WebICB2.0 Collectiebeheer voor bibliotheken. Toepassing in de Openbare Bibliotheek Aalter

Transcriptie

1 WebICB2.0 Collectiebeheer voor bibliotheken Toepassing in de Openbare Bibliotheek Aalter

2 1. Input = in te geven data 2. Resultaten = te behalen cijfers / benodigd budget 3. Monitoren = opvolgen

3 INPUT stap 1: initialiseren ICB Stand van zaken van de huidige collectie: Bezit en uitleencijfers van voorgaande jaar

4

5 INPUT stap 2: bepaal de input Bepaal missiescores, kwaliteitsscores en vul materiaalprijzen in

6 Missiescore: hoe belangrijk is dat collectie-onderdeel voor jouw bibliotheek? Van niet belangrijk (1-3) tot topprioriteit (9-10). Belang van missiescore: een hoge score kan onderdeel behoeden voor sterke afvoer indien het een prioriteit is maar weinig uitleencijfers haalt (vb. poëzie, grootletterboeken, )

7 Kwaliteitsscore: hoe goed is mijn collectie op vlak van keuze, actualiteit, beschikbaarheid en vindbaarheid? Rangschikken van 0 tot 10

8 Materiaalprijzen: gemiddelde kostprijs per materiaalsoort en korting

9 INPUT stap 3: beslis over doelstellingen Bepaal gewenste uitleenfrequentie, gewenste uitleningen, afvoerrichtlijnen en selectierichtlijnen.

10 Uitleenfrequentie (uitleningen / bezit): wat is de UF nu? welke UF wil je behalen? Geeft aan hoe goed dat onderdeel wordt gebruikt. UF van rond de 2 is goed

11 Gewenste uitleningen: hoeveel uitleningen moet elk collectie-onderdeel behalen? Wordt bepaald aan de hand van cijfers van voorgaande jaren en missiescore van dat onderdeel. een uitdovend onderdeel > lagere uitleencijfers mogen publiekstrekker > je mag hoge uitleencijfers eisen belangrijk, maar niet zo populair onderdeel (vb. poëzie) > niet te hoge uitleencijfers verwachten

12 Afschrijfpercentages: hoeveel procent van mijn collectie wil ik jaarlijks vernieuwen? Vb. 10 % = volledige vernieuwing van de collectie na 10 jaar

13 De in te vullen data bepalen in grote mate, hoe groot je collectie zal zijn en hoeveel budget je nodig hebt. Uitleenfrequentie (uitleningen /bezit): Indien je de UF verhoogt (= intensiever gebruik van collectie) > veel aankopen (meer uitleningen) > duur > veel afvoeren (kleinere noemer) > kleinere, actuele collectie Indien je de UF verlaagt (= minder intensief gebruik van de collectie) > minder aankopen (minder uitleningen) > goedkoper > minder afvoeren (grotere noemer) > grotere, iets oudere collectie

14 Aantal gewenste uitleningen: Indien je meer uitleningen wil > meer aankopen Indien minder uitleningen mag > minder aankopen > duur > goedkoper Afschrijfpercentage: Indien laag percentage > tragere vernieuwing van de collectie vb. 5% > volledig nieuwe collectie na 20 jaar Indien hoger percentage > snellere vernieuwing van de collectie Vb. 10% > volledig nieuwe collectie na 10 jaar Het samenspel van deze drie factoren is doorslaggevend voor het collectieprofiel. De kwalitatieve elementen (missiescore, kwaliteitsscore, ) sturen lichtjes bij.

15 RESULTATEN Overzicht van te ondernemen acties gebaseerd op de daarnet ingevulde data

16 Vb. huidige collectie-omvang en gewenste collectie-omvang, berekend volgens de ingevoerde data

17 Vb. aantal af te voeren werken, volgens de ingevoerde data

18 Vb. benodigd budget voor gewenste collectie-omvang en aanwinsten dat jaar

19 Monitor Opvolging van de genomen beslissingen: wordt er per onderdeel genoeg aangekocht, afgevoerd en zijn de uitleencijfers voldoende hoog?

20 Aanschafmonitor: wordt er voldoende / te veel aangekocht per collectie-onderdeel? Opvolging per kwartaal. Bijsturen indien nodig, volgende kwartaal/kwartalen

21 Monitor streef aanschaf werkelijke aanschaf: heb ik nog voldoende geld om werken te kopen voor dit onderdeel?

22 Monitor uitleningen per kwartaal: haal ik genoeg uitleningen met dit onderdeel?

23 Monitor streefuitleen en werkelijke uitleencijfers: behaal ik de vooropgestelde normen? + % = boven de norm - % is onder de norm

24 Voordelen van WebICB Je denkt na over de samenstelling van de collectie (goed evenwicht? Te groot? Te klein?) Minder natte-vinger-werk: je objectiveert de collectie door met cijfers te werken die geëvalueerd worden en kunnen worden bijgestuurd. Je hebt een middel om te rapporteren aan overheden.

25 Nadelen / werkpunten van ICB Arbeidsintensief (nadenken over belang, kwaliteit van elk collectie-onderdeel, manueel invoeren van alle cijfers, ) > oplossing: geautomatiseerde import!

26 Rapportering naar overheid: veel tabbladen en verspreide info Oplossing: opmaak van tabel met daarin de belangrijkste info op één A4

27

28 ICB geeft aantallen weer, geen inhoudelijke samenstelling van collectie (wel mogelijkheid tot noteren van opmerkingen bij collectieonderdelen) Meetjesland : opstellen van regionaal collectiebeleidsplan op basis van conspectusniveaus waarin per collectieonderdeel en per niveau omschreven wordt wat hierin thuishoort. (fase 1 is afgerond) Elke bibliotheek geeft aan op welk niveau er moet worden aangekocht voor elk onderdeel (fase 2 wordt nu gestart)