft Kinderarts-neonatoloog UMCG maart 2019 Inhoud Hersenbloedingen: Wie? epidemiologie & risicofactoren

Nadere informatie

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands]

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Klaas A. Hartholt; Nathalie van der Velde; Casper W.N. Looman;

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting Hoofdstuk 1 bevat een korte inleiding over eeneiige tweelingzwangerschappen en de daarbij voorkomende problemen. Ongeveer 1-2% van alle zwangerschappen zijn tweelingzwangerschappen.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Achtergrond In 2016 werden in Nederland 169.136 kinderen geboren; hiervan werden 11.622 kinderen prematuur ofwel te vroeg geboren (na minder dan 37 weken zwangerschap) en 2.295 extreem prematuur (na minder

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting 1 Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrondinformatie van de relatie tussen intrauteriene groeivertraging, waarvan het lage geboortegewicht een uiting kan zijn, en de gevolgen in de

Nadere informatie

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

Cursus Statistiek Parametrische en non-parametrische testen. Fellowonderwijs Intensive Care UMC St Radboud

Cursus Statistiek Parametrische en non-parametrische testen. Fellowonderwijs Intensive Care UMC St Radboud Cursus Statistiek Parametrische en non-parametrische testen Fellowonderwijs Intensive Care UMC St Radboud Vergelijken gemiddelde met hypothetische waarde 13 24 19 18 11 22 10 17 14 31 21 18 22 12 18 11

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting en

Nederlandse samenvatting en Nederlandse samenvatting en toekomst perspectieven HO H O H3C OH OH CH3 H O H H 132 Nederlandse samenvatting en toekomst perspectieven Samenvatting Vroeggeboorte, gedefinieerd als geboorte voor 37 complete

Nadere informatie

172 Postnatal Factors

172 Postnatal Factors 172 Postnatal Factors SAMENVATTING Het hoofddoel van dit proefschrift was het vaststellen van ontwikkelingsuitkomsten op de leeftijd van 4 jaar (start school) en 7 jaar voor matig te vroeg geboren kinderen

Nadere informatie

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op?

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? 1 INHOUD PSIE programma Antistoffen Ontstaan en Risico Achtergrond Rhc-screening Doel Rhc-screening Evaluatiestudie Rhc-screening Opzet Inclusies

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Nederlandstalige samenvatting

Nederlandstalige samenvatting Nederlandstalige samenvatting 147 Samenvatting 148 Nederlandstalige samenvatting Nederlandstalige samenvatting Achtergrond en doel van het onderzoek De keizersnede was oorspronkelijk bedoeld als noodprocedure

Nadere informatie

Vroegtijdige weeën en dreigende vroeggeboorte

Vroegtijdige weeën en dreigende vroeggeboorte Vroegtijdige weeën en dreigende vroeggeboorte Deze brochure geeft informatie over de oorzaak, gevolgen en behandeling van vroegtijdige weeën, een dreigende vroeggeboorte en vroegtijdig gebroken vliezen.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting De groei en de ontwikkeling van diverse orgaansystemen en regelmechanismen in de foetus tijdens de periode in de baarmoeder worden verstoord door vroeggeboorte.

Nadere informatie

Inleiding en vraagstellingen. Jorien Kerstjens, Symen Reijneveld, Andrea de Winter, Arend Bos

Inleiding en vraagstellingen. Jorien Kerstjens, Symen Reijneveld, Andrea de Winter, Arend Bos Jorien Kerstjens, Symen Reijneveld, Andrea de Winter, Arend Bos In Nederland worden 7-8% van alle kinderen te vroeg geboren. Hiervan is 75-85% geboren tussen de 32 en 37 weken zwangerschapsduur. Lang is

Nadere informatie

Samenvat v t at in t g 129

Samenvat v t at in t g 129 129 Onderzoek naar handvoorkeur van de mens bestaat al eeuwen. Het is nog steeds niet precies bekend wat precies de oorzaak is van het gebruik van de linker dan wel de rechter hand. De krachtigste aanwijzingen

Nadere informatie

Afwachtend beleid bij subfertiele paren met een goede kans op natuurlijke conceptie

Afwachtend beleid bij subfertiele paren met een goede kans op natuurlijke conceptie SAMENVATTING Afwachtend beleid bij subfertiele paren met een goede kans op natuurlijke conceptie Een paar is subfertiel als er na een jaar onbeschermde geslachtsgemeenschap geen zwangerschap optreedt.

Nadere informatie

11/01/2013. Een minuutje geduld. Geboorte.. De mens. Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? . andere zoogdieren

11/01/2013. Een minuutje geduld. Geboorte.. De mens. Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? . andere zoogdieren Geboorte.. De mens Een minuutje geduld Vroeg- of Laattijdig afnavelen Dr. David Van Laere Neonatoloog UZ Antwerpen. andere zoogdieren Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? Zoek de verschillen?

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld Relatieve bijnierschorsinsufficiëntie in ernstig zieke patiënten De rol van de ACTH-test hebben wij het concept relatieve bijnierschorsinsufficiëntie

Nadere informatie

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

samenvatting Peri-implantaire infecties vormen een risico voor de overleving en het succes op lange termijn van tandheelkundige implantaten. Infectie beperkt tot de peri-implantaire mucosa wordt peri-implantaire

Nadere informatie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk

Nadere informatie

IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte

IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte DEFINITIE: Vroeggeboorte: bevalling bij amenorroeduur < 37 weken Bij een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken wordt het risico van belangrijke

Nadere informatie

Op de grens van levensvatbaarheid: Nederlands verwijsbeleid bij vroeggeboorte te terughoudend

Op de grens van levensvatbaarheid: Nederlands verwijsbeleid bij vroeggeboorte te terughoudend oorspronkelijke stukken Op de grens van levensvatbaarheid: Nederlands verwijsbeleid bij vroeggeboorte te terughoudend J.A.Gerrits-Kuiper, R.de Heus, H.A.A.Brouwers, G.H.A.Visser, A.L.den Ouden en L.A.A.Kollée

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Samenvatting Dit proefschrift heeft als doel de verschillende aspecten van een niche in het keizersnede litteken in de baarmoeder te onderzoeken en te evalueren. In dit hoofdstuk wordt het onderzoek dat

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 en 3 beschrijven de 2 pilot studies die tussen 1999 en 2002 uitgevoerd werden met respectievelijk de IBA en de IBAIP.

Hoofdstuk 2 en 3 beschrijven de 2 pilot studies die tussen 1999 en 2002 uitgevoerd werden met respectievelijk de IBA en de IBAIP. Dit proefschrift beschrijft het effect van het Infant Behavioral Assessment and Intervention Program (IBAIP) op de ontwikkeling en het gedrag van veel te vroeg geboren kinderen (geboren < 32 weken en/of

Nadere informatie

5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden

5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 5.3 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 98 5.3 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden Patiënten die de diagnose gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden krijgen, kunnen worden

Nadere informatie

hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting Foetale houding en gedrag zijn het resultaat van een interactie tussen foetale (neuromotorische) ontwikkeling en intra-uteriene omgevingsinvloeden. Het is bekend dat veranderingen in intra-uteriene

Nadere informatie

Perinatale Zorg in in Nederland. 2007 Perinatal Care in in the the Netherlands

Perinatale Zorg in in Nederland. 2007 Perinatal Care in in the the Netherlands Perinatale Zorg in in Nederland Perinatal Care in in the the Netherlands Perinatale Zorg in Nederland 1 Inhoud Proloog 3 Samenvatting 5 Introductie 16 Leeswijzer 18 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 21 Hoofdstuk

Nadere informatie

mw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. C. de Vries (PRN) mw.dr. E. de Miranda (KNOV), mw.dr. A.C.J. Ravelli (AMC), dhr. P.

mw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. C. de Vries (PRN) mw.dr. E. de Miranda (KNOV), mw.dr. A.C.J. Ravelli (AMC), dhr. P. Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.

Nadere informatie

PROTOCOL DREIGENDE PARTUS

PROTOCOL DREIGENDE PARTUS PROTOCOL DREIGENDE PARTUS PREMATURUS Definitie We spreken van een dreigende partus prematurus wanneer er sprake is van gebroken vliezen en/of contracties bij een amenorroeduur tussen de 24 en 36+6 weken.

Nadere informatie

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2014

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2014 Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Perined mw.dr. J. Dijs-Elsinga (Perined), dhr.dr. F. Groenendaal (NVK), mw. A.M. van Huis (KNOV), mw.dr. E. de Miranda

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting S 146 In vitro fertilizatie (IVF) is in de loop van de jaren wereldwijd uitgegroeid tot een routine procedure binnen de voortplantingsgeneeskunde voor koppels met vruchtbaarheidsproblemen.

Nadere informatie

Samenvatting*en*conclusies* *

Samenvatting*en*conclusies* * Samenvatting*en*conclusies* * Kwaliteitscontrole-in-vaatchirurgie.-Samenvattinginhetnederlands. Inditproefschriftstaankwaliteitvanzorgenkwaliteitscontrolebinnende vaatchirurgie zowel vanuit het perspectief

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting. Feiten en cijfers Uitgave van de Nederlandse Hartstichting November 211 Beroerte Definitie Beroerte (in het Engels Stroke ), ook wel aangeduid met cerebrovasculaire aandoeningen/accidenten/ziekte (CVA),

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in

Nadere informatie

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013 Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.

Nadere informatie

De rol van apc en steroiden. Intensive Care, UMC St Radboud Nijmegen

De rol van apc en steroiden. Intensive Care, UMC St Radboud Nijmegen De rol van apc en steroiden Peter Pickkers Intensive Care, UMC St Radboud Nijmegen NIVAS 2012 De controverse omtrent APC, Eli-Lilly en de Surviving Sepsis Campaign De studies De sponsering Het commentaar

Nadere informatie

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2010

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2010 Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.

Nadere informatie

Vroegtijdige weeën en dreigende vroeggeboorte

Vroegtijdige weeën en dreigende vroeggeboorte Vroegtijdige weeën en dreigende vroeggeboorte 1 Deze brochure geeft informatie over de oorzaak, gevolgen en behandeling van vroegtijdige weeën. Een zwangerschap duurt gemiddeld 40 weken, maar een periode

Nadere informatie

Informatie SToP-BPD studie

Informatie SToP-BPD studie Informatie SToP-BPD studie Systemic Hydrocortisone To Prevent Bronchopulmonary Dysplasia in preterm infants. A multicenter randomised placebo controlled trial. t.b.v kinderarts verwijzend ziekenhuis Plaats:

Nadere informatie

Voorbeeld Perinatale Audit 1

Voorbeeld Perinatale Audit 1 Voorbeeld Perinatale Audit 1 Doel Doel van de audits is om de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren door reflectie op het eigen handelen. Het uiteindelijke doel is een daling van de perinatale sterfte.

Nadere informatie

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2009

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2009 Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Stichting Perinatale Registratie Nederland Redactie dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. A.M.

Nadere informatie

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2015

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2015 Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Perined Tabellen, figuren en bijlagen mw.dr. A.E. van Dijk, mw.dr. J. Dijs-Elsinga, mevr.dr. E. de Miranda, Bestuur Perined: dhr. drs. J.H. Blaauw, dhr. dr.

Nadere informatie

Nederlandstalige samenvatting

Nederlandstalige samenvatting 9 Nederlandstalige samenvatting 120 Hoofdstuk 9 SAMENVATTING De meest gunstige positie bij de vaginale geboorte van een baby is de achterhoofdsligging, waarbij het foetale hoofd met de kleinste diameter

Nadere informatie

Dreigende vroeggeboorte

Dreigende vroeggeboorte Dreigende vroeggeboorte T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 198 Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de effectiviteit van clopidogrel en tirofiban in patiënten met een acuut hart infarct verwezen voor een spoed dotter behandeling. In hoofdstuk 1 werd

Nadere informatie

Nederlandse perinatale sterfte daalt

Nederlandse perinatale sterfte daalt Concept persbericht 23052013 EMBARGO TOT MAANDAG 27 MEI 2013 00.01 UUR De internationale positie verbetert: Nederlandse perinatale sterfte daalt MAASTRICHT, 26 mei 2013 De perinatale sterfte (sterfte rond

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) SAMENVATTING Jaarlijks wordt 8% van alle kinderen in Nederland prematuur geboren. Ernstige prematuriteit heeft consequenties voor zowel het kind als de ouder. Premature

Nadere informatie